HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Saitealandacb Overzicht
Stadsnieuws
FEUILLETON
Het Vergaan van de
„Lady Jermyn."
MAANDAG 22 NOVEMBEB 1909
Amsterdamsche Kont.
CCCX,
Rotterdam I
Sta mij toe, waarde Lezers, thans
'eens met u een uitstapje te maken
naar de tweede stad des rijks, het
ivrij algemeen 200 weinig Interessant
gevonden Rotterdam. Het Rotterdam*
gclie nieuws wordt In de pers buiten
de koopstad slechts aangeroerd als
bet heel sensotiewekkeaid is. Zoowel
Ren Haag als Amsterdam, doch de
residentie vooral, bezitten verschil*
jende briefschrijvers, dio allen hun
jjest doen In de provinciale bladen
typische beschrijvingen te geven van
het leven in hoofd- en hofstad, de
worstelende stroomen in den Raad,
het actueele en sensatie-makende
plaatselijke nieuws te bekouten. Den
Haag, dat daarbij de zetel der regee
ring is, heeft veel voor om nieuws uit
de eerste hand te ontvangen en liet
aantal Haagscbe briefschrijvers Is
dan ook legio.
Doch uit Rotterdam bereikt de niet-
Rotterdaimsche pers zoo goed als
nooit een plaatselijke causerie.
Is Rotterdam nu werkelijk zoo kleln-
pteedsch-oninteressant of ontbreekt
het hier aan jeugdige literatoren, die
op deze wijze hun pen willen of kun*
een gebruiken. Het laatste Ls absoluut
niet waar. Er verschijnen hier zeven
dagbladen, de Nieuwe Rotterdamsche
Courant, Rotterdamsch Nieuwsblad,
Rotterdamsche Courant. Dagblad van
Rotterdam, de Maasboae, de Neder
lander en de Rotterdammer, In ver
houding dus meer dan in Amster
dam. Nu is het aantal beroeps- en
half-dilettant journalisten evenals dat
ivan menschen, die aan „kunst" in de
uitgebreidste beteekenis van 't woord
doen, d8or wel veel grooter dan in de
Maasstad, maar in hof- en hoofdstad
lijn dan ook talloozen, die graag zou
den willen en ook zouden kunnen
'schrijven in de provinciale pers, maar
geen plaatsruimte kunnen vinden. ïn
Rotterdam, dat ook heel wat knappe
literatoren en handige journalisten
herbergt, zouden dus voor den plaat-
selijken brief zeker welversneden pen
nen genoeg 'te vinden zijn.
Of Rotterdam op den duur te wei
nig interessante stof op zou leveren,
kan ik als tijdelijk hier vertoevende
niet beoordeelen. Maar wat ik wel
weet is, da.t bijna iedere nlet-Rotter-
clammer, pers of mensch, iets heeft
tegen Rotterdam.
De Amsterdammer aardt in 't alge
meen niet in Rotterdam, komt er zelfs
niet graag. De Hagenaar evenmin
kan de hoofdstad er van tijd tot tijd
nog bij hem door, van de rommelige,
rumoerige, smerige Rotte-stad moet
hij niets hebben. En dan gaan hij en
de Amsterdammer en nog een heele-
boel meer een stapje verder en maken
erg eenvoudige zinspelingen 'op dat
woord „Rotte-stad", het streepje weg
en ze zijn er.
Nu is er in die gevoelsindrukken
altijd veel wat valsch is. Steden kun
nen een aangenaam- en een slecht-
klinkenden naam hebben, zonder dat
de werkelijkheid daarmee volkomen
In overeenstemming is. Antwerpen
doet velen in Holland, die nog maar
weinig gereisd hebben, denken aan
buitengewone mondaniteit, groot
avondleven en dito straatdrukte dat
juist daarin het belangwekkende van
•Antwerpen niette vinden is, toon
de ik nu een Jaar geleden aan in den
Antwerpscheri Kout, dien ik in dit
blad mocht schrijven. Rotterdam gaat
daarentegen in den lande door als
een saaie stad, een groot dorp, een
btad waar men alleen komen moet
óm te werken, maar nooit voor je plei»
2101' heen moet gaan. Zouden velen
van hen, die zoo oppervlakkig Rotter
dam bespreken, niet Juist die stad op
Zondag bekeken hebben Dan kan ik
mij de betiteling van saaiheid wel in
denken en mij er ook vrijwel mee ver
eenigen.
