HAARLEM'S DAGBLAD. TW!SSJ?!^S_
2ee
- y
haarlemsche
Handelsvereeniging
Goed gek. bfi Kon. B«l. Tan 12 Nor.lBÖÖ.
Da Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer veie gevallen, zaken van ver
schil lenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blyk geeft, dit te
waardeer en, door als lid der Vereeni
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de. ja zelfs particulieren, moesten lid
war-Ito, om ten minste to laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hsDd vindt om te doen.
De voordoe len, die de Vereeniging
buiten Nare bemoeiingen van ver-
«chiL-oxuen aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bert,oeit zicb in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers vyor hen tot. betaling aan te
manen en information voor hen in te
w i nr.n-ii. bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur dei' Vereeniging te vragen,
die ook m proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlek alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad f 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver-
eeuiging zijn de heexen Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens,
Epaarrue 94, alhier, die voor de leden
alken werkdag van 2—4 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging Is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf ceuts porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 -ets. voor porto-
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af
gelopen jaar gegeven.
In Augustus en September 1909 zijn
49 vorderingen tot een bedrag van
1477.38 1/2 betaald; 11 vorderingen
worden afbetaald; 9 vorderingen zijn
uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames;
of wat ook, moeten worden geadres-
seert aan het Bureau, dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Precies een jaar nadat de eerste
proefneming met de postzegel-auto
maat mislukt was, doordat ik meen,
een slagersjongen eenige malen har
der aan de knop trok, dan te verdra
gen kon, is het toestel weer in het
postkantoor teruggekeerd voor nieu
we beproeving, ik bedoel proefneming.
Want dat de automaat nu weer een
beproeving, dat is een hinder voor de
gebruikers zou wezen, hoop ik waar
lijk niet. De ijver en het geduld van
den uitvinder verdienen zonder twij
fel een betere belooning.
Overigens heb ik nooit onder stoe
len ca bonken gestoken, dat ik met
automaten met dweep. Om allerlei re
denen, waarvan deze er een is. dat de
wereld al voel te vol is van automa
ten. Dat zijn namelijk u, ik en ande
ren. 's Morgens beginnen we met i
automatisch op tB staan, gaan ons
vervolgens automatisch wasschen,
steken in de opening, bij metalen
automaton spleet, bij menschelijke
automaten mond genoemd, datgene
wat noodig is, om ons te brongen tot
het automatisch volvoeren van onze
automatische plichten. Zoo gaat de
eene dag na den anderen voorbij. Wc
ontmoeten andere automaten, praten
er mee, lachen er cm en worden af en
toe met schrik gewaar, ons auto
matisch leven weer met eenige Jaren
Is vooruitgesneld.
Enkelen onder ons wc en daaraan
jo ontkomen. Dat zijn de besten. Maar
matiën knm bekomen, en brengt nn
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der V ereenigimg
informatiën door haar worden ver-
6trokt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
PAR1JSCHE BRIEVEN.
CVUL
Nogmaals over de Steinheil-affaire
voor den laatsten keer... misschien.
De vrijspraak van mevrouw Stein-
heil is te Parijs over het algemeen met
instemming begroet.
Het moet erkend worden, dat de
desbetreffende rechtszittingen ons
heel veel hebben geleerd.
Te voren was bijna iedereen over
tuigd van de schuld der beklaagde.
De schijn was ook sterk tegen haar.
Zij had gelogen, veelvuldig gelogen
zij had zichzeJve tallooze malen weer
sproken zij had Rémy Couillard en
Alexander Wolff valschelijk beschul
digd kortom, zij had tallooze din
gen gedaan, die hij schier elkeen de
meening deden ontstaan en postvat
ten, dat zij, zoo niet de eenige, dan
toch de hoofdschuldige ter zake was.
