HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Quinnion de Fhilosoof. DONDERDAG 20 JANUARI 1310 OM ONS HEEN No. 1075. Habetrachtlng van den - Gemeenteraad. Èfct Is niet voor den eersten keer, dat onze burgemeester in den Raad bet nieuwe arbeidsjaar met een soort .Van „troonrede" opent, maai- die van Woensdag was toch wel anders, dan Vorige jaren. M&i gTOoto belangstel ling heb ik daarin gehoord den iwensch van 's Ronds voorzitter, om met do besturen der omliggende ge- ineenton niet alleen In harmonie te leven, maar ook samenwerking met hen tp zoeken. Wanneer ik 1.1. Vrij dag het in de laatste jaren ontbreken daarvan heb gecritiseerd, dan was dit allerminst een verwijt aan het hoofd onzer gemeente, die altijd ge zegd heeft van onze naburen „geeft hun gas, geeft hun water." Anderen dan hij hebben er helaas niet aan ge wild. Moge de toespraak van Woens dag het verzet, zoo het er nu nog zijn mocht, weer hebben verminderd, liefst weggenomen. Terecht betuigde de heer Sneltjes, als oudste lid, dan ook voor het ge sprokene 's Raods donk. Toen hij evenwel Mr. Thiol over diens uitla ting voor het Hof te Amsterdam, be treffende Haarlem's kieinsteedsch- heid, te lijf wou gaan, ward hij in deze ondeugendheid gestuit door den Voorzitter, die klaarblijkelijk vreesde, dat er een debat over de „troonrede" sou ontstaan van al te wijden om vang. Precies als In de Tweede Ka mer, haalt Immers ook in den Raad het eeno woord het andere uit en er was Woensdag veei werk. Om het maar dadelijk te zeggen er ls niet veel van afgedaan In zoover ls de wensch van den burgemeester, dat de leden lust en opgewektheid zouden hebben, om in 1910 veel a i t e handelen, niet In vervulling ge komen. Vier van de voornaamste punten werdep aangehouden voor eerst het voorstel van B. en W., om het plantsoen ln het Wilhelminapark te koopen, waartegen nogal verzet bleek te bestaan, de quaestie om ver goeding toe te kennen aan den aan nemer van bet slachthuis. De Haan, de vraag van breed of smal spoor voor de eleclrische tram en de klacht der bewoners van het Frederikspark bver het Brongebouw. Eerst do zaak Do Haan. De droevi ge geschiedenis is bekend. Nadat het gemeentebestuur aan geen van de meer dan honderd aannemers, die zich voor den bouw var. liet slachthuis hadden ingespannen, het werk had willen gunnen, omdat men meende, dat zij 20.000 als premie er op had den gezet, nam de heer De Haan, die buiten de combinatie stond, on dershands den bouw aan. Hij is er mee gefailleerd en vroeg nu aan den Raad een tegemoetkoming, omdat het werk gemaakt was onder zeer bij zondere omstandigheden, die bijge dragen hebben tot dit treurig einde. Bestonden er inderdaad zulke spe ciale omstandigheden, die een extra tegemoetkoming uan den aannemer (in beginsel natuurlijk uit den booze) wettigden Bij monde van den heer De Breuk meenden B. en W. van niet. Als ik mij de zaak goed voorstel, wa ren ze er wel. Toen De Haan den bouw op zich nam, was dat een streep door de rekening van de inschrijvors, die gemeend hadden, dat het gemeen tebestuur geen aannemers zou kun nen vinden en dus met hangende pootjes bij hen terug zou komen het werk moest immers toch gemaakt worden. Dat al deze deskundigen het werk aan zeer scherpe critiek zouden onderwerpen, lag dus voor de hand. Stel u voor honderd extra opzich ters, weliswaar buiten bezwaar der gemeentekas en die niet op het werk mochten komen, maar die na de vol tooiing den allerscherpsten blik hun ner gezamenlijke deskundigheid op het gebouw zouden hebben gericht en critiek niet gespaard, Juist op een oogenblik, dat er niets meer kon wor den verholpen. De directeur van openbare werken moet het gevoeld liebbon, de hoofd-, opzichter niet minder. Zoo is vanzelf, ongemerkt, half onbewust een over- scherpe keuring uitgeoefend op alles, wat de aannemer leverde. Ieder wilde gedekt zijn tegen de critiek, die on feilbaar en onbarmhartig te wachten was, wanneer er ook maar het minste op den bouw te zeggen viel. En zooaLs de heer Van Rossum terecht zeide „men bouwt verschillend voor een particulier, voor een