Verschijnt dagelijks, behalve op 2oq« en Feestdagen. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. AüENOA SiET TOONEEL 27e Jiargaiigi No. 8Q9S DONDERDAG XI NOVEMBER 1909 y. HAARLEM S DAGBLA ABONNEMENTEN PER DRIB HAANDBNl Voor Haarlem I f 1.29 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (lom der gemeente)«1.30 franco per post door Nederland „1.65 Afzonderlijke nummers0.02K Oeaiustreerd Zondagsblad, voor Haariem0.37 H Se omstreken en franco per post 0.45 Dltgsvs der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur S. G. PEEREBOOM, A O V E R T E N TT Ni Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Euiten het ArrondlKjment Haarlem van 1—5 regels t—elke regel meer ƒ0. Reclames 30 Cent per regel. Bij Abonnement aanzienlijk rabat AdvertentiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsingl 50 Cts. voor 3 plaatsingen A contant Redactie en Administratie; Groote Sontstraaf Intercommnnaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratis 724. Drukkerij: Zöider Bnitenspaaras 6. Telefoonnummer S22. Tot de plaatsing van advertentlën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem fel dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ACHT BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. VRIJDAG 12 NOVEMBER. Soc. Vereenlging: Liederenavond Mevr. Noordewier-Reddingius, 8 uur. Stadsnieuws Om Ons Heen. In het Tweede Blad van dit num mer vinden onze lezers een artikel j,Nabetrachting van den Gemeente raad", in de rubriek Om Ons Heen. EERSTE CONCERT DOOR HET STRIJKORKEST VAN IIET HAARL. MUZIEKKORPS. Het leek een wat gewaagde onder neming, zoo, met de „Bach"-sche orkestklanken orkestklanken im mers van meer dan Europeescke ver maardheid nog in de ooren, te gaan luisteren naar een uitvoering voor 't volk door ons Haarlemscb Mu ziekkorps. Maar laat ik maar ter stond zeggen, dat ik gisteren in de „Vereeniging" een verre van verve lenden avond heb doorgebracht. Vooreerst stemde het al dadelijk prettig, te bemerken, dat de verrich tingen van ons orkest door het Haar- iemsch publiek hoog gewaardeerd worden zoo hoog, dat, toen zich de gelegenheid aanbood om tegen eene billijke bijdrage in de noodzakelijke kosten een viertal concerten te genie ten, daarvan door zoovelen werd ge profiteerd, als het aantal zitplaatsen in de ruime Vereeniging-zaal maar toelaat. Boven en beneden zaten de toehoorders mannetje aan mannetje, en ér was voor de muziek een aan dacht, waaraan menig „deftiger" concertpubliek een voorbeeld kon ne men. Geen wonder dan ook, dat de zwar te heeren, daar op het podium, zich met volle toewijding in hun werk ver diepten. Er was voeling tusschen zaal en podium. Er was wat niet zel den bij voorname kunstuitingen ont breekt stemming. Een dankbaarder publiek konden zich de uitvoerenden niet wensclicn en waar hier of daar uit het ensemble een solist opdook met een sprekende phrase, of ook soms een obligaat van langer adem, daar verdubbelde zich onmiddellijk de aandacht der luisteraars en aan het einde van het stuk was men niet ver geten, wie cïaarin een meer dan ge wone rol had gespeeld, en men ap plaudisseerde met vuur en hield niet op, totdat de betreffende kunstenaar de hem toegedachte hulde met een moer of minder sierlijke buiging in ontvangst had genomen. En ze mochten dat die solisten bedoel ik met een gerust geweten