En ziet.... het langdurige verhoor,
zonder noodelooze wreedheid geleid
door den president De Valles, dat
verhoor hoeft niets, letterlijk niets
aan het licht gehracht,, dat haar ook
maar eenigszins als de ware schuldige
aanwijst.
Niet eén getuige „A charge" was er,
die zijn vroegere verklaringen niet
weersprak nu en dan, zelfs geheel her
riep soms.
En het requisitoir van den advo
caat-generaal Trouard-Riolle, die,
langs een omweg, haar van mede
plichtigheid aan den moord op haar
echtgenoot beschuldigde de moe
dermoord werd, als ondienstig in de
strafrede, voorzichtigheidshalve ge-
elimineerd en, zonder het woord te
noemen, de doodstraf voor haar eisch-
te dat requisitoir hing als droog
zand aan elkaar, wemelde van onder
stellingen, vermoedens en valsche ge
volgtrekkingen, en leek wei een paro
die op de rechtspraak, een parodie,
waard om door een modernen Molière
duchtig over den hekel te worden ge
haald.
Gelukkig, dat er geen leden der
schoone sekse in de jury hebben geze
ten. Anders ware madame Steinheil
waarschijnlijk veroordeeld geworden.
Behalve sommige anti-Dreyfusards,
die nog steeds hardnekkig beweren en
volhouden, dat de dood van Felix Fau-
re indertijd door madame Steinheil,
als 1 asthebster der Dreyfusistische
partij, is bewerkt, zijn het slechts nog
eenige dochteren Eva's, die misnoegd
zijn over de uitspraak der jury.
Een vrouw, die zóó'n verleden
achter tich heeft; die zich zoo slecht
gedroeg die er niet tegen opzag, an
deren, die heelemaal onschuldig zijn,
vaisch te beschuldigen en zoo wel
licht aan den heul over te leveren
zoo'n vrouw is tot èlles in staat, dus
ook tot den moord op haar man en
haai' moeder.
Pardon, lieve mevrouw, er zijn
verschillende ondeugden, maar die
verschillende ondeugden behoeven el
kander toch niet te vergezellen. Het
moreel gevoell is zóó ingewikkeld, dat
zelfs de grootste menschenkenner niet
met zekerheid kan zeggen, of de eene
ondeugd de andere noodwendig aan
zich scha kelt. Madame Steinheil moge
een los leven hebben geleid, kunnen
liegen alsof het gedrukt staat, niet
van haar man hebben gehouden, hem
zelfs hebben verafschuwd en tóch
benocit zij nog niet tot een moord in
staat te zijn. En zelfs indièn zij daar
toe in staat ware hééft zij, waar het
op aankomt, dien bedreven of doen
bedrijven Er is geen enkel materieel
bewijs. En wat heteekent uw ^movefi
le overtuiging", waar die gegrond is
op den schijn der dingen en u het in
tieme leven van madame Steinheil
niet schrede voor schrede hebt ge
volgd Stel u toot, dat u de doecL
straf of een andere zware straf voor
haar hndt uitgesproken, en het later
zou blijken, dat zij onschuldig was....
de anderen zijn automaten, alleen be
ter vertrouwbaar, dan hun ijzeren
collega's, die op het meest on ge-
we nsc li te oogenblik, plotseling en zon
der redelijk motief, den dienst plegen
te weigeren.
Zoo'n automaat is Klaas ook. *s Mor
gens wordt er water in zijn buik ge
pompt, kolen worden er onder ge
gooid, die weldra flinke hitte ver
spreiden, zoodat Klaas van benauwd
heid witte damp en zwarte smook be
gint uit te blazen en er vandoor gaat,
langs de smalle rails van het De-
cauville-spoortje, waarover hij te
Overveen wagens met zand vervoeren
moet Want Klaas is de locomotief
van deze lijn. Een automaat van de
ergste soort Op bevel giert hij de be
woners van Kweekduin, zoo niet uit
hun eersten, dan toch uit hun laat
sten slaap, op bevel trekt hij de
zandwagens heen en weer. Zonder be
vel weliswaar werkt hij in 't belang
van den schilder, dte over een maand
of wat de min of meer besmookte ge
vels in de buurt zal hebben op tefris-
schen en evenals een automatisch
mensch, tusschen zijn half werktuig
lijke bezigheden door, wel eens een
dolligheidje doet zoo ook had Klaas
in den beginnen wel eens de aardig
heid, om te vallen en naast de rails
te gaan liggen. Daar zulke buitenis
sigheden evenwel van een goeden
automaat niet geduld kunnen wor
den, is daaraan gauw een eind ge
maakt.
