NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
17» Juugug. Na. 8139
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDEBDAG JANUARI 1S10
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEH
PER DRIB MAANDBNl
Voor Haarlem I 1.28
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd la (kom der
gemeente).„1.30
franco per post door Nederland „1.65
Afzonderlijke nummers0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 M
"je omstreken en franco per post 0.45
F"r}_ays der Venaootee&ap Lonreas Coster. Pirect&ar X PEEREBÖ0HL
Totde plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem ln dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Bultenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon inierc. 6229.
AD VERTENTlÊNi
Van 1—5 regels 50 Cte: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het ArrondhSSföenf
Haarlem van 1—5 regels /t—elke regel meer /O. it Reclames 30 Cent per regd.
B| Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing j
50 Cts. voor 3 plaatsingen contant
Redactie en Administraties Groote Houtstraat
Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724*
Drukkerijs Zuider Boitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ACHT BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
VRIJDAG 7 JANUARI.
Schouwburg: Het Ned. Tootaeel:
Gysbrecht van Aemstel, 7 uur.
Brongebouw: Rolschaatsenbaan,
geopend van 811 uur.
OM ONS HEEN
No. 1066.
De Diner-Vereeniging.
Wilt gij de menschen gelukkig maken,
Bemoei u dan met uw eigen zaken.
Aan dit onnoozele en tooh zoo ware
rijmpje heb ik in de laatste weken
meermalen moeten denken, ln ver
band met de oprichting van de Haar
lemsche dlner-vereeniging.
Verschillende menschen, die ik zoo
ontmoette, hadden namelijk bezwaar
tegen die vereeniglng.
De een vroeg zoo spottend „wan
neer begint nu de coöperatieve eter ij?"
De ander verzekerde met kracht en
klem „let op, dat kan nooit blijven
bestaan".
En dat waren geen concurrenten,
noch vrienden of familieleden van
concurrenten, maar gewone particu
lieren, dde met de diner-vereenigmg
even weinig hadden uit'te staan als
ik zelf.
Daai'om vroeg ik mij af vanwaar
de blijkbare vijandigheid tegen deze
nieuwe samenwerking Nieuw voor
Haarlem wel te verstaan, daar zij in
andere steden van ons land al lang
bestaat en bloeit. En ik heb er geen
ander antwoord op kunnen vinden,
dan ditde tegenzin in de nieuwig
heid vloeit voort uit gebrek aan aan
passingsvermogen. Wij menschen
zijn, zonder het zelf te weten, geneigd
lam iederen dag opnieuw de maat
schappij te beschouwen als een afge
sloten geheel, dat we nu wel overzien.
Komt er dan wat nieuws, don moeiten
we ons inspannen, om ons er in te
denken, er eenige voorstelling van te
krijgen. Zoolang dat nieuwe nog maar
alleen in Amerika huist, beschouwen
we het als een verhaaltje, als iets
dat buiten ons omgaat. Maar wan
neer liet nadert en zich zelfs vestigt
in onze eigen stad, dan komt de nood
zakelijkheid, om het in onze gedach-
tensfeer op te nemen, als 't ware in
onze hersens te verwerken, maar dan
verschijnt ook meteen het verzet. Luii
van natuur is de menach, heeft een
pessimist gezegd. Hij moet daarbij
niet enkel aan armen en beenen,
maar ook aan 's menschen geest heb
ben gedacht, 't Is waar, helaas, dat
die, naarmate we ouder worden, min
der tot aanpassing geneigd is. Met
een „dat kan nooit stand houden,
dat zal wel gauw uit wezen",, schud
den we de zaak van ons af.
