HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Saitealandacb Overzicht Stadsnieuws FEUILLETON Het Vergaan van de „Lady Jermyn." MAANDAG 22 NOVEMBEB 1909 Amsterdamsche Kont. CCCX, Rotterdam I Sta mij toe, waarde Lezers, thans 'eens met u een uitstapje te maken naar de tweede stad des rijks, het ivrij algemeen 200 weinig Interessant gevonden Rotterdam. Het Rotterdam* gclie nieuws wordt In de pers buiten de koopstad slechts aangeroerd als bet heel sensotiewekkeaid is. Zoowel Ren Haag als Amsterdam, doch de residentie vooral, bezitten verschil* jende briefschrijvers, dio allen hun jjest doen In de provinciale bladen typische beschrijvingen te geven van het leven in hoofd- en hofstad, de worstelende stroomen in den Raad, het actueele en sensatie-makende plaatselijke nieuws te bekouten. Den Haag, dat daarbij de zetel der regee ring is, heeft veel voor om nieuws uit de eerste hand te ontvangen en liet aantal Haagscbe briefschrijvers Is dan ook legio. Doch uit Rotterdam bereikt de niet- Rotterdaimsche pers zoo goed als nooit een plaatselijke causerie. Is Rotterdam nu werkelijk zoo kleln- pteedsch-oninteressant of ontbreekt het hier aan jeugdige literatoren, die op deze wijze hun pen willen of kun* een gebruiken. Het laatste Ls absoluut niet waar. Er verschijnen hier zeven dagbladen, de Nieuwe Rotterdamsche Courant, Rotterdamsch Nieuwsblad, Rotterdamsche Courant. Dagblad van Rotterdam, de Maasboae, de Neder lander en de Rotterdammer, In ver houding dus meer dan in Amster dam. Nu is het aantal beroeps- en half-dilettant journalisten evenals dat ivan menschen, die aan „kunst" in de uitgebreidste beteekenis van 't woord doen, d8or wel veel grooter dan in de Maasstad, maar in hof- en hoofdstad lijn dan ook talloozen, die graag zou den willen en ook zouden kunnen 'schrijven in de provinciale pers, maar geen plaatsruimte kunnen vinden. ïn Rotterdam, dat ook heel wat knappe literatoren en handige journalisten herbergt, zouden dus voor den plaat- selijken brief zeker welversneden pen nen genoeg 'te vinden zijn. Of Rotterdam op den duur te wei nig interessante stof op zou leveren, kan ik als tijdelijk hier vertoevende niet beoordeelen. Maar wat ik wel weet is, da.t bijna iedere nlet-Rotter- clammer, pers of mensch, iets heeft tegen Rotterdam. De Amsterdammer aardt in 't alge meen niet in Rotterdam, komt er zelfs niet graag. De Hagenaar evenmin kan de hoofdstad er van tijd tot tijd nog bij hem door, van de rommelige, rumoerige, smerige Rotte-stad moet hij niets hebben. En dan gaan hij en de Amsterdammer en nog een heele- boel meer een stapje verder en maken erg eenvoudige zinspelingen 'op dat woord „Rotte-stad", het streepje weg en ze zijn er. Nu is er in die gevoelsindrukken altijd veel wat valsch is. Steden kun nen een aangenaam- en een slecht- klinkenden naam hebben, zonder dat de werkelijkheid daarmee volkomen In overeenstemming is. Antwerpen doet velen in Holland, die nog maar weinig gereisd hebben, denken aan buitengewone mondaniteit, groot avondleven en dito straatdrukte dat juist daarin het belangwekkende van •Antwerpen niette vinden is, toon de ik nu een Jaar geleden aan in den Antwerpscheri Kout, dien ik in dit blad mocht schrijven. Rotterdam gaat daarentegen in den lande door als een saaie stad, een groot dorp, een btad waar men alleen komen moet óm te werken, maar nooit voor je plei» 2101' heen moet gaan. Zouden velen van hen, die zoo oppervlakkig Rotter dam bespreken, niet Juist die stad op Zondag bekeken hebben Dan kan ik mij de betiteling van saaiheid wel in denken en mij er ook vrijwel mee ver eenigen. Kom In de buurten, waar in de week gewerkt, gezwoegd en gedraafd wordt In dienst van handel en scheep vaart-verkeer, van de Westzijde van den Maas af tot het Maasstation toe, op de „Boompjes', de Leuvenhaven, Fijenoord en Charlois en het verdere 0vermaa3sch© en