HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 13 NOVEMBER 1909 Haarlemsche Handelsvereeniging Goedgek. by Kon. Beal Tin 12 Nov.1899. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. ,Jn zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni ging toe te treden. Er zijn wei meer 'dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. E'k handelaar, neringdoen de, ja zelts particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men bet werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De vo^rdealen, die de Vereeniging buiten bare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van f 3.50, die gevraagd wordt., De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit-zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen ra information voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur Vereeniging te vragen, die ook in proobduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk aJleen voor zaken betreffende den handel en hei bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voer e*.r> half jaar worden aan genomen, doek slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad f 1.7ó de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan H'tgenhoitz en A. H. J. Menens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Het kantoor is dagelijks geopend van 95 uur. Het bureau der Vereeniging Is ge- ,est:gd Jansweg 1-1. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pot. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vij. cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretention op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af- geloopen jaar gegeven. In Augustus en September 1909 zijn 49 vorderingen tot een bedrag van 1477.38 1/2 betaald; 11 vorderingen worden afbetaald; 9 vorderingen zijn Uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur «n 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor Informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag warden gevor derd. HET BESTUUR. PARIJSCHE BRIEVEN. CVII. Madame Sterahedlund keln En-de I Praat over wat ge wilt over de aëroplane-vlucht, hooger dan de Eif- feltoren, over het rijk betaalde gedeel telijke succes van „La Rampe", het tooneelstuk van Henri de Rotschild, die baron, millionnair, geneesheer, would-be philanthroop en nu ook would-be litterator Is; over het duel tusschen den dramaturg Henry Bern stein en den tooneelrecensent Francis Chevassu, om de minder gunstige cri- tiek, die de laatste geschreven heeft over „La Griffe", het bekende tooneel stuk van eerstgenoemde; over het budgetair deficitover verdere Fer- rer-betoogingen enz., enz. praat over alwat géén verband houdt met het strafproces van madame Steinheil en ge kunt er zeker van zijn, dat ge geen aandachtig gehoor vindt. Parijs heeft thans zijn ooren geplakt aan de muren van het Paleis van Justitie. Zal madame Steinheil bekennen of zal zij niét bekennen? that is the questionl En er zijn ter zake reeds hooge weddingschappen aange gaan door tripoteerende Engelschen en Amerikanen. Het valt. niet te ontkennen, dat ma dame Steinheil een hoogst interessan te vrouw is. Zij heeft, schoon lang geen klassiek mooi, dan toch een lief en, wat meer zegt, belangwekkend ge zicht; zij is in het bezit van een zeer welluidende stem zij is, zooals elke opmerkzame toeschouwer gedurende de zittingen beeft kunnen zien, een ge boren tooneelspeelsterzij is slag vaardig en geestigzij moet een hoogst verdienstelijke zangeres zijn en zeer goed pianospelen zij is een bijzonder merkwaardige vrouw. Laat zoo*n vrouw in aanraking komen met de eerste dignitarissen en notabelen van het land; betrek haar in een moordzaak, een dubbele nog wel ei- lieve, zooveel is er waarlijk niet noo- dig om een gansch publiek over je te doen spreken. Uit het gansche proces is overdui delijk gebleken, dat madame Stein heil den dubbelen moord met geen mo gelijkheid