Verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Nieuwjaarswenschen.
Mieuwjaarswenschen.
87e Jaargang. Nt». 8130
VRIJDAG 24 DECEMBER 1909 A
ABOSNBMENTEH
PBR DRIB BAANDBNl
Voor Haarletn i f 1,28
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1-30
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers0-024$
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 037 M
öe omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Loorens Coster. Directeur J. C. PEEREBÖ08L
AD VERTENTIÊNi
Vaa 1—5 regsfo 83 d& i Iedere regel meer 10 Cts, Buiten het Arrond'3?sm«ftf
Haarlem van 1—ft regels k—elke regel meer ƒ0. zti Reclames 30 Cent per regel,
BJ{ Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentien van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing
50 Cts. voor 3 plaatsingen contant
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat
tatercommnnaal Telefoonnummer der Redactie 800 en der Administratie 724.
DrukkerijZolder Bnitenspaarne 8. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentien en reclames van buiten bet Arrondissement Haarlem In dit blad te uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- tn Bultenlandsch Advertentie-Bureau D. V. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229.
Even als vorige jaren stellen wij het publiek weder in de
gelegenheid, in het nummer van dit blad, dat 31 December
a s. wordt verspreid, een Nieuwjaarsgroet te plaatsen k
25 cent, bij vooruitbetaling.
Het steeds toenemende aantal van deze advertentien
bewiist wel, dat deze gemakkelijke en goedkoope wijze van
gelukwenschen aan clientèle, vrienden en bekenden uitstekend
voldoet. De nieuwjaarsgroeten bereiken dan ook een zeer
uitgebreiden kring van lezers.
Deze advertentien kunnen aan onze Bureaux GROOTE
HOUTSTRAAT 33 of ZUIDER BUITENSPAARNE 6 ter
plaatsing worden aigegeven, doch uitsluitend A contant.
Ten gerieve der geabonneerden wordt hieronder een bon
afgedrukt, die kan worden ingevuld en afgegeven.
DE ADMINISTRATIE.
DIT UIT TE KNIPPEN EN ONS TOE TE ZENDEN,
GROOTE HOUTSTRAAT 53.
De ondergeteekende verzoekt der Administratie van
HAARLEM'S DAGBLAD den onderstaanden Nieuwjaarsgroet
voor bijgaande f 0,25 te plaatsen in het nummer, dat
op den avond van 31 December a. s. verschijnt
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
Wegens het Kerstfeest verschijnt
het eerstvolgend nummer Maandag
27 December 1909.
AGENDA
ZONDAG 26 DECEMBER.
Schouwburg: Kinder Operettege-
zelschap: De IJs-Jonk vrouw, 2J uur.
Schouwburg: Solser en Hesse, bui
tengewone voorstelling, 8 uur.
De Kroon: Bioscoopvoorstelling, 8
uur.
Brongebouw: Rolschaatsenbaan, ge
opend van 8—11 uur.
Soc. Vereeniging: Bioscoopvoor
stelling, 8 uur.
KI. Vereeniging: Specialiteiten voor
stelling, 7 1/2 uur.
MAANDAG 27 DECEMBER,
Schouwburg: N. V. Het Tooneel:
Een vrouw in 't spel, 8 uur.
<De Kroon: Bioscoopvoorstellingen.
Brongebouw: Rolschaatsenhaan,
geopend van 8—11 uur.
OM ONS HEEN
No. 1059.
Een verhaal van Baars.
Er ligt op mijn schrijftafel een heel
igenaardige statistiek.
Een statistiek van baars.
De man, die mij deze opgaaf toe
rend, beeft in de jaren van 1865 tot
en met 1909, dus in den menschen-
leeftijd van vijf en veertig jaar, een
ei veertig duizend, drie honderd en
vijf stuks baars gevangen, verdeeld
over drie duizend een honderd en
*ijftien vischdagen.
Als dat geen liefhebber van henge
len is, wie mag dan voortaan dien
naam nog dragen
Van naam gesproken, ik zal u niet
zeggen hoe hij heet. Waarvoor zou
het dienen Zijn mede-liefhebbers
van de schoone vischkunst kennen
hem wel. Maar wel is het aardig, om
eens wat van zijn levensloop te ver
tellen en hoe hij zoo'n groot hengelaar
tgeword«n tp
Dat zat hean In 't bloed. Zijn vader
maakte ook al ijverig jacht op de
vlugge waterbewoners en hij trok als
jongen mee. Maar toen kwamen an
dere tijden. Toen moest de kost ver
diend wordeu en dat ging zoo heel
gemakkelijk niet.
