HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Bnitenlaodscfa Overzicht
Stadsnieuws
Uit de Omstreken
Binnenland
FEUILLETON
Het Vergaan van de
„Lady Jermyn."
MAANDAG 6 DEOEMBEB 1900
Reeds meermalen hebben we er, in
die laatste weken o. a. nog bij de
vermoording van prins Ito door een
verwoeden Koreaan op gewezen,
dat 't
IN 'T VERRE OOSTEN
niet goed gaat. Wat 't is, viel niet te
zeggen, maar dat er iets broeide was
zeker. Dit blijkt ook thans uit het feit,
dat de Chineesche regeering aan de
verschillende buitenlandsche legaties
een circulaire gezonden heeft, waarin
geprotesteerd wordt tegen de jongste
Russische kennisgeving over de rech
ten der nederzettingen in de Russi
sche spoorweg-zones in Mandsjoerije.
Het optreden van Rusland wordt
oen schending van het verdrag van
Portsmouth genoemd, alsook van de
Russisch-Chineesche overeenkomst,
gesloten den tienden Mei, waarbij het
optreden der regeering in de Russi
sche zones geregeld werd.
Nu treft 't eigenaardig confereeren
fusschen Rusland en Japan. Men
krijgt zoo den indruk, dat deze rijken
met elkaar Mandsjoerije verdeelen,
zonder te vragenwat behoort aan
China
Dat 't op den een of anderen dag tot
een nieuwe uitbarsting In 't verre
Oosten zal komen, lijkt wel waar
schijnlijk. Dat 't dan niet alleen tus
schen Rusland en Japan zal gaan,
maar dat ook China zal optreden is
eveneens aannemelijk.
Onze wereld schijnt 't ook moeilijk
zonder wapengeweld te kunnen stel
len Gelukkig blijkt
DE MAROKKAANSCHE OORLOG
nu vrijwel tot 't verledene te behoo-
ron. De Spaansche regeering heeft be
sloten 4000 man uit Marokko te iaten
terugkomen, wat wel op een beëindi
ging van het vechten duidt.
Tegenover dit gelukkige teeken
staat er ook weer een ongelukkig.
In de
BETWISTE TURKSCH-PERZISCHE
ZONE
fijn de Turksche troepen met de on
geregelde Perzische troepen aan het
vechten. Wel is Zaterdag gemeld, dat
de Turksche ministerraad besloten
had, aan de 'lurksche troepen te beve
len de opmarsch niet voort té zetten,
maar nu bericht een ander telegram,
dat Turkije weigert 't reeds bezette ge
deelte van dit betwiste gebied weer te
ontruimen.
Tot een oorlog tusschen Turkije en
Perzië zal 't wel niet komen, want
Perzié heeft na de revolutie-stormen
geen geregeld leger meer overgehou
den. Misschien is dat nu maar geluk
kig 1
DB POLITIEKE OORLOG IN
ENGELAND.
begint eerst goed, nu de verkiezings
strijd is ingeluid.
De liberalen zijn begonnen met de
'mééting, waarin de minister van fi
nanciën Lloyd George sprak. Van de
ze rede gaven we Zaterdag reeds
een overzicht. Alleen willen we dan
ook nog den nadruk leggen op een
kernachtige uitspraak van den schat-
kistmeester. Hij zei o. a. woordelijk
,,Ik zal er voor bedanken ooit weer
in eenig liberaal Kabinet zitting te
nemen, dat niet de zekerheid ver
schaft dat wetsvoorstellen door het
Lagerhuis aangenomen gedurende de
zitting van een bepaald parlement wet
zuilen worden, hetzij dan met of zon
der toeslemming van het Hoogerhuis.
De wil der Lagerhuis-leden moet zege
pralen".
Ook aan den anderen kant is men
al begonnen. Lord Lansdowne, de
voorsteller en verdediger van de be
kende motie in het Hoogerhuis, heeft
te Plymouth een redevoering gehou
den, waarin hij betoogde, dat de ko
mende strijd zal loopen over twee
hoofdquaestiesbegrooting tegen ta
riefhervorming en één-Kamer-regee-
ring tegen twee-Kamer-regeering.
