HAARLEM'S DAGBLAD. TOE™.B-^-- Het Vergaan van U „Lafiy Jeriyn." OM ONS HEEN No. 1027, Dingen die niet iedereen weet ALb je een groote encyclopaedia tiet, zooals die van Brockhaus, welke goe de vrienden me onlangs cadeau heb ben gedaan, zeventien deelen van dui zend bladzijden elk, met kleine letter gedrukt en je bedenkt dan, dat over honderde onderwerpen, die daarin met een kort artikel zijn aangeroerd, dikke boeken zijn geschreven, dan krijg je wel diep den indruk, dat wat een mensch weet en weten kan in dit zoo korte leven toch maar zoo bitter weinig is. Ik heb eens Iemand, tegen wien ik opzie, omdat hij zoovéél weet, dit hoo- ren zeggen„Als je studeert, dan denk je in den allereersten tijd, dat je vrijwat weet; ga je er mee door, dan komt de gedachte bij je op, dat er toch zoo vreeselijk veel te leeren valt en kom je dan nog verder, dan begin je telkens meer te beseffen, dat je nog zoo weinig weet." „Dus", zei ik, „als iemand zich Laat voorstaan op zijn kennis- „Dan weet hij blijkbaar bitter wei nig." „En als hij bescheiden ls>n „Dan kan hij iets meer weten. Maar véél weet niemand I" „Is dat", vroeg ik, „niet een ont moedigende gedachte Hij meende van niet. „Er komt een oogenblik, dat een mensch zich gaat toeleggen op één ding en de rest ge troost laat gaan, omdat hij alles toch niet omvatten kan. Natuurlijk behou dens zekere algemeene kennis, die iedereen zou behooren te hebben Met dat laatste zinnetje komt, dAcht tk, deze heele uitspraak toch weer Op losse schroeven. Hoever moet de al gemeene kennis gaan, die iedereen zou behooren te bezitten Dat hangt immers totaal van persoonlijke ge schiktheid in de eerste en van oplei ding in de tweede plaats af. In 't alge meen kan wie een academische oplei ding genoot, de meeste algemeene kennis bezitten, maar toch gaat die re gel niet altijd op. Er zijn er, die als met gesloten oogen door hun studie jaren zijn heengegaan en hun ooren precies zoover hebben opengezet, als noodig was om de wetenschap op te vangen, die hen dikwijls na ver schillende vergeefsche pogingen eindelijk behouden door hun examens heeft heengeloodst. Voor dezen is de kennis meer klank gebleven en in de samenleving verwonderen zich hunne medemenschen erover, dat ze een graad behaalden en toch zoo onwe tend zijn. Daartegenover zijn er, die nooit on der 't gehoor van een professor hebben gezeten en toch langzamerhand zoo veel kennis hebben vergaard, dat ze menigen academisch gevormde over treffen .Een enkelen keer krijgt, on der gunstige omstandigheden, een universiteit 'zoo iemand in 't oog en maakt hem tot doctor honoris causa, dat wil zeggen ais eerbetoon aan zijn weten. Maar Jiiermee komen we niet verder in het antwoord op de vraag Hoeveel en wat behoort iedereen, dat wil zeg gen ook wie weinig onderwijs hebben gehad, die de gelegenheid voor verde re studie in de noodzakelijkheid van het veroveren van 't dagelijksch brood hebben gemist, hoeveel en wat be hoort iedereen te weten En als ik me nu aan een bepaling daarvan waag, dan begrijp ik heel goed, dat een ander er anders over denken kan, verder wil gaan. Maar, let wel, het is onverstandig te veel te eischen, omdat zoovelen bijna geheel en al opgaan in den sleur van het da ge] ij ksch loven. Ik zou dan willen zeggen ledereen moest weten, wat de dingen in zijn omgeving beteekenen. Dit lijkt al eon heel onnoozele voor waarde. Memgeen zal, denk ik, bewe ren, dat hij dat immers wel weet FEUILLETON door E. W. Hornun g. Wij dineerden heerlijk in een groote en deftige zaal, vroeger als rechtszaal gebruikt (zei Rattray). De oude bank der beklaagden stond achteraan te gen den