RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Een Déjenner. Defl morgens nam mijnheer, wit» het verveelde binnen in den wagen te zitten suffen, zelf het stuur in han den, en mevrouw als ijverige chauf- feuse en jonggetrouwde wilde haar man niet verlaten, en nam naast hean plaats, de chauffeur en de kamenier gingen trotsch achterin zitten. Zij maakten er een goed figuur: hij, statig in zijn dikte, frischgeschoren, een pet op waarvan het koper blonk, gehuld in een grijzen dolman, met tres gesoutacheerd. Eigenlijk was de kamenier er niet op gekleed om in een auto te zitten. Zij had alleen een nieuwerwetschen reusachtigen hoed op, een cadeau van mevrouwtoch ontbrak er nog een handbreed aan, om volkomen te voldoen aan de eischen der laatste mode. En bij dit indrukmakend paar verzonken me vrouw en mijnheer in 't niet, zooals zij daar zaten, voorover gebogen in den wind, gehuld In hun stofmantels. Na een poos moest men halt hou den om te dejeuneeren in een klein dorpje in de landstreek Lozère, waar steden een zeldzaamheid zijn, maar waar de herberg er aanlokkelijk uit zag. De waardin, een hoekige, grof- f ebouwde vrouw, donker van uiter- ijk, verscheen op den drempel. Eerst keek zij wat verblufthet was ook voor het eerst, dat er een auto voor haar deur stilstond. Een kring dor pelingen vormde zich al spoedig om het prachtige rijtuig en bewees de zeldzaamheid van zoo'n' verschijning. Dit was een zaak van gewicht voor de goede vrouw, maar spoedig van haar •ontroering hekomen, beloofde zij gauw het eten klaar te maken, stook te haar kachel op en dekte de tafel. Een kwartier je laiter priikte op twee zindelijke, frisQh gedekte tafeltjes een heerlijke thora d'oeuvre, bestaande uit: radijsjes, boter, sardines en sappige rose meloenschijven. De jonggehuwden deden het eerste gerecht eer aan de tocht had hun eetlust gescherptzij hadden een honger om de tafel er bij op te eten. En de meloen was geurig, smolt in den mond, als ware het een sorbet, waarin alle bloemen uit den tuin hunne geuren hadden vermengd het was ook de eerste van het seizoen. En dat blijft toch altijd een feestje, zoo'n inwijding in 't klein, het verorberen van een „primeur". Mijnheer riep de waardin. Juffrouw, brengt u ons nog een stukje van die heerlijke meloen. Maar, tamelijk knorrig, zonder even stil te staan, bromde zij in het voor bijgaan Er is niets meer. Mijnheer dacht nog eeoiige stukken te zien op een schotel aan het andere eind van het zaaltje bij het tafeltje van den chauffeur en de kamenier. Maar die bewaarde de waardin zeker voor zichzelf. Bescheiden van aard, drong hij er niet verder op aan. Op de hors d'oeuvre volgde een fricassée van kip met doperwtjes, de porties waren nu evenwel ook weer een beetje klein. En de goede eetlust van de jongelui werd niet bevredigd zij werden werkelijk op rantsoen ge steld. Door een verwonderlijke opeenvol ging van toevalligheden bleven alle schotels aan het andere eind van het zaaltje. lederen keer moest mijnheer aanmerking maken en de waardin bracht niet dan mopperende de soho- tels terug. Zeker voelde ze zich door een soort geheime sympathie aange trokken tot den chauffeur en de ka menier. Nu kan men zoo vrij van begrip zijn als men wil, een gouden hart hebben, zijn ondergeschikten met engelachtige goedheid behandelen, en er zich toch over verwonderen, dat zij alle atten ties voor zich nemen. Maar dat was nu toch wel wat al te kras. Op een blaadje worden twee kopjes koffie en een flesch fijne likeur binnengebracht, maar zij kwamen niet bij hen terecht, neen, de vrouw zette ze aan het andere eind van het zaaltje neer en de jongelui