HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Quinnion de Fhilosoof.
DONDERDAG 20 JANUARI 1310
OM ONS HEEN
No. 1075.
Habetrachtlng van den
- Gemeenteraad.
Èfct Is niet voor den eersten keer,
dat onze burgemeester in den Raad
bet nieuwe arbeidsjaar met een soort
.Van „troonrede" opent, maai- die van
Woensdag was toch wel anders, dan
Vorige jaren. M&i gTOoto belangstel
ling heb ik daarin gehoord den
iwensch van 's Ronds voorzitter, om
met do besturen der omliggende ge-
ineenton niet alleen In harmonie te
leven, maar ook samenwerking met
hen tp zoeken. Wanneer ik 1.1. Vrij
dag het in de laatste jaren ontbreken
daarvan heb gecritiseerd, dan was
dit allerminst een verwijt aan het
hoofd onzer gemeente, die altijd ge
zegd heeft van onze naburen „geeft
hun gas, geeft hun water." Anderen
dan hij hebben er helaas niet aan ge
wild. Moge de toespraak van Woens
dag het verzet, zoo het er nu
nog zijn mocht, weer hebben
verminderd, liefst weggenomen.
Terecht betuigde de heer Sneltjes,
als oudste lid, dan ook voor het ge
sprokene 's Raods donk. Toen hij
evenwel Mr. Thiol over diens uitla
ting voor het Hof te Amsterdam, be
treffende Haarlem's kieinsteedsch-
heid, te lijf wou gaan, ward hij in
deze ondeugendheid gestuit door den
Voorzitter, die klaarblijkelijk vreesde,
dat er een debat over de „troonrede"
sou ontstaan van al te wijden om
vang. Precies als In de Tweede Ka
mer, haalt Immers ook in den Raad
het eeno woord het andere uit en er
was Woensdag veei werk.
Om het maar dadelijk te zeggen er
ls niet veel van afgedaan In zoover
ls de wensch van den burgemeester,
dat de leden lust en opgewektheid
zouden hebben, om in 1910 veel a i t e
handelen, niet In vervulling ge
komen. Vier van de voornaamste
punten werdep aangehouden voor
eerst het voorstel van B. en W., om
het plantsoen ln het Wilhelminapark
te koopen, waartegen nogal verzet
bleek te bestaan, de quaestie om ver
goeding toe te kennen aan den aan
nemer van bet slachthuis. De Haan,
de vraag van breed of smal spoor voor
de eleclrische tram en de klacht der
bewoners van het Frederikspark
bver het Brongebouw.
Eerst do zaak Do Haan. De droevi
ge geschiedenis is bekend. Nadat het
gemeentebestuur aan geen van de
meer dan honderd aannemers, die
zich voor den bouw var. liet slachthuis
hadden ingespannen, het werk had
willen gunnen, omdat men meende,
dat zij 20.000 als premie er op had
den gezet, nam de heer De Haan, die
buiten de combinatie stond, on
dershands den bouw aan. Hij is er
mee gefailleerd en vroeg nu aan den
Raad een tegemoetkoming, omdat het
werk gemaakt was onder zeer bij
zondere omstandigheden, die bijge
dragen hebben tot dit treurig einde.
Bestonden er inderdaad zulke spe
ciale omstandigheden, die een extra
tegemoetkoming uan den aannemer
(in beginsel natuurlijk uit den booze)
wettigden Bij monde van den heer
De Breuk meenden B. en W. van niet.
Als ik mij de zaak goed voorstel, wa
ren ze er wel. Toen De Haan den
bouw op zich nam, was dat een streep
door de rekening van de inschrijvors,
die gemeend hadden, dat het gemeen
tebestuur geen aannemers zou kun
nen vinden en dus met hangende
pootjes bij hen terug zou komen
het werk moest immers toch gemaakt
worden. Dat al deze deskundigen het
werk aan zeer scherpe critiek zouden
onderwerpen, lag dus voor de hand.
Stel u voor honderd extra opzich
ters, weliswaar buiten bezwaar der
gemeentekas en die niet op het werk
mochten komen, maar die na de vol
tooiing den allerscherpsten blik hun
ner gezamenlijke deskundigheid op
het gebouw zouden hebben gericht en
critiek niet gespaard, Juist op een
oogenblik, dat er niets meer kon wor
den verholpen.