muur, en onze tafel was die, waaraan de rechters gewoon geweest waren te zitten. Toen had de kamer een lage zolderingnu liep zij door tot aan het dak, en wij dineerden on der een vierkante plek wegstervend herfstlicht. Ik was vol belangstelling, onder den Indruk. niet weinig ongerust en toch ook weer op een wijze, dat aan mijn geest de meest welkome afleiding van mijzelf en van het verleden werd be zorgd. Daarentegen was het maar al to duidelijk, dat do plaats voor Rat tray niets meer was dan een last, iets vervelendsinderdaad, zoo be weerde hij, het is de vochtigste en somberste oude ruïne onder de zon, en ik zou haar morgen verkoopen als ik een krankzinnige kon vinden, die Best. We leven üa een tijd van exa men doen, ik ga dus examen afnemen. Ziet u kans, om kort en duidelijk te zeggen hoe de telegraaf in elkaar zit, hoe do telefoon Zóo duidelijk, dat als een ander het niet weet, hij er uit Uw beschrijving iets van begrijpt? Nu ben ik een buitengewoon gemak kelijke examinator, want ik verlang geen antwoord. Dat moeten mijn exa minandi zichzelf maar geven. Om hun een goed Inzicht in zichzelf te geven, geef ik nog wat meer vragen op. Waarom drinken we duinwater en niet het water uit de Nieuwe Gracht Waar komt onze bestrating van daan (de veelbesproken keien en klin kers) en hoe wordt ze verkregen Wat is electrisch Licht en hoe wordt lichtgas gestookt? Ik ben nu nog maar aan de eenvou dige vragen. Want als ik de courant eens neem, waar we ons dag in, dag uit in verdiepen, dan vrees ik, dat er heelwat dingen in voorkomen, waar we maar over heen lezen, maar die we niet goed weten. Wat is een kanon met een getrokken loop Hoe sterk Is het Nederlandsche le ger? Wat is in de luchtvaart het slappe en het stüve stelsel Wat is vonkeutelegrafie Hoe staat het met de troonopvolging in ons land Ziedaar maar een heel klein greepje uit dingen, waarover om ons heen da gelijks gesproken wordt en waarvan velen, zeer velen onzer het fijne niet afweten niet alleen, maar waarop zij zelfs geen antwoord kunnen geven. Daarom vroeg ik van mijn exa minandi ook geen antwoord. Laat ons elkaar nu goed begrijpen. Ik sta hier niet te bluffen, want als ik zelf op verschillende van die vragen een antwoord geven moet, dan sla ik er ook mijn Brockhaus op na. Maar ik wil alleen beweren, dat het plezierig zou zijn, als we deze dingen van den dag goed wisten. In een gezelschap kwamen de Pool tochten van Cook en Peary ter spra ke. Een van de aanwezigen vroeg „Hoe kun je ook weer bewijzen, dat de aarde rond is?" Niemand wist het, de vrager zelf ook niet I Natuurlijk Is zooiets best verklaar baar. Bij menschen, die wat ouder zijn geworden, is veel schoolkennis door de jaren afgesleten, ze hebben andere dingen om op te letten, die meer rechtstreeks verband houden met de zorgen van 't dagelijksch le ven. Maar toch zou het niet plezierig wezen, als op vragen over alledaag- sche dingen het antwoord niet behoef de uit te blijven? Bij wijze van proef zal daarom in Haarlem's Dagblad een nieuw ru- briekje worden geopend. Te beginnen met December zal op Woensdag, eenmaal in de veertien da gen, een zeer korte mededeeling wor den geplaatst onder den algemeenen titel: Dingen die niet leder een weet. Daarin zullen, uiterst beknopt, on derwerpen worden behandeld in het genre dat ik hiervoor aanwees. Enke le hoofdtrekken zuilen worden aan gewezen. Niets meer. Wie verder in het onderwerp wil doordringen, moet dat maar voor zich zelf deen. Er zijn boeken genoeg te koop en te huur. Maar wij zuilen nog iets meer doen. Een dagblad is eenmaal een bij uitstek vergankelijk ding. Als dat van vandaag verschijnt