NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Saitenfondsch Overzicht
Het Verpaii vaa ie
„lady Jermp."
87e Jaargang. No. 809J
Verschijn* öagöUffca; beft atv© op Zo*- dn Feestdagen
DONDERDAG 11 NOVEMBEE 1969 B
HAARLEM S DAGBLAD
ADVERTBNTïfiNi
ABONNEMENTEN
PËR DRBB MAANDENl
Vooi Haarlem 1,1',2 1-28
voor de dorpen in den omêrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)
Franco per post door Nederland *-65
Afzonderlijke nummers0-02 M
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem
B a öe omstreken en franco per post 0 0.45
dep Vonnoofeduip Etoareos Custer. Directeur C. PBERBBÖOlf
Tot do ^plaatsing van advertentlön en reclames van bulten het Arrondissement Haarlem In dit blad ls uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnct*- en Buitentendsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.'
Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere rege2 meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels /Lr--, elke regel meer O.iö Reclames 30 Cent per regel
Bjj Abonnement aanzienlijk rabat
Advertsntlön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing3
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Red&ctie oo Administratie t Grooto Boutstraat
iBtercommnnaai Telefoonnummer der Redactie 600 ere der Administratie 724
Driakkesij 3 Zolder BoJtenspaarne 0. Telefoonnammeir 1221
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. t031.
Nabetrachting van den
Er waren drie punten, waarvan we
Wisten, dat ze belangrijk waren en ex-
kwam er een bij, dat van beteekenis
werd, omdat bet niet zoo glad verliep
als we dat wel gewoon zijn. Dat laat
ste punt was de benoeming van een
lid in de Commissie van toezicht op
het Stedelijk museum, ter vervanging
van den heer A. L. Koster, die be
dankt bad.
Op de voordracht van de Commis
sie stond de heer John F. Hulk als No.
1 en Mx\ Ch. Enschedé als No. 2. On
der normale omstandigheden kiest de
Raad altijd No. 1, omdat de Commis
sie dien klaarblijkelijk wenseht, en
zij toch ook met den nieuwen man
.werken moet. Dezen keer liep het an
ders. Er werden 15 stemmen uitge
bracht op den heer Middelkoop, 9 op
den heer Hulk en 4 op Prof. Dake. De
heer Middelkoop was dus gekozen.
Deze stemming is natuurlijk geen
toevallige maar een opzettelijk© wij
kurinen er niet anders in zien,, dan
een demonstratie tegen de Commissie,
als een gevolg waarschijnlijk o.a. van
de verontwaardiging, die ontstaan is
toen onlangs bleek, dat bet in de zaal
gelekt bad en dat er weer niet ge
stookt werd.
De heer Huik, Teyler's bekwame
conservator van liet schilderijen-
kabinet, behoeft zich het geval dan
ook allerminst aan te trekken. Tegen
hem was de beweging niét bedoeld.
Hoe de Commissie de motie van af
keuring, die !s Raads meerderheid
haar thuis stuurt, opneemt, zal wel
'jjiijxcen. Daarvan wil blijkbaar de
heer Middelkoop vooraf hoogte ne
men, althans bij nam de benoeming
in beraad.
Aan de ingewikkelde schilderijen-
quaestie is hiermee een nieuwe moei
lijkheid toegevoegd. Misschien ook is
het maar beter, dat de nieuwe direc-
teur in zee gaat met een nieuwe Com
missie.
Of zou het beste wezen, dat er in
't geheel géén Commissie bestond en
de directeur direct aan B. en W. ver
antwoording schuldig was Wij heb
ben van al te veel deskundigen nooit
veel goeds gezien.
Bracht dus deze benoeming eene
.verrassing, die voor wethouder in de
plaats van Mr. Thiel verliep zooals
men kon verwachten. Allerlei namen
zijn voor deze Vacature genoemd, al-
lerlei veronderstellingen opgeworpen,
maar onze courant heeft zich daar
geheel buiten gehouden en Woensdag
morgen één bulletin laten gereed ma
ken, waarbij de benoeming van den
heer Loosjes werd meegedeeld. Des
middags bleek, dat we goed hadden
gezien. Bij eerste stemming werd do
heer Loosjes met 16 van de 29 stem
men gekozen, 8 waren uitgebracht op
Mr. Thijssen, ééu op den heer Kley-
nenberg, één op den heer Modoo, twee
waren in blanco en een van de leden
had zich vergist en den naam van den
heer Hulk ingevuld, denkende dat de
benoeming van een lid der Commissie
van 't Museum aanhangig was.
