HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. FEUILLETON Het Vergaan van ie „Lady Jermyn." YBIJDAG 12 NOVEMBER 1909 OM ONS HEEN No. 1032. Boksen en Boksers. Er zijn van die spelen, die er In ons land niet in willen. In de eerste plaats het boksen, waarvan Engel- schen, Amerikanen en zelfs Fran- schen smullen, dan de hanengevech ten, genot voor Belgen en Norman- diërs vooral. Laat ik er dadelijk bij zeggen, dat het een noch het ander In Nederland door de politie zou wor den toegestaan. Wel het worstelen, maar ook dat heeft niet het succes, dat het in het buitenland behaalt. Als we op den omslag van de „Re vue der Sporten" van gisteren den breeden negerkop van Jaok Johnson zien en daarbij lezen, dat hij in een wedstrijd met Ketchell f 100.000 ver diende, een ton gouds, dan voelen we wel, hoever we in de lage landen aan zee van die sportverdwazing afstaan. Binnenkort zal de neger zijn titel van wereldkampioen hebben te verdedigen tegen Jim Jeffries, wiens beeltenis ons in hetzelfde tijdschrift aangeboden wordt. Als 't goed gelijkt, dan draagt deze krachtmensch de herinneringen aan zijn zonderling beroep mee in den vorm van een platgeslagen neus en een schee ven mond. De sportwereld is er benieuwd naar, of Jeffries dezen keer zal dur ven en niet met stille trom er van doorgaan, zooals toen hij zich de eer ste maal met Johnson meten zou. Wat ons aangaat, het kan ons koud laten, of de neger het wint of de blanke. Persoonlijk zou ik zelfs de glorie van de sterkste bokser te wezen met ge noegen aan een ander ras gunnen. Jeffries niet, hij kan er niet van sla pen, dat een zwarte wereldkampioen fou zijn I Men zegt, dat Theseus, de zoon van Egeus, koning van Athene, het vuist gevecht heeft uitgevonden. Hoe dat zij, in Engeland weet men mee iepra ten van een wedstrijd in 1719, in Ame rika kreeg men de liefhebberij pas een eeuw later, In 1816, en sedert dien tijd heeft het boksen zich voortdurend gewijzigd, zoodat het nu, naar zijn voorstanders beweren, een weten schappelijke tak van sport geworden is Dat kan voor Jeffries, wanneer hij in den spiegel kijkt, een heele troost wezen I Een paar van de veranderingen zijn deze. Vroeger werd met bloots han den gevochten, maar zooals ik in een enthousiast artikel lees, „daar mee kwam men zelden tot een beslis- senden uitslag, omdat na zekeren tijd de twee tegenstanders uitgeput en hun handen stukgeslagen waren." Soms wikkelden de vechtersbazen hun handen in linnen windsels, sta ken die in kalk en lieten dat drogen. De minste slag, op deze wijze toege bracht, had een geweldige uitwer king, omdat het vleesch er als 't ware mee verbrijzeld werd. Eigenaardig ia het, dat een ander maal pogingen gedaan werden, om de ruwheid van tiet spel te verminderen. In sommige wedstrijden werd de vreemde bepaling toegepast, dat de kampioenen, nadat zij op een bepaal den afstand van elkander waren neer gezet, den linkervoet niet van plaats mochten doen veranderen. Dat is nu uit, de strijders mogen zich bewegen zooals ze willen en dra gen handschoenen, die evenwel, zoo als we zagen, niet in de eerste plaats er voor bestemd zijn, om de slagen te verzachten. Trouwens, waarvoor zou dat dienen, daar immers de bedoeling is den tegenstander buiten gevecht te stellen, wat bij een ontmoeting tus schen twee sterke kerels, alleen door harde slagen of stompen kan gebeu ren. De regels van het Engelsche boksen schrijven voor, dat alleen het gebruik van de vuisten geoorloofd is (de Fran- schen gebruiken ook wel de