HAARLEM'S DAGBLAD. TOE™.B-^--
Het Vergaan van U
„Lafiy Jeriyn."
OM ONS HEEN
No. 1027,
Dingen die niet iedereen weet
ALb je een groote encyclopaedia tiet,
zooals die van Brockhaus, welke goe
de vrienden me onlangs cadeau heb
ben gedaan, zeventien deelen van dui
zend bladzijden elk, met kleine letter
gedrukt en je bedenkt dan, dat over
honderde onderwerpen, die daarin
met een kort artikel zijn aangeroerd,
dikke boeken zijn geschreven, dan
krijg je wel diep den indruk, dat wat
een mensch weet en weten kan in dit
zoo korte leven toch maar zoo bitter
weinig is.
Ik heb eens Iemand, tegen wien ik
opzie, omdat hij zoovéél weet, dit hoo-
ren zeggen„Als je studeert, dan
denk je in den allereersten tijd, dat je
vrijwat weet; ga je er mee door, dan
komt de gedachte bij je op, dat er toch
zoo vreeselijk veel te leeren valt en
kom je dan nog verder, dan begin je
telkens meer te beseffen, dat je nog
zoo weinig weet."
„Dus", zei ik, „als iemand zich Laat
voorstaan op zijn kennis-
„Dan weet hij blijkbaar bitter wei
nig."
„En als hij bescheiden ls>n
„Dan kan hij iets meer weten.
Maar véél weet niemand I"
„Is dat", vroeg ik, „niet een ont
moedigende gedachte
Hij meende van niet. „Er komt een
oogenblik, dat een mensch zich gaat
toeleggen op één ding en de rest ge
troost laat gaan, omdat hij alles toch
niet omvatten kan. Natuurlijk behou
dens zekere algemeene kennis, die
iedereen zou behooren te hebben
Met dat laatste zinnetje komt, dAcht
tk, deze heele uitspraak toch weer Op
losse schroeven. Hoever moet de al
gemeene kennis gaan, die iedereen
zou behooren te bezitten Dat hangt
immers totaal van persoonlijke ge
schiktheid in de eerste en van oplei
ding in de tweede plaats af. In 't alge
meen kan wie een academische oplei
ding genoot, de meeste algemeene
kennis bezitten, maar toch gaat die re
gel niet altijd op. Er zijn er, die als
met gesloten oogen door hun studie
jaren zijn heengegaan en hun ooren
precies zoover hebben opengezet, als
noodig was om de wetenschap op te
vangen, die hen dikwijls na ver
schillende vergeefsche pogingen
eindelijk behouden door hun examens
heeft heengeloodst. Voor dezen is de
kennis meer klank gebleven en in de
samenleving verwonderen zich hunne
medemenschen erover, dat ze een
graad behaalden en toch zoo onwe
tend zijn.
Daartegenover zijn er, die nooit on
der 't gehoor van een professor hebben
gezeten en toch langzamerhand zoo
veel kennis hebben vergaard, dat ze
menigen academisch gevormde over
treffen .Een enkelen keer krijgt, on
der gunstige omstandigheden, een
universiteit 'zoo iemand in 't oog en
maakt hem tot doctor honoris
causa, dat wil zeggen ais eerbetoon
aan zijn weten.
Maar Jiiermee komen we niet verder
in het antwoord op de vraag Hoeveel
en wat behoort iedereen, dat wil zeg
gen ook wie weinig onderwijs hebben
gehad, die de gelegenheid voor verde
re studie in de noodzakelijkheid van
het veroveren van 't dagelijksch brood
hebben gemist, hoeveel en wat be
hoort iedereen te weten
En als ik me nu aan een bepaling
daarvan waag, dan begrijp ik heel
goed, dat een ander er anders over
denken kan, verder wil gaan. Maar,
let wel, het is onverstandig te veel te
eischen, omdat zoovelen bijna geheel
en al opgaan in den sleur van het da
ge] ij ksch loven.
Ik zou dan willen zeggen ledereen
moest weten, wat de dingen in zijn
omgeving beteekenen.
Dit lijkt al eon heel onnoozele voor
waarde. Memgeen zal, denk ik, bewe
ren, dat hij dat immers wel weet
FEUILLETON
door
E. W. Hornun g.
Wij dineerden heerlijk in een groote
en deftige zaal, vroeger als rechtszaal
gebruikt (zei Rattray). De oude bank
der beklaagden stond achteraan te
gen den muur, en onze tafel was die,
waaraan de rechters gewoon geweest
waren te zitten. Toen had de kamer
een lage zolderingnu liep zij door
tot aan het dak, en wij dineerden on
der een vierkante plek wegstervend
herfstlicht.