alleen heeft kunnen be gaan. Onder meer is gebleken, dat haar man niet in zijn bed is gesmoord. Aannemende, dat zij schuldig is óf een werkdadig aandeel aan den moord heeft gehad óf dien heeft be raamd rest de vraag, wie haar me deplichtige is of heur medeplichtigen zijn. Zai zij hem, haar of hen verklappen en aldus aan het gerecht overleveren? that is the auestion! Waarom verraadt zij den andere of de anderen niet? Zelfs niet, waar zij beweert, onschuldig te zijn? Van haar verhaal toch over de inbrekers en de inbreekster, „la femme rousse", ge looft bijna niemand een woord. Madame Steinheil liegt. Liegt her haaldelijk. Liegt zonder- een bepaald systeem. Spreekt zichzelf dikwijls te gen. Best.... Maar wie is de moorde naar, or, zoo ge liever wilt, de mede plichtige Over dat onstelselmatige liegen van de schoone beklaagde behoeft men overigens niet zoo verwonderd op te kijken. De onlangs ontslapen anthro- poloog schreef maanden geleden on der meer „Maar mevrouw Steinheil heeft nog andere redenen om te liegen. Zij liegt, omdat zij misdadig is, en de misdadi gers liegen om te liegen, kosteloos, zonder zeiven te weten waarom; zij liegen zelfs, wanneer zij hun verstand hebben verloren. Onder den drang der nevrose wordt zij, om zoo te zeggen, ingepalmd door haar eigen leugen, die zich, in eenig opzicht, met meor klaarblijkelijkheid dan de waarheid aan haar voor doet." Voegt men daaraan toe, dat haar ouders alkoholisch waren en heur moeder vrijwel ontbloot was van zede lijkheidsgevoel, dan is er nog minder reden om zich verrast te toonen, dat madame Steinheil, als degeneratle-ty- pe, zich gedurig in een net van leu gens verwart. Maarwie is de moordenaar Madame Steinheil Is een geboren tooneelspeelster en dikwijls zijn haar beweringen niet in overeenstemming met den klank van haar stem doch in haar herhaaldelijk geslaakten kreet„Ik heb mijn moeder niet ver moord 1" hoort men den onbedrieg- 1 ij ken klank, die de gesproken waar heid vergezelt. Alzoo wie is de moordenaar, in den materieelen zin van het woord En waarom zoekt het gerecht er niet naar De president der „Assises", de heer Ch. de Valles, die blijkbaar veel in de werken van Conan Doyle heeft ge snuffeld, moge der beklaagde nóg zoo veel strikvragen omtrent détails stel len zoolang men „den onbekende" niet op het spoor is, behoeft, dunkt mij, deze magistraat niet te rekenen op uitkomsten h la Sherlock Holmes. Het democratische Parijsche pu bliek, dat eveneens gelooft, dat ma dame Steinheil niet de eenige schul dige in deze spannende zaak is, zin speelt er op, dat „l'inoonnu" een hooge oome uit de politieke wereld is, die, om de wille der maatschappelijke orde, door de bepolitiekte justitie ge spaard dient te blijven. Toch geloof ik, dat er „langs lij nen van geleidelijkheid" meer uit den mond van deze vrouw is te halen. Dit staat in verband met de psychopathie. Als de rechter de uitingen der be klaagde meer „a la lettre" of „au pied de la lettre" opnam, en daarnaar elke vraag richtte. Er zijn, helaas, men- schen, wier geweten hen vrijspreekt, als hun algemeen© leugen wordt ge dekt door den schijn van een bijzon dere waarheidsuiting. Zoo schreef iemand eens een anathema over anonieme brieven. Den schrijver van een anoniemen brief met kwade be doelingen vond hij laf, precies zooals gij en ik dat vinden. Het is best mo gelijk, dat hij het zoo meende. Doch ziehier het psychopathisch geval. Ik ben in het bezit van een antwoord op een aan hem gerichten brief, welk bescheid een anonieme scheld- en lasterbrief is, geschréven door een derde. Hier hebben we dus het merk waardige geval, dat iemand 't schrij ven van een anoniemen brief een laffe, gemeene daad vindt, maar niet opziet tegen het laten schrijven van een dergelijk epistel. Ik zou wel willen, dat de heer Oh. de Valles minder la Sherlock Hol mes-en meer A IA Cesare Lombroso deed Enfin, laten wij kalm het