groote maat schappij, of voor de genieDe laatste eischt het meest van allen, zoodat vele aannemers niet eens voor haar wil len werken. Welnu, hier moet mén de genie nog overtroffen hebben. Schitterend heeft dan ook do heer Rinkanm de zaak van den aannemer verdedigd, in forsche taal, te forsch een enkelen keer, maar met den gloed der waarachtige overtuiging, die het gesproken woord deed drin gen in de hoofden en in do harten. Dat voelde men algemeen in de zaal, dat voelde ook de burgemeester, toen hij namens B. en W. voorstelde, de zaak aan te houden tot nader onder zoek van wat door den heer Rinkema zoo ai was aangevoerd. En ik geloof, dat de zaak van den heer De Haan er vandaag beter voor staat, dan eergisteren, niet alleen om- dat hij kans heeft op een tegemoetr koming vnn ƒ8000, maar ook omdat zal kunnen blijken, dat hij als eerlijk man getracht heeft, het beste te leve- ren, met taai geduld heeft doorgezet, zoolang hem mogelijk was en eerst, toen hij financieel totaal was uitge put, den strijd heeft opgegeven. Ligt in deze beschouwing nu af keuring voor den directeur en zijn hoofdopzichter Allerminst. Dat zij den man „gezocht" hebben, geloof Ik geen oogenblik, aan hun volslagen eerlijkheid acht ik geen twijfel mo gelijk. Maar dat zij, onder den drang der omstandigheden, tot zeer hooge eischen zijn gekomen, schijnt mij aan nemelijk enverklaarbaar. De fout van den heer De Haan is dan ook geweest, dat hij het werk heeft aangedurfd. Hij had de moeilijkhe den kunnen voorzien en zich er niet aan wagen. Maar ik geef toe, dat dit gemakke lijk achteraf zoo beschouwd kan wor- Dan de quaestie van smal of breed spoor voor de tram Met instemming heb ik gehoord, hoe de heer Van de Kamp afkeurde het dreigement in het laatste schrijven v.an de Hollaiidsche Spoor, dat ze geen electriciteit van de gemeente za.l nemen, wanneer ze geen breed spoor krijgt. Dat was een slecht argument, een groote maat schappij onwaardig, en dat haar be doelingen tn 't algemeen niet met grooter vertrouwen doet beschou wen. Overigens leverde 't debat ook wel grappige elementen. Bijvoorbeeld de ze dat de heer Thiel, voorstander van smalspoor, verklaarde zich des noods na voorlichting in dien zin, wel met breed spoor te kunnen vereeni gen, en dat de heer Kleijnenberg, voorstander van breed spoor, ver klaarde ook niet bang te zijn voor smal spoor. Ja, zoo moest het langzamerhand gaan. Van breed spoor wordt veel goeds gezegd, maar wat vindt men dan wel van het feit. dat in 190-1 de hoofdingenieurs van Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, en ik meen ook van Gelderland, in een conferen tie, die ten doel had zooveel mogelijk uniformiteit te verkrijgen, de voor keur gaven aan.... smalspoor 1 ,,'t ls geen quaestie van techniek", heb ik iemand hooren zeggen, „maar van politiek 1" Van tramweg-politiek, wel te verstaan. En zoo is het ook. Daarom begrijp ik niet goed, wat professor Franco van Delft, hoe be kwaam werktuigkundige hij ook' we zen mag, ln dit geval te ad vise eren kan hebben binnen vier wa ken, een tijd, die totaal ontoereikend is om de bijzondere omstandigheden voor Haarlem, die voor onzen Raad toch den doorslag moeten geven, te overzien en te beoordeelen. Maar wel heb ik gelachen, toen mij de snaak- sche verzuchting van onzen medewer ker Haarlemiet, Dinsdag ln on ze courant geslaakt, te binnen schoot: dat namelijk aan de Haarlemsche quaesties altijd professoren te pas ko men. Hij heeft wel waarlijk Prof. Franco voorspeld 1 Hot vierde uitgestelde punt, de klacht over het Brongebouw, zou de Raad misschien (ik hecht er aan, mij voorzichtig uit te drukken) nog heb ben afgehandeld, indien niet de tijd ontbroken had. En er zou zoowaar nog een vijfde zaak aangehouden zijn, wanneer niet de Raad, bang voor zijn verschuivend figuur, een voorstel tot uitstel verworpen had. Nu kreeg do belanghebbende, de heer Preijde, in wiens benedenhuis 463 M3. water was weggeloopen, in zoover zijn zin, dat hij niet een kwartje voor den kub. meter moet betalen, maar er met een dubbeltje afkomt Den adressant mijn hartelijke