De directeur van openbare werken
moet het gevoeld liebbon, de hoofd-,
opzichter niet minder. Zoo is vanzelf,
ongemerkt, half onbewust een over-
scherpe keuring uitgeoefend op alles,
wat de aannemer leverde. Ieder wilde
gedekt zijn tegen de critiek, die on
feilbaar en onbarmhartig te wachten
was, wanneer er ook maar het minste
op den bouw te zeggen viel. En zooaLs
de heer Van Rossum terecht zeide
„men bouwt verschillend voor een
particulier, voor een groote maat
schappij, of voor de genieDe laatste
eischt het meest van allen, zoodat vele
aannemers niet eens voor haar wil
len werken.
Welnu, hier moet mén de genie nog
overtroffen hebben.
Schitterend heeft dan ook do heer
Rinkanm de zaak van den aannemer
verdedigd, in forsche taal, te forsch
een enkelen keer, maar met den
gloed der waarachtige overtuiging,
die het gesproken woord deed drin
gen in de hoofden en in do harten.
Dat voelde men algemeen in de zaal,
dat voelde ook de burgemeester, toen
hij namens B. en W. voorstelde, de
zaak aan te houden tot nader onder
zoek van wat door den heer Rinkema
zoo ai was aangevoerd.
En ik geloof, dat de zaak van den
heer De Haan er vandaag beter voor
staat, dan eergisteren, niet alleen om-
dat hij kans heeft op een tegemoetr
koming vnn ƒ8000, maar ook omdat
zal kunnen blijken, dat hij als eerlijk
man getracht heeft, het beste te leve-
ren, met taai geduld heeft doorgezet,
zoolang hem mogelijk was en eerst,
toen hij financieel totaal was uitge
put, den strijd heeft opgegeven.
Ligt in deze beschouwing nu af
keuring voor den directeur en zijn
hoofdopzichter Allerminst. Dat zij
den man „gezocht" hebben, geloof Ik
geen oogenblik, aan hun volslagen
eerlijkheid acht ik geen twijfel mo
gelijk. Maar dat zij, onder den drang
der omstandigheden, tot zeer hooge
eischen zijn gekomen, schijnt mij aan
nemelijk enverklaarbaar. De
fout van den heer De Haan is dan
ook geweest, dat hij het werk heeft
aangedurfd. Hij had de moeilijkhe
den kunnen voorzien en zich er niet
aan wagen.
Maar ik geef toe, dat dit gemakke
lijk achteraf zoo beschouwd kan wor-
Dan de quaestie van smal of breed
spoor voor de tram Met instemming
heb ik gehoord, hoe de heer Van de
Kamp afkeurde het dreigement in het
laatste schrijven v.an de Hollaiidsche
Spoor, dat ze geen electriciteit van
de gemeente za.l nemen, wanneer ze
geen breed spoor krijgt. Dat was een
slecht argument, een groote maat
schappij onwaardig, en dat haar be
doelingen tn 't algemeen niet met
grooter vertrouwen doet beschou
wen.
Overigens leverde 't debat ook wel
grappige elementen. Bijvoorbeeld de
ze dat de heer Thiel, voorstander
van smalspoor, verklaarde zich des
noods na voorlichting in dien zin, wel
met breed spoor te kunnen vereeni
gen, en dat de heer Kleijnenberg,
voorstander van breed spoor, ver
klaarde ook niet bang te zijn voor
smal spoor.
Ja, zoo moest het langzamerhand
gaan. Van breed spoor wordt veel
goeds gezegd, maar wat vindt men
dan wel van het feit. dat in 190-1 de
hoofdingenieurs van Noord-Holland,
Zuid-Holland en Utrecht, en ik meen
ook van Gelderland, in een conferen
tie, die ten doel had zooveel mogelijk
uniformiteit te verkrijgen, de voor
keur gaven aan.... smalspoor 1
,,'t ls geen quaestie van techniek",
heb ik iemand hooren zeggen, „maar
van politiek 1" Van tramweg-politiek,
wel te verstaan. En zoo is het ook.