Kom In de buurten, waar in de
week gewerkt, gezwoegd en gedraafd
wordt In dienst van handel en scheep
vaart-verkeer, van de Westzijde van
den Maas af tot het Maasstation toe,
op de „Boompjes', de Leuvenhaven,
Fijenoord en Charlois en het verdere
0vermaa3sch© en men ziet bijna geen
kip op straat, 't Doet denken aan een
dooden-stad. De wandeldrukte con
centreert zich op den Blaak en den
Coolsingel, maar deze punten zijn
niet in staat op den vreemdeling den
indruk te maken, dat men zich in
een giroote stad bevindt. Op Zondag
staat het leven hier stil. De betere
klassen blijven thuis, komen zelfs
minder in een koffiehuis of theater
dan anders en het gemeen ls koning
van de straat.
Ja, dat „gemeen", daar weet ieder
ook van mee te praten. Er zijn er
zelfs die Rotterdam een moordenaars-
stad noemen, wijl hier met Tilburg
de meeste moorden van het geheele
land plaats vinden. En toen ik eens
tegenover echte Rotter dammers aan
voerde dat do oorzaak van dit ver
schijnsel te vinden was in het bezoek
van een zoo groot aantal zeelieden
van verschillende natiën, was men
zoo onpartijdig mij te antwoorden:
Neen, die vreemde zeelui doen
het niet, die moorden hier niet,
maar warden ergens binnengelokt en
afgezet en als zij zich daartegen ver
zetten vermoord. Ik zelf heb nooit iets
specifiek onaangenaams van het Rot
terdamsche gepeupel ondervonden of
zelfs gezien. Wel de onhebbelijkheid
en onbehouwenheid der kerels, die
met een krullende haarlok op het
voorhoofd geplakt en de pet op een
oor Zondagsavonds in de Hoogstraat
tegen voorbijgangers aanloopen en
vrouwen molesteeren, maar van deze
„openbare onhebbelijkheid" heeft
Rotterdam niet het monopolie. In Am
sterdam wordt deze „Grobe Unfug"
ook maar al te straffeloos gepleegd
en bij u heeft Haarl. Dagblad te
genwoordig een vaste rubriek de
schandalen in de Groote Houtstraat.
Maar om mij bij mijn vergelijking
nu maar tot de belde grootste Hol-
landsche steden te bepalen, ln één
opzicht wijkt het Rotterdamsche ge
meen toch sterk af van dat in Am
sterdam.
Terwijl de „Sjappie" uit de Jor-
daan zijn kracht zoekt in schreeuwen
en sarren en achter den rug iets uit
halen, maar „'ra smeert" als het min
ste schijntje van gevaar voor hem
zichtbaar wordt, handelt zijn Zand
straat-collega anders. Een eervol
le vermelding voor dit „handelen'
verdient hij juist niet. Want hij is
bloeddorstig en wreed als een rede
loos dier. Het is geen d-rift, geen haat,
die hem zoo doet optreden, maar al
leen dierlijke bloeddorst. Vrees kent
hij daarbij niet. Een agent van po
litie heeft hier een zeer gevaarlijke
betrekking en als ik mij niet vergis'
loopen allen 's nachts met de gela
den revolver In den gordeL
Een paar maal in de laatste 8 of 10
nachten hoorde ik dan ook schieten,
dit staat in verband met de thans
regelmatig plaats hebbende inbra- j
ken, steeds op zeer drukke punten en1
waarbij een, bij 'n goudsmid op den
Binnenweg, waar ongeveer alle rin
gen, horloges, enz. werden buitge
maakt, bijzonder goed slaagde.
Een bijzondere voorliefde heeft het
gepeupel ook voor het in stukken
scheuren van agenten-jassen, het
wegwerpen van helm en sabel en 't in
het water gooien van een agent zelf.
Dat is dus nog heel iets anders dan
de veel besproken weinige medewer
king, die de politie van de burgerij
ondervindt.
Eenige jaren terug herinner ik mij,
dat in de Maas het lijk van een agent
drijvende werd gevonden, die blijk
baar daarin was geworpen. Eu nu
binnen een week las ik van twee ge
vallen in de buurt van de Rosestraat
op Feijenoord, waarbij zonder aan
leiding een agent op de lafste wijze
was „afgedroogd", zonder dat de man
er andere aanleiding toe gegeven had
dan dat hij óf vechtersbazen had
trachten te scheiden, óf wel lawaai
makers had aangeraden naar huls te
gaan. Bovendien diende deze week
voor de rechtbank de zaak van zeven
sujetten, die gepoogd hadden een be
jaarden, kalmen agent in de Schie te
verdrinken en ln dit voornemen alleen
niet geslaagd waren door het kracht
dadig optreden van twee bereden
agenten. De hoogst geëischte straf was
21/2 jaar, wat ik treurig laaag vind,
want zulke beestmeuschen zijn ge
vaarlijker voor de samenleving, dan
do misdadiger uit nood of drift. En
wat maalt zoo'n vent, die goedsmoeds
uit moordlust een agent wil verdrin
ken om 21/2 jaar gevangenisstraf?