voeten tot afweer), en dat niet beneden het mid- delmag worden geraakt. De voor naamste slagen zijn de recht», de dwarse, de haaks lag en de slinger. Wat men daarmee doen kan, blijkt uit wat de Engelschen de knock out noemen, dat wil zeggen daa een bokser door één slag bewusteloos neervalt Dart. kan hem overkomen door een slag tegen den kin, d« keel, het hart of de maag. Willy Lewis, een bokser van eenige reputatie, beweert nu wel, dat dat volkomen pijnloos en gevaarloos is, maar hij moet toch ook toegeven, dat boksers bij omgekomen zijn. „Maar die leden dan ook", zegt hij, „aan een ernstige ziekte, bijvoorbeeld een hartkwaal 1" Vandaar dan ook (men denk® aan de wetenschappelijkheid van 't vak), dat In Amerika de boksers vóór den wedstrijd door egn dokter onderzocht worden. Wanneer hun hart niet nor maal is. worden zij niet in het strijd perk toegelaten. Dit laatste bestaat uit een verhoo ging, omgeven met touwen, en groot vier k acht meter in hert vierkant. De eenige, die daarop wordt toegelaten, is de scheidsrechter, die de min of meer gevaarlijke functie heeft, om de vechters te scheiden, wanneer ze el kaar buiten de regelen van de kunst te lijf gaan. «6oma duren de partijen zes, tien, vijftien of twintig ronden, die elk twee of drie minuten duren en telkens gevolgd door een minuut rust. Groote wedstrijden worden niet voor beslist gerekend vóórdat een van de kampi- oenen knocked out is. De scheidsrechter verklaart dan den ander voor overwinnaar, wanneer hij van een tot tien geteld heeft en de gevallene inmiddels niert is opgestaan. In de sportwereld kent men de na men van deze vuistberoemdheden op zijn duimpje Daar was in 1882 Sulli van, die overwonnen werd in 1891 door Corbett, welke hert volgend jaar de vlag moest strijken voor Fitzslm- mons, die op zijn beurt de nederlaag leed tegen Jeffries in 1902, welke in 1905, onoverwonnen, uit het strijd perk kwam en ging rentenieren. Want er is geld te verdienen met boksen. Toen Tommy Burns te Syd ney in Australië vocht met Jack John son, van wien hij totaal verloor, wa ren er 20.400 toeschouwers en 40.000 konden niet toegelaten worden. De ontvangsten waren meer dan 330.000 gulden. Burns had vooruit voor 75.000 gulden gecontracteerd, de neger kreeg „maar" f 12.500, altijd meer, dan ver reweg de meeste menschen in hun geheele leven kunnen overleggen. Zulke sommen zijn niet buitenge woon, ze zijn alleen mogelijk door den buitengewonen toeloop van het pu bliek. Geeft die hartstocht niet te den ken De menschen loopen helaas zoo hard niet naar rustige vertooningen. Wat ze in de bokswedstrijden zoeken, is heftige emotie, de kans op eene zenuwschokkende gebeurtenis. Dat het zoo is en niet anders be wijst het verhaal, dat Corbett zelf doet van zijn ontmoeting met Sulli van. De laatste was toen de ster en de weddenschappen liepen tot 5 tegen 1 op hem. Niemand gaf Corbett kans. Hij zelf deed dan ook in den beginne niets anders, dan Sullivan ontwijken, tot hij hem een slag op den neus kon ge ven, die het bloed er uit deed sprin gen. Daarop begon liet spelletje van wegloopen opnieuw, afgewisseld door een slag op do maag en een op den neus, totdat Sullivan, die de zwaarste was, uitgeput raakte. Het was de 24ste ronde. „Ik deed", vertelt Corbett, „alsof ik zijn maag wou raken. Hij beschutte zich voor den slag en liet daardoor zijn kaak onbeschermd. Ik had dat niet voorzien, maar mijn vecht- instinct zeide mij, dat ik daarvan ge bruik moest maken. Als een bliksem straal diende ik hem een