Daarom begrijp ik niet goed, wat
professor Franco van Delft, hoe be
kwaam werktuigkundige hij ook' we
zen mag, ln dit geval te ad vise eren
kan hebben binnen vier wa
ken, een tijd, die totaal ontoereikend
is om de bijzondere omstandigheden
voor Haarlem, die voor onzen Raad
toch den doorslag moeten geven, te
overzien en te beoordeelen. Maar wel
heb ik gelachen, toen mij de snaak-
sche verzuchting van onzen medewer
ker Haarlemiet, Dinsdag ln on
ze courant geslaakt, te binnen schoot:
dat namelijk aan de Haarlemsche
quaesties altijd professoren te pas ko
men. Hij heeft wel waarlijk Prof.
Franco voorspeld 1
Hot vierde uitgestelde punt, de
klacht over het Brongebouw, zou de
Raad misschien (ik hecht er aan, mij
voorzichtig uit te drukken) nog heb
ben afgehandeld, indien niet de tijd
ontbroken had. En er zou zoowaar
nog een vijfde zaak aangehouden zijn,
wanneer niet de Raad, bang voor
zijn verschuivend figuur, een voorstel
tot uitstel verworpen had. Nu kreeg
do belanghebbende, de heer Preijde,
in wiens benedenhuis 463 M3. water
was weggeloopen, in zoover zijn zin,
dat hij niet een kwartje voor den
kub. meter moet betalen, maar er
met een dubbeltje afkomt
Den adressant mijn hartelijke ge-
lukwensch hij spaart daarmee een
aardigen duitden Raad mijn niet
minder oprechte condoleantiehij
heeft een slecht besluit genomen, op
het voorstel van den heer Levert tot
wijziging der verordening beslist,
vóórdat het In behandeling is geko
men en ziclizeif het eenige wapen te
gen nonchalance in het omgaan met
duinwater, namelijk de straf der hoo
ge kosten, uit de hand geslagen.
Met gevoelspolitiek doe je den een
ling wel pleizier, maar voed je de
massa niet op I
Onze nieuwe wethouder van onder
wijs, de heer Loosjes, is voor 't eerst
iD het vuur van hel debat geweest en
heeft dat flink weerstaan. Hij bleek
volkomen op de hoogte te zijn van de
zaken, waar 't om ging.
En hiermee zou ik het overzicht
van dezen keer kunnen eindigen, wan
neer ik niet nog iets over een bepaal
den spreker te zeggen had. Namelijk
over den heer Lasschuit. Wanneer
zijn betoogen niet of niet goed door
de journalisten worden overgebracht,
moet hij dat hun niet kwalijk nemen.
De zaak is, dat men hem aan de pers
tafel, zelfs wanneer hij staat, niet kan
verstaan. Het kan "zijn, dat hij min
der goed articuleert, maar ook zijn
plaats, heel in de verte, is in dat op
zicht ongunstig. Wij verstaan meer
malen, in deze miserabele localit^it,
den burgemeester slecht, die toch in
liet midden van de zaal zijn zetel
heeft.
J. C. P.
Wuitenianttsch Uverzidii
DE VERKIEZINGSSTRIJD IN
ENGELAND.
Woensdag te middernacht was de
stembusstand 126 unionisten, 112 li
beralen, 23 arbeiders en 44 lersche
nationalisten. De unionisten winnen
nu 56 zetels, de liberalen 9, de arbei
ders 1.
Weinig verteekening nog in den toe
stand aJzoo.
We citeeren nog eenige persoordee.
len over den uitslag tot Dinsdag
De „Times" merkt op, da: de op
Dinsdag bekend gemaakte uitslagen
zich kenmerken door het snellere tem
po, waarnaar zij met verlangen had
uitgezien en dat zij voorzag, maar dat
den vorigen dag nog niet duidelijk aan
liet licht gekomen was. De laatste uit
komsten zijn zeer bemoedigend voor
de unionistische partij, meent zij. Die
partij heeft reeds wouderen gedaan
en 2aJ tot nog grooter geestdrift ge
prikkeld worden.