doen, want de .hun toegebrachte lof was even eerlijk verdiend als van harte gegeven. Daar hadden we b.v, den hoog verdienstel ij lien fluitist, den beer Schmidt, en den uitstekenden cellist, den heer Ch. Blazer de eeni- gen, wier namen op het programma genoemd zijn die in een (wat erg zoetvoerige) „Romanze" van Menzel hun talenten ten toon spreidden. Maar naast deze genoemden deden tficii nog verschillende niet afzonder lijk genoemde solisten hooren, wier talent niet te miskennen valt. Op de eerste plaats mag hier wel eens ge noemd worden de zeer bescheiden, maar ook zeer talentvolle concert meester, de heer Forwerda, wiens recht muzikaal en meest.elijk vioolspel wij volle gelegenheid hadden te be wonderen in een Chopin'sohe Noctur ne. Zijn mooie toon en sierlijke voor dracht (een compliment ook voor het fraaie dubbelspel) maakte dit stukje tot het glanspunt, van de door Bekker op smaakvolle, maar nog meer ver makelijke wijze in elkaar gezette Gbopin-fantaisie, waarmede het eer ste deel van het programma eindigde. Nog moet ik even als zeer belangrijke trachten van het orkest noemen de heeren Berendes, Nel en Hilleman, respectievelijk solo-hoboïst, -klarinet tist en -cornettist. Ook den eersten trombonist, die mij niet met name bekend is, zou ik hierbij willen voe gen. Zij allen hadden in den loop van den avond gelegenheid zich te onder scheiden. Dat, ondanks de aanwezigheid van zoovele goede krachten het orkest, als geheel toch nog zeer voor verbetering vatbaar is 't zou dwaas zijn, dit te iwillen ontkennen. Vooreerst zou het etrijk-kwintet nu ruim twintig man sterk aanvulling behoeven, otm bij modern georkestreerde werken, niet in onhoudbare positie tegenover de blazers te geraken. Daarmede al les kan niet inééns gebeuren zou al heel veel gewonnen zijn, vooral; als de bijkomende strijkers mooie in strumenten meêhrachten. En als dan 'dat model-strijkorkest den heer Kriens [het verlangen inspireerde naar een model-uitvoering van moderne orkest werken, dan zou hij vanzelf gaan streven naar aanvulling en verede ling van de groepen hout en koper, en dan zouden we wie weet spoe dig den tijd zien aanbreken, dat we hier in Haarlem geen Amsterdamsch laat staan een Utrechtsch orkest meer noodig hebben. Och, och, wat raken we met al die moderne orkest werken in de „toekomstmuziek" ver zeild 1 Iu tusschen voor wat onze wakkere Kriens met zijn tegenwoordig orkest weet te doen, mogen wij alle respect hebben. Het ensemble is in één woord voorbeeldig en aan techniek en slagvaardigheid ontbreekt het ook niet. Menig nummer van gisteravond stond qua uitvoering op aanzienlijke hoogte. Ik spreek nu niet van muziek als b.v. Liszt's „Pestker Carnaval", die alleen bij een zekere verfijnde weelderigheid van klank aannemelijk wordt. Maar aan Mozart's „Kleine Nachtmusik" werd door de strijkers alle eer gedaan. De ouverture „Le Ro man d'EIvire" van Thomas, met al die aardige solo-trekjes in de inlei ding, verdiende alle aandachten dat typische ding van Ponchielli, die „Danza delle ore", uit de opera „Le Gioconda" wat was er aan al die smaa,kvolle grilligheden een zorg be steed en wat deden die fijne klank effecten het allemaal goed. Ik vond het gewoon schitterend, zooals dat stukje gespeeld werd. PHILIP LOOTS. IIUISVLTJT-TENTOONSTELLING. Men schrijft ons De afdeehng Haarlem van den