Verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feestdagen. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Nieuwjaarswenschen. Mieuwjaarswenschen. 87e Jaargang. Nt». 8130 VRIJDAG 24 DECEMBER 1909 A ABOSNBMENTEH PBR DRIB BAANDBNl Voor Haarletn i f 1,28 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1-30 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers0-024$ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 037 M öe omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Loorens Coster. Directeur J. C. PEEREBÖ08L AD VERTENTIÊNi Vaa 1—5 regsfo 83 d& i Iedere regel meer 10 Cts, Buiten het Arrond'3?sm«ftf Haarlem van 1—ft regels k—elke regel meer ƒ0. zti Reclames 30 Cent per regel, BJ{ Abonnement aanzienlijk rabat Advertentien van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie en Administratie: Groote Houtstraat tatercommnnaal Telefoonnummer der Redactie 800 en der Administratie 724. DrukkerijZolder Bnitenspaarne 8. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentien en reclames van buiten bet Arrondissement Haarlem In dit blad te uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- tn Bultenlandsch Advertentie-Bureau D. V. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229. Even als vorige jaren stellen wij het publiek weder in de gelegenheid, in het nummer van dit blad, dat 31 December a s. wordt verspreid, een Nieuwjaarsgroet te plaatsen k 25 cent, bij vooruitbetaling. Het steeds toenemende aantal van deze advertentien bewiist wel, dat deze gemakkelijke en goedkoope wijze van gelukwenschen aan clientèle, vrienden en bekenden uitstekend voldoet. De nieuwjaarsgroeten bereiken dan ook een zeer uitgebreiden kring van lezers. Deze advertentien kunnen aan onze Bureaux GROOTE HOUTSTRAAT 33 of ZUIDER BUITENSPAARNE 6 ter plaatsing worden aigegeven, doch uitsluitend A contant. Ten gerieve der geabonneerden wordt hieronder een bon afgedrukt, die kan worden ingevuld en afgegeven. DE ADMINISTRATIE. DIT UIT TE KNIPPEN EN ONS TOE TE ZENDEN, GROOTE HOUTSTRAAT 53. De ondergeteekende verzoekt der Administratie van HAARLEM'S DAGBLAD den onderstaanden Nieuwjaarsgroet voor bijgaande f 0,25 te plaatsen in het nummer, dat op den avond van 31 December a. s. verschijnt DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. Wegens het Kerstfeest verschijnt het eerstvolgend nummer Maandag 27 December 1909. AGENDA ZONDAG 26 DECEMBER. Schouwburg: Kinder Operettege- zelschap: De IJs-Jonk vrouw, 2J uur. Schouwburg: Solser en Hesse, bui tengewone voorstelling, 8 uur. De Kroon: Bioscoopvoorstelling, 8 uur. Brongebouw: Rolschaatsenbaan, ge opend van 8—11 uur. Soc. Vereeniging: Bioscoopvoor stelling, 8 uur. KI. Vereeniging: Specialiteiten voor stelling, 7 1/2 uur. MAANDAG 27 DECEMBER, Schouwburg: N. V. Het Tooneel: Een vrouw in 't spel, 8 uur. <De Kroon: Bioscoopvoorstellingen. Brongebouw: Rolschaatsenhaan, geopend van 8—11 uur. OM ONS HEEN No. 1059. Een verhaal van Baars. Er ligt op mijn schrijftafel een heel igenaardige statistiek. Een statistiek van baars. De man, die mij deze opgaaf toe rend, beeft in de jaren van 1865 tot en met 1909, dus in den menschen- leeftijd van vijf en veertig jaar, een ei veertig duizend, drie honderd en vijf stuks baars gevangen, verdeeld over drie duizend een honderd en *ijftien vischdagen. Als dat geen liefhebber van henge len is, wie mag dan voortaan dien naam nog dragen Van naam gesproken, ik zal u niet zeggen hoe hij heet. Waarvoor zou het dienen Zijn mede-liefhebbers van de schoone vischkunst kennen hem wel. Maar wel is het aardig, om eens wat van zijn levensloop te ver tellen en