NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Quinnion de Philosoof.
27e Jaargang. No. 8140
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 7 JANUARI 1810 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABOSNBMENTEH
PBR DRIE MAANDBNl
Voor Haarlem f 136
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post dom Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers O02U
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037H
Ce omstreken en franco per post CU5
Oltgavo der Vennootschap Looreos Coster. Directed? J. C. PEEREBÖ0&
ADVERTENT (Soli
I regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
in 1—5 regelset.—-, elke rejpl meer a io Reclames 30 Cent per regel
Van 1-5 i
Haarlem van 1
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentiün van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsbar
50 Cts. voor 3 plaatsingen i contant
Redactie ea Administratie t Groote Bootstraat
Istercommtinaa! Telefoonnummer der Redactie 600 es der Administratie 724.
Drakicrtjj Zolder Baitenspaarae 0, Telefoonnummer 122.
Tot -je plaatsing van advertentie en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem ki dit blad ts uitsluitend gemachtigd het Algemeen Bianea- en Bultenlandsch Advertenüe-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon latere. 6229.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1067.
KwakzalYersadvertentlön.
Er kan haast geen nummer van
het Maandblad tegen de Kwakzalve
rij venechijnen, of wij worden er in
besproken. Wij, dat wil zeggen de
couranten in 't algemeen. De redactie
van dit maandblad is de meening
toegedaan, dat de directies de adver
tentiën van kwakzalvers behooren te
weigeren en dat, wanneer zij dat niet
doen, dit alleen toe te schrijven Is
aan hun verfoei lijk» geldzucht. Op
dit thema worden inderdaad zóóveel
onvriendelijkheden geborduurd, dat
een dagblad-directeur nu en dan ge
neigd ts, zich af te vragen, of hij in.
derdaad zoo zwart als hij in dit
piaandbiad wordt afgeschilderd.
Op gevaar ai van het met de re
dactie van het Maandblad aan den
stok te krijgen (de heeren zijn bij uit
stek militant en dat is hun yak), wil
ik eens trachten, aan te toonen waar
om de directeur van een courant
geen dan een zeer oppervlakkige cen-
Buur over de advertentiën in zijn
blad uitoefenen kan. Het is alleen
hierom, dat de intrinsieke waard© der
advertentiën niet aan hem te beoor-
deelen staat Waardoor toch wordt
de odvertenlierubriek gevormd? Dit
kennisgevingen van het publiek aan
het publiek. Voor het redactioneel
gedeelte neemt de redactie een zekere
verantwoordelijkheid op zich, kiest
datgene, wat zij aan har© lezers
wenscht mee te dee Ion en let er zorg
vuldig op, in welken vorm dat ge
schieden zal. Wanneer dus do lezer
bedeedigende, onzedelijke of op ande
re manier ongepast© stukken aan
treft in het redactioneels gedeelte
van zijn courant, heeft hij het volst©
recht, daarvoor de redactie verant
woordelijk te stellen. En indien hij bij
voortduring daarin beschouwingen
vindt, die zonder oanstootelijk te zijn
toch tegen zijn meening indruisohen,
zal hij niet aarzelen, om zijn abonne
ment spoedig op te zeggen.
Beleedigende, onzedelijke adverten
tiën worden ook door de directie af
gewezen, maar daarmee houdt dan
ook de censuur vrijwel op, om de een
voudige reden, dat ze niet verder gaan
kan. Wij directeuren zijn ons er wel
degelijk van bewust, dat wij aan het
ziekbed of de recepteertafel al 'n heel
slecht figuur zouden maken, maar
we wenschen nu en dan, dat doctoren
en apothekers zich konden voorstel
len, dat er ook in ons vak moeilijkhe
den zijn, die ZIJ niet overzien, voel
minder oplossen kunnen. En nu kun
nen de bestrijders van de kwakzalve
rij ons wel vragen „breidt uwe cen
suur over de advertentiën uit", maar
wanneer zij er zelf toe geroepen wer
den. zouden zij de onmogelijkheid
daarvan Inzien.