verloop van het verdere verhoor afwachten. Indien het waar Is, dat ten slotte de waarheid altijd zegeviert Ook in deze zaak is de „note gale" niet weggebleven. Man weet, dat madame Steinheil in de gevangenis Saint-Lazare preven tief is opgesloten. Men weet ook, dat een van de stations te Parijs de Gare Saint-Lazare heet. Postbeamben wierpen postzakken in een kar en riepen daarbij telkenmale den naam van bet station af, waar been de postzak ter verdere expeditie moest worden vervoerd. Gare du Nord Gare de l'Est 1 Gare de Lyon I Gare Montparnasse 1 Gare d'Orleans 1 Gare d'Austerlitz 1 Madame Steinheil' Oef Madame Steinheilund keln Ende OTTO KNAAP. Amsterdamsche Kont. CCC1X. Winter 1 Wel is 't nu winter. Was 't gure najaarsweer al in October gearri veerd, nu de slachtmaand in 't land is, wordt 't dag aan dag venijnig kou der, al mogen we nog dankbaar zijn voor 't droge weer en 't vriendelijk lachje van de zon. Jammer dat dat zelfde lachje voor velen zoo valsch, zoo boosaardig is, want helaas niet ieder heeft wat te slachten. Het is een harde tijd voor hen, die hun fatsoen moeten houden en toch met het nij- pendst gebrek te kampen hebben, die mijlen ver staan van alles wat naar liefdadigheid riekt en al zoo gelukkig zouden zijn als ze maar een weinigje liefde en welwillendheid van hun om geving genoten. En dezen, geplaatst in het milieu der groote steden benij den het platte land, waar geen werke lijke onverdiende armoede geleden wordt, omdat ieder elkaar kent en vóór dat de nood ergens nijpend werd, en altijd Iemand klaar zou staan om te helpen. Dat de winter hier al vroeg zijn In trede deed door het al te vroegtijdige schaatsenrijden is den getrouwen le zers van de „Amsterd. Kout" ook al lang bekend. In September j.l. schet ste ik u al In mijn Kout, die tot onder schrift droeg„Amsterdam op rolle tjes" hoe liet overoude vermaak van het rijden op rolschaatsen was her leefd de liefhebberij heeft zich, gelijk het met al die modedingetjes gaat, uit gebreid, en bet eene na het andere blad doet thans de merkwaardige ont dekking, dat 't op de Amsterdamsche straten thans op rolletjes gaat. Zelfs de N. Rott. Crt., anders zoo bij de pin ken, vertelt dit nieuwtje in haar avondblad van 9 Nov. Als men het Haarl. DagbL van ong. uit. Sept. had gelezen en geciteerd, had dit Ned. Hoofdorgaan haar lezers wat vlugger kunnen inlichten. 't Is winter en nu wordt er dus ook meer dan vroeger gedacht aan lezen. Véél lezen wordt hier niet gemakke lijk gemaakt, in dit opzicht komt Am sterdam b.ij andere groote steden zeer achteraan* Want hoe goedkoop de boeken ook worden, iemand met zeer beperkte middelen, die behalve de noodige dagbladen een paar boekwer ken per week wil doorlezen, kan die onmogelijk alle koopen. Hij moet dus op andere middelen zinnen en wordt bijv. lid van een leesgezelschap, maar ook daarvan is de prijs nog al hoog, als men niet al te ouden kost ver langt. Bibliotheken waar men tegen 5 cems per deel een weel; lang kan le zen, vindt men wel in alle wijken, maar deze zijn over 't algemeen maar magertjes voorzien; alleen de ouder- wetsche bibliotheek van „Kraan" in de Lange Niezel met ong. 25.000 num mers, maakt hierop een gunstige uit zondering. Maar.... waai' er zoo wei nig groote bibliotheken zijn, is het te begrijpen, dat wanneer men daar een werk wenscht, dat bijzonder in trek is, men soms weken moet wachten vóór net vrij komt en dan is de lief hebberij er al weer af. Ook met leeszalen en gratis biblio theken is de hoofdstad zeer schaars bedeeld. Wel hebben we bier de Uni versiteitsbibliotheek, maar deze is zoo „geleerd" saamgeBteld, dat de ge wone man er niets aan heeft. Het is een prachtige instelling voor geleer den on a.s. geleerden, maar men vindt er noch couranten, noch tijd schriften, noch werken van de mo derne letterkunde. Iets beter was dat indertijd nog in de leeszaal van „Ons Huis" in de Rozenstraat, al