Volksbond tegen drankmisbruik houdt het volgend jaar haar tweede huisvlijttontoonstelling. Voor dat doel is het Brongebouw gehuurd van 11 tot en met 23 April a. s. Op deze ten toonstelling zullen alleen ingezetenen van Haarlem kunnen inzenden. Het afdeelingsbestuur heeft ten de ze gevormd een Commissie van Bij stand, waarvan als eere-voorzitter zal optreden ihr. mr. J. VV. G. Boreel van Hogelanden, burgemeester van Haar lem, terwijl het bestuur daarvan be staat uitmevr. W. A. G. Gevaerts van Geervliet—baronesse Van Sytze- ma, mevr. W. J. S. Badon Ghyben— Huysinga, en do heeren dr. J. P. Lot- sy, J. Schreuders en mr. J. N. J. E. Thijssen. Ais leden van het Comité van Bij stand zijn uitgenoodigd mevr. A. S. M. van Tienhoven Hacke, mevr. C. M. Boreel van Ho- gelandenVan Weede. mej. L. de Clercq van Weel, mevr. F. BlomTer Gast, mevr. A. Cnoop Koopmans— Bunge, mevr. M. J. S. Enschedé Kooy, mevr. L. PlantengaWijsman, mevr. A. J. S. P. PéLérin—Ploos van Amstel, J. W. A. Beynes, Jhr. F. Te- ding van Berkhout, Maurits H. Bin- ger, Joh. de Breuk, Dr. H. Brongers- ma, W. H. Hopperus Buma, Herbert Cremer, G. B. Crommelin, A. J. C. D aam en, mr. P. Dozy, mr. Joh. En schedé, mr. C. G. Everwijn Lange, P. Goedkoop Dz., mr. Th. de Haan Hu- genholtz, J. L. E. 1. Breda Kleynen- berg, J. Krol Kz., dr. H. D. Kruseman, dr. J. Nieuwenhuyzen Kruseman, mr. A. A. Land, mr. J. W. Losecaat Ver meer, P. Loosjes, C. G. Loomeyer Jr., mr. A. S. Miedema, W. D. Haitsma Muiier, mr. J. D. Pasteur, jhr. Ch. F. van de Poll, P. H. Prager, mr. W. F. C. C. Pynacker Hordijk, jhr. P. Quar- les van Ufford, jhr. J. A. P. Repepaer van Spijkenisse, jhr. C. J. A. Reigers man, A. E. von Saher, jhr. mr. R. de Marees van Swinderen, jhr. mr. F. W. van Styrum, J. Spaan, F. B. A. van Steenhardt Carré, mr. J. H. Thiel, di*. J. Timmer, mr. S. H. Ve- ning Meinesz, J. Veder, U. J. K. Vers feit, S. Th. de Vries Mz., T. J. van Wagtendonk, P. v. d. Water, jhr. C. C. van der Wijck, mr. A. M. Leesberg. De regeling van het geheel staat onder leiding van het bestuur der af- deeling, bestaande uit de heeren A. van der Voort Az., voorzittermr. A. A. van der Mersch, 2e-voorzitter j C. L. F. Sarlet, secretaris, N. Prins, penningmeester, C. Eekhout, J. J. Francken, J. Drost, H. A. Waller. MededeeLingen omtrent tijdstip van inzending enz., zullen tijdig hekend worden gèmaakt. Een Commissie van uitvoering is in wording. Vrije-en Orde-oefening en. Haarlem, 10 November. Geëxami neerd 10 vrouwelijke candidaten. Ge slaagd de dames A. M. H. Thonus, te Haarlem, A. G. Arkes, T. van den Berg en A. J. van den Bergh, te Am sterdam, R. W. Bruin en N. van der Goes to IJmuiden, S. E. Boufcmij, te Leiden, J. M. C. Korlvinke, te Alk maar, en M. M. Yan den Beek, te Zaandam. BESMETTELIJKE ZIEKTEN, In de week van 3 tot en met 9 No vember zijn te Haarlem 4 gevallen van roodvonk voorgekomen; te Haar lemmermeer 1 van diphtheritis en te Sloten 1 van typhus. BOND VAN NEDERL. BOEKVER. KOOPERSBBDIENDEN, AFD. HAARLEM. Men schrijft ons Gisteravond werd in een der boven zalen van Café Brinkmann alhier een vergadering gehouden door den Bond v. Nederl. Boekverk. bedienden, afd. Haarlem, die toegankelijk was ook voor niet-leden. Door een groot aan tal dames en heeren werd hiervan ge bruik gemaakt. Te kwart vóór tienen opende de waarnemend voorzitter de vergade ring