HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
riUiLLETON
Quinnion de Philasoof.
DONDERDAG 30 DECEMBER 1909
dat de heele conferentie uitliep op be
sprekingen tusschen de beide burge
meesters, die natuurlijk nooit het re
sultaat konden opleveren, dat van
een conferentie tusschen de twee col
leges te vorwachten was geweest.
Van mijn leven heb ik nog niet
zoo'n voordeeligen Raadszuigeling ge
zien, als den heer Bregonje. Daar hij
gisteren geïnstalleerd werd en
Maandag een voorstel van hem was
rondgezonden, kan men, om in de
lijn van de beeldspraak te blijven,
van hern zeggen, dat hij al kraaide
vóórdat hij in de kinderkamer was
aangeland, daar na een verblijf van
twee uur een redevoering hield on
een kwartier later door een van de
speelmakkers voor krenterig werd
uitgemaakt.
Laat ik. om tot de gewone alle-
daagsche taal terug te keeren, even
zeggen, dat zijn voorstel om de ver-
eeniging voor bloembollencultuur de
kosten voor het electrisch licht, dat
zij gratis vroeg, te doen teruggeven,
wanneer haar tentoonstelling winst
maakt, niet werd aangenomen. Ik zou
dit den heer Bregonje hebben kunnen
voorspellen. De Raad heeft in dat op
zicht sterk paedagogische begrippen,
die neemt nooit een voorstel van
iemand aan in de vergadering, waar
in hij zoo juist Is geïnstalleerd. Het
zou waarlijk den schijn geven, alsof
de eerste nieuweling de beste een goed
Raadslid kan zijn Dat nooit 1 En
misschien moet ik den heer Bregonje
daarmee feliciteerdn. Veni, vidi, vici,
ik kwam, zag en overwon, moge een
kreet zijn. die Caesar past, voor den
Haarlemschen burger zou hij mis
schien in de toekomst niet eens aan
gename gevolgen hebben.
Toch was dit het belangrijkste punt
van de agenda niet. Dat was de goed
keuring van de concessievoorwaarden
voor de electrische trams van
de Hollandsche Spoor. Raad en
burgemeester raakten hier een oogen-
blik aan 't kibbelen. Wel had de laat
ste in 't algemeen gelijk door te pro
testeeren tegen amendementen, die
zoomaar onvoorbereid, dus zonder
dat de weerpartij, de Hollandsche
Spoor, daarover was gehoord, in de
vergadering werden gebracht, de
voorstellers bleven niet in gebreke er
op te wijzen, dat zij het voorstel pas
den 24sten thuis hadden gekregen,
dus nauwelijks tijd hadden gehad
voor rustige overweging.
Over het algemeen waren de aan
genomen amendementen trouwens
van geringo beteekenis. Dat de Maat
schappij, indien B. en W. haar
vroegtrams opleggen, geen hooger ta
rief dan vijf cen_t mag vorderen, zal
wel geen bezwaar wezen. Anders
krijgt ze er toch geen mensch in. Te
Amsterdam wordt maar 21/2 cent ge
vraagd. Ook tegen des heeren Van de
Kamps loffelijk pogen, om zooveel mo
gelijk menschen van het personeel der
paardentram door de Holl. Spoor te
doen overnemen, zal deze laatste niet
in het geweer komen. De beoordee
ling van geschiktheid blijft haar toch
overgelaten. Hot amendement van
den heer Tjeenk Willink, waardoor
de Maatschappij van de zorg voor pen
sioen van deze menschen ontslagen
wordt, was zeker goed gezien. Alleen
ben ik maar bevreesd, dat de Holl.
Spoor zeggen zal„ons bezwaar is
juist, dat wij deze beambten niet meer
in de pensioenregeling kunnen opne
men, omdat wij er op gesteld zijn al
onze employés te pensioneeren, wan
neer hun tijd 'van heengaan geko
men is."
Een argument waarvoor de Maat
schappij allicht gevoelig zal wezen, is
dit, dat zij haar lijnen dadelijk sym
pathiek zal maken in de oogen van
Haarlems bevolking, wanneer zij zoo
veel mogelijk het personeel van de
paardentram overneemt.
