Verschijnt dagelijks, behalve op 2oq« en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
AüENOA
SiET TOONEEL
27e Jiargaiigi No. 8Q9S
DONDERDAG XI NOVEMBER 1909 y.
HAARLEM S DAGBLA
ABONNEMENTEN
PER DRIB HAANDBNl
Voor Haarlem I f 1.29
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (lom der
gemeente)«1.30
franco per post door Nederland „1.65
Afzonderlijke nummers0.02K
Oeaiustreerd Zondagsblad, voor Haariem0.37 H
Se omstreken en franco per post 0.45
Dltgsvs der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur S. G. PEEREBOOM,
A O V E R T E N TT Ni
Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Euiten het ArrondlKjment
Haarlem van 1—5 regels t—elke regel meer ƒ0. Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
AdvertentiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsingl
50 Cts. voor 3 plaatsingen A contant
Redactie en Administratie; Groote Sontstraaf
Intercommnnaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratis 724.
Drukkerij: Zöider Bnitenspaaras 6. Telefoonnummer S22.
Tot de plaatsing van advertentlën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem fel dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ACHT BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
VRIJDAG 12 NOVEMBER.
Soc. Vereenlging: Liederenavond
Mevr. Noordewier-Reddingius, 8 uur.
Stadsnieuws
Om Ons Heen.
In het Tweede Blad van dit num
mer vinden onze lezers een artikel
j,Nabetrachting van den Gemeente
raad", in de rubriek Om Ons Heen.
EERSTE CONCERT DOOR HET
STRIJKORKEST VAN IIET
HAARL. MUZIEKKORPS.
Het leek een wat gewaagde onder
neming, zoo, met de „Bach"-sche
orkestklanken orkestklanken im
mers van meer dan Europeescke ver
maardheid nog in de ooren, te
gaan luisteren naar een uitvoering
voor 't volk door ons Haarlemscb Mu
ziekkorps. Maar laat ik maar ter
stond zeggen, dat ik gisteren in de
„Vereeniging" een verre van verve
lenden avond heb doorgebracht.
Vooreerst stemde het al dadelijk
prettig, te bemerken, dat de verrich
tingen van ons orkest door het Haar-
iemsch publiek hoog gewaardeerd
worden zoo hoog, dat, toen zich de
gelegenheid aanbood om tegen eene
billijke bijdrage in de noodzakelijke
kosten een viertal concerten te genie
ten, daarvan door zoovelen werd ge
profiteerd, als het aantal zitplaatsen
in de ruime Vereeniging-zaal maar
toelaat. Boven en beneden zaten de
toehoorders mannetje aan mannetje,
en ér was voor de muziek een aan
dacht, waaraan menig „deftiger"
concertpubliek een voorbeeld kon ne
men.
Geen wonder dan ook, dat de zwar
te heeren, daar op het podium, zich
met volle toewijding in hun werk ver
diepten. Er was voeling tusschen
zaal en podium. Er was wat niet zel
den bij voorname kunstuitingen ont
breekt stemming. Een dankbaarder
publiek konden zich de uitvoerenden
niet wensclicn en waar hier of daar
uit het ensemble een solist opdook
met een sprekende phrase, of ook
soms een obligaat van langer adem,
daar verdubbelde zich onmiddellijk de
aandacht der luisteraars en aan het
einde van het stuk was men niet ver
geten, wie cïaarin een meer dan ge
wone rol had gespeeld, en men ap
plaudisseerde met vuur en hield niet
op, totdat de betreffende kunstenaar
de hem toegedachte hulde met een
moer of minder sierlijke buiging in
ontvangst had genomen.
En ze mochten dat die solisten
bedoel ik met een gerust geweten
doen, want de .hun toegebrachte lof
was even eerlijk verdiend als van
harte gegeven. Daar hadden we b.v,
den hoog verdienstel ij lien fluitist, den
beer Schmidt, en den uitstekenden
cellist, den heer Ch. Blazer de eeni-
gen, wier namen op het programma
genoemd zijn die in een (wat erg
zoetvoerige) „Romanze" van Menzel
hun talenten ten toon spreidden.