„Denkt u". zoo zei een dame, „dat
ik van plan ben, iederen dag te eten
wat een ander voor me uitkiest
Nooit. Ik wil eten wat ik verkies en
wat mijn man en kinderen graag
lusten. Stokvisch vinden we bijvoor
beeld allemaal afschuwelijk en erw
tensoep heerlijk. Als nu de kok van
de dlner-vereeniging er precies an
ders over denkt, dan moeten we
stokvisch eten en smachten vergeefs
naar erwtensoep. Lacht u nu niet,
maar verbeeld u zelf eens, dat je met
man en vier hongerige kinderen aan
tafel gaat, de bussen openmaakt en
daar schotels in vindt, die je niet
lust. Wat moet je dan doen Opeten I
of verhongeren, nietwaar, want je
kunt wel naar een restaurant gaan,
maar diat is kostbaar en daarvoor ben
Je geen lid van een dlner-vereeniging.
En eerlijk gezegd, ik ben ook gesteld
op de poëzie van het middagmaal. Ais
ik voor mijn man of de kinderen eens
hun lievelingsschoteltje klaar kan
maken, en ik zie, dat ze daaraan
smullen, dan ben ik daarmee in mijn
6chik. Bovendien hecht ik aan de ge
woonte. U moet me maai' uitlachen
als u wilt, maar ik wil het wel be
kennen 's middags hou ik wel van
ètenslucht in huls, niet te veel, maar
zoo'n beetje, zooals ik dat bij mijn
moeder thuis ook gewend was. Om
het kort te zeggen als er bij mij
thuis niet meer gekookt wordt, gaat
er voor mij een groot deel van de
poëzie van het huiselijk leven ver
loren. En ik vind die vereeniglng ver
keerd."
De ander had aandachtig toege
luisterd.
Hij knikte. „Mevrouw", zei hij, „u
moet maar één ding doen."
„Wnt. dan
„Nooit lid worden van de dlner-ver
eeniging."
Ze keek een beetje verbaasd.
„Ik dacht, dat u me juist wou
overhalen om het te worden 1"
„Weineen", zei hij. „Zooiets moet
toch niemand tegen zijn zin doen. U
heeft een zak vol goede redenen om
het niet te worden, maar anderen
hebben een heele verzameling motie
ven voor het tegendeeL Die tobben
met dienstboden, houden zelf niet van
koken, hebben er geen tijd voor, wo
nen alleen, vinden bet eenvoudiger,
enzoovoort enzoovoort."
„Ja, dat Is mogelijk", zei de dame.
„Juist. Dus de een kan om goede
redenen lid worden, terwijl de ander
er om goede redenen niet aan denkt."
„Natuurlijk."
„Maar waarom maakte u zich dan
zoo boos op de dmear-vereeniging,
waarom vond u die verkeerd
Dat wist de dame toch eigenlijk
niet en dus keek ze een oogenblik
beteuterd. Maar daarna straalde haar
gezicht, want ze had een argument
gevonden.
„Die nare coöperaties", zei ze „be
derven onze samenleving totaal. Voor
een massa menschen is ze nadeelig.
Ziet u, daarom ben ik tegen de dlner-
vereeniging."
De bezoeker wou antwoorden, maar
op dat oogenblik werd ze zichtbaar
angstig, haalde den neus eens op en
zei, opstaande
„U neemt mij niet kwalijk, maar
ik moet naar de keuken, of er hraiult
wat aan 1"
En daarmee eindigde het gesprek.
De man dacht, dat ze gezegd zou
hebben, dat de restaurateurs er zoo
veel schade bij zouden hebben. Dan
zou hij ten antwoord hebben gege
ven, dat de klanten van de diner-ver-
eenigïng groötendeels moeten voort
komen uit de menschen, die juist niet
gewend zijn om 's middags bui
tenshuis te eten. En hij zou er bijge
voegd hebben, dat een restaurateur
in de nieuwe stichting een prikkel
zou hebben gevonden, om nog meer
zijn best te doen. Ten gerieve van-
zijn klanten en ten voordeele van
zichzelf, want wie niet af en toe van
bulten af tot nieuwe energie geprik
keld wordt, slaapt in.