Dat het Hoogerhuis gebreken heeft,
erkende de Lord, maar de tegenwoor
dige regeering wil blijkbaar die gebre
ken niet wegnemen, want de commis
sie, die plannen tot verbetering zou
ontwerpen, is door de regeering steeds
genegeerd. De reden daarvoor ligt
voor de hand, hoe meer men het Hoo
gerhuis verbetert, hoe sterker het
wordt. Onze houding (zoo vervolgde
Lord Lansdowne) is verstandiger en
meer in overeenstemming met de
grondwet dan die der regeering. Wij
beweren, dat het Hoogerhuis strijdt
voor de rechten van het volk en voor
een van de kostbaarste voorrechten
van dat volk, nl. voor het recht van de
natie om "ehoord te worden, wanneer
diep ingrijpende wijzigingen ln de
wetgeving worden gebracht.
Zaterdagmiddag Is te Londen op 't
Trafalgarplein een
GROOTE BETOOGING TEGEN T
HOOGERHUIS
gehouden. De meeting was wel druk
bezocht, maar er heerschte blijkbaar
niet overmatig veel geestdrift. De
meeste levendigheid werd nog veroor
zaakt door stemrechtvrouwen, die
trachtten de bijeenkomst ln de war te
sturen, doch het lukte haar niet de
orde te verstoren.
Nadat eenige volksleiders toespra
ken hadden gehouden, waarin de hou
ding van het Hoogerhuis werd gehe
keld, en nadat de volksliederen gezon
gen weren, werd een tegen het Hoo
gerhuis gerichte motie met algemeene
stemmen onder gejuich aangenomen
verklaard,
DE OOSTENRUKSCHE KAMER
is begonnen met de behandeling der
voorloopige begrooting. Er is een
soort wapenstilstand tot stand geko
men nadat 'n commissie was benoemd
belast met het onderzoek van alle na
tionale quaesties. De oorlog is daar
mede weliswaar nog niet geëindigd,
maar er kan nu toch het een en ander
afgedaan worden, hetgeen tn den
laatsten tijd, ten gevolge van de ob
structie niet mogelijk was. Dat nu ech
ter de begrooting werkelijk afgehan
deld zal worden, staat nog alles be
halve vast, maar er kan thans ten
minste niet meer worden beweerd,
dat de Kamer niet meer arbeidt en dat
zij dus verdaagd of ontbonden be>-
hoort te worden.
En intusschen beraadslagen de par
tijleiders buiten de regeering om, hoe
de crisis opgelost kan worden en ver
deelen onderling de minister-porte
feuilles 1
DE WOELINGEN IN GRIEKENLAND
Een journalist heeft een onderhoud
gehad met den koning van Grieken
land. Z. M. zou o. a. gezegd hebben
Ik ben koning en vader. Het volk is
mijn pleegkind. Als vader en als ko
ning heb ik geleden. De maatregelen
tegen de prinsen moet ik beschouwen
ais het resultaat van een tijdelijke
ontstemming, als het gevolg van de al
gemeene ontevredenheid, gewekt door
de teleurstelling over den loop van
zaken op Kreta. Men had er op gere
kend, door meerdere energie, door
toevoor van nieuw bloed aan de heer-
schende onbehagelijkheid een einde te
maken door verwezenlijking van een
langgekoesterde hoop. Kreta werd
evenwei niet bij Griekenland gevoegd
en toen werd naar iemand gezocht,
aan wien men zijn wrok kon koelen
over de begane fouten en de onder
vonden teleurstelling. Dat heeft aan
leiding gegeven tot de militaire bewe
ging. Het komt mij nu het verstan
digst voor hen, die daaraan deel heb
ben genomen, de straf kwijt te schel
den.
438 ARRESTATIES,
Te Kief in Rusland hebben op groote
schaal arrestaties plaats gehad. Meer
dan 500 politie-agenten zijn doende
geweest met huiszoekingen en 438
personen zijn in hechtenis genomen.
Ook in de omgeving van Kief is de po.
litie Ln de weer geweest82 personen
zijn daar in hechtenis genomen.
STORM IN HET BUITENLAND.
Nog heviger dan in ons land, heeft
de storm in Engeland en in 't Kanaal
gewoed en ook veel schade veroor
zaakt. De stoomboot van Ostende op
Dover had 8 uren noodig voor den
overtocht. Een aantal kleine vaartui
gen strandde op verschillende plaat
sen, de „Ellan Vannin" die verbin
ding onderhoudt tusschen Liverpool
eu het eiland Man, is spoorloos ver
dwenen en wordt als verloren be
schouwd.