Maar naast deze genoemden deden
tficii nog verschillende niet afzonder
lijk genoemde solisten hooren, wier
talent niet te miskennen valt. Op de
eerste plaats mag hier wel eens ge
noemd worden de zeer bescheiden,
maar ook zeer talentvolle concert
meester, de heer Forwerda, wiens
recht muzikaal en meest.elijk vioolspel
wij volle gelegenheid hadden te be
wonderen in een Chopin'sohe Noctur
ne. Zijn mooie toon en sierlijke voor
dracht (een compliment ook voor het
fraaie dubbelspel) maakte dit stukje
tot het glanspunt, van de door Bekker
op smaakvolle, maar nog meer ver
makelijke wijze in elkaar gezette
Gbopin-fantaisie, waarmede het eer
ste deel van het programma eindigde.
Nog moet ik even als zeer belangrijke
trachten van het orkest noemen de
heeren Berendes, Nel en Hilleman,
respectievelijk solo-hoboïst, -klarinet
tist en -cornettist. Ook den eersten
trombonist, die mij niet met name
bekend is, zou ik hierbij willen voe
gen. Zij allen hadden in den loop van
den avond gelegenheid zich te onder
scheiden.
Dat, ondanks de aanwezigheid van
zoovele goede krachten het orkest, als
geheel toch nog zeer voor verbetering
vatbaar is 't zou dwaas zijn, dit te
iwillen ontkennen. Vooreerst zou het
etrijk-kwintet nu ruim twintig man
sterk aanvulling behoeven, otm bij
modern georkestreerde werken, niet
in onhoudbare positie tegenover de
blazers te geraken. Daarmede al
les kan niet inééns gebeuren zou
al heel veel gewonnen zijn, vooral;
als de bijkomende strijkers mooie in
strumenten meêhrachten. En als dan
'dat model-strijkorkest den heer Kriens
[het verlangen inspireerde naar een
model-uitvoering van moderne orkest
werken, dan zou hij vanzelf gaan
streven naar aanvulling en verede
ling van de groepen hout en koper,
en dan zouden we wie weet spoe
dig den tijd zien aanbreken, dat we
hier in Haarlem geen Amsterdamsch
laat staan een Utrechtsch orkest
meer noodig hebben. Och, och, wat
raken we met al die moderne orkest
werken in de „toekomstmuziek" ver
zeild 1
Iu tusschen voor wat onze wakkere
Kriens met zijn tegenwoordig orkest
weet te doen, mogen wij alle respect
hebben. Het ensemble is in één
woord voorbeeldig en aan techniek
en slagvaardigheid ontbreekt het ook
niet. Menig nummer van gisteravond
stond qua uitvoering op aanzienlijke
hoogte. Ik spreek nu niet van muziek
als b.v. Liszt's „Pestker Carnaval",
die alleen bij een zekere verfijnde
weelderigheid van klank aannemelijk
wordt. Maar aan Mozart's „Kleine
Nachtmusik" werd door de strijkers
alle eer gedaan. De ouverture „Le Ro
man d'EIvire" van Thomas, met al
die aardige solo-trekjes in de inlei
ding, verdiende alle aandachten dat
typische ding van Ponchielli, die
„Danza delle ore", uit de opera „Le
Gioconda" wat was er aan al die
smaa,kvolle grilligheden een zorg be
steed en wat deden die fijne klank
effecten het allemaal goed. Ik vond
het gewoon schitterend, zooals dat
stukje gespeeld werd.
PHILIP LOOTS.
IIUISVLTJT-TENTOONSTELLING.
Men schrijft ons
De afdeehng Haarlem van den
Volksbond tegen drankmisbruik
houdt het volgend jaar haar tweede
huisvlijttontoonstelling. Voor dat doel
is het Brongebouw gehuurd van 11
tot en met 23 April a. s. Op deze ten
toonstelling zullen alleen ingezetenen
van Haarlem kunnen inzenden.