haakslag met de linkerhand toe, die op de kaak terechtkwam en hem deed duizelen. Nu of nooit 1 Het bloed steeg mij naar het hoofd. Ala ik wereldkampi oen wilde zijn, wa» nu mijn kans daar. Ik viel ais een tijger op hem aan 1 Het regende slagen, totdat Sul livan op den grond lag, aan mijn voeten. „Een, twee drie"..., telde de tijd opnemer. De man op den vloer be woog zich niet. „Vier, vijf, zes F Nog altijd geen beweging. „Zeven, acht 1" Zal hij op staan „Negen, TIEN P Sullivan, de grootste bokser van zijn tijd, waa verslagen. En zijn hand op mijn schouder leg gende, zeide de scheidsrechter „Corbett, je bent wereldkampioen 1" Ziedaar het verhaal van Corbett zelf. Hoe het publiek gebruld zal heb ben, dat immers gekómen was, om man te zien neerslaan Als een tijger was Corbett op hem aangeval len. Hij noemt het zelf zoo I Waar blijft tegenover zoo'n beschrijving de zachtmoedige voorstelling van Lewis? Wie zulke verhalen leest, kijkt te vreemder naar de portretten van de vechtersbazen in de „Revue der Spor ten". Hooren ze er eigenlijk naast cricket en voetbal, roeien en zwem men, wel thuis J.- C. P. Saitenlandacfa Overzlciil De Lord Mayor, zooveel als de bur gemeester van Londen, was Jarig en gaf daarom als naar gewoonte een feestmaal. 1 Is niet onze bedoe ling te verklappen, aan welke lekker nijen de vele en hooge gasten zich te goed gedaan hebben, alleen willen we vertellen, dat de BETOOGENDE KIESRECHTDAMES voor een dessert zorgden I Eenigen hadden zich 's morgens als werkvrou wen verkleed in het gebouw toegang verschaft, om zich daarna tot '8 avonds schuil te houden om toen tijdens de eetpartij en officieels toe spraken, lawaai te gaan maken, 't Is wei fraai 1 Over de officieele toespraken. Een geelt ons aanleiding om hier te ver melden 't is die van minister As- quith, die over de VERHOUDING VAN ENGELAND EN TRANSVAAL. sprak. Z. Exc. prees de verzoening in Zuid-Afrika, die nu tot de Unie ge leid heeft. 't Lijkt wel, dat zelfs de litteeken» van den oorlog aan 't verdwijnen zijn. „Ik twijfel er aau, of er in de ge schiedenis wel een merkwaardiger schouwspel is, dan dat van die twee volken Boer en Brit die kort ge leden elkaar verbitterd «n moordda dig bevochten, en nu de veeten van het verleden begraven en zich veree nigen in trouwe en hartelijke aanhan kelijkheid aan denzelfden vorst en samen vrije, rechtvaardige en vrijzin nige grondslagen voor een gemeen schappelijk nationaal leveoa leggen. Grot is de toovermacht van vrije in stellingen, gelijk onze heele geschie denis toont." Wij zouden den minister met eeni ge variatie willen nazeggen „groot is de toovermacht, die van nieuwe be lastingen uitgaat." Wie T niet looft, moet naar 't land onzer Ooster buren kekenx want die maken er weer EEN F1NANCIEELE CRISIS door. De begrooting voor 1909 sloot met een te kort van 500 millioen mark. Toen is een belasting-hervor ming elke belasting-hervorming is óók een belasting-verhooging aangenomen, die in dat te kort zou voorzien. Letwel: zoul Na opoffe ring van het Von Biilow-blok heeft de Rijksdag een stel verhoogde belasting op verschillende artikelen in 't leven geroepen. Meer betalen voor bier, lu cifers, sigaren, enz., enz. Wat blijkt nu De Staat eisclit maar.... 