Ik was vol belangstelling, onder den
Indruk. niet weinig ongerust en toch
ook weer op een wijze, dat aan mijn
geest de meest welkome afleiding van
mijzelf en van het verleden werd be
zorgd. Daarentegen was het maar al
to duidelijk, dat do plaats voor Rat
tray niets meer was dan een last,
iets vervelendsinderdaad, zoo be
weerde hij, het is de vochtigste en
somberste oude ruïne onder de zon,
en ik zou haar morgen verkoopen als
ik een krankzinnige kon vinden, die
Best. We leven üa een tijd van exa
men doen, ik ga dus examen afnemen.
Ziet u kans, om kort en duidelijk te
zeggen hoe de telegraaf in elkaar zit,
hoe do telefoon Zóo duidelijk, dat als
een ander het niet weet, hij er uit Uw
beschrijving iets van begrijpt?
Nu ben ik een buitengewoon gemak
kelijke examinator, want ik verlang
geen antwoord. Dat moeten mijn exa
minandi zichzelf maar geven. Om hun
een goed Inzicht in zichzelf te geven,
geef ik nog wat meer vragen op.
Waarom drinken we duinwater en
niet het water uit de Nieuwe Gracht
Waar komt onze bestrating van
daan (de veelbesproken keien en klin
kers) en hoe wordt ze verkregen
Wat is electrisch Licht en hoe wordt
lichtgas gestookt?
Ik ben nu nog maar aan de eenvou
dige vragen. Want als ik de courant
eens neem, waar we ons dag in, dag
uit in verdiepen, dan vrees ik, dat er
heelwat dingen in voorkomen, waar
we maar over heen lezen, maar die we
niet goed weten.
Wat is een kanon met een getrokken
loop
Hoe sterk Is het Nederlandsche le
ger?
Wat is in de luchtvaart het slappe
en het stüve stelsel
Wat is vonkeutelegrafie
Hoe staat het met de troonopvolging
in ons land
Ziedaar maar een heel klein greepje
uit dingen, waarover om ons heen da
gelijks gesproken wordt en waarvan
velen, zeer velen onzer het fijne niet
afweten niet alleen, maar waarop zij
zelfs geen antwoord kunnen geven.
Daarom vroeg ik van mijn exa
minandi ook geen antwoord.
Laat ons elkaar nu goed begrijpen.
Ik sta hier niet te bluffen, want als ik
zelf op verschillende van die vragen
een antwoord geven moet, dan sla ik
er ook mijn Brockhaus op na. Maar ik
wil alleen beweren, dat het plezierig
zou zijn, als we deze dingen van den
dag goed wisten.
In een gezelschap kwamen de Pool
tochten van Cook en Peary ter spra
ke. Een van de aanwezigen vroeg
„Hoe kun je ook weer bewijzen, dat
de aarde rond is?"
Niemand wist het, de vrager zelf
ook niet I
Natuurlijk Is zooiets best verklaar
baar. Bij menschen, die wat ouder
zijn geworden, is veel schoolkennis
door de jaren afgesleten, ze hebben
andere dingen om op te letten, die
meer rechtstreeks verband houden
met de zorgen van 't dagelijksch le
ven.
Maar toch zou het niet plezierig
wezen, als op vragen over alledaag-
sche dingen het antwoord niet behoef
de uit te blijven?
Bij wijze van proef zal daarom in
Haarlem's Dagblad een nieuw ru-
briekje worden geopend.
Te beginnen met December zal op
Woensdag, eenmaal in de veertien da
gen, een zeer korte mededeeling wor
den geplaatst onder den algemeenen
titel: Dingen die niet leder
een weet.
Daarin zullen, uiterst beknopt, on
derwerpen worden behandeld in het
genre dat ik hiervoor aanwees. Enke
le hoofdtrekken zuilen worden aan
gewezen. Niets meer. Wie verder in
het onderwerp wil doordringen, moet
dat maar voor zich zelf deen. Er zijn
boeken genoeg te koop en te huur.
Maar wij zuilen nog iets meer
doen. Een dagblad is eenmaal een bij
uitstek vergankelijk ding. Als dat van
vandaag verschijnt is dat van gisteren
alweer vergeten. En omdat de prijs
zoo laag is, kan hot papier niet al te
best zijn als je wat uitknipt en be
waart, krijgt het licht het gauw te
pakken en maakt het grauwgroen-
zwart.