was ook daar de keus beperkt. Hier werd ech ter nog een kleine entrée geheven, en de leeszaal was ook niet alle da gen, en dan nog maar op bepaalde men geopend, wat tot gevolg had. dat er een bepaald genre bezoekers kwa men, menschen, die aan geen tijd of uur gebonden waren en met hun lee- gen tijd geen weg wisten. In Rotterdam is dat heel wat beter ingericht. Daar vindt men in de Boy- raansstraat de Gemeentelijke leeszaal, die van 's morgens 9 tot 's avonds ló uur onafgebroken geopend is en waar men naast wetenschappelijke werken ook romans, tijdschriften, brochures en dagbladen van allerlei richting kan raadplegen. Waar zooveel ge daan wordt voor de algemeene ont wikkeling, zou een uitgebreide lees zaal, waar ieder in de gelegenheid werd gesteld allerlei bronnen te raad plegen en den geest te verruimen, vooral in deze winterdagen, In eene dringende behoefte voorzien. Aan ont spanning, die lonter vermaak is, zon- der veel nuttige kennis aan te bren gen, heeft men in de hoofdstad nu juist geen gebrek. Opmerkelijk is het echter, dat de belangstelling voor en de loop naar de variété wat minder wordt dan eenigen tijd geleden. Het zwaartepunt wordt niet ten onrechte gezocht in de herleving der operette. Precies als in Duitschland, waar men dan ook zingt Einstmals war die Operette Sehr beliebt in Deutschen Gauen, Spater wurde sie vergessen Variété gab viel zu schauen. Plötzlich kommt „die Lustige Witt- we", Diese eüsse, kleine, nette, Fall und Strauss und manche andre Alles schreibt jetzt Operette, Erst gab es éb zwei, drei, Aber kaum war noch ein Jahr vor- bei, Da war ein Dutzend schon dabei, Die reinste Hexerei. Leo Fall Is tegenwoordig zóó in de mode, dat het wel lijkt, of de heele wereld uit gescheiden vrouwen en Dollarprinsessen bestaat. Ik heb nu in kort beide operetten gehoord, en ben het volkomen eens met een vroe ger elders geuite meening, dat het Duitsche operette-genre er al weer niet op vooruit gaat. De Gescheiden vrouw maakt den indruk gecompo neerd te zijn door een handig musi cus, een die geestig kan instrumentee ren, die uit eenige motieven alles weet te halen wat er in zit, maar veel oorspronkelijks en frisch bevat ze niet. Ze is altijd talentvol, maar nooit geniaal gecomponeerd. Muzikaal hoo ger staat zeker nog de Dollarprinses en in veel sterkere mate is dit met het libretto het geval. De Dollarprinses is tenminste 'n operette, de Gescheiden vrouw een Prot-stuk met muziek. Ontneemt men er het piquante aan, dan blijft er niets over en als sommi ge collega's liet tooneeltje tusschen den heer Kiehl en mej. Sohns dan ook zoo'n enorm succes noemen, dan lijkt mij dit wel eenigszins een sleur. Intusschen de loop is nog altijd naar het Remhrandttheator en dit is te begrijpen door het uitnemende spel en den lieven zang van de oltijd- jong blijvende mevr. Buderman en van haar niet minder voortreffelij- ken partner, den heer Kreeft, 't Was een genot, die beiden te zaarn te zien spelen. Waar ik in deze kout in enkele gevallen een vergelijking maakte tusschen Amsterdam en Rotterdam en even do „variété" noemde, wil ik hier aan toevoegen dat het moderne variété-wezen wat gebouwen betreft in de Maasstad hooger staat dan in de Amstelstad. In de laatste vindt men 't Circus Carré met 'n primitieve foyer en „Flora", waar het voor het publiek toegankelijke Wiener Café als foyer gebruikt wordt. In Rotter dam hebben daarentegen zoowel 't Circus als Casino verschillende foyers. In het eerste een in de pro menade en een tweede waar een klein orkest aanwezig is; eertijds stond ook het programma hier aan de spits van 't Ned. variété-wezen Dit was onder directeur Pflëging, een airtist die bij hem gewerkt had kon overal terecht. Z'n opvolgers waren echter minder in dit werk doorkneed. Met 1 Jan. komt Henri ter Hall thans met z'n nieuwe revue „Opste ken, heerenl" als „nummeir" in het Casino onder directeur