hoe hij zoo'n groot hengelaar tgeword«n tp Dat zat hean In 't bloed. Zijn vader maakte ook al ijverig jacht op de vlugge waterbewoners en hij trok als jongen mee. Maar toen kwamen an dere tijden. Toen moest de kost ver diend wordeu en dat ging zoo heel gemakkelijk niet. In den tabakswinkel verdiende de jongen twee gulden en een kwartje en daarvoor moest hard poot-an gespeeld worden. Zoodat hij er op een goeien dag genoeg van kreeg en naar Am sterdam liep, om dienst te nemen bij de marine. Het kantoor was dicht, hij zou den volgenden dag maar eens terugko men. Dus wandelde hij weerom naar Haarlem en den volgenden dag weer naar Amsterdam, en toen nog eens, om gekeurd te worden, alles per bee nenwagen, omdat het er niet aanzat. En ten slotte werd hij afgekeurd, om dat hij met het rechter oog alleen de letters niet lezen kon, die de dokter hem voorhield. Toen maar in Den Helder gepro beerd. Onze maat nam de beenen maar weer op en stapte naar het Nieuwediep. Achttien uur was T, een heele marsch. En toen hij er kwam, had hij net nog een kwartje in den zak om zijn logies te betalen. Daar namen ze 't gelukkig zoo zwaar niet op, hij werd aangenomen als licht matroos op een gage van f 24, en ging aan 't varen. Ik heb vroeger al eens verteld, hoe hij op de Medusa was voor Simonose- ki in Japan en daar meevocht tegen een flotilLe en een fort, zoodat naast hem drie van de kameraden sneuvel den en hij „dik onder het bloed" zat. Hij deed zijn best, want dat had de kommandant, De Casemhroot, een brave vader, hoor l gevraagd, maar plerzierig vond hij het niet „ik was zoo dicht bij mijn centen, begrijp je Want hij wou den dienst uit. In 1865, na tien jaar gevaren te hebben, werd hij met zeshonderd gulden ge- pasporteerd en kwam naar Haarlem terug. Daar zag hij, hoe op den Soheepma- kersdijk de bleekers werkten, en dachtnou. daar is geen kunst aan. dat kan ik ook. Op het schip wasch je toch de spullen zelf, met koud water en zeep. Zoo gedacht, zoo gedaan hij werd bleeker, tot groot pleizler van do andere bleekers, die zeien wat weet nou een matroos van wasschen af Maar ze kregen ongelijk, want het zaakje marcheerde best en in 1885 I had hij de koetjes op het droog en ging er uit je kunt het in de statis- 1 tiek duidelijk zien, want van dat jaar af heeft hij in het Spaarne, de Liede en den Mooyen Nel veel meer baars gevangen, dan vorige jaren. Zoo zijn we dan weer op de baars teruggekomen. De courant Is niet groot genoeg, om er den heelen staat over 45 jaar in af te drukken, maar ik kan er toch wel wat uit vertellen, bijvoorbeeld, dat hij in 1865 begon met 465 stuks in 37 vischdagen, in 1887 het drukst gevischt heeft, nameliik 214 dagen, en toen verschalkt heeft 1549 stuks, en dat het slapste jaar 1907 geweest is met de onnoozele vangst van negen stuks in zes dagen. Ook 1909 was niet fortuinig wat Is voor een ervaren hengelaar 88 baar zen in 41 dagen Dan was heit vroe ger een andere tijd, toen hij ln 1872 in 59 dagen 1159 stuks wist te snap pen, in 1874 1364 in 60 dagen en in 1881 1585 in 71 dagen Nu zal het mij niet verwonderen, of de lezer begint te glimlachen, voor al wanneer hij zelf wel eens gevischt of gejaagd heeft nou javan die groote vangsten weten we alles af Met uw welnemen, deze hengelaar is bovendien een voorbeeldig adminis trateur. Hij heeft over al die jaren de vangsten aangeteekend in boekjes ik heb er een heel stapeltje voor me staan. Opsnijderij is dus uitgesloten, de vangst kan met de stukken ge. staafd worden. En ten overvloede staat, behalve de vangst van iederon dag, ook nog ge noteerd welk weer het geweest is, en zoo meer. „Toen