NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 17» Juugug. Na. 8139 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDEBDAG JANUARI 1S10 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEH PER DRIB MAANDBNl Voor Haarlem I 1.28 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd la (kom der gemeente).„1.30 franco per post door Nederland „1.65 Afzonderlijke nummers0.02 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 M "je omstreken en franco per post 0.45 F"r}_ays der Venaootee&ap Lonreas Coster. Pirect&ar X PEEREBÖ0HL Totde plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem ln dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Bultenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon inierc. 6229. AD VERTENTlÊNi Van 1—5 regels 50 Cte: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het ArrondhSSföenf Haarlem van 1—5 regels /t—elke regel meer /O. it Reclames 30 Cent per regd. B| Abonnement aanzienlijk rabat Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing j 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie en Administraties Groote Houtstraat Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724* Drukkerijs Zuider Boitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. DIT NUMMER BESTAAT UIT ACHT BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA VRIJDAG 7 JANUARI. Schouwburg: Het Ned. Tootaeel: Gysbrecht van Aemstel, 7 uur. Brongebouw: Rolschaatsenbaan, geopend van 811 uur. OM ONS HEEN No. 1066. De Diner-Vereeniging. Wilt gij de menschen gelukkig maken, Bemoei u dan met uw eigen zaken. Aan dit onnoozele en tooh zoo ware rijmpje heb ik in de laatste weken meermalen moeten denken, ln ver band met de oprichting van de Haar lemsche dlner-vereeniging. Verschillende menschen, die ik zoo ontmoette, hadden namelijk bezwaar tegen die vereeniglng. De een vroeg zoo spottend „wan neer begint nu de coöperatieve eter ij?" De ander verzekerde met kracht en klem „let op, dat kan nooit blijven bestaan". En dat waren geen concurrenten, noch vrienden of familieleden van concurrenten, maar gewone particu lieren, dde met de diner-vereenigmg even weinig hadden uit'te staan als ik zelf. Daai'om vroeg ik mij af vanwaar de blijkbare vijandigheid tegen deze nieuwe samenwerking Nieuw voor Haarlem wel te verstaan, daar zij in andere steden van ons land al lang bestaat en bloeit. En ik heb er geen ander antwoord op kunnen vinden, dan ditde tegenzin in de nieuwig heid vloeit voort uit gebrek aan aan passingsvermogen. Wij menschen zijn, zonder het zelf te weten, geneigd lam iederen dag opnieuw de maat schappij te beschouwen als een afge sloten geheel, dat we nu wel overzien. Komt er dan wat nieuws, don moeiten we ons inspannen, om ons er in te denken, er eenige voorstelling van te krijgen. Zoolang dat nieuwe nog maar alleen in Amerika huist, beschouwen we het als een verhaaltje, als iets dat buiten ons omgaat. Maar wan neer liet nadert en zich zelfs vestigt in onze eigen stad, dan komt de nood zakelijkheid, om het in onze gedach- tensfeer op te nemen, als 't ware in onze hersens te verwerken, maar dan verschijnt ook meteen het verzet. Luii van natuur is de menach, heeft een pessimist gezegd. Hij moet daarbij niet enkel aan armen en beenen, maar ook aan 's menschen geest heb ben gedacht, 't Is waar, helaas, dat die, naarmate we ouder worden, min der tot aanpassing geneigd is. Met een „dat kan nooit stand houden, dat zal wel gauw uit wezen",, schud den we de zaak van ons af. „Denkt u". zoo zei een dame, „dat ik van plan ben, iederen dag te eten wat een ander voor me uitkiest Nooit. Ik wil eten wat ik verkies en wat mijn man en kinderen graag lusten. Stokvisch vinden we bijvoor beeld allemaal afschuwelijk en erw tensoep heerlijk. Als nu de kok van de dlner-vereeniging er precies an ders over denkt, dan moeten we stokvisch eten en smachten vergeefs naar erwtensoep. Lacht