Minder dan een gewoon mensch om
een standje van zijn patroon. Van een
jaar of veertien geleden heb ik ook
nog een sombere herinnering aan Rot
terdam, waaruit het bewijs te putten
is, hoe onverschillig het Rotterdam
sche gepeupel is met hetgeen met hen
gebeuren zal, zelfs met 't leven, 't
Was iets wat natuurlijk overal elders
had kunnen plaats vinden, maar in
verband met hetgeen ik géhoord en
gelezen had, was T wel eigenaardig,
dat ik juist in Rotterdam en alleen
hier er. getuige van moest zijn.
Alvorens oen groote buitenlandsche
reis te ondernemen had ik eerst een
uitstapje gemaakt naar den Haag,
waai- ik een gezelligen voormiddag
had doorgebracht en was toen naar
Rotterdam gegaan, 's Avonds hoorde
ik voor mij een twist tusschen een
jongen en een meisje, 'k Nam er
niet veel notitie van, in Amsterdam
schelden zoo'n paar jongelui elkaar
den huid vol en dan is 't afgeloopen.
Maar bij de Vlasmarkt gekomen zag
ik eensklaps het meisje vooruit hol
len, zij klom over de leuning van het
daar open riool, één sprong, een door
dringende gil en ze was al meege
sleurd door de rioolkolk onder de
stad.
't Deed me zoo akelig aan in de toen
al doodsche en sombere stad, dat ik
naar m"n hotel sine en het dien avond
niet meer verliet. Den volgenden mor
gen vóór Ik naar Hamburg reisde, las
ik in 't ochtendblad, dat 't lijk van
het meisje in het Spuiwater aan de
andere zijde van de Hoogstraat was
gevonden.
H. HENNING Jr.
Amerika ia 't land der revoluties.
Behalve Venezuela heeft 't nog ver
schillende andere staten en staatjes,
die vrij periodiek de krachtproef van
een revolutie moeten doorstaan.
Na het land van Castro en Gomez
mag wel allereerst de republiek Ni
caragua cenoemd worden, met haar
president Zeiaya, waar thans voor de
zooveelste maal
EEN REVOLUTIE WOEDT.
President Zeiaya schijnt tot ideaal
te hebben, om zich de oppermacht ln
Midden-Amerika te verzekeren en
daarom Ligt hij geregeld met de na
burige staten in oorlog, of ln diplo
matieke verwikkelingen vooral sinds
zijn pLan, om door middel van een
verdrag de vereeniging te bewerken,
mislukte. „Niet goedschiks, dan met
geweld zoo heeft hij gezegd, al
thans gedacht.
Eerst zocht Zeiaya twist met Hon
duras en begon een veldtocht tegen
deze republiek, die steun vond bij San
Salvador. De Vereenigde Staten kwa
men in dezen strijd lusscheubeiden,
en Zeiaya werd gedwongen op ongun
stige voorwaarden vrede te sluiten.
Maar.... lang duurde de vrede niet I
Eenigen tijd later viel hij San Salva
dor aan en weder kwamen de Veree
nigde Staten tusschenbeiden. Toen
was Costarica aan de beurt en moes
ten de Vereenigde Staten president
Zeiaya een ultimatum zenden voor
een scheidsrechterlijke beslissing.
President Zeiaya werd voor de Unie
te lastig. Hij moest vallen I Booze
tongen beweren, dat de revolutie, die
nu in Nicaragua heerscht en die ten
doel heeft den president ten val te
brengen en door een onder te vervan
gen, doorde Vereenigde Staten is
uitgelokt en begunstigd.
Zeker is in elk geval, dat de sym
pathie der Amerikaansche regeering
aan de zijde der opstandelingen was
en ls. Daarom treurt men er ln
Washington over, dat Zeiaya ln den
strijd met de revolutionairen overwin
naar is gebleven. En Zeiaya is ook
EEN WREED OVERWINNAAR,
want bij honderden laat hij zijn revo
lutionaire tegenstanders doodschieten
of ophangen.
Hij is evenwel zoo onvoorzichtig ge
weest, ook een paar Amerikaansche
I burgers te doen ombrengen, drie hij
f verdacht zich te hebben schuldig ge
maakt aan een poging om eenige troe
penschepen der Nicaraguasche regeer
ring met dynamiet te vernielen. Dat
heeft geweldige verontwaardiging ge
wekt in Washington, en het gevolg is
al geweest, dat een* ge Amerikaansche
oorlogsschepen naar Nicaragua zijn
afgezonden, dat een vertoog Is gericht
tot don gezant in Nicaragua, waarbij
volledige inlichtingen omtrent de te
rechtstelling der beide Amerikanen
werden geëischt en eindelijk, dat de
Amerikaansche regeering besloot de
opstandelingen in Nicaragua als oor
logvoerende partij te erkennen.