Daarom hebben we er wat anders
op verzonnen.
Van de mededeelingan onder de ru
briek Dingen die niet leder-
haar wilde koopen. Zijn gebrek aan
gevoel trof mij als de eenige minder
aangename trek van zijn karakter.
Maar zelfs dit was toe te schrijven
aan zijn oprechten aard.
Ook was het lang niet onaangenaam
zijn vroolijk, jongensachtig lachen in
de hal en galerij te hooren weerkaat
sen, eer het tegen een dozijn gesloten
deuren wegstierf.
En er waren nog andere elementen
van vroolijkhcid een houtvuur vlam
de vroolijk op in den ouden haard,
een gloed werpend over de steenen te
gels, waardoor zelfs de donkerste hoe-
kien verlicht werden allerlei heerlij
ke koude vleesciischotelsen de lek
kerste, oude Madeira, die ooit over
mijn lippen is gegaan.
Mijn geheele leven door ben ik een
„gematigd drinker" geweest in den
meest letterlijken zin van die elasti
sche term.
Maar in den treurigen tijd, waar
ever ik tracht te schrijven, was ik bij
na een geheel-onthouder, uit vrees
voor de verleiding om in alcohol
troost te zoeken. Mij te laten gaan,
stond in dien tijd gelijk met dat te
blijven doen. Ik was mij bewust van
het gevaar en ik nam strenge maatre
gelen. Niet streng genoeg echter,
want waarvan -ik mij niet bewust was
dat was mijn zwakke en zenuwachtige
toestand, waarin een glas wijn het
zelfde effect had als drie of vier glan
zen op een gezond man.
eéjs weef, rollen we overdrukken
maken op betere qualiteit papier. Ze
worden genummerd van 1 tot 26, bij
wijze van jaargang. Aan de geabon-
neerden, die dat wenschen, wordt een
stevige enveloppe koetelooe verstrekt,
waarin de veertiendaagsche blaadjes
kunnen worden geborgen. Aan 't einde
van het jaar drukken wij dan boven
dien nog een kleine inhoudsopgaaf
No. 126, die op de enveloppe geplaat
kan worden, zoodat men dadelijk na-
zien kan, wat er inzit.
Maar één enkele voorwaarde stel
len we daarbij. Het is ona met de dul-
zende abonnés, die we in en om Haar
lem hebben, totaal onmogelijk, de af
drukken rond te zenden. Wie ze heb
ben wil, moet ze aan ons bureau of bij
onze agenten afhalen otf laten afhalen.
Heeft de proef een jaar geduurd,
dan kunnen we zien, of de geabon-
neerden er prijs op gesteld, er gebruik
van gemaakt hebben.
Een van mijn goede vrienden, zoo
een die mij mijn feilen toont, pleegt te
zeggen, dat de hedendaagsche couran
ten veel geven om aan de nieuwsgie
righeid te voldoen en iets om de le
zers te amuseeren. Aan nuttige din
gen kwamen ze, meende hij, niet toe.
Misschien zal ik met dit nieuwe ru-
hriekje dezen brombeer kunnen muil
banden.
J. C. P.
Saiteniandsch Overzicht
HET PROCES STEINHEIL.
Madame heeft het voor 't Hof van
Assisen niet gemakkelijk I De eerste
zitting op Woensdag duurde van 12
uur tot half zes, en al dien tijd werd
ze ondervraagd. Nog onaangenamer
werd haar positie, toen de president
over haar zedelijk levensgedrag ging
praten. Wat er te hooren was, is niet
in fatsoenlijke woorden weer te geven,
daarom laten we het achterwege. Al
leen de aanteekoning, dat madame
beweerde, dat ze een ongelukkig hu
welijksleven hao eu de zucht naar
waarachtige liefde haar dreef, om
van het pad der deugd af te wijken.
Geen wonder, dat de president met
die redeneering een beetje spotte en
uitriep en dan zooveel avontu
ren, u is dan niet gelukkig geweest
in uw keus I
Ook verdedigde ze haar echtgenoot.
Steinheil heeft zoo zei ze nooit
geweten, dat ik de avonturen had,
en ook bleef hij onkundig, dat m'n
inkomsten in het huishouden ge
bruikt werden. Alles kwam van „tan
te Lily", waarmee ik hem steeds om
den tuin geleid heb.