Ook andere landen hebben hun deel
van den storm gekregen. Uit ver
schillende plaatsen van Duitschland
komen berichten over zeerampen,
waarbij helaas ook menschen zijn om
gekomen. Op de Sohelde was het
eveneens buitengewoon onstuimig.
Drie Engelsche schepen en een schip,
waarvan de naam nog niet bekend is,
strandden aan de Belgische kust. Te
Brussel stortte een huis van twee ver.
diepingen in.
Ook in Frankrijk en op de Fransche
kust heeft de storm hevig huisgehou
den, de bladen maken melding van
reeksen ongelukken zoowel te land als
ter zee.
STUKKEN VAN DEN RAAD.
B. en W. stellen voor aan den heer
C. G. Koen 227 1/2 vlerk. M. grond
aan de Zuidzijde der Tempelieretiraat
in koop af te staan voor f 13 per vlerk.
Meter.
B. en W. stellen voor aan den heer
A. Visser vergunning te verleenen
gedurende 6 maanden een buis van
30 cM. te mogen leggen door den
Spaarndammex weg tegen een recog
nitie van f 2.50, in verband met de
plannen tot ophooging van de bouw
terreinen van de Binnenl. Expl. Mij.
ten zuiden van het Spaansche vaartje
door opspuiting.
B. en W. stellen voor aan de di
rectie van de bierbrouwerij en ijsfa
briek ,,'t Spaarne", voorheen L. Al-
lard afwijking te verleenen van art,
7o der Bouwverordening ten behoeve
van een bijbouw op terrein kad. sec
tie K, no. 1283 aan het Zuider Bui te a-
Spaarne.
B. en W. bevelen als leeraar in
plant- en dierkunde aan de H. B. S.
met 3-jarigen cursus en de Handels
school met 2-jarigen cursus aan den
heer A. Meilink te Amsterdam, leer
aar aan de Rijkskweekschool alhier
tegen een belooning van f 2.50 per
wekelijksch gegeven lesuur.
Hoewel voor deze betrekking sol
licitanten xijn opgeroepen is het B,
en W. niet mogelijk de gevorderde
aanbevelingslijst van benoembaren in
te dienen.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Raad der
meente Haarlem op Woensdag 8 De
cember 1909, des namiddags ten 1 1/2
u/re, in de Statenzaal (Prinsenhof).
De volgende zaken zullen aan de
orde worden gesteld:
1. Mededeelingen en ingekomen
stukken.
2. Onderzoek geloofsbrief nieuw in
komend lid.
3. Voorstel B. en W. vaststelling
staat betaling uit onvoorziene uitga
ven, dienst 1909, met advies Comm.
Bijstand gemeentefinanciën.
4. Id. id. goedkeuring rekening en
verantwoording Bank van Leening,
dienst 1908/1909.
5. Id. id. onderhandse he verpach
ting buffet sl Big ersgezoilenl okaal
Openbaar Slachthuis.
6. Id. ld. onderhandsche aanbeste
ding werken Opleidingsschool voor
jongens.
7. Id. id. vaststelling staat te vel
len boomen,
8. Id. id wijziging stemdistricten in
kiesdistrict I, enz r
9. Id. ld. wijziging verordening ont
slag ambtenaren wegens leeftijd.
10. Id. id. aanvulling reglement H.
B. school met 3-j. cursus en daaraan
verbanden Handelsschool met 2-j. cur
sus.
11. Id. id. verzoekschrift Bestuur
afd. Haarlem Kon. Nederl. Weer-
baarheidsvereeniging, gebruik lokaal
H. B. School Zijlvest.
12. Id .id. overneming van voor
straten en pleinen bestemde gronden
ten zuiden Amsterdamsche Vaart,
van F. L. Oostenbroek.
13. Id. id. verzoekschrift Bierbrou
werij en Ijsfabriek ,,'t Spaarne", af
wijking art. 7, la, Bouwverordening,
bijbouw fabriek Zuider Buiten-
Spa arne.
14. Id. id. G. N. Visser e.a., bestrating
en verlichting Nieuwe Kruisstraat.
15. Id. id. vergunning aan A. Vis
ser, hebben buis in Spaarnd. Weg.
16. Id. id. verhuring grond Open
baar Slachthuis aan R. Ewouds Jr.