Uit de behandeling van de voor
waarden bleek wel duidelijk, hoe
voorzichtig men te werk gaat, vooral
tegenover de mogelijkheid van aan
sluiting aan andere lijnen. Zoodra
die tot stand mocht komen, zelfs bui
ten toedoen der Holl. Spoor, vervalt
de concessie. Om dit gevaar nog op
een andere manier te verhoeden, moe
ten de lijnen van de nieuwe trams bij
Heemstede en Overveen een meter
van de grens verwijderd blijven. Dat
in weerwil daarvan binnen enkele ja
ren het doorgaand verkeer een feit
zal zijn geworden, geloof ik zeker.
Maar misschien is dan ook het
grootste bezwaar daartegen, namelijk
dat volgens de tegenwoordige wet de
regeering in den Haag en niet de
Raad over de lijn zeggenschap heeft,
meteen vervallen.
Als twee dingen eikaar in den weg
staan, moet een van beiden verdwij
nen. De onderlinge verbinding der ge
meenten is een krachtige zaak, de be
paling, die haar toepassing belem
mert zal dus dienen te wijken. Niet
andersom
Zooals in dit blad voorspeld werd,
heeft Mr. Thiel de benoeming tot tij
delijk wethouder aangenomen. Ik ver
moed, dat hij die liever had afgewe
zen, maar niet anders heeft gekund.
Er zijn zoo van die dingen, welke
zich aan ons oog als onafwijsbaar en
onontkoombaar voordoen. Daarvan
is er een, dat Thiel in 't College van
B. en W. zitting heeft. En wanneer er
naderhand weer eens een wethouders
vacature mocht ontstaan, dan ver
moed ik, dat Mr. Thiel deze onafwijs
bare noodzakelijkheid gevoelen, en
zich, zij het ook niet zonder verdriet,
daaraan onderwerpen zal.
Met ingenomenheid heb ik dé be
noeming van den heer Jan Gerritsz
tot voorzitter van de Arbeidsbeurs ge
zien, al scheelde het maar één stem
met Mr. Ribbius, die No. 2 op de voor
dracht stond. Beide heeren mocht ik
indertijd als geschikte candidaten
aanwijzen.
J. C. P.
Wat 't jaar 1909 ons bracht.
II.
BINNENLAND.
Als een aandenderende trein, die
zijn vaart ietwat trager maken gaat,
als hij Langs de perrons van 't statical
rolt, waar hij straks doorheen zal
daveren, zonder te stoppen, zoo snel
len wij in de wentelvaart van het ge
beuren aan op 't moment, waarin de
jaren worden aaneengeschakeld. Als
die trein door 't station zullen we
heengaan door dat ©ogenblik, zonder
vertoef 1910 in, een nieuwe wijdte
van tijd, gelijk de locomotief de open
landen gindsch doorduizelt.
Wel snellijk doorleven we de da
gen, de weken, de maanden, die in
een woesten dans om je heen werve
len 't verleden in. Wiens taak het is,
in een krant te rev ie wen, wat er al-
zoo in het tijdsverloop geibeurde, die
kan eerst goed tot besef komen, hoe
we voortylen 't verleden uit, het he
den door de toekomst In.
Daar ligt je overzichts-materiaal
voor je: twee courantenliggers, waar
in de jongste eiken dag nauwgezet
een „Haarlem's Dagblad" heeft ge
plakt, nu gezwollen tot twee dikke
deel en: een jaar geschiedenis.
Blad na blad sla je om, over een
overstelpende reeks van feiten en feit
jes glijdt je oog. Wat is er al weer
veel vergeten. Dingen, die het heele
land beroerden, liggen nu al weer in
de vergetelheid vergaderd. De in
drukken volgen elkaar op, overweldi
gen elkaar, ronden de scherpe herin
neringskantjes af, verdelgen elkan
der zelfs uit een menschen geheugen.
Je blijft even wijlen bij de in April
heet van de pen geschreven Juliana-
artikeltjes. Wat waren die al aan 1
wegdoezelen,, die typische gebeurte
nisjes van dien spannenden tijd. Het
heele voorjaar verbeid was de ge
boorte van de jonge Oranje, maan
den lang verkeerde 't land in span
ning.
30 April 's morgens om 10 minuten
over zevenen eindelijk werd Prinses
Juliana, Louise, Emma, Maria, Wil-
helmina in het Poleis aan 't Noord-
einde geboren. Feest was 't allerwe-
ge, een hartelijk blijdschap»- en hul
debetoon, dat in verschillende ste
den nog eens herhaald werd, toen 't
voorspoedig herstel van de Koningin
een feit was geworden. Met welk een
genegenheid sloeg men gade, alles
wat in die dagen in en om het Vor
stelijk huisgezin plaats greep.