Dit verloop der stemming lag im
mers voor de hand. Het is nog nooit
vertoond in den Haarlemschen Raad,
dat iemand, die twee maal tijdelijk
wethouder is geweest en toen de func
tie met eere heeft waargenomen, niet
benoemd werd toen een definitieve
vacature te vervullen viel. De heer
Loosjes heelt de benoeming aanvaard
en ik meen, de gemeente daarmee te
kunnen gelukwenschen. Hij is goed
administrateur, rustig maar voort
durend werker, bezit het gezag, dat
cle wethouder behoeft, en heeft door
jarenlange functies bij het onderwijs
ervaring opgedaan en zal zich niet te
groot achten om het advies van Mr.
Thiel te vragen, wanneer hij dat bij
't uitvoeren van diens plannen meent
noodig te hebben.
't Ligt namelijk voor de hand, dat
hem de aideeling ondei-wijs zal wor
den opgedragen.
Een dei-de benoeming gaf aanlei
ding tot een kort woord vanja,
van wat, van protest kan men niet
zeggen. Toen de voorzitter meedeelde,
dat B. en W. den heer Van Wijk te
Zaandam tot controleur van de be
lastingen hebben benoemd, verklaar
de de heer Sneltjes, dat hij op die
benoeming geen critiek zou oefenen,
maar dat hij gaarne de benoeming
van den heer Van den Berg had ge
zien, dien hij als een goed ambtenaar
prees.
Daarbij sloot zich de voorzitter aan,
al verklaarde hij, dat B. en W.
meenden, dat een richtige uitvoering
van het Raadsbesluit een andere be
noeming wettigde. Men kan immers
uitblinken in een positie, zonder
daarom te worden beschouwd als de
meest geschikte man voor een andere
functie. De heer Van den Berg kan,
indien hem inderdaad de benoeming
pijn heeft gedaan, troost vinden in de
waardeering van zijn verdiensten,
die nu in den Raad uitgesproken is.
Is het luide venten van bloemen,
vruchten, ijs en zoo meer, op Zondag
hinderlijk
Ja, meent de bijzondere kerkeraad
der Ned. Berv. Gemeente, die bij den
Raad dan ook requestreerde om het
voortaan te verbieden.
Neen, oordeelt de Commissie voor
de strafverordeningen, die een advies
uitbracht, waarvan we alleen hoor
den, dat het mager was, niet wat er
instaat. Met zooiets heeft Jan Publiek
immers niets 'te maken 1
Verschillende sprekers voerden
daarover het woord. De een had er
wel last van, de ander niet. Een dis
cussie van luttel beteekenis, vooral
omdat ze in 't geheel geen indruk gaf
van den omvang, dien het luid venten
op straat heeft aangenomen. Uit de
gedachtenwisseling bleek niet zoozeer,
dat het geschreeuw bij den een in de
buurt erger is, dan bij den ander,
maar dat de eerste er zich meer aan
ergert, dan de tweede. Het hangt dus
alleen maar af van de mate van rust
en stilte, die men op den Zondag
verlangt.
Onder deze omstandigheden was
het geen wonder, dat de groote meer
derheid zich met het afwijzend voor
stel van B. en W. vereenigde.
Toch verliep dit debat zeer rustig
eix bedaard. Dat zelfde kan niet ge
zegd worden van de discussie over
de motie van de heeren Modoo, Huls-
wit en Rinkema, die de strekking
heeft om de bekende zaak van over
dracht van gronden van den heer
F. L. Oostenbroek in de volgende
Raadsvergadering aan de orde te
stellen.
Alle drie de voorstellers waren niet
op hun mondje gevallen. De heer
Hulswit, volstrekt geen opposant van
natuur, klaagde nu toch ernstig over
het telkens op de lange baan schui
ven van deze zaak als dat zoo door
ging, zouden er mettertijd geen men-
schen meer in de Commissie voor
Openbare Werken willen zitten.