17. Id. id. verhuring grond Veer-
polder aan Droste en Co.
18. Id. id. intrekking Raadsbesluit
d.d. 14 Juli 1909 No. 14.
19. Id. id. verkoop grond Van Ee
denstraat aan Dr. G. E. A. Broese
van Groenou.
20. Id. id. id. aan Naaml. Vennoot
schap Arbeid Adelt.
21. Id. id. id. aan id.
22. I<L id, verkoop grond Tempe
liersstraat aan C. G. Koen.
23. Id. ld. vaststelling verordening,
regelende den rang, het getal en de
bezoldiging der ambtenaren bij den
dienst der Openbare Werken.
24. Id. id. id. der ambtenaren bij
de gemeentelijke duinwaterleiding.
25. Aanbeveling Commissarissen
Stads-Apotlieek, l>enoemiug 2 com
missarissen.
26. ld. Commissie van toezicht Mu
seum, benoeming lid.
27. Id. B. en W. benoeming lid
Commissie C. tot wering van school
verzuim.
28. Id. id. benoeming loeraair plant
en dierkunde H. B. School met 8-j-
cursus.
29. Voordracht id. benoeming on
derwijzer school no. 6.
ACCIJNS GEDISTILLEERD.
In de Staatscourant brengt de Mi
nister van Financiën ter kennis van
belanghebbenden, dat de wet van 4
December 1909, waarbij de accijns op
het gedistilleerd wordt verhoogd van
63 tot f 90 per hectoliter van 50 pro
cent, op 10 dezer zal worden afgekon
digd .Staatsblad no. 375) en mitsdien
kraclvtens art 8 op denzolfden dag in
werking zal treden.
Dientengevolge le ieder, dde bij den
aanvang van den lOen December
1909 meer dan 25 liter gedistilleerd
voor zichzelven of voor een ander in
voorraad heeft, verplicht daarvan op
dien dag of op den volgenden dag
schriftelijk aangifte te doen ten kan
tore van den ontvanger der accijn
zen.
Ieder die op of na 10 Dec. 1909 ge
distilleerd inslaat, hetwelk voor dien
dag hier te lande is verzonden, moet
uiterlijk op den eerstvolgenden werk
dag gelijke aangifte doen.
De 1 li ervaren bedoelde aangiften
moeten onderteekend zijn en, behalve
de vermelding van den naam en de
woonplaats van den aangever en van
de hoeveelheid, soort eon sterkte van
al het gedistilleerd, een nauwkeurige
aanwijzing inhouden van de plaats
waar het gedistilleerd in voorraad
was o fin geslagen is.
Het nalaten eener aangifte of het
doen eener onjuiste of onvolledige
aangifte is strafbaar. De ambtenaren
der accijnzen zijn bevoegd om bin
nen 14 dagen na het inwerking tre
den der wet ook de panden, die ove
rigens niet aan hun toezicht zijn on
derworpen, met inachtneming van
voorgeschreven vormen, tegen den
wil dor bewoners of gebruikers bin
nen te treden en er een onderzoek
te doen naar de aanwezigheid van ge
distilleerd.
Alle gedistilleerd dat binnen dien
tijd wordt aangebroffen, wordt, in
dien niet het tegendeel aannemelijk
wordt gemaakt, geacht reeds bij het
in werking treden der wet ter zelfde
plaatse aanwezig te zijn geweest.
Al het vorenstaande betreft niet het
gedistilleerd dat in voorraad is of in
geslagen wordt in de entrepóts en in
de panden waaraan het genot van
doorloopend krediet voor den accijns
is verbonden.
Verdere inlichtingen kunnen wor
den verkregen bij de ontvangers en
andere ambtenaren der accijnzen.
Rubriek voor Vragen
Qeabonneerdeu hebben bet voorrech
vragen op verecbilUnd gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te teaden bQ de
Bedactic van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 58
Alle antwoorden worden geheel kosteioo»
gegeven eu, yoor tooreal mogelijk la, den
dag na de Inzending
Aanvragen, die niet volledig naam en
woonplaats van den ineender vermelden
wordt geen aandachtgesehonken.
VRAAG: Hoeveel moet iemand ver
dienen om in de inkomstenbelasting
te worden aangeslagen?
ANTWOORD: Meer dan f 500 per
jaar.