is dat van gisteren alweer vergeten. En omdat de prijs zoo laag is, kan hot papier niet al te best zijn als je wat uitknipt en be waart, krijgt het licht het gauw te pakken en maakt het grauwgroen- zwart. Daarom hebben we er wat anders op verzonnen. Van de mededeelingan onder de ru briek Dingen die niet leder- haar wilde koopen. Zijn gebrek aan gevoel trof mij als de eenige minder aangename trek van zijn karakter. Maar zelfs dit was toe te schrijven aan zijn oprechten aard. Ook was het lang niet onaangenaam zijn vroolijk, jongensachtig lachen in de hal en galerij te hooren weerkaat sen, eer het tegen een dozijn gesloten deuren wegstierf. En er waren nog andere elementen van vroolijkhcid een houtvuur vlam de vroolijk op in den ouden haard, een gloed werpend over de steenen te gels, waardoor zelfs de donkerste hoe- kien verlicht werden allerlei heerlij ke koude vleesciischotelsen de lek kerste, oude Madeira, die ooit over mijn lippen is gegaan. Mijn geheele leven door ben ik een „gematigd drinker" geweest in den meest letterlijken zin van die elasti sche term. Maar in den treurigen tijd, waar ever ik tracht te schrijven, was ik bij na een geheel-onthouder, uit vrees voor de verleiding om in alcohol troost te zoeken. Mij te laten gaan, stond in dien tijd gelijk met dat te blijven doen. Ik was mij bewust van het gevaar en ik nam strenge maatre gelen. Niet streng genoeg echter, want waarvan -ik mij niet bewust was dat was mijn zwakke en zenuwachtige toestand, waarin een glas wijn het zelfde effect had als drie of vier glan zen op een gezond man. eéjs weef, rollen we overdrukken maken op betere qualiteit papier. Ze worden genummerd van 1 tot 26, bij wijze van jaargang. Aan de geabon- neerden, die dat wenschen, wordt een stevige enveloppe koetelooe verstrekt, waarin de veertiendaagsche blaadjes kunnen worden geborgen. Aan 't einde van het jaar drukken wij dan boven dien nog een kleine inhoudsopgaaf No. 126, die op de enveloppe geplaat kan worden, zoodat men dadelijk na- zien kan, wat er inzit. Maar één enkele voorwaarde stel len we daarbij. Het is ona met de dul- zende abonnés, die we in en om Haar lem hebben, totaal onmogelijk, de af drukken rond te zenden. Wie ze heb ben wil, moet ze aan ons bureau of bij onze agenten afhalen otf laten afhalen. Heeft de proef een jaar geduurd, dan kunnen we zien, of de geabon- neerden er prijs op gesteld, er gebruik van gemaakt hebben. Een van mijn goede vrienden, zoo een die mij mijn feilen toont, pleegt te zeggen, dat de hedendaagsche couran ten veel geven om aan de nieuwsgie righeid te voldoen en iets om de le zers te amuseeren. Aan nuttige din gen kwamen ze, meende hij, niet toe. Misschien zal ik met dit nieuwe ru- hriekje dezen brombeer kunnen muil banden. J. C. P. Saiteniandsch Overzicht HET PROCES STEINHEIL. Madame heeft het voor 't Hof van Assisen niet gemakkelijk I De eerste zitting op Woensdag duurde van 12 uur tot half zes, en al dien tijd werd ze ondervraagd. Nog onaangenamer werd haar positie, toen de president over haar zedelijk levensgedrag ging praten. Wat er te hooren was, is niet in fatsoenlijke woorden weer te geven, daarom laten we het achterwege. Al leen de aanteekoning, dat madame beweerde, dat ze een ongelukkig hu welijksleven hao eu de zucht naar waarachtige liefde haar dreef, om van het pad der deugd af te wijken. Geen wonder, dat de president met die redeneering een beetje spotte en uitriep en dan zooveel avontu ren, u is dan niet gelukkig geweest in uw keus I Ook verdedigde ze haar echtgenoot. Steinheil heeft zoo zei ze nooit geweten, dat ik de avonturen had, en ook bleef hij