De beer Rinkema, er aan herinne
rende, dat de voorzitter verklaard had
op de agenda die zaken te zullen
plaatsen die rijp zijn, voerde daar
tegen aan, dat de Raad behandelt
wat hij wil, en de heer Modoo sprak
zelfs van talmen door B. en W., om
den lieer Oostenbroek beter te kun
nen knijpen.
Dat lokte natuurlijk een veront
waardigd antwoord van den voorzit
ter uit, die een beroep deed op het
vertrouwen, dat de Raad in den voor
zitter behoort te stellen. Ook Mr.
Thiel, voor het laatst aan de groene
tafel gezeten, verdedigde de houding
van het College vooral tegenover den
heer Modoo, die immers als lid der
Commissie weten kon, dat er eerlijk
met den heer Oostenbroek gehandeld
was.
Langzamerhand kreeg de motie
daardoor het air van een betuiging
van wantrouwen dat wilde de heer
Hulswit niet en trok zich dus uit de
voorstellers terug. De heer Modoo
verklaarde, de uitdrukkingen niet zoo
scherp bedoeld te hebben en dat bij
ook zijnerzijds de motie terugnam. En
de voorzitter zal de zaak aan de orde
stellenwanneer ze daarvoor ge
schikt is.
Onder de stemmingen zocht Mr.
Thiel naar een plaats in de Raads
zaal. Die van de vacature Gravestein
is ter dispositie en aan den overkant
komt die van den heer Loosjes leeg.
Hij scheen naar de laatste te neigen.
Ver, zeer ver van den „rooden hoek",
waarin hij vroeger huisde.
Ook in dit opzicht is de heer Thiel
een unicum, dat hij, het wethouders-
ambt vaarwel zeggende, raadslid is
gebleven. Meer dan een is er be
nieuwd naar, hoe een afgetreden wet
houder zich als raadslid tegenover
B. en W. gedraagt....
J. C. P.
Nieuwe heerennieuwe wetten
Zoo heeft men ook gedacht, toen het
Katholieke ministerie in Spanje heeft
plaats geruimd voor Liberale excellen
ties. Inzonderheid verwachtte de groo
te „men" een wijziging der buiten-
landsche politiek en
EEN BEËINDIGING VAN DEN
MAROKKO-OORLOG.
De tegenwoordige premier Moret en
z'n medestanders hadden immers met
groote en dikke woorden tegen de
veroveringspolitiek in Noord-Afrika
geprotesteerd I En aanvankelijk
scheen de verandering ook te komen.
Plotseling hoorde men niets meer
van vechten, 't Was of de vrede al ge
komen was I
Toch mag men nog geen victorie
roepen, want de nieuwe Spaansche
regeering wil ook nog van
GEEN STAKEN DER VIJANDE
LIJKHEDEN
weten. Dit blijkt uit een interview, dat
de premier met een journalist had.
Wel heeft de kapitein-stuurman van
het nieuwe ministerieele scheepje niet
in bijzonder heldere woorden gespro
ken (opzettelijk?), maar eenige hoofd
punten van z'n betoog zijn toch wel
duidelijk.
Allereerst zei de minister, dat de
veldtocht nog niet afgeloopen is en
dat zelfs nog geen termijn voor dit
beëindigen bij benadering is vast te
stellen.
De vorige regeering bad een plan
voor de Marokko-expeditie gemaakt
en de tegenwoordige regeering heeft
een gedeelte van dit plan overgeno
men. Dit gedeelte van het plan moet
nu nog uitgevoerd worden.
Jammer, dat de premier niet aan
gaf, wat de bedoeling van dit plan is.
Alleen zei hij schijnbaar veel beteeke-
nend „behalve Menilla zijn er in Ma
rokko nog andere Spaansche bezittin
gen, Alhucemas en Penon de la Go-
mera". Wil dit beteekenen, dat we
rondom deze bezittingen een herhaling
krijgen van 't gebeurde bij Manilla?
Dat mogen we niet hopen
Moret zei voorts veel zal afhangen
van
DE HOUDING VAN DEN SULTAN.