De eerste uitgang van Koningin
Wilhelmina, de doopplechtigheid (5
Juni) en de huldiging voor 't Konink
lijk Paleis waren daar bewijs van.
Was de geboorte van de Troonopvolg
ster een belangrijke gebeurtenis, ook
de periodieke verkiezingen op 11 en
25 Juni voor de Tweede Kamer wa
ren zeer van belang. Zij bevestigden
het regeerende Kabinet en versterkten
de ministerieele meerderheid in do
Tweede Kamer tot een stemmenaan-
tal van 60.
Desondanks hadden er belangrijke
wisselingen in h»t Ministere-Heems-
kerk plaats, hoewel door bijzondere
oorzaken. Niet minder dan drie por
tefeuilles kwamen in andere handen.
De minister van Waterstaat Bevel's,
overleed in het begin van Januari
plotseling op een wandeling In het
Ilaagsche Bosch. De heer Regout
volgdo hem op. Do Oorlogsminister
Sabron deed zich,wegens ziekte ver
vangen door generaal Cool; terwijl
minister Idenburg op 11 Augustus
zijn plaatsje op het Plein in den Haag:
afstond aan den heer Do Waal Ma-
lefijt, de afgevaardigde naar de Twee-
de Kamer voor Breukelen, en do Bui
ten zorgsche troon beklom, daar gene
raal Van Heutsz het Gouverneur-ge
neraalschap over Nederlandsch-Oost-
Indië wenschte neer te leggen en op
20 Augustus zijn eervol ontslag er
langde.
Het Kamerlid Mr. De Ridder over
leed, evenals het Eerste Kamerlid
Mr. Vening Meinesz en de Minister
van Staat, Baron Aneas Mackay en
de oud-kabinetsformateur Mr. N. G.
Pierson, Kamerlid voor Gorinchem.
Op Wetgevend gebied geschiedde
ecn-en-ander, dat de aandacht waard
ts.
In het Staatsblad verschenen de
Wet op het Vaderschap, die op 12 No
vember door de Eerste Kamer werd
aangenomen, de Regents chaps- en
Voogdijwetten, de Schepenwet, de
Achterstandswetten in zake de Rechts
pleging, de Kinderwetten werden ge
wijzigd, die Accijns op het gedestil
leerd werd verhoogd. Op 1 Fehruairi
trad de Wet op het Arbeidscontract
in werking; op 1 Mei werd do Am-
stordamsche tijd, ook op de spoorwe
gen, ingevoerd. Do Lager Onderwijs
wet werd in de Tweede Kamer gewij
zigd.
Zeer veel beroering bracht buiten
en in de Kamer de kwestie Kuyper-
Westmeyer-Lehmann, waarover Mr.
P. Tideman op 26 Juni de eerste me-
dedeetingen deed.
In Juli daaraanvolgende baarde de
mededeeling opzien, dat Baron
Sweerts de Landas, burgemeester van
Den Haag, eveneens in het verkie
zingsfonds der Anti-rev. partij had
bijgedragen. Het beweerde verband
tusschén deze gift en een begeerde
benoeming tot Commissaris der Ko
ningin in Gelderland, bleek echter
onaannemelijk te zijn.
Op 28 October kwam de zaak-Kuy-
per in de Tweede Kamer ter sprake,
en op 18 November na de soherpe re
devoering van Mr. Troelstra, kwam
Dr. Kuyper, die na een kort verweer
in de „Standaard" gezwegen had, een
verklaring afleggen, die den volgen
den dag, vooral door de heeren
Drucker en De Savornin Lobman, be
sproken werd. In het laatst van De
cember diende mr. Troelstra een
voorstel bij de Kamer In, om in deze
zaak een Parlementaire enquête in te
stellen.
Dr. Kuyper schijnt thans de voor
keur te geven aan een onderzeek door
een Eereraad buiten bet Parlement
om.
Het jaar 1910 zal wellicht het einde
dezer kwestie brengen.
Nederland ten opzichte van 't bui
tenland beschouwd, gaf dit jaar een
rijker geschiedenis dan andere jaren.