In den tabakswinkel verdiende de
jongen twee gulden en een kwartje en
daarvoor moest hard poot-an gespeeld
worden. Zoodat hij er op een goeien
dag genoeg van kreeg en naar Am
sterdam liep, om dienst te nemen bij
de marine.
Het kantoor was dicht, hij zou den
volgenden dag maar eens terugko
men.
Dus wandelde hij weerom naar
Haarlem en den volgenden dag weer
naar Amsterdam, en toen nog eens,
om gekeurd te worden, alles per bee
nenwagen, omdat het er niet aanzat.
En ten slotte werd hij afgekeurd, om
dat hij met het rechter oog alleen de
letters niet lezen kon, die de dokter
hem voorhield.
Toen maar in Den Helder gepro
beerd. Onze maat nam de beenen
maar weer op en stapte naar het
Nieuwediep. Achttien uur was T, een
heele marsch. En toen hij er kwam,
had hij net nog een kwartje in den
zak om zijn logies te betalen. Daar
namen ze 't gelukkig zoo zwaar niet
op, hij werd aangenomen als licht
matroos op een gage van f 24, en ging
aan 't varen.
Ik heb vroeger al eens verteld, hoe
hij op de Medusa was voor Simonose-
ki in Japan en daar meevocht tegen
een flotilLe en een fort, zoodat naast
hem drie van de kameraden sneuvel
den en hij „dik onder het bloed" zat.
Hij deed zijn best, want dat had de
kommandant, De Casemhroot, een
brave vader, hoor l gevraagd, maar
plerzierig vond hij het niet „ik was
zoo dicht bij mijn centen, begrijp
je
Want hij wou den dienst uit. In
1865, na tien jaar gevaren te hebben,
werd hij met zeshonderd gulden ge-
pasporteerd en kwam naar Haarlem
terug.
Daar zag hij, hoe op den Soheepma-
kersdijk de bleekers werkten, en
dachtnou. daar is geen kunst aan.
dat kan ik ook. Op het schip wasch je
toch de spullen zelf, met koud water
en zeep. Zoo gedacht, zoo gedaan
hij werd bleeker, tot groot pleizler van
do andere bleekers, die zeien wat
weet nou een matroos van wasschen
af Maar ze kregen ongelijk, want
het zaakje marcheerde best en in 1885
I had hij de koetjes op het droog en
ging er uit je kunt het in de statis-
1 tiek duidelijk zien, want van dat jaar
af heeft hij in het Spaarne, de Liede
en den Mooyen Nel veel meer baars
gevangen, dan vorige jaren.
Zoo zijn we dan weer op de baars
teruggekomen. De courant Is niet
groot genoeg, om er den heelen staat
over 45 jaar in af te drukken, maar
ik kan er toch wel wat uit vertellen,
bijvoorbeeld, dat hij in 1865 begon met
465 stuks in 37 vischdagen, in 1887
het drukst gevischt heeft, nameliik
214 dagen, en toen verschalkt heeft
1549 stuks, en dat het slapste jaar
1907 geweest is met de onnoozele
vangst van negen stuks in zes dagen.
Ook 1909 was niet fortuinig wat Is
voor een ervaren hengelaar 88 baar
zen in 41 dagen Dan was heit vroe
ger een andere tijd, toen hij ln 1872
in 59 dagen 1159 stuks wist te snap
pen, in 1874 1364 in 60 dagen en in
1881 1585 in 71 dagen
Nu zal het mij niet verwonderen,
of de lezer begint te glimlachen, voor
al wanneer hij zelf wel eens gevischt
of gejaagd heeft nou javan die
groote vangsten weten we alles af
Met uw welnemen, deze hengelaar is
bovendien een voorbeeldig adminis
trateur. Hij heeft over al die jaren de
vangsten aangeteekend in boekjes
ik heb er een heel stapeltje voor me
staan. Opsnijderij is dus uitgesloten,
de vangst kan met de stukken ge.
staafd worden.
En ten overvloede staat, behalve de
vangst van iederon dag, ook nog ge
noteerd welk weer het geweest is, en
zoo meer.