moesten zich vergenoegen met den heerlijken geur, welken de koffie achterliet. Dat was te bar Mijnheer sloeg met de vuist op tafel. Maar juffrouw, die koffie De waardin kwam op haar geraak aansloffen, ging recht voor het tafel tje staan en vroeg achterdochtig Wat Krijgen jullie ook koffie Zonder te begrijpen, hoogst ver baasd, antwoordde mijnheer Wel zeker, waarom niet En mevrouw voegde daaraan toe Neen maar, natuurlijk Zoo. nu inaar jullie neemt het er van, zei de waardin, het hoofd schuddend. En die daar, wat zul len die er van zeggen Steeds meer en meer verbaasd, her haalde mijnheer Wat zij zullen zeggen T M'n hemel, weet ik of ze jullie koffie betalen na ieder maal Mijnheer dacht dat hij droomde. Wat zegt u Ik vraag Jullie, of Je meester je koffie betaalt Mevrouw herhaalde op haar beurt Je meester De waardin werd boos, omdat ze haar maar niet schenen te begrij pen. Nou, die generaal daar, met zijn kepi, en die dame, zijn dat jullie mijnheer en mevrouw dan niet Mijnheer bracht zijn vinger aan z'n voorhoofd, wierp zich achterover in zijn stoel, en barstte in lachen uit, zijn buik vasthoudend. Nu begreep hij het ineens. Die chauffeur, zoo plechtig uitge dost, zoo schitterend, zoo dikdie dame met haar grooten hoed, die zoo op haar gemak in een hoekje van den phaëton zaten, dat waren mijnheer en mevrouw Tusscben twee lachaanvallen in hel derde mijnheer de zaak op. De waardin haalde spijtig haar schouders op. En zonder de portée, noch de ironie van haar woorden te begrijpen, zei ze M'n hemel, als je ondergeschik ten mooier kleeren aantrekken dan mijnheer en mevrouw, hoe kan je ze dan ook kennen („Hsgz.") Vonkjes. Binnen 50 uren kan men van Lon den in St. Petersburg komen. Op een Engelsch oorlogsschip begint het dagwerk om vier uur in den mor gen. De Trans-Siberische spoorweg Is 3371 mijl lang. De bevolking van Rusland neemt jaarlijks toe met 21/2 millioen. Graaf Zeppelin steeg in 1900 voor *t eerst op en bereikte een snelheid van 13 voet in de seconde. Aan boord van een oorlogsschip Is op alle uren een officier van gezond heid gereed om te helpen bij ongeluk ken. In de maand Juli werden 1226 paar den uit Engeland vervoerd, waarvan de meeste tot voedsel moesten dienen. In 25 jaar heeft de bevolking van Berlijn zich verdrievoudigd. In Konstantinopel zijn meer dan 800 moskeeën en tempels. De bevolking van Turkije wordt ge schat op 41 millioen. De eerste steen van St. Petersburg werd in het jaar 1703 gelegd. De kapitein van een oorlogsschip gebruikt zijn maaltijden alleen. Een luchtschip van het Zeppelin- type kost 360.000. Rusland is het land, dat de petroleum voortbrengt. Aangenomen wordt, da' er na twee jaar tweemaal zooveel Duitschers als Franschen op de wereld zullen zijn* De Zeppelin III heeft twee moto ren van 150 P K., die per uur ft8 kosten aan petroleum en olie. Santos-Dumont hoeft voor zijn luchtvaartproeven 14 vllegmachinee vervaardigd. In New Jersey, een staat in Noord- Amerika, wordt een boulevard langs de zee vervaardigd van 126 mijl lengte. Ongeveer 79 procent van de bewo ners van Rusland kunnen lezen noch schrijven. Van zout, petroleum, lucifers en speelkaarten heeft in Griekenland de Staat het monopolie. ©en modern oorlogsschip bevat 250 tot 300 compartimenten, die van el kaar gescheiden zijn door waterdichte schotten. Edison verklaarde onlangs, dat bin nen tien jaren de vliegmachines be nut zullen worden om do post over te brengen. Zij zullen een snelheid heb ben van 100 mijl per uur en giers mee kunnen nemen. Raadsels (Deze raadsels zijn alle Ingezon den door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Dondeirdagimorgen goede oplossingen zenden, worden in het volgend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd la verband met het aantal oplossingen en op de netheid van het werk. 1. (Ingezonden door Nelly en Wil lem Willemsen). In Holland kom ik nooit, In Limburg even weinig Maar wel in Nederland, Daar ben ik altijd veilig.