De „Daily lejegraph" zegt, dat de
unionisten, terecht of ten onrechte,
om redenen die niet gemakkelijk na-
der te omschrijven zijn, veel verwach
ten van de W oensdag begonnen stem
mingen in de graafschappen. En in
dezeifde mate, zegt de libera
len ongeruster geworden. De meer
derheid van de regecring biedt een
breedere schijf aan op het platteland
dan in de steden. Maar zelfs indien
de unionisten Liet er in de nu komen
de dagen niet zoo goed afbrengen als
zij tot nu toe gedaan hebben, zal het
ware karakter van de ministerieele
positie niet te verhelen zijn en deze
aan de genade en ongenade van Ieren
en socialisten overgeleverd blijken
Ook de „Daily Graphic" bouwt en
vertrouwt op de graafschappèn. De
unionisten kunnen niet twijfelen aan
het bezielend antwoord, dot zij zullen
geven op het beroep op hen, om de
grondwet te handhaven. De graaf
schappen zijn de oude garde van het
conservatisme, niet in de zuivere par
tij beteekenis van het woord, maar in
den zin van de traditie van voorzich-
tigen vooruitgang, waaraan Brittarije
alles te danken heeft wat het sterk,
welvarend en vrij hoeft gemaakt.
Do „Daily News" verklaart, dat de
stemmingen van Zaterdag en Maan
dag de tariefhervorming in Engeland
hebben gedood, want, indien or eon
ding vaststaat, ls het wc! dit, dat be
scherming door do kathedraal-steden
in het Zuiden en de kleine nijveren in
de Midlands niet van de reusachtige
nijverheid in het Noorden en de wel
varende havensteden kan afgedwon
gen worden. De bescherming is aan
het Engelsche volk vooral voorgesteld
als een bescherming van de nijver
heid, maar de Enaelsche nijverheid
en scheepvaart willen er niet aan.
De ..Morning Leader" schrijftDe
protectionisten hopen, dat de graaf
schappen happiger dan de boroughs
zullen ziin naar het lokaas van een
invoerrecht, dan den prijs van de
landbouw voortbrengselen zou verhoo-
gen. Wij gelooven, zegt zij, dal die
hoop ijdel is. Het geheugen van de
dorpen is laai en de heugenis van de
hongerige jaren tusschen de '40 en '50,
die in de harten van de landbouwers
geprent zi n, zal langer duren dan de
krankzinnige voorspiegelingen van de
protectionistische pen. Wij hebben,
gelijk As-uith ai gezegd beeft, het
protectionisme de doodwond toege
bracht.
De „Daily Chronicle" zegt over den
uitslag van Dinsdag: Van de 46 Engel
sche zetels, die gisteren .Dinsdag) be
twist zijn, waren er bij de ontbinding
37 in handen van de niinistcrieelen en
maar 9 m die van de oppositie De ver.
andering, die er kw am, moest dus wel
winst voor de Tories zijn. Niemand
behoeft er zich dus over te verbazen,
dat de verhouding van unionistische
winstens op het geheele auntal be
twiste zetels bij deze gelegenheid
eenigszins hooger is. Daarmee zijn de
Tories echter maar weinig geholpen.
BALKAN-BRANDEN.
Het brandt tegenwoordig nog al in
den Balkan, tegenwoordig In eigen-
lijkeu zin. gelijk hei er tientallen van
jaren ln figuurlijken zin brandde.
-Het Parlemcnlsgebuuw in Kon-
stanlinopel heeft nl. het voorbeeld van
het Kon. Paleis te Athene gevolgd, en
is gisteren in brand gevlogen. De
brand vond zijn oorzaak, ineldt men
uit de Turksche hoofdstad, in ontplof
fing van het verwarmingstoestel in
den Senaat. Een hevige wind wakker
de de vlammen aan en bmneu een
uur tijds lag bet géhoele gebouw na-
rookend en nasmeulend tegen den
grond.
De Senaatszaal, de Kamerzaal en
de Troonzaal zijn geheel vei woest.
Van het gebouw staat niets meer
overeind dan eenige stukken muur.
Kunstwerken eD archieven zijn mede
vernield. Drie werklieden zijn ge
wond bij de pogingen tot blussching.
De schade bedraagt 5 millioen gulden,
COOK AF OF COOK DOCTOR
HONORIS CAUSA.
De senaat vaD de universiteit te Ko
penhagen heeft verkluard, dat de
quaeslie-Cook voorloopig als afgedaan
moet worden beschouwd, nu gebleken
was, dat de oorspronkelijke aanteeke-i
ningen van Cook ove.eenkomen met
de afschriften, op grond van welke
laatste de universiteits-commissie in-
derti.d haar uitspraak had gegeven, j
Daar noch voor, noch tegen het be-|
reiken van de Noordpool door Cookl
het bewijs geleverd is, hangt af van
verdere besprekineen tusschen den
rector der universiteit en den voorzit
ter der commissie, welke Cooks «on-i
spraken heeft onderzocht, of er stap
pen zullen: worden gedaan inzake het
aan Cook verleende eere-doctoratfl.