„Toen ik nog in de bleekerij was",
vertelt hij, „ging ik alleen Zondags,
maar dan bleef ik ook den heelen dag
weg. Zomer of winter, dat kwam er
niet op aan. Mijn vrouw zei er wel
eens wat van, maar dan zei rk maar
och, moeder, ik hou er zooveel van,
ik laat er alJes voor staan. In den
zomer ging ik met het bootje en des
winters te voet, dan ging het bijltje
mee in het vaatje, om bijten te hak
ken en een kannetje koffie ln een
ouwe kous. om ze warm te houden,
begrijp je I 's Avonds als ik thuis
kwam, vond ik m'n kliokie 't Is wel
gebeurd, dat ik thuis kwam met een
half bevroren neus, van de kou. Op
het schip had ik nooit last van win
terhanden gehad ik dachtdat
komt zeker van t zoute water, en
smeerde me goed met pekel in en dat
hielp
Of ik ook andere visschen heb op
gehaald Jawel, maar die konden me
niet schelen, ik vischte naar baars,
'k Heb het wel gehad, dat ik ze in de
verte zag springen een mooi ge
zicht voor een hengelaar. Dan nam
ik brokjes hout of wat bij de hand
was en smeet dat in het water, zoo
dicht mogelijk bij de beesten. Daar
komen ze op af, vat je Waren ze
dan wat dichter bij, dan gooide ik
weer en nog eens en nog eens, net
zoolang tot ze onder m'n bereik wa
ren dan gooide 'k den hengel uit en
haalde er soms twee tegelijk op, want
ik vischte met twee hoeken. Voor aas
gebruikte ik kleine viachjes, maar ik
heb ook wel een stukje schitterend
blik genomen, daar komen ze ook
op al.
Als ik eens een enkelen keer niet
lekker was, hield ik mijn mond maar
dicht, anders zei moeder al gauw
„ga je nou tóch weer visschen, blijf
liever thuis I" En dat wou lk niet.
's Zomers was het nog donker als ik
de deur uitging. „Nou, moeder", zei
ik dan zoo wel tegen m'n vrouw, „als
er soms inbrekers komen, dan blaf je
maar, hoor, als een hondje I" Dan
ging ik den Schalkwijkerweg op, er
was niemand te zien. Mooi is het in
de natuur, zoo 'a morgens vroeg.
Toen ik uit de zaken ging, zeiden
ze tegen me„ik weet wel wat ik
liever deed, dan armoe lij en met die
visscherij I"
„Nou", zei ik, „wat zou jij dan
doen In de kroeg zitten zeker Dank
je wel, ik ga liever visschen."
Of lk wel eens een ongeluk heb ge
had Maar één keer. Dat was Ln de
Midden Lie we liepen er over ijs
van één nacht en ik zakte er tot mijn
schouders door. Toen ik er uit was,
zei ik tot den man, die met me mee
was gegaan „denk er om, hoor, ver
tel 't nooit aan moeder Ik kwam
thuis met kleeren stijf van de vorst,
maar m'n vrouw heeft het nooit ge
weten:
In de laatste jaren wordt het water
doodgervischL Met zoo'n zegen halen
Z3 soms in één trek zeshonderd pond
visch op, voor A r t i s alleen moet er
iedere week duizend pond visch we
zen is 't een wonder, dat er haast
geen visch meer overblijft Maar
toch, als ze zeggen ga naar de ko
medie, laat het visschen staan, dan
zeg lk dat is m ij n komedie
Hier hebt u twee briefkaarten,
daar staat niets anders op, dan
aan den grootsten liefheb
ber v«n visschen met den
hengelteHaarlem, en ze zijn
netjes bij me thuis bezorgd."
Zoo praatte onze hengelaar. Hij is
nu vijf en zeventig jaar, maar hij zit
nog dik ln zijn krulhaar, al is 't grijs
geworden, en ziet er stevig uit.
Hem heeft het visschen in weer en
wind geen kwaad gedaan. Maar wan
neer hij in 1885 in de kroeg bij de
kachel gekropen was
J. C. P.
Stadsnieuws
BETALING VAN FEESTDAGEN.
Het volgende schrijven is aan de
patroons verzonden
Namens de afdeeling Haarlem van
den Algemeenen Metaalbewerkers-
bond nemen wij hiermede de vrijheid
u beleefd onderstaand verzoek voor
te dragen.
Reeds sedert enkele jaren hebben
wij aan de verschillende smidspa
troons te dezer stede het verzoek ge
richt om aan hunne werklieden de
Christelijke feestdagen te willen door
betalen.