u nu niet, maar verbeeld u zelf eens, dat je met man en vier hongerige kinderen aan tafel gaat, de bussen openmaakt en daar schotels in vindt, die je niet lust. Wat moet je dan doen Opeten I of verhongeren, nietwaar, want je kunt wel naar een restaurant gaan, maar diat is kostbaar en daarvoor ben Je geen lid van een dlner-vereeniging. En eerlijk gezegd, ik ben ook gesteld op de poëzie van het middagmaal. Ais ik voor mijn man of de kinderen eens hun lievelingsschoteltje klaar kan maken, en ik zie, dat ze daaraan smullen, dan ben ik daarmee in mijn 6chik. Bovendien hecht ik aan de ge woonte. U moet me maai' uitlachen als u wilt, maar ik wil het wel be kennen 's middags hou ik wel van ètenslucht in huls, niet te veel, maar zoo'n beetje, zooals ik dat bij mijn moeder thuis ook gewend was. Om het kort te zeggen als er bij mij thuis niet meer gekookt wordt, gaat er voor mij een groot deel van de poëzie van het huiselijk leven ver loren. En ik vind die vereeniglng ver keerd." De ander had aandachtig toege luisterd. Hij knikte. „Mevrouw", zei hij, „u moet maar één ding doen." „Wnt. dan „Nooit lid worden van de dlner-ver eeniging." Ze keek een beetje verbaasd. „Ik dacht, dat u me juist wou overhalen om het te worden 1" „Weineen", zei hij. „Zooiets moet toch niemand tegen zijn zin doen. U heeft een zak vol goede redenen om het niet te worden, maar anderen hebben een heele verzameling motie ven voor het tegendeeL Die tobben met dienstboden, houden zelf niet van koken, hebben er geen tijd voor, wo nen alleen, vinden bet eenvoudiger, enzoovoort enzoovoort." „Ja, dat Is mogelijk", zei de dame. „Juist. Dus de een kan om goede redenen lid worden, terwijl de ander er om goede redenen niet aan denkt." „Natuurlijk." „Maar waarom maakte u zich dan zoo boos op de dmear-vereeniging, waarom vond u die verkeerd Dat wist de dame toch eigenlijk niet en dus keek ze een oogenblik beteuterd. Maar daarna straalde haar gezicht, want ze had een argument gevonden. „Die nare coöperaties", zei ze „be derven onze samenleving totaal. Voor een massa menschen is ze nadeelig. Ziet u, daarom ben ik tegen de dlner- vereeniging." De bezoeker wou antwoorden, maar op dat oogenblik werd ze zichtbaar angstig, haalde den neus eens op en zei, opstaande „U neemt mij niet kwalijk, maar ik moet naar de keuken, of er hraiult wat aan 1" En daarmee eindigde het gesprek. De man dacht, dat ze gezegd zou hebben, dat de restaurateurs er zoo veel schade bij zouden hebben. Dan zou hij ten antwoord hebben gege ven, dat de klanten van de diner-ver- eenigïng groötendeels moeten voort komen uit de menschen, die juist niet gewend zijn om 's middags bui tenshuis te eten. En hij zou er bijge voegd hebben, dat een restaurateur in de nieuwe stichting een prikkel zou hebben gevonden, om nog meer zijn best te doen. Ten gerieve van- zijn klanten en ten voordeele van zichzelf, want wie niet af en toe van bulten af tot nieuwe energie geprik keld wordt, slaapt in. Maar dat bezwaar tegen coöperatie, neen, daar stond de man verbaasd over. Hangt niet de heele maatschap pij van coöperatie aan elkaar Wo nen de menschen niet in hulzen van een coöperatie, zijn ze niet lid van ooöperatleve loterijvereenigingen, en gaan ze niet coöperatief op reis, om maar eens drie van de meest uiteen - loopende vormen van coöperatie tc noemen Zijn onze gemeentelijke lichtfabrieken niet feitelijk een coöpe ratie en de duinwaterleiding en het slachthuis, zijn onze tallooze vereeni- gingen niet alle coöperaties? Hoe kan iemand in deze twintigste eeuw dan nog zeggen, dat hij coöperatie afkeurt Niemand kan immers zon der coöperatie bestaan „Ik hou", zei eens iemand spottend, „van coöperatie als die mij voordeel oplevert, maar ik heb er een afkeer van, als ze mij benadeelt." Is dit, laten we het eens eerlijk be kennen, welbeschouwd niet de maat staf, waarnaar wij coöperatie beoor- deelen