't blijft toch de belasting betaler die geeft. Nu deze artike len zoo duur geworden zijn, hebben velen zich 't genot geheel of ten deele ontzegd, met het natuurlijke gevolg, dat er van een meerdere belasting-op brengst weinig sprake is. Men heeft dus den burgers veel displezier be zorgd, engeen financieele hervor ming verkregen. De bogrooting voor 1910 wijst dan ook weer KEN TEKORT VAN 542 MILLIOEN MARK aan. Groote ontsteltenis I Weer nieu we belastingen We weten 1 nog niet, maar er is een gerucht, dat de regeering dit tekort wil dekken door eenleening 't Ia niet onze roe ping, de staatkunde van onze Ooster buren te critiseeren, maar bijzonder veel staatsbeleid zien we toch niet in deze oplossing. Zoo zou de schuld van Duitsehland weer met een half mill iard vermeerderd en het totaal 5.000.000.000 MARK SCHULD worden. Reken eens uit, hoeveel aflos sing en rente daarvoor elk Jaar noo- dig ia Millioenen en nog eens mil- lioenen allemaal weggeworpen geld.. Hoe Duitschland zoo in de misère gekomen is 't Antwoord kan kort zijn door de OPDRIJVING DER UITGAVEN VOOR LEGER EN VLOOT. Menige ziekte kan eerst genezen, wanneer de oorzaak der kwaal wordt weggenomen. Zoo schijnt 't ons ook in deze toe. O na Maar blijkbaar niet de Duit- sche regeering, want voor 1910 wor den weer verhoogde credieten voor le ger en vloot gevraagd. Hierin zal wellicht geen gezonde verbetering komen, vóórdat 't WANTROUWEN TUSSCHEN DE VOLKEREN zal verdwijnen. Over 't bestaan daar van is weer een sterk staaltje te ver tellen. Tijdens den Russisch-Japan- schen oorlog had het bekende Dog- gersbank-incident plaats en werd ge vreesd voor een oorlog tusschen En geland en Rusland. Nu is dezer dagen bij wijze van „onthulling" gemeld, dat Engeland toen ook hang was voor een vriendschap tusschen Rusland en Duitschland en bij wijze van voor zorg Engelsche onderzee-booten bij Heigo-land had laten manoeuvreeren, om elk Duiisch oorlogsschip, dat zou uitloopen, in den grond te boren. Eenige Duitschè bladen hebben DIT ZONDERLINGE VERTELSELTJE dadelijk als onwaar gebrandmerkt. Nu komt de officieuse Kölnische Zel- tung met een besliste tegenspraak, 't Blad schrijft, dat het bewijs van de onmogelijkheid van de bewering ge makkelijk te leveren is. De Engelsche onderzeesche booten uit dien tijd wa ren voor de kustverdediging bestemd en konden niet meer steenkolen mee voeren dan voor een reis van 250 K.M. Ergo konden zij onmogelijk zoo ver van huis gaan en dagen lang in volle zee de wacht houden, zonder hun kolenvoorraad aan te vullen. Tusschen de bondgenooten Duitsch land en Oostenrijk-Hongarije is de verstandhouding heel wat vriend- schappelijker. Dit blijkt nu weer bij t bezoek van DEN OOSTENRDKSCHEN TROON OPVOLGER IN DUITSCHLAND. waar hij de gast ia van den Keizer en overal hartelijk ontvangen wordt. Over DEN TOESTAND IN SPANJE wordt niet veel meer geschreven. Uit enkele verspreide berichten blijkt evenwel, dat het ministerie Moret er op uit is, om te trachten de gemoe deren der betoogers tegen de vorige regeering te kalmeeren. Zoo hebben bijv. de vrienden van Ferrer, die naar Teruel verbannen waren, reeds verlof gekregen om we der naar Barcelona terug te keeren en tevens is hun medegedeeld, dat zij niet meer onder politie-toezicht staan. José Ferrer, de broeder van Fran cisco, en de anarchist Anselmo Lo renzo zijn met hunne gezinnen weder naar Barcelona teruggekeerd en Emi- liano Iglesias, de directeur van de „Progreso", die in hechtenis was in de Calcel Modelo is weder op vrije voeten gesteld. Met de GRIEKSCHE MUITERIJ is men nog niet zoo ver gekomen. Nog altijd zit men daar te peinzen over vraag, welke straf men aan Typaldus en eenige der hoofdleiders der muite rij zal geven. Typaldus kan TER DOOD VEROORDEELD worden wijl zijn oproer den dood