onkundig, dat m'n inkomsten in het huishouden ge bruikt werden. Alles kwam van „tan te Lily", waarmee ik hem steeds om den tuin geleid heb. Ook daaraan twijfelde de presi dent, want „eens heeft hij van een uwer minnaarszelf 200 francs ontvangen 1" Madame was niet uit het veld ge slagen „O, hij dacht, dat het van iets anders was als hij het geweten had Zoo is het den geheelen middag ge gaan. Madame heeft met veel vuur, anderen zeggen met veel tooneelach- tige gemaaktheid, haar onschuld vol gehouden. Op alle vragen had ze een antwoord, ofpraatte er met een rijken woordenvloed omheen I En gisteren is het precies hetzelfde gegaan. De president begon met de beklaag de te vermanen, alleen antwoord te geven op de gestelde vragen en niet in 't wilde weg te praten. „Men zou er berekening van uw kant in kunnen zien Deze vermaning deed den verdedi ger, den heer Aubin, uitroepen „Mijne cliënte heeft zich gisteren met vuur verdedigd, omdat zij haar onschuld verdedigt, eu ik kan niet toelaten, dat men zegt, dat er in haar houding eenige berekening, welke ook, in het spel is." Madame zelf zei „Ik heb mij gis teren niet kunnen weerhouden, alles te zeggen, wat ik op het hart had. (Ze weent). Al moest ik sterven tengevol ge van dit debat, waaruit ik, naar ik zeker vertrouw, als vrijgespcokene te voorschijn zal treden, toch stel ik alle vertrouwen in mijn rechters en de beschuldiging kan niets tegen mij." Hierna liep het verhoor over eenige aanwijzingen. PresidentWaarom is de hond „Turc" twee dagen voor de misdaad verwijderd Beschuldigde Omdat hij teekenin- gen van m'n man bedierf. PresidentUw echtgenoot heeft nooit over den hond geklaagd.... Beschuldigde Hij is ongelukkig Niemand weet hoe veel of hoe wei nig ik dien avond gebruikte Ik kan zweren, dat het de kleinste helft van dc eerste flesch was en de tweede hebben wij nooit leeggedronken maar de hoeveelheid doet er niets toe. Zelfs mij maakte ze niet stomdronken. Maar de wijn maakte mijn bloed warm, vervroolijkte mijn hart, scherpte mijn hersenen en maakte mijn tong los. Hij bracht mij aan het praten met een gemakkelijkheid, waartoe ik mij in normale oogenblik hen niet in staat had geacht, over een enderwerp, waarover ik tot nu toe nooit uit vrijen wil gesproken had. En toch was de wil om tot mijn te genwoordig gezelschap te spreken geen nieuwtje. Ik had dat gevoeld bij onze eerste ontmoeting in het kleine hotel. Zijn tact, sympathie, knap ge zicht, persoonlijke aantrekkelijkheid, en openhartige vriendelijkheid, had den mij eens voor al verleid dezen vreemdeling met ongevraagde ver trouwelijkheden te vervelen, waar naar een belangstellend bloedverwant vergeefs zou hebben verlangd. En de verleiding was des te sterker, omdat ik in mijn hart wist. dat ik den jon gen squire volstrekt niet zou verve len; dat hij verlangend was om het verhaal van mijn eigen lippen te hoo ren. maar te zeer een gentleman om met opzet dat verlangen te verraden. Ook kwam er van mijn kant ijdel- held bij. In een alledaasrsch couran- nlet hier, om i'n vrouw te verdedigen. Och, laten we niet meer ervex den hond praten PresidentPardon, tk zal de vra gen doen, die Ik noodig acht AJanu werd madame gevraagd, nog eens het bekende verhaal van de drie mannen in lange zwarte mantels, en van de roodharige vrouw te doen. Ze deed het PresidentUw verhaal luidt op enkele onderdooien anders dan gis teren Beschuldigde 'Acht dagen op deze manier ondervraagd, en ik zal gok zijn.... Gij doodt ma maar Ik zal vol houden, ik zal vechten voor mijn on schuld, voor de eer van mijn doch ter Plotseling werd het verhoor onder broken. De verdediger liet den presi dent