Waarom deze locomotief Klaas is j
gedoopt, moot in Kweekduin al meer-
maJp.-rc een onderwerp van ernstige be-
Wat overigens bet valschelijk beschul
digen van Rémy Couillard betreft de
beschuldiging was te onnoozel dan
dat zelfs de grootste leek er zich door
van de wijs kon laten brengen.
Zeker, haar daad was zeer laak
baar, doch kunt u u niet voorstellen,
dat een in alle opzichten gekwelde
vrouw dat deed om, maenende, dat
hij er misschien meer van moest af
weten, Rémy Couillard, het bangige
knechtje, tot spreken te dwingen
Vindt u verder niet. dat alle leugen
achtige beweringen van madame
Steinheil zoo weinig stelselmatigs en
houdbaars inhielden, dat niemand,
die maar wat dieper doordenkt, in
haar een geraffineerde misdadigster
kon zien, wèl daarentegen een vrouw,
die, onder den drang van een nood-
lottigeai samenloop van omstandighe
den, naar positieven min of meer ver
loren had Ten slotte een onderstel
ling. Gesteld, dat de geschiedenis der
leviten niet geheel of heelemaal niet
waar isgesteld, dat zij, onschuldig I
aan den moord, toch wel weet, wie de
moordenaar is of de moordenaars
zijn gesteld, dat de moordenaar haar
op den bewust en nacht, om welke
reden dan ook, gespaard heeft, doch
haar bedreigd heeft met zijn wraak,
uitloopende op haar dood, indien zij
bem ooit varraden zou zoudt gij.
mevrouw, in de plaats van madame
Steinheil den moordenaar aan het
gerecht durven overleveren Uw le
ven en dat.... uwer dochter zoudt gij
niet meer zeker zijn, en de dooden,
uw moeder en uw man, zoudt ge er
toch ni-ai levend meê kunnen maken...
A propos, er is een inktvlek op haar
lichaam en er zijn inktspatten op den
vloer gevonden. Is het niet mogelijk,
dat madame Steinheil de haar afge
perste verzekering van stilzwijgend
heid op schrift heeft moeten bekrach
tigen De hendon van apaches, uit
alle mogelijke standen laatst is er,
zooals u weet, een „heer" als straat-
roover gevat, zijn goed georgani
seerd, en de schending van eene
schriftelijke, dus te controieeren be
lofte zou haar aan de wraak van de
gansche organisatie kunnen bloot
stellen
Tóch geloof ik, da.t madame
Steinheil schuldig is, en het spijt mij,
dat zij haar niet veroordeeld hebben,
zij, de „complaisnnte" jury-leden.
Praat daar nu maar tegen
De „complaisante" jury besiond dit
maal, dank zij het initiatief van
Aristifle Brianflden minister-presi
dent, grootend eels uit werklieden.
Menigeen vreesde tevoren, dat de
uitspraak der aldus samengestelde
jury, op een veroordeéling zou uit-
loopen, in verband niet het feit, dat
Rémy Couillard en Alexandre Wolff,
heiden heihooremde tot den werkenden
stand, door de beklaagde valschelijk
beschuldigd waren geworden.
