HAARLEM'S DAGBLAD. TW!SSJ?!^S_ 2ee - y haarlemsche Handelsvereeniging Goed gek. bfi Kon. B«l. Tan 12 Nor.lBÖÖ. Da Haarlemsche Handelsvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer veie gevallen, zaken van ver schil lenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blyk geeft, dit te waardeer en, door als lid der Vereeni ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de. ja zelfs particulieren, moesten lid war-Ito, om ten minste to laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hsDd vindt om te doen. De voordoe len, die de Vereeniging buiten Nare bemoeiingen van ver- «chiL-oxuen aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bert,oeit zicb in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers vyor hen tot. betaling aan te manen en information voor hen in te w i nr.n-ii. bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur dei' Vereeniging te vragen, die ook m proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlek alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad f 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver- eeuiging zijn de heexen Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens, Epaarrue 94, alhier, die voor de leden alken werkdag van 2—4 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging Is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf ceuts porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 -ets. voor porto- vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af gelopen jaar gegeven. In Augustus en September 1909 zijn 49 vorderingen tot een bedrag van 1477.38 1/2 betaald; 11 vorderingen worden afbetaald; 9 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames; of wat ook, moeten worden geadres- seert aan het Bureau, dat geopend is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor- Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Precies een jaar nadat de eerste proefneming met de postzegel-auto maat mislukt was, doordat ik meen, een slagersjongen eenige malen har der aan de knop trok, dan te verdra gen kon, is het toestel weer in het postkantoor teruggekeerd voor nieu we beproeving, ik bedoel proefneming. Want dat de automaat nu weer een beproeving, dat is een hinder voor de gebruikers zou wezen, hoop ik waar lijk niet. De ijver en het geduld van den uitvinder verdienen zonder twij fel een betere belooning. Overigens heb ik nooit onder stoe len ca bonken gestoken, dat ik met automaten met dweep. Om allerlei re denen, waarvan deze er een is. dat de wereld al voel te vol is van automa ten. Dat zijn namelijk u, ik en ande ren. 's Morgens beginnen we met i automatisch op tB staan, gaan ons vervolgens automatisch wasschen, steken in de opening, bij metalen automaton spleet, bij menschelijke automaten mond genoemd, datgene wat noodig is, om ons te brongen tot het automatisch volvoeren van onze automatische plichten. Zoo gaat de eene dag na den anderen voorbij. Wc ontmoeten andere automaten, praten er mee, lachen er cm en worden af en toe met schrik gewaar, ons auto matisch leven weer met eenige Jaren Is vooruitgesneld. Enkelen onder ons wc en daaraan jo ontkomen. Dat zijn de besten. Maar matiën knm bekomen, en brengt nn nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der V ereenigimg informatiën door haar worden ver- 6trokt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. PAR1JSCHE BRIEVEN. CVUL Nogmaals over de Steinheil-affaire voor den laatsten keer... misschien. De vrijspraak van mevrouw Stein- heil is te Parijs over het algemeen met instemming begroet. Het moet erkend worden, dat de desbetreffende rechtszittingen ons heel veel hebben geleerd. Te voren was bijna iedereen over tuigd van de schuld der beklaagde. De schijn was ook sterk tegen haar. Zij had gelogen, veelvuldig gelogen zij