Het afdeelingsbestuur heeft ten de
ze gevormd een Commissie van Bij
stand, waarvan als eere-voorzitter zal
optreden ihr. mr. J. VV. G. Boreel van
Hogelanden, burgemeester van Haar
lem, terwijl het bestuur daarvan be
staat uitmevr. W. A. G. Gevaerts
van Geervliet—baronesse Van Sytze-
ma, mevr. W. J. S. Badon Ghyben—
Huysinga, en do heeren dr. J. P. Lot-
sy, J. Schreuders en mr. J. N. J. E.
Thijssen.
Ais leden van het Comité van Bij
stand zijn uitgenoodigd
mevr. A. S. M. van Tienhoven
Hacke, mevr. C. M. Boreel van Ho-
gelandenVan Weede. mej. L. de
Clercq van Weel, mevr. F. BlomTer
Gast, mevr. A. Cnoop Koopmans—
Bunge, mevr. M. J. S. Enschedé
Kooy, mevr. L. PlantengaWijsman,
mevr. A. J. S. P. PéLérin—Ploos van
Amstel, J. W. A. Beynes, Jhr. F. Te-
ding van Berkhout, Maurits H. Bin-
ger, Joh. de Breuk, Dr. H. Brongers-
ma, W. H. Hopperus Buma, Herbert
Cremer, G. B. Crommelin, A. J. C.
D aam en, mr. P. Dozy, mr. Joh. En
schedé, mr. C. G. Everwijn Lange, P.
Goedkoop Dz., mr. Th. de Haan Hu-
genholtz, J. L. E. 1. Breda Kleynen-
berg, J. Krol Kz., dr. H. D. Kruseman,
dr. J. Nieuwenhuyzen Kruseman, mr.
A. A. Land, mr. J. W. Losecaat Ver
meer, P. Loosjes, C. G. Loomeyer Jr.,
mr. A. S. Miedema, W. D. Haitsma
Muiier, mr. J. D. Pasteur, jhr. Ch. F.
van de Poll, P. H. Prager, mr. W. F.
C. C. Pynacker Hordijk, jhr. P. Quar-
les van Ufford, jhr. J. A. P. Repepaer
van Spijkenisse, jhr. C. J. A. Reigers
man, A. E. von Saher, jhr. mr. R. de
Marees van Swinderen, jhr. mr. F.
W. van Styrum, J. Spaan, F. B. A.
van Steenhardt Carré, mr. J. H.
Thiel, di*. J. Timmer, mr. S. H. Ve-
ning Meinesz, J. Veder, U. J. K. Vers
feit, S. Th. de Vries Mz., T. J. van
Wagtendonk, P. v. d. Water, jhr. C.
C. van der Wijck, mr. A. M. Leesberg.
De regeling van het geheel staat
onder leiding van het bestuur der af-
deeling, bestaande uit de heeren A.
van der Voort Az., voorzittermr. A.
A. van der Mersch, 2e-voorzitter j C.
L. F. Sarlet, secretaris, N. Prins,
penningmeester, C. Eekhout, J. J.
Francken, J. Drost, H. A. Waller.
MededeeLingen omtrent tijdstip van
inzending enz., zullen tijdig hekend
worden gèmaakt.
Een Commissie van uitvoering is in
wording.
Vrije-en Orde-oefening en.
Haarlem, 10 November. Geëxami
neerd 10 vrouwelijke candidaten. Ge
slaagd de dames A. M. H. Thonus, te
Haarlem, A. G. Arkes, T. van den
Berg en A. J. van den Bergh, te Am
sterdam, R. W. Bruin en N. van der
Goes to IJmuiden, S. E. Boufcmij, te
Leiden, J. M. C. Korlvinke, te Alk
maar, en M. M. Yan den Beek, te
Zaandam.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN,
In de week van 3 tot en met 9 No
vember zijn te Haarlem 4 gevallen
van roodvonk voorgekomen; te Haar
lemmermeer 1 van diphtheritis en te
Sloten 1 van typhus.
BOND VAN NEDERL. BOEKVER.
KOOPERSBBDIENDEN, AFD.
HAARLEM.
Men schrijft ons
Gisteravond werd in een der boven
zalen van Café Brinkmann alhier een
vergadering gehouden door den Bond
v. Nederl. Boekverk. bedienden, afd.