VRAAG: Hoe oud moet iemand zijn
om op de kweekschool voor machinis
ten geplaatst te worden en hoeveel
bedraagt het schoolgeld?
ANTWOORD: Schrijf een briefje
naar den heer Directeur der Kweek
school voor machinisten te Amster
dam, en sluit oen 5-cents-postzegel
voor antwoord in.
VRAAG: Wanneer had de moord op
mevrouw v. d. Kouwen plaats?
ANTWOORD: 13 December 1872.
VRAAG: Kunt u mij ook zeggen,
waar mijn zoon zich moet vervoegen
om als koksjongen geplaatst te wor
den op een trans-atlantischen stoo-
mer?
ANTWOORD: Wend u tot de firma
W. Ruys en Zn., directeuren der Rot-
terdamsche Lloyd te Rotterdam of tot
de directie der Stoomvaartmaat
schappij „Nederland", Prins Hen
drikkade, 159160, Amsterdam.
VRAAG: Als men iets een jaar en
zes weken in hui eeft, mag men het
dan verkoopen'? Het Is geen gevon
den voorwerp.
ANTWOORD: Neen, zeker niet.
VRAAG. Twee oude echtelieden,
van den P. G., met klein kapitaaltje,
wenschten zich in een gesticht te koo-
'pen. Hoe is dat liet best te doen, en
hoeveel geld is daarvoor noodigZij
wonen buiten de gemeente en hebben
geen kinderea.
ANT WOORD. Op deze vraag
kunnen wij zoo maar niet antwoor
den, daar zijn meer gegevens voor
noodig. Wend u eens tot den armen-
opzichter, den heer Bouman.
VRAAG. Wij hebben een hond
van de straat opgenomen, die mijn
moeder verkoopen wil, wat tegen
mijn wil zijn zou. Is hier nog iets aan
te doen
ANTWOORD. Uwe ouders zijn
toch baas in eigen huis. Aan hun ge-
j hebt gij u te onderwerpen. Een
vriendelijk verzoek aan uw moeder is
het eenige, wat u past.
BLOEMENDAAL.
Vergadering van den Raad der ge
meente Bloemendaal, te houden op
Donderdag 9 December 1909, des na
middags 2 uur.
Agenda
Punt 1. Ingekomen stukken.
Punt 2. Vaststelling van een achter
gevel rooilijn voor gronden aan den
Bloemendaalscheweg en de Korte Kle
verlaan.
Punt 3. Aankoop van een strook
grond aan den Bloomendaalscheweg.
Punt 4. Doortrekking van de water
leidingbuis, liggende in de Klever
laan tot aan de Delft
Punt 5. Aankoop van grond voor
een klaringsdnrichting te Overveen.
Punt 6. Vaststelling der 3de supple-
toire begrooting voor het dienstjaar
1909.
Punt 7. Aangaan van een geldlee-
ning.
Punt 8. Voorstel om de perceelen,
waarop zich bet tolhuis te Overveen
bevindt, niet vorder in opstal af te
staan.
SLOTEN.
Ged. Staten van Noord-Holland heb
ben het uitbreidingsplan, zooals dat
door den raad dier gemeente werd
vastgesteld, goedgekeurd.
Zooals bekend, bestond er van de
zijde van Amsterdam nog al bezwaar
tegen dit plan, vandaar vermoedelijk
dat de goedkeuring van Gedeputeer
den vrij lang op zich heeft laten wach
ten.
IJMUIDEN.
ZESTIEN MENSCHEN GERED.
Omtrent de wonderbare redding van
zestien Fransche schipbreukelingen
schrijft de „Tel."-correspondent na
der
Zaterdagmorgen hadden we een on
derhoud met dén kapitein van het ge
zonken stoomschip „Thïsbé", waar
van de gezagvoerder, Pierre le Bitter,
gehuwd en vader van 1 kind, wonen
de te Caen, met zijn 15 schepelingen
op zoo gelukkige wijze aan een wissen
dood ontrukt zijn en met den schip
per van de „Prima Vera'die met
zijn equipage die gelukkige redding
volbracht.
We vernamen o. m., dat de mede-
deeliag 15 mijl N.W. van Katwijk, in
de haast gedaan, onjuist was. Het
schip is gezonken 15 mijl N.W. ten
Noorden van Scheveningen, op 13
vaam water.