had zichzeJve tallooze malen weer sproken zij had Rémy Couillard en Alexander Wolff valschelijk beschul digd kortom, zij had tallooze din gen gedaan, die hij schier elkeen de meening deden ontstaan en postvat ten, dat zij, zoo niet de eenige, dan toch de hoofdschuldige ter zake was. En ziet.... het langdurige verhoor, zonder noodelooze wreedheid geleid door den president De Valles, dat verhoor hoeft niets, letterlijk niets aan het licht gehracht,, dat haar ook maar eenigszins als de ware schuldige aanwijst. Niet eén getuige „A charge" was er, die zijn vroegere verklaringen niet weersprak nu en dan, zelfs geheel her riep soms. En het requisitoir van den advo caat-generaal Trouard-Riolle, die, langs een omweg, haar van mede plichtigheid aan den moord op haar echtgenoot beschuldigde de moe dermoord werd, als ondienstig in de strafrede, voorzichtigheidshalve ge- elimineerd en, zonder het woord te noemen, de doodstraf voor haar eisch- te dat requisitoir hing als droog zand aan elkaar, wemelde van onder stellingen, vermoedens en valsche ge volgtrekkingen, en leek wei een paro die op de rechtspraak, een parodie, waard om door een modernen Molière duchtig over den hekel te worden ge haald. Gelukkig, dat er geen leden der schoone sekse in de jury hebben geze ten. Anders ware madame Steinheil waarschijnlijk veroordeeld geworden. Behalve sommige anti-Dreyfusards, die nog steeds hardnekkig beweren en volhouden, dat de dood van Felix Fau- re indertijd door madame Steinheil, als 1 asthebster der Dreyfusistische partij, is bewerkt, zijn het slechts nog eenige dochteren Eva's, die misnoegd zijn over de uitspraak der jury. Een vrouw, die zóó'n verleden achter tich heeft; die zich zoo slecht gedroeg die er niet tegen opzag, an deren, die heelemaal onschuldig zijn, vaisch te beschuldigen en zoo wel licht aan den heul over te leveren zoo'n vrouw is tot èlles in staat, dus ook tot den moord op haar man en haai' moeder. Pardon, lieve mevrouw, er zijn verschillende ondeugden, maar die verschillende ondeugden behoeven el kander toch niet te vergezellen. Het moreel gevoell is zóó ingewikkeld, dat zelfs de grootste menschenkenner niet met zekerheid kan zeggen, of de eene ondeugd de andere noodwendig aan zich scha kelt. Madame Steinheil moge een los leven hebben geleid, kunnen liegen alsof het gedrukt staat, niet van haar man hebben gehouden, hem zelfs hebben verafschuwd en tóch benocit zij nog niet tot een moord in staat te zijn. En zelfs indièn zij daar toe in staat ware hééft zij, waar het op aankomt, dien bedreven of doen bedrijven Er is geen enkel materieel bewijs. En wat heteekent uw ^movefi le overtuiging", waar die gegrond is op den schijn der dingen en u het in tieme leven van madame Steinheil niet schrede voor schrede hebt ge volgd Stel u toot, dat u de doecL straf of een andere zware straf voor haar hndt uitgesproken, en het later zou blijken, dat zij onschuldig was.... de anderen zijn automaten, alleen be ter vertrouwbaar, dan hun ijzeren collega's, die op het meest on ge- we nsc li te oogenblik, plotseling en zon der redelijk motief, den dienst plegen te weigeren. Zoo'n automaat is Klaas ook. *s Mor gens wordt er water in zijn buik ge pompt, kolen worden er onder ge gooid, die weldra flinke hitte ver spreiden, zoodat Klaas van benauwd heid witte damp en zwarte smook be gint uit te blazen en er vandoor gaat, langs de smalle rails van het De- cauville-spoortje, waarover hij te Overveen wagens met zand vervoeren moet Want Klaas is de locomotief van deze lijn. Een automaat van de ergste soort Op bevel giert hij de be woners van Kweekduin, zoo niet uit hun eersten, dan toch uit hun laat sten slaap, op bevel trekt hij de zandwagens heen en weer. Zonder be vel weliswaar werkt hij in 't belang van den schilder, dte over een maand of wat de min of meer besmookte ge vels in de buurt zal hebben op tefris- schen en evenals een automatisch mensch, tusschen zijn half werktuig lijke bezigheden door, wel eens een dolligheidje doet zoo ook had Klaas in den beginnen wel eens de aardig heid, om te vallen en naast de rails te gaan liggen. Daar zulke buitenis sigheden evenwel van een goeden automaat niet geduld kunnen wor den, is daaraan gauw een eind ge maakt. Waarom deze locomotief Klaas is j gedoopt, moot in Kweekduin al meer- maJp.