Begrijp goed, ik ben géén lid van de diner-vereenlging, ik zal het ook niet worden, want ik ben een voor stander van de spijskeus door de huisvrouw, van de aparte kostjes, ja zelfs tot zekere hoogte, van de etens- lucht in huis, die me in den regel als ik 's middags thuis kom, voorspelt wat de not schaft. Maar ik kan me begrijpen, dat een ander er anders erver denkt. Wat ik gevoel als de poëzie van heit huiselijk leven, kan een ander be schouwen als het proza van een dienstbode, die het eten te laai of slecht klaargemaakt opdischit, of als de last voor een ziekelijke of zwakke hulsmoeder, of op tien andere manie ren, die hem doen toejuichen, dat de diner-vereenlging gekomen is. En als de onderneming niet be staan kan Welnu, dan zal dat ter zijner tijd wel blijken. Maar daarover behoeven we toch vooraf niet te gnuiven i J. C. P. Stadsnieuws CONCERT-FLESCH-RöNTGEN. Een Beethoven-avond door Carl Fl-esch en Julius Röntgenl Deze aan kondiging met voldoening en tot eer van ons muzikaal Haarlem zij het gezegd heeft dan toch de menschen de Kroon-zaal doen binnenstroomen, totdat er geen hoekje meer onbezet bleef, 't Was een heerlijke avond, met een als dit met betrekking tot een Beethoven-concert niet absurd klinkt zeer gelukkig programma. Muziek hooren is niet enkel genot, maar wel degelijk ook een zeer vermoedende be zigheid en een te veel eischen aan in spanning, aan opvattings- of muzi kaal verduidingsvarmogen doet ten slotte de mooiste muziek oagenoten aan den hoorder voorbijgaan. Zooals het programma hier was ingericht kon het, m bovenbedoeld opzicht, wel niemand reden tot klagen geven. Ter inleiding werd gespeeld de frissche, bondige Es-dur-Sonate (op. 12, No. 3) voor piano en viool. Belangwekkend toch dadelijk weer dat samenspel van twee kunstenaars met ja, in hoofd zaak gelijke eigenschappen van hoofd en hart, en beiden meester op hun instrument. Maar beiden ook te sterk individueel om van pure over eenstemming vervelend te worden in him kunstuiting. Flesch is een man van fijnen, ontledende® geest en warm, zeer echt muzikaal gevoed., met eenige reserve in de uiting daarvan. Röntgen, een man van op de éérste plaats zeer warm en ook zeer echt muzikaal gevoel en niet minder fij nen, ontledenden geest maar die niet gewoon is zijn gevoel een dem per op te zetten en zich licht laat ver leiden de resultaten van zijn analy seerenden geestesarbeid met wat op vallend aplomb den volke d. w. z. zijn toehoorders bekend te maken. Deze, bij alle overeenstemming van gevoel en gedachte, merkwaardig ver schillende wijze van uiting geeft verre van de eenheid van samenspel wezenlijk te storen daaraan, naar mijn gevoelen, nog een interessanten trek te meer. Röntgen's artistieke persoonlijkheid openbaar-die zich de zen avond het sterkst in het tweede programma-nummer: de Sonate op. 111 (c-mol). Een bijzonder genot was het hem te volgen in de expositie en ontwikkeling van het geweldige hoofdthema van het eerste deel. En het troost- en rusthrengende korte zangthema daarin werd onder zijn vingers tot een zaligheid. Ook het tweedo deel: die serafische melodie met do wonderbare variatiën speelde hij in één woord verrukkelijk. Na de ze oogenhlikken van hoog genot, maar ook van zeer inspannend vol gen, brachten de beide Viool-Roman zen (G-dur en F-dur), waarin wij Flesch' fluweelen toon en teèr-warme nuanceering geheel rustig konden ge nieten, de noodige ontspanning. Deze voordracht vooral was het auditorium een aanleiding om den vioolkunste naar Carl Flesch met groote harle lijkheid te huldigen. En na een kor te pauze zetten wij ons met vernieuw de aandacht tot luisteren naar het slotnummer van den avond: de Kreut- zer-Sonate. Aan volume, of eigenlijk meer aan gespierdheid van toon schoot de violist aanvankelijk mis schien wel wat te kort en welk violist zou in deze oerkraclitige, on stuimige eerste sats niet te kort