met een woord van welkom aan de aanwezige leden en niet-leden, en drukte zijn spijt uit, dat niet allen, die eene uitnood iging hadden ontvan gen, tegenwoordig waren, waarna hij het woord gaf aan een der leden van het hoofdbestuur van den Bond, die eene rede hield over „Is organisatie noodzakelijk waarin hij in den breede uiteenzette, waarom iedere be diende in den boekhandel of aanver wante vakken lid van onze organisatie moest worden, door sommige mis standen in het vak aan te toonen, die zéér zeker verbetering behoeven, als: lange arbeidsduur, salaris en beta ling voor overwerk. Ben sterk applaus getuigde wel, dat deze rede indruk op do aanwezigen had gemaakt. Hierna was het woord aan een an der hoofdbestuurslid, met het onder werp „Het doel en streven van on zen Bond". Hij zette hier uiteen, waar om aansluiting bij den Bond noodza kelijk is, ter verbetering van positie en vooruitzichten, door onderlinge sa menwerking, gedachtig de spreuk zien, waarmee ze, over een open ge deelte, naar twee kleedkamertjes gaan, één voor de even, het andere voor de oneven nummers. Van deze kleedvertrekjes uit stappen ze direct de spreekkamer van den geneesheer binnen, die ze meet, weegt en verder onderzoekt, voor zoover dat noodig blijkt. Aan het eind der ruime bin nenplaats bevindt zich een berg plaats, terwijl boven de huisbewaar der zich gevestigd heeft. Onnoodig te vermelden, dat overal de bekende raadgevingen zijn aangebracht, die hun doel zeker niet missen zullen. Zooals men zi^t, is alles zoo smaak vol eu practisch mogelijk ingericht. Vergeleken bij het gebouw van vroeger, op de Smalle Oude Gracht, is het tegenwoordige zeer zeker een groot© vooruitgang te noemen. Heuse hniet begrepen? Een onzer lezers vraagt nadere toe lichting over het getal f3405.125, dat als subsidie aan de Katholieke School- vereeniging wordt toegekend en geeft ixi bedenk, dat de tweede vijf een halve cent zou kunnen beteekenen. Hij heeft gelijk, zoo is het ook. An ders ware het subsidie drie millioen, vier honderd vijf duizend, honderd vijf en twintig guklen, wat wel wat heel reusachtig zou zijn. In werke lijkheid is het subsidie natuurlijk drieduizend, vierhonderd vijf gulden, twaalf en een halven cent. Waarom dan die halve cent niet duidelijker Ls aangeduid Omdat op onze zetmachines geen z.g. superieur- cijfers voorkomen. VINCENT LOOSJES, benoemd tot wethouder in de plaats van Mr. J. H. THIEL. De heer LOOSJES werd te Haarlem geboren 28 Sept. 1369, is van beroep uitgever, en werd 19 Jan. 1904 voor 'de eerste maal tot Raadslid gekoxen. „Eendracht maakt Macht". Dat ook voor ontwikkeling der leden gezorgd wordt, bewijzen de cursussen, die al eenige jaren met succes gehouden worden in de afdeelingen Amsterdam, Utrecht en Zuid-Holland. Er is ook voorzien in de behoeften der leden, bij werkloosheid of ziekte, door het ondersteuningsfonds. Ook deze redo werd zeer toege juicht. Het gevolg hiervan was dan ook, dat zich staande de vergadering vier nieuwe leden aanmeldden. Daar geen der aanwezigen gebruik maakte van de gelegenheid om in lichtingen te vragen, sloot de voorzit ter de vergadering met een woord ter opwekking der aanwezigen en dank te de leden en genoodigden voor him opkomst. Consultati e-B u r e a u. De vereeniging tot bestrijding der tuberculose, alhier, heeft in het per ceel aan de Gedempte