-rc een onderwerp van ernstige be- Wat overigens bet valschelijk beschul digen van Rémy Couillard betreft de beschuldiging was te onnoozel dan dat zelfs de grootste leek er zich door van de wijs kon laten brengen. Zeker, haar daad was zeer laak baar, doch kunt u u niet voorstellen, dat een in alle opzichten gekwelde vrouw dat deed om, maenende, dat hij er misschien meer van moest af weten, Rémy Couillard, het bangige knechtje, tot spreken te dwingen Vindt u verder niet. dat alle leugen achtige beweringen van madame Steinheil zoo weinig stelselmatigs en houdbaars inhielden, dat niemand, die maar wat dieper doordenkt, in haar een geraffineerde misdadigster kon zien, wèl daarentegen een vrouw, die, onder den drang van een nood- lottigeai samenloop van omstandighe den, naar positieven min of meer ver loren had Ten slotte een onderstel ling. Gesteld, dat de geschiedenis der leviten niet geheel of heelemaal niet waar isgesteld, dat zij, onschuldig I aan den moord, toch wel weet, wie de moordenaar is of de moordenaars zijn gesteld, dat de moordenaar haar op den bewust en nacht, om welke reden dan ook, gespaard heeft, doch haar bedreigd heeft met zijn wraak, uitloopende op haar dood, indien zij bem ooit varraden zou zoudt gij. mevrouw, in de plaats van madame Steinheil den moordenaar aan het gerecht durven overleveren Uw le ven en dat.... uwer dochter zoudt gij niet meer zeker zijn, en de dooden, uw moeder en uw man, zoudt ge er toch ni-ai levend meê kunnen maken... A propos, er is een inktvlek op haar lichaam en er zijn inktspatten op den vloer gevonden. Is het niet mogelijk, dat madame Steinheil de haar afge perste verzekering van stilzwijgend heid op schrift heeft moeten bekrach tigen De hendon van apaches, uit alle mogelijke standen laatst is er, zooals u weet, een „heer" als straat- roover gevat, zijn goed georgani seerd, en de schending van eene schriftelijke, dus te controieeren be lofte zou haar aan de wraak van de gansche organisatie kunnen bloot stellen Tóch geloof ik, da.t madame Steinheil schuldig is, en het spijt mij, dat zij haar niet veroordeeld hebben, zij, de „complaisnnte" jury-leden. Praat daar nu maar tegen De „complaisante" jury besiond dit maal, dank zij het initiatief van Aristifle Brianflden minister-presi dent, grootend eels uit werklieden. Menigeen vreesde tevoren, dat de uitspraak der aldus samengestelde jury, op een veroordeéling zou uit- loopen, in verband niet het feit, dat Rémy Couillard en Alexandre Wolff, heiden heihooremde tot den werkenden stand, door de beklaagde valschelijk beschuldigd waren geworden. Gelukkig bleek die vrees ongegrond te zijn. De jury deed een onpartijdige uitspraak, gezond, rechtvaardig, ge heel vrij van klassenhaat en van Tro uardrRioolsche ónlogica, In dat opzicht is de>ze „cause célèbre" «ene dagleekeuing in de geschiedenis der ca'un iuecle rechtspraak. Voor wie nog mochien twijfelen aan de onschuld van madame Steinheil, laat ik hieronder Fern and Desinoulin aan het woord, den schilder-graveur en philanthroop, die zich sedert drie jaar tot taak heeft gesteld, de gevan genen te bezoeken en hun met woord en daad troost te brengen. „ïn den beginne was ik als ieder een, ik zei tot mezelf -• „Ik weet niet", intusschen, hij eik van mijn bezoeken, vond ik haar uitermate