ik nog in de bleekerij was", vertelt hij, „ging ik alleen Zondags, maar dan bleef ik ook den heelen dag weg. Zomer of winter, dat kwam er niet op aan. Mijn vrouw zei er wel eens wat van, maar dan zei rk maar och, moeder, ik hou er zooveel van, ik laat er alJes voor staan. In den zomer ging ik met het bootje en des winters te voet, dan ging het bijltje mee in het vaatje, om bijten te hak ken en een kannetje koffie ln een ouwe kous. om ze warm te houden, begrijp je I 's Avonds als ik thuis kwam, vond ik m'n kliokie 't Is wel gebeurd, dat ik thuis kwam met een half bevroren neus, van de kou. Op het schip had ik nooit last van win terhanden gehad ik dachtdat komt zeker van t zoute water, en smeerde me goed met pekel in en dat hielp Of ik ook andere visschen heb op gehaald Jawel, maar die konden me niet schelen, ik vischte naar baars, 'k Heb het wel gehad, dat ik ze in de verte zag springen een mooi ge zicht voor een hengelaar. Dan nam ik brokjes hout of wat bij de hand was en smeet dat in het water, zoo dicht mogelijk bij de beesten. Daar komen ze op af, vat je Waren ze dan wat dichter bij, dan gooide ik weer en nog eens en nog eens, net zoolang tot ze onder m'n bereik wa ren dan gooide 'k den hengel uit en haalde er soms twee tegelijk op, want ik vischte met twee hoeken. Voor aas gebruikte ik kleine viachjes, maar ik heb ook wel een stukje schitterend blik genomen, daar komen ze ook op al. Als ik eens een enkelen keer niet lekker was, hield ik mijn mond maar dicht, anders zei moeder al gauw „ga je nou tóch weer visschen, blijf liever thuis I" En dat wou lk niet. 's Zomers was het nog donker als ik de deur uitging. „Nou, moeder", zei ik dan zoo wel tegen m'n vrouw, „als er soms inbrekers komen, dan blaf je maar, hoor, als een hondje I" Dan ging ik den Schalkwijkerweg op, er was niemand te zien. Mooi is het in de natuur, zoo 'a morgens vroeg. Toen ik uit de zaken ging, zeiden ze tegen me„ik weet wel wat ik liever deed, dan armoe lij en met die visscherij I" „Nou", zei ik, „wat zou jij dan doen In de kroeg zitten zeker Dank je wel, ik ga liever visschen." Of lk wel eens een ongeluk heb ge had Maar één keer. Dat was Ln de Midden Lie we liepen er over ijs van één nacht en ik zakte er tot mijn schouders door. Toen ik er uit was, zei ik tot den man, die met me mee was gegaan „denk er om, hoor, ver tel 't nooit aan moeder Ik kwam thuis met kleeren stijf van de vorst, maar m'n vrouw heeft het nooit ge weten: In de laatste jaren wordt het water doodgervischL Met zoo'n zegen halen Z3 soms in één trek zeshonderd pond visch op, voor A r t i s alleen moet er iedere week duizend pond visch we zen is 't een wonder, dat er haast geen visch meer overblijft Maar toch, als ze zeggen ga naar de ko medie, laat het visschen staan, dan zeg lk dat is m ij n komedie Hier hebt u twee briefkaarten, daar staat niets anders op, dan aan den grootsten liefheb ber v«n visschen met den hengelteHaarlem, en ze zijn netjes bij me thuis bezorgd." Zoo praatte onze hengelaar. Hij is nu vijf en zeventig jaar, maar hij zit nog dik ln zijn krulhaar, al is 't grijs geworden, en ziet er stevig uit. Hem heeft het visschen in weer en wind geen kwaad gedaan. Maar wan neer hij in 1885 in de kroeg bij de kachel gekropen was J. C. P. Stadsnieuws BETALING VAN FEESTDAGEN. Het volgende schrijven is aan de patroons verzonden Namens de afdeeling Haarlem van den Algemeenen Metaalbewerkers- bond nemen wij hiermede de vrijheid u beleefd onderstaand verzoek voor te dragen. Reeds sedert enkele jaren hebben wij aan de verschillende smidspa troons te dezer stede het verzoek ge richt om aan hunne