van menschen tengevolge heeft gehad. In dien men hem voor een jury en niet voor een krijgsraad laat terechtstaan, dan geschiedt zulks ten einde te ver hinderen, dat hij geoordeeld wordt door persoonlijke vijanden. Doch ook de jury heeft de vrijheid om hem te veroordeelen ter dood. Maar of men 't zoo ver tal laten komen Er zijn goedingelichten, die dan nieuwe ongeregeldheden In Grie kenland vreezen. Gisteren zijn In DE ZAAK-STEINHEIL de laatste getuigen ook décharge ge hoord Eenige familieleden der be klaagde zeiden, dat ze veel van haar moeder hield. Zonderlinge getuigenissen Een vroegere verloofde der beklaagde, die haar in 1885 gekend heeft, zei nu (na 24 jaren I) dat hij haar niet tot een misdaad In staat achtte. Een andere getuige zeimadame was een bewon- deringswaardige goede moeder, een onberispelijke dochter, aan wie onkel een energieke echtgenoot ontbrak. W ie zegt het dezen getuige na Na het getuigenverhoor deelde de president mee, dat hij als resultaat der debatten aan de jury de vraag van het MEDEPLICHTIG OF NIET MEDEPLICHTIG zal voorleggen (beweging in de rechts zaal). Hierna nam de advocaat-generaal, de heer Trouard-Riolle, zijn REQUISITOIR. Hij begon langzaam te spreken, werd daarna scherper, heftiger, „bij tend" en aanvallend. Eerst maakte hij duidelijk, dat de beklaagde in haar jeugd al leugen achtig en ook lichtzinnig was. Als ge trouwde vrouw was haar gedrag en haar houding tegenover haren echtge noot schandelijk en stuitend. Dat de buitenwereld dit alles niet wist, lag aan haar talent voor vein zen en dubbelzinnigheid die ter te rechtzitting nog duidelijk gebleken zijn. Eind 1907 had haar rijke kennis m'nheer Chouanard met haar gebro ken. Een moeilijk financieel oogen- blik was aangebroken. Toen kwam de kennismaking met den heer Borderel. Deze was oprecht,'schatrijk, naïef en gevleid. Borderel had niet gezegd, dat hij nooit hertrouwen wilde, maar niet voor zeven of acht jaar. De ver overing van Borderel werd het doel van haar leven. Zij wist dat echt scheiding niet helpen zou, daar Bor derel nooit met een gescheiden vrouw zou trouwen. De advocaat-generaal wil niet volhouden, dat beklaagde haar moeder heeft willen dooden en laat de beschuldiging van moeder moord varen. Hij wil niet verder gaan dan zijn geweten hem toelaat, maar hij is overtuigd, DAT ZIJ HAAR MAN GEDOOD HEEFT. Hij geeft de volgende constructie van de misdaadDe moordenaars, zijnde beklaagde met een of meer me deplichtigen, wilden mevrouw Japy niet dooden. maar ook vastbinden. Ze waren hiermee bezig, toen Steinheil gerucht hoorde en aankwamhij werd gedood. Mevrouw Japy stierf, hetzij door schrik, hetzij door het binden en de wattenprop, hetzij door de medeplichtigen. Heden zal de advocaat-generaal de gronden dezer voorstellin guiteenzet- ten. Morgen, Zaterdag, kan dan de ver dediger aan het woord komen en in den nacht van Zaterdag op Zondag is 'T VONNIS TE VERWACHTEN. Uit Rome komt do tijding, dat de trein van Trivoli is gederailleerd. On geveer 30 menschen zijn gekwetst. Stadsnieuws De Pools treken. Gisteravond hield de lieer F. G. Geerling een lezing i nde Schouw burgzaal van de Kroon over de ver overing der Noord- en Zuidpool. Dit actueele onderwerp werd door het publiek, grootendeels uit scholie ren bestaande, met aandacht gevolgd en vooral de talrijke lichtbeelden, die het gesprokene illustreerden, zullen wel In den smaak gevallen zijn. Ach tereenvolgens werden de verschillen de Noordpooltochten behandeld, waarvan de rij door Willem