heftig in de bevestiging van haar onschuld, en in haar protesten tegen heur gevangen schap en de beschuldigingen, die op haar rustten, hoorde ik den klank van ontroerende oprechtheid.. Ik wist niet, wat te denken... Doch op zekeren dag stond mijn overtui ging vast. Luister... Ik had, op een tafel bij het voeteneind van haar bed, een klein portret opgemerkt, dat steeds geleund stond tegen een raas van kleurloos glas, waarin bloempjes, uit gerukt tusschen de steen en va n het gevangenispe-rk, verwelkten de eenige versiering van haar triestige eed. Nooit had ik dat portret van dicht bij kunnen zien. Op zekeren dag, dat ik de cei bin- spreking hebben uitgemaakt. Tegen over de nuchtere veronderstelling, dat de eigenaar zijn jongste zoontje heeft willen vernoemen, steekt gunstig af het denkbeeld, dat de naam een ver korting zou zijn van den vermaarden Klaas Vaak, die immers ook zoo druk met zand pleegt te werken. Deze meaning werd evenwel ernstig bestre den door anderen, d»e er op wezen, dat het nooit de taak van Klaas Vaak kan wezen, de menschen in den vroe gen ochtend wakker te fluiten uit hun slaap. Naar ik per particulieren zandtrein verneem is evenwel de bestuurder van Klaas er stellig van overtuigd, dat de omwonenden op het oogenblik dat hij met Klaas voor 1 eerst over de rails rolt, behooren op te staan, daar het buitenmenschen niet past, om zoolang in de voeren te liggen. In deze quaes tie begeef ik mij niet, daar is ze mij te netelig voor. Maar wat ik wel wil verklaren is dat ik, zooeven over automatische menschen sprekende, daarvan in gedachten den Bloeroenüaalschen politie-inspecteur Lokerse nadrukkelijk heb uitgezon derd. Met belangstelling heb ik name lijk gelezen, dat deze een wolf heeft aangeschaft voor de fokkerij van politiehonden, waarvoor hij zich bij zonder interesseert. Op zoo'n denk beeld zouden geen tien automaten sa men gekomen zijn, daar ligt waarlijk oorspronkelijkheid In. Op deze manier worden de dieren, die zich rustig In onze menschelijke samenleving bewegen, alweer met een nieuwe soort uitgebreid. We we d antra d om er een gezellin van ma dame Steinheil te bezoeken, vond ik haar alleen, terwijl madame Stein heil in de spreekkamer met haar ad vocaat Authony Aubin was ik zag hei portretje van dichtbij en ik onder vond een groote ontroering, toen ik de afbeelding van baar moeder her kende. Welnu, mijnheer, ik heb ondervin ding omtrent misdadigers er bestaai er niet één, niet één, hoort u, in staat om in een intiem, onmiddellijk tête-è- tete te leven met de beeltenis van zijn slachtoffer. Ik heb veel misdadigers gezien, mijnheer telkenmale, dat ik, toeval lig, er toe moest komen, niet hen over hun zaak te spreken, worden zij be vangen door een bijzonderen angst, die zich kenbaar maakte door sidde ringen. Indien ik den oudrawnoordenaar Duchemin vóór bet portret van zijn moeder had gebracht, zou hij go- vlucht zijn. Eens, toen ik mest Qnesnel over zijn misdaad sprak, begon hij te beven, eu riep uü „O mijnbeer Desmou- lin, ik bid u1" Het is een kwelling, die de rechters van instructie wel kennen de mis dadigers willen het portret van hun slachtoffer niet zien. Mun overtuiging was gevestigd, toen ik madauie Steinheil bij het portret van haar moeder zag ie ven. En het is ten zeerste merkwaardig, dut zij me nooit zexlo „Kijk. ik heb het portret van unju oioeuta- bij ine. Zou ik het kunnen, als ik haar had cedood Over haar moeder sprak zij me nooit dan met liefdeen van haar echtgenoot roemde zij het goede hart, de goodheid, zeggentïe „Ah I ais hij maai' meer energie had gehad 1" Het was voldoende, haar liet eene ol andere spoor aan te wijzen, dat tot de -ontdèltKing van de muondeiiaars kun leiden, om er haar aan te doen gelonven. Men zei haar „Hebt u aan dezen gedacht En zij antwoordde „Wie v eet