- En die er wel op Iet, Die vindt mij strijk en zet, Steeds midden in het bed. 2. Ingezonden door Jan van Ven- deloo). Ik besta uit 17 letters en ben een beroemd persoon. 12 3 maakt de bij. 6 7 8 9 is een voorzetsel. 10 11 12 is ook een voorzetsel. 14 13 3 maakt men van takken. 14 7 8 9 6 is een plaats. 15 16 17 vindt men aan het water* 3. (Ingezonden door Zus Baaij). Elk wil gaarne met mij varen, Zoo de rijke als de arme li én. Maar 't moet verwondering ba ren, Niemand heeft mij ooit gezien. 4. (Ingezonden door Tinus Banke). nwet is is wat wat ko wie rief hem hem pen ge lief koopt ver Welk hekend rijmpje van 2 regels leest ge hieruit 5. (Ingezonden d-oor Aaltje yan der Ploeg). Ik ben een meisjesnaam. Onthoofdt ge mij, dan ben ik een jongens- haam. 6. (Ingezonden door A. Politiek). Als ik er op zit, is het een gewich tig stuk. Verander mijn eerste letter en zoowel mannen als kinderen spe len met mij. 7. (Ingezonden door Antoon Ver- eteegen). Mijn geheel bestaat uit 4 letters en ledereen heeft mij graag. 4 2 3 is een viervoetig dier. 13 2 heeft ieder dier. 1 3 vindt men waar zee is. 8. (Ingezonden door Paulien K<?ele- meij). O OOO 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 O Zet op den eersten regel een mede klinker. Op den tweeden een viervoetig dier. Op den derden ook een viervoetig dier. Op den vierden den naam van een stad in Nederland. Op den vijfden een bekend Duitsch staatsman. Op den zesden iets, waar men goed op hangt. Op den zevenden een medeklinker. In het midden staat nu van boven naar beneden dezelfde naam als op den vierden regel. 9. (Ingezonden door Meinoudie Kroonsberg). kwa doet aft die zich ad str lf ze Welk spreekwoord leest gij hieruit 10. (Ingezonden door Giljam Lo- Mijn eerste is een verblijfplaats voor vogels. Mijn tweede is een lettergreep, die dikwijls achter een plaats voorkomt. Mijn geheel Is een stad in Noord- Brabant. 11. (Ingezonden door Piër Heid- weiller). Ik besta uit 11 letters en ben eem plaats op Java. 7 8 9 10 is een lichaamsdeel. 2 3 is een verkorte meisjesnaam. 4 5 is ook een verkorte meisjes naam. 1 11 10 is een jong viervoetig dier. 15 6 zegt een koe, 12. (Ingezonden door A. Politiek). Men zegt het niet tegen een braven tongen. Zet er een letter voor en ik ben een klein diertje. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van da vorige week zijn R BOM METER B A T T E R IJ ROTTERDAM STERREN VADER RAM M 2. Doe de armen in stilte goed. en wacht niet tot men „dank u" zegt. 8. Floris de Vijfde. Vol, vijf. Iris» leed, lief. 4. Pap, pa. 5. Rubriek voor Onze Jeugd. Urk, jurk, Riek, boek, ziek, rok, vork, deuga. 6. MADEIRA. Middelburg. Amsterdam. Dordrecht. Edinburgh. Ierland. Rotterdam. Apeldoorn. 7. Neus reus. 8. Baars baar aar. 9. Sappemeer. Peep, sap, meer, eer. 10. Al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. 11. Liter lier. 12. Pook Cook. Goede oplossingen ontvangen van Cor Iluijer 5. Jan Huijer 5. Gerda Kurtz 12. Zus Baaij 11. Cor Vreugdenhil 11. Zus Dunrsma 12. Aaltje van der Ploeg 8. Paulina Feijen 8. Giljam Lokerse 11. Ernst Moolenaars 5. Jo Tijssen 7. Meinoudje Kroonsberg 8. Jacob A. de Wijs 10. Harri de Wijs 10. Abraham van Brussel 11. Hendrika de Nobel 11. Gerard Blom 10. Jeanne Slagveld 10. Jo en Frans van Egmond 8. Mientje Romijn 10. Hendrik Rees 12. Tinus Bonke 9. Maartje Verdel 8. Ruurtje Aarts 10. Jo Aarts 10. Johan Koch 12. Willem de Kamper 10. Nanne Nauta 10. Johannes Raatgever 12. Piër Heidweiller 12. Aaltje en Siebe Huizinga 1& Wilhelm M. Heijl 11. Betsy Bouwmeester 7. Piet Akkerman 6. Clasina Bastiaan 10. BEGRAVEN PLAATSEN. Antwoorden. 