Gelukkig bleek die vrees ongegrond
te zijn. De jury deed een onpartijdige
uitspraak, gezond, rechtvaardig, ge
heel vrij van klassenhaat en van
Tro uardrRioolsche ónlogica, In dat
opzicht is de>ze „cause célèbre" «ene
dagleekeuing in de geschiedenis der
ca'un iuecle rechtspraak.
Voor wie nog mochien twijfelen aan
de onschuld van madame Steinheil,
laat ik hieronder Fern and Desinoulin
aan het woord, den schilder-graveur
en philanthroop, die zich sedert drie
jaar tot taak heeft gesteld, de gevan
genen te bezoeken en hun met woord
en daad troost te brengen.
„ïn den beginne was ik als ieder
een, ik zei tot mezelf -• „Ik weet niet",
intusschen, hij eik van mijn bezoeken,
vond ik haar uitermate heftig in de
bevestiging van haar onschuld, en in
haar protesten tegen heur gevangen
schap en de beschuldigingen, die op
haar rustten, hoorde ik den klank
van ontroerende oprechtheid..
Ik wist niet, wat te denken... Doch
op zekeren dag stond mijn overtui
ging vast.
Luister... Ik had, op een tafel bij
het voeteneind van haar bed, een
klein portret opgemerkt, dat steeds
geleund stond tegen een raas van
kleurloos glas, waarin bloempjes, uit
gerukt tusschen de steen en va n het
gevangenispe-rk, verwelkten de
eenige versiering van haar triestige
eed.
Nooit had ik dat portret van dicht
bij kunnen zien.
Op zekeren dag, dat ik de cei bin-
spreking hebben uitgemaakt. Tegen
over de nuchtere veronderstelling, dat
de eigenaar zijn jongste zoontje heeft
willen vernoemen, steekt gunstig af
het denkbeeld, dat de naam een ver
korting zou zijn van den vermaarden
Klaas Vaak, die immers ook zoo
druk met zand pleegt te werken. Deze
meaning werd evenwel ernstig bestre
den door anderen, d»e er op wezen,
dat het nooit de taak van Klaas Vaak
kan wezen, de menschen in den vroe
gen ochtend wakker te fluiten uit
hun slaap.
Naar ik per particulieren zandtrein
verneem is evenwel de bestuurder van
Klaas er stellig van overtuigd, dat de
omwonenden op het oogenblik dat hij
met Klaas voor 1 eerst over de rails
rolt, behooren op te staan, daar het
buitenmenschen niet past, om zoolang
in de voeren te liggen.
In deze quaes tie begeef ik mij niet,
daar is ze mij te netelig voor. Maar
wat ik wel wil verklaren is dat ik,
zooeven over automatische menschen
sprekende, daarvan in gedachten den
Bloeroenüaalschen politie-inspecteur
Lokerse nadrukkelijk heb uitgezon
derd. Met belangstelling heb ik name
lijk gelezen, dat deze een wolf
heeft aangeschaft voor de fokkerij van
politiehonden, waarvoor hij zich bij
zonder interesseert. Op zoo'n denk
beeld zouden geen tien automaten sa
men gekomen zijn, daar ligt waarlijk
oorspronkelijkheid In.
Op deze manier worden de dieren,
die zich rustig In onze menschelijke
samenleving bewegen, alweer met
een nieuwe soort uitgebreid. We we
d antra d om er een gezellin van ma
dame Steinheil te bezoeken, vond ik
haar alleen, terwijl madame Stein
heil in de spreekkamer met haar ad
vocaat Authony Aubin was ik zag
hei portretje van dichtbij en ik onder
vond een groote ontroering, toen ik
de afbeelding van baar moeder her
kende.
Welnu, mijnheer, ik heb ondervin
ding omtrent misdadigers er bestaai
er niet één, niet één, hoort u, in staat
om in een intiem, onmiddellijk tête-è-
tete te leven met de beeltenis van zijn
slachtoffer.