ge- lukwensch hij spaart daarmee een aardigen duitden Raad mijn niet minder oprechte condoleantiehij heeft een slecht besluit genomen, op het voorstel van den heer Levert tot wijziging der verordening beslist, vóórdat het In behandeling is geko men en ziclizeif het eenige wapen te gen nonchalance in het omgaan met duinwater, namelijk de straf der hoo ge kosten, uit de hand geslagen. Met gevoelspolitiek doe je den een ling wel pleizier, maar voed je de massa niet op I Onze nieuwe wethouder van onder wijs, de heer Loosjes, is voor 't eerst iD het vuur van hel debat geweest en heeft dat flink weerstaan. Hij bleek volkomen op de hoogte te zijn van de zaken, waar 't om ging. En hiermee zou ik het overzicht van dezen keer kunnen eindigen, wan neer ik niet nog iets over een bepaal den spreker te zeggen had. Namelijk over den heer Lasschuit. Wanneer zijn betoogen niet of niet goed door de journalisten worden overgebracht, moet hij dat hun niet kwalijk nemen. De zaak is, dat men hem aan de pers tafel, zelfs wanneer hij staat, niet kan verstaan. Het kan "zijn, dat hij min der goed articuleert, maar ook zijn plaats, heel in de verte, is in dat op zicht ongunstig. Wij verstaan meer malen, in deze miserabele localit^it, den burgemeester slecht, die toch in liet midden van de zaal zijn zetel heeft. J. C. P. Wuitenianttsch Uverzidii DE VERKIEZINGSSTRIJD IN ENGELAND. Woensdag te middernacht was de stembusstand 126 unionisten, 112 li beralen, 23 arbeiders en 44 lersche nationalisten. De unionisten winnen nu 56 zetels, de liberalen 9, de arbei ders 1. Weinig verteekening nog in den toe stand aJzoo. We citeeren nog eenige persoordee. len over den uitslag tot Dinsdag De „Times" merkt op, da: de op Dinsdag bekend gemaakte uitslagen zich kenmerken door het snellere tem po, waarnaar zij met verlangen had uitgezien en dat zij voorzag, maar dat den vorigen dag nog niet duidelijk aan liet licht gekomen was. De laatste uit komsten zijn zeer bemoedigend voor de unionistische partij, meent zij. Die partij heeft reeds wouderen gedaan en 2aJ tot nog grooter geestdrift ge prikkeld worden. De „Daily lejegraph" zegt, dat de unionisten, terecht of ten onrechte, om redenen die niet gemakkelijk na- der te omschrijven zijn, veel verwach ten van de W oensdag begonnen stem mingen in de graafschappen. En in dezeifde mate, zegt de libera len ongeruster geworden. De meer derheid van de regecring biedt een breedere schijf aan op het platteland dan in de steden. Maar zelfs indien de unionisten Liet er in de nu komen de dagen niet zoo goed afbrengen als zij tot nu toe gedaan hebben, zal het ware karakter van de ministerieele positie niet te verhelen zijn en deze aan de genade en ongenade van Ieren en socialisten overgeleverd blijken Ook de „Daily Graphic" bouwt en vertrouwt op de graafschappèn. De unionisten kunnen niet twijfelen aan het bezielend antwoord, dot zij zullen geven op het beroep op hen, om de grondwet te handhaven. De graaf schappen zijn de oude garde van het conservatisme, niet in de zuivere par tij beteekenis van het woord, maar in den zin van de traditie van voorzich- tigen vooruitgang, waaraan Brittarije alles te danken heeft wat het sterk, welvarend en vrij hoeft gemaakt. Do „Daily News" verklaart, dat de stemmingen van Zaterdag en Maan dag de tariefhervorming in Engeland hebben gedood, want, indien or eon ding vaststaat, ls het wc! dit, dat be scherming door do kathedraal-steden in het Zuiden en de kleine nijveren in de Midlands niet van de reusachtige nijverheid in het Noorden en de wel varende havensteden kan afgedwon gen worden. De bescherming is aan het Engelsche volk vooral voorgesteld als een bescherming van de nijver heid, maar de Enaelsche nijverheid en scheepvaart willen er niet aan. De ..Morning Leader" schrijftDe protectionisten hopen, dat de graaf schappen happiger dan de boroughs zullen ziin naar het lokaas van een invoerrecht, dan den prijs van de landbouw voortbrengselen zou verhoo- gen. Wij gelooven, zegt zij, dal die hoop ijdel is. Het geheugen van de dorpen is laai en de heugenis van de hongerige