een pas ontvangen brief over geven, waarin een zekere Jean Lefè- vre verklaarde, dathij de lang- gezochte rossige vrouw is I PresidentHei is een grappenma ker Verdediger Toch moet hij gehoord worden. Jean Lefèvre werd in de rechtszaal gelaten om getuigenis te geven. Het was een 21-jarige jonge man. Hij ver klaarde medeplichtig te zijn aan de misdaad, eveneens als een kameraad, die naar het buitenland vertrokken ia Ik was vermomd als vrouw, met een pruik op. Mijn vriend, die nu dood is, was een Pool. Ik heb mijn geweten willen ontlastendaarom wilde ik gehoord worden, Mijn vriend heeft deze misdaad beraamd. De beschuldigde Ik heb drie man nen en een vrouw gezien. De presidentdat Is alles grappen makerij. LefèvreMijn medeplichtige had den deursleutel der villa en zoo zijn we binnengekomen. Ik zelf ben werke loos gebleven aan den voet van het bed van mevrouw Steinheil. Mijn me deplichtige zeide, dat hij juweelen gestolen had, die ik echter niet gezien heb, De presidentGij zijt een ondeu gende grappenmaker. Op bevel van den procureur-gene raal werd Lefèvre gearresteerd. Er zal een instructie tegen hem geopend worden. De president vroeg de beschuldigde, of zij den president van de republiek, den' heer Felix Faure, gekend heeft. Mevrouw Steinheil antwoordde be vestigend de kennismaking vond in de Alpen plaats. De president drong niet verder aan. Hierna werd de zitting geschorst tot heden. DE BELGISCHE LEGER- QUAESTIE. Tijdens de debatten over de militai re wet, zei de minister-president in de Kamer, dat de toestand in Europa op het oogenblik geen vrees inboe zemt. De ernstige gebeurtenissen der laatste jaren evenwel deden herhaal delijk een oorlog vreezen, en we moe ten op alle eventualiteiten letten, ten einde onze plichten ten opzichte der neutraliteit na te komen. De regee ring zat haar plicht niet verzaken. DE DUITSCHE RIJKSDAG. De Rijksdag zal 30 November bij een komen. Dan zullen we zeker wel iets hooren over de binnenlandsohe politiek van den nieuwen rijkskanse lier. Dat is ook noodig, want men is altijd nog aan het raden, welke plan nen Von Bulow's opvolger heeft, om een meerderheid uit de partijen te vormen. DE POLITIEKE STRIJD IN ENGELAND. In een redevoering heeft de heer Pease, een der secretaressen van de kanselarij van de schatkist (lid van het ministerie), meegedeeld, dat de algemeene verkiezingen beslist in het begin van Januari zullen plaats heb ben. Da regeering erkende, dat de be grooting aan het Hoogerhuis moest worden voorgelegd en de goedkeuring van den koning behoefde, maar het Lagerhuis erkende nooit het recht van koning of lords, om dat door de volksvertegenwoordiging vastgestelde ontwerp te verwerpen. Deze heer schijnt dus vast over tuigd te zijn, dat de Lords de begroo ting zullen verwerpen. Hot gerucht wil dan ook, dat 300 leden van het Hoogerhuis aan Lord Landsdowne de mededeeling hebben gedaan, dat ze tegen de begrooting zullen stemmen. Als het waar is, dan is het lot be slist en zullen de kiezers hun oordeel moeten uitspreken. DE MUITERIJ IN GRIEKENLAND. Typaldos, de held der miniatuur- revolutie, en een zijner lotgenooten, werden 's nachts te Kephisia gearres teerd. Ze waren in burgerkleeding en tenbericht bad ik een grooten tegen zin maar om iemand die zoo vrien delijk tegenover mij en zoo interes sant voor mij was te behagen, was iets geheel anders. En dan zou ik als be looning sympathie, misschien wel be wondering ondervinden. Ik zal niet beweren, dat ik in mijn verhit en opgewonden brein zoo met voorbedachten rade handelde. Ik zeg alleen, dat al deze kleine redenen en motieven aanwezig waren, verward en overdreven