Hier is namelijk een beginsel in
het spel, dat bij de zoogenaamde
kwakzalverijen noch begint, noch
eindigt. Indien directeuren of uitge
vers van couranten er toe besluiten,
hunne advertentiën aan een even
scherpe contróle te onderwerpen, als
de redactie dat doet met de berichten
en artikelen, dan moeten zij die toe
passen op al de annonces, onverschil
lig van welken aard zij zijn. Hoe dit
zal moeten gaan, verklaar Ik niet te
beseffen. „Het fijnste brood bij Jan
sen" Is een aankondiging, die den
directeur tn de grootste verlegenheid
zal brengen. Hoe moet hij nagaan, of
inderdaad Jansen het fijnste brood
verkoopt in den kring, waarin zijn
blad gelezen wordt. Zal hij dat brood
moeten laten onderzoeken op gewicht,
op gehalte, op smaak, op voedzaam
heid en vervolgens alle ander© brood
soorten in d© omgeving, om na een
jaar misschien, plechtig aan Jansen
te komen vertellen, dait zijn brood het
fijnst© isof niet
Ik steek den draak niet met het
onderwerp, <k wil alleen do onmoge
lijkheid dor censuur zoo plastisch
mogelijk aantoonen. Daartoe mogen
nog een paar andere voorbeelden die
nen. Er wordt een huwelijks-adver
tentie aangeboden, waarin „een we
duwnaar, oppassend man, vrij van
sterken drank en met een goed loon",
een levensgezellin zoekt. Zal de dag
blad-directeur naar den man moeten
informeeren, vóórdat hij de adverten
tie opneemt Is hij inderdaad moreel
verplicht, een expertise te doen instel
len naar het huls, waarvan do aan
staande veiling wordt geannonceerd,
en dal als sterk, hecht en weldoor
timmerd wordt geprezen En wan
neer een schoenwinkel wenscht te ad-
verteeren, dat do geheele voorraad
wordt, opgeruimd met een korting van
vijftig procent, moet da directeur
zich dan gaan overtuigen, dat die
korting wel en deugdelijk wordt ver
leend
Ieder die er lust in heeft kan, door
maar één enkel nummer van een
courant in te zien, deze voorbeelden
naar welgevallen vermeerderen. Hij
zal dan tot d« overtuiging komen, dat
een zoodanige censuur op de adver
tentiën een onmogelijke zaak is, en
dat het publiek zelf uit zijn oogen
behoort te zien.
En nu kan men, hierop doorgaan
de, betreuren dat het publiek dikwijls
niet beter uit zijn oogen kijkt, maar
dit is weer een geheel andere zaak.
Persoonlijk kan ik mij niet begrijpen,
hoe de menschen er toe kunnen ko
men, poeiers, drankjes, pillen en
zalven te gebruiken, die hun door
den eerste den beste als heilzaam wor
den aanbevolen. Geen van die arti-
kelen, duur of goedkoop, hoe enthou
siast ook gerecommandeerd, komt bij
mij over den drempel. Zooals ik mijn
schoenen niet naar den dokter 6tuur
om z© te repareeren, zoo vertrouw ik
mijn gezondheid en d'e van mijn fa
milie niet toe aan een gewezen klom
penmaker of hoefsmid. Ais iedereen er
zoo over dacht, dan zou geen sterve
ling in Haarlem en omstreken om
maar in de huurt te blijven nog
maar één fleschje of doosje van die
artikelen koopen en was het met den
hooien handel meteen gedaan. De
heeren van het Maandblad tegen de
Kwakzalverij zullen het mij ten goed©
houden, wanneer ik zeg, dat zij naar
mijn meening meer ter opvoeding van
het publiek in die richting zouden
kunnen doen. Dat stelsel zou beter
werken dan de nu gevoerde strijd te
gen de dagbladen. Immers wanneer
de couranten bepaald© advertentiën
u'et meer wilden, of, bij wettelijk
voorschrift, niet meer mochten plaat
sen, dan zou daarmee de handel in
deze artikelen volstrekt niet zijn ge
smoord. Men zou andere middelen t©
baat nemen, strooibiljetten, circulai
res, persoonlijk bezoek wellicht.