jaren tusschen de '40 en '50, die in de harten van de landbouwers geprent zi n, zal langer duren dan de krankzinnige voorspiegelingen van de protectionistische pen. Wij hebben, gelijk As-uith ai gezegd beeft, het protectionisme de doodwond toege bracht. De „Daily Chronicle" zegt over den uitslag van Dinsdag: Van de 46 Engel sche zetels, die gisteren .Dinsdag) be twist zijn, waren er bij de ontbinding 37 in handen van de niinistcrieelen en maar 9 m die van de oppositie De ver. andering, die er kw am, moest dus wel winst voor de Tories zijn. Niemand behoeft er zich dus over te verbazen, dat de verhouding van unionistische winstens op het geheele auntal be twiste zetels bij deze gelegenheid eenigszins hooger is. Daarmee zijn de Tories echter maar weinig geholpen. BALKAN-BRANDEN. Het brandt tegenwoordig nog al in den Balkan, tegenwoordig In eigen- lijkeu zin. gelijk hei er tientallen van jaren ln figuurlijken zin brandde. -Het Parlemcnlsgebuuw in Kon- stanlinopel heeft nl. het voorbeeld van het Kon. Paleis te Athene gevolgd, en is gisteren in brand gevlogen. De brand vond zijn oorzaak, ineldt men uit de Turksche hoofdstad, in ontplof fing van het verwarmingstoestel in den Senaat. Een hevige wind wakker de de vlammen aan en bmneu een uur tijds lag bet géhoele gebouw na- rookend en nasmeulend tegen den grond. De Senaatszaal, de Kamerzaal en de Troonzaal zijn geheel vei woest. Van het gebouw staat niets meer overeind dan eenige stukken muur. Kunstwerken eD archieven zijn mede vernield. Drie werklieden zijn ge wond bij de pogingen tot blussching. De schade bedraagt 5 millioen gulden, COOK AF OF COOK DOCTOR HONORIS CAUSA. De senaat vaD de universiteit te Ko penhagen heeft verkluard, dat de quaeslie-Cook voorloopig als afgedaan moet worden beschouwd, nu gebleken was, dat de oorspronkelijke aanteeke-i ningen van Cook ove.eenkomen met de afschriften, op grond van welke laatste de universiteits-commissie in- derti.d haar uitspraak had gegeven, j Daar noch voor, noch tegen het be-| reiken van de Noordpool door Cookl het bewijs geleverd is, hangt af van verdere besprekineen tusschen den rector der universiteit en den voorzit ter der commissie, welke Cooks «on-i spraken heeft onderzocht, of er stap pen zullen: worden gedaan inzake het aan Cook verleende eere-doctoratfl. PRINSES CLEMENTINE VAN BELGIë. Mag men de „Eioile Beige" geloo ven. dan zal hel huwelijk van prinses Clementine met prins Napoleon, te Brussel voltrokken worden zoodra de zware hofrouw voorbij ls. Waar schijnlijk ln petober of November. De prins eD de prinses zullen tn Brussel blijven wonen in het paleis, dat prins Napoleon er sedert 1886 betrokken heeft. Men weet, dat koning Leopold van dezo verbintenis zijner jongste dochter nooit iets heeft willen weten, naar gezegd wordt om redenen van dlplomatieken aard. Koning Albert, een neef van Clementine, heeft geen enkel bezwaar tegen dit huwelijk en ook de koningin en de verdere ko ninklijke familie stemmen er volko men mee in. Prinses Clementine Is 30 Juli 1872 te Laeken geboren, prins Napoleon is tien jaar ouder. Hij is een zoon van prins Napoleon Bona parte en de prinses weduwe Marie Clotilda, prinses van Savoye. Een broeder van den o.s. echtgenoot van prinses Clementine, prins Lode- wijk Napoleon, is generaal ln het Rus eische leger, zijn zuster is Marie Lae- titia, weduwe van den hertog van Aosta. KONING ALBERT VAN BELGIë volgt niet dezelfde politiek als Ko ning Leopold. De bladen melden, dat koning Al- bert aan den minister van koloniën zijn voornemen heeft kenbaar ge maakt om een groot gedeelte van de som. die, krachtens het traktaat van de overneming van Kongo, jaarlijks te zijner beschikking gesteld wordt, aan te wenden om een pensioenfonds te vormen ten bate van Belgen, die in Kongo gediend hebben HET HEENGAANDE EN HET NIEUWE HONGAARSCHE MINISTERIE. Het kabinef-Wekerle is door den Koning van Hongarije Sn afscheidsge hoor ontvangen. De Koning liet zich waardeerend uit over het werk van Wekerle. Bij de daarop volgende be- ©edlging de rnieuwe ministers hield Frans Joeef een korte toespraak. Gis terenavond hebben de verschillende partijen reeds hun gedragslijn ten opzichte van het nieuwe kabinet be paald. De volgelinarn van Justh en van Kossuth alsmede de volkspartij zuilen het Uabinei Khuen bekampen. De grondwettige partij wil eerst het program van Khuen afwachten. In middels heeft de nieuwe minister president tot een dagblad-correspon dent gezegd, dal er geen program in den eigenlijken zin van het woord beslaat. 