men ziet bijna geen kip op straat, 't Doet denken aan een dooden-stad. De wandeldrukte con centreert zich op den Blaak en den Coolsingel, maar deze punten zijn niet in staat op den vreemdeling den indruk te maken, dat men zich in een giroote stad bevindt. Op Zondag staat het leven hier stil. De betere klassen blijven thuis, komen zelfs minder in een koffiehuis of theater dan anders en het gemeen ls koning van de straat. Ja, dat „gemeen", daar weet ieder ook van mee te praten. Er zijn er zelfs die Rotterdam een moordenaars- stad noemen, wijl hier met Tilburg de meeste moorden van het geheele land plaats vinden. En toen ik eens tegenover echte Rotter dammers aan voerde dat do oorzaak van dit ver schijnsel te vinden was in het bezoek van een zoo groot aantal zeelieden van verschillende natiën, was men zoo onpartijdig mij te antwoorden: Neen, die vreemde zeelui doen het niet, die moorden hier niet, maar warden ergens binnengelokt en afgezet en als zij zich daartegen ver zetten vermoord. Ik zelf heb nooit iets specifiek onaangenaams van het Rot terdamsche gepeupel ondervonden of zelfs gezien. Wel de onhebbelijkheid en onbehouwenheid der kerels, die met een krullende haarlok op het voorhoofd geplakt en de pet op een oor Zondagsavonds in de Hoogstraat tegen voorbijgangers aanloopen en vrouwen molesteeren, maar van deze „openbare onhebbelijkheid" heeft Rotterdam niet het monopolie. In Am sterdam wordt deze „Grobe Unfug" ook maar al te straffeloos gepleegd en bij u heeft Haarl. Dagblad te genwoordig een vaste rubriek de schandalen in de Groote Houtstraat. Maar om mij bij mijn vergelijking nu maar tot de belde grootste Hol- landsche steden te bepalen, ln één opzicht wijkt het Rotterdamsche ge meen toch sterk af van dat in Am sterdam. Terwijl de „Sjappie" uit de Jor- daan zijn kracht zoekt in schreeuwen en sarren en achter den rug iets uit halen, maar „'ra smeert" als het min ste schijntje van gevaar voor hem zichtbaar wordt, handelt zijn Zand straat-collega anders. Een eervol le vermelding voor dit „handelen' verdient hij juist niet. Want hij is bloeddorstig en wreed als een rede loos dier. Het is geen d-rift, geen haat, die hem zoo doet optreden, maar al leen dierlijke bloeddorst. Vrees kent hij daarbij niet. Een agent van po litie heeft hier een zeer gevaarlijke betrekking en als ik mij niet vergis' loopen allen 's nachts met de gela den revolver In den gordeL Een paar maal in de laatste 8 of 10 nachten hoorde ik dan ook schieten, dit staat in verband met de thans regelmatig plaats hebbende inbra- j ken, steeds op zeer drukke punten en1 waarbij een, bij 'n goudsmid op den Binnenweg, waar ongeveer alle rin gen, horloges, enz. werden buitge maakt, bijzonder goed slaagde. Een bijzondere voorliefde heeft het gepeupel ook voor het in stukken scheuren van agenten-jassen, het wegwerpen van helm en sabel en 't in het water gooien van een agent zelf. Dat is dus nog heel iets anders dan de veel besproken weinige medewer king, die de politie van de burgerij ondervindt. Eenige jaren terug herinner ik mij, dat in de Maas het lijk van een agent drijvende werd gevonden, die blijk baar daarin was geworpen. Eu nu binnen een week las ik van twee ge vallen in de buurt van de Rosestraat op Feijenoord, waarbij zonder aan leiding een agent op de lafste wijze was „afgedroogd", zonder dat de man er andere aanleiding toe gegeven had dan dat hij óf vechtersbazen had trachten te scheiden, óf wel lawaai makers had aangeraden naar huls te gaan. Bovendien diende deze week voor de rechtbank de zaak van zeven sujetten, die gepoogd hadden een be jaarden, kalmen agent in de Schie te verdrinken en ln dit voornemen alleen niet geslaagd waren door het kracht dadig optreden van twee bereden agenten. De hoogst geëischte straf was 21/2 jaar, wat ik treurig laaag vind, want zulke beestmeuschen zijn ge