Van den Sultan.... Wat er in den
laatsten tiid over Z. M. den Sultan ge
schreven wordt, is niet zeer vleiend.
Een Fransch journalist in Marokko
heeft aan z'n blad geschreven, dat
Moeley Haf id de weelde van het sul
tanaat niet dragen kan. Nu hij lang
zamerhand zijn binnenlandsche tegen
standers een voor een heeft overwon
nen, rust hij op zijn lauweren en
raakt hij aan den drank. Hij is be
gonnen met champagne en tegenwoor
dig is zijn lijf drank een zekere medi
cinale wijn. Deze wijn zou niet
vreemd zijn aan de wisselende stem
mingen, waaraan de Sultan onderhe
vig moet zijn, beurtelings opgeruimd
en droefgeestig en wraakzuchtig.
Met zoo'n Sultan te onderhandelen
moet minder aangenaam zijn 1
Maar och, er zijn zooveel dingen en
zaken, die niet aangenaam zijn. Dit
ervaart de Grieksche regeering nu
ook weer bij 't
ONDERZOEK NAAR DE MUITERIJ.
Gedelegeerden van de departemen
ten van Justitie, Oorlog en Marine
hebben een commissie van onderzoek
gevormd. Deze rapporteert nu
„Door getuigen is aangegeven, dat
de kapiteins-ter-zee Typaldos en Di-
mestichos met twee afgevaardigden
van de R-hallys-pnrtij het plan had
den opgemaakt, den minister Mavro-
michalis als onbekwaam af te zetten
en een nieuw kabinet te vormen, on
der leiding van kolonel" Zorbas, waar
in twee leden van de partij van Theo-
tokis en twee Rhallysten zitting zou
den hebben, terwijl de overige porte
feuilles aan officieren zouden worden
toegewezen.
Zorbas weigerde hierop in te gaan.
Typaldos verklaardedat in Grieken
land geen betere toestanden kunnen
ontstaan, zoolang niet enkele leiden
de staatslieden als verraders onthoofd
waren.
Twee dagen later kwam Typaldos
opnieuw bif Zorbas, met den eisch, dat
een dertigtal hooggeplaatste marine
officieren onmiddellijk zouden wor
den afgezet. Ook dit werd door Zor
bas geweigerd.
Typaldos vatte toen het plan op,
met de officieren, die aan zijn zijde
stonden, zich van de- geheele Griek
sche vloot meester te maken, met deze
den Piraeus binnen te loopen, en door
het belegeren van Athene de regee
ring, wellicht ook den Koning, tot af
treden te nopen. Voor het gelukken
van dit plan rekende Typaldos op de
hulp der pantserschepen. Doch do
commandanten dier schepen bleven
der regeering trouw. Toen Typaldos
met zijn torpedoboot de pantsersche
pen naderde, vuurden deze op zijn
boot. De torpedoboot beantwoordde 't
vuur".
Opmerkelijk is, dat niet de muiters,
maar de regeeringsschepen 't eerst
geschoten hebben. Wanneer deze niet
zoo haastig geweest waren, zou er
misschien in 't geheel geen bloed ge
vloeid hebben.
Nog is 't
NIET RUSTIG IN GRIEKENLAND.
Dit blijkt wel uit mededcelingen
over een ernstige gisting, die onder
de onderofficieren en manschappen
van do zeemacht heerscht. Zij hebben
een verzoekschrift aan den comman
dant van het eskader gericht, waarin
zij zich bij de eischen van de trouw-
gebleven officieren aansluiten eu drei
gen, dat zij, indien die eisch niet
wordt ingewilligd, de muitzieke offi
cieren zuilen neerschieten.
Op het pantserschip Hydra hebben
de manschappen zelfs al drie vaan
drigs gepakt, om hen te lynchen. Al
leen de tusschenkomst van den com
mandant kon de uitvoering van het
plan verhinderen.
Ook in de politieke wereld van Hon
garije is 't nog altijd tot geen rust
gekomen. De
HONGAARSCHE MINISTERCRISIS
duurt dan ook nog steeds voort.
Wekerle wil nogmaals een poging
wagen om zijn ontwarringsplan tot
oplossing van do crisis in Hongarije
door den Keizer-koning te doen aan
nemen.