Ook thans weder komen wij met
dit verzoek, welk verzoek reeds door
meerdere patroons geheel, door enkele
zelfs nog met extra vrije dagen wordt
nagekomen.
Vooral nu de arbeiders door de
steeds duurder wordende levensmid
delen meer moeden uitgeven dan voor
heen, terwijl over het algemeen de
loonen dezelfde gebleven zijn.
In gewone omstandigheden is het
voor de meeste werklieden moeilijk,
om met het weekloon fatsoenlijk te
kunnen leven, hoeveel te meer is dit
dan het geval wanneer door de Chris
telijke feestdagen minder loon wordt
verdiend.
Wij doen dus een beroep op uw wel
willendheid om deze dagen voor uwe
werklieden tot aangename, inplaats
van tot zorgvolle dagen te maken.
Wij hebben gemeend dit schrijven
aan alle heeren patroons te moeten
toezenden, zoodat u, reeds voldoende
aan ons vroeger verzoek, dit ter ken
nisneming ontvangt
Hoogachtend
(w. g.) W .RUS, Secretaris.
Vereeniging „Damclub
Haarlem"'
Gisterenavond werd in het verga
derlokaal der vereeniging „Damclub
Haarlem" in café „De Karseboom"
(vroeger in café Neuf, zie achterstaan
de annonce) eene ledenvergadering
gehouden, teneinde een nieuw be
stuurslid te kiezen in de plaats van
den heer P. Kalbfleisch, die als voor
zitter was afgetreden en zich niet
meer herkiesbaar stelde.
Als nieuw bestuurslid werd geko
zen de heer H. A. van Abs, zoodat het
bestuur als volgt is samengesteld
H. A. van Abs, voorzitterW. B. J.
Pippijn, secretarisR. C. Broek-
meijer, penningmeesterj H. E. Lan-
tinga en E. Strietman, commissaris
sen.
Als blijk van de waardeering voor
hetgeen do heer Kalbfleisch in het
belang van de damvereeniging heeft
gedaan, werd bij acclamatie besloten,
genoemden heer 't eere-lidmaatschap
der vereeniging „Damclub Haarlem"
aan te bieden.
Proza en Poëzie.
Men verzoekt ons, te willen mede-
deelen, dat de baten van de gehou
den liefdadigheidsuitvoering door het
mannenkoor „Proza en Poëzie" op 20
December j.l. ten behoeve van het ge
zin van J. te Velthuis, na aftrek der
onvermijdelijke onkosten, 127,99 be
dragen, welke som aan bedoeld gezin
is afgedragen.
„BUTTERFLY".
De Nederlandsche Opera en Operet
te van het „Rembrandt-Théater" is
dan toch eindelijk eens buiten haar
Haarlemsche repertoire van drie of
vier nummers gegaan. Gisteravond
trad het gezelschap hier op met de
Japansche Tragedie in twee bedrijven
(3 tafereelen) „Butterfly", van Giaco-
mo Puccini, den componist zooala
men weet van „Bohème" en „Tos-
ca".
Wat „handeling" betreft staat „But
terfly" beslist bij de twee laatstge
noemde opera's achter. Deze komt
in enkele woorden gezegd hierop
neer De Amerikaan Pinkerton gaat
in Japan een huwelijk aan volgens
wat hij noemt Japansche zeden
„voor negen honderd negen en negen
tig jaren, met het recht van opzeg
iedere maand". Kort daarop vertrekt
hij naar Amerika, zijn vrouw Butter
fly met haar kamermeisje Soezoekie
in het Japansche huisje achterlaten
de, en keert eerst na drie jaren bij
haar terug, maarin gezelschap
van zijn Amerikaansche vrouw, met
wie hij reeds vóór zijn „Japansch"
huwelijk verloofd was. Butterfly weet
dan in haar smart en wanhoop niets
beters te doen. dan evenals
vroeger haar vader „hari-kiri" te
plegen.
Aan narigheid laat Puccini het ons-
dus ook in dit werk niet ontbreken.
Maar met dat al heeft hij in zijn
„Butterfly" een merkwaardig of
laat ik -maar gerust zeggen bewon
derenswaardig stuk dramatisch-muzi-
kale kunst geleverd. Wat een enorm
colorist is die man en wat weet hij
scherp te karakteriseeren, hoe echt.
„Japansch" en „Am-erikaansch" kan
hij in zijn muziek te werk gaan, zon
der toch zijn Italioanschen zin voor
melodie en orkestrale welluidendheid
te verloochenen.