vaarlijker voor de samenleving, dan do misdadiger uit nood of drift. En wat maalt zoo'n vent, die goedsmoeds uit moordlust een agent wil verdrin ken om 21/2 jaar gevangenisstraf? Minder dan een gewoon mensch om een standje van zijn patroon. Van een jaar of veertien geleden heb ik ook nog een sombere herinnering aan Rot terdam, waaruit het bewijs te putten is, hoe onverschillig het Rotterdam sche gepeupel is met hetgeen met hen gebeuren zal, zelfs met 't leven, 't Was iets wat natuurlijk overal elders had kunnen plaats vinden, maar in verband met hetgeen ik géhoord en gelezen had, was T wel eigenaardig, dat ik juist in Rotterdam en alleen hier er. getuige van moest zijn. Alvorens oen groote buitenlandsche reis te ondernemen had ik eerst een uitstapje gemaakt naar den Haag, waai- ik een gezelligen voormiddag had doorgebracht en was toen naar Rotterdam gegaan, 's Avonds hoorde ik voor mij een twist tusschen een jongen en een meisje, 'k Nam er niet veel notitie van, in Amsterdam schelden zoo'n paar jongelui elkaar den huid vol en dan is 't afgeloopen. Maar bij de Vlasmarkt gekomen zag ik eensklaps het meisje vooruit hol len, zij klom over de leuning van het daar open riool, één sprong, een door dringende gil en ze was al meege sleurd door de rioolkolk onder de stad. 't Deed me zoo akelig aan in de toen al doodsche en sombere stad, dat ik naar m"n hotel sine en het dien avond niet meer verliet. Den volgenden mor gen vóór Ik naar Hamburg reisde, las ik in 't ochtendblad, dat 't lijk van het meisje in het Spuiwater aan de andere zijde van de Hoogstraat was gevonden. H. HENNING Jr. Amerika ia 't land der revoluties. Behalve Venezuela heeft 't nog ver schillende andere staten en staatjes, die vrij periodiek de krachtproef van een revolutie moeten doorstaan. Na het land van Castro en Gomez mag wel allereerst de republiek Ni caragua cenoemd worden, met haar president Zeiaya, waar thans voor de zooveelste maal EEN REVOLUTIE WOEDT. President Zeiaya schijnt tot ideaal te hebben, om zich de oppermacht ln Midden-Amerika te verzekeren en daarom Ligt hij geregeld met de na burige staten in oorlog, of ln diplo matieke verwikkelingen vooral sinds zijn pLan, om door middel van een verdrag de vereeniging te bewerken, mislukte. „Niet goedschiks, dan met geweld zoo heeft hij gezegd, al thans gedacht. Eerst zocht Zeiaya twist met Hon duras en begon een veldtocht tegen deze republiek, die steun vond bij San Salvador. De Vereenigde Staten kwa men in dezen strijd lusscheubeiden, en Zeiaya werd gedwongen op ongun stige voorwaarden vrede te sluiten. Maar.... lang duurde de vrede niet I Eenigen tijd later viel hij San Salva dor aan en weder kwamen de Veree nigde Staten tusschenbeiden. Toen was Costarica aan de beurt en moes ten de Vereenigde Staten president Zeiaya een ultimatum zenden voor een scheidsrechterlijke beslissing. President Zeiaya werd voor de Unie te lastig. Hij moest vallen I Booze tongen beweren, dat de revolutie, die nu in Nicaragua heerscht en die ten doel heeft den president ten val te brengen en door een onder te vervan gen, doorde Vereenigde Staten is uitgelokt en begunstigd. Zeker is in elk geval, dat de sym pathie der Amerikaansche regeering aan de zijde der opstandelingen was en ls. Daarom treurt men er ln Washington over, dat Zeiaya ln den strijd met de revolutionairen overwin naar is gebleven. En Zeiaya is ook EEN WREED OVERWINNAAR, want bij honderden laat hij zijn revo lutionaire tegenstanders doodschieten of ophangen. Hij is evenwel zoo onvoorzichtig ge weest, ook een paar Amerikaansche I burgers te doen ombrengen, drie hij f verdacht zich te hebben schuldig ge maakt aan een poging om eenige troe penschepen der Nicaraguasche regeer ring met dynamiet te vernielen. Dat heeft geweldige verontwaardiging ge wekt in Washington, en het gevolg is al geweest, dat een* ge