Soesman. Het Casino is weinig in overeenstemming met het algemeen verspreide voor oordeel dat Rotterdam een gx*oot dorp zou zijn. Behalve de gewone foyer, vindt men hier een biergrot, met at tracties als ik tot nog toe alleen in Luik zag en boven een niet-rooken- foyer, weelderig en mondain inge richt, schitterend verlicht en met 'n keurig strijkorkest dat de pauze ver aangenaamt. De voorstelling die ik er bijwoonde stond minstens op ge lijke hoogte met 't beste wat te Am sterdam op dit gebied Is te genieten: een nummer van wonderlijke paar dendressuur bijv. en het duo Davids, dat bijzonder grappige coupletten vertolkte, Zeeuwscho boertjes (echte) die een kranig flegmatiek acrobaten- nummer uitvoerden, waren hiervan wel de glanspunten. En geen wonder was het dan ook, dat het Casino op alle rangen, van loges tot galerij dicht was bezet. Er- wordt in deze dagen veel ge schreven over de loterij-schandalen. Niet over de overtredingen der wet, maar met de wet In do hand: de moeite die men heeft om een „twin- tigjé' te koopen, waardoor de men schen een heelen nacht op den Dam voor het kantoor van Cretier en K-ramp hebben gestaan. In „.ingezon den stukken" worden allerlei dwaze raadgevingen gedaan om dit euvel te verhelpen. Zoo stelde iemand voor een deel der nieten over de vier eer ste klassen te verdoelen. Maar hoe zou 't dan met do klassikale loten moeten gaan? Dan kwam de staat, wanneer deze vroeger uitlootteu toch nooit aan zijn 3.501 Het eenige middel ter ver betering zou dunkt mij zijn uitbrei ding van het aantal loten en Ln gelij ke verhouding van 't aantal prijzen en instelling van een centraal-bureau dat, wanneer de collecteur geen lo ten meer voorradig heeft of wil ver- koopen, na ontvangst van postwis sel een lot per post toezendt. Ik ge loof niet dat het noodig is dit denk beeld nader toe te lichten, maai- als een der' lezers bet wenscht ben ik er gaarne toe bereid. H. HENNING Jr. Werkloosheid op Urk. Men schrijft ons: De werkloosheid is de hydra van den tegenwoordigen tijd. Met geen pen is te beschrijven de ellende, wel ke zij in haar nasleep heeft. Niet alleen in onze volkrijke stedent maar evenzeer in de landelijke plaatsen, alsmede op het ge'isoleerde eiland Urk, doen zich, vooral in het barre jaargetijde, de treurige gevolgen ge voelen. Sinds tal van jaren zijn ook hier pogingen in 't werk gesteld den strijd tegen dezen vijand der maat schappij aan te binden, tot in den loop van dit jaar zich eene commissie vormde, met onzen hooggeacht en burgemeester aan het hoofd, die een plan beraamde, dal aanvankelijk tot uitvoering kwam. Een manden- en stoel en makerij werd opgericht, in de blijde hope, dat deze nijverheid tot eenigen bloei zal komen, om zoodoende, inzonderheid in den winter, wanneer do Visscherij tot- gedwongen rust is gedoemd, een nieuwe bron van bestaan te openen. De 10e November 1909 zal, moch ten de hoopvolle verwachtingen dor commissie vervulling erlangen, voor Urk steeds in blijde herinnering voortleven. Op dien dag toch heeft onze burgemeester, als voorzitter der commissie, in tegenwoordigheid van vele genoodigdeu en belangstellen den, plechtig met een openingsrede de manden- en stoelenmakerij in het gebouw zelf aan hare bestemming ge wijd.Onder ademlooze stilte ontvouw de de voorzitter een drietal punten, nl. ten eerste om welke reden de commissie handelend optrad; vervol gens waarom juist deze tak van nij verheid werd gekozen en eindelijk in welken geest zij hoopte werkzaam te zijn. Klaar en in forsche trokken werden doze hoofdzaken achtereen volgens ontwikkeld. Op maatschap pelijk terrein is de toestand verre van rooskleurig. De visscherij ls lij dende en geeft geen voldoend be staan. Met elk jaar wordt die toe stand ernstiger en in bangheid des Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Wanneer den menscli iets onaange naams overkomt, is hij dadelijk ge neigd om daarvan