Tegen 3 uur in den middag, toen
de „Prima Vera", wegens vliegend
stormweer niet kunnende visscheo,
met den kop op zee gestoken lag, zag
men in de verte bij onduidelijk gt*
zicht een stoomschip uit het Noord
westen aankomen, met zware slag
zijde over bakboord, dat voor da
„Prima Vera" overging. Nauwolljk*
gepasseerd, werd een witte vlag, mol
zwart blok in den voortop, gehesch«a
en daarna twee vlaggen in den ach-
tertop, namelijk een witte vlag, met
blauwe blokksn, en een gelo wimpeL
met rooden bal.
Schipper Jacob Stam, van de „Pri
ma Vera", begreep daaruit, dat men
in nood verkeerde en trachtte het
stoomschip zoo dicht mogelijk te na
deren, wat uiterst moei Ink ging, om
dat, zooals later bleek, de rhlsbé"
nog slechts door hard stoomen voor
onmiddellijk zinken behoed bleef.
Reeds was man bezig een boot uit te
zetten en werd de bemanning door
den schipper van den trawler beduitL
dat zij moesten instappen, want dat
hij het schip al meer en meer zag zin
ken. Acht menschen, rr ^-er kondon or
niet in, begaven zich ln de boot, die,
na vol water geslagen te zijn, onder
lij van den trawler kwam, zoodat men
hun een lijn kon toewerpen, en de 8
mannen op den trawler werden ge
sjord. Toen begaf zich een matroos
van den trawler, Pieter Wanmer, in
de boot, om die leeg te loozen, waar
toe men hem met een lijn om het mid
den had vastgebonden. Daarmede be
zig. zag men de tweede scheepsboofc
naderen.
De eerste boot werd prijs gegeven,
om de tweede te behouden. Na ontzag
lijke moeite en lastig manoeuvreeren,
kwam ook deze boot nabij, en men
had reeds vijf menschen met moeite
gered, toen de boot omsloeg. De twee
overgeblevenen grepen een hun toe
geworpen lijn en werd on ook binnen
gehaald.
Thans zag men het stoomschip
.Thisbé", dot gestapt was, snel zin
ken, en nauwelijks was de laatste
man, de kapitein, uit het want ge
sprongen, met een stuk hout, of het'
schip zonk in de diepte weg. Enkele
oogenblikken later zag men den kapi
tein, op het stuk hout schrijlings ge
zeten, alle mogelijke moeite doen bo
ven water te blijven. Aan boord van
den trawler werd nu de uiterste
kracht ingespannen, ook dit leven te
redden, wat eindelijk gelukte, door
hem een lijn met reddingsboei toe te
werpen.
Nauwelijks aan boord, begaven
hem de krachten en werd hem alle
mogelijke hulp verleend, waardoor
hij behouden bleef.
Op onze vraag, waarom hij niet
medegegaan was in de boot, omdat
het toch roekeloos was alleen achter
te blijven, antwoordde hij „Er was
geen plaats meer voor mij, do boot
was reeds overvol."
Stellen we ons een oogenbltk het
weer voor, vliegend stormweer uit het
Noordwesten, met huizenhooge gol
ven van ontembare kracht, dan kun
nen we ons eenig denkbeeld vormen
van deze wonderbaie redding.
Ware de „Prima Vera" niet toeval
lig ter plaatse geweest, de zeetien
menschen waxen, zij erkenden hot
volmondig, eeu prooi van de zee ge
worden.
Brengen we hier nog in herinne
ring, dat door denzelfden stoomtraw
ler, met gedeeltelijk dezelfde beman
ning, in Februari van dit jaar 21 men
schen werden gered van het Deensche
stoomschip „Stanton", dat ook kort
daarop gezonken is.
Volgens meening van den sc-hipper
van den trawler is de „Thisbé" ge-
kapsijsd, zoodat het geen gevaar zal
opleveren voor de groote vaart, doch
des te meer voor de visscherij.
AUDIËNTIES.
Donderdag 9 December verleent dé
minister van Oorlog en Woensdag 8
December de minister van Landbouw
geen audiëntie.
EERSTE KAMER.
LANDWEERWET.