Men begrijpe goed ik voer dat niet
in ais verklaring, waarom Ik de
advertentiën meen niet te moeten
weigeren, maar om te bctoogen, dat
in de opvoeding van het publiek tot
betere begrippen heil dient te worden
gezocht. Op welke manier Door de
verspreiding van vliegende blaadjes,
liefst uitgaande van particulieren,
om niet altijd weer het wanbegrip te
wekken, dat de strijd tegen de kwak
zalverij een campagne is van eigen
belang van doctoren en apothekers.
Ik weet dat zij dit niet is, maar men
moet ook den schijn vermijden. En
verder, welnu, door artikelen in d©
couranten. Mij dunkt, ik geef blijk,
daartegen niet op te zien. De oude
bewering van de kwakzalverij bestrij
ders, dat het inconsequent is op de
eerste bladzijde af te keuren, wat op
de vierde wordt geadverteerd, i3 on
juist ik behoef den lezer, die dit
artikel volgde, niet meer uit te log
gen waarom.
En om dit nog even aan te dikken,
zou ik aan al mijn leeera den vrien
delijker, welgemecnden raad willen
geven „koopt toch niet wat ge niet
kent van een man, dien ge niet kent I
Houdt u aan den raad van uw medi
cus, die immers jaren van studie ach
ter zich heeft, en die, wanneer ook
zijn kennis als alle mensch©nwerk
onvolmaakt gebleven is, toch in ieder
geval tien- en honderdmaal moer van
het menschelijk lichaam in 't alge
meen en van uw kleine en groote
kwalen in 't bijzonder weet, dan de
man, die daarvan nooit studie heeft
gemaakt." En wanneer ge mij dat
toegeeft (en wie kan dat loochenen
volgt daaruit dan niet vanzelf, dot de
geneesheer ti©n- en honderdmaal be
ter den weg ter genezing kan vb
den, dan de leek
En ten slotte gelooft niet zoo klak
keloos aan merkwaardige genezin
gen door ondeskundigen. Zulke ver
halen worden vergroot, verfraaid en
telkens maar weer zonder contróle
'overgebracht, zoodat meermalen de
verbazingwekkende genezing werd be
schreven van iemand, die al lang on
der de groene zoden lag.
Ik heb nu nog maar niet eens de
vraag gesteld, wat eigenlijk wel
kwakzalvers-advertentiën zijn. Daar
over is ook nog wel een artikel te
schrijven. Hoe moeilijk een goede de
finitie daaraan gegeven kan worden,
probeera ieder voor zich. Met een
korte omschrijving als bijvoorbeeld
„middelen, door onbevoegden aanbe
volen ter genezing van verschillende,
zeer uiteenloopende, ziekelijke aan
doeningen", komt men er niet Che
misch© fabrieken in Duitschland bij
voorbeeld vervaardigen verschillende
middelen, die zonder juist door een
wetenschappelijker! naam gedekt te
zijn, toch wel door medici worden
aanbevolen en voorgeschreven. Dit
wat de onbevoegdheid aangaat. En
wat de genezing van verschil
lende ongesteldheden betreft, zijn
er niet inderdaad middelen, die in
dat opzicht groot© diensten bewij-
m
Mar- 't kan zijn, dat de redactie
van het Maandblad tegen de Kwak
zalverij oen betere definitie kent. Ik
houd mij dan voor de inededeeling
aanbevolen, maar blijf niettemin, met
alle waardeering van haren arbeid,
van in een in g, dat een goede, afdoen
de censuur op de advertentiën in een
courant voor de directie ondoenlijk
is en dat de ware weg, om verbetering
te verkrijgen in de gewoonte om dure
en waardelooze middelen te koopen,
ligt in de opvoeding van het publiek.
Dat middel moge langzaam gaan, het
gaat in elk geval zeker.
Van verbodsbepalingen kan dat niet
gezegd worden.
J. C. P.
Jmtenlandscb Overzicht
Thans is 't nog betrekkelijk rustig
in dpn Balkan, maar 't ig een vreemd
soortige rust; een die doet denken
aan de stilte, die den storm vooraf
gaat.