Het programma, dat Wekerle den
Keizer voorlegde, vraagt
Hervatting der betalingen in goud
als voorwaarde voor de definitieve
verlenging van bet bankprivilegie.
Toezegging, dat de militaire eischen
van Hongarije zullen worden ingewil
ligd op een tijdstip na de aanneming
van de nieuwe leeerwet met allo daar
bij behoorende maatregelen. Do Hon-
gaarsche regeering is bereid eerst de
wenschen van den Keizer en van de
gemeenschappelijke regeering te ver
vullen, voordat zij op haar eigen
eischen zal aandringen. Maar zij
wenseht zekerheid te hebben, dat de
eischen dan niet zullen worden afge
wezen.
Dat is een minimum-program,
waarvan men .alleen vreezen moet, dat
het te weinig vraagt naar den zin der
Hongaarsche oppositie en dus nog
wel tot geen volkomen oplossing zal
leiden.
HET PROCES .STEINHElLi
is gisteren weer voortgezet. De eer
ste getuige, die nu gehoord werd was
Marietta Wolff, een vrouw van 50-ja-
rigen leeftijd, eertijds keukenmeid bij'
het echtpaar Steinheil.
Ondanks alle inspanning, kon de
president er niet in slagen, een nauw
keurig antwoord van Marietta Wolff
te verkriteen over hetgeen er in het
huis van de misdaad is voorgevallen
De getuige bepaalde er jsich toepte
zeggen „lk weet niets ik herinner
mij niets. Wij waren allen geheel en
al versuft van ontzetting."
Ook de zoon van Mariette werd ge
hoord, maar met hetzelfde resultaat^
De volgende getuige was de heer
Borderel, een goede bekende van me-
vrouw Steipheil.
Borderel verklaarde, dat het nooit
bij mevrouw Steinheil heeft kunnen
opkomen, dat hij met haar een huwe
lijk zou sluiten, o. a. zeggend
Eens op een dag heeft zij de kwes
tie wel aangeroerd, maar ik heb mij
onvermurwbaar getoond, en haar ge
zegd, dat ik alle betrekkingen met
haar zou verbreken, wanneer die
kwestie nogmaals tor sprake werd
gebracht. Ik had kinderen, en zoo
lang die niet getrouwd waren, kon
ik voor mij er niet aan denken, hun
een tweede moeder te geven."
De heer Borderel verklaarde, dat
hij vast aan de onschuld van mevr*
Steinheil gelooft.
Heden weer voortzetting van hefi
getuigenverhoor. Belangrijke beschul
digingen heeft het verhoor tot heden
nog niet opgeleverd.
EEN SPOORWEGRAMP
heeft plaats gehad op den electrischen
spoorweg in Britsch Columbië, waar
bij 14 menschen gedood en 7 gewond
werden.
Te La Paz in Bolivia heeft een
ONTPLOFFING
plaats gehad in een dynaniietmaga-
zijn. Vele huizen zijn verwoest en on
der het puin zijn al 40 lijken yan
slachtoffers gevonden.
Stadsnieuws
Rubriek voor Vragen
Geabonneerden hebben hot voorrscb
rragen op yorBohilland gebied, mlta vool
beantwoording vatbnar, in to eenden bfj d«
ïtedaotie van Haarlem's Dagblad, Groots
Houtstraat 68
Alle antwoorder, worden geheel koatolooi
gegeven en, yoor zooveel mogelijk 1», den
dag na de inzending
Aanvragen, die niet volledig naam en
woonplaats van den Inzender vermelden,
wordt geen aandtichtgesohonken.
VRAAG. Zou het ook mogelijk
ziju in het Zondagsblad de adverten
ties te laten vervallen, of het and«ra
afzonderlijk te zenden
ANTWOORD. Tot ons leedwezen
kunnen we aan uw verzoek geen ge
volg geven.
VRAAG. Wie kan voor mij een
stuk opstellen, waarin de Koninklijke
goedkeuring op de statuten eerier ver-
eeniging wordt aangevraagd
ANTWOORD. Vraag eens aan
een advocaat of aan een notaris..