Ik heb veel misdadigers gezien,
mijnheer telkenmale, dat ik, toeval
lig, er toe moest komen, niet hen over
hun zaak te spreken, worden zij be
vangen door een bijzonderen angst,
die zich kenbaar maakte door sidde
ringen.
Indien ik den oudrawnoordenaar
Duchemin vóór bet portret van zijn
moeder had gebracht, zou hij go-
vlucht zijn.
Eens, toen ik mest Qnesnel over zijn
misdaad sprak, begon hij te beven,
eu riep uü „O mijnbeer Desmou-
lin, ik bid u1"
Het is een kwelling, die de rechters
van instructie wel kennen de mis
dadigers willen het portret van hun
slachtoffer niet zien.
Mun overtuiging was gevestigd,
toen ik madauie Steinheil bij het
portret van haar moeder zag ie ven.
En het is ten zeerste merkwaardig,
dut zij me nooit zexlo „Kijk. ik heb
het portret van unju oioeuta- bij ine.
Zou ik het kunnen, als ik haar had
cedood
Over haar moeder sprak zij me
nooit dan met liefdeen van haar
echtgenoot roemde zij het goede hart,
de goodheid, zeggentïe „Ah I ais hij
maai' meer energie had gehad 1"
Het was voldoende, haar liet eene
ol andere spoor aan te wijzen, dat tot
de -ontdèltKing van de muondeiiaars
kun leiden, om er haar aan te doen
gelonven. Men zei haar „Hebt u aan
dezen gedacht En zij antwoordde
„Wie v eet misschien....4'
Ik vestig ea- de aandacht op, dat
Feinand Desmoulin bovenstaande
varklaring gaf na de vrijspraak, en
daarmede dus niet den minsten in
vloed op het rechtsgeding heeft uitge
oefend.
Na de vrijspraak...
Sapristil je zoudt Réiny Couillard
voor zijn daden na het rechtsgeding,
na de vrijspraak van madame Stein
heil een geducht pak slaag toedienen!
Het vreesachtige, laffe knechtje
vaart er al lang wel bij. Hij was een
bekende persoonlijkheid geworden en
wist er munt uit te slaan. Geld kreeg
hij van journalisten en anderen, op
dat hij zijn mond maar opendeed.
Vrije vertering „vrij hof" zeggen
ze in de Noord-Brahantsche
dorpen kroeg hij in de restaurants,
zoodra hij zich tot vertellen zette. Re
clame maakte het wezeltje overal en
overal, ten bate vau zijn geldbuidel.
Dat alles woog waarachtig toch wel
op tegen de paai' dagen preventieve
gevangenschap, die hij had onder
gaan, hij, wiens moreel gevoel zeer
gering, wiens trots nihil is en aan
wiens schuld geen sterveling ooit in
ernst heeft gedacht.
Toen, tijdens de zittingen, madame
Steinheil hem om vergiffenis voor
haar valsche beschuldiging had ge
vraagd, antwoordde hij:
U hebt mij geen vergiffenis te
vragen; ik neem het u niet kwalijk,
heelemaal niet; daarom dien ik Im
mers ook geen aanklacht tegen u in."
Hoe nobel, nietwaar? Een zeer gun-
stigen indruk maakte zijn „beau
geste" op de aanwezigen.
En wat doet de rekel nu?
Hij dient, bijgestaan door den geld-
slaanderigen advocaat Géraud, een
aanklacht wegens lasterlijke aantij
gingen tegen zijn vroegere meesteres
in en stelt een eisch in van eventjes
50.000 francs schadevergoeding. Man
kann 's probieren!
ten het allen, niet waar, dat de apen
by dozijnen op straat rondzwerven,
bovendien heeft menigeen onder zijn
kennissen een slimme vos en ook wel
eens, maar dan minder tot zijn genoe
gen, een brutaal varken. Rotten zijn,
eveneens in grooten getale aanwezig,
meestal in den vorm van ouwe,
sa wie er ;ets tegen heeft om beren
te hooren brullen, moet vooral niet te
de maanden Januari en Februari over
straat gaan.