Maar dat bezwaar tegen coöperatie,
neen, daar stond de man verbaasd
over. Hangt niet de heele maatschap
pij van coöperatie aan elkaar Wo
nen de menschen niet in hulzen van
een coöperatie, zijn ze niet lid van
ooöperatleve loterijvereenigingen, en
gaan ze niet coöperatief op reis, om
maar eens drie van de meest uiteen -
loopende vormen van coöperatie tc
noemen Zijn onze gemeentelijke
lichtfabrieken niet feitelijk een coöpe
ratie en de duinwaterleiding en het
slachthuis, zijn onze tallooze vereeni-
gingen niet alle coöperaties? Hoe
kan iemand in deze twintigste eeuw
dan nog zeggen, dat hij coöperatie
afkeurt Niemand kan immers zon
der coöperatie bestaan
„Ik hou", zei eens iemand spottend,
„van coöperatie als die mij voordeel
oplevert, maar ik heb er een afkeer
van, als ze mij benadeelt."
Is dit, laten we het eens eerlijk be
kennen, welbeschouwd niet de maat
staf, waarnaar wij coöperatie beoor-
deelen
Begrijp goed, ik ben géén lid van
de diner-vereenlging, ik zal het ook
niet worden, want ik ben een voor
stander van de spijskeus door de
huisvrouw, van de aparte kostjes, ja
zelfs tot zekere hoogte, van de etens-
lucht in huis, die me in den regel als
ik 's middags thuis kom, voorspelt
wat de not schaft.
Maar ik kan me begrijpen, dat een
ander er anders erver denkt.
Wat ik gevoel als de poëzie van heit
huiselijk leven, kan een ander be
schouwen als het proza van een
dienstbode, die het eten te laai of
slecht klaargemaakt opdischit, of als
de last voor een ziekelijke of zwakke
hulsmoeder, of op tien andere manie
ren, die hem doen toejuichen, dat de
diner-vereenlging gekomen is.
En als de onderneming niet be
staan kan
Welnu, dan zal dat ter zijner tijd
wel blijken.
Maar daarover behoeven we toch
vooraf niet te gnuiven i
J. C. P.
Stadsnieuws
CONCERT-FLESCH-RöNTGEN.
Een Beethoven-avond door Carl
Fl-esch en Julius Röntgenl Deze aan
kondiging met voldoening en tot
eer van ons muzikaal Haarlem zij het
gezegd heeft dan toch de menschen
de Kroon-zaal doen binnenstroomen,
totdat er geen hoekje meer onbezet
bleef, 't Was een heerlijke avond, met
een als dit met betrekking tot een
Beethoven-concert niet absurd klinkt
zeer gelukkig programma. Muziek
hooren is niet enkel genot, maar wel
degelijk ook een zeer vermoedende be
zigheid en een te veel eischen aan in
spanning, aan opvattings- of muzi
kaal verduidingsvarmogen doet ten
slotte de mooiste muziek oagenoten
aan den hoorder voorbijgaan. Zooals
het programma hier was ingericht
kon het, m bovenbedoeld opzicht, wel
niemand reden tot klagen geven. Ter
inleiding werd gespeeld de frissche,
bondige Es-dur-Sonate (op. 12, No. 3)
voor piano en viool. Belangwekkend
toch dadelijk weer dat samenspel van
twee kunstenaars met ja, in hoofd
zaak gelijke eigenschappen van hoofd
en hart, en beiden meester op hun
instrument. Maar beiden ook te
sterk individueel om van pure over
eenstemming vervelend te worden in
him kunstuiting. Flesch is een man
van fijnen, ontledende® geest en
warm, zeer echt muzikaal gevoed., met
eenige reserve in de uiting daarvan.
Röntgen, een man van op de éérste
plaats zeer warm en ook zeer echt
muzikaal gevoel en niet minder fij
nen, ontledenden geest maar die
niet gewoon is zijn gevoel een dem
per op te zetten en zich licht laat ver
leiden de resultaten van zijn analy
seerenden geestesarbeid met wat op
vallend aplomb den volke d. w. z.
zijn toehoorders bekend te maken.