schieten? maar de innerlijke kracht en om het zoo eens te noe men de overtuiging van den speler deed dit te-kort al spoedig vergeten, en de overweldgende indruk van het eerste Allegro met zijn altijd weer verrassend, alles meesleepend coda bleef niet uit. Van de nu volgende variaties en het Presto kan ik niet anders zeggen dan dat zij bezwaar lijk schooner van klank, inniger van expressie en rijker aan geest en leven kunnen gedacht worden. Het geheel was voor beid© spelers een wa re triomf, en die geestdrift van het publiek uitte zich dan ook aan het einde van deze zeldzaam belangrijke séance in eindelooze toejuiching. PHILIP LOOTS. DE HAARLEMSCHE HALSEN. Wij lezen in het „Alg. Hbld." Nog steeds is het geding van de Haarlemsche schilderijen van Frans Hals niet beslechtde verschillende autoriteiten twisten voort over de aansprakelijkheid van het gebeurde, en wat te doen staat om te redden wat werd bedorven, daarover is men nog niet tot zekerheid gekomen. Het kan daarom nut hebben getui genis te publicecren van een schil der, den heef Ed. Gerdes, die gedu rende geruimen tijd met de Halsen heeft geleefd en zag en hoorde wat er verder voorviel. De heer Gerdes schrijft ons Ik heb in het voorjaar 1909 gedu rende twee en een halve maand In 'l Haarlemsch museum gecopieerd, en wild© slechts mededeelen wat ik zelf zag en hoorde voor zoover anderen er nog niet over schreven. Gezien heb ik hoe de schilderijen met eene bruinachtige zelfstandigheid (toen genoemd het geheim preparaat van de commissie) werden bestreken. Dit geschiedde, terwijl men de schil derijen op hun plaats liet hangen met een pl.m. 20 c.M. breede, platte kwast, die, aangezien genoemde zelf standigheid van zeer taaie hoedanig heid bleek, met flinke krachtsinspan ning gehanteerd werd, getuige het hevig op- en neergaan van het lin nen» Gedurende deze behandeling zag lk den zaal bewaker kalm met een stofdoek rondwandelen en daarmede de leuning, die rond de zaal loopt, af vegen. Gezien heb ik, bij het Doelenstuk van 1627, hoe tusschen een laag of korst van oude vernis of olie en de verf, door de werking waaraan ieder schilderij b.v. bij temperatuurwisse ling onderhevig is, een soort blaar ontstond, die men eerst bij nauwkeu rige beschouwing kon ontdekken en van niet de minste beteeken is was, gehoord heb ik, hoe een van de com missie-leden na overleg met den res taurateur, dezen opdroeg, ter herstel ling van dit euvel genoemde blaar „bij te stippen" (ik herhaal letterlijk zijne woorden). De restaurateur haal de palet en penseel en stipte over oude vernis en al heen, met een slen- na-kleurtje bij. Gehoord heb ik, hoe de restaurateur tegen mij sprak over de beide Doe lenstukken van 1627, die toen links en rechts van de branddeur hingen. Mijns inziens verkeerden deze, ver geleken bij de andere Halsen, in den gunstigsten staat. De restaurateur evenwel beweerde, dat hij hoopte bin nenkort dit tweetal eens onderhonden te kunnen nemen en ze in denzelfden toestand te brengen als de anderen, die hij reeds had mogen bewerken, en die daardoor het door Dr. Veth genoemde theebladen-aspect verkre- gen. Toen ik hem vertelde juist het niet-bewerkte tweetal het best onder houden te vinden, was de restaura teur blijkbaar zeer verstoord. Gehoord heb ik ten 6lotte, hoe Dr. Bredius bij sen bezoek aan het Haar lemsch museum juist in den tijd van het herhaaldelijk bestrijken van de Halsen, tot den restaurateur zeidc „Ik zou er toch niet. te veel aan doen", hetgeen mij persoonlijk den indruk gaf, dat het overstrijken niet iederen keer geschiedde met medeweten van alle commissieleden. Jubilea. Den 13en Januari zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer H. J. G. van den Berg in dienst trad bij de Werf Conrad als metaal draai er. Van de vereenigïng ter behartiging van de belangen van het personeel aan de Werf Conrad verbonden, is de jubilaris ongeveer 16 jaar