aan iemand of iets, huiten zijn eigen kring, de schuld te geven. Ik denk daarbij aan den ko ning, wiens leger een nederlaag had geleden en die daarom zijn veldmaar schalk bij zich liet komen, dien hij met verwijten overlaadde. „Sire", zei de veldheer, „we zouden den veldslag stellig gewonnen heb ben, wanneer de vijand zich maar niet zoo buitengewoon krachtig ver dedigd had Dezer dagen hebben we in de cou ranten kunnen lezen, dat wanneer ons gaslicht slecht is, dat aan an dere dingen moet worden toegeschre ven, dan aan bet gas. Voordat de een of andere flauwe grappenmaker gaat Wagen, of het dan soms ligt aan de petroleum of aan de vetkaars, wil ik dit toelichten. De zaak is deze. „Wij leveren", ?<oo betoogt ongeveer dé di rectie vea da fabriek, „goed gas het Is aan jullie, dat om te zetten in goed licht I" Die jullie is dan de rest van de bewoners der gemeente. Om er maar 'ankele te noemen aannemen», die In de hulzen die ze bouwen leidingen leggen van onvoldoende wijdte, archi tecten die daar niet op toezien, fit- Hfcrs, die er geen verstand van heb- pen, en gebruikers, die er niets van jbegrijpen. Een loffelijke poging wordt gedaan om in een cursus, dien de adjunct-directeur van de lichtfabrie ken, de beer Blokhuis, geeft, althans de fitters tot uitgebreider kennis op te voeden. In de pas verschenen me- dedeeling wordt een gelijke poging gedaan tot opleiding van het publiek en de directie schijnt de architecten en aannemers hopeloos verloren te achten, of meent, dat ze wel tot rede gebracht zullen worden, als maar eerst liet publiek eenmaal zijn eischen heeft leeren stellen. We weten wel, hoe 't thuis gaat, niet waar „Wat brandt de lamp weer slecht vanavond, ls het licht wel op zijn beet Draai eens aan liet knopje Aldus geschiedt en met heel voor zichtig draaien wordt het in de ka mer wel iets minder donker, maar niet lichter. „Is het soms een oud kousje „Welnee, eergisteren pas gekocht. Ik begrijp er niets van, t is akelig tegenwoordig met dat gas. 'k Geloof, dat ze er wat In doen 1" Hiermee hokt het gesprek, daar niemand weet, wat er eigenlijk ln ge daan zou kunnen wezen. De familie schikt zich in de halve duisternis, tot dat er een opmerkt, „of het ook in de drukking kon zitten „De directeur zit zeker weer op de leiding", meent de jongste van de familie, die wegens zijn leeftijd nog den moed heeft, deze aardigheid te debiteeren. En de gedachtenwisseling eindigt met de verzekering, in den regel door het hoofd dfta gezins ten beste, gege ven, dat „die gemeente-exploitatie toch ook niet alles is." Dit laatste is een hoogst onbillijke opmerking, want toen de Impe rial nog gas leverde, waren er evengoed klachten. Toen placht pa te zeggen „met zoo'n concessie ben je eenvoudig aan de willekeur overgele verd de gemeente moest de gasfa briek exploiteeren." Maar dat is hij natuurlijk nu al lang vergeten. Is dat dom Goed, dan ls bij dom. We zijn allemaal dom op gasgebied. Vraag maar eens aan de gaskundi- gen, ze zullen u zeggen, dat liet pu bliek van gas niet het flauwste begrip heeft. Kom je bij diegenen, die de wa terleiding beheeren, dan is hetoch, wat weten de menschen van de wa terleiding af En zoo dito bij 't slacht huis en idem bij de gemeentereini ging en eveneens bij de dokters en de gemeente-ambtenaren, en als u mij vraagt, wat de menschen van de journalistiek afweten, dan verzeker ik u, dat het er treurig mee ge steld ls. Maar nu wensch ik dan toch op te bomen voor de onwetendheid. Het ls ons recht, wil ik beweren, om niets te weten van gas, het is zelfs tot ze kere hoogte onze plicht. Waar zou den anders de deskundigen blijven I Als iedereen van een onderwerp op de hoogte is, kan er in deskundigheid geen verdienste meer steken. Daarom zou ik aan de directie van de lichtfabrieken willen vragen „re kent ons onze domheid niet te zeer aan 1 Ze is yap onze personen onaf scheidelijk, ze hoort bij ons