Haarlem, die toegankelijk was ook
voor niet-leden. Door een groot aan
tal dames en heeren werd hiervan ge
bruik gemaakt.
Te kwart vóór tienen opende de
waarnemend voorzitter de vergade
ring met een woord van welkom aan
de aanwezige leden en niet-leden, en
drukte zijn spijt uit, dat niet allen,
die eene uitnood iging hadden ontvan
gen, tegenwoordig waren, waarna hij
het woord gaf aan een der leden van
het hoofdbestuur van den Bond, die
eene rede hield over „Is organisatie
noodzakelijk waarin hij in den
breede uiteenzette, waarom iedere be
diende in den boekhandel of aanver
wante vakken lid van onze organisatie
moest worden, door sommige mis
standen in het vak aan te toonen, die
zéér zeker verbetering behoeven, als:
lange arbeidsduur, salaris en beta
ling voor overwerk.
Ben sterk applaus getuigde wel, dat
deze rede indruk op do aanwezigen
had gemaakt.
Hierna was het woord aan een an
der hoofdbestuurslid, met het onder
werp „Het doel en streven van on
zen Bond". Hij zette hier uiteen, waar
om aansluiting bij den Bond noodza
kelijk is, ter verbetering van positie
en vooruitzichten, door onderlinge sa
menwerking, gedachtig de spreuk
zien, waarmee ze, over een open ge
deelte, naar twee kleedkamertjes
gaan, één voor de even, het andere
voor de oneven nummers. Van deze
kleedvertrekjes uit stappen ze direct
de spreekkamer van den geneesheer
binnen, die ze meet, weegt en verder
onderzoekt, voor zoover dat noodig
blijkt. Aan het eind der ruime bin
nenplaats bevindt zich een berg
plaats, terwijl boven de huisbewaar
der zich gevestigd heeft. Onnoodig te
vermelden, dat overal de bekende
raadgevingen zijn aangebracht, die
hun doel zeker niet missen zullen.
Zooals men zi^t, is alles zoo smaak
vol eu practisch mogelijk ingericht.
Vergeleken bij het gebouw van
vroeger, op de Smalle Oude Gracht,
is het tegenwoordige zeer zeker een
groot© vooruitgang te noemen.
Heuse hniet begrepen?
Een onzer lezers vraagt nadere toe
lichting over het getal f3405.125, dat
als subsidie aan de Katholieke School-
vereeniging wordt toegekend en geeft
ixi bedenk, dat de tweede vijf een
halve cent zou kunnen beteekenen.
Hij heeft gelijk, zoo is het ook. An
ders ware het subsidie drie millioen,
vier honderd vijf duizend, honderd
vijf en twintig guklen, wat wel wat
heel reusachtig zou zijn. In werke
lijkheid is het subsidie natuurlijk
drieduizend, vierhonderd vijf gulden,
twaalf en een halven cent.
Waarom dan die halve cent niet
duidelijker Ls aangeduid Omdat op
onze zetmachines geen z.g. superieur-
cijfers voorkomen.
VINCENT LOOSJES,
benoemd tot wethouder in de plaats van Mr. J. H. THIEL.
De heer LOOSJES werd te Haarlem geboren 28 Sept. 1369, is van beroep
uitgever, en werd 19 Jan. 1904 voor 'de eerste maal tot Raadslid gekoxen.
„Eendracht maakt Macht". Dat ook
voor ontwikkeling der leden gezorgd
wordt, bewijzen de cursussen, die al
eenige jaren met succes gehouden
worden in de afdeelingen Amsterdam,
Utrecht en Zuid-Holland.
Er is ook voorzien in de behoeften
der leden, bij werkloosheid of ziekte,
door het ondersteuningsfonds.
Ook deze redo werd zeer toege
juicht.
Het gevolg hiervan was dan ook,
dat zich staande de vergadering vier
nieuwe leden aanmeldden.
Daar geen der aanwezigen gebruik
maakte van de gelegenheid om in
lichtingen te vragen, sloot de voorzit
ter de vergadering met een woord ter
opwekking der aanwezigen en dank
te de leden en genoodigden voor him
opkomst.