werklieden de Christelijke feestdagen te willen door betalen. Ook thans weder komen wij met dit verzoek, welk verzoek reeds door meerdere patroons geheel, door enkele zelfs nog met extra vrije dagen wordt nagekomen. Vooral nu de arbeiders door de steeds duurder wordende levensmid delen meer moeden uitgeven dan voor heen, terwijl over het algemeen de loonen dezelfde gebleven zijn. In gewone omstandigheden is het voor de meeste werklieden moeilijk, om met het weekloon fatsoenlijk te kunnen leven, hoeveel te meer is dit dan het geval wanneer door de Chris telijke feestdagen minder loon wordt verdiend. Wij doen dus een beroep op uw wel willendheid om deze dagen voor uwe werklieden tot aangename, inplaats van tot zorgvolle dagen te maken. Wij hebben gemeend dit schrijven aan alle heeren patroons te moeten toezenden, zoodat u, reeds voldoende aan ons vroeger verzoek, dit ter ken nisneming ontvangt Hoogachtend (w. g.) W .RUS, Secretaris. Vereeniging „Damclub Haarlem"' Gisterenavond werd in het verga derlokaal der vereeniging „Damclub Haarlem" in café „De Karseboom" (vroeger in café Neuf, zie achterstaan de annonce) eene ledenvergadering gehouden, teneinde een nieuw be stuurslid te kiezen in de plaats van den heer P. Kalbfleisch, die als voor zitter was afgetreden en zich niet meer herkiesbaar stelde. Als nieuw bestuurslid werd geko zen de heer H. A. van Abs, zoodat het bestuur als volgt is samengesteld H. A. van Abs, voorzitterW. B. J. Pippijn, secretarisR. C. Broek- meijer, penningmeesterj H. E. Lan- tinga en E. Strietman, commissaris sen. Als blijk van de waardeering voor hetgeen do heer Kalbfleisch in het belang van de damvereeniging heeft gedaan, werd bij acclamatie besloten, genoemden heer 't eere-lidmaatschap der vereeniging „Damclub Haarlem" aan te bieden. Proza en Poëzie. Men verzoekt ons, te willen mede- deelen, dat de baten van de gehou den liefdadigheidsuitvoering door het mannenkoor „Proza en Poëzie" op 20 December j.l. ten behoeve van het ge zin van J. te Velthuis, na aftrek der onvermijdelijke onkosten, 127,99 be dragen, welke som aan bedoeld gezin is afgedragen. „BUTTERFLY". De Nederlandsche Opera en Operet te van het „Rembrandt-Théater" is dan toch eindelijk eens buiten haar Haarlemsche repertoire van drie of vier nummers gegaan. Gisteravond trad het gezelschap hier op met de Japansche Tragedie in twee bedrijven (3 tafereelen) „Butterfly", van Giaco- mo Puccini, den componist zooala men weet van „Bohème" en „Tos- ca". Wat „handeling" betreft staat „But terfly" beslist bij de twee laatstge noemde opera's achter. Deze komt in enkele woorden gezegd hierop neer De Amerikaan Pinkerton gaat in Japan een huwelijk aan volgens wat hij noemt Japansche zeden „voor negen honderd negen en negen tig jaren, met het recht van opzeg iedere maand". Kort daarop vertrekt hij naar Amerika, zijn vrouw Butter fly met haar kamermeisje Soezoekie in het Japansche huisje achterlaten de, en keert eerst na drie jaren bij haar terug, maarin gezelschap van zijn Amerikaansche vrouw, met wie hij reeds vóór zijn „Japansch" huwelijk verloofd was. Butterfly weet dan in haar smart en wanhoop niets beters te doen. dan evenals vroeger haar vader „hari-kiri" te plegen. Aan narigheid laat Puccini het ons- dus ook in dit werk niet ontbreken. Maar met dat al heeft hij in zijn „Butterfly" een merkwaardig of laat ik -maar gerust zeggen bewon derenswaardig stuk dramatisch-muzi- kale kunst geleverd. Wat een enorm colorist is die man en wat weet hij scherp te karakteriseeren, hoe echt. „Japansch" en „Am-erikaansch" kan hij in zijn muziek te werk gaan, zon der toch zijn