bestuurs lid. Den SQsten Januari zal het 25 Jaar geleden zijn, dat de heer Th. Don- kerwodko in dienst trad, bij de Werf Conrad als metaaldraaier. ONS BELANG. Gisteren hield in „De Kleine Veree niglng" de Haarlemsche slagersgezel- Ien-vereeniging „Ons Belang" haar jaarlijkschen feestavond. Bij ontsten tenis van den voorzitter, heette de vice-president, de heer M. A. Wigt- man de talrijke aanwezigen har telijk welkom. Hierna nam de afwer- king van een uitgebreid programma, dat alleszins de moeite waard was, een aanvang. Als chanteuses traden op mevr. Van Brinkomm en mademoi selle Adrienne Solzer, die de gansche zaal, met haar geestige liedekens, tel kenmale danig aan 't lachen maakten. Toen kwamen Wesselius en Henriette in hun kostelijk-leuke dialogen, die zoo bekend zijn, dat wij er nauwelijks meer van behocren te gewagen. Les Adors deden zich weer eens kennen als buitengewoon vaardige hand equilibristen, die 't publiek door hun sterke toeren meermalen in verba zing brachten. Tot slot ging een operette, die haar effect niet miste de vroolijkheid steeg met ieder nummer. In de pauze werd gecollecteerd voor ^en arme weduwe. Een gezellig bal, onder leiding van den heer J. W. Warmer, kroonde dit welgeslaagde feest. Tusschen het dansen door. zorgde het duo Davids voor afwisseling. Mannenkoor „Caecilia". 1-let mannenkoor „Caecilia" zal de zer dagen een middagconcert geven, waarbij als solisten zullen optreden mejuffrouw Hélène Pohl, sopruanzan- geies te 's-Gravenhage, die bij den so- llstenwedstrijd in het Brongebouw den eersten prijs, gouden medaille, behaalde, en de heer Joh. IJdo, violon cellist te 's-Gravenhage, lid van liet Residentie-orkest, met den heer Jules Wolf te 's-Grayenhage aan de piano. Voor nadere bijzonderheden verwij zen wij naar de komende advertentie. HET KLOKJE VAN DEN KLUIZENAAR. De opvoering van de opera Les dra gons de Villars (het klokje van den kluizenaar) zal in het laatst van de maand plaats hebben. De hoofdrollen zijn in handen van de dames: Mevrouw Solina te Haar lem, mr. Chr. Vroons te Amster dam, en de heeren N. N. te Haarlem, M. Leopold, te 's-Gravenhage, J. II. Krul te Overveen, en E, J. Hoefman te Haarlem- Het koor bestaat uit een 70-tal da mes en heeren; begeleiding Haar lemsch Muziekkorps; Regie Henri En gelen te Amsterdam; het geheel an der leiding van den heer E. A. Cats, alhier. Voor Vaderland en Koning. In den schietwedstrijd, uitgeschre ven door de schietvereeuiging „Wil lem Teil" te Leiden, welke wedstrijd werd gehouden van 5 tot en met 19 December 1909, behaalde de vereeni- ging „Voor Vaderland en Koning" alhier, den derden prijs in den korps- wedstrijd met 272 van de 300 punten; en de vereenigïng Generaal Joubert, te Overveen, den zesden prijs met 268 punten. De heer J. Viets, van „Voor Vader land en Koning" behaalde den prijs voor hoogste korpsschutter, met 60 punten .maximum). In den personeelen wedslrijd be haalden de heeren C. v. Zalen den 7en en J. Viets den 15en prijs. Voste- baan-prijzen behaalden de heeren P. J. Hekker, Overveen, len en F. Hek- ker, Overveen, 3eu. In den Jubileum- wedstrijd verwierven prijzen de hee ren J. Viets 9en, D. N. H. Twisler- ling lOen. H&erlem. Het bestuur der vereenigïng „Ilaer- lem" heeft besloten in de maanden Januari en Februari van dit jaar we der enkele kunstbeschouwingen uit den Stedelijken Atlas te houden in de Schneevoogtkamer op het Raadhuis. Militaire Zaken. Herhalingsoefeningen Door den Minister van Oorlog is be paald, dot in den vervolge aan mili ciens-verlofgangers, die de Zeevis- scherij buitenslands uitoefenen, des gevraagd uitstel van opkomst onder de wapenen voor herhalingsoefenin gen zal worden verleend tot April of Mei van heit jaar, volgende op dat, waarin hunne oproeping voor die oefeningen heeft plaats gehad, ter wijl voor hen eenzelfden datum van opkomst zal worden vastgesteld. In verband met het