Ook daaraan twijfelde de presi
dent, want „eens heeft hij van een
uwer minnaarszelf 200 francs
ontvangen 1"
Madame was niet uit het veld ge
slagen „O, hij dacht, dat het van
iets anders was als hij het geweten
had
Zoo is het den geheelen middag ge
gaan. Madame heeft met veel vuur,
anderen zeggen met veel tooneelach-
tige gemaaktheid, haar onschuld vol
gehouden. Op alle vragen had ze een
antwoord, ofpraatte er met een
rijken woordenvloed omheen I
En gisteren is het precies hetzelfde
gegaan.
De president begon met de beklaag
de te vermanen, alleen antwoord te
geven op de gestelde vragen en niet in
't wilde weg te praten. „Men zou er
berekening van uw kant in kunnen
zien
Deze vermaning deed den verdedi
ger, den heer Aubin, uitroepen
„Mijne cliënte heeft zich gisteren
met vuur verdedigd, omdat zij haar
onschuld verdedigt, eu ik kan niet
toelaten, dat men zegt, dat er in haar
houding eenige berekening, welke
ook, in het spel is."
Madame zelf zei „Ik heb mij gis
teren niet kunnen weerhouden, alles
te zeggen, wat ik op het hart had. (Ze
weent). Al moest ik sterven tengevol
ge van dit debat, waaruit ik, naar ik
zeker vertrouw, als vrijgespcokene te
voorschijn zal treden, toch stel ik alle
vertrouwen in mijn rechters en de
beschuldiging kan niets tegen mij."
Hierna liep het verhoor over eenige
aanwijzingen.
PresidentWaarom is de hond
„Turc" twee dagen voor de misdaad
verwijderd
Beschuldigde Omdat hij teekenin-
gen van m'n man bedierf.
PresidentUw echtgenoot heeft
nooit over den hond geklaagd....
Beschuldigde Hij is ongelukkig
Niemand weet hoe veel of hoe wei
nig ik dien avond gebruikte Ik kan
zweren, dat het de kleinste helft van
dc eerste flesch was en de tweede
hebben wij nooit leeggedronken
maar de hoeveelheid doet er niets toe.
Zelfs mij maakte ze niet stomdronken.
Maar de wijn maakte mijn bloed
warm, vervroolijkte mijn hart,
scherpte mijn hersenen en maakte
mijn tong los. Hij bracht mij aan het
praten met een gemakkelijkheid,
waartoe ik mij in normale oogenblik
hen niet in staat had geacht, over een
enderwerp, waarover ik tot nu toe
nooit uit vrijen wil gesproken had.
En toch was de wil om tot mijn te
genwoordig gezelschap te spreken
geen nieuwtje. Ik had dat gevoeld bij
onze eerste ontmoeting in het kleine
hotel. Zijn tact, sympathie, knap ge
zicht, persoonlijke aantrekkelijkheid,
en openhartige vriendelijkheid, had
den mij eens voor al verleid dezen
vreemdeling met ongevraagde ver
trouwelijkheden te vervelen, waar
naar een belangstellend bloedverwant
vergeefs zou hebben verlangd. En de
verleiding was des te sterker, omdat
ik in mijn hart wist. dat ik den jon
gen squire volstrekt niet zou verve
len; dat hij verlangend was om het
verhaal van mijn eigen lippen te hoo
ren. maar te zeer een gentleman om
met opzet dat verlangen te verraden.
Ook kwam er van mijn kant ijdel-
held bij. In een alledaasrsch couran-
nlet hier, om i'n vrouw te verdedigen.
Och, laten we niet meer ervex den
hond praten
PresidentPardon, tk zal de vra
gen doen, die Ik noodig acht
AJanu werd madame gevraagd, nog
eens het bekende verhaal van de drie
mannen in lange zwarte mantels, en
van de roodharige vrouw te doen.
Ze deed het
PresidentUw verhaal luidt op
enkele onderdooien anders dan gis
teren
Beschuldigde 'Acht dagen op deze
manier ondervraagd, en ik zal gok
zijn.... Gij doodt ma maar Ik zal vol
houden, ik zal vechten voor mijn on
schuld, voor de eer van mijn doch
ter
Plotseling werd het verhoor onder
broken. De verdediger liet den presi
dent een pas ontvangen brief over
geven, waarin een zekere Jean Lefè-
vre verklaarde, dathij de lang-
gezochte rossige vrouw is I
PresidentHei is een grappenma
ker
Verdediger Toch moet hij gehoord
worden.