Italioanschen zin voor melodie en orkestrale welluidendheid te verloochenen. Het eerste bedrijf is te bont en bom bastisch, dunkt me. om veel indruk is maken en misschien wisten ook de spelers niet recht wat ze daarvan maken moesten. Maar de beide tafe reelen van het tweede bedrijf, die verbonden door een prachtige sym- phonische „entre-acte" bijna uit sluitend door Butterfly worden ge dragen, zijn in hooge mate boeiend en dikwijls ontroerend schoon. De zan geres der titelpartij heeft hier een zeer zware taak en het is daarom, dat ik op de allereerste plaats grooten lof moet brengen aan mejuffr. Annie Ligthart, die zich op waarlijk voor treffelijke wijze van die taak kweet. Ook de andere vrouwenrol, die van Soezoekie, was door mej. A. Hofman niet slecht bezet. Jammer maar, dat haar mooie stem zoo schrikkelijk vi breerde waardoor zij b.v. aan den samenzang met Butterfly (bij liet op sieren van het huisje) heel wat be dierf. Uitstekend gezongen heeft ook de heer Rud. van Schaik (als Pinker- ton). Nu nog maar wat meer losheid van beweging en wat meer expressie van gebaar en hij is een opera- kracht van beteekenis. Beter leek mij de verhouding van zang en spel in het werk van den heer Paul Pul, die dan ook een recht verdienstelijken Sharp less gaf. En in de Goro-rol, door den heer Aug. T. C. Kiehl, sloeg de weegschaal weêr naar den kant der actie door maar mu zikaal belangrijk is deze partij dan ook niat. Overigens hebben de zangers liet in dit werk zooals trouwens in alle eigenlijk moderne muziek-drama's allesbehalve gemakkelijk. De partijen zijn doorloopend recitatief behandeld en het moet een oppassen van belang zijn, om er niet uit te raken. Maar daarvoor waakte de talentvolle kapel meester, de heer J. Richard Heucke- roth. Hij laat niemand in den steek en het orkest weet hij aan te vuren en te bezielen, dat het een lieve lust is. Het speelde dan ook buitengewoon goed met entrain, mooïen klank en fijne nuanceering. Maar ziet de heer Heuckeroth heusch geen kans, dat zelfde schoone resultaat te verkrij gen met een ietsje minder beweeglijk heid Die al te drukke gebaren moe ten toch, vooral voor de menschen op de eerste rijen, erg storend en aflei dend zijn. Ten slotte een compliment voor de werkelijk mooie décors. PHILIP LOOTS. Op verzoek van den heer Mr. P. Do zy deel ik even mede. dat de uitnoo digingen voor het concert van Woens dag LI. niet uitsluitend van den heer en mevrouw D. zijn uitgegaan, maar dat die invitaties ook gedaan werden door eenige andere families, die zich met hen vereenigden, om deze solisten alhier te doen optreden. Ph. L. Gouden Jubileum. 25 Januari a. s. hoopt het echtpaar J. L. de Haan en A. M. M. de Ridder, wonende Essenpleintje, den dag te herdenken, waarop zij vóór 50 jaren in den echt werden verbonden. Uit de Rechtszaal Eedswelgerlng. Gisteren stond voor do arrondisse- ments-rechtbank te Haarlem terecht Jobs. Hoogland, 37 jaren oud, en wo nende te Schoten, ln welke gemeente hij het beroep van koetsier uitoefent Beklaagde heeft op den 4den Novem ber 1.1. als getuige geweigerd den voorgeschreven eed af te leggen, hoe wel hij tot het R.-K. kerkgenootschap behoort, en dus niet met een gelofte volstaan kan. Beklaagde's verdediger, Mr. Arnold Levy, te Amsterdam, vraagt of be klaagde n o g tot de R.-K. Kerk be hoort. Beklaagde zegt vóór twee jaren aan den pastoor verklaard te hebben, dat men hem gerust van do lijst der lid maten schrappen kon. Men zeide hem toen, dat dit bij het R.