Deze, bij alle overeenstemming van
gevoel en gedachte, merkwaardig ver
schillende wijze van uiting geeft
verre van de eenheid van samenspel
wezenlijk te storen daaraan, naar
mijn gevoelen, nog een interessanten
trek te meer. Röntgen's artistieke
persoonlijkheid openbaar-die zich de
zen avond het sterkst in het tweede
programma-nummer: de Sonate op.
111 (c-mol). Een bijzonder genot was
het hem te volgen in de expositie en
ontwikkeling van het geweldige
hoofdthema van het eerste deel. En
het troost- en rusthrengende korte
zangthema daarin werd onder zijn
vingers tot een zaligheid. Ook het
tweedo deel: die serafische melodie
met do wonderbare variatiën speelde
hij in één woord verrukkelijk. Na de
ze oogenhlikken van hoog genot,
maar ook van zeer inspannend vol
gen, brachten de beide Viool-Roman
zen (G-dur en F-dur), waarin wij
Flesch' fluweelen toon en teèr-warme
nuanceering geheel rustig konden ge
nieten, de noodige ontspanning. Deze
voordracht vooral was het auditorium
een aanleiding om den vioolkunste
naar Carl Flesch met groote harle
lijkheid te huldigen. En na een kor
te pauze zetten wij ons met vernieuw
de aandacht tot luisteren naar het
slotnummer van den avond: de Kreut-
zer-Sonate. Aan volume, of eigenlijk
meer aan gespierdheid van toon
schoot de violist aanvankelijk mis
schien wel wat te kort en welk
violist zou in deze oerkraclitige, on
stuimige eerste sats niet te kort
schieten? maar de innerlijke
kracht en om het zoo eens te noe
men de overtuiging van den speler
deed dit te-kort al spoedig vergeten,
en de overweldgende indruk van het
eerste Allegro met zijn altijd weer
verrassend, alles meesleepend coda
bleef niet uit. Van de nu volgende
variaties en het Presto kan ik niet
anders zeggen dan dat zij bezwaar
lijk schooner van klank, inniger
van expressie en rijker aan geest en
leven kunnen gedacht worden. Het
geheel was voor beid© spelers een wa
re triomf, en die geestdrift van het
publiek uitte zich dan ook aan het
einde van deze zeldzaam belangrijke
séance in eindelooze toejuiching.
PHILIP LOOTS.
DE HAARLEMSCHE HALSEN.
Wij lezen in het „Alg. Hbld."
Nog steeds is het geding van de
Haarlemsche schilderijen van Frans
Hals niet beslechtde verschillende
autoriteiten twisten voort over de
aansprakelijkheid van het gebeurde,
en wat te doen staat om te redden
wat werd bedorven, daarover is men
nog niet tot zekerheid gekomen.
Het kan daarom nut hebben getui
genis te publicecren van een schil
der, den heef Ed. Gerdes, die gedu
rende geruimen tijd met de Halsen
heeft geleefd en zag en hoorde wat er
verder voorviel.
De heer Gerdes schrijft ons
Ik heb in het voorjaar 1909 gedu
rende twee en een halve maand In 'l
Haarlemsch museum gecopieerd, en
wild© slechts mededeelen wat ik zelf
zag en hoorde voor zoover anderen
er nog niet over schreven.
Gezien heb ik hoe de schilderijen
met eene bruinachtige zelfstandigheid
(toen genoemd het geheim preparaat
van de commissie) werden bestreken.
Dit geschiedde, terwijl men de schil
derijen op hun plaats liet hangen met
een pl.m. 20 c.M. breede, platte
kwast, die, aangezien genoemde zelf
standigheid van zeer taaie hoedanig
heid bleek, met flinke krachtsinspan
ning gehanteerd werd, getuige het
hevig op- en neergaan van het lin
nen» Gedurende deze behandeling zag
lk den zaal bewaker kalm met een
stofdoek rondwandelen en daarmede
de leuning, die rond de zaal loopt, af
vegen.