PRINSES CLEMENTINE VAN
BELGIë.
Mag men de „Eioile Beige" geloo
ven. dan zal hel huwelijk van prinses
Clementine met prins Napoleon, te
Brussel voltrokken worden zoodra de
zware hofrouw voorbij ls. Waar
schijnlijk ln petober of November. De
prins eD de prinses zullen tn Brussel
blijven wonen in het paleis, dat prins
Napoleon er sedert 1886 betrokken
heeft. Men weet, dat koning Leopold
van dezo verbintenis zijner jongste
dochter nooit iets heeft willen weten,
naar gezegd wordt om redenen van
dlplomatieken aard. Koning Albert,
een neef van Clementine, heeft geen
enkel bezwaar tegen dit huwelijk en
ook de koningin en de verdere ko
ninklijke familie stemmen er volko
men mee in. Prinses Clementine Is
30 Juli 1872 te Laeken geboren, prins
Napoleon is tien jaar ouder. Hij is
een zoon van prins Napoleon Bona
parte en de prinses weduwe Marie
Clotilda, prinses van Savoye. Een
broeder van den o.s. echtgenoot
van prinses Clementine, prins Lode-
wijk Napoleon, is generaal ln het Rus
eische leger, zijn zuster is Marie Lae-
titia, weduwe van den hertog van
Aosta.
KONING ALBERT VAN BELGIë
volgt niet dezelfde politiek als Ko
ning Leopold.
De bladen melden, dat koning Al-
bert aan den minister van koloniën
zijn voornemen heeft kenbaar ge
maakt om een groot gedeelte van de
som. die, krachtens het traktaat van
de overneming van Kongo, jaarlijks
te zijner beschikking gesteld wordt,
aan te wenden om een pensioenfonds
te vormen ten bate van Belgen, die
in Kongo gediend hebben
HET HEENGAANDE EN HET
NIEUWE HONGAARSCHE
MINISTERIE.
Het kabinef-Wekerle is door den
Koning van Hongarije Sn afscheidsge
hoor ontvangen. De Koning liet zich
waardeerend uit over het werk van
Wekerle. Bij de daarop volgende be-
©edlging de rnieuwe ministers hield
Frans Joeef een korte toespraak. Gis
terenavond hebben de verschillende
partijen reeds hun gedragslijn ten
opzichte van het nieuwe kabinet be
paald. De volgelinarn van Justh en
van Kossuth alsmede de volkspartij
zuilen het Uabinei Khuen bekampen.
De grondwettige partij wil eerst het
program van Khuen afwachten. In
middels heeft de nieuwe minister
president tot een dagblad-correspon
dent gezegd, dal er geen program in
den eigenlijken zin van het woord
beslaat. 11 ij kon alleen zeggen dat de
kiesrechlhervarmmg de hoofdschotel
zou zijn. Het nieuwe kabinet wensch-
te een zoo algemeen mogelijk stom-
recht, dal tevens de Magyaarsche be
langen zou waarborgen. Gelijk we
reeds vroeger opmerkten, is er al heel
weinig kans dat het Huis- van Afge
vaardigden zal willen arbeiden en is
de ontbinding waarschijnlijk. In som
mige kringen spreekt men de ver
wachting uit, dat het kabinet-Khueu
binnenkort weer het veld zal moeten
ruimen, om wellicht plaats te maken
voor een nieuw kabinêt-Wekerle.
Graaf Khuen heeft een langdurig
onderhoud gehad met den aartsher
tog-troonopvolger. Dit bewijst wel
dat graaf Khuen door de hofkringen
gesteund wordt, maar dat zal zijn po
pulariteit in Hongarije geen goed
doen. Want de aartshertog troonop
volger geldt nu eenmaal, hetzij te
recht of "ten onrechte, bij alle Hon-
gaarsche partijen voor een tegenstan
der van de nationale idealen der
Hongaren. Als een nrnister-president
in de gunst slaat van den troonopvol
ger, dan maakt dat hem verdacht in
de oogen der Hongaren.
ONRUST IN URUGUAY.