Keizer Wilhelm van Duitschland en
Keizerin Augusta brachten op 9 Au
gustus een bezoek aan Graaf Bentinck
op het slot Middachten. Door de ge
boorte van Prinses Juliana werd af
gezien van een bezoek aan Koningin
en Prins op het Loo.
Noord-Amerika herinnerde zich on
zer bij de Hudson-Fulton-feesten ter
herdenking van de stichting van New-
York door genoemde ontdekkingsrei
zigers.
Holland maakte een goed figuur
bij deze feesten.
In Januari van dit jaar was men
reeds bezig met voorbereidingen te
treffen tot inrichting van de Neder-
landsche afdeeling op de Bruaselsche
tentoonstelling in het jaar 1910. Men
herinnert zich de afstemming van
den desbetreffenden subsidie-post ih
de Tweede Kamer en het later toe
staan van een geringer bedrag
De terechtstelling van Ferrer in
Spanje veroorzaakte ook in ons land
eenige beroering, door de op touw ge
zette volksagitatie, waarbij demon
straties tegen de Spaansehe consula
ten werden gehouden.
De rij van gebeurtenissen, die van
internationaal gewicht waren, zij be
sloten met de herinnering aan het in
cident te lJmuiden, ontstaan door de
poging tot in-beslag-neming van het
Zweedsche oorlogsvaartuig „Hvalen"
door Mr. P. Tideman, wegens het niet
voldoen van het bedongen hulploon
aan den logger „Alida".
Na een klacht, door de Zweedsche
regeering ingediend, was de Neder-
landsche regeering genoodzaakt haar
verontschuldigingen aan te bieden.
Het West-Indische eiland Curasao
kreeg een nieuwen gouverneur.
Vooral in land- en tuinbouwkrin-
gen werd veel gesproken over het af
treden van den eminenten directeur-
generaal voor den Landbouw, den
heer Lovink.
De Nederlandsche vloot werd ver
rijkt met een modern oorlogsschip,
„De Zeven Provinciën", door Prins
Hendrik te water gelaten. Het is het
grootste pantserschip dei' Nederland
sche Marine.
Dit schip met den roemruchten
naam van De Ruyters admiraalschip,
zal waarschijnlijk in 1910 Prins Hen-
drink naar Oost-Indië overbrengen.
De groote legeroefeningen werden
dit jaar afgelast, wegens het uitbre
ken der cholera, waarvan de eerste
gevallen te Rotterdam voorkwamen.
Den 20sten Augustus overleden daal
de vier zusjes Korteland. Veel bewe
ging verwekte dit geval, daar men de
oorzaak zocht In vergiftigd snoepgoed.
(Zuurtjes in poetspomadedoosjes).
Zoodira op 25 Augustus de cholera
de werkelijke oorzaak bleek te zijn,
werden energieke maatregelen, zoo
wel te Rotterdam als elders in den
lande genomen, waardoor het aantal
gevallen met doodelijken afloop tot
een gering getal kon worden beperkt.
Het uitbreken der vreesol ij ke ziek te
verwekte echter veel angst.
Eenige gevallen van meningitis ce-
rebro-spinalis en van zoogenaamde
kinderverlamming maakten ook velen
bevreesd.
Van BfnnenLandsch politiek belang
was de scheuring in de S. D. A. P. Do
jarenlange strijd tusschq^ de Mar
xisten en de Revisionisten eindigde
hiermee, dat een buitengewoon con
gres, te Deventer op 13 Februari sa
mengekomen, eenige voorlieden dei-
Marxistische beweging royeerde. De
zen stichtten daarop de S. D. P., die
bij de algemeène verkiezingen in Ju
ni in sommige districten eigen candi
daten voor de Tweede Kamer stelde.
Geen hunner werd echter verkozen.
Verschillende voorvallen, In oor
sprong van meer plaatselijken aard,
trokken ook elders de aandacht.
Den Haag had zijn Duitsche-Greet-
histori, z'n vreemdsoortige hypnose-
geschicdcujs Müller-Hirschmann-Van
den Bergh, zijn Raadsleden-grondspe-
culantenkwestie en zijn tweegevfcht
Romer-Van de Capellen.
Amsterdam zijn aftreden van Bur
gemeester Van Leeuwen wegens de
houding van een deel der Raadsleden,
den verkoop van het oude-Beursler-
rein aan de „Bijenkorf", zijn Dam
plannen en de huldiging van kapitein
Christoffel.