VRAAG. Kunt u mij ook 't adres
zeggen van den directeur der Amster-
damsche gemeentereiniging
FEUILLETON
15)
door
E. W. H o r n u n g.
Hij heeft het al eens meer gedaan
,voor een flesch wijn. Ik heb macht
over hem. Kan ik u vertrouwen
Als u uw belofte breekt maar
dat zal u niet. Een hunner zou
mij even snel dooden als hij een
sigaret rookt, en de overigen
fitaan on dei* zijn invloed.
Ik durf niet meer schrijven.
Maar m ij n leven is in uw
handen.
EVA DENTSON.
O ja i neem u in acht voor die
vrouw BraJtihwaite zy is mis
schien de ergste van de bende.
tk zou van teleurstelling, moede
loosheid en schrik in tranen hebben
kunnen uitbarsten, te moeten denken
dat haar leven van mij afhing, in
jnijn handen lag, niet door handelend
Optreden, zooals ik mij zoo stellig had
Voorgenomen, maai' door een besliste
werkeloosheid van vier' en twintig
uur lang I
lk wilde er mij niet indenken. Ik
kon den toestand niet aanvaarden.
Het beroofde mij van mijn eenig
plechtanker der hoop, dat vooruit
zicht van onmiddellijk maatregelen te
kunnen nemen, dat alleen deed mij
mijn kalmte tot nu toe behouden. Nu
was ik niet bedaard ineer ik had
zoo stellig vertrouwd op mijn kracht
om practisc-h handelend op to treden,
nu ik daarin werd tegengehouden en
het mij verhinderd werd, zou ik
krankzinnig worden op mijn eer, ik
geloof, dat ik ©enigen tijd lang mijn
verstand kwijt wasik klaagde,
vloekte en sloeg mot gebalde vuisten
in de lucht, waarvan er een het tot
een bal gekreukte briefje vasthield.
Ik was er op voorbereid geweest,
gevaar en moeilijkheden onder de
oogen te zien maar de taak, die mij
nu werd opgelegd, was honderdmaal
moeilijker, dan een andere, die door
mijn geplaagde hersenen bij mij was
opgekomen. Stil ta zitten, niets te
doenvoor te geven, dat ik niets
wisteen urn- van dergelijke kwel
ling zou mijn verstand vernietigen
en mij werd verzocht vier-en-twintig
uur te wachten.
Neen, ik had mijn woord gege
ven en moest het nu houden. Zij ken
de die mannen, tij moest het 't beste
weten en haar leven hing van mijn
gehoorzaamheid af 5 zij had mij dat
zoo duidelijk gezegd. Gehoorzamen
moest ik en zou ik om daarmee te
beginnen, wandelde ik over de plank,
die oven* de beek lag, en spoedig zag
ik het huisje tegen den door de maan
verlichten hemel afsteken. Ik liep er
heen ©n deinsde plotseling vol schrik
achteruit. Het was boven en beneden
heelemaal verlicht, en de magere,
krachtige gestalte van vróuw Braith-
waite stond evenals toen ik voor het
eerst kwam buiten in de deuropening,
terwijl het licht haar slordig, rood
haar duidelijk deed uitkomen.
Is u het, mijnheer Cole. riep
zij uit op den toon van spreken, dien
zij voor mij bewaarde toch klonk nu
duidelijk door do geforceerde bemin
nelijkheid een toon van oprechte ver
bazing. Zij was er op voorbereid, ge
weest, dat ik nooit weer terug zou
keeren
Mijn knieën knikten onder mijn
lichaam, toen lk mijzelf dwong, om
voort te gaanmaar mijn scherpzin
nigheid werd weer opgewekt in deze
crisis, en ineens begreep ik, hoe ik
van mijn zwakheid een goed gebruik
zou kunnen maken. Ik deed een paar
valsche passen op weg naar de deur,
toen ik daar aankwam, bleef ik zwaar
tegen de lijst aanleunen en ik zei met
een dikke tong, dat ik mij onwel voel
de. Zeker was ik verhit geweest van
den wijn, toen ik Rattray verliet; het
zou geen kwaad kunnen als hij hoor
de, dat ik heelemaal dronken in mijn
tijdelijke woning was aangekomen
als hij dan ontdekte, dat ik ongeveer
een uur onderweg was geweest, zou
hij dat daaraan toeschrijven.