De heer Lokerse verrijkt dus met
zijn wolf een bestaande en uitgebrei
de menagerie. Ik hoop alleen, dat hij
bet beest stevig vast zal houden en
dat, Indien deze aankoop een over
gang mocht wezen naar leeuw en tij
ger, de gemeente Bloemendaal ergens
I op een geschikte plek een klein A r-
tisje zal gaan bouwen, waar ze in
solide hokken kunnen worden opge
borgen.
Dit ls intusschen we! zeker, dat de
dieven en Inbrekers op deze manier
langzamerhand een grooten afkeer
van Bloemendaal zullen gaan krijgen.
Konden we d'tzelfde maar zeggen van
Haarlem, maar helaas de menschen
worden hier eenvoudig uitgeschud. En
dat zonder de minste moeite. De boe
ven trekken er niet meer, zooals vroe
ger, op uit, maar lokken de slachtof
fers ln huls en plunderen hen daar op
hun gemak, 't Kan niet eenvoudiger,
maar ook wat de slachtoffers betreft
niet onnoozeler. Kleine kinderen zou
den nog meer wantrouwen aan den
dag leggen, dan deze domme buiten
lui doen, die zich in de beruchtste
buurten, waarvan ze toch wel gehoord
Maar tijdens het proces heb je
gezegd, dat je madame Steinheil niet
wildet vervolgen
- Ja, dat heb ik wel gezegd,
maar ik heb het niet ondertee
kend, en nu men mij aanraadt om
haar te vervolgen, vervolg Ik haar.
Ik wil „rattaaper mon honneur", en
dan, ik ben de vijf dagen gevangenis
straf nog niet vergeten.
„Rartraper son honneur" noemt
de vlegel deze mercantiele manoeu
vre!
Het Is te hopen, dat de rechters tra-
zake geen rechtsingang zullen verlee-
nen, of, ingeval van rechtsvervolging,
zijn eisch bespottelijk zullen oordee-
len en dien of geheel of grootend eels
tullen afwijzen.
Mij dunkt, dat madame Steinheil
èn materieel èn, wat meer zegt, mo
reel reeds meer dan genoeg heeft ge
leden. Zoo ooit een vrouw een onge
ordend huwelijksleven zwaar heeft
geboet, is zij het.
Toen zij, na de vrijspraak en de in-
vrijheidsstellïng, haar verlangen te
kennen gaf om heur dochter te zien,
moest 2ij vernemen, dat zulks althans
voor het oogenblik onmogelijk was.
Gelukkig, dat andere familieleden
humaner begrippen hadden en een
samenkomst tusschen moeder en
dochter wisten te bewerkstelligen.
De toekomst zal leeren, of het kin
derlijk gevoel der dochter zal zege
vieren en zij het leed der moedra zal
helpen verzachten.
Intusschen vraag ik met honder
den anderen:
Wie is de moordenaar?
Zal de justitie naar hem blijven
zoeken zoo ze al daadwerkelijk
heeft gezocht of zal zij deze „cau
se célèbre" aan de vergetelheid prijs
geven, aldus in hoogste instantie
haar eigen vonnis vellende?
Wijlen de boroemde advocaat Ber-
ryer heeft eens gezegd: „Dieu n'a pas
doiuie a tous les juges l'oeil qui voit,
l'oreille qui entend."
Treurig, maar waar.
Onderwijl: al moge het niét vinden
van een moordenaar maatschappe
lijk ook nog zoo treurig zijn, veel
treuriger nog is een boetpredikatie
als die van den advocaat-generaal
Trouard-Riolle. Een arme straat-
kunstenmaker te Foix, betrokken in
de beruchte zaak van la Bastide de
Bespias, voegde indertijd den voor
zitter der rechtbank toe:
Maar, mijnheer de president,
heb ik dan niet bet recht om onschul
dig te zijn?!