Dit laatste is voor president Zeiaya
zeker wel het meest ernstige besluit,
omdat dit zijn strijd tegen de revolu-
tionnaireu bemoeilijkt. De Ameri
kaansche regeering heeft reeds ge
weigerd een van New-Orleans met wa
pens voor de regeering van Nicaragua
geladen vaartuig bescherming tegen
de opstandelingen te verleenen.
Een belangrijke vraag is, cf de Ame
rikanen schuldig zijn. Een telegram
meldt, dat beide terechtgeslelden in
het bezit zijn gevonden van dynamiet
en zouden zij aan de autoriteiten en
in brieven aan familieleden bekend
hebben, pogingen te hebben gedaan
om regeeringsschepen te Greytown ln
de lucht te doen springen.
Is dit bericht juist don komt de hou
ding van president Zeiaya in dit geval
wel in een ander licht» Maar hij staat
bij de Amerikanen nu eenmaal in een
slecht blaadje, zoodaf. al zijn protesten
te Washington wel niet heel veel zul
len heipon.
Trouwens de overhaasting, waar
mee deze regeering, zonder dat nog
een antwoord op haar vertoom kon
worden gegeven, besloot tot erkenning
der opstandelingen al3 oorlogvoeren
de partij, toont dat de Unie slechts
wachtte op een gelegenheid, om met
den lnstigen Zeiaya af te rekenen.
Wanneer men over revolutie en te
rechtstellingen leest, denkt men na
tuurlijk aan Rusland. Vooral nu
daarvoor weer nieuwe aanleiding is.
De bekende anarchist-journalist
Boertzef is weer met een
NIEUWE ONTHULLING OVER
POLIT1E-SPIONNKN.
gekomen, 't Geldt nu weer een vrouw,
die an dienst der Russische geheime
politie stond en tevens lid was van
een revolutionaire organisatie. Het
was Anna Stepanowna Serebriakof uit
Moskou. Zij staat sedert een kwart
eeuw in de eerste rijen der revolu
tionaire beweging, en zij wordt door
de partijleden zoo vereerd, dat zij on
der hen bekend staat onder den naam
„Matoesjka", moedertje. In haar huis
werden vergaderingen van het comité
gehouden, en zij was medebestuurster
van de vereeniging het Roode Kruis,
drie zich verbetering van hei lot der
gevangenen, voornamelijk politieke
gevangenen, ten doel stelt. In die
qualiteit wist zij herhaaldelijk ver
trouwelijke mededeelingen te verkrij
gen van mannen, bij wien zij als par
tij genoote bekend stond. Al die mede-
deelingen bracht zij over aan de po
litie.
Het mislukken van vele aanslagen
wordt aan deze vrouw toegeschreven
vele mannen, die zij schijnbaar mot
groote opofferingen steunde, zijn
door haar verraad naar Siberië ver
bannen.
Boertzef heeft nog meer onthullin
gen in 't vooruitzicht gesteld, 0. a. da
ontdekking van een revolutionnair,
die als politie-agent en provocateur
voor de Regeering werkt, en wiens
naam nooit wordt genoemd, doch die
door een nummer wordt aangeduid.
't Figuur der Russische politie wordt
na elke onthulling van Boertzef die
niet wordt tegengesproken en du3
blijkbaar de waarheid schrijft treu
riger.
In Frankrijk is thana
DE SCHOOLSTRIJD
weer op den voorgrond getreden. De
minister-president Briand heeft bij de
begrooting een rede gehouden, waar
in hij betoogde, dat, nu de staats
school aangevallen wordt, de Kamer
meerderheid vast aaneen gesloten
moet blijven. Zoo verkreeg de minis
ter, dat de algemeene beraadslagin
gen over de begrooting eindigden zon
der dat de moties tegen de nieuwe be
lastingen zelfs ln stemming kwamen.
Brdand zei 0. a. Gij weet aan welke
felle, onrechtvaardige en hartstochte
lijke aanvallen de staatsschool bloot
staat. Maar wij zullen haar verdedi
gen. Aan dit werk van de republiek
mag niet geraakt worden. Die verde
diging zullen wij voeren met koel
bloedigheid en met matigheid, tege
lijkertijd het recht der ouders en het
zedelijke belang van het kind betrach
tende.
Die taak zullen wij ook tegenover u
(bedoeld wordt rechts) opnemen.