Amerikaansche oorlogsschepen naar Nicaragua zijn afgezonden, dat een vertoog Is gericht tot don gezant in Nicaragua, waarbij volledige inlichtingen omtrent de te rechtstelling der beide Amerikanen werden geëischt en eindelijk, dat de Amerikaansche regeering besloot de opstandelingen in Nicaragua als oor logvoerende partij te erkennen. Dit laatste is voor president Zeiaya zeker wel het meest ernstige besluit, omdat dit zijn strijd tegen de revolu- tionnaireu bemoeilijkt. De Ameri kaansche regeering heeft reeds ge weigerd een van New-Orleans met wa pens voor de regeering van Nicaragua geladen vaartuig bescherming tegen de opstandelingen te verleenen. Een belangrijke vraag is, cf de Ame rikanen schuldig zijn. Een telegram meldt, dat beide terechtgeslelden in het bezit zijn gevonden van dynamiet en zouden zij aan de autoriteiten en in brieven aan familieleden bekend hebben, pogingen te hebben gedaan om regeeringsschepen te Greytown ln de lucht te doen springen. Is dit bericht juist don komt de hou ding van president Zeiaya in dit geval wel in een ander licht» Maar hij staat bij de Amerikanen nu eenmaal in een slecht blaadje, zoodaf. al zijn protesten te Washington wel niet heel veel zul len heipon. Trouwens de overhaasting, waar mee deze regeering, zonder dat nog een antwoord op haar vertoom kon worden gegeven, besloot tot erkenning der opstandelingen al3 oorlogvoeren de partij, toont dat de Unie slechts wachtte op een gelegenheid, om met den lnstigen Zeiaya af te rekenen. Wanneer men over revolutie en te rechtstellingen leest, denkt men na tuurlijk aan Rusland. Vooral nu daarvoor weer nieuwe aanleiding is. De bekende anarchist-journalist Boertzef is weer met een NIEUWE ONTHULLING OVER POLIT1E-SPIONNKN. gekomen, 't Geldt nu weer een vrouw, die an dienst der Russische geheime politie stond en tevens lid was van een revolutionaire organisatie. Het was Anna Stepanowna Serebriakof uit Moskou. Zij staat sedert een kwart eeuw in de eerste rijen der revolu tionaire beweging, en zij wordt door de partijleden zoo vereerd, dat zij on der hen bekend staat onder den naam „Matoesjka", moedertje. In haar huis werden vergaderingen van het comité gehouden, en zij was medebestuurster van de vereeniging het Roode Kruis, drie zich verbetering van hei lot der gevangenen, voornamelijk politieke gevangenen, ten doel stelt. In die qualiteit wist zij herhaaldelijk ver trouwelijke mededeelingen te verkrij gen van mannen, bij wien zij als par tij genoote bekend stond. Al die mede- deelingen bracht zij over aan de po litie. Het mislukken van vele aanslagen wordt aan deze vrouw toegeschreven vele mannen, die zij schijnbaar mot groote opofferingen steunde, zijn door haar verraad naar Siberië ver bannen. Boertzef heeft nog meer onthullin gen in 't vooruitzicht gesteld, 0. a. da ontdekking van een revolutionnair, die als politie-agent en provocateur voor de Regeering werkt, en wiens naam nooit wordt genoemd, doch die door een nummer wordt aangeduid. 't Figuur der Russische politie wordt na elke onthulling van Boertzef die niet wordt tegengesproken en du3 blijkbaar de waarheid schrijft treu riger. In Frankrijk is thana DE SCHOOLSTRIJD weer op den voorgrond getreden. De minister-president Briand heeft bij de begrooting een rede gehouden, waar in hij betoogde, dat, nu de staats school aangevallen wordt, de Kamer meerderheid vast aaneen gesloten moet blijven. Zoo verkreeg de minis ter, dat de algemeene beraadslagin gen over de begrooting eindigden zon der dat de moties tegen de nieuwe be lastingen zelfs ln stemming kwamen. Brdand zei 0. a. Gij weet aan welke felle, onrechtvaardige en hartstochte lijke aanvallen de staatsschool bloot staat. Maar wij zullen haar verdedi gen. Aan dit werk van de republiek mag niet geraakt worden. Die verde diging zullen wij voeren met koel bloedigheid en met matigheid, tege