Dergelijke woorden had madame
Steinheil den advocaat-generaal naar
het hoofd kunnen slingeren.
De president in deze affaire, de
hoer De Valles, bewaarde, na afloop
van het verhoor, een strikte onzijdig
heid. Hem scheen nog het feit te heu
gen, dat hij, in lang vervlogen jaren,
eens, het openbaar ministerie verte
genwoordigende, de doodstraf had
uitgesproken over een moordenaar,
dien hij, in zijn requisitoir hoven-
dien beschuldigd had van het bedrij
ven van onzedelijke daden. Een paar
minuten vóór zijn dood sprak de mis
dadiger als volgt tot den man der
justitie:
Den moord heb ik begaan, mijn-
heer. Maair van die onzedelijke daden
is geen woord waar. Zoo meteen valt
mijn hoofd onder de guillotine, en in
zulke oogenblikken liegt men niet.
Had de heer De Valles toen het
zondenregister van den beschuldigde
niet valschelijk vergroot, misschien
had deze een lichtere straf gekregen...
Dergelijke dingen blijven in het ge
heugen hangen...
OTTO KNAAP.
kunnen hebben, laten meetronen.
Zulke dingen zijn voor normaal den
kende menschen een raadsel. En een
raadsel was ook voor een sollicitant
de vraag, welke kennis er vereïscht
wordt voor de functie van opzichter
onzer Haarlemsche begraafplaats. Er
zijn zoo van die bezigheden in *t leven,
waarvoor je met geen mogelijkheid
oen lijstje van kundigheden zoudt
kunnen opmaken, maar waarvoor
toch tal vau sollicitanten ongeschikt
zullen zjjn. Ruw mag hij niet zijn,
maar niet zoo zachtaardig, dat zijn
personeel geen ontzag voor hem heeft,
niet dom, maai' ook niet al te geleerd,
omdat zijn werk van practischen aard
is, hij mag geen drank gebruiken,
maar moet geen gebrek hebben aan
opgeruimdheid, die hem het eenigs
zins zwaarmoedige van zijn betrek
king kan doen vergeten. Ik kom dus
tot de slotsom, dat hij vooral sterk
moet zijn in negatieve eigenschappen
en dat iaat zich wel verklaren, omdat
zoolang er nog geen examen voor op
zichters van begraafplaatsen ls inge
steld, de positieve eigenschappen
moeilijk zijn vast te stellen.
Of bet ooit zoover zal komen, dat
deze categorie van menschen geëxa
mineerd zal worden, betwijfel ik. Er
komt langzamerhand verzet tegen de
geleerdheid van den tegenwoordigen
tijd en haar nasleep van examens.
Wel ls de vermaarde ineenschake-
1 ingscommissie die voorstellen zal
doen tot hervorming van ons onder
wijs, vooreerst met haar werk nog
niet klaar en heeft zij alleen kans ge
zien de Jaren, die er sedert haar he-
Esperanto. X
XXX. i.
EEN FEESTVIERENDE VEREÊNÏ*
GING.
De volgende maaud herdenkt de
zangvereeniging „Kunst Adelt" alhici
haar a ijfjarig bestaan.
De vereeniging wenscht dit heuge
lijk fe-ct te herdenken door het gevea
van een uitvoering, die werkelijk
schoon belooft te worden. Als iets
nieuws heeft de vereeniging bealoten,
dien avond, 17 December e.k., ortdey
meer ten gehoore te brengen twe$
Esperantische liederen, namelijk ,,LA
Kapelo" en „La Espero".
Wij raden onze stadgenooten, voois
al onze samedianoj, aan, dit concert
eens te gaan bijwonen, mon kan dan
eens hooren, hoe zoet lieflijk, zange
rig ons schoon Esperanto klinkt.