Oude Gracht 41 een nieuw oonsultatie-bureau gekre gen. Gisterenmiddag hebben we er eens een kijkje genomen en moeten erkennen, dat het er alles keurig uit ziet. Voor aan de straat is de kamer van de inwonende pleegzuster, waar achter zich de wachtkamer voor de patiënten bevindt. Dit vertrek, een voudig maar netjes ingerloht, heeft een echt, gezellig aanzien. Het donker groene behang is warm getint, en iets wat stof kan geven, is natuurlijk ver te zoeken. Op dit vertrek volgt ae administrati ek am er. Het meest opmerkenswaardige hier is wel de gr oote wandkaart van Haar lem, waarop, juist aJs in den oorlog het gebied van den vijand, de plaat sen, die door de tuberkel-bacil bezocht zijn, worden afgebakend. Want de vereeniging is er niet slechts op uit, slachtoffers van de tuberculose ge nezing te brengen, maar ook, en vooral, do huisgenooten Yoor besmet ting te vrijwaren. In het administratievertrek worden de patiënten van een nummer voor HET NIEUWE STUK VAN MARC. EMANTS. Maxcellus Emants, de „oudste der jongeren" zooals hij wel eens noenwl wordt, omdat hij van 1848 is en toch als 't ware een der kunstpio- niexs van het geslacht van '80 is ge weest, is in hoofdzaak bekend als prozaschrijver, als romancier, die o.a. in „Een nagelaten Bekentenis' en in „Inwijding" prachtige studies van. scherpe, diepgaande zielsontle- ding heeft geleverd. Toch heeft hij ook voor het tooneol geschreven. En vrij veel zelfs. Zoo vallen ons de ti tels van de volgende tooneelwerken van hem in: Adolf van Gelre", „Fatsoen", „Haar Zuster", „Onder Ons, „Hij", Artist', „Een Kriezis,' „In de Praktijk" (een blijspel) en laatstelijk: „Een nieuwe Leus." Dit laatstgenoemde stuk was aJs een satire bedoeld. Waar er zooveel voor „den kleinen man" wordt ge daan, meende Emants, dat het nu ook eens tijd werd iets voor den „rij ken" man te gaan doen, die maar al te veel in 't gedrang komt en wiens belangen vergeten worden bij die van anderen. Dat was de „nieuwe' leus. Ofschoon Emants dus zoowat een tiental grootar© en kleinere stukken geschreven heeft, hebben deze toch weinig invloed uitgeoefend op ons vaderlandsch tooneol; een hervormer van ons nationaal theater is hij niet geworden; iets nieuws van visie, con ceptie of genre heeft hij niet op de planken gebracht; hij is zelfs geen voorlooper geworden van een ge slacht van jongere tooneel-auteurs, wat hij wel Is geweest voor de gene ratie van '80 op het gebied van den modernen roman. Psychologische ro manciers als Evens, Coenen en Ary Prins (in zijn jongste werk) komen wel op een lijn na hem; maar mevr. Simons-Meés, J. B. Schuil en Heijer- mans, die voor het tooneel hebben ge schreven, hebben geen invloed onder gaan van den schrijver van „Fat soen' en „Een nieuwe Leus'. Maar wat opvallend in het roman- en het tooneel werk van Emants is, dat is: dat terwijl hij als roman schrijver een scherpziend analist en een raak treffend psycholoog is, hij als tooneelschrijver iemand is van een beminnelijke oppervlakkigheid, die zich niet inspant om juiste ka rakters te teekenen, maar er zich ge woonlijk toe bepaalt „types" te ge ven. Wijs ons in zijn ..Fatsoen" of in zijn „Nieuwe Leus" eens een „ka rakter" aan,volgehouden en met ee nige diepte geanalyseerd? Ze zijn er niet In te vinden, 't Zijn allen „figu ren," „types', die Emants zoo ge maakt heeft voor een doel, om „een eigen idee", een opvatting te verkon digen, en meer niet. Nu zijn we gisteren eens te Am sterdam wezen kijken naar het nieu we stuk van Emants, dat onder pa tronaat van den Amsterdamseken Kunstkring voor 't eerst ging en door de Rotterdammers gegeven werd. „Geuren" heet dit stuk. Het speelt in de Haagsche Offi cierskringen. De hoofdpersoon is Henri de Nancy, Overste bij de ca valerie, niet jong meer, 52 jaren oud, maar goed geconserveerd. Hij is een ruwe baas; alles is hem mee-, geloopen in het leven, een succes man. maair ij del en ruw; hij is een geurmaker maar met een goed hart. Hij heeft jong zijn vrouw verloren, die een heel ander karakter had dan hij, en hem twee kinderen heeft ge laten. En nu begaat hij de bètise te hertrouwen met een meisje van twin tig, een gewezen pupil van hem, die eerst voor zijn zoon was bestemd. Maar dan ook begint de miscre. Zijn jonge vrouw bedriegt hem met de luitenants van zijn regiment; hij wordt de risee van zijn kennissen; in geldzaken loopt het hem nu ook te gen; hij ligt weldra overhoop met zijn regimentschef, den kolonel Van Renkum, een oud academievriend van hem; hij wordt nu gepasseerd voor promotie, moet uit dienst; zijn jonge vrouw loopt met een luitenant van hem weg, en als hij dan be merkt, dat zijn dochter door haar man mishandeld wordt, en deze wei gert echtscheiding aan te vragen of zich te verdedigen, schiet hij hem als een hond dood. Is dit stuk als een zedenspel of een karakterstuk bedoeld? Zijn dit de Haagscho zeden? Zijn zoo de Haagsche cavalerie-officiercn? Maar dan teekent Emants ze als een bende ploerten, want een gemeener troepje kan men zich moeilijk voor stellen. Maar dit is de zaak van Emants zelf; daarover moet hij zich tegenover dat corps maar verant woorden. Een karakterstuk dan? Nu is juist onze grief, dat do ka rakters in het stuk zoo schetsmatig zijn gebleven, dat Emants zich zoo aan de oppervlakte heeft gehouden, er niet diep op in is gedrongen en de menschen zoo aan den buitenkant heeft bekeken. En dit stuk moet het door de karakterteekening juist doen; als Emants ons do menschen leert begrijpen, kunnen we pas be langstelling krijgen. Maar dat is hem niet altijd gelukt. En vooral niet ten opzichte van het hoofdmoment uit het stuk: den moord. De Nancy schiet Van Renkum dood, omdat deze zijn dochter mis handelt. Maar als zoo'n kerel heeft Emants hem ons niet doen kennen. Wel als een ruw officier, maar meer niet. Wel als een goedhartig man, die zijn ouden academievriend uit den nood helpt, hem geld leent, als een gezellige aanpapper, maar niet als een ploert, een vrouwenbeul, die zijn jong, lief vrouwtje mishandelt! We zijn dab ook op zoo iets totaal on voorbereid en de moordpartij is al- zoo in onze oogen al heel weinig ge motiveerd. Deze scène is daardoor te volkstheaterachtig. En dit is de fout van het stuk. Is Van Renkum flauwtjes en in compleet geteekend, De Nancy krij gen we ook alleen van zijn ruwen buitenkant te zien; hij is tnfeer een „type" van een geurmaliend .cavale rist, dan wel een afzonderlijk „ka rakter", daarvoor missen we te veel détails, kleine trekjes, plotselinge in kijken in 'hem; maar als officiers type van een bepaalde categorie is hij wel gelukt en acceptabel, 't Best uitgewerkte karakter is evenwel dat van Alice, de kokette die vooruit wil in de wereld, het