lijkertijd het recht der ouders en het zedelijke belang van het kind betrach tende. Die taak zullen wij ook tegenover u (bedoeld wordt rechts) opnemen. (Langdurig applaus links). Wij zullen in uw scholen doordringen. (Herhaal de uitroepen van protest rechts.) Wij zeggen, dat de kinderen des v^lks, on verschillig tot welke maatschappelijke groep zij behooren, allen beschermd moeten worden. Eu we zullen dat zoo doen, dat, evenals bij de scheiding van kerk en staat, het land op onze hand blijft. Men vergeeft ons niet, dut wij ons niet tot heftigheid laten uittar ten. En wij zeggen tot onze tegenstan ders Eén ding kunt gij eischen, vrij heid. Een stem Wij vragen niets anders! De minister Praat van vervolging zooveel gij wilt, de werkelijkheid is niet anders dam ze is. Van welke vrij heid zijt gij beroofd? Wanneer heeft uw geestelijkheid meer vrijheid gehad dan nu? Een stemGij heft al onze scholen op 1 De minister Gij heropent ze alle. Ten slotte doet de minister een be roep op de linksche meerderheid der Kamer om ter verdediging van de school eensgezind te blijven. HET MIJNONGELUK IN AMERIKA. Acht-en-zeventig mijnwerkers die Za terdag 13 dezer bedolven waren in de St. Paul-mijn te Cherry, zijn nog in leven bevonden en gered. Een der overlevenden deelde mede, dat, toen zij bemerkten wat er was voorgeval len, zij een muur om zich opwierpen. Zij hebben ontzettend honger a»leden. Da vrouwen verdrongen elkander voor den ingang van de mijn, om te zien of haar man onder de geredden be hoorde De algemeene vertwijfeling heeft plaats gemaakt voor hoop, want misschien kunnen nog meer men schen gered worden. Uit Jamaloa komt daarentegen weer een NOODLOTTIGE TIJDING. De gouverneur seint aan de Engel- sche regeeringHevige storm, bui tengewoon zware regen, aanmerkelij ke schade tengevolge van aardver schuiving en overstrooming, twintig dooden, geen reden om erger te vree zen. In Sanht Pölten (Oostenrijk) werd een troep arbeiders aan een spoor baan werkende, door een sneltrein verrast. Acht personen werden gedood en drie zwaar gewond. IJSCLUB „HAARLEM EN OMSTREKEN". Onder presidium van den heer J. J. Zeewoldt te 's-Gravenhage, vergader de bovengenoemde vereeniging Zater dagavond in een der bovenzaaltjes van de Sociëteit „Vereeniging". De heer J. W. Arriëns, het jaarver slag uitbrengende, wees er op, dat niettegenstaande het wisselvallige we der in den afgeloopen winter, toch verscheidene malen van de ijsbaan geprofiteerd kon worden. Het seizoen kenmerkte zich door de herdenking van het 40-jarig bestaan der club, bij welke gelegenheid van tal van ande re soortgelijke vereenigingen vele be wijzen van sympathie inkwamen. Ook de elcctrische belichting der baan kwam dit jaar in orde. 't Leden tal steeg van 688 tot 792, wat zeker als een groote vooruitgang mag worden aangemerkt. De penningmeester, de heer J. Ool- gaardt, hierop rekening en verant- woording doende, verblijdde de aan wezige leden met de meeled eel mg, dat het voordeelig saldo dit jaar een som van 652.28 bedraagt. De ontvangsten bedroegen 4751.75, de uitgaven, waaronder aan arbeidsloon ƒ419,84 1/2 en gehouden wuiter-kermis 494.35, 4099.47. Hetbatig saldo zai tot vermindering van schuld aangewend worden. Als leden der commissie tot nazien der rekening en verantwoording voor het komende seizoen werden benoemd de heeren G. A. v. d. Steur, J. C. Pee reboom en G. E. Otto, als hun plaats vervangers de heeren A. S. Reinierse, A. M. Bijvoet en W. Gehrels. Aan de beurt van aftreden waren de bestuursleden H. J. Eldering, J. J. Oolgaardt en J. A. C. Suringar. De beide eersten werden herkozen; de heer Surlnger had zich niet meer her kiesbaar gesteld; in zijn plaats werd hierop benoemd de heer jhr. Van Pan- huys. Verder deelde de voorzitter mede, dat hij, nu hij hier niet meer woont, geen gelegenheid meer had zijn func tie naar