Utrecht enz. hadden hun Heye-her-
denk'IhgsfeestIJmuiden zijn staking
op de visscherstrawlersBreda zijn
stakingsrelletjes; Tilburg zijn Trap-
pistenkloosierkwestie, enz.
De rechtszaak, die wel het meest de
aandacht trok, was de Papendrecht-
sche strafzaak, waarin de arbeider
Garsthagen als beklaagde optrad we
gens smaadschrift tegen de Papon-
drechtsehe politie en den Burgemees
ter. Dit jaar diende deze zaak van 31
Maart tot 13 April voor 't Hof te
's-Hertogenbosch. Hendrik Garstha-
hagen werd daar veroordeeld tot 3
maanden gevangenisstraf. Na een in
terpellatie in de Kamer gelastte d®
Minister een regeeringsonderzoek
naar de toestanden bij de politie t®
Papendrocht. De Hooge Raad vernie
tigde daarop 't arrest van het Hof te
Den Bosch en verwees do zaak naar
het Hof te Arnhem, waar zij 16 No
vember voorkwam, doch na acht da
gen werd geschorst, om nadere in
structie te doen houden.
Door de eedsweigering door den
Haarlemschen schilder C. Kriiler
voor de Rechtbank te Amsterdam tij
dens een rechtszaak tegen nnti-mlli-
tairisten werd weer hel eedsvraag-
stuk meer op don voorgrond ge
bracht.
Kriiler werd ontslagen van rechts
vervolging.
Andere de aandacht trekkend®
rechtszaken waren die tegen de Am-
hemsche Bankdirecteuren, Mr. Plies-
ter en Mr. De Meyier, die tegen Ba
ron Van Heeckeren van Brandenburg
wegens valsche aangifte van een aan.
geteekenden brief, die inzake do
brandstichting in hotel Believue te
Arnhem, waarbij iemand om het lo
ven kwam, die tegen den Burgemees
ter van Eigmond aan Zee, die tegen
den Amsterdamschcn diamanthande
laar Stokvis, die voor een half mil-
lioen aan waarde verduisterde, en
die tegen den Burgemeester van Eg-
mond aan den Hoef wegens valsch-
heid in geschrifte
Van de ernstige branden, zijn d«
volgende te vermelden. Op 9 Augus
tus sloeg de bliksem in te Raams-
donkveer. Er brandden 25 woningen
af40 gezinnen werden dakloos 24
Februari brandde de fabriek der fir
ma Clos en Leembruggen te Leiden
af4 Maart werd de schouwburg te
Harlingen een prooi der vlammen
24 Maart woedde er een hevige fa
brieksbrand te Zaandam 18 Augus
tus kwamen daar ter plaatse bij een
brand de vrouw en drie kinderen van
den sigarenmaker G. Schoen om hot
leven 21 December eindelijk ging de
fabriek der firma Gebr. Koch te Am
sterdam in vlammen op.
Van de moorden, dit jaar gepleegd,
herinner 'k enkel aan don drievoud 1-
September 1.1., waar een landbouwer,
zijn vrouw en een knecht op gruwe
lijke wijze werden vermoord. De da
ders heeft men nog niet gevonden,
Ongelukken op zee en op do rivieren
kwamen in grooten getale voor. Het
ernstigste was wel, dat aan boord
van het vaartuig, dat heiast was met
do opruiming der wrakken langs <lo
Hollandsche kust. Op 14 October
sprong dit schip voor Katwijk in do
lucht, door do ontploffing van het
pikrinezuur. Het ongeluk deed zes
menschen, waaronder een luitenant
ter zee, omkomen. Mede gebeurde een
vreeselijk ongeluk op 14 Augustus
aan boord van de „Zaanstroom" in
volle zee, waardoor twee mcnschenlc-
vens verloren gingen, door ontsnap
ping van stoom. Den 5den Februari
verdronken te Diemen 8 menschen,
door het omslaan bij stormweer van
een kettingpont13 Maart kwamen
bij de aanvaring tusschen de „Mas
cot" en de Duitsche boot „Margare-
tha" 20 menschen om 23 April ver
dronken bij de scheepsramp bij Lem
mer 8 personen uit een schlppersgo
zin.
Bij zooveel droefs is 't blij-makend
te kunnen wijzen op moedige pogin
gen tot redding van in nood verkee
renden.