Barendz in 1596 geopend werd. Deze overleed op zijn tocht aan scheurbuik, een volg van voor die streken verkeerde voeding; de tegenwoordige reizigers voeden zich als de daar wonende Es kimo's doen. Over de zeden en gewoonten van deze laatsten werd veel eigenaardigs meegedeeld. Nadat de resultaten, verkregen door de verschillende Noordpoolreizigers, waren in het licht gesteld, kwamen ten slotte Cook en Peary aan de beurt. Uitvoerig wer den de moeilijkheden voorgesteld, waarmee deze zeggen te kampen U hebben gehad. Voordat zij de pool, volgens hun zeggen, bereikt hadden, Peary bleek de man te zijn, die vele jaren van zijn leven besteed heeft, om zijn ideaal, de Noordpool te be reiken. Wanneer Cook niet met bete re bewijzen voor den dag kan ko men, zal hij het tegen hem moeten afleggen. Ondertusschen zal niet met zekerheid bewezen kunnen worden^ dat zij er geweestzijn, tenzij andere reizigers overblijfselen van hun tocht op de Noordpool vinden. Daarna kwam Shackleton, de held van de Zuidpool, aan de beurt. Ook deze heeft met ontzettende moeilijk heden te kampen gehad, om te nado ren tot 97 geographisehe mijlen va* de Zuidpool. Een beeld werd opgo hangen van de natuur in die stro- ken. In tegenstelling met de Noord pool vindt men er vele vulkanen. De groote resultaten, dit jaar ver kregen, hebben de aantrekkings kracht, die de polen op den mensch uitoefenen, niet verminderd. Zoo wordt in Engeland een nieuwe aan val op de Zuidpool en een nieuwe tocht naair de Noordpool voorbereid, maar thans op moderne wijze: per bestuurbaar luchtschip. ORGELBESPELING in de Groote of St. Bavokerk te Haar lem, op Dinsdag 16 November 1909, des namiddags van 1 tot 2 uur, door den heer W. Ezerman. Programma No. 1. Prélude et Fugue, C. Saint- Saèus. No. 2. (Jhoralfantasie Na 2, Fr- Lux. No. 3. Sonate Na 3, Mendelssohn. a. Con moto maestoso. b. Andante tranquiilo. No. 4. Marsch uit „Jephta", Han del. No. 5. Aria „Und ob die Wolke", Weber. DE BRUSSELSCHE TENTOON STELLING EN NEDERLAND. In verband met bovenstaand onder werp door den heer Leo Meert uit België alhier te behandelen, b/en- ge wij even in de herinneriug vod on ze lezers terug de zoo goed geslaagd» tentoonstelling door zijn Vereeniguig, het Viaamsch Handelsverbond, te Antwerpen ingericht bij gelegenheid van het bezoek door Prins Albert aan die stad gebracht, toen hij terugkwam uit het Congogebied; Die tentoonstelling was van het Nederiandsche boek van nu en vroe ger en deed de Fronsche Pars o.a. zeggen: „Les mLUiers d'ouvrages, doat une quantité de grand prix, excitant l'é- tonnement des nonibreux visiteurs. Vrainient c'est uue révéiation. Mon sieur Leo Meert et ses collaborateurs ont été vivement félicités par les au torités. Son initiative mérite ie plus gt ond éloge." (La Flandre libérale, 15 Aoüt 1909). „L'Etoile Beige," noemt die ten toonstelling „fort intéressant." La Métropole Elle montre aussi trés élo- quemment le róle joué par le Neer- iandais dans lo monde et celui que la langue Flarnande y tient encore. Telle est notamment cette mappe- monde (er hing een wereldkaart waar eik plekje op stond waar Netler- landsch gesproken werd), qui iudi- que les eudroits de la terre, beaucoup plus nombreux qu'on se l'imagine A Bruxelles, ou l'on parle Flamand, telle est encore cette admirable col lection des journaux Flamands pu bliés en dehors de 1'Europe... au nora- bre de cent quatre vingt quatre. Co la n'en dit il pas plus long que beau- coup de discours"? Een verzameling van een kleine 200 Nederiandsche kranten van buiten Europa! Zie daar het werk waartoe Leo Meert het initiatief nam. Is het dan wonder, dat het A. N. V. hem ver zoekt ook eens hier te komen, om ons wat van 'zijn geestdrift te geven? 