slangachtige we zen, dat een laag en gevaarlijk spel speelt met de mannen, dat geen ge voel en niéts dan overleg en bereke ning kent, een afschuwelijk soort vrouw dat overal ongeluk brengt. Onze algemeene indruk van liet stuk is, dat het mooie en interessante tooneelen bevat, het kijken over waard, maa.r dat men er geen groote eenheid in voelt; dat het te veel schetsmatig is gebleven, te veel scè nes naast elkaar; dat er wel een cli max in zit, maar dat men de over gangen en opklimming in de harts tochten niet voldoende bijwoont. Want Emants laat scènes achter het tooneel gebeuren, die de toeschou wer had moeten zien. Zoo o.a. het groote tooneel, waarin Alice do ex plicatie met haar man zal hebben over de waarheid der geruchten dio over haar in omloop zijn en zijn eer ook treffen, en waarin het haai" ge lukt (zooals men later merkt), hem zoowat te sussen. Die scène had men moeten zien; maar Emants liet het scherm zakken toen het beginnen zou en laat het achter het doek afspelen. Dat was verkeerd gezien. De dialoog was beschaafd, gelijk we dat van Emants gewoon zijn; in het eerste en tweede bedrijf soms wel eens aardig; meermalen trof hij ook het eenig en goede woord bij een si tuatie; maar hier en daar sleepte de dialoog te veel, verviel ze in herha lingen en werd daardoor mat. Maar dat is nog wel op te halen, door er het blauwe potlobd in te zetten en ferm te schrappen; dan zal er ook wat meer schot en levendigheid in het stuk komen. Het spel der Rotterdammers was zeer goed. Het bleek nu alweer welk een goede kracht men bij hen aan Nico de Jong hoeft. Pas heeft hij avond aan avond een reuzenrcl in „Arsène Lupin" met groot succes ge speeld, of hij kwijt zich nu weer ver dienstelijk van de rol van Henri do Nancy, dio hem bijna geen oogen- blik van het tooneel laat. Hij bracht loven, kracht en accent in deze hoofd rol. Toch moet hij er voor waken niet te luid en te ruw te gaan spreken: niet te veel leven te maken. Mejuffrouw Duymaer van Twist viel eveneens zeer te roemen als do slangachtige, kokette Alice; het ta lent van deze beschaafde actrice ont wikkelt zich zeer gelukkig. De scène in het dei"de bedrijf met den jeugdi gen De Nancy, was een meesterstuk van spel en actie; en trouwens, het geheele stuk door gaf zij een scherp gelijnd en goed getroffen figuur te zien. En Van der Lugt Melsert als de jonge De Nancy, do hartstochtelijke Rein Leven-man, die eindelijk op- bruischt, was zeer beschaafd en ge lukkig van meestal ingehouden spel. Wat we helaas ditmaal niet van den ouden Fa assen kunnen zeggen, in wien we niet den adellijken, Haag- schen cavalerie-officierbaron Van Renkum konden zien, maair meer een troupier, die op 't kantje van het marqué-achtige speelde. Die laarzen en die gang! Zaterdag komen de Rotterdammers hier met „Geuren" en we kunnen een bezoek wel aanraden. FRANS NETSCHER. Nieuwe Vér binding.- Kwam voor eenige weken de ver binding tot stand tusschen Klever park en Schoterkwartier, die van 't Kleverpark met de Kleverlaan zal spoedig volgen. De Velserstraat zal namelijk ver lengd worden tot de Kleverlaan be noorden 't Huis Ter Kleef. De voorbe reidende werkzaamheden zijn reeds geëindigd. Naar wij vernemen zal 't zand niet aangevoerd worden van Kweekduin per zandtrein, maar van Sassenheim per schuit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 1