Het eerste bedrijf is te bont en bom
bastisch, dunkt me. om veel indruk
is maken en misschien wisten ook
de spelers niet recht wat ze daarvan
maken moesten. Maar de beide tafe
reelen van het tweede bedrijf, die
verbonden door een prachtige sym-
phonische „entre-acte" bijna uit
sluitend door Butterfly worden ge
dragen, zijn in hooge mate boeiend en
dikwijls ontroerend schoon. De zan
geres der titelpartij heeft hier een
zeer zware taak en het is daarom, dat
ik op de allereerste plaats grooten
lof moet brengen aan mejuffr. Annie
Ligthart, die zich op waarlijk voor
treffelijke wijze van die taak kweet.
Ook de andere vrouwenrol, die van
Soezoekie, was door mej. A. Hofman
niet slecht bezet. Jammer maar, dat
haar mooie stem zoo schrikkelijk vi
breerde waardoor zij b.v. aan den
samenzang met Butterfly (bij liet op
sieren van het huisje) heel wat be
dierf.
Uitstekend gezongen heeft ook
de heer Rud. van Schaik (als Pinker-
ton). Nu nog maar wat meer losheid
van beweging en wat meer expressie
van gebaar en hij is een opera-
kracht van beteekenis.
Beter leek mij de verhouding van
zang en spel in het werk van den
heer Paul Pul, die dan ook een recht
verdienstelijken Sharp less gaf. En in
de Goro-rol, door den heer Aug. T. C.
Kiehl, sloeg de weegschaal weêr naar
den kant der actie door maar mu
zikaal belangrijk is deze partij dan
ook niat.
Overigens hebben de zangers liet in
dit werk zooals trouwens in alle
eigenlijk moderne muziek-drama's
allesbehalve gemakkelijk. De partijen
zijn doorloopend recitatief behandeld
en het moet een oppassen van belang
zijn, om er niet uit te raken. Maar
daarvoor waakte de talentvolle kapel
meester, de heer J. Richard Heucke-
roth. Hij laat niemand in den steek
en het orkest weet hij aan te vuren
en te bezielen, dat het een lieve lust
is. Het speelde dan ook buitengewoon
goed met entrain, mooïen klank en
fijne nuanceering. Maar ziet de heer
Heuckeroth heusch geen kans, dat
zelfde schoone resultaat te verkrij
gen met een ietsje minder beweeglijk
heid Die al te drukke gebaren moe
ten toch, vooral voor de menschen op
de eerste rijen, erg storend en aflei
dend zijn.
Ten slotte een compliment voor de
werkelijk mooie décors.
PHILIP LOOTS.
Op verzoek van den heer Mr. P. Do
zy deel ik even mede. dat de uitnoo
digingen voor het concert van Woens
dag LI. niet uitsluitend van den heer
en mevrouw D. zijn uitgegaan, maar
dat die invitaties ook gedaan werden
door eenige andere families, die zich
met hen vereenigden, om deze solisten
alhier te doen optreden.
Ph. L.
Gouden Jubileum.
25 Januari a. s. hoopt het echtpaar
J. L. de Haan en A. M. M. de Ridder,
wonende Essenpleintje, den dag te
herdenken, waarop zij vóór 50 jaren
in den echt werden verbonden.
Uit de Rechtszaal
Eedswelgerlng.
Gisteren stond voor do arrondisse-
ments-rechtbank te Haarlem terecht
Jobs. Hoogland, 37 jaren oud, en wo
nende te Schoten, ln welke gemeente
hij het beroep van koetsier uitoefent
Beklaagde heeft op den 4den Novem
ber 1.1. als getuige geweigerd den
voorgeschreven eed af te leggen, hoe
wel hij tot het R.-K. kerkgenootschap
behoort, en dus niet met een gelofte
volstaan kan.
Beklaagde's verdediger, Mr. Arnold
Levy, te Amsterdam, vraagt of be
klaagde n o g tot de R.-K. Kerk be
hoort.
Beklaagde zegt vóór twee jaren aan
den pastoor verklaard te hebben, dat
men hem gerust van do lijst der lid
maten schrappen kon. Men zeide
hem toen, dat dit bij het R.-K. kerk-
genootschap niet gold, waarna H. ver
der de zaak op zijn beloop liet.