door den wijn, dien ik gedronken had. Ook kan ik niet zeker zeggen, of Rattray ook vragen deed, die mij er toe brachten alleen dat Ik mij er geen enkel herinner, die daarop leek en lk ben bang, dat toen ik eenmaal van wal gestoken was, ik maar al te wei nig aanmoediging noodig had, om steeds voort te gaan. Welnu, ik was begonnen met pra ten, voordat wij van tafel opstonden. Ik ging er mee voort in een leunstoel gezeten, die mijn gastheer uit een klein kamertje met boeken langs de wanden naast de zaal haalde. Ik ein digde er mee. staande met mijn rug naar het vuur gekeerd, mijn handen wild tegen elkaar slaand. Ik had mijn vriend Rattray uit eigen bewe ging verteld, wat tot nu toe geen le vende ziel uit mij had kunnen krijgen. Hij viel mij heel weinig in de rede; alleen ééns toen ik kwam aan den moorddadigen aanval van 8antog op boden weinig weerstand. De lotgenoot van Typaldos poogde wel te ontvluch ten, doch staakte dit, toen een schot werd gelost. Typaldos beweerde, dat hij het voornemen bad xich over te geven, ton einde zijn daad te kunnen recht vaardigen. TSJECHEN EN DUITSCHERS IN OOSTENRIJK. In eon bijeenkomst van alle Tsjechi sche afgevaardigden in den Rijks raad, den Boheemschen Landdag en het Heerenhuis werd besloten tot het uitvaardigen van een manifest, waar in diepe ontevredenheid werd uitge sproken over de goedkeuring der wet ten ter handhaving der Duitsche taal in de zuiver Duitsche kroonlanden. Die wetten, zoo meenen de Tsjechi sche afgevaardigden, schenden de rechten der niet-Duitsche nationali teiten. De Tsjechen verklaren derhalve, dat zij de regeering op de meest krachtige wijze zullen bestrijden. Dat belooft dus weer wat I DE OORLOG IN MAROKKO. Uit Tanger wordt bericht, dat In liet geheel 3700 zieken sinds het begin van den veldtocht óf getransporteerd zijn naar het vaderland, óf in de veld hospitalen en lazaretten verpleegd worden. Het totaal-cijfer der gewon den bedraagt 2000. Betreffende het aantal sneuvel den blijft men in het onzekere, daar de hiervan door het ministerie van oorlog aangehouden lijsten streng ge heim worden gehouden. Als vermoe delijk cijfer wordt ongeveer 1000 man opgegeven. Stadsnieuws ORCHIDEEëN-TENTOON- STELLING. In Aerdenhout is wat schoons te zien. Daar wordt de jaarlijksche ten toonstelling van bloeiende orchidee- planten gehouden in de serre van den heer J. H. van Vloten. Bij de intrede bevindt men zich te genover het middenstuk, gevormd door een plant met ver overhangende ranken, waaraan vele gele bloemen daaronder is een zeldzame kruising geplaatst, een plant, die twee forsche paarse bloemen vertoont. Op don ach tergrond staat een trotsche palm. De stellages zijn geheel gevuld met vele variëteiten van uiteenloopende soor ten van orchidee-planten, smaakvol gerangschikt, gegarneerd met een voudige kasplanten, als blad-bego nia's en dergelijke. Het is een warreling van bloemen en kleuren. Paars heeft wel den bo ventoon, aanwezig in vele nuances, van de lichtste, teerste tot donkerder tinten. Fantastische kleuren en vor men trekken de aandacht, die even als de merkwaardig uitziende blade ren een uitheemsche afkomst verra den. De planten komen dan ook meest uit Zuid-Amerika, enkele exemplaren uit onze Oost, van Java en Borneo. Bekijkt men de planten nauwkeurig, dan ziet men, dat ze terug kunnen worden gebracht lot enkele soorten. Zoo vertoont de eene soort een klein, onaanzienlijk plantje met een paar forsche bloemen op stevigen stengel, een andere weer een zeer slanken stengel met één enkele bloem, merk waardig eevormd. Daartegen steekt dan af een zeer forsche, waaiervormi ge plant, die stengels