-K. kerk- genootschap niet gold, waarna H. ver der de zaak op zijn beloop liet. Mr. Hoyer, zijn requisitoir nemend, stelt op den voorgrond, dat we hier niet met een zelfde geval als dat, het welk voor het Amsterdamsche Hof ge weest is, te doen hebben. Daar toch behoorde de eedsweigeraar, die ont slagen werd van rechtsvervolging, tot geen enkel kerkgenootschap, terwijl H tot liet. R.-K. geloof behoort. On getwijfeld hebben wo hier ook met een strafbaar geval tc doen de wet toch zegt uitdrukkelijk, „dat ieder op straffe van nietigheid den eed, van de geheel© waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen, moet af leggen." Als reden van zijn eedswei. gering heeft beklaagde aangevoerd, niet aan eon God te gelooven. Maar hij heeft zich nooit bij deurwaarders- exploit, of hoe dan ook, als lid der R.-K. Kerk laten afschrijven. Aange zien beklaagde dus niet tot een dier kerkgenootschappen behoort, die hij de wet van het eed-afleggen vrijge steld zijn, kan hier mot een belofte niet worden volstaan. Spreker heeft zich niet in het denken en voelen van dezen man kunnen verplaatsen, hij weet dus niet, of H. weigert om pro paganda te maken, of uit werkelijke persoonlijke overtuiging en ziens wijze. Toch meent spreker een lichte straf te moeten vragen en eischt daar op één dag gevangenisstraf. Hierna ving Mr. Levy zijn uitvoe rige pleitrede aan. Spreker meent in de eerste plaats te moeten betwisten, dat H. nog tot het R.-K. kerkgenootschap behoort.' De raad, dien Minister Modderman indertijd gegeven heeft, is deze: laten de atheïsten zelf een kerkgenootschap oprichten, dan is het mogelijk, dat zij eerlang van eedsdwang zullen bevrijd geraken. Dit is iets absurds. Spreker constateert, dat het eeds formulier bij de wet van 1854 is afge schaft. Er is geen formulier moer. De strafwet kan dus niet worden toe gepast. Dat is de tweede solutie. In do grondwet van 1815 staat, dat ieder vrij is in zijn godsdienstige opvattin' gen. Is het nu geen geprononceerde antinomie te dwingen, den eed af te leggen Iedere wet is toch aan de grondwet onderworpen, en die van 1887 geeft ieder vrijheid van geloofs belijdenis. Daaraan kan men niet tornen. Daarom ook moet beklaagde ontslagen worden van rechtsvervol ging. Samenvattend meent spreker, dat dit op de volgende gronden dient te geschieden le. De beklaagde behoort niet ld een kerkgenootschap, want hij wil er niet toe behooren. 2e. Een eedsformule in wettelijk bindenden zin kent rnen niet. 3e. Wij hebben hier te doen mei een uiting van persoonlijke gezindheid. 4e. De wettelijke verplichting zelve zou moeten wijken voor de zuivere opvatting van de grondwet. Mr. Iloyer, nogmaals het woord ne mende, kan als jurist zich niet begrij pen, dat Mr. Levy aan de aangehaal de wetten iuist haar historische basis ontnomen heeft De wet. zooals zij ons gegeven wordt, moet historisch ge ïnterpreteerd worden. Misschien is dit helaas, maar we hebben er ons aan te houden. Het O. M geeft toe. dat de wet ver ouderd is, maar zoolang die wet en dit artikel bestaan, moeten beide ge handhaafd blijven. Spreker bleef daarom bij zijn eiseh persisteeren. Mr. Levy achtte in zijn repliek ver schillende punten onweersproken, cn refereerde zich overigens aan zijn ge houden rede. Beklaagde zelf zegt, dat een deur- waarders-exploit hem evenmin zou geholpen hebben. In de R.-K. kerk kan men zich niet laten afschrijven. Uitspraak 6 Januari, des ochtends te 10 uur. DIEFSTAL. Jacob B. te Zaandam heeft op zeke ren dag een spaarpotje, inhoudende een som van ƒ2. en toebehoorendd aan zijn mede-commensaal Jan K., geopend en den inhoud in herbergen opgemaakt. Beklaagde bekende en hoorde twee maanden gevangenisstraf teeen zich eischen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 1