Te Montevideo is uit de provincies
bericht gekomen, dat er een onbetee-
kenende rustverstoring heeft plaats
gehad, naar het schijnt als gevolg
van een revolutionaire beweging door
een kleme afdeeling der partij van
Blanco op touw gezet.
ln officieele kringen, zegt rnen, dat
het zich niet laat aanzien dat er een
oproer zal uitbreken, hetwelk den
steun van de groote massa van het
volk heeft. Daar het land zoo welva
rend mogelijk ls, bestaat er geen re
den voor ontevredenheid.
De regeoring voorzag, dat de onbe
te ekenende rustverstoringen, waarvan
de daders warsohijnlijk van uit Ar
gentinië worden gesteund, spoedig
zouden zijn onderdrukt.
Evenwel meldt een ander telegram,
dat men ln Buenos Ayres meent, dot
een oproerige beweging ernstige on
lusten heeft teweeggebracht.
Strenge censuur zou het verkrijgen
van juiste berichten verhinderen.
Stadsnieuws
LEZING TEYLER.
Woensdagavond heeft Dr. Chr. F.
Haje, alhier, de derde Teylerlezing
gehouden. Als onderwerp had spre
ker de verduitsching van do Neder»-
landscho taal gekozen. Aan het be
gin zijner réde wees de heer Haje er
op, dat do Nederlanders veel minder
bekend zijn mot "t gevaar, dat hun
taal van Duitsche, dan wel van Fran-
sche zijde dreigt.
Iïet gevoel om het verschil tus
schen beide talen te ontdekken is
eveneens afgestompt. Vroegere ge
slachten wisten deze ondersclieidin-
gen zeer wel te maken, maar het
kwaad heeft in den laatsten tijd voor
al, gevoed door velen der moderne
schrijvers, groote vorderingen ge
maakt Heden ten dage is onze taal
overvloeid van Germansimen, zoowel
in de literatuur, als in het journalis-
me en de spreektaal. Toen men voor
't Fransche woord punaise, duimspij-
kertje gevonden had, was men ver
heugd, maar tegen het Duitsche ge
vaar doet men niets. En juist daarom
ls dit zooveel erger dan 't Fransche,
omdat de vermomming bedriegelijker
is, minder voor ons Nederlanders te
onderkennen.
Van de middeleeuwen af al zijn wij
on-Duitsch geweest, hebben we een
eigen beschaving, een eigen litera
tuur, een eigen taal gehad. Van ééne
stammoeder geboren, hebben de bei
de talen hunne kindsheid gemeen ge
had. maar zijn daarna volstandig,
ieder den eigen weg gegaan.,De anti-
Romaansche taalzuiveraars zelf, heb
ben ons goede Nedorlandsch veel
kwaad gedaan. Om de kracht, de
woordenschat der Hollanders te ver
sterken en uit te breiden, leenden zij
namelijk woorden, die helaas weldra
burgerrecht verkregen, van onze Oos
terburen. Van Alplieu, Feith en Bil-
derdijk, de verwoede Duitscher-hater
zelf, voerden eveneens vele Germa
nismen in. Toen werd het Nedor
landsch weer wat gezuiverd door
mannen als Beets, v. Vloten en v.
Lennep, maar de huidige schrijvers,
zelfs, en vooral, de toonaangevers in
onze hedendaagsche literatuur heb
ben de aloude landssprake weer ho
peloos verknoeid.
Allereerst is een grooto groep
Germanismen die, welke, bij gelijk
uiterlijk, in een in beide talen ver
schillende beteekonis gebruikt wor
den.
In 't Duitsoh bestaat b.v. 't woord
umfallen, dat de beteekenis van
„plotseling omdraaien" heeft. Ons
Hollandsclie woord omvallen betee
ken eenvoudig omstorten, het even
wicht verliezen. Nu staat in een
Duitsch blad. Die Regierung ls um-
gefallen, wat natuurlijk de beteekenis
heeft, dat de regeering een anderen
koers uitgegaan is. In het Hollandsch
is dit evenwel vertaald als: (spreker
noemde het voorbeeld historisch): De
regeering is omgevallen. Wat na
tuurlijk in 't Hollandsch niet anders
zou kunnen beteek enen, dan dat ez
een andere partij aan 1 roer van
staat gekomen ls.