uitzendt, waar aan talrijke minder groote bloemen voorkomen, terwijl een vierde lange bloemranken vertoont. Van deze soor ten ziet men vele variëteiten, die zich. voornamelijk van elkaar onderschei den door de kleuren der bloemen. Verbaasd is men, bij 't hooren, dat één zoo'n plantje een marktwaarde vertegenwoordigt van een paar hon derd gulden, maar dan blijkt 't een moeilijk verkregen kruising te wezen, of een exemplaar, dat zeldzame afwij kingen vertoont. Zoo vindt men onder de orchidee-planten, evenals onder menschen en dieren, z.g. albino's, waarvan de heer Van Vloten er eenige in zijn bezit heeft. VVU men wat moois, wat eigenaar digs zien, men ga nuar de kweekerij „Orchidophilia". Uit de Rechtszaal INDRINGER. De brood venter K., te Spaarnüam meende, dat zijn zoontje op school onrechtvaardig gestraft werd. Dies trok hij naar den hoofdonderwijzer, om rekenschap te vragen. Brutaal drong hij het erf op en het besloten schoollokaal binnen en wilde zich niet rneer verwijderen, eerst niet op vriendelijk verzoek, later evenmin op bevel. Toen hij zag, dat hij z'n zin niet krijgen kon, begon hij te schel den dronken hofmeester. Zoo'n schurk riep Rattray uit. Wat een lafhartige, vvreede duivel I En u heeft daar nooit een woord over gesproken I Waar zou het toe dienen vroeg ik. Zij zijn nu allen weg allen ver dwenen. Ieder onzer leek ten slotte op een dier. Er was niets bij te winnen, om het publiek daarvan op de hoogte te brengen. Hij liet mij voortgaan, totdat ik kwam aan een ander punt, dat ik tot nu toe voor mij had gehoudenden toestand, waarin de vingers van den dooden matroos gevonden waren de kreten van afschuw, die daardoor wa ren opgewekt. Die Portugeesche schurk weer I riep mijn metgezel uit, opspringond uit den stoel, dien ik had verlaten on hij had genomen. Het was het werk van denzelfden wandelstok, die den hofmeester doodde. Een Engelschman zou zoo iets zeker nooit gedaan heb ben en toch heeft u daarvan ook nooit iets gezegd 1 Het was miin eerste blik op dezen kant van het karakter van mijn jon gen gasthoer. Maar ik bewonderde hem niet minder om zijn groote ver- ontwaardiging, omdat ik daar zoo goed in kon komen- Zijn oogen schit terden. Zijn gelaat was bleek. Plotse ling voelde ik mijzelf den kaJmsten van de twee. t Maar beste kerel, bedenk' I zei ik. den en te vloeken. Daarvoor stond hij gisterenmiddag terecht. Beklaagde bowcert in 't geheel niet gevloekt noch gescholden to hebben, en ia ook niet de school binnenge» drongen, want do deur stond open. Do officier is evenwel een andem meening toegedaan en eischt 10 boe- te of 10 dagen hechtenis. DIEFSTAL. A. G., arbeider te Velscn, wordt ten laste gelegd, eenige stukken koper van de Velser papierfabriek te heb ben weggenomen. Voor 17 had hij dit koper verkocht. Beklaagde zegt hiertoe gekomen to zijn, omdat hij anders niet wist, waar hij zijn belastjng van moest betalen. De officier acht het feit volkomen bewezen en vraagt een maand ge vangenisstraf. Iemand die, zooals be klaagde, 15 per week verdient, kan, als hij niet zijn geld verkwist, waar lijk wel zijn belasting betalen. MISHANDELING. A. D., schippersknecht te Hiliegom, heeft op zekeren nacht J. de B. in een café aldaar mishandeld, door hom opzettelijk te slaan en te trappen. D. verklaart, dat De B. hem den ganschen avond heeft zitten plagen. De B. had over beklaagdo's jas jene ver gegooid, D's vrouw den hoed vau het hoofd geslagen en meer van dio aardigheden. Getuige De B. was dronken, D. niet. Door al dat sarren Ls beklaagde ten slotte driftig gewor den, en hoeft hem buiten het café een paar klappen en trappen gegeven. Getuige