11 ij kon alleen zeggen dat de kiesrechlhervarmmg de hoofdschotel zou zijn. Het nieuwe kabinet wensch- te een zoo algemeen mogelijk stom- recht, dal tevens de Magyaarsche be langen zou waarborgen. Gelijk we reeds vroeger opmerkten, is er al heel weinig kans dat het Huis- van Afge vaardigden zal willen arbeiden en is de ontbinding waarschijnlijk. In som mige kringen spreekt men de ver wachting uit, dat het kabinet-Khueu binnenkort weer het veld zal moeten ruimen, om wellicht plaats te maken voor een nieuw kabinêt-Wekerle. Graaf Khuen heeft een langdurig onderhoud gehad met den aartsher tog-troonopvolger. Dit bewijst wel dat graaf Khuen door de hofkringen gesteund wordt, maar dat zal zijn po pulariteit in Hongarije geen goed doen. Want de aartshertog troonop volger geldt nu eenmaal, hetzij te recht of "ten onrechte, bij alle Hon- gaarsche partijen voor een tegenstan der van de nationale idealen der Hongaren. Als een nrnister-president in de gunst slaat van den troonopvol ger, dan maakt dat hem verdacht in de oogen der Hongaren. ONRUST IN URUGUAY. Te Montevideo is uit de provincies bericht gekomen, dat er een onbetee- kenende rustverstoring heeft plaats gehad, naar het schijnt als gevolg van een revolutionaire beweging door een kleme afdeeling der partij van Blanco op touw gezet. ln officieele kringen, zegt rnen, dat het zich niet laat aanzien dat er een oproer zal uitbreken, hetwelk den steun van de groote massa van het volk heeft. Daar het land zoo welva rend mogelijk ls, bestaat er geen re den voor ontevredenheid. De regeoring voorzag, dat de onbe te ekenende rustverstoringen, waarvan de daders warsohijnlijk van uit Ar gentinië worden gesteund, spoedig zouden zijn onderdrukt. Evenwel meldt een ander telegram, dat men ln Buenos Ayres meent, dot een oproerige beweging ernstige on lusten heeft teweeggebracht. Strenge censuur zou het verkrijgen van juiste berichten verhinderen. Stadsnieuws LEZING TEYLER. Woensdagavond heeft Dr. Chr. F. Haje, alhier, de derde Teylerlezing gehouden. Als onderwerp had spre ker de verduitsching van do Neder»- landscho taal gekozen. Aan het be gin zijner réde wees de heer Haje er op, dat do Nederlanders veel minder bekend zijn mot "t gevaar, dat hun taal van Duitsche, dan wel van Fran- sche zijde dreigt. Iïet gevoel om het verschil tus schen beide talen te ontdekken is eveneens afgestompt. Vroegere ge slachten wisten deze ondersclieidin- gen zeer wel te maken, maar het kwaad heeft in den laatsten tijd voor al, gevoed door velen der moderne schrijvers, groote vorderingen ge maakt Heden ten dage is onze taal overvloeid van Germansimen, zoowel in de literatuur, als in het journalis- me en de spreektaal. Toen men voor 't Fransche woord punaise, duimspij- kertje gevonden had, was men ver heugd, maar tegen het Duitsche ge vaar doet men niets. En juist daarom ls dit zooveel erger dan 't Fransche, omdat de vermomming bedriegelijker is, minder voor ons Nederlanders te onderkennen. Van de middeleeuwen af al zijn wij on-Duitsch geweest, hebben we een eigen beschaving, een eigen litera tuur, een eigen taal gehad. Van ééne stammoeder geboren, hebben de bei de talen hunne kindsheid gemeen ge had. maar zijn daarna volstandig, ieder den eigen weg gegaan.,De anti- Romaansche taalzuiveraars zelf, heb ben ons goede Nedorlandsch veel kwaad gedaan. Om de kracht, de woordenschat der Hollanders te ver sterken en uit te breiden, leenden zij namelijk woorden, die helaas weldra burgerrecht verkregen, van onze Oos terburen. Van Alplieu, Feith en Bil- derdijk, de verwoede Duitscher-hater zelf, voerden eveneens vele Germa nismen in. Toen werd het Nedor