In 't Duitsch wordt „machen' è.1
meer gebruikt voor het goede woord
„tun". Ook ln onze taal begint men
„maken" a! veel vaker te ontmoeten.
Men „maakt" b.v. een reis, ln plaats
dat men een reis „doof'. Een andere
groep is die van de woorden, die ln
het Nederlandsch kunnen, maar niet
behoeven te bestaan, omdat we hier
voor goede Hollandsche woorden be
zitten. Schrijfwijze ln plaats van
FbUiULt I OW
Naar het Engelsch
van
GUY BOOTH BY.
19)
Het Is onnoodig, dat ik over den
aard der gerechten woorden ga ver
spillen laat het voldoende zijn, dat
het er heel smakelijk uitzag, uitmun
tend was klaargemaakt, en dal wij
kalm en zeer attent bediend werden.
Tijdens dit souper had ik allo gele
genheid rnijB gezelschap meer van
nabij te beschouwen.
Zijn leeftijd kon niot meer dan vijf-
«n-twlntig jaar zijn, mogelijk was hij
nog niet eens zoo oud. Dat hij van
aanzienlijke geboorte was, daar kon
man niet aan twijfelen, zijn geheele
uiterlijk drofcf,' daarvan het teekeu
Hij was een Jonge man van knap
uiterlijk, met regelmatige trekken,
blauwe oogen, kort krullend haar, en
een dun kneveltje, dat hij blijkbaar
met de gTootste zorg onderhield.
Uit bescheidenheid vroeg Ik niet
Baar zijn naam. evenmin als hij naar
den mijnen. Onder het souper en ter.
wijl de bedienden in de kamer wa
ren, praatten wij over alles en nog
wat, over politiek, 6chouwburgvoor
stellingen, sport en dergelijke onder
werpen.
Maar toen de kellners verdwenen
waren, na een nieuwe flesch wijn op
tafel gezet te hebben, wierp hij alle
terughoudendheid over boord en be
schreef de avonturen, die hem over
komen waren, nadat wij in Trafalgar
Square enkele uren geleden afscheid
genomen hadden.
Hij had de manieren vaD een jon
gen man uit de stad, en was door en
door bekend met de geijkte woorden
en uitdrukkingen, op dat oogenblik
in de mode.
Dat was een subliem idéé van
uw vriend, begon hij, in antwoord
op ©un vraag ven mij. Hij had mij
geen grooter dienst kunnen bewijzen.
Ik werd er heelemaal een onder
mensch door, moet u weten, en ik
bad het noodig ook, daar kan u van
op aan U zou het zeker niet meer
aan mij zeggen, maar als ik hem op
dat oogenblik niet ontmoet had, go-
loof ik zeker, dat ik nu op den bodem
van de rivier zou liggen.
Onzin, zei ik, u moet zoo
niet praten. Zelfs al was dat idéé bi)
u opgekomen, dan zou u er zeker op
het laatste oogenblik nog voor terug
geschrikt zijn.
Dat moet u zoo zeker niet den
ken. U heeft geen idéé ln wat voor
moeilijke positie ik ben maar ik wil
u daarmee nu niet vervelen. De
oude man, dien ik daarvoor op
zocht, gaf mij tien pond voor die Jas,
en na dien tijd heb ik er Dog twee bij
weten te voegen. Het is mij bepaald
bijzonder voor den wind gegaan, en
voordat de nacht om is. zal ik er nog
wel meer hebben. U moest met mij
meegaan.
Ik bedankte echter voor zijn aan
bod.
Vertel mij eens wat van uwe
avonturen, zei ik. ik zou ze wel
graag willen hooren.
Ik schonk hem nog een glas wijn
in, terwijl Ik sprak, en vulde mijn
eigen weer. Hij had daar niets tegen,
stak een sigaar aan en begon.
Het verhaal was gekruid met aller
lei grappen en verscheidene geheel
onnoodige uitweidingen; welke an
dere gaven hij ook mocht bezitten,
zeker niet die van een onderhoudend
verteller te zijn.