(Langdurig applaus links). Wij zullen
in uw scholen doordringen. (Herhaal
de uitroepen van protest rechts.) Wij
zeggen, dat de kinderen des v^lks, on
verschillig tot welke maatschappelijke
groep zij behooren, allen beschermd
moeten worden. Eu we zullen dat zoo
doen, dat, evenals bij de scheiding
van kerk en staat, het land op onze
hand blijft. Men vergeeft ons niet, dut
wij ons niet tot heftigheid laten uittar
ten. En wij zeggen tot onze tegenstan
ders Eén ding kunt gij eischen, vrij
heid.
Een stem Wij vragen niets anders!
De minister Praat van vervolging
zooveel gij wilt, de werkelijkheid is
niet anders dam ze is. Van welke vrij
heid zijt gij beroofd? Wanneer heeft
uw geestelijkheid meer vrijheid gehad
dan nu?
Een stemGij heft al onze scholen
op 1
De minister Gij heropent ze alle.
Ten slotte doet de minister een be
roep op de linksche meerderheid der
Kamer om ter verdediging van de
school eensgezind te blijven.
HET MIJNONGELUK IN
AMERIKA.
Acht-en-zeventig mijnwerkers die Za
terdag 13 dezer bedolven waren in de
St. Paul-mijn te Cherry, zijn nog in
leven bevonden en gered. Een der
overlevenden deelde mede, dat, toen
zij bemerkten wat er was voorgeval
len, zij een muur om zich opwierpen.
Zij hebben ontzettend honger a»leden.
Da vrouwen verdrongen elkander voor
den ingang van de mijn, om te zien
of haar man onder de geredden be
hoorde De algemeene vertwijfeling
heeft plaats gemaakt voor hoop, want
misschien kunnen nog meer men
schen gered worden.
Uit Jamaloa komt daarentegen weer
een
NOODLOTTIGE TIJDING.
De gouverneur seint aan de Engel-
sche regeeringHevige storm, bui
tengewoon zware regen, aanmerkelij
ke schade tengevolge van aardver
schuiving en overstrooming, twintig
dooden, geen reden om erger te vree
zen.
In Sanht Pölten (Oostenrijk) werd
een troep arbeiders aan een spoor
baan werkende, door een sneltrein
verrast. Acht personen werden gedood
en drie zwaar gewond.
IJSCLUB „HAARLEM EN
OMSTREKEN".
Onder presidium van den heer J. J.
Zeewoldt te 's-Gravenhage, vergader
de bovengenoemde vereeniging Zater
dagavond in een der bovenzaaltjes
van de Sociëteit „Vereeniging".
De heer J. W. Arriëns, het jaarver
slag uitbrengende, wees er op, dat
niettegenstaande het wisselvallige we
der in den afgeloopen winter, toch
verscheidene malen van de ijsbaan
geprofiteerd kon worden. Het seizoen
kenmerkte zich door de herdenking
van het 40-jarig bestaan der club, bij
welke gelegenheid van tal van ande
re soortgelijke vereenigingen vele be
wijzen van sympathie inkwamen.
Ook de elcctrische belichting der
baan kwam dit jaar in orde. 't Leden
tal steeg van 688 tot 792, wat zeker als
een groote vooruitgang mag worden
aangemerkt.
De penningmeester, de heer J. Ool-
gaardt, hierop rekening en verant-
woording doende, verblijdde de aan
wezige leden met de meeled eel mg, dat
het voordeelig saldo dit jaar een som
van 652.28 bedraagt. De ontvangsten
bedroegen 4751.75, de uitgaven,
waaronder aan arbeidsloon ƒ419,84 1/2
en gehouden wuiter-kermis 494.35,
4099.47.
Hetbatig saldo zai tot vermindering
van schuld aangewend worden.
Als leden der commissie tot nazien
der rekening en verantwoording voor
het komende seizoen werden benoemd
de heeren G. A. v. d. Steur, J. C. Pee
reboom en G. E. Otto, als hun plaats
vervangers de heeren A. S. Reinierse,
A. M. Bijvoet en W. Gehrels.
Aan de beurt van aftreden waren
de bestuursleden H. J. Eldering, J. J.
Oolgaardt en J. A. C. Suringar. De
beide eersten werden herkozen; de
heer Surlnger had zich niet meer her
kiesbaar gesteld; in zijn plaats werd
hierop benoemd de heer jhr. Van Pan-
huys.
Verder deelde de voorzitter mede,
dat hij, nu hij hier niet meer woont,
geen gelegenheid meer had zijn func
tie naar behooren waar te nemen. Go-
kozen werd hierop in de plaats van
den heer Zeewoldt, de heer T. L. van
Wagtendonk, gep. majoor der infante
rie. ln de hierdoor opengevallen be-
stuursplaats werd voorzien door de
benoeming van den heer J. C. Peere
boom.