Gezien heb ik, bij het Doelenstuk
van 1627, hoe tusschen een laag of
korst van oude vernis of olie en de
verf, door de werking waaraan ieder
schilderij b.v. bij temperatuurwisse
ling onderhevig is, een soort blaar
ontstond, die men eerst bij nauwkeu
rige beschouwing kon ontdekken en
van niet de minste beteeken is was,
gehoord heb ik, hoe een van de com
missie-leden na overleg met den res
taurateur, dezen opdroeg, ter herstel
ling van dit euvel genoemde blaar
„bij te stippen" (ik herhaal letterlijk
zijne woorden). De restaurateur haal
de palet en penseel en stipte over
oude vernis en al heen, met een slen-
na-kleurtje bij.
Gehoord heb ik, hoe de restaurateur
tegen mij sprak over de beide Doe
lenstukken van 1627, die toen links en
rechts van de branddeur hingen.
Mijns inziens verkeerden deze, ver
geleken bij de andere Halsen, in den
gunstigsten staat. De restaurateur
evenwel beweerde, dat hij hoopte bin
nenkort dit tweetal eens onderhonden
te kunnen nemen en ze in denzelfden
toestand te brengen als de anderen,
die hij reeds had mogen bewerken,
en die daardoor het door Dr. Veth
genoemde theebladen-aspect verkre-
gen. Toen ik hem vertelde juist het
niet-bewerkte tweetal het best onder
houden te vinden, was de restaura
teur blijkbaar zeer verstoord.
Gehoord heb ik ten 6lotte, hoe Dr.
Bredius bij sen bezoek aan het Haar
lemsch museum juist in den tijd van
het herhaaldelijk bestrijken van de
Halsen, tot den restaurateur zeidc
„Ik zou er toch niet. te veel aan doen",
hetgeen mij persoonlijk den indruk
gaf, dat het overstrijken niet iederen
keer geschiedde met medeweten van
alle commissieleden.
Jubilea.
Den 13en Januari zal het 25 jaar
geleden zijn, dat de heer H. J. G. van
den Berg in dienst trad bij de Werf
Conrad als metaal draai er.
Van de vereenigïng ter behartiging
van de belangen van het personeel
aan de Werf Conrad verbonden, is de
jubilaris ongeveer 16 jaar bestuurs
lid.
Den SQsten Januari zal het 25 Jaar
geleden zijn, dat de heer Th. Don-
kerwodko in dienst trad, bij de Werf
Conrad als metaaldraaier.
ONS BELANG.
Gisteren hield in „De Kleine Veree
niglng" de Haarlemsche slagersgezel-
Ien-vereeniging „Ons Belang" haar
jaarlijkschen feestavond. Bij ontsten
tenis van den voorzitter, heette de
vice-president, de heer M. A. Wigt-
man de talrijke aanwezigen har
telijk welkom. Hierna nam de afwer-
king van een uitgebreid programma,
dat alleszins de moeite waard was,
een aanvang. Als chanteuses traden
op mevr. Van Brinkomm en mademoi
selle Adrienne Solzer, die de gansche
zaal, met haar geestige liedekens, tel
kenmale danig aan 't lachen maakten.
Toen kwamen Wesselius en Henriette
in hun kostelijk-leuke dialogen, die
zoo bekend zijn, dat wij er nauwelijks
meer van behocren te gewagen. Les
Adors deden zich weer eens kennen
als buitengewoon vaardige hand
equilibristen, die 't publiek door hun
sterke toeren meermalen in verba
zing brachten.
Tot slot ging een operette, die haar
effect niet miste de vroolijkheid steeg
met ieder nummer.
In de pauze werd gecollecteerd voor
^en arme weduwe.
Een gezellig bal, onder leiding van
den heer J. W. Warmer, kroonde dit
welgeslaagde feest. Tusschen het
dansen door. zorgde het duo Davids
voor afwisseling.
Mannenkoor „Caecilia".