Consultati e-B u r e a u.
De vereeniging tot bestrijding der
tuberculose, alhier, heeft in het per
ceel aan de Gedempte Oude Gracht 41
een nieuw oonsultatie-bureau gekre
gen. Gisterenmiddag hebben we er
eens een kijkje genomen en moeten
erkennen, dat het er alles keurig uit
ziet. Voor aan de straat is de kamer
van de inwonende pleegzuster, waar
achter zich de wachtkamer voor de
patiënten bevindt. Dit vertrek, een
voudig maar netjes ingerloht, heeft
een echt, gezellig aanzien. Het donker
groene behang is warm getint, en
iets wat stof kan geven, is natuurlijk
ver te zoeken. Op dit vertrek volgt ae
administrati ek am er.
Het meest opmerkenswaardige hier
is wel de gr oote wandkaart van Haar
lem, waarop, juist aJs in den oorlog
het gebied van den vijand, de plaat
sen, die door de tuberkel-bacil bezocht
zijn, worden afgebakend. Want de
vereeniging is er niet slechts op uit,
slachtoffers van de tuberculose ge
nezing te brengen, maar ook, en
vooral, do huisgenooten Yoor besmet
ting te vrijwaren.
In het administratievertrek worden
de patiënten van een nummer voor
HET NIEUWE STUK VAN MARC.
EMANTS.
Maxcellus Emants, de „oudste der
jongeren" zooals hij wel eens
noenwl wordt, omdat hij van 1848 is
en toch als 't ware een der kunstpio-
niexs van het geslacht van '80 is ge
weest, is in hoofdzaak bekend als
prozaschrijver, als romancier, die
o.a. in „Een nagelaten Bekentenis'
en in „Inwijding" prachtige studies
van. scherpe, diepgaande zielsontle-
ding heeft geleverd. Toch heeft hij
ook voor het tooneol geschreven. En
vrij veel zelfs. Zoo vallen ons de ti
tels van de volgende tooneelwerken
van hem in: Adolf van Gelre",
„Fatsoen", „Haar Zuster", „Onder
Ons, „Hij", Artist', „Een Kriezis,'
„In de Praktijk" (een blijspel) en
laatstelijk: „Een nieuwe Leus."
Dit laatstgenoemde stuk was aJs
een satire bedoeld. Waar er zooveel
voor „den kleinen man" wordt ge
daan, meende Emants, dat het nu
ook eens tijd werd iets voor den „rij
ken" man te gaan doen, die maar al
te veel in 't gedrang komt en wiens
belangen vergeten worden bij die
van anderen. Dat was de „nieuwe'
leus.
Ofschoon Emants dus zoowat een
tiental grootar© en kleinere stukken
geschreven heeft, hebben deze toch
weinig invloed uitgeoefend op ons
vaderlandsch tooneol; een hervormer
van ons nationaal theater is hij niet
geworden; iets nieuws van visie, con
ceptie of genre heeft hij niet op de
planken gebracht; hij is zelfs geen
voorlooper geworden van een ge
slacht van jongere tooneel-auteurs,
wat hij wel Is geweest voor de gene
ratie van '80 op het gebied van den
modernen roman. Psychologische ro
manciers als Evens, Coenen en Ary
Prins (in zijn jongste werk) komen
wel op een lijn na hem; maar mevr.
Simons-Meés, J. B. Schuil en Heijer-
mans, die voor het tooneel hebben ge
schreven, hebben geen invloed onder
gaan van den schrijver van „Fat
soen' en „Een nieuwe Leus'.
Maar wat opvallend in het roman-
en het tooneel werk van Emants is,
dat is: dat terwijl hij als roman
schrijver een scherpziend analist en
een raak treffend psycholoog is, hij
als tooneelschrijver iemand is van
een beminnelijke oppervlakkigheid,
die zich niet inspant om juiste ka
rakters te teekenen, maar er zich ge
woonlijk toe bepaalt „types" te ge
ven. Wijs ons in zijn ..Fatsoen" of in
zijn „Nieuwe Leus" eens een „ka
rakter" aan,volgehouden en met ee
nige diepte geanalyseerd? Ze zijn er
niet In te vinden, 't Zijn allen „figu
ren," „types', die Emants zoo ge
maakt heeft voor een doel, om „een
eigen idee", een opvatting te verkon
digen, en meer niet.