misschien....4' Ik vestig ea- de aandacht op, dat Feinand Desmoulin bovenstaande varklaring gaf na de vrijspraak, en daarmede dus niet den minsten in vloed op het rechtsgeding heeft uitge oefend. Na de vrijspraak... Sapristil je zoudt Réiny Couillard voor zijn daden na het rechtsgeding, na de vrijspraak van madame Stein heil een geducht pak slaag toedienen! Het vreesachtige, laffe knechtje vaart er al lang wel bij. Hij was een bekende persoonlijkheid geworden en wist er munt uit te slaan. Geld kreeg hij van journalisten en anderen, op dat hij zijn mond maar opendeed. Vrije vertering „vrij hof" zeggen ze in de Noord-Brahantsche dorpen kroeg hij in de restaurants, zoodra hij zich tot vertellen zette. Re clame maakte het wezeltje overal en overal, ten bate vau zijn geldbuidel. Dat alles woog waarachtig toch wel op tegen de paai' dagen preventieve gevangenschap, die hij had onder gaan, hij, wiens moreel gevoel zeer gering, wiens trots nihil is en aan wiens schuld geen sterveling ooit in ernst heeft gedacht. Toen, tijdens de zittingen, madame Steinheil hem om vergiffenis voor haar valsche beschuldiging had ge vraagd, antwoordde hij: U hebt mij geen vergiffenis te vragen; ik neem het u niet kwalijk, heelemaal niet; daarom dien ik Im mers ook geen aanklacht tegen u in." Hoe nobel, nietwaar? Een zeer gun- stigen indruk maakte zijn „beau geste" op de aanwezigen. En wat doet de rekel nu? Hij dient, bijgestaan door den geld- slaanderigen advocaat Géraud, een aanklacht wegens lasterlijke aantij gingen tegen zijn vroegere meesteres in en stelt een eisch in van eventjes 50.000 francs schadevergoeding. Man kann 's probieren! ten het allen, niet waar, dat de apen by dozijnen op straat rondzwerven, bovendien heeft menigeen onder zijn kennissen een slimme vos en ook wel eens, maar dan minder tot zijn genoe gen, een brutaal varken. Rotten zijn, eveneens in grooten getale aanwezig, meestal in den vorm van ouwe, sa wie er ;ets tegen heeft om beren te hooren brullen, moet vooral niet te de maanden Januari en Februari over straat gaan. De heer Lokerse verrijkt dus met zijn wolf een bestaande en uitgebrei de menagerie. Ik hoop alleen, dat hij bet beest stevig vast zal houden en dat, Indien deze aankoop een over gang mocht wezen naar leeuw en tij ger, de gemeente Bloemendaal ergens I op een geschikte plek een klein A r- tisje zal gaan bouwen, waar ze in solide hokken kunnen worden opge borgen. Dit ls intusschen we! zeker, dat de dieven en Inbrekers op deze manier langzamerhand een grooten afkeer van Bloemendaal zullen gaan krijgen. Konden we d'tzelfde maar zeggen van Haarlem, maar helaas de menschen worden hier eenvoudig uitgeschud. En dat zonder de minste moeite. De boe ven trekken er niet meer, zooals vroe ger, op uit, maar lokken de slachtof fers ln huls en plunderen hen daar op hun gemak, 't Kan niet eenvoudiger, maar ook wat de slachtoffers betreft niet onnoozeler. Kleine kinderen zou den nog meer wantrouwen aan den dag leggen, dan deze domme buiten lui doen, die zich in de beruchtste buurten, waarvan ze toch wel gehoord Maar tijdens het proces heb je gezegd, dat je madame Steinheil niet wildet vervolgen - Ja, dat heb ik wel gezegd, maar ik heb het niet ondertee kend, en nu men mij aanraadt om haar te vervolgen, vervolg Ik haar. Ik wil „rattaaper mon honneur", en dan, ik ben de vijf dagen gevangenis straf nog niet vergeten. „Rartraper son honneur" noemt de vlegel deze mercantiele manoeu vre! Het Is te hopen, dat de rechters tra- zake geen rechtsingang zullen verlee- nen, of, ingeval van rechtsvervolging, zijn eisch bespottelijk zullen oordee- len en dien of geheel of grootend eels tullen afwijzen. Mij dunkt, dat madame Steinheil èn materieel èn, wat meer zegt, mo reel reeds meer dan genoeg heeft ge leden. Zoo ooit een vrouw een