Zoo deed ik blijkbaar met succes
alsof ik stomdronken was, en Jane
Braithwaito gaf mij op de trap haar
arm. O, hoe sterk was hij, en hoe
zwak was de mijne 1
Aan mijzelf overgelaten, ging Ik
naar mijn slaapkamer, onder voor
wendsel, dat ik mij ontkleedde toen
blies ik mijn kaarsen uit en kroop ge
heel gekleed in bed, totdat aJles in
buis in rust zou zijn. Ja, ik moe9t
stil liggen en doen alsof ik sliep, ter
wijl iedere zenuw gespannen was, an
ders zou die duivelin daar beneden
verdenking tegen mij koesteren I Met
haar zou ik te doen hebben de eerst
volgende vier-en-twintig uur en zij
vervulde mij op het oogenblik met
meer afschuw dan al die schurken in
het groote huis want had hun arme,
hulpelooze gevangene haar niet be
schreven als ongeveer de ergste van
de bende
Te moeten denken, dat mijn arme
lieveling daar hulpeloos was in de
handen van die schurken en dat
haar minnaar hier hulpeloos lag on
der hot oppertoezicht van dj© yuile
heks 1
Het moet ongeveer één of twee uur
in den morgen zijn geweest, toen ik
naar het venster van mijn zitkamer
eloop, het opende, en ©r voor ging zit
ten met een deken om mijn schouders,
om bedaard na te denken.
De maan kwam hooger en keek bij
na geheel boven de wolken uit; deze
losten zicli op, terwijl de nacht vorder
ging, en de enkele, die nog bleven,
hadden een mooie, zachte kleur, tus-
schen wit en grijs in. De hemel was
te licht voor sterren, en daaronder
strekte zich het open veld zoo duide
lijk en ver uit, dat het was alsof men
op den middag door leikleurig glas
naar buiten keek.
Op het weiland onder mijn vensters
liepen enkele kalveren te grazen het
stroomen van de beek was duidelijk
hoorbaar, het ruischen van de eike-
boomen niet mindermaar behalve
deze vreedzame geluiden was de stilte
en eenzaamheid volkomen.
Ik zal daar ongeveer een half uur
lang zoo stil als een muis gezeten
hebben. De reden daarvan was, dat
ik mij geheel verdiept had in een
belangrijke-vraag voor mij namelijk
of het beter zou zijn, mij uit het
venster naar beneden te laten, of op
de krakende trap te vertrouwen. Zou
het kraken erger zijn dan de plof, en
zou het verschil waard zijn, dat ik er
een verstuikten enkel voor waagde
Wel waard was het dat, besloot ik
eindelijk het gevaar was niets; mijn
venster was ternauwernood twaalf
voet van den grond af. Hoe gemakke
lijk was het te doen, hoe vlug, hoe
veilig In deze volslagen stilte en dien
schitterenden maneschijn 1
lk zou zoo zacht neerkomen op mijn
sakken een enkele, doffe, gedempte
plofdan weg, onder het maanlicht,
zonder vrees of gevaar van een ver
keerde richting te nemen weg over
de eteenen muren naar den hoofd
weg en zoo naar het naastbijzijnde
politiebureau met mijn verbaalen
vóór zonsopgang zouden de schurken
van hun bed gelicht worden en mijn
lieveling zou veilig zijn I
Ik sprong zacht overeind. Waarom
zou ik het nu niet doen Was ik ver
plicht mijn haastige, blinde belofte te»
houden Was het mogelijk, dat die
moordenaars haar zouden vermoor
den Ik streek een lucifer af en stak
een kaars aan nog eens las ik haar
briefje zorgvuldig door en weer maak
te het mij krankzinnig en onrustig.
Handenwringend stapte ik wild de
kamer op en neer. Mijn voorzichtig
heid liet mij in den steek, en ik maak
te leven genoeg ora zelfs den doof
stomme wakker te maken ik dacht
aan niet3 meer dan aan den afschu
welijken dag, die mij te wachten
stond, dien dag van stilte en werk
loosheid, dien Ik moest doorleven mot
een niets kwaads vermoedend gelaat,
een koel hoofd en een beschaafde
tong 1
(Wordt vervolgd^