Bij het afdeelingsonderzoek word
de voldoening er over uitgesproken,
dat deze herziening van de Landweer-
wet, waardoor hoog noodige verbete
ringen zullen worden aangebracht,
reeds zoo kort na liet optreden van
dezen Minister, de Eerste Kamer be
reikt heeft. Men sprak hierbij den
wensch uit, dat de minister niet zal
talmen maatregelen te nemen om te
voorzien in het gebrek aan kader en
officieren bij de Landweer Van be-
schouwingen over het blijvend ge
deelte in verband met dit wetsont
werp, wenschle men zich te onthou
den na de mededeeling van den Minis
ter in de Tweede Kamer, dat hij de
door
E. W. H o r n u n g.
16)
Of h ij mij hoorde of niet, weet ik
niet. Ik verliet hem, terwijl hij nog
op zijn knieën lag en Eva haar gelaat
in de handen verborgen hield.
Het was eigenaardig weer in den
kelder terug te komen, die een uur
geleden een folterkamer voor mij was
geweest. Even vóórdat ik hem verliet
had hij een geheel andere beteekenis
voor mij gekregen, maar nu ik er weer
in was, kon ik alleen denken aan den
man, die het eerste gebruik had ge
maakt van den vouwstoel.
De lantaarn stond nog op den vloer
te branden. Daar lag de matras nog
rnet een kuil er in, waar ik in mijn
wanhoop en met den dood voor oogen
was neergevallen. Dé kogel zat in den
muurhij was stellig maar een haar
breed langs mij gesnord. In den heek
was het graf door Harris voor mijn
lichaam gegraven. En Harris was
dood. Eu Santos was dood. Maar het
leven en de liefde waren mijn deel.
Ik zou dat a'les weer hebben kun
nen doormaken
En plotseling verlangde ik er vurig
naar weer naar de bibliotheek terug
te gaan zoozeer dat ik maar even bij
den ingang van den onderaardschen
tunnel bleef staan niets dan een gat
van vochtige bruine aarde een heel
lage gewelfde opening door balken
gesteund meer heb ik nooit gezien
van de onderaardsche gang. die Kirby
House met de zee verbond. Maar wie
er nieuwsgierig naar is, kan haar tot
op heden nog doorloopen op voor
waarde van een flinke fooL
Wat mijzelf betreft, ik keerde terug
zooals ik gekomen was na een afwe
zigheid van (laat ons zeggen) vijf mi
nuten weer geheel vervuld van Eva
en van een ongeduldig verlangen, dat
do squire nu toch eindelijk mocht
vluchten en mijn hart nog zingend
van vreugde, waarvoor de vriendelijk
heid van mijn uitverkorene een vol
doende waarborg scheen te zijn. Arme
egoïst 1 Moet ik u nog vertellen wat ik
vond, toen ik die steile trap was opge-
loopen naar de kamer waar ik hem
op zijn knieën voor haar had achter
gelaten Of kan u het raden
Hij lag niet meer op zijn knieën,
maar hield haar in zijn armen, en
toen ik binnenkwam kuste hij haarde
tranen van de vochtige, blozende
wangen. Haar oogleden waren neer
geslagen zij was bleek als de doode
daarbuiten, zoo bleek, dat haar wenk
brauwen abnormaal donker leken.
Zoo, is dat de kwestie, zei ik heel
kalm. Ik kan mijn stem hooren, ter
wijl ik schrijf.
Dadelijk lieten zij elkaar los. Rat
tray staarde mij aan, toch zag ik, dat
zijn oogen dof waren. Eva sloeg haar
handen inéén en keek mij vast in het
gelaat. Maar niemand sprak een
woord.
Bemint u hem zei ik streng.
Een veeibeteekenend stilzwijgen.
Schurk die hij isbarstte ik uit.
En eindelijk sprak Eva
Ik beminde hem, vóórdat hij er
een werd, zei ze. Wij waren verloofd.
Zij keek naar hem, terwijl hij met
gevouwen armen en gebogen hoofd
naast haar stond, het volgend oogen-
blik stond zij met nieuwe tranen in de
oogen vlak hij mij. Maar ik ging ach
teruit, want ik had. genoeg gehad.
Ivan u mij niet vergeven
O, zeker.
Kan u het begrijpen
Volkomen, zei ik.
U weet, u zei immers...r
Ik heb zooveel gezegd i
Ja maar ik bedoel dit Öat u
mij genoeg beminde om mij op te
geven.