Wij hopen van ganscher harte, dat
„Kunst Adeltmet haren wakkeren
directeur, den heer P. de Nobel, nog
vele jaren moge bestaan tot genoegen
van allen, die den schoonen zang lief
hebben.
I.A KAPELO.
Sopre staras sur la monto
La silenta kapeleto.
En la valo, ce la fonto
Goje kantas paxtisteto.
Sonorado, mortkantado,
Nun eksonis tra 1' sileoto.
Haltis knabo en kantado
Kaj anskultas kun atendo.
En la mondon venis nova setlio.
En la valo riu venos.
Ankau vin, ho pastisteto
Oni tien iam prenos.
Dr. L. ZAMENHOF.
HET KERKJE.
Boven op den berg
staat een stil kerkje.
In de vallei, bij de bron
zingt vroolijk een herdersjongen*
Klokgelui, een stervenslied
weerklinkt nu door de stilte:
De herdersjongen hield op met zin
gen
en luistert met aandacht.
In de graven van het bergje
zullen allen uit de vallei ©ens
rusten.
Ook gij, o herdersjongen,
zult daar eenmaal «en laatste
rustplaats vinden.
L' ESPERO.
En la mondon venis nova vent©,
Tra la mondo iras forta voko
Per flugiloj de fncila vento
Nun de loko flugu gi al lokol
Ne al glavo saug«on soifanta
Gi la homan tiras familion:
Al la mond' ©terne militante
Gi promes&s sanktan harmonion.
Sub la sankta signo de 1' espero
Kolektijos pacaj batalantoj
Kaj rapide kreskas la afero
Per lab wo de la Esperantoj.
Forte staras muroj de mijjaroj
Inter la popoloj dividitaj
S©d dissaltos la obstinaj baroj
Per la sankta amo disbatitaj.
Sur neutrala linga fundamento
Komprenante unu la alian
La popoloj faros en konsent©
Unu grandan rondon familian.
Nia diligente kolegaro
Ea lahoro paca ne lacl^os
Gis la bela soi^o de i'nomaro
Por eterna ben' efektivi^os
Dr. L. ZAMENHOF.
DE HOOP.
Een nieuw gevoel doortrilde deze we
reld
Een luide stem klinkt over land eu
Nu voer een zachte wind, haar dra
gend op zijn vleug'leu,
Van plaats tot plaats die roepsvra
met zich moe
Zij roept ons nooit tot bloed'gen strijd
te ramen,
Ontrukt den man niet wreede aan
't gezin
nooming verloopen zijn, ineen te
schakelen ft wordt al een hecle ket
ting maar het optreden van lem :ut
als Dr. Gunning deze week geeft toch
weer moed aan iedereen, die voor ou
zo maatschappij geschikte en geen ge
leerde menschen verlangt.
De spreker vergeleek geestig den te
genwoordigen jongeling met iemand,
die een lang en een kort been heeft,
het eerste gaf de maat aan van zij a
kennen, het tweede van zijn kunnen*
Daar hij toch over handenarbeid
sprak, had Dr. Gunning beter nog
kunnen gewagen van iemand met een
langen en een korten arm.
*t Is altijd de oude quaestic van
Athene en Sparia. Athene, dat zich
uitsluitend toelegde op ontwikkeling
van den geest, Sparta waar slecht»
aandacht werd geschonken aan ver
sterking van het lichaam. Gelukkig,
dat. de jonge Atheners, die bp dó
Haarlemsche scholen worden ge
kweekt, op Woensdag- en Zaterdag
middagen de beginselen dra Sparta
nen gaan toepassen op het voetbal
veld.
Of ze in Sparta ook aan handeaars
beid deden, aan klei- en cartonwei k,
kan ik op dit oogenblik niet zeggenj
Misschien wel. In elk geval zal het
voor de nu opgroeiende Athenexljes in
Haarlem van groote beteekenis wezen,
wanneer zij die en do gymnastiek
voortaan trouw en geregeld beoefe
nen.
F1DELIO.