26) door E. W. hornuB j Dat vooruitzicht beklemde mij zoo als niets anders het had kunnen doen; zelfs kwam er een gevoel van verlich ting- over mij, na de doodsangsten, die er aan vooraf gegaan waren, toen plotseling gerucht op de trap, tikken aan mijn deur, en hot gevoel dat ik mijzelf al verraden had dat zelfs nu alles voorbij was mij op het ergste voorbereidde. Ik smeet de deur open, en daar Blond juffrouw Braithwaite, heele- maal aangekleed, evenals Ik. Is u niet wel, mijnheer Neen, dat ben ik niet. Wart scheelt er aan Deze tweede vraag klouk ruw en ,vol achterdochtde ware aard ;kwam er in uit, en de uitwerking daarvan op mij was verbazingwek kend nog eens voelde ik mij geïnspi reerd om mijn misslag tot eigen voor deel aan te wenden. Wat er aan scheelt riep Ik uit. Ivan u dat niet zien Kon u dat niet zien toen ik thuis kwam Ik kwam dronken thuis, en nu hen ik gek. Ik kan het niet verdragen; mijn toestand is er niet naar. Weet u niets van mij Hebben zij u niets van mij verteld Ik ben do eenige man, die geréd werd van de „Lady Jermyn", het schip dat op zee met man en muis verbrandde, behalve mij. Mijn zenuwen zijn nog hevig geschokt. Ik kwam hierheen om vrede en rust en slaap. 'Weet u, dat ik twee maanden lang nauwelijks geslapen heb En uu zal ik nooit weer slapen I O, o ik zal sterven uit behoefte aan slaap! De wijn heeft het gedaan. Ik had nooit een druppel moeten drinken. Ik kan het niet verdragen ik kan daar na niert slapen ik zal sterven als ik geen slaap krijg Hoor je dat goed, vrouw Ik zal mij zelf hier in uw huis om het leven brengen als ik geen slaap krijg licks als zij was, zag ik haar toch ineenkrimpen. Ik zwaaide met mijn armen en schreeuwde aan haar ooren Het was niet alleen oomédie- spel. Ik zelf weet, hoe waar het was, wat ik omtrent den slaap ver telde. Ik was bezig langzaam te sterven tengevolge van slapeloosheid. Ik was een zenuwachtig wrak van een mensch. Zij moest het gehoord heb ben. Nu zag zij het zelf. Neen het was stellig nfert alleen comédiespeL Met liet plan niets an ders te doen dan te liegen, kwam ik tot de ontdekking, dat ik bijna niets anders vertelde dan de strikte waar heid, dat ik zoo hartstochtelijk naar slaap verlangde, alsof ik niets had om mij wakker te houden. En toch, terwijl mijn hart lot berstens toe vol was en mijn zenu wen verlichting vonden in deze on doordachte ontboezeming, was ik voortdurend bezig op te letten, welk effect mijn woorden hadden, alsof ear geen woord van gemeend was. Juffrouw Braithwaite scheen ont steld, en volstrekt geen medelijden te hebben toen ik lot bedaren kwam, vatte zij weer moed en werd brutaal. Ik had haar nachtrust bedolven. Men had haar niet gezegd, dat zij con krankzinnige in huis kreeg. Zij zou morgenochtend daarover spreken met Squire Rattray. Morgen schreeuwde ik haar na, terwijl zij heenging. Stuur uw echtgenoot naar den eersten den bes ten apotheker, zoodra het dag wordt; laat hem chloraal, chloroform, mor phine of iets anders halen en zooveel als hij krijgen kan. Ik zal u zestig gulden geven, als ge kunt krijgen wat ik vraag, om morgen den geheolen dag en morgenavond te kunnen slo pen Nooit, daarvan ben ik overtuigd, waren waarheid en leugen zoo in elkaar geweven geweesttoch had Ik er niert over gedacht, voordat de yrouw aan mijn