Jean Lefèvre werd in de rechtszaal
gelaten om getuigenis te geven. Het
was een 21-jarige jonge man. Hij ver
klaarde medeplichtig te zijn aan de
misdaad, eveneens als een kameraad,
die naar het buitenland vertrokken ia
Ik was vermomd als vrouw, met
een pruik op. Mijn vriend, die nu
dood is, was een Pool. Ik heb mijn
geweten willen ontlastendaarom
wilde ik gehoord worden, Mijn
vriend heeft deze misdaad beraamd.
De beschuldigde Ik heb drie man
nen en een vrouw gezien.
De presidentdat Is alles grappen
makerij.
LefèvreMijn medeplichtige had
den deursleutel der villa en zoo zijn
we binnengekomen. Ik zelf ben werke
loos gebleven aan den voet van het
bed van mevrouw Steinheil. Mijn me
deplichtige zeide, dat hij juweelen
gestolen had, die ik echter niet gezien
heb,
De presidentGij zijt een ondeu
gende grappenmaker.
Op bevel van den procureur-gene
raal werd Lefèvre gearresteerd. Er
zal een instructie tegen hem geopend
worden.
De president vroeg de beschuldigde,
of zij den president van de republiek,
den' heer Felix Faure, gekend heeft.
Mevrouw Steinheil antwoordde be
vestigend de kennismaking vond in
de Alpen plaats.
De president drong niet verder aan.
Hierna werd de zitting geschorst
tot heden.
DE BELGISCHE LEGER-
QUAESTIE.
Tijdens de debatten over de militai
re wet, zei de minister-president in
de Kamer, dat de toestand in Europa
op het oogenblik geen vrees inboe
zemt. De ernstige gebeurtenissen der
laatste jaren evenwel deden herhaal
delijk een oorlog vreezen, en we moe
ten op alle eventualiteiten letten, ten
einde onze plichten ten opzichte der
neutraliteit na te komen. De regee
ring zat haar plicht niet verzaken.
DE DUITSCHE RIJKSDAG.
De Rijksdag zal 30 November bij
een komen. Dan zullen we zeker wel
iets hooren over de binnenlandsohe
politiek van den nieuwen rijkskanse
lier. Dat is ook noodig, want men is
altijd nog aan het raden, welke plan
nen Von Bulow's opvolger heeft, om
een meerderheid uit de partijen te
vormen.
DE POLITIEKE STRIJD IN
ENGELAND.
In een redevoering heeft de heer
Pease, een der secretaressen van de
kanselarij van de schatkist (lid van
het ministerie), meegedeeld, dat de
algemeene verkiezingen beslist in het
begin van Januari zullen plaats heb
ben. Da regeering erkende, dat de be
grooting aan het Hoogerhuis moest
worden voorgelegd en de goedkeuring
van den koning behoefde, maar het
Lagerhuis erkende nooit het recht
van koning of lords, om dat door de
volksvertegenwoordiging vastgestelde
ontwerp te verwerpen.
Deze heer schijnt dus vast over
tuigd te zijn, dat de Lords de begroo
ting zullen verwerpen.
Hot gerucht wil dan ook, dat 300
leden van het Hoogerhuis aan Lord
Landsdowne de mededeeling hebben
gedaan, dat ze tegen de begrooting
zullen stemmen.
Als het waar is, dan is het lot be
slist en zullen de kiezers hun oordeel
moeten uitspreken.
DE MUITERIJ IN GRIEKENLAND.
Typaldos, de held der miniatuur-
revolutie, en een zijner lotgenooten,
werden 's nachts te Kephisia gearres
teerd. Ze waren in burgerkleeding en
tenbericht bad ik een grooten tegen
zin maar om iemand die zoo vrien
delijk tegenover mij en zoo interes
sant voor mij was te behagen, was iets
geheel anders. En dan zou ik als be
looning sympathie, misschien wel be
wondering ondervinden.
Ik zal niet beweren, dat ik in mijn
verhit en opgewonden brein zoo met
voorbedachten rade handelde. Ik zeg
alleen, dat al deze kleine redenen en
motieven aanwezig waren, verward
en overdreven door den wijn, dien ik
gedronken had.