Ook de heer Arriëns bedankte we
gens drukke werkzaamheden. Deze
plaats zal voortaan ingenomen wor
den door den heer J. J. Rijk.
Ten slotte stelde de heer Van Wag
tendonk namens het bestuur voor, den
afgetreden voorzitter tot eerelid te
benoemen, welk voorstel bij acclama
tie aangenomen werd.
FEESTCONCERT „LOURENS
JANSZ. COSTER".
Ter gelegenheid van haar tienjarig
bestaan gaf bovengenoemde muziek-
vereenigiug Zaterdagavond in de con
certzaal van de Sociëteit „Voreend-
ging" een feestconcert. Alvorens met
de programnurnmers te beginnen, be-
trad de voorzitter, de heer G. D. Ph.
Hos het podium, en schetste in korte
woorden geschiedenis en lotgevallen
der feestvierende muziekvereeniging,
welke woorden krachtig toegejuicht
werden, 't Orkest, onder leiding van
den heer K. H. Kerkhoff, voerde hier-
op met groote muzikaliteit 0. m. de
Kaiser Friedrlch-Marsch, van Friode*
mann, en de Ouverture Babolinette,,
van Coquelet, uit Met dit laatsta
werk behaalde de vereeniging een eer
sten prijs op het concours te Zand-
voort In de Frontignan onderscheid»,
de zich vooral de heer J. Kenniphana,
die de honge tuba-solo met prachtigs
muzikale vaardigheid en onberispelij
ke klank-zuiverheid uitvoerde.
Het geestdriftige applaus, dat dt
heer Kenniphaas hiermee verwierf
was dan ook ten volle verdiend.
Na de Fantaisie voor tenor saxophoi
ne van Escudéé, een werk, dat voor 4
eerst uitgevoerd werd, betrad mr,
Joh. Enschedé, de beschermheer der
vereeniging, het podium, om in een
hartelijke toespraak tot directeur en
koor, belden een woord van lof te
brengen voor al 't muzikaal genot, dat
de vereeniging reeds zoovelen had mo
gen schenken.
Twee kransen, één voor den direo-
teur en één voor den voorzatter, bene
vens een fraaie dirigeerstok voor den
heer Kerkhoff, werden daarna door
inr, Enschedé aangeboden.
Voorts werd nog voorgedragen en
gezongen door den heer en mevrouw
Vogel welke laatste o. a. vooral met
haar YVeeinoed-coupleiten veel sut as
had, en den bekenden hummistischen
zanger, den heer J. P. Vrugt, die met
z'n toegiitjes niet zuinig was.
Een geanimeerd bal hield de aan
wezigen tot den vroegen morgen bi*
een.
MARS.
De Onderofficiers-vereeniging Mars
hield Zaterdagavond haar eerste
feestelijke bijeenkomst in dit seizoen,
De groote zaal van het Brongebouw,
die &c anders door de stijve stoelen
rijen zoo ongezellig pleegt uit te zien,
had een heel anderen aanblik gekre
gen, doordat groepjes zich gevormd
hadden rond tafeltjes, die pleizierig
in de zaal verspreid stonden. Iu de
front/i'ij troonde de kapitein-adjudant
W. C. Schönstedt, eere-voorzitter der
vereeniging, benevens een viertal of
ficieren.
De voorzitter, de heer Pieters
Graafland heette de talrijke aanwe
zigen welkom, en deelde mede, dat
de vereeniging dit jaar nog al geluk
kig is met de werkende leden, waar
door een uitgebreid, afwisselend pro
gramma kon worden aangeboden.
Daarna begon het gymimstiseeroa
aan het rek, wat op de bekende, vlug
ge, vaardige wijze, zooaLs wij dat
van de Haarlemsche onderofficieren
gewend zijn geschiedde. De toejui
chingen waren dan ook zeer krachtig.
Het strijk-orkest van het 10e Reg.
Infanterie, onder de uitstekende lei
ding van den kapelmeester Eug. H.
Rap, wisselde het werken aan de toe
stellen af, en droeg veel bij tot het er
in hrengerf van de stemming.