deur verscheen. Het was snel in mij opgekomen, en de woorden waren van mijn lippen ge stroomd. En nauwelijks was ik alleen, of ik barstte in een zenuwachtig schreien uit, alleen om nog meer toe te geven aan de stemming, waarin ik mijzelf al pratend gebracht had 1 Tegen den morgen ging ik met een brandende koorts op bed liggen nu eens mij zelf daarmee gelukwen- schend, omdat zij tegen den avond zouden denken, dat ik volkomen vei lig was dan weer schreiend omdat ik nu vanavond misschien stervend of dood zou zijn. Zoo tobde ik voort met haar briefje onder de dekens in mijn hand ge klemd en onder mijn lichaam lag het uitstekende wapen, dat ik in de stad had gekocht. Misschien zou ik het niert noodig hebben, maar ik was fatalist genoeg om te veronderstellen, dat dit wel het geval zou zijn. Intus- schen hielp het mij om stil te blijven liggen, mijn gedachten op den avond gevestigd, en de dag zou misschien toch nog gemakkelijk voor mij voor bijgaan. Als ik maar had kunnen slapen I Omstreeks negen uur bracht Jane Brahiiwaite mij een kort bezoek in een half uur was zij terug met thee en geroosterd brood en een veran derd gezicht. Zij maakte niet alleen vuur voor mij aan, maar behandelde mij intusschen precies zooals ln het eerst, beschaafd en met respect Haar veranderde wijze van doen was spoedig geen raadsel meer voor mij ik meende Jane Braithwaite te begrijpen. Het was haar langzamer hand duidelijk geworden, dat Rattray mij niet meer gevaarlijk vond. en met mij had afgedaan, daarom was het ook onnoodig zich nog langer over mij hoos te maken. Toen zij mij 's morgens werkelijk ziek vond ging zij in groote haast naar Kirby Hall haar volgende at tenties waren een daad van gehoor zaamheid, en nu kwam ook Rattray zelf mij bezoeken. HOOFDSTUK XIIL De langste dag van mijn leven. De jonden zag er zoo ontsteld en opgewonden uit, was zoo hoffelijk en toch zoo vrij, dat ik zelfs nu niet met zooveel minachting over hem kon denken als de arme Eva deed. Een schurk mocht hij zijn, maar zeker toch niet zoon verachtelijke scha vuit als waarvoor zij hem had uitge maakt. Toch had hij zloh minnetjes tegenover mij gedragen en nu was ik verplicht zijn vriendelijke, valsche schurkenhand ln de mijne te nemen. Arme, beste kerel. riep hü uit, het spijt rnlj, u hier zoo te moeten vinden. Maar ik was er gis teravond al bang voor Het is niets .anders dan die zware lucht hier t lioe verlangde ik er naar hom te vertollen, wat het was en zijn gelaat daarbij gade to slaan De gedachte aan Eva alleen hield mij terug, en ik antwoordde evenals te voren op een toon, dien ik zoo vriendelijk mogelijk trachtte te maken, dat het zijn kracl tige wijn was en niets anders. Maar u heeft er nauwelijks va* gebruikt. Ik had geen druppel moeten he men. Ik kan het niet verdragen. In- plaats van mij tot bedaren te brengen windt wijn mij tot krankzinnig wor den® toe op. Ik ben bijna aan den rand van den afgrond uit behoefte aan slaap mijn grootste ramp sinds DE ramp. Weer sprak ik de letterlijke waar heid, en weer feliciteerde ik mijzelf, alsof het een leugen was de kerel lieek mij zoo vol medelijden aan, dat ik werkelijk geloof, dat zijn angst even oprecht was als de mijne, cn zijn gevoelens even ingewikkeld. Hij nam mijn hand weer en fronste t de wenkbrauwen, omdat zij zoo bran dend heet was. Hij vroeg naar mijn andere hand, om mij den pols te voe len. Ik moest het briefje loslaten, om daaraan te voldoen. (Wordt vervolgd}.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5