Ook kan ik niet zeker zeggen, of
Rattray ook vragen deed, die mij er
toe brachten alleen dat Ik mij er geen
enkel herinner, die daarop leek en lk
ben bang, dat toen ik eenmaal van
wal gestoken was, ik maar al te wei
nig aanmoediging noodig had, om
steeds voort te gaan.
Welnu, ik was begonnen met pra
ten, voordat wij van tafel opstonden.
Ik ging er mee voort in een leunstoel
gezeten, die mijn gastheer uit een
klein kamertje met boeken langs de
wanden naast de zaal haalde. Ik ein
digde er mee. staande met mijn rug
naar het vuur gekeerd, mijn handen
wild tegen elkaar slaand. Ik had
mijn vriend Rattray uit eigen bewe
ging verteld, wat tot nu toe geen le
vende ziel uit mij had kunnen krijgen.
Hij viel mij heel weinig in de rede;
alleen ééns toen ik kwam aan den
moorddadigen aanval van 8antog op
boden weinig weerstand. De lotgenoot
van Typaldos poogde wel te ontvluch
ten, doch staakte dit, toen een schot
werd gelost.
Typaldos beweerde, dat hij het
voornemen bad xich over te geven,
ton einde zijn daad te kunnen recht
vaardigen.
TSJECHEN EN DUITSCHERS
IN OOSTENRIJK.
In eon bijeenkomst van alle Tsjechi
sche afgevaardigden in den Rijks
raad, den Boheemschen Landdag en
het Heerenhuis werd besloten tot het
uitvaardigen van een manifest, waar
in diepe ontevredenheid werd uitge
sproken over de goedkeuring der wet
ten ter handhaving der Duitsche taal
in de zuiver Duitsche kroonlanden.
Die wetten, zoo meenen de Tsjechi
sche afgevaardigden, schenden de
rechten der niet-Duitsche nationali
teiten.
De Tsjechen verklaren derhalve,
dat zij de regeering op de meest
krachtige wijze zullen bestrijden.
Dat belooft dus weer wat I
DE OORLOG IN MAROKKO.
Uit Tanger wordt bericht, dat In
liet geheel 3700 zieken sinds het begin
van den veldtocht óf getransporteerd
zijn naar het vaderland, óf in de veld
hospitalen en lazaretten verpleegd
worden. Het totaal-cijfer der gewon
den bedraagt 2000.
Betreffende het aantal sneuvel
den blijft men in het onzekere, daar
de hiervan door het ministerie van
oorlog aangehouden lijsten streng ge
heim worden gehouden. Als vermoe
delijk cijfer wordt ongeveer 1000 man
opgegeven.
Stadsnieuws
ORCHIDEEëN-TENTOON-
STELLING.
In Aerdenhout is wat schoons te
zien. Daar wordt de jaarlijksche ten
toonstelling van bloeiende orchidee-
planten gehouden in de serre van den
heer J. H. van Vloten.
Bij de intrede bevindt men zich te
genover het middenstuk, gevormd
door een plant met ver overhangende
ranken, waaraan vele gele bloemen
daaronder is een zeldzame kruising
geplaatst, een plant, die twee forsche
paarse bloemen vertoont. Op don ach
tergrond staat een trotsche palm. De
stellages zijn geheel gevuld met vele
variëteiten van uiteenloopende soor
ten van orchidee-planten, smaakvol
gerangschikt, gegarneerd met een
voudige kasplanten, als blad-bego
nia's en dergelijke.
Het is een warreling van bloemen
en kleuren. Paars heeft wel den bo
ventoon, aanwezig in vele nuances,
van de lichtste, teerste tot donkerder
tinten. Fantastische kleuren en vor
men trekken de aandacht, die even
als de merkwaardig uitziende blade
ren een uitheemsche afkomst verra
den. De planten komen dan ook meest
uit Zuid-Amerika, enkele exemplaren
uit onze Oost, van Java en Borneo.
Bekijkt men de planten nauwkeurig,
dan ziet men, dat ze terug kunnen
worden gebracht lot enkele soorten.
Zoo vertoont de eene soort een klein,
onaanzienlijk plantje met een paar
forsche bloemen op stevigen stengel,
een andere weer een zeer slanken
stengel met één enkele bloem, merk
waardig eevormd. Daartegen steekt
dan af een zeer forsche, waaiervormi
ge plant, die stengels uitzendt, waar
aan talrijke minder groote bloemen
voorkomen, terwijl een vierde lange
bloemranken vertoont. Van deze soor
ten ziet men vele variëteiten, die zich.
voornamelijk van elkaar onderschei
den door de kleuren der bloemen.