V. verklaart, dat D. Do B. zóó afgeranseld heeft, dat deze be wusteloos neerstortte en hevig bloed de. Getuige Van L. weet ook, dat Do B. beklaagde don ganschen avond zat te sarren, zoodat zelfs de goedmoe digste mensch ter wereld woedend zou geworden zijn. Ook L. is van oordeel, dat getuige Do B. dronken was en D. in 't geheel niet. Do caféhouder, in wiens lokaal de twist plaats had, en een arbeider to Hiliegom, die tijdelijk bediende in het café was, spreken ook ton gunste van D., en ten nadeele van Do B. liet komt don officier van justitln. voor dat, hoewel de mishandeling vrij ernstig is, er (de omstandigheden in aanmerking genomen) geen gevange nisstraf mag geeisoht worden. Daar om vraagt spreker f5 boete of 15 dagen hechtenis. DRIFTIG. Ook W. L., mozaïek werker te Spaarndam, is zeer strijdlustig ge weest. Een paar aalvisschers hadden hom beschuldigd van liet stelen van fuiken. Daardoor is beklaagde in woede ontstoken, heeft een stuk hout gegrepen en er toen opgeranseld. De officier acht de mishandeling wettig en overtuigend bewezen en eischt 14 dagen gevangenisstraf. ORGELBESPELING Ln de Groote- of St.-Bavo-kerk t® Haarlem, op Dinsdag 9 Nov. 1909, dos namiddags van 1 tot 2 uur, door den heer W. Ezerman. Programma 1. Preludium en Fuga, A. Hesse. 2. Adagio (5e Symphonic), BeethflU ven. 3. Sonate I, Mendelssohn- o. Allegro moderato. b. Adagio. c. Ree. et Finale. 4. Andantino, Rhoinbeirgerii 5. Communion, Gigout. Rubriek voor Vragen Q»abouue«rdeu hobbon bat vourrachl vragen op verschillend gebied, mits vo*t beantwoording vatbaar, In to eenden bij rt# Reductie van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 68 Alle antwoorden worden geheel kosteioot gegeven en, voor eooveel mogolijk ie, dc& dag na de Inzending Aanvragen, die niet volledig naam aa wooupluat» van den Inzender vermelden*, word; geen aaudachtgesoLonkon. VRAAG. Kunt u mij ook meedoelen of het geoorloofd is, dat meisjes bo ven de 16 iaax op eon atelier van 81? en 1—8 uur werken ANTWOORD. Ja; dit Is geoorloofd* VRAAG. Is het juist, dat met in gang van 1 Januari de hondenbelas ting verhoogd wordt, zoodat een plo- zierhond ouder de 50 o.M. op f5 zottf komen te staan ANTWOORD. Neen, de belasting I® onveranderd geblovcn. Te Bloemeo- daal is een zoodanig besluit genomen. VRAAG. Tot wien moet men zich hier ter stede wonden, om te verne men of men al of niet onder de onge vallen wot valt? ANTWOORD. Vervoeg u des Maan», dagsm'ddags te half twee uur aan het gebouw Spuarne 92 rood. Wie zou er mee gediend zijn geweest, dat ik bewijzen kon inbrengen tegoa eeu man, die zich nooit weer op deze wereld zou vertoonen Santos was ge straft zooals hij verdiende zijn straf was de dood, en daarmee was het uit. U kan gelijk hebben, zei Rattray, maar het doet mijn bloed koken om zoo'n verhaal te hooren. Vergeef mij als ik mil wat kras heb uitgelatent en hij liep een poosje in groote opge wondenheid de zaal op en neer, waar door ik hem steeds meer mocht lijden. Zoo'n koelbloedige schurk 1 mompelde hij in zichzelf, zoo'n helsche, vreem de. bloeddorstige schurk Misschien heeft u gelijk het zou nergens toe ge diend hebben, dat weet ik rnaar lk zou wel willen, dat hij was blijven le ven, opdat wij hom liadden kunnen ophangen, Cole 1 Wel, ecu beest zooals hij, is tot alles in staaten heeft u mij nu werkelijk het ergste verteld? Hij stond tegenover mij met op recht wantrouwen in zijn mook, óp rechte oogen. Hoe koip.t er bij mij dat te vra gen? zei ik in verwarring. Dat zal ik u niet zeggen, als hef u hindert, oude jongen, was zijn ant woordt (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5