1. Voorst. Opeinde. 2. Drachten. Ede. 3. Sint Nicolaasga. 4. Nory. 5. Kempens. 6. Venlo. Beerta. Delden. Terborg, Oudewater. Baarn. Goede oplossingen ontvangen van Gerda Kurtz 11. Zus Duursma 12. Aaltje van der Ploeg 11« Paulina Feijen 11. Giljam Lokerse 11. Jo Tijssen 9. Meinoudje Kroonsberg 11. Jo en Frans van Egmond 9 Tinus Bonke 9. Maartje Verdel 11. J. Rieden 6. Johan Koch 10. Nanne Nauta 11. Johannes Raatgever 11. Johannes Raatgever 11. (Van de vorige week). Piër Heidweiller 12. Aaltje en Siebe Huizinga 10. Wilh. H. Heijl 11. Betsy Bouwmeester 11. Clasieh Bastiaan 11. BEGRAVEN PLAATSEN. (Ingezonden door Giljam Lokerse). 1. Ik was de eerste in school, die de les kende. 2. Wij komen morgen even bij u aan I 8. Het kleed was vaal, slecht en versleten. 4. De beer sprong en danste, zoodat ieder er plezier in had. 5. Ik ben gisteren naar het bosch geweest. 6. De meester zei „Wat ben je toch lui, Kees I" 7. Van den wagen waren twee spaken stuk. 8. De paarden loopen rustig te grazen. 9. De boom was zóó krom en oud, dot men hem heeft weggedaan. 10. Willem is knap Elsje is niet zoo heel snugger. Len laars op reis. Aan den oever van een heldere, klaterende beek lag eens een dichter te droornen. Om hem heen groeiden primula's en vergeet-mij-nietjes zijn hoofd rustte op het mos hij keek naar het zachte bewegen der bladeren aan de hoornen boven zijn hoofd, en hij luisterde naar het zingen der vo gels en naar het gemurmel van de beek, die vroolijk voorthuppelde. Opeens zag hij een oude laars met den stroom mee naar heneden komen drijven. Er stond iets wits op, wat wel een zeil geleek. Hij ging rechtop zitten, om beter te kunnen zien en wachtte tot de laars vlak bij hem was. Toen haalde hij haar met zijn wandelstok uit het water en zette haar op het mos neer. Het was wel een oude, maar nog geen versleten laars. Een stok was er in gezet als mast en daaraan was een groot papieren zeil vastgemaakt. De dichter ging op zijn ellebogen liggen en hoorde opeens tot zijn groo- te verbazing zijn eigen laarzen heel kalm „Goedenmorgen I" zeggen te gen den vreemdeling. „Goeden morgen", antwoordde de laars met het zeil, „ik ben op reis, zooals je ziet en het bevalt mij best, eens te gaan waar je zelf wilt, zon der een voet, die je altijd een andere richting uit stuurt." „Wei, dat is merkwaardig zei den de laarzen van den dichter. „En hoe komt dat wel Zoo iets gebeurt ons nooit I Maar waar is je tweeling broeder „Mijn tweeling-broeder Ja, het is eigenlijk door hem, dien armen jon gen, dat ik hier ben." „Och, vertel ons daar wat meer van riepen de laarzen van den dichter, die wel wat nieuwsgierig wa ren uitgevallen. „Dan moet ik je mijn heele geschie denis maar eens vertellen", was het antwoord. „Wij werden tegelijk met verscheidene andere geboren met veel geruk, geklop en gehamer, en met heel wat spijkers, want wij komen van het platte land, moet je weten, en we waren geen stadsjonkers zooals jullie. Meester Elsendraad had ons sterk en stevig gemaakt, zooals land lieden dat noodig hebben en wie wer den In zijn winkelraam neergezet, Maac_ive bleven daar niet heel lang al heel gauw stapte er een jonge ja ger naar binnen, en die had zin In ons. „Juist wat ik noodig heb", zei hij, en hij nam ons mee. Wat een prettigen tijd hebben we bij hem ge had Hij smeerde ons heelemaal met ganzevet in, zoodat