Cj3teren wezen we op de koele hou
ding tusschen Turkije en Bulgarije,
ontstaan door het hatelijk optreden
van de Turken tegenover de Bulga
ren in Macedonië, en nu la er aanlei
ding, om
DE KRETENZER QUAESTIE
nader te bespreken. De Kamer van de
eiland-bewoners Is dezer dagen ver
gaderd eeweest en daarbij heeft
de voorzitter een rede gehouden, die
bewijst, dat de Kretensers hun idea
len onder geen stoelen of banken ver
stoppen, maar er rond vooruit ko-
De banden, zoo zeide hij, welke
Kreta en Turkije bonden en die door
de Kretenzers in herhaalde bloedige
worstelingen werden losgemaakt, zijn
door de beschermende mogendheden
vervangen door een schijnverhouding.
Het is ons niet mogelijk terug te kee-
ren tot den toestand, zooals die was
vóór September 1908. En ook is 't on
mogelijk den tegenwoordigen onzeke-
ren toestand le doen voortduren. De
beschermende mogendheden hebben
indertijd, zonder toestemming der
Porte, den zoon van „onzen Koning"
(de vorst van Griekenland) tot hooge
commissaris benoemd en den Koning
de bevoegdheid toegekend een opvol
ger van zijn zoon als hooge commis
saris te benoemen. Door die erken
ning van de rechten van den Koning
van Griekenland hebben de rechten
van den Sultan feitelijk hun beteeko-
nis verloren. Toen, tijdens de Balkun-
crisis tengevolge van de wijziging
van het Berlijnsche verdrag nopens
Bulgarije en Bosnië, de proclamatie
der Kretenzers verscheen, hebben do
beschermende mogendheden zich wel
willend voor de Kretenzers geuit De
door de mogendheden gestelde voor
waarden zijn stipt nagekomen en zul
len ook in de toekomst worden nage
komen. Het Kretenzer volk, in do
school des lijdens gesterkt, zal zich,
al3 tot dusver, de welwillendheid
waardig toonen der mogendheden,
die naar we hopen, het gebouw dat
zij voor bet Kretenser volk oprichten,
spoedig tullen voltooien. Van deze
plaats, waar eenmaal de kreet tot ver
een iging met Griekenland werd aan
geheven, moge tot bet volk de drin
gende oproep uitgaan om broederlijk
met de Mohammedanen samen te wo
nen. En tevens zij het verzoek tot de
mogendheden gericht om aan den
wensch der Kretenzers nopens de ver-
eeniging met Griekenland gevolg te
geven.
Onder stormachtige toejuichingen
besloot Michalidakis met een „leve 1"
voor de beschermende mogendheden,
het Kretenzer volk en do vereeniging
met Griekenland.
't Eigenaardige van het geval is,
dat ook. de Turken aandringen, op
een regeling der Kretenzer quaes!ie,
maar.... ze willen slechts één oplos
sing, n.I. hun rechten op Kreta vol
komen erkend, anders zullen ze die
met wapengeweld herwinnen.
En de beschermende mogendheden?
Zij zullen dan gesteld worden voor
een keuze tusschen Kreta en Turkije
en willen deze onaangename zaak
liefst zoo lang mogelijk uitstellen.
Hiermee zullen de belanghebbenden
wellicht geen genoegen nemen. In
Konstantinopel wordt al een nota in
elkaar gezet, waarin de beschermen
de mogendheden tot spoed worden
aangemaand.
We zitten weer in een Balkan-crisis
voor we 't zelf goed weten
DE SCHEIDING VAN KERK EN
STAAT IN FRANKRIJK.
werkt nog altijd na. De burgemeester
van Grisy-Suisucs heeft toebereidse
len gemaakt, om dë kerk in dat plaats
je voor afbraak te verkoopen.
Dit geeft het nationalistisch Kamer
lid Maurice Barrès (ook een bekend
schrijver) aanleiding, om een protest
aan den president van den minister
raad te zenden, waarin hij o. a.
schrijft: Dit is het begin. Van jaar
tot jaar zullen we nu over heel Frank
rijk kerken te niet zien gaan. Zult IJ
werkloos toezien, dat het uiterlijk
van ons land zóó verandert? IJ heeft
de macht alle rijkdommen en alle be
langen in Frankrijk te beschermen.