Aan het volgend nummer, partij-
schermen op floret, sabel en geweer
was een bijzondere attractie verbon
den. Toen werd n.l. gekampt door de
sergeant Th. v. d. Leyke, Vink en
Van Krimpen, die op de wedstrijden
in Delft en tn Haarlem 4 koninklijke
medailles wisten te vermeesteren, n.L
één van H. M. de Koningin, twee van
H. M. de Koningin-Moedor, en één
van Z. K. H. Prins Hendrik. Dit num
mer werd besloten door de aanhech
ting dier eereteehenen, wat de kapi
tein-adjudant Schönstedt eigenhandig
deed, na een kernachtige toespraak
gehouden te hebben. Wanneer men
weet, dat deze aanhechting geschied
de onder de plechtige tonen van het
oude Wilhelmus, dan begrijpt men,
dat geestdrift zich Yan de aanwezigen
meester maakte.
Een schitterend geslaagd nummer
was ongetwijfeld dat, wat op het pro
gramma stond vermeld, met den ei-
genaardigen naam van „muurdegen'*
Een twaalftal sergeants, eenvoudig
doch zeer smaakvol versierd met
oranje, voerde onder leiding van den
sergeant v. d. Leyke een reeks uit
vallen, kruisgangen, oefeningen met
den degen uit, die al bijzonder in den
smaak vielen. Toen het gordijn zak
te was het geapplaudïsseer dan ook
stormachtig, en nam geen einde,
voordat het doek weer rees, en toon
vertoonde zich aan de oogen der aan
wezigen een overweldigende apothe
ose. Daar stond onze kranige serge
ant, het vaandel in de vuist geklemd,
- om hem heen zijn twaalf kameraden.
door
E. W. H o r n u n g.
Kom. zei ik tot de arme Eva, heb
geen medelijden met hem, ofschoon ik
durf, zeggen, dat hij het meest meelij
wekkend is van de bende wijs mij nu
den weg door het huis en ik zal vol
gen met deze lamp.
Op de oude eikenhouten tafel stond
n.l. een brandende lamp, ik droeg
haar door een nauwe gang, door een
p'oote lage keuken, waar ik mijn
hoofd tegen de zwarte, eikenhouten
balken stootteen ik hield haar in de
hoogte bij een deur, bijna even mas
sief als die wij met zooveel succes
voor den neus van den neger geslo
ten hadden.
Ik was er bang voorl riep Eva
plotseling vol schrik.
Wat ls er
Zij hebben den sleutel weggeno
men I
Ja, da scherpe avondlucht kwam
door een leeg sleutelgaten toen ik
mijn lamp er vlak bij hield, zag Ik
niet alleen, dat de deur gesloten was,
maar dat het slot van dien aard was,
dat een onbedreven hand er uren lang
zonder resultaat er haar krachten op
zou kunnen beproeven. Bij wijze van
proefneming sloeg ik er hard tegen
aan. De zware grendel trilde zelfs
niet; ook zag ik geen kans met een
van mijn vier overgebleven kogels het
slot te doen springen.
Is dit de eenige, andere deur
Ja.
Dan moet er een venster zijn,
Al de achtervensters zijn getra
lied.
Stevig
Ja.
t— Dan blijft ons geen keus over.
En ik leidde den weg terug naar de
hal, waar de arme, zwarte kerel lag
to krimpen in zijn bloed.
In de keuken vond ik de flesch wijn
(do beste port van Rattray), waarmee
Eva hem had omgekocht, en ik gaf
hem die voordat lk mij van een paar
stoelen meester maakte.
Wat is u van plan te gaan doen
Den weg teruggaan, dien wij ge
komen zijn.
Maar de muur
Deze stoelen op elkaar stapelen
en zooveel meer als wij noodlg heb
ben, als wij de poort niet kunnen
openen.
Maar Eva lette niet meer op mij,
noch op José haar witte tanden wa
ren in doodsangst opéengeklemd,
haar oogen op den vloer gevestigd.
Zij zijn teruggekomen, hijgde zij.
Door de onderaardsche gang I Luis
ter luister 1
Toen hoorden wij een schuifelen
van voetstappen onder ons en daarop
een gedempt, heel onduidelijk geklau
ter op een of andere onzichtbare trap.
Onderaardsche gang riep ik uit,
en uit louter woede vergat ik, wat ik
tegenover mijn lieveling verplicht
was. Waarom ter wereld heeft u mij
daarvan niet eerder verteld
Er was zooveel te vertellen I Die
gang leidt naar de zee. O, wat zullen
wij doen U moet u verbergen bo
ven ergens I riep Eva wild uit.
Laat hen aan mij over laat hen
maar aan mij over.
Daar ben ik niet op gesteld, zei ik
en dat was waarmaar toch verweet
lk mij de tranen, die deze woorden
hadden te voorschijn geroepen en ik
bereidde mij er op voor, daarvoor te
sterven.
Zij zullen u dooden, mijnheer
Cole I
Dat zou mij Juist goed te pas ko
men maar wij zullen het eerst nog
eens afwachten.