wij zacht om zijn voeten zaten en niet nat werden, al etond hij met ons in plassen en moe- Wij trokken met hem door de bos- schen als hij op faisanten jaagde en door het riet als hij de wilde eenden wilde verrassen. Heel dikwijls hoorde ik hem tegen zijn vrouw zeggen „Het zijn de beste laarzen, die ik nog ooit gehad heb Dat zei hij dikwijls, als hij 's avonds in zijn huis zat met zijn voeten bij het vuur, zoodat de damp van zijn zooien opsteeg. Dat was een leelijk ding van hem hij hield zijn voeten altijd te dicht bij het vuur. En daar door is mijn broeder ook zoo treurig aan zijn eind gekomen. Verleden week liep de jager even een herberg binnen, om een glas bier te drinken. Hij ging in een grooten stoel bij het vuur zitten met mij op de plaat en mijn broeder tegen den gloeienden rand van den haard. Op eens zei mijn broeder tegen mij „Als hij me niet dadelijk wegneemt, is het met me gedaan Maar hij zat te praten met den waard over faisanten en hazen. Ik probeerde zijn teenen te kriebelen, maar hij lette er niet op. Eén minuut later riep mijn broeder f „Vaarwel, vaarwel het is gebeurd!" en plotseling sprong de jager met een schreeuw overeind. Geen wonder, want een groot gat was door mijn broeder heengebrand en nu raakte het gloeiende ijzer zijn blooten voet. Hij trok mijn broeder uit en bekeek hem „Daar is niets meer mee te be ginnen riep hij en gooide hem op het vuur. Hij schopte mij ook uit en zond het zoontje van den waard naar zijn huis om een ander paar schoenen te ha len. De kleine jongen zag mij op den grond liggen en vroeg of hij mij heb ben mocht .„Wel ja", zei de jager, ..het is een sterke laars geweest, maar je mag hem nu gerust heb ben". Ik werd in een kast gezet bij een tol en een paar tinnen soldaten, en bleef daar een paar dagen staan, maar vanmiddag deed liet jongetje de kast open en nam mij mee naar een brug bij de markt, waar de andere kinderen hun bootjes in de beek lieten varen. Ik geloof, dat hij al heel lang naar een bootje verlangd had, want terwijl hij aan kwam loopen, riep hij „Ik heb nu ook een boot Ik zal een zeil op mijn schip maken Hij sneed een tak af voor een mast, en maakte die in mij vastplakte er een papieren zeal aan en zette mij in het water. Ik ben een sterke boot, en dank zij het ganzevet van den jager bleef ik van binnen kurkdroog. De stroom droeg mij netjes verder en al vond ik dat schommelen eerst een beetje angstig, al heel gauw had ik er den smaak van beet en vond het heerlijk. Al de kleine jongens rie pen „hoera toen ik netjes onder de brug doorzeilde Ik ging met den stroom mee langs de huizen door de straten, ging toen langs de weilan den en kwam eindelijk in het bosch. Ik heb een heerlijk reisje gemaakt en ben iedereen even dankbaar de ja ger voor zijn ganzevet, den kleinen jongen voor zijn mast en zeil en nu weer den dichter, die mij op den oever gezet heeft, om een beetje uit te rus ten, want dat heeft iemand wel noo dig na zoo'n reis. en ik ben van plan om de heele wereld rond te trekken. Zoo dadelijk zal hij mij wel weer in het water zetten en dan ga ik weer verdei* „O, maar je kent dezen mijnheer nog nietvielen de schoenen van den dichter hem in de rede. „Hij loopt dag iu, dag uit met ons, zonder één oogenblik er aan te denken, wat pret tig of goed voor ons zou zijn Hij is nog nooit in zijn heele leven vriende lijk of goed voor zijn laarzen ge weest 1" Maar de dichter glimlachte. Hij nam den ouden laars op en zette hem voorzichtig midden in den stroom. Toen keek hij den laars na, die een reis om de wereld ging maken, en volgde hem met de oogen, tot hij verdwenen was achter de wilgen, die laag over