Mr. Hoyer, zijn requisitoir nemend,
stelt op den voorgrond, dat we hier
niet met een zelfde geval als dat, het
welk voor het Amsterdamsche Hof ge
weest is, te doen hebben. Daar toch
behoorde de eedsweigeraar, die ont
slagen werd van rechtsvervolging, tot
geen enkel kerkgenootschap, terwijl
H tot liet. R.-K. geloof behoort. On
getwijfeld hebben wo hier ook met
een strafbaar geval tc doen de wet
toch zegt uitdrukkelijk, „dat ieder op
straffe van nietigheid den eed, van de
geheel© waarheid en niets dan de
waarheid te zullen zeggen, moet af
leggen." Als reden van zijn eedswei.
gering heeft beklaagde aangevoerd,
niet aan eon God te gelooven. Maar
hij heeft zich nooit bij deurwaarders-
exploit, of hoe dan ook, als lid der
R.-K. Kerk laten afschrijven. Aange
zien beklaagde dus niet tot een dier
kerkgenootschappen behoort, die hij
de wet van het eed-afleggen vrijge
steld zijn, kan hier mot een belofte
niet worden volstaan. Spreker heeft
zich niet in het denken en voelen van
dezen man kunnen verplaatsen, hij
weet dus niet, of H. weigert om pro
paganda te maken, of uit werkelijke
persoonlijke overtuiging en ziens
wijze. Toch meent spreker een lichte
straf te moeten vragen en eischt daar
op één dag gevangenisstraf.
Hierna ving Mr. Levy zijn uitvoe
rige pleitrede aan.
Spreker meent in de eerste plaats
te moeten betwisten, dat H. nog tot
het R.-K. kerkgenootschap behoort.'
De raad, dien Minister Modderman
indertijd gegeven heeft, is deze: laten
de atheïsten zelf een kerkgenootschap
oprichten, dan is het mogelijk, dat zij
eerlang van eedsdwang zullen bevrijd
geraken. Dit is iets absurds.
Spreker constateert, dat het eeds
formulier bij de wet van 1854 is afge
schaft. Er is geen formulier moer.
De strafwet kan dus niet worden toe
gepast. Dat is de tweede solutie. In do
grondwet van 1815 staat, dat ieder
vrij is in zijn godsdienstige opvattin'
gen. Is het nu geen geprononceerde
antinomie te dwingen, den eed af te
leggen Iedere wet is toch aan de
grondwet onderworpen, en die van
1887 geeft ieder vrijheid van geloofs
belijdenis. Daaraan kan men niet
tornen. Daarom ook moet beklaagde
ontslagen worden van rechtsvervol
ging. Samenvattend meent spreker,
dat dit op de volgende gronden dient
te geschieden
le. De beklaagde behoort niet ld
een kerkgenootschap, want hij wil er
niet toe behooren.
2e. Een eedsformule in wettelijk
bindenden zin kent rnen niet.
3e. Wij hebben hier te doen mei een
uiting van persoonlijke gezindheid.
4e. De wettelijke verplichting zelve
zou moeten wijken voor de zuivere
opvatting van de grondwet.
Mr. Iloyer, nogmaals het woord ne
mende, kan als jurist zich niet begrij
pen, dat Mr. Levy aan de aangehaal
de wetten iuist haar historische basis
ontnomen heeft De wet. zooals zij ons
gegeven wordt, moet historisch ge
ïnterpreteerd worden. Misschien is
dit helaas, maar we hebben er ons
aan te houden.
Het O. M geeft toe. dat de wet ver
ouderd is, maar zoolang die wet en
dit artikel bestaan, moeten beide ge
handhaafd blijven.
Spreker bleef daarom bij zijn eiseh
persisteeren.
Mr. Levy achtte in zijn repliek ver
schillende punten onweersproken, cn
refereerde zich overigens aan zijn ge
houden rede.
Beklaagde zelf zegt, dat een deur-
waarders-exploit hem evenmin zou
geholpen hebben. In de R.-K. kerk
kan men zich niet laten afschrijven.
Uitspraak 6 Januari, des ochtends
te 10 uur.
DIEFSTAL.
Jacob B. te Zaandam heeft op zeke
ren dag een spaarpotje, inhoudende
een som van ƒ2. en toebehoorendd
aan zijn mede-commensaal Jan K.,
geopend en den inhoud in herbergen
opgemaakt.
Beklaagde bekende en hoorde twee
maanden gevangenisstraf teeen zich
eischen.