De kerker behooren tot de voornaam
ste schatten onzer beschaving, wij
hebben ze van onze voorouders ont
vangen en moeten ze overgeven aan
onze zonen. Wij mogen ons niet laten
overbluffen door hen, die ze verder
voor nutteloos verklaren. Alle men-
schen van beschaving in Frankrijk
en daar buiteu zuilen weigeren te ge-
looven, dat er een zoo barbaarsche re-
geeriug bestaat, dat ze deze bronnen
van geestelijk leven gaat Vernietigen.
Zeg mij niet, dut U de kostbaarste
kerken zult redden. Wie toch zal haar
waarde bepalen en kan de nederigste
kerk niet de waardevolste zijn? Wat
kan het mij schelen of U te Toulouse
een zeer sehoone kerk spaart als de
kerk in mijn dorp tegen den grond
geworpen wordt 1
Hel is niet mogelijk, dat iets zoo
groots, iets dat de historie en de ziel
van Frankrijk belang inboezemt, op
zoo onedele wijze opgeofferd wordt
aan de gevolgen van een polttiafce&
strijd."
Wanneer binnenkort de Kamer bij
eeukomt, zal Barrès een interpellatie
over de zaak houden.
OVER DEN VERKIEZINGSSTRIJD
IN ENGELAND
is nog weinig nieuws lo vertellen, al
les gaat z'n gewone gangetje. Lloyd
George hield dezer dagen een rede,
waarin hii de speech van z'n tegen
stander Balfour op 4 Januari afgesto
ken, besprak en (natuurlijk 1) veroor
deelde. Balfour had gewezen op den
vlootbouw van Duitschland en op de
aan dat rijk toegeschreven vijandelij
ke bedoelingen.
De minister Lloyd George ze[ nn,
dat het pogen om vrees voor Duitsch
land te wekken een spel is, dat ge
vaarlijk is voor den vrede vuu Euro
pa en bovendien den leider van een
groote partij onwaardig.
DE CRISIS IN HONGTRIJE.
Nu wordt dan toch verzekerd, dat
Lu ka Cs er in zal slagen een ministe
rie samen te stellen over enkele du-
gen zuilen de namen der nieuwe mi
nisters bekend gemaakt worden.
De ministercrisis heeit nu... negen
maanden geduurd. T Werd tijd, dut
er een oplossing kwam
NIEUWE ONGEREGELDHEDEN
IN SPANJE
Men seint uit Madrid aan de Temps?
De alarmeerende geruchten betrof,
fende den toestand te Barcelona blij
ven aanhoudende censuur is ia
volle werking.
Op de aldaar gehouden meeting
hebben republikeinsche, sociaüstischo
en anarchistische woordvoerders hef
tige revolutionnaire redevoeringen
gehouden, doch zij loochenden het
plan tot een algemeene staking, welk
gerucht volgens hen door reuctionnui-
ren is verspreid. De ten slotte aange
nomen motie verwijt het gouverne
ment, honderden ai>beiders gevaugen
ie houden en kondigt een kruchtig
doorgevoerde veldtocht voor amnestie
aan. De civiele gouverneur Suores
lnclan heeft verklaard, dat hij beton
gingen in het openbaar niet beletten
zal, doch wel zal optreden legen iede
re daad van geweldpleging. Volgens
hem is het verleen en van amnestie
vooralsnog onmogelijk.
Na de bomaanslagen te Saragossa,
waarvan Reuter melding heeft ge
maakt, ontving de overheid anonieme
brieven, waarin wordt meegedeeld,
dat „de daders geen slachtoffers wil
len maken, doch slechts de belang
stelling van het publiek willen gaan
de maken, ten einde de invrijheidstel
ling te verkrijgen van de personen,
die de vroegere aanslagen pleegden
en gearresteerd werden". Sinds de
executie van Ferrer toch hebben er in
Surugossa reeds twee aanslagen
plaats gehad.
PRESIDENT TAFT'S BOODSCHAP.
De New-Yorksche bladen publicee-
ren het ontwerp van president Taft's
Boodschap, cn melden, dat de voor
naamste punten hiervan zijneen
aanbeveling tot stichting van Bonds-
charters voor- fubrieks- en andere
maatschappijen, betrokken bij den
handel met het buitenland of tus
schen de staten onderling, en tot
vaststelling van een afzonderlijke
handelsrechtbank voor de staten on
derling, die, wanneer een of andere
spoorwegmaatschappij beroep aaulee-
i kent tegen de besluiten van de „In-
PHUlLLb iON
Naar het Engelsch
van
GUY BOOTHBY.