Nu zijn we gisteren eens te Am
sterdam wezen kijken naar het nieu
we stuk van Emants, dat onder pa
tronaat van den Amsterdamseken
Kunstkring voor 't eerst ging en door
de Rotterdammers gegeven werd.
„Geuren" heet dit stuk.
Het speelt in de Haagsche Offi
cierskringen. De hoofdpersoon is
Henri de Nancy, Overste bij de ca
valerie, niet jong meer, 52 jaren
oud, maar goed geconserveerd. Hij
is een ruwe baas; alles is hem mee-,
geloopen in het leven, een succes
man. maair ij del en ruw; hij is een
geurmaker maar met een goed hart.
Hij heeft jong zijn vrouw verloren,
die een heel ander karakter had dan
hij, en hem twee kinderen heeft ge
laten. En nu begaat hij de bètise te
hertrouwen met een meisje van twin
tig, een gewezen pupil van hem, die
eerst voor zijn zoon was bestemd.
Maar dan ook begint de miscre. Zijn
jonge vrouw bedriegt hem met de
luitenants van zijn regiment; hij
wordt de risee van zijn kennissen; in
geldzaken loopt het hem nu ook te
gen; hij ligt weldra overhoop met
zijn regimentschef, den kolonel Van
Renkum, een oud academievriend
van hem; hij wordt nu gepasseerd
voor promotie, moet uit dienst; zijn
jonge vrouw loopt met een luitenant
van hem weg, en als hij dan be
merkt, dat zijn dochter door haar
man mishandeld wordt, en deze wei
gert echtscheiding aan te vragen of
zich te verdedigen, schiet hij hem als
een hond dood.
Is dit stuk als een zedenspel of een
karakterstuk bedoeld?
Zijn dit de Haagscho zeden? Zijn
zoo de Haagsche cavalerie-officiercn?
Maar dan teekent Emants ze als een
bende ploerten, want een gemeener
troepje kan men zich moeilijk voor
stellen. Maar dit is de zaak van
Emants zelf; daarover moet hij zich
tegenover dat corps maar verant
woorden.
Een karakterstuk dan?
Nu is juist onze grief, dat do ka
rakters in het stuk zoo schetsmatig
zijn gebleven, dat Emants zich zoo
aan de oppervlakte heeft gehouden,
er niet diep op in is gedrongen en de
menschen zoo aan den buitenkant
heeft bekeken. En dit stuk moet het
door de karakterteekening juist
doen; als Emants ons do menschen
leert begrijpen, kunnen we pas be
langstelling krijgen. Maar dat is hem
niet altijd gelukt. En vooral niet ten
opzichte van het hoofdmoment uit
het stuk: den moord.
De Nancy schiet Van Renkum
dood, omdat deze zijn dochter mis
handelt. Maar als zoo'n kerel heeft
Emants hem ons niet doen kennen.
Wel als een ruw officier, maar meer
niet. Wel als een goedhartig man,
die zijn ouden academievriend uit
den nood helpt, hem geld leent, als
een gezellige aanpapper, maar niet
als een ploert, een vrouwenbeul, die
zijn jong, lief vrouwtje mishandelt!
We zijn dab ook op zoo iets totaal on
voorbereid en de moordpartij is al-
zoo in onze oogen al heel weinig ge
motiveerd. Deze scène is daardoor te
volkstheaterachtig. En dit is de fout
van het stuk.
Is Van Renkum flauwtjes en in
compleet geteekend, De Nancy krij
gen we ook alleen van zijn ruwen
buitenkant te zien; hij is tnfeer een
„type" van een geurmaliend .cavale
rist, dan wel een afzonderlijk „ka
rakter", daarvoor missen we te veel
détails, kleine trekjes, plotselinge in
kijken in 'hem; maar als officiers
type van een bepaalde categorie is
hij wel gelukt en acceptabel, 't Best
uitgewerkte karakter is evenwel dat
van Alice, de kokette die vooruit wil
in de wereld, het slangachtige we
zen, dat een laag en gevaarlijk spel
speelt met de mannen, dat geen ge
voel en niéts dan overleg en bereke
ning kent, een afschuwelijk soort
vrouw dat overal ongeluk brengt.