De plaatsruimte gedoogde niet,
dat dit overzicht over 1909 veel moer
werd dan een bijeenoogsten van fei
ten. Dit artikel is dan ook alleen be-
doeld als een vluchtige aanstipping
van 't belangrijkste uit 't scheidend®
jaar, met vluggen greep hier en daar
opgegaard en samengebundeld ais
een memoriam aan 1909.
JAC. C. M. Jr.
Emtenlandsch Overzicht
Er is over de troonsbestijging van
Belgies jongen koning al vwl ge
schreven. Nu wordt er weer getwist
over den naam van Z. M.
Inderdaad is dit een belangrijke
zaak, want het is een deeltje uit den
strijd, dien
DE VLAMINGEN
voeren tegen de Fransch-gezindeo,
om het behoud en de erkenning van
OM ONS HEEN
No. 1062.
Nabetrachting van den
Gemeenteraad.
Voor ieder die eenig gevoel voor hu
mor heeft, moet het een eenigszins
kluchtig oogenhlik zijn geweest, toen
Mr. Thiel, die een uur later weer ais
wethouder, zij het dan ook tijdelijk,
zou worden benoemd, een beslisten
aanval deed op het beleid van B. en
W. inzake hun voorstel over de proef
neming met diepboring. „Zou hij dat
als wethouder óók gezegd hebben i
vroeg een toehoorder. „Zeker", ant
woordde een ander, „maar in de ver
gadering van B. en W."
Bij het eerste voorstel van B. en W.
heb ik al gezegd, dat het dagelijksch
bestuur zichzelf wat al te zeer op den
achtergrond had gehouden en dit
tweede voorstel had evenzeer iets
slaps en onferms. Ik waardeerde en
waardeer nog het optreden van Prof.
Dubois, omdat dit aanleiding zal ge
ven tot een ernstig onderzoek, maar
dat is heel iets anders, dan dezen
deskundige nu naar de oogen te zien
en angstvallig, met den rechtsgeleer
den adviseur, vast te houden aan die
Ezelen weide.
Zeker, ik begrijp het motief men
wil later, als de diepboring niet bet
gedachte resultaat mocht opleveren
en Haarlem dus de pogingen tot duin
onteigening voortzet, de Regeering
kunnen overtuigen, dat alles, wat de
tegenpartij aanried, beproefd en ver
geefs gebleken is. Maar van hoeveel
waarde dat uit tactisch oogpunt ook
wezen mag, ietwat meer zelfbewuste
flinkheid zou mij, en ik denk ook an
deren, in B. en W. aangenamer heb
ben aangedaan.
In elk geval schijnt het me gelukkig
toe, dat de Commissie nu boren kan
op de Ezelen weide en op andere ter
reinen, welke laatste uitbreiding te
danken is aan een amendement van
den heer Van Lynden. De benoeming
der Commissie van drie leden, die de
diepboring leiden zal, levert B. en
W. blijkbaar nog zorg op. Anders zou
bet College nu meteen, dadelijk dit
punt wel aan den Raad hebben voor
gelegd.
Wanneer men een oplossing
wenscht, die zeker ook bij het Bloe-
mendaalsche gemeentebestuur in den
smaak zou vallen, dan zou het deze
zijn, dat Haarlems gemeentebestuur
een van de leden der Commissie be
noemt, Bloemendaals bestuur den
tweeden en dat deze twee een derden
kiezen. Dit denkbeeld moet wel aan
de liaarlemsche Raadsleden, die aan
tactiek hechten, voldoen immers
het is 'n 't geheel niet twijfelachtig,
Wie door Bloemendaal zal worden
uiwerkoren. En wanneer Prof. Du-
bols zelf van ongelijk kon worden
overtuigd, dan zou zeker de kans op
het verkrijgen van het zoo begeerde
duingebied niet weinig zijn gestegen.
Ik voor injj zou nog altijd liever een
Commissie zien, waarvan geen lid in
deze zaak een rol had gespeeld, maar
ik wil erkennen, dat samenwerking
met Bloemendaal ook wat waard is.
Tot dusver ïs daarvan namelijk geen
sprake geweest. Pogingen van B. en
W. van Bloemendaal om met B. en
W. van Haarlem te overleggen, had
den geen resultaat. Er schijnt op ons
Stadhuis als adat te heerschen, dat
niemand in de vergadering van ons
volledig daselijksch bestuur, uit.gezon.
derd de ambtenaren, wordt toegela
ten om zijn belangen te verdedigen en
toe te lichten. Welk beginsel van de
zen maatregel de grondslag is, weet
ik niet, maar dat hij ditmaal ongun
stig heeft gewerkt, schijnt mij zeker.