vorenstaande is door Z. Exc. bepaald, dat alle verlof gangers van de korpsen, die in den loop van 1910 voor herhalingsoefenin gen in werkelijken dienst worden op geroepen, op hun aanvraag om uit stel van opkomst van die oefeningen tot na afloop der haringvissclierij, .vergund wordt, op 4 April 1911 voor die oefeningen onder de wapenen te komen. De korporaal-fourier Heytmeyer, van hot 10e regiment infanterie, al hier ln garnizoen, wordt op 8 Ja nuari as. bevorderd tol sergeant t© Hoorn. Uit de Rechtszaal DE EEDSWEIGERING. Aan de orde is de uitspraak lu d« zaak Joh. Hoogland, koetsier te Schoten, die op 4 November gewei gerd heeft den eed af te leggon. De president deelt mede, dat de rechtbank, overwegende, dat 't onder zoek ter terechtzitting niet volledig geweest is, omdat nog voorlezing had moeten plaats hebben van de dag vaarding, waarbij Hoogland was op geroepen om als getuige te verschij nen, besloten heeft de verdere behan deling van de zaak Donderdag as, te doen plaats hebben. STOELENDIEF. De zwerver Dirk K. is op den 4en December tegen den avond in 't Ke naupark een erf opgeloopen, en heeft daar twee rieten stoelen, toebehoo- rende aan den heer Sch., gestolen. Die zitmeubels verkocht hij aan een onbekende. Later in den avond is hij nogmaals naar dit erf gegaan, en heeft nog één stoel weten te bemach tigen. Ook deze stoel werd door K. verkocht. Hedenochtend had beklaagde zich voor de Arrondisseinents-rechtbank alhier, ter zake van dezen diefstal, te verantwoorden. K. bekende en ook de getuigenver klaringen waren Ln overeenstemming met de feiten. In zijn requisitoir wees Mr. W. FT. Hoyer, substituutrofficier van justitie, er op, dat beklaagde zeer ongunstig bekend staat. Reeds twee maal is hij door deze Rechtbank veroordeeld. Ook maakt K. misbruik van sterkon drank. Spreker eischte ten slotte een gevangenisstraf van één maand, zon der aftrek van de preventieve hech tenis. De ambtshalve toegevoegde verde diger, Mr. Joost de Graaff, pleitte clementie. JASSENDIEF. De losse werkman Gerardus v. N.f thans gedetineerd in het Huis van be waring alhier, heeft op zekeren dag de kans schoon gezien uit een etalage te Hillegom, een jas, toebehooreude aan den heer H. L., te ontvreemden. Op aanwijzing van een paar jon gens is de jas later op een schutting in een steegje terug gevonden. Beklaagde bekende. Mr. Hoyer, er op wijzend, dat be klaagde reeds meerdere vonnissen achter den rug heeft, edschte een ge vangenisstraf van twee maanden. De ambtshalve toegevoegde verde diger Mr. Joost de Graaff, beval van N. In de clementie van de Rechtbank aan. BURENRUZIE. In de Haarlemmermeer hebben de vrouwen Aafje v. d. K. en M. v. d. V. 't met elkander te kwaad gehad. Vrouw v. d. K. was volgens haar zeggen door vrouw v. d. V. belas terd, en dit had haar zóó opgewon den, dat zij naar haai' buurvrouw ga- gaan is en deze zoo aan de oorea heeft getrokken, dt zij hevig bloed den en de belletjes er uit gescheurd werden. Mr. Hoyer achtte het feit wettig en overtuigend bewezen en vroeg een gevangenisstraf van 4 dagen. SCHELDEN. De tandarts Anthonie IC., te Amster dam, stond terecht wegens het uit schelden van den adjunct-inspecteur Jan B„ te Zaandam, toen deze, bek!., die in kennelijken staat van dronken schap verkeedre, van het station ie Zaanda mpoogde te verwijderen. Beklaagde beweerde niets meer van die scheldpartij te weten. Mr. Hoyer. achtte hel een vrij ern stig feit en vroeg een gevangenisstraf van 45 dagen. Hierop droeg K. een lang stuk Ie zijner verdediging voor. Daarin wees beklaagde op enkele onjuistheden in de dagvaarding. Ook betwistte hij wartaal te hebben gesproken; hij sprak met zijn dochtertje Duitsch. Ten slotte riep beklaagde de clemen tie van de rechtbank in; werd hij tot gevangenisstraf veroordeeld dan zou dit tot vernietiging van zija oarrieèw» lelden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 1