vak van leek En wilt ge wat doen, om ons aan beter licht te helpen, verspreidt dan aanvraagbriefjes om hulp, waar op vragen staan, die we hebben te beantwoorden en voeg daar envelop pon bij met het gedrukte adres van de Lichtfabrieken er op. Is er dan stoornis, dan is er althans grooter kans, dat we onze bezwaren inzen den. Nu komt het in de meeste geval len zoover niet. Want als de huis vrouw nu zuchtik kan bij dit licht mijn draad niet door de naald krij gen, dan zegt vader wel vastberaden: „morgen schrijf ik een briefje aan de fabriek", maar ls het in den regel den volgenden dag alweer verge ten 1 Maar hoe, als de deskundigen zelf desonkundig zijn Dan wordt de zaak hachelijk. Welnu, zooiets is mij dezer dagen bij de post overkomen. Een briefkaart, waarop mijn twee voorletters duidelijk wanen neerge schreven, werd kalmweg bezorgd bij een naamgenoot met twee heel an dere voorletters. Ik ging natuurlijk klagen. Nu krijg je, als je beklag doet bij eene onenbare instelling, nooit heelemaal gelijk. Ik kreeg namelijk ten ant woord, dat een adres volledig be hoort te wezen, dat, er straat en huis nummer op behooren voor te komen. Nu weet ik niet recht, hoe ik daar voor in de toekomst moet zorgen. Vijf en een half millioen circulaires ver- Zenden aan de Nederlanders, die mij wel eens zouden kunnen schrij ven, ls ietwat kostbaar en min of meer tij droovend. Advertentiën hebben ook hun be denkelijke financieele schaduwzijde. Maar ik kreeg voor de andere helft gelijk. De schuld lag namelijk aan een zeer jong besteller uit Arnhem, die pas aan het Haarlemsche kan toor werd geplaatst, zoodat hem de stad en de Inwoners totaal vreemd zijn. Dit geval moeten we eens even wat nader bekijken. Welke kunde moét een brievenbe steller in de eerste plaats bezitten Hij moet de stad en de menschen kennen. Dit is zóó duidelijk, dat je onwille keurig vraagtmaar wie krijgt het dan ook in zijn hoofd, om iemand uit Arnhem naar Haarlem te sturen De stakker kan immers van Haarlem niet op de hoogte wezen 1 Een desonkundige deskundige dus I Ik heb vernomen, dat deze manier van overplaatsen wijsheid van het hoofdbestuur ls. De jonge telegram bestellers worden geplaatst in vaca tures voor brievenbesteller. Bleven de Haarlemmers bier en de Arnhemmers in Arnhem, dan ging alles goed. Nu worden de menschen overgeplaatst, en tobben minstens een half Jaar lang.... tot schade en verdriet van de ingezetenen. Hoofdbestuur wil immers zeggen, dat je moet besturen met je hoofd Bach's eerste concert heeft Veel succes gehad, dank zij de.... deskun digheid van de uitvoerenden. En die van het bestuur. Want het is nu zoo ver, dat er geen dame meer binnen komt met een hoed op. Uit is het met de hoedentobberij. Mag ik dat aan andere groote vereenlgingen, Toon kunst, Zang en Vriendschap, eens ter navolging aanbevelen Herinneren de leden zich do sym phonic van Mahler nog Die afgrijse lijke notenhutspot met één klein brok je naspeurbare melodie er ln, dat dan ook hemelhoog werd geprezen I Welnu, ik heb gehoord, dat er weer een nieuwe is, die de leden van Bach ook te hooreu zullen krijgen. De vo rige duurde vijf kwartier, deze ander half uur. In den winkel koop je noten bij 't pond, maar Mahler levert ze bij centenaars. Als hoofddeksels nog in de concert zaal toegelaten waren, nam Ik een groote winterpet met oorkleppen mee. Nu zijn watten aangewezen. Als we Mahler toch niet ontloopon kunnen, zullen we zijn lawaai ten minste dempen 1 Het drukfoutcn-duiveltje was dezen keer in het tekstboekje van Bach aan zijn bewaker ontsnapt. In het bij schrift van Les Préludes van Liszt wordt deftig verklaard, dat de mensch er niet toe komen kan lang te genieten van debalnfalsante 11 d e u r, die hem aanvankelijk in de stille natuur bekoord heeft. Bainfaisant de verstrooide zetter heeft blijkbaar aan een lauw bad gedacht. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5