8)
Ik weet precies wat u scheelt,
merkte hij op, alsof hij volkomen aan
zooiets gewoon was. U is uitgeput.
U heeft behoefte aan een opwekkend
middel. Er zijn oogenblikken, waarop
ik daar zelf ook behoefte aan heb.
Probeer dit eens.
Terwijl hij dat zei, haalde hij een
klein zilveren doosje uit zijn zak, dat
veel leek op een foudraal van ©en
sigarenpijpje. Daaruit nam hij een
pilletje, nauwelijks grooter dan de
knop van een kleine hoedenpen, en
verzoclut mij, dat op mijn tong te
leggen.
Ik gehoorzaamde hem zonder ie
aarzelen, en nauwelijks had ik dat
gedaan, of het smolt geheel weg. Het
was geen opium, zooals ik half ver
moed had, ook kan ik niet zeggen,
wat het wel was. Ik weet alleen, dat
Ik mij in minder dan geen tijd een
ander mensch voelde.
Het. overheerschende gevoel van
honger was verdwenen, evenals de
vermoeidheid, en voor het eerst simls
vele dagen begon ik te gelooven, dat
het leven nog wel de moeit© waard
was.
Dat is alles, wat ik heb, zeide
mijn eigenaardige metgezel, terwijl
hij naar hel kleine stapeltje zilver
en kopergeld tusschen ons op den
grond wees. Als ge het wint, kunt
ge het neinen en uws weegs gaan. Ik
zal er niets tegen in brengen.
Maar ik heb niets om er tegen
te zetten, antwoordde ik. Alle
voordeel is aan mijn kant.
Des te beter voor u als ik verlies,
en voor mij als 'k win, was zijn
raadselachtig antwoord. Ik geloof,
dat het mijn beurt is, to spreken.
Ik gooide mijn shilling in de lucht,
maar ving haar niet op. Ik zette er
echter dadelijk mijn voet op. Hij deed
hetzelfde in het bleeke gaslicht, en
ving haar op zooals het behoorde,
„Kop", riep hij uit, terwijl hij
het geldstuk bekeek.
Ik nam er mijn voet af en wij buk
ten om mijn geldstuk te bekijken.
„Kóp" was het. Hij haft gewonnen en
stak het stapeltje geld weer in zijn
zak.
Nu is do zaak uitgemaakt,
merkte hij op, even bedaard, alsof
hij honderd belangrijke effecten had
gekocht.
Ik wild© u voorstellen, nu er
gens samen goed te gaan ©ton. Wil
u mij die eer aandoen
HOOFDSTUK Hl.
liet zou mij onmogelijk zijn u dui
delijk te maken, welk effect de woor
den van dien zonderlingen man op
mij maakten. Toen hij voorstelde, dat
wij samen zouden eten, had ik een
gevoel, of ik in elkaar zou zakken, en
dat is ook niet te verwonderen, als u
bedenkt, dat ik in vijf-en-dertig urn-
geen kruimeltje voedsel door mijn
keel had gehad.
Ik volgde hem langs de straat in
een soort toestand van verdooving,
eigenlijk alsof ik droomde.
De vechtersbazen hadden blijkbaar
vrede met elkaar gesloten, want zij
waren naar binnen gegaan en maak
ten nu een afschuwelijk lawaai <n
hetzelfde logement, waaruit zij eerst
verjaagd waren. Later zouden zij
naar alle waarschijnlijkheid naar liet
naaste politiebureau gebracht wor
den, onderweg de wetten van een
land vorwcnschend, waarin het da-
nies en heeren verboden was samen
rustig een glaasje le drinken, zonder
door die bemoeizieke politieagenten
daarin verhinderd te worden.
Mijn metgezel was blijkbaar g
bekend in dit deel van de stad, want
hij liep de eene straat in en de andere
uit met een zekerheid, die mij be
wondering afdwong, in weerwil van
mijn groote vermoeidheid.