1-let mannenkoor „Caecilia" zal de
zer dagen een middagconcert geven,
waarbij als solisten zullen optreden
mejuffrouw Hélène Pohl, sopruanzan-
geies te 's-Gravenhage, die bij den so-
llstenwedstrijd in het Brongebouw
den eersten prijs, gouden medaille,
behaalde, en de heer Joh. IJdo, violon
cellist te 's-Gravenhage, lid van liet
Residentie-orkest, met den heer Jules
Wolf te 's-Grayenhage aan de piano.
Voor nadere bijzonderheden verwij
zen wij naar de komende advertentie.
HET KLOKJE VAN DEN
KLUIZENAAR.
De opvoering van de opera Les dra
gons de Villars (het klokje van den
kluizenaar) zal in het laatst van de
maand plaats hebben.
De hoofdrollen zijn in handen van
de dames: Mevrouw Solina te Haar
lem, mr. Chr. Vroons te Amster
dam, en de heeren N. N. te Haarlem,
M. Leopold, te 's-Gravenhage, J. II.
Krul te Overveen, en E, J. Hoefman
te Haarlem-
Het koor bestaat uit een 70-tal da
mes en heeren; begeleiding Haar
lemsch Muziekkorps; Regie Henri En
gelen te Amsterdam; het geheel an
der leiding van den heer E. A. Cats,
alhier.
Voor Vaderland en Koning.
In den schietwedstrijd, uitgeschre
ven door de schietvereeuiging „Wil
lem Teil" te Leiden, welke wedstrijd
werd gehouden van 5 tot en met 19
December 1909, behaalde de vereeni-
ging „Voor Vaderland en Koning"
alhier, den derden prijs in den korps-
wedstrijd met 272 van de 300 punten;
en de vereenigïng Generaal Joubert,
te Overveen, den zesden prijs met 268
punten.
De heer J. Viets, van „Voor Vader
land en Koning" behaalde den prijs
voor hoogste korpsschutter, met 60
punten .maximum).
In den personeelen wedslrijd be
haalden de heeren C. v. Zalen den
7en en J. Viets den 15en prijs. Voste-
baan-prijzen behaalden de heeren P.
J. Hekker, Overveen, len en F. Hek-
ker, Overveen, 3eu. In den Jubileum-
wedstrijd verwierven prijzen de hee
ren J. Viets 9en, D. N. H. Twisler-
ling lOen.
H&erlem.
Het bestuur der vereenigïng „Ilaer-
lem" heeft besloten in de maanden
Januari en Februari van dit jaar we
der enkele kunstbeschouwingen uit
den Stedelijken Atlas te houden in de
Schneevoogtkamer op het Raadhuis.
Militaire Zaken.
Herhalingsoefeningen
Door den Minister van Oorlog is be
paald, dot in den vervolge aan mili
ciens-verlofgangers, die de Zeevis-
scherij buitenslands uitoefenen, des
gevraagd uitstel van opkomst onder
de wapenen voor herhalingsoefenin
gen zal worden verleend tot April of
Mei van heit jaar, volgende op dat,
waarin hunne oproeping voor die
oefeningen heeft plaats gehad, ter
wijl voor hen eenzelfden datum van
opkomst zal worden vastgesteld.
In verband met het vorenstaande is
door Z. Exc. bepaald, dat alle verlof
gangers van de korpsen, die in den
loop van 1910 voor herhalingsoefenin
gen in werkelijken dienst worden op
geroepen, op hun aanvraag om uit
stel van opkomst van die oefeningen
tot na afloop der haringvissclierij,
.vergund wordt, op 4 April 1911 voor
die oefeningen onder de wapenen te
komen.
De korporaal-fourier Heytmeyer,
van hot 10e regiment infanterie, al
hier ln garnizoen, wordt op 8 Ja
nuari as. bevorderd tol sergeant t©
Hoorn.
Uit de Rechtszaal
DE EEDSWEIGERING.
Aan de orde is de uitspraak lu d«
zaak Joh. Hoogland, koetsier te
Schoten, die op 4 November gewei
gerd heeft den eed af te leggon.