het water hingen. „Wel, wel, dat hadden we toch niet van hem gedacht", zeiden zijn eigen laarzen. BOEKEN. Zouden de volgende kinderen de boeken, die zij te leen gehad hebben, eens terug willen brengen DORA VAN STEEN, Een klein jok kentje maar, geleend op 25 Augustus CÓRNELIS SLLJMERS, Perclval Keene, geleend op 20 Januari 1909. JOHAN RIEDERS, Ik wou, dat ik rijk was, geleend op 9 Februari 1909, ürievenüus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten worden gezonden aan Mevr. VenemaVan Doorn, Wa genweg 88, Haarlem. ERNST M. De begraven plaatsen zijn goed, maar enkele hebben we al een paar maal gehad en die laat ik dus nu maar weg. JO T. Het nieuwe raadsel is goed, Jo. Ja, sommige waren wel wat las tig, maar als je geregeld mee doet, ga je ze hoe langer hoe vlugger op lossen. Welke soort vind je 't moei lijkst? MEINOUDJE K. Nog wel gefeli citeerd, hoor, al is het nu veel te laatJa, ik hoop ook, dat ik je nog heel wat keertjes in onze rubriek feli- citeeren kan. Heb je in S. familie wonen en kom je er dikwijls Haar lem is een boel mooier, vind je niet Het nieuwe raadsel is goed. GERARD B. Schrijf je op school ook nog altijd rret potlood En wan neer beginnen jullie met inkt Wat vind je het prettigste vak op school GRETHA B. Als je ze geregeld oplost, gaat het hoe langer hoe vlug ger. Los je de begraven plaatsen enz. ook altijd op en help je Gerard wel eens oen beetje JO en FRANS VAN E. Ja, ik heb „Wilde Bob" op het oogenblik, en zal het voor je klaar Leggen. Ik denk, dat Jo ook nog wel wat te jong is. om geregeld te schrijven. Over een of twee jaar, als het schrijven hem wat vlugger afgaat, zal hij vanzelf wei mee gaan doen. Zou jij het er langzamerhand ook te druk voor gaan krijgen MIENTJE R. Het is best, als je met ons mee doet, maar ge moet zorgen, dat je briefje uiterlijk Woens dagavond bezorgd wordt, anders kan het in die week niet meer beant woord worden. HENDRIK R. Ik wil heel graag dat boek eens van je zien, en het is best ais je a.s. Woensdag komt. Ik ben blij, dat we dan meteen eens kennis maken, jij ook TINUS B. Dat boek is op het oogenblik uitgeleend, maar als je T me helpt onthouden, zal ik het voor je bewaren. Ik zag verleden week ook een advertentie staan, waar beuke- nootjes te koop gevraagd werden. Weet je ook, wat ze daar mee doen En wie koopen ze gepiept Er valt nu niet veel meer te zoeken, is het wel Ja, het raden moet je nu bijna alleen doen. Raadt Cato niet eens mee onder het werken door, of gaat dat niet En hoe laat komt Sieger wel thuis '8 avonds Het nieuwe raadsel is goed. HERMAN B. Ja, het is nu des avonds te koud om buiten te spelen. Het Is nu veel gezelliger om allemaal om de tafel te zitten, vind je niet Houdt jij net zooveel van teekenen als Sieger en teeken je altijd met pot lood Wat aardig, dat Wim nu al In de hoogste klas zit. Pas maar op, dat hij je niet inhaalt, hoor Wat doen jullie met dat geld Koop je daar ook wat voor Wil je Moeder voor haar groeten bedanken en Jantje ook van L. en K. Was je niet moe, toen je Woensdagmiddag thuis kwam MAARTJE V. Wat zullen jullie vanavond een pret hebben 1 Wel gefe liciteerd, hoor I Schrijf me maar eens wat jullie vandaag gedaan heb ben. J. R. Ik vind, dat jij keurig schrijft. Heb je op het briefje extra Je best gedaan, of schrijf je op school ook altijd zoo netjes In welke klas zit Je JOHAN K. Nu, daar is ook heel wat van te vertellen en kan Je het dan allemaal goed onthouden, of schrijven jullie er ook wat van op Vind je het geen prettig vak Waar hou je nog meer veel van PIET A. Het is best, als jé met ons meedoet. Ik ben al nieuwsgierig naar je Inzending. Heeft er vroeger ook niet een broertje van je meege daan De nieuwe raadsels zijn goed. 