behooren waar te nemen. Go- kozen werd hierop in de plaats van den heer Zeewoldt, de heer T. L. van Wagtendonk, gep. majoor der infante rie. ln de hierdoor opengevallen be- stuursplaats werd voorzien door de benoeming van den heer J. C. Peere boom. Ook de heer Arriëns bedankte we gens drukke werkzaamheden. Deze plaats zal voortaan ingenomen wor den door den heer J. J. Rijk. Ten slotte stelde de heer Van Wag tendonk namens het bestuur voor, den afgetreden voorzitter tot eerelid te benoemen, welk voorstel bij acclama tie aangenomen werd. FEESTCONCERT „LOURENS JANSZ. COSTER". Ter gelegenheid van haar tienjarig bestaan gaf bovengenoemde muziek- vereenigiug Zaterdagavond in de con certzaal van de Sociëteit „Voreend- ging" een feestconcert. Alvorens met de programnurnmers te beginnen, be- trad de voorzitter, de heer G. D. Ph. Hos het podium, en schetste in korte woorden geschiedenis en lotgevallen der feestvierende muziekvereeniging, welke woorden krachtig toegejuicht werden, 't Orkest, onder leiding van den heer K. H. Kerkhoff, voerde hier- op met groote muzikaliteit 0. m. de Kaiser Friedrlch-Marsch, van Friode* mann, en de Ouverture Babolinette,, van Coquelet, uit Met dit laatsta werk behaalde de vereeniging een eer sten prijs op het concours te Zand- voort In de Frontignan onderscheid», de zich vooral de heer J. Kenniphana, die de honge tuba-solo met prachtigs muzikale vaardigheid en onberispelij ke klank-zuiverheid uitvoerde. Het geestdriftige applaus, dat dt heer Kenniphaas hiermee verwierf was dan ook ten volle verdiend. Na de Fantaisie voor tenor saxophoi ne van Escudéé, een werk, dat voor 4 eerst uitgevoerd werd, betrad mr, Joh. Enschedé, de beschermheer der vereeniging, het podium, om in een hartelijke toespraak tot directeur en koor, belden een woord van lof te brengen voor al 't muzikaal genot, dat de vereeniging reeds zoovelen had mo gen schenken. Twee kransen, één voor den direo- teur en één voor den voorzatter, bene vens een fraaie dirigeerstok voor den heer Kerkhoff, werden daarna door inr, Enschedé aangeboden. Voorts werd nog voorgedragen en gezongen door den heer en mevrouw Vogel welke laatste o. a. vooral met haar YVeeinoed-coupleiten veel sut as had, en den bekenden hummistischen zanger, den heer J. P. Vrugt, die met z'n toegiitjes niet zuinig was. Een geanimeerd bal hield de aan wezigen tot den vroegen morgen bi* een. MARS. De Onderofficiers-vereeniging Mars hield Zaterdagavond haar eerste feestelijke bijeenkomst in dit seizoen, De groote zaal van het Brongebouw, die &c anders door de stijve stoelen rijen zoo ongezellig pleegt uit te zien, had een heel anderen aanblik gekre gen, doordat groepjes zich gevormd hadden rond tafeltjes, die pleizierig in de zaal verspreid stonden. Iu de front/i'ij troonde de kapitein-adjudant W. C. Schönstedt, eere-voorzitter der vereeniging, benevens een viertal of ficieren. De voorzitter, de heer Pieters Graafland heette de talrijke aanwe zigen welkom, en deelde mede, dat de vereeniging dit jaar nog al geluk kig is met de werkende leden, waar door een uitgebreid, afwisselend pro gramma kon worden aangeboden. Daarna begon het gymimstiseeroa aan het rek, wat op de bekende, vlug ge, vaardige wijze, zooaLs wij dat van de Haarlemsche onderofficieren gewend zijn geschiedde. De toejui chingen waren dan ook zeer krachtig. Het strijk-orkest van het 10e Reg. Infanterie, onder de uitstekende lei ding van den kapelmeester Eug. H. Rap, wisselde het werken aan de toe stellen af, en droeg veel bij tot het er in hrengerf van de stemming. Aan het volgend nummer, partij- schermen op floret, sabel en geweer was een bijzondere attractie verbon den. Toen werd n.l. gekampt door de sergeant Th. v. d. Leyke, Vink en Van Krimpen, die op de wedstrijden in Delft en tn Haarlem 4 koninklijke medailles wisten te vermeesteren, n.L één van H. M. de