De president deelt mede, dat de
rechtbank, overwegende, dat 't onder
zoek ter terechtzitting niet volledig
geweest is, omdat nog voorlezing had
moeten plaats hebben van de dag
vaarding, waarbij Hoogland was op
geroepen om als getuige te verschij
nen, besloten heeft de verdere behan
deling van de zaak Donderdag as, te
doen plaats hebben.
STOELENDIEF.
De zwerver Dirk K. is op den 4en
December tegen den avond in 't Ke
naupark een erf opgeloopen, en heeft
daar twee rieten stoelen, toebehoo-
rende aan den heer Sch., gestolen.
Die zitmeubels verkocht hij aan een
onbekende. Later in den avond is hij
nogmaals naar dit erf gegaan, en
heeft nog één stoel weten te bemach
tigen. Ook deze stoel werd door K.
verkocht.
Hedenochtend had beklaagde zich
voor de Arrondisseinents-rechtbank
alhier, ter zake van dezen diefstal, te
verantwoorden.
K. bekende en ook de getuigenver
klaringen waren Ln overeenstemming
met de feiten.
In zijn requisitoir wees Mr. W. FT.
Hoyer, substituutrofficier van justitie,
er op, dat beklaagde zeer ongunstig
bekend staat. Reeds twee maal is hij
door deze Rechtbank veroordeeld.
Ook maakt K. misbruik van sterkon
drank. Spreker eischte ten slotte een
gevangenisstraf van één maand, zon
der aftrek van de preventieve hech
tenis.
De ambtshalve toegevoegde verde
diger, Mr. Joost de Graaff, pleitte
clementie.
JASSENDIEF.
De losse werkman Gerardus v. N.f
thans gedetineerd in het Huis van be
waring alhier, heeft op zekeren dag
de kans schoon gezien uit een etalage
te Hillegom, een jas, toebehooreude
aan den heer H. L., te ontvreemden.
Op aanwijzing van een paar jon
gens is de jas later op een schutting
in een steegje terug gevonden.
Beklaagde bekende.
Mr. Hoyer, er op wijzend, dat be
klaagde reeds meerdere vonnissen
achter den rug heeft, edschte een ge
vangenisstraf van twee maanden.
De ambtshalve toegevoegde verde
diger Mr. Joost de Graaff, beval van
N. In de clementie van de Rechtbank
aan.
BURENRUZIE.
In de Haarlemmermeer hebben de
vrouwen Aafje v. d. K. en M. v. d.
V. 't met elkander te kwaad gehad.
Vrouw v. d. K. was volgens haar
zeggen door vrouw v. d. V. belas
terd, en dit had haar zóó opgewon
den, dat zij naar haai' buurvrouw ga-
gaan is en deze zoo aan de oorea
heeft getrokken, dt zij hevig bloed
den en de belletjes er uit gescheurd
werden.
Mr. Hoyer achtte het feit wettig en
overtuigend bewezen en vroeg een
gevangenisstraf van 4 dagen.
SCHELDEN.
De tandarts Anthonie IC., te Amster
dam, stond terecht wegens het uit
schelden van den adjunct-inspecteur
Jan B„ te Zaandam, toen deze, bek!.,
die in kennelijken staat van dronken
schap verkeedre, van het station ie
Zaanda mpoogde te verwijderen.
Beklaagde beweerde niets meer van
die scheldpartij te weten.
Mr. Hoyer. achtte hel een vrij ern
stig feit en vroeg een gevangenisstraf
van 45 dagen.
Hierop droeg K. een lang stuk Ie
zijner verdediging voor. Daarin wees
beklaagde op enkele onjuistheden in
de dagvaarding. Ook betwistte hij
wartaal te hebben gesproken; hij
sprak met zijn dochtertje Duitsch.
Ten slotte riep beklaagde de clemen
tie van de rechtbank in; werd hij tot
gevangenisstraf veroordeeld dan zou
dit tot vernietiging van zija oarrieèw»
lelden.