Onze algemeene indruk van liet
stuk is, dat het mooie en interessante
tooneelen bevat, het kijken over
waard, maa.r dat men er geen groote
eenheid in voelt; dat het te veel
schetsmatig is gebleven, te veel scè
nes naast elkaar; dat er wel een cli
max in zit, maar dat men de over
gangen en opklimming in de harts
tochten niet voldoende bijwoont.
Want Emants laat scènes achter het
tooneel gebeuren, die de toeschou
wer had moeten zien. Zoo o.a. het
groote tooneel, waarin Alice do ex
plicatie met haar man zal hebben
over de waarheid der geruchten dio
over haar in omloop zijn en zijn eer
ook treffen, en waarin het haai" ge
lukt (zooals men later merkt), hem
zoowat te sussen. Die scène had men
moeten zien; maar Emants liet het
scherm zakken toen het beginnen zou
en laat het achter het doek afspelen.
Dat was verkeerd gezien.
De dialoog was beschaafd, gelijk
we dat van Emants gewoon zijn; in
het eerste en tweede bedrijf soms wel
eens aardig; meermalen trof hij ook
het eenig en goede woord bij een si
tuatie; maar hier en daar sleepte de
dialoog te veel, verviel ze in herha
lingen en werd daardoor mat. Maar
dat is nog wel op te halen, door er
het blauwe potlobd in te zetten en
ferm te schrappen; dan zal er ook
wat meer schot en levendigheid in
het stuk komen.
Het spel der Rotterdammers was
zeer goed. Het bleek nu alweer welk
een goede kracht men bij hen aan
Nico de Jong hoeft. Pas heeft hij
avond aan avond een reuzenrcl in
„Arsène Lupin" met groot succes ge
speeld, of hij kwijt zich nu weer ver
dienstelijk van de rol van Henri do
Nancy, dio hem bijna geen oogen-
blik van het tooneel laat. Hij bracht
loven, kracht en accent in deze hoofd
rol. Toch moet hij er voor waken niet
te luid en te ruw te gaan spreken:
niet te veel leven te maken.
Mejuffrouw Duymaer van Twist
viel eveneens zeer te roemen als do
slangachtige, kokette Alice; het ta
lent van deze beschaafde actrice ont
wikkelt zich zeer gelukkig. De scène
in het dei"de bedrijf met den jeugdi
gen De Nancy, was een meesterstuk
van spel en actie; en trouwens, het
geheele stuk door gaf zij een scherp
gelijnd en goed getroffen figuur te
zien. En Van der Lugt Melsert als de
jonge De Nancy, do hartstochtelijke
Rein Leven-man, die eindelijk op-
bruischt, was zeer beschaafd en ge
lukkig van meestal ingehouden spel.
Wat we helaas ditmaal niet van den
ouden Fa assen kunnen zeggen, in
wien we niet den adellijken, Haag-
schen cavalerie-officierbaron Van
Renkum konden zien, maair meer
een troupier, die op 't kantje van het
marqué-achtige speelde. Die laarzen
en die gang!
Zaterdag komen de Rotterdammers
hier met „Geuren" en we kunnen een
bezoek wel aanraden.
FRANS NETSCHER.
Nieuwe Vér binding.-
Kwam voor eenige weken de ver
binding tot stand tusschen Klever
park en Schoterkwartier, die van 't
Kleverpark met de Kleverlaan zal
spoedig volgen.
De Velserstraat zal namelijk ver
lengd worden tot de Kleverlaan be
noorden 't Huis Ter Kleef. De voorbe
reidende werkzaamheden zijn reeds
geëindigd. Naar wij vernemen zal 't
zand niet aangevoerd worden van
Kweekduin per zandtrein, maar van
Sassenheim per schuit.