En die dwaze ik in mij die altijd
onverbeterlijke ik verbeeldde zich
dat zij verlangde naar een terugne
men van die dappere woorden.
r— Dat zei ik niet alleen, beweerde
ik, maar ik meende ieder woord op
recht.
Toch moest ik mij omkeeren om
haar niets von mijn verdriet te laten
merken. Ik leunde met mijn elbogen
op den smallen steenen schoorsteen
mantel, die met den haard er onder
en een kleinen spiegel er boven, de
eenige afwisseling vormde van deze
met boeken bezette vier muren. In
den spiegel zag ik mijn gelaathet
was gerimpeld, verwrongen, oud voor
zijn tijd, en eenvoudig leelijk in zijn
grooten wanhoop, ja zelfs terugstoo
tend met het met bloed bevlekte ver
band er om heen. En in den spiegel
zag ik ook Rattray, knap, roman
tisch, flink, alle eigenschappen, die
ik niet had en ook nooit zou hebben,
en ik „begreep" meer dan ooit enver-
wenschte mijn mededinger ln mijn
hart.
Ik keerde mij om naar Eva. Ik zou
haar niet opgeven voor hem. Ik
zou haar dat ln zijn bijzijn zeggen
het hem voor de voeten eooien. Maar
zij had zich omgedraaid; zij luister
de naar iemand anders. Haar blank
voorhoofd schitterde. Er klonken
stemmen ln de hal.
Mijnheer Cole I Mijnheer Cole 1
Waar is u, mijnheer Cole
Ik stak de kamer door naar de ge
sloten deux. Mijn hand vond den
sleutel. Ik draalde hem om met een
kwaadaardigen triomf in 't hart.
Rattray bewoog zich niet. Met op
geheven handen smeekte het meisje
nem, heen te gaan, door de deur, die
open stond langs de trap naar bene
den. Norsch schudde hij zijn hoofd.
Met eon vloek was ik bij hen.
Gaat heen, jelui allebei I fluister
de ik schor. Nu ge nog kunt en
ik u nog kan laten gaan. NuNu
dan I
Rattray bleef nog aarzelen.
Ik zag hem steelsgewijze een blik
werpen op mijn grooten revolver, die
op de tafel ondex de lamp lag. Ik
wierp hem naar hem toe en duwde
hem de deur uit.
Jij gaat eerst. Zij zal volgen.
Zeg nu alsjeblieft niets meer. Ja, uw
hand wil ik wel aannemen. Als ge
weet te ontsnappen wees dan goed
voor haar I
Hij verdween. Buiten de kamer
klonk nog steeds een stem, die mij
riep maar nu hoorde ik haar boven
mijn hoofd.
Goeden dag, Eva, zei ik. Ge hebt
geen moment te verliezen.
Toch bleven die mooie oogen op
mijn leelijk aangezicht gevestigd.
U maakt bijzonder veel haast, zei
ze met het scherpe stemmetje, waar
van zij zich ln haar bitterste oogen
blikken bediende.
r- U bemint hemdat is genoeg.
En daarmee gingen zij heen.
HOOFDSTUK XX.
De Bekentenis van
Fraucis Rattray.
In bet jaar 1858 ontving ik een lij-
vigen brief met het postmerk van de
Argentijnsche Republiek, een streek,
waarin ik, voor zoover ik wist, heele-
maal geen kennissen had.
Het adres op den brief zei mij niets.
In den tijd van mijn betrekking tot
Rattray was zijn handschrift mij
nooit onder de oogen gekomen. Denk
dan eens, wat ik gevoeld moet heb
ben toen het eerste wat ik onder op
de laatste bladzijde las. zijn ondortee.
kening was.
Al vijf jaar lang was ik in onzeker,
heid of hij leefde of <lood was. Ik had
niets van hem gehoord na den nacht,
toen wij in Kirby Hall van elkaar
scheidden. Alles wat ik wist was dat
hij uit Engeland en aan de Engelscho
politie ontsnapt waszijn brief ver
meldde geen bijzonderheden van dat
incident. Het was. een zoor eigenaar^
dige briefademloos las ik in ge
spannen aandacht de eerste dicht be
schreven pagina over die mü de tra
nen In de oogen deed komen. En dat
geheele deel moest ik voor mij hou
den. Ik heb het nooit aan een enkelen
man of vrouw laten lezen. Het Is bel'
lig tuaachen twee mannen.
(Wordt vervolgd).