'COR H. Het ls niets erg, ate Je eens wat Weinig tijd hebt gehad. Dat gebeurt iedereen wel eens Wat zal het saai zijn thuis, nu Moeder weer uit is, hè Het nieuwe raadsel is goed. ZUS B. Ja, Zus, dat was een foutje „niet leeg" moest er staan* Je hebt groot gelijk, dat je je schrif telijk werk maar dadelijk maakt dat is ook meestal het moeilijkst, vind je niet Hebben jullie een hooge en een lage zesde klas En in welke zit jij dan Ik vind 8 uur ook juist een mooien tijd, en hoe laat sta je dan op COR V. In welke afdeeling ja thuis hoort, kan ik pas zeggen, als ik je inzending gezien heb. En op andere vraag kan ik ook nog antwoorden Dat zal ook veel van tk inzendingen afhangen. Zou je op tijd klaar komen ZUS D. De nieuwe raadsels zijn goed. Vind je deze soort het prettigst om te bedenken Ben je al aan Sint Nicolaas-werkjes begonnen, en heb jo het weer erg druk deze maand Je moet me eens schrijven, of je al aller lei plannen gemaakt hebt. AALTJE v. d. P. Heb je het deze week zoo druk gehad Wel, wat waa er dan voor bijzonders Of ben }i met het mooie weer zoo druk aan hé' wandelen geweest Vond je de raad* seis deze week ook moeilijk PAULINA F. Het is gezellig om' samen wat aan de raadsels te wer ken, dan kan je ook veel mooiere be denken, vind je niet? Ik geloof, dat jij erg veel spjreekwoorden kent I GILJAM L. Ja, vooruit gaan doe je zeker 1 Maar dat is meestal met kinderen, die geregeld meedoen. Zoo, zou je nu haast uitgeput o Pc denk, dat het nog meevalt en er nog heel wat van je komen zullen, al is het dan niet iedere week begraven bloemen of boomen heb ik, geloof ik nog nooit van je gekregeu, is 't wel Het nieuwe raadsel is g-oed, maar ik plaats het toch maar niet, omdat deze soort heel dikwijls onduidelijk ge drukt wordt en dan is de aardigheid er net af WILLEM DE K, Is het boek mooi, Wim Schrijf me maar eens, hoe je het gevonden hebt Wat gezel lig, dat we elkaar nu kennen, vind je niet? Ja, het is nu echt weer om des avonds wat te lezen. Wat voer je nog meer uit 's avonds NANNE N. Het is best, als je nog weer eens wat mooie raadsels stuurt. Helpt Cor je al flink bedenken Wat doe je verder 's avonds meestal JOHANNES R. De nieuwe raad sels zijn goed. Ik ben erg nieuwsgie rig naar je inzending, hoor I Wordt die in twee gedeelten gebracht Is zij te zwaar voor één keer Waarom hadden jullie vacantie Dat waren zeker een paar mooie dagen om je wedstrijd af te maken, is 't niet? PIëR H. Wel gefeliciteerd, jon gens I Hoe oud wordt Karei vandaag en wat voeren jullie den geheelen dag uit De nieuwe raadsels zijn goed. AALTJE en SIEBE II. Ja, het wordt op 't laatst altijd nog hard werken Vind je het niet prettig, dat op jo verjaardag 5 December alweer »oo gauw volgt Het te voor jullie een pretügen tijd tegenwoordig, geloof ik. WIM H. Jij bent niet do eenige, Wim, die door liet werken voor den wedstrijd haast geen tijd voor de raadsels overhoudt. Maar je kunt ook niet alles tegelijk doen en ik vind, dat jij toch een beele!>oel doetJa, het te altijd jammer, ate er een foutje'in de raadsels sluipt, want dan moeten jullie zoo lang voor niets denken I Ik i erg nieuwsgierig naar je inzen ding, hoor 1 BETSIE B. Wel, kom jij ook' weer boven water, nu het winter wordt Best, hoor. En je neefje mag natuurlijk ook meedoen Ik begrijp nog heelemaal niet, wat de inzending worden zaJ, maar lk ben erg nieuw» gierig 1 Heb ie er veel werk aan ge had De strikvragen zijn goed. Ik zal Je groeten overbrengen. Mevr. VENEMA—v. DOORN* 6 November 1909.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 15