Koningin, twee van H. M. de Koningin-Moedor, en één van Z. K. H. Prins Hendrik. Dit num mer werd besloten door de aanhech ting dier eereteehenen, wat de kapi tein-adjudant Schönstedt eigenhandig deed, na een kernachtige toespraak gehouden te hebben. Wanneer men weet, dat deze aanhechting geschied de onder de plechtige tonen van het oude Wilhelmus, dan begrijpt men, dat geestdrift zich Yan de aanwezigen meester maakte. Een schitterend geslaagd nummer was ongetwijfeld dat, wat op het pro gramma stond vermeld, met den ei- genaardigen naam van „muurdegen'* Een twaalftal sergeants, eenvoudig doch zeer smaakvol versierd met oranje, voerde onder leiding van den sergeant v. d. Leyke een reeks uit vallen, kruisgangen, oefeningen met den degen uit, die al bijzonder in den smaak vielen. Toen het gordijn zak te was het geapplaudïsseer dan ook stormachtig, en nam geen einde, voordat het doek weer rees, en toon vertoonde zich aan de oogen der aan wezigen een overweldigende apothe ose. Daar stond onze kranige serge ant, het vaandel in de vuist geklemd, - om hem heen zijn twaalf kameraden. door E. W. H o r n u n g. Kom. zei ik tot de arme Eva, heb geen medelijden met hem, ofschoon ik durf, zeggen, dat hij het meest meelij wekkend is van de bende wijs mij nu den weg door het huis en ik zal vol gen met deze lamp. Op de oude eikenhouten tafel stond n.l. een brandende lamp, ik droeg haar door een nauwe gang, door een p'oote lage keuken, waar ik mijn hoofd tegen de zwarte, eikenhouten balken stootteen ik hield haar in de hoogte bij een deur, bijna even mas sief als die wij met zooveel succes voor den neus van den neger geslo ten hadden. Ik was er bang voorl riep Eva plotseling vol schrik. Wat ls er Zij hebben den sleutel weggeno men I Ja, da scherpe avondlucht kwam door een leeg sleutelgaten toen ik mijn lamp er vlak bij hield, zag Ik niet alleen, dat de deur gesloten was, maar dat het slot van dien aard was, dat een onbedreven hand er uren lang zonder resultaat er haar krachten op zou kunnen beproeven. Bij wijze van proefneming sloeg ik er hard tegen aan. De zware grendel trilde zelfs niet; ook zag ik geen kans met een van mijn vier overgebleven kogels het slot te doen springen. Is dit de eenige, andere deur Ja. Dan moet er een venster zijn, Al de achtervensters zijn getra lied. Stevig Ja. t— Dan blijft ons geen keus over. En ik leidde den weg terug naar de hal, waar de arme, zwarte kerel lag to krimpen in zijn bloed. In de keuken vond ik de flesch wijn (do beste port van Rattray), waarmee Eva hem had omgekocht, en ik gaf hem die voordat lk mij van een paar stoelen meester maakte. Wat is u van plan te gaan doen Den weg teruggaan, dien wij ge komen zijn. Maar de muur Deze stoelen op elkaar stapelen en zooveel meer als wij noodlg heb ben, als wij de poort niet kunnen openen. Maar Eva lette niet meer op mij, noch op José haar witte tanden wa ren in doodsangst opéengeklemd, haar oogen op den vloer gevestigd. Zij zijn teruggekomen, hijgde zij. Door de onderaardsche gang I Luis ter luister 1 Toen hoorden wij een schuifelen van voetstappen onder ons en daarop een gedempt, heel onduidelijk geklau ter op een of andere onzichtbare trap. Onderaardsche gang riep ik uit, en uit louter woede vergat ik, wat ik tegenover mijn lieveling verplicht was. Waarom ter wereld heeft u mij daarvan niet eerder verteld Er was zooveel te vertellen I Die gang leidt naar de zee. O, wat zullen wij doen U moet u verbergen bo ven ergens I riep Eva wild uit. Laat hen aan mij over laat hen maar aan mij over. Daar ben ik niet op gesteld, zei ik en dat was waarmaar toch verweet lk mij de tranen, die deze woorden hadden te voorschijn geroepen en ik bereidde mij er op voor, daarvoor te sterven. Zij zullen u dooden, mijnheer Cole I Dat zou mij Juist goed te pas ko men maar wij zullen het eerst nog eens afwachten. En