onge ordend huwelijksleven zwaar heeft geboet, is zij het. Toen zij, na de vrijspraak en de in- vrijheidsstellïng, haar verlangen te kennen gaf om heur dochter te zien, moest 2ij vernemen, dat zulks althans voor het oogenblik onmogelijk was. Gelukkig, dat andere familieleden humaner begrippen hadden en een samenkomst tusschen moeder en dochter wisten te bewerkstelligen. De toekomst zal leeren, of het kin derlijk gevoel der dochter zal zege vieren en zij het leed der moedra zal helpen verzachten. Intusschen vraag ik met honder den anderen: Wie is de moordenaar? Zal de justitie naar hem blijven zoeken zoo ze al daadwerkelijk heeft gezocht of zal zij deze „cau se célèbre" aan de vergetelheid prijs geven, aldus in hoogste instantie haar eigen vonnis vellende? Wijlen de boroemde advocaat Ber- ryer heeft eens gezegd: „Dieu n'a pas doiuie a tous les juges l'oeil qui voit, l'oreille qui entend." Treurig, maar waar. Onderwijl: al moge het niét vinden van een moordenaar maatschappe lijk ook nog zoo treurig zijn, veel treuriger nog is een boetpredikatie als die van den advocaat-generaal Trouard-Riolle. Een arme straat- kunstenmaker te Foix, betrokken in de beruchte zaak van la Bastide de Bespias, voegde indertijd den voor zitter der rechtbank toe: Maar, mijnheer de president, heb ik dan niet bet recht om onschul dig te zijn?! Dergelijke woorden had madame Steinheil den advocaat-generaal naar het hoofd kunnen slingeren. De president in deze affaire, de hoer De Valles, bewaarde, na afloop van het verhoor, een strikte onzijdig heid. Hem scheen nog het feit te heu gen, dat hij, in lang vervlogen jaren, eens, het openbaar ministerie verte genwoordigende, de doodstraf had uitgesproken over een moordenaar, dien hij, in zijn requisitoir hoven- dien beschuldigd had van het bedrij ven van onzedelijke daden. Een paar minuten vóór zijn dood sprak de mis dadiger als volgt tot den man der justitie: Den moord heb ik begaan, mijn- heer. Maair van die onzedelijke daden is geen woord waar. Zoo meteen valt mijn hoofd onder de guillotine, en in zulke oogenblikken liegt men niet. Had de heer De Valles toen het zondenregister van den beschuldigde niet valschelijk vergroot, misschien had deze een lichtere straf gekregen... Dergelijke dingen blijven in het ge heugen hangen... OTTO KNAAP. kunnen hebben, laten meetronen. Zulke dingen zijn voor normaal den kende menschen een raadsel. En een raadsel was ook voor een sollicitant de vraag, welke kennis er vereïscht wordt voor de functie van opzichter onzer Haarlemsche begraafplaats. Er zijn zoo van die bezigheden in *t leven, waarvoor je met geen mogelijkheid oen lijstje van kundigheden zoudt kunnen opmaken, maar waarvoor toch tal vau sollicitanten ongeschikt zullen zjjn. Ruw mag hij niet zijn, maar niet zoo zachtaardig, dat zijn personeel geen ontzag voor hem heeft, niet dom, maai' ook niet al te geleerd, omdat zijn werk van practischen aard is, hij mag geen drank gebruiken, maar moet geen gebrek hebben aan opgeruimdheid, die hem het eenigs zins zwaarmoedige van zijn betrek king kan doen vergeten. Ik kom dus tot de slotsom, dat hij vooral sterk moet zijn in negatieve eigenschappen en dat iaat zich wel verklaren, omdat zoolang er nog geen examen voor op zichters van begraafplaatsen ls inge steld, de positieve eigenschappen moeilijk zijn vast te stellen. Of bet ooit zoover zal komen, dat deze categorie van menschen geëxa mineerd zal worden, betwijfel ik. Er komt langzamerhand verzet tegen de geleerdheid van den tegenwoordigen tijd en haar nasleep van examens. Wel ls de vermaarde ineenschake- 1 ingscommissie die voorstellen zal doen tot hervorming van ons onder wijs, vooreerst met haar werk nog niet klaar en heeft zij alleen kans ge zien de Jaren, die er sedert haar he- Esperanto. X XXX. i. EEN