Na zijn pelsjas verkocht en er een
goedkoopere voor in de plaats ge
kocht te hebben, ging hij evenals eeD
moderne Don Quichotte op avontuur
uit. Zijn eerste poging in de Shaftes-
burystraat mislukte totaaJ, waar
schijnlijk omdat zijn optreden nog
veel te onbekookt was. Wat verder op
ln die straat echter was de fortuin
hem gunstig, toen ontmoette hij een
man naar zijn hart. Er werd met
woede gespeeld en toen hij weer ver
der grng, was hij niet alleen tien
shillings rijker, maar ook, om het zoo
zacht mogelijk uit te drukken, in een
feestelijke stemming gekomen
Van de Shaflesburystraat ging hij
naar den Charing Crossweg, waar hü
een achtenswaardig man van middel
baren leeftijd aansprak, dien hij uit
daagde, zijn geluk te beproeven. On
gelukkig voor hem was de man in
quaestie toevallig een politiebeambte
in politiek, die hem ongetwijfeld da
delijk op de plaats zou gearresteerd
hebben, ais de jongeling geen wan
trouwen gekregen had en zoo snel
mogelijk het hazenpad had gekozen.
Zoo'n tegenspoed zou velen ontmoe
digd hebben, maar deze held was zoo
gauw niet uit hel veld geslagen. Uit
geput van vermoeidheid bij die over
haaste vlucht, zocht hij toevallig een
schuilplaats en verfrissching ergens
in oen herberg in don omtrek van
Clare Market, een karakteristieke
buurt, maar allerminst veilig voor
een Jongen man, die toevallig in de
aangename positie verkeert van geld
to verliezen Ie hebben, óf door spel,
óf door diefstal.
Mij dunkt, dat het moer geluk dan
wijsheid was, dat hij niet alleen on
gedeerd dio buurt verliet, maar dat
hij dit deed mot tien shillings meer
ln zijn zak. dan toen hij er was bin
nengekomen.
Het feit alleen, dat hij gevolgd word
en dat er een poging gedaan werd.
om hem in de halve duisternis van -
een zijstraat te bestelen, waardoor hij
genoodzaakt was een man Deer te
slaan, scheen hom al heel weinig te
deren.
Nu weer teruggekeerd naar een
meer beschaafd deel van de stad, had
hij zijn kapitaal vermeerderd bij do
file van rijtuigen, die naast do kerk
Sl. Clement Danes staat, en latei-
weer in een pothuis :n een straatje
bij Covent Garden, waarna hij zien
gehaast had oin zijn afspraak met
ons te houden.
Het was werkelijk allergrappigst,
\-i hij weer. lk was bijna zeker,
dat die agent mij zou krijgen. Dat
zou wat moois geweest zijn. Het was
mijn oigen schuld, want ik had aan
zijn schoenen moeten zien, dat hij
iemand van de politie was.
Ik vroeg wat hij van plan was te
doen, als dit nieuwe vermaak hem be
gon te vervelen en kreeg daarop ten
antwoord, dat hij tot nu toe nog geon
gelegenheid had gehad, daarover een
besluit te nemen. Toen hij «u mee
begon, had hij niet.meer aan de toe
komst gedacht, het heden was erg en
goed genoeg voor hem, en hij was niet
van plan zich over iets anders bezorgd
te maken.
Geen enkele maal sprak hij over
zijn bloedverwanten of vrienden, ook
gaf hij mij geen enkelen sleutel voor
zijn maatschappelijken stand of
identiteit. Dat hij een geboren speler
was, kon men gemakkelijk zien. en
ongetwijfeld had dit voor een groot
deel meegewerkt tot zijn tegenwoor
dige ongelukkige en gevaarlijke po
sitie.
Eindelijk kwam de kellner ons ver
tellen, dat het sluitingstijd was, wel
ken zachten wenk wij onmiddelliik
ter harte namen.
Na de rekening betaald te hebben,
voegde ik mij op straat weer bij mijn
gast.
Ik dank u zeer voor uw gastvrij
heid, zei hij Het is heel goed
mogelijk, dat het het laatste goede
diner is, dat ik nu in vele dagen eten
zal. Wil u zoo goed zijn, mijn dank
aan uw vriend over te brengen
-- Ik ?.al hem uw boodschap over
brengen, antwoordde ik, maar
als u een raad van mij wil aanne
men, dan zet u dien gevaarlijken on
zin geheel uit uw hoofd, maar bestel
een passagebiljet als tnsschendeks-
pnssagier naar Canada of Australië,
en beproef uw geluk in een nieuw
land met flinken, eerlijken arbeid.
(Wordt vervolgd)..