ik stond met mijn revolver in de rechterhand klaar, terwijl ik met de andere Eva naar mij toetrek, juist toen de deur openvloog, en Rattray zelf met een lantaoarn in de band op. ons stiet, terwijl in het licht daarvan het zweet op zijn knap gelaat duide lijk zichtbaar was. Nog zie ik hem voor mij, zooals hij daar verbluft op den drempel van de hal stond; en toch dwaalden op dat oogenblik mijn oogen langs hem heen in de kamer aan den overkant- Het was die kamer, welke ik heb beschreven, met boeken langs alle wandener was eon lange opening in deze boekenreekeen, waar nu bleek een deur te zijn, waardoor kapitein Harris, Juaquin Santos, en Jane Braithwaite gevolgd door Rattray snel achter elkaar door kwamen, de mannen allen met lantaarns, de vrouw vuurrood en slordig zelfs voor haar doon. Over de schouders van den square heen zag ik hun gezichten mot zijn ellebogen hield hij hen tegen, zoo dat zij de deuropening niet door kon den en toen ik weer naar hom keek, schitterden zijn zwarte oogen uit een gelaat doodsbleek van drift, en die oogen waren op mij gevestigd. Wat brengt u hierheen srhreeuwde hij eindelijk vh>1 drift. Doe geen onnoodige vragen, was mijn antwoord daarop. Dus u heeft mij vandaag bedro gen 1 Ik was bezig u in de wielen te rijden, Ge suit er niets bij winnen om slim te zijn 1 zei do squire scherp, terwijl bij delgend een stap nader kwam. Op het laatste 0ogenblik had ik mijn revolver achter mij verborgen gehouden met het doel om ben allen vlak tegenover mij te krijgen en hen niet op hun hoede te doen zijn. Ik wist niet, dat zulke oogen als van Rattray zoo woest konden zijn zij dansten van mij naar mijn gezel lin, hetgeen dit gevolg had, dat zij moeite deed om zich van mij los te makenmaar ik drukte mijn arm slechts des te steviger om haar heen. Ik zal niet meer winnen dan ik verwacht, zei ik onverschillig. En <k weet, wat mij te wachten staat van zulke dappere heeren als gij zljtl Het zal ln elk geval beter zijn dan uw eigen lotalles is beter dan naar het sohavot gebracht te worden en aan den nek opgehangen te worden tot men dood ls, gij alle drie op een rij en uw lijken zullen in den omtrek van de gevangenis begraven worden I Juist iets voor hem, mompelde Santos. Juist iets voor hem 1 Maar ik ben zoo zachtmoedig, ging lk in mijn opgewondenheid voort, dat hot mij zou spijten ais ik zooiets zag gebeuren met zulke netto heeren als gij zijt. Kom maar voor den dag, schurk, die je bentl Het was mijn verrader, die de kamer bin nensloop. Kom maar en voeg je bij de anderen 1 Ik heb nog een verras sing Yoor je bereid, voor jou, je lieve vrouw en al dat gespuis hier. Ik geloof, dat ik altijd een vaardi ge tong heb bezeten en er van hield de menschen daarmee te prikkelen maar als dat zoo is, dan kreeg ik er dien nacht mijn verdriende loon roer- Want de neger van de Lady Jermyn lag al dien ti£d verborgen achter Eva en mijals zij hem zagen, dan dach ten zij zeker, dat hij dronken was maar wat mijzelf betreft, lk was zijn bestaan heelemaal vergeten, totdat het oogenblik kwam, waarop lk mijn revolver zou laten zien, toen hij In plaats daarvan mij uit de hand wérd gerukt on een kogel onder mijn arm heenfloot, terwijl de schurk uitgeput achterover vlei en het wapen knette rend naast hem neerviel. Voor ik mij kon bukken om hem op te rapen, voel de Ik een zwaar gewicht op mijn arm. en squire Rattray stond het volgend oogenblik naast mij, met zijn armen mijn arm wegduwende, die de bewas* tolooze ge6talto van Eva Doni son vasthield. Laat haar aan mij over. riep hij woest uit. Dwaas die Jo bent, voegde hij er op zachter toon bij, denk Je dat ik niet zal zorgen, dat haar geen: kwaad overkomt. Ik keek hem in de schitterende en eerlijke oogen, die mij van den begin, ne af vertrouwen hadden ingeboe zemd, fWordt vervolgd.)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5