FEESTVIERENDE VEREÊNÏ* GING. De volgende maaud herdenkt de zangvereeniging „Kunst Adelt" alhici haar a ijfjarig bestaan. De vereeniging wenscht dit heuge lijk fe-ct te herdenken door het gevea van een uitvoering, die werkelijk schoon belooft te worden. Als iets nieuws heeft de vereeniging bealoten, dien avond, 17 December e.k., ortdey meer ten gehoore te brengen twe$ Esperantische liederen, namelijk ,,LA Kapelo" en „La Espero". Wij raden onze stadgenooten, voois al onze samedianoj, aan, dit concert eens te gaan bijwonen, mon kan dan eens hooren, hoe zoet lieflijk, zange rig ons schoon Esperanto klinkt. Wij hopen van ganscher harte, dat „Kunst Adeltmet haren wakkeren directeur, den heer P. de Nobel, nog vele jaren moge bestaan tot genoegen van allen, die den schoonen zang lief hebben. I.A KAPELO. Sopre staras sur la monto La silenta kapeleto. En la valo, ce la fonto Goje kantas paxtisteto. Sonorado, mortkantado, Nun eksonis tra 1' sileoto. Haltis knabo en kantado Kaj anskultas kun atendo. En la mondon venis nova setlio. En la valo riu venos. Ankau vin, ho pastisteto Oni tien iam prenos. Dr. L. ZAMENHOF. HET KERKJE. Boven op den berg staat een stil kerkje. In de vallei, bij de bron zingt vroolijk een herdersjongen* Klokgelui, een stervenslied weerklinkt nu door de stilte: De herdersjongen hield op met zin gen en luistert met aandacht. In de graven van het bergje zullen allen uit de vallei ©ens rusten. Ook gij, o herdersjongen, zult daar eenmaal «en laatste rustplaats vinden. L' ESPERO. En la mondon venis nova vent©, Tra la mondo iras forta voko Per flugiloj de fncila vento Nun de loko flugu gi al lokol Ne al glavo saug«on soifanta Gi la homan tiras familion: Al la mond' ©terne militante Gi promes&s sanktan harmonion. Sub la sankta signo de 1' espero Kolektijos pacaj batalantoj Kaj rapide kreskas la afero Per lab wo de la Esperantoj. Forte staras muroj de mijjaroj Inter la popoloj dividitaj S©d dissaltos la obstinaj baroj Per la sankta amo disbatitaj. Sur neutrala linga fundamento Komprenante unu la alian La popoloj faros en konsent© Unu grandan rondon familian. Nia diligente kolegaro Ea lahoro paca ne lacl^os Gis la bela soi^o de i'nomaro Por eterna ben' efektivi^os Dr. L. ZAMENHOF. DE HOOP. Een nieuw gevoel doortrilde deze we reld Een luide stem klinkt over land eu Nu voer een zachte wind, haar dra gend op zijn vleug'leu, Van plaats tot plaats die roepsvra met zich moe Zij roept ons nooit tot bloed'gen strijd te ramen, Ontrukt den man niet wreede aan 't gezin nooming verloopen zijn, ineen te schakelen ft wordt al een hecle ket ting maar het optreden van lem :ut als Dr. Gunning deze week geeft toch weer moed aan iedereen, die voor ou zo maatschappij geschikte en geen ge leerde menschen verlangt. De spreker vergeleek geestig den te genwoordigen jongeling met iemand, die een lang en een kort been heeft, het eerste gaf de maat aan van zij a kennen, het tweede van zijn kunnen* Daar hij toch over handenarbeid sprak, had Dr. Gunning beter nog kunnen gewagen van iemand met een langen en een korten arm. *t Is altijd de oude quaestic van Athene en Sparia. Athene, dat zich uitsluitend toelegde op ontwikkeling van den geest, Sparta waar slecht» aandacht werd geschonken aan ver sterking van het lichaam. Gelukkig, dat. de jonge Atheners, die bp dó Haarlemsche scholen worden ge kweekt, op Woensdag- en Zaterdag middagen de beginselen dra Sparta nen gaan toepassen op het voetbal veld. Of ze in Sparta ook aan handeaars beid deden, aan klei- en cartonwei k, kan ik op dit oogenblik niet zeggenj Misschien wel. In elk geval zal het voor de nu opgroeiende Athenexljes in Haarlem van groote beteekenis wezen, wanneer zij die en do gymnastiek voortaan trouw en geregeld beoefe nen. F1DELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5