Immers toon Haarlems burgemeester
antwoordde, dat de wethouders geen
gelegenheid hadden, maar dat Z.E.A.
alleen de heeren gaarne ontvangen
zou, hadden de Bloemendalers daar
op hun beurt geen ooren naar, zoo-
Naar het Engelsch
van
GUV BOOTHBY.
2)
Wat ik toen zag, deed mij van ge
dachte veranderen.
Wat, ben jij het? zei ik. Als Ik
er eenig vermoeden van gehad had,
dat jij het was, dan zou ik je tasch
in de r>vier gegooid hebben. Neem je
geld terug hoe hongerig ik ook ben,
ik heb nQg te veel trots overgehouden
om almoezen van jou aan te nemen l
Met die woorden wierp ik hem het
geldstuk voor de voeten.
Cyril goede hemel I ben Jij
Ja, het is Cyril, antwoordde ik,
en door jouw schuld is het zoover met
mij gekomeu. Neem je geld terug, ik
zal het niet aanraken.
Hij draaide zich om en liep weg, en
tk stond hem na te kijken, een man
tonder principes, zonder geweten,
zonder zelfs een greintje medelijden.
Een man, dio uit liefdadigheid zou
.«oven. wanneer hij dacht dat dit hem
duizendvoudig zou kunnen worden te
rugbetaald, maar d>e alleen uit lief
dadigheid een bedelaar geen halven
stuiver zou toegooien. Zoo'n man was
Gilbert Feversham, die mij en de mij
nen had geruïneerd en die het zonder
eenig gevoel van schaamte, graag
weer gedaan zou hebben als het mo
gelijk geweest was.
Ik zei, dat ik hem stond na te kijken,
terwijl hij 't schitterend verlichte voor
plein overliep en het hotel binnen
ging, vol eerbied gegroet door den
portier. Over een uur waarschijnlijk
zou hij voor éen der beste diners in
Londen zitten, een flesch champagne
drinken en zich later op den avond te
rugtrekken in een weelderig ingerich
te slaapkamer, voorzien van alle ge
makken, die een volle beurs konden
verschaffen en de hulpbronnen der
moderne beschaving konden beden
ken.
Wat mijzelf betreft, ik wilde liever
slapen in de open lucht met het uit
vaagsel der stad tot gezelschap en zoo
mijn leven wagen, dan door hem be
schouwd te worden als iemand, die
van zijn geld zich een nachtverblijf
had verschaft.
Toen ik voor mij keek, zag ik. de
shilling nog liggen, waar ik haar had
neergeworpen. Ik raapte haar op. Op
dat ogenblik kwam er een politie
agent voor don dag, die mij op ruwen
toon gebood door te looDen. Ik deed I
zooals mii bevolen werd, en liep nog
eens weer langs het Strand, waar het
nog dicht met groote vlokken sneeuw
de. De koetsiers hadden de kragen
van hun capes hoog opgezet, en hun
slappe hoeden naar beneden getrok
ken de voetgangers snelden langs de
straat als wilden zij laten zien, dat zij
vol verlangen waren zóo spoedig mo
gelijk thu»s te komen, terwijl de cou
rantenjongens aan de algemeene som
berheid nog het hunne toevoegden
door met schorre stemmen te schreeu
wen „Ontzettende sneeuwstormen,
treinen vast blijven zittenveel men-
schenlevens verloren."
Met mijn handen diep in mijn zak
ken begraven, mijn ouden hoed naar
beneden getrokken over mijn voor
hoofd, en mijn kraag zoover mogelijk
opgezet, liep ik voort langs de modde
rige straten in de richting van Trafal
gar Square. Hoe verleidelijk zagen de
winkels er uit I Daar aan den over
kant was het restaurant Gatti; waar
ik zoo dikwijls had gesoupeerd In
den tijd toen de zorg zijn scherpe
klauw nog niet op mijn schouder had
gelegd, en de geheele wereld vol le
ven en zonneschijn scheen.
Ik liep een smalle steeg door en
vond een donkere portiek waarin
het tot nu toe nog niet gesneeuwd
had. Daarin ging ik zitten. Aan den
overkant, maar eenige meters van
mij af, was een andere portiek en
daarin zaten twee andere daklooze
stakkers een vrouw met een klein
kind, die zich nestelden in haar shawl
om nog zooveel warmte op te doen als
haar arm lichaam kon produceeren.