En ik stond met mijn revolver in
de rechterhand klaar, terwijl ik met
de andere Eva naar mij toetrek, juist
toen de deur openvloog, en Rattray
zelf met een lantaoarn in de band op.
ons stiet, terwijl in het licht daarvan
het zweet op zijn knap gelaat duide
lijk zichtbaar was.
Nog zie ik hem voor mij, zooals hij
daar verbluft op den drempel van de
hal stond; en toch dwaalden op dat
oogenblik mijn oogen langs hem heen
in de kamer aan den overkant-
Het was die kamer, welke ik heb
beschreven, met boeken langs alle
wandener was eon lange opening
in deze boekenreekeen, waar nu bleek
een deur te zijn, waardoor kapitein
Harris, Juaquin Santos, en Jane
Braithwaite gevolgd door Rattray
snel achter elkaar door kwamen, de
mannen allen met lantaarns, de
vrouw vuurrood en slordig zelfs voor
haar doon. Over de schouders van den
square heen zag ik hun gezichten mot
zijn ellebogen hield hij hen tegen, zoo
dat zij de deuropening niet door kon
den en toen ik weer naar hom keek,
schitterden zijn zwarte oogen uit een
gelaat doodsbleek van drift, en die
oogen waren op mij gevestigd.
Wat brengt u hierheen
srhreeuwde hij eindelijk vh>1 drift.
Doe geen onnoodige vragen, was
mijn antwoord daarop.
Dus u heeft mij vandaag bedro
gen 1
Ik was bezig u in de wielen te
rijden,
Ge suit er niets bij winnen om
slim te zijn 1 zei do squire scherp,
terwijl bij delgend een stap nader
kwam.
Op het laatste 0ogenblik had ik
mijn revolver achter mij verborgen
gehouden met het doel om ben allen
vlak tegenover mij te krijgen en hen
niet op hun hoede te doen zijn.
Ik wist niet, dat zulke oogen als
van Rattray zoo woest konden zijn
zij dansten van mij naar mijn gezel
lin, hetgeen dit gevolg had, dat zij
moeite deed om zich van mij los te
makenmaar ik drukte mijn arm
slechts des te steviger om haar heen.
Ik zal niet meer winnen dan ik
verwacht, zei ik onverschillig. En <k
weet, wat mij te wachten staat van
zulke dappere heeren als gij zljtl Het
zal ln elk geval beter zijn dan uw
eigen lotalles is beter dan naar het
sohavot gebracht te worden en aan
den nek opgehangen te worden tot
men dood ls, gij alle drie op een rij
en uw lijken zullen in den omtrek van
de gevangenis begraven worden I
Juist iets voor hem, mompelde
Santos. Juist iets voor hem 1
Maar ik ben zoo zachtmoedig,
ging lk in mijn opgewondenheid
voort, dat hot mij zou spijten ais ik
zooiets zag gebeuren met zulke netto
heeren als gij zijt. Kom maar voor
den dag, schurk, die je bentl Het
was mijn verrader, die de kamer bin
nensloop. Kom maar en voeg je bij
de anderen 1 Ik heb nog een verras
sing Yoor je bereid, voor jou, je lieve
vrouw en al dat gespuis hier.
Ik geloof, dat ik altijd een vaardi
ge tong heb bezeten en er van hield
de menschen daarmee te prikkelen
maar als dat zoo is, dan kreeg ik er
dien nacht mijn verdriende loon roer-
Want de neger van de Lady Jermyn
lag al dien ti£d verborgen achter Eva
en mijals zij hem zagen, dan dach
ten zij zeker, dat hij dronken was
maar wat mijzelf betreft, lk was zijn
bestaan heelemaal vergeten, totdat
het oogenblik kwam, waarop lk mijn
revolver zou laten zien, toen hij In
plaats daarvan mij uit de hand wérd
gerukt on een kogel onder mijn arm
heenfloot, terwijl de schurk uitgeput
achterover vlei en het wapen knette
rend naast hem neerviel. Voor ik mij
kon bukken om hem op te rapen, voel
de Ik een zwaar gewicht op mijn arm.
en squire Rattray stond het volgend
oogenblik naast mij, met zijn armen
mijn arm wegduwende, die de bewas*
tolooze ge6talto van Eva Doni son
vasthield.
Laat haar aan mij over. riep hij
woest uit. Dwaas die Jo bent, voegde
hij er op zachter toon bij, denk Je
dat ik niet zal zorgen, dat haar geen:
kwaad overkomt.
Ik keek hem in de schitterende en
eerlijke oogen, die mij van den begin,
ne af vertrouwen hadden ingeboe
zemd,
fWordt vervolgd.)'