Eindelijk sloegen wij een zijstraat
in, die broeder en beter verlicht was
dan die, welke wij tot nu toe waren
doorgeloopen.
Ik kan zien, dat u vermoeid is,
merkte mijn geleider op, terwijl ik
naast hem voortstrompelde. Houd
u echter nog uiaar een poosje good,
wij behoeven niet veel verder meer
t3 loopen, en dan zult ge een diner
liebbeu, zóó goed, als ge u maar kunt
droomen. Is dat niet waard, om er
den moed in te houden
De gedachte alleen maakt mij
bijna dronken, antwoordde ik.
Als u had doorgemaakt, wat ik pos
heb moeten ondervinden, zou u zich
evenzoo voelen, denk ik.
Kom, beste kerel, ik weet het
evengoed als gij, antwoordde de
zonderlinge man.
Toen voegde bij er, na even gezwe
gen te hebben, met buitengewonen
ernst aan toe
U zal het misschien moeilijk
kunnen gelooven, maar er zijn oogen
blikken geweest in mijn leven, dat ik
gedwongen was mijn jas te ver-panden
om geld te krijgen, waardoor het
mij mogelijk zou worden, voort te
gaan met mijn studie van het men
schelijk karakter. Denk daar eens
goed over na. Gedwongen t© zijn,
tijd verloren l© laten gaan, alleen
om het gemis van enkele armzalige
shillings.
F.r kon geen twijfel aan bestaan.
dat de man gek was. Ik was liet op
dal puilt al lang met mijzelf eens.
Kijk, fluisterde hij een oogen-
bik later, daar komt een kans om
ons geluk te beproeven. Mijn instinct,
en dat dwaalt nooit, zegt mij, dat hij
een maxi is naar mijn hart. In elk
geval zal ik het probeeren.
De man, die ons naderde, was een
lang, goed gebouwd persoon, niet een
puntbaard. Men kon dadelijk aan
hem zien, dat zijn beroep zeeman
was alles, van zijn waggelenden
gang, de manier waarop hij zijn han
den hield, tot zelfs de snit van zijn
kloeren wees daaron. Uit den zwaai,
dien hij maakte, toen hij een lantaren
voorbijging, maakte ik op. dat hij zijn
thuiskomst op de gewon© wijze ge
vierd had. Hij kwam dichterbij, waar
op mijn metgezel beleefd zijn hoed af
nam en voor hem bleef staan,
Vergeef mij mijn vrijmoedigheid,
begon hij, maar wil u medelij
den hebben en toegeven ann den gril
van een beminnelijken zonderling
Hij vergiste zich blijkbaar in de be
teeken is van dat woord, of nog meer
waarschijnlijk, bekeek hij hel van
zijn eigen standpunt.
Verwenschi zijn de zonderlingen,
merkte hij met bewonderenswaar
dige oprechtheid op. Waarom zou
ik aan hen denken Heb Ik al niet
genoeg van ze gehad op de laatste
reis Ik wil ze liever vergeten, nu ik
aan wal ben. Wat een gril betreft,
daarmee heb ik niet te maken gehad,
sinds ik vijftien jaar geleden van
huis ben gegaan.
Toen voegde hij er met achter
docht bij
Wat u hier tn Wapping te ma
ken heeft niet grillen en zonderlingen,
dat wil xk wei eens weten. U schijnt
geen machinist te zijn, en ook geen
mijnwerker. Wat is u daD, als ik
vragen mag
Hij hield zich tegen den lantaren
paal staande, terwijl hij deze vraag
deed. Ofschoon hij er niet naar uit
zag, kon er toch geen twijfel bestaan
omtrent den toestand, waarin hij ver
keerde.
Ik ben bang, dat wij een vragen-
en-ant woorden-spel lotje spelen,
merkte mijn metgezel op, nog altijd
op denzelfden opgewekten toon. Ik
wilde alleen maar vertellen, dut ik
een ongevaarlijke krankzinnige ben,
als u wilt, die er zijn genoegen tn
vindt, van een geheel eigenaardig
standpunt kurakters te beetudoe-
ren. Bijvoorbeeld, ik hob u nooit moer
gezien en toch noodlg Ik u uit met mij
om een shilling op te gooien.
(Wordt vervolgd).