Ik merkte ook op, dat de linkerschou
der van de vrouw onbedekt waszij
gaf het grootste deel van de shawl om
haar kleintje tegen de koude te be
schutten. De shilling brandde mij in
de hand.
Moeder, ik ben zoo vermoeid en
heb zoo'n honger, zei het zwakke stem
metje van onder de shawl. Kunnen
wij niet naar huis gaan Ik wou zoo
graag naar huis, moeder 1
Gauw, lieverlje, heel gauw, ant
woordde de moeder. Probeer nu te
gaan slapen, schatje, en als je dan
wakker wordt, zullen wij naar huis
gaan.
Ik hoorde haar stem breken, ter
wijl zij dat zeide. Ik wist, dat zij al
leen sprak om het kind te sussen; ar
me stakkers, zij hadden geen tehuis.
Ongeveer op dit oogenblik, zoo zei ik
tot mijzelf, trok Feversham zijn stoel
bij de tafel. Ik uitte een verwensching
aan zijn adres en keek weer naar de
anderen.
Op dat oogenblik begon het kind
te schreien en de moeder deed haar
best het te sussen maar te ver
geefs. Toen ging de deur achter haar
open en een man in overhemdsmou
wen beval haar op ruwen toon
Maak dat je wégkomt, wij heb
ben hier geen schreeuwlelijken noo-
dig I
Dat is schande, fijn mijnheertje,
bromde ik woest. Ik zou wel eens wil
len weten hoe jij het zou vinden als
je vrouw en kind zoo weggejaagd wer
den op zoo'n avond
De vrouw stond vermoeid op en nam
de kleine in haar armen, terwijl zij
de shawl over het kind heenlegde.
Wij meenden heelemaal geen
kwaad, mijnheer, zei zo, met iets wan
hopigs in haar stem wij wilden al
leen maar wat buiten de sneeuw rus
ten. Mijn kleine meid is doodop van
het loopen langs de straat en ik
dacht, dat wij hier wel even mochten
rusten.
En hier kun je niet rusten, zoo
als je dat noemt, antwoordde de /nan.
Dus maak dat je wegkomt. Als j© er
geen zin in hebt, zal ik om een poli-
tie-agent sturen.
De vrouw zei niets meer, maar liep
de laan weer door in de richting van
het Strand.
Hoe treurig het ook met mij gesteld
was, ik had maar alleen om mij zelf
te denken maar hier was een dub
bele tragédie, waarnaast mijn eigen
ongeluk tot niets ineenkromp. Ik
kwam overeind, stijf zelfs van dat
kleine oogenblikje zitten, en strom
pelde achter haar aan. Ik haalde
haar In, vóórdat zii tijd gehad had
den hoofdweg te bereiken.
Een oogenblikje, zei ik, terwijl ik
mijn hand op haar arm legde, laten
wij een woordje samen spreken. U zat
daar zooeven op dien stoep.
Zij zag mij zeker bij vergissing aan
voor den man in de hemdsmouwen,
want zij zei op zwakken toon
Ik ben weggegaan, mijnheer, zoo
als u mij gezegd had. U zal mij toch
zeker niet bij de politie aanklagen,
is 't wel, mijnheer Ik bedoelde geen
kwaad er mee.
Er zijn oogenblikken, waarop een
man zich als een ongevoelig wezen
moet voordoen, opdat hij zijn aandoe
ning zal kunnen verbergen.
Wees toch niet zoo dwaas, ant
woordde ik ruw. Als u mij eens goed
wil aankijken, dan zal u zien, dat ik
de kerel niet ben, die zooeven met a
sprak.
Toen zij begreep, dat ik niet do ti
ran van den stoep was, kwam haar
moed en daarmee haar achterdocht
weer terug.
Zij vroeg mij, wat ik van haar wil
de. Nachtvogels loeren op elkaar, en
zelfs het bedeesde schaap zal zijn best
doen zijn lam te verdedigen.
Ga met mij mee en ik zal het u
laten zien. antwoordde ik. Gij en het
kind beiden hebt voedsel noodig en
ik heb geld genoeg om u dat te ver
schaffen. Het is niet ver van hier.
(Wordt vervolgd).