Verbaasd is men, bij 't hooren, dat
één zoo'n plantje een marktwaarde
vertegenwoordigt van een paar hon
derd gulden, maar dan blijkt 't een
moeilijk verkregen kruising te wezen,
of een exemplaar, dat zeldzame afwij
kingen vertoont. Zoo vindt men onder
de orchidee-planten, evenals onder
menschen en dieren, z.g. albino's,
waarvan de heer Van Vloten er eenige
in zijn bezit heeft.
VVU men wat moois, wat eigenaar
digs zien, men ga nuar de kweekerij
„Orchidophilia".
Uit de Rechtszaal
INDRINGER.
De brood venter K., te Spaarnüam
meende, dat zijn zoontje op school
onrechtvaardig gestraft werd. Dies
trok hij naar den hoofdonderwijzer,
om rekenschap te vragen. Brutaal
drong hij het erf op en het besloten
schoollokaal binnen en wilde zich
niet rneer verwijderen, eerst niet op
vriendelijk verzoek, later evenmin op
bevel. Toen hij zag, dat hij z'n zin
niet krijgen kon, begon hij te schel
den dronken hofmeester.
Zoo'n schurk riep Rattray uit.
Wat een lafhartige, vvreede duivel I
En u heeft daar nooit een woord over
gesproken I
Waar zou het toe dienen vroeg
ik. Zij zijn nu allen weg allen ver
dwenen. Ieder onzer leek ten slotte op
een dier. Er was niets bij te winnen,
om het publiek daarvan op de hoogte
te brengen.
Hij liet mij voortgaan, totdat ik
kwam aan een ander punt, dat ik tot
nu toe voor mij had gehoudenden
toestand, waarin de vingers van den
dooden matroos gevonden waren de
kreten van afschuw, die daardoor wa
ren opgewekt.
Die Portugeesche schurk weer I
riep mijn metgezel uit, opspringond
uit den stoel, dien ik had verlaten on
hij had genomen. Het was het werk
van denzelfden wandelstok, die den
hofmeester doodde. Een Engelschman
zou zoo iets zeker nooit gedaan heb
ben en toch heeft u daarvan ook
nooit iets gezegd 1
Het was miin eerste blik op dezen
kant van het karakter van mijn jon
gen gasthoer. Maar ik bewonderde
hem niet minder om zijn groote ver-
ontwaardiging, omdat ik daar zoo
goed in kon komen- Zijn oogen schit
terden. Zijn gelaat was bleek. Plotse
ling voelde ik mijzelf den kaJmsten
van de twee.
t Maar beste kerel, bedenk' I zei ik.
den en te vloeken. Daarvoor stond
hij gisterenmiddag terecht.
Beklaagde bowcert in 't geheel niet
gevloekt noch gescholden to hebben,
en ia ook niet de school binnenge»
drongen, want do deur stond open.
Do officier is evenwel een andem
meening toegedaan en eischt 10 boe-
te of 10 dagen hechtenis.
DIEFSTAL.
A. G., arbeider te Velscn, wordt ten
laste gelegd, eenige stukken koper
van de Velser papierfabriek te heb
ben weggenomen. Voor 17 had hij
dit koper verkocht.
Beklaagde zegt hiertoe gekomen to
zijn, omdat hij anders niet wist, waar
hij zijn belastjng van moest betalen.
De officier acht het feit volkomen
bewezen en vraagt een maand ge
vangenisstraf. Iemand die, zooals be
klaagde, 15 per week verdient, kan,
als hij niet zijn geld verkwist, waar
lijk wel zijn belasting betalen.
MISHANDELING.
A. D., schippersknecht te Hiliegom,
heeft op zekeren nacht J. de B. in een
café aldaar mishandeld, door hom
opzettelijk te slaan en te trappen.
D. verklaart, dat De B. hem den
ganschen avond heeft zitten plagen.
De B. had over beklaagdo's jas jene
ver gegooid, D's vrouw den hoed vau
het hoofd geslagen en meer van dio
aardigheden. Getuige De B. was
dronken, D. niet. Door al dat sarren
Ls beklaagde ten slotte driftig gewor
den, en hoeft hem buiten het café een
paar klappen en trappen gegeven.
Getuige V. verklaart, dat D. Do B.
zóó afgeranseld heeft, dat deze be
wusteloos neerstortte en hevig bloed
de. Getuige Van L. weet ook, dat Do
B. beklaagde don ganschen avond zat
te sarren, zoodat zelfs de goedmoe
digste mensch ter wereld woedend
zou geworden zijn. Ook L. is van
oordeel, dat getuige Do B. dronken
was en D. in 't geheel niet.
Do caféhouder, in wiens lokaal de
twist plaats had, en een arbeider to
Hiliegom, die tijdelijk bediende in het
café was, spreken ook ton gunste van
D., en ten nadeele van Do B.
liet komt don officier van justitln.
voor dat, hoewel de mishandeling vrij
ernstig is, er (de omstandigheden in
aanmerking genomen) geen gevange
nisstraf mag geeisoht worden. Daar
om vraagt spreker f5 boete of 15
dagen hechtenis.
DRIFTIG.
Ook W. L., mozaïek werker te
Spaarndam, is zeer strijdlustig ge
weest. Een paar aalvisschers hadden
hom beschuldigd van liet stelen van
fuiken. Daardoor is beklaagde in
woede ontstoken, heeft een stuk hout
gegrepen en er toen opgeranseld.
De officier acht de mishandeling
wettig en overtuigend bewezen en
eischt 14 dagen gevangenisstraf.
ORGELBESPELING
Ln de Groote- of St.-Bavo-kerk t®
Haarlem, op Dinsdag 9 Nov. 1909, dos
namiddags van 1 tot 2 uur, door den
heer W. Ezerman.
Programma
1. Preludium en Fuga, A. Hesse.
2. Adagio (5e Symphonic), BeethflU
ven.
3. Sonate I, Mendelssohn-
o. Allegro moderato.
b. Adagio.
c. Ree. et Finale.
4. Andantino, Rhoinbeirgerii
5. Communion, Gigout.
Rubriek voor Vragen
Q»abouue«rdeu hobbon bat vourrachl
vragen op verschillend gebied, mits vo*t
beantwoording vatbaar, In to eenden bij rt#
Reductie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 68
Alle antwoorden worden geheel kosteioot
gegeven en, voor eooveel mogolijk ie, dc&
dag na de Inzending
Aanvragen, die niet volledig naam aa
wooupluat» van den Inzender vermelden*,
word; geen aaudachtgesoLonkon.
VRAAG. Kunt u mij ook meedoelen
of het geoorloofd is, dat meisjes bo
ven de 16 iaax op eon atelier van 81?
en 1—8 uur werken
ANTWOORD. Ja; dit Is geoorloofd*
VRAAG. Is het juist, dat met in
gang van 1 Januari de hondenbelas
ting verhoogd wordt, zoodat een plo-
zierhond ouder de 50 o.M. op f5 zottf
komen te staan
ANTWOORD. Neen, de belasting I®
onveranderd geblovcn. Te Bloemeo-
daal is een zoodanig besluit genomen.
VRAAG. Tot wien moet men zich
hier ter stede wonden, om te verne
men of men al of niet onder de onge
vallen wot valt?
ANTWOORD. Vervoeg u des Maan»,
dagsm'ddags te half twee uur aan het
gebouw Spuarne 92 rood.
Wie zou er mee gediend zijn geweest,
dat ik bewijzen kon inbrengen tegoa
eeu man, die zich nooit weer op deze
wereld zou vertoonen Santos was ge
straft zooals hij verdiende zijn straf
was de dood, en daarmee was het uit.
U kan gelijk hebben, zei Rattray,
maar het doet mijn bloed koken om
zoo'n verhaal te hooren. Vergeef mij
als ik mil wat kras heb uitgelatent
en hij liep een poosje in groote opge
wondenheid de zaal op en neer, waar
door ik hem steeds meer mocht lijden.
Zoo'n koelbloedige schurk 1 mompelde
hij in zichzelf, zoo'n helsche, vreem
de. bloeddorstige schurk Misschien
heeft u gelijk het zou nergens toe ge
diend hebben, dat weet ik rnaar lk
zou wel willen, dat hij was blijven le
ven, opdat wij hom liadden kunnen
ophangen, Cole 1 Wel, ecu beest zooals
hij, is tot alles in staaten heeft u
mij nu werkelijk het ergste verteld?
Hij stond tegenover mij met op
recht wantrouwen in zijn mook, óp
rechte oogen.
Hoe koip.t er bij mij dat te vra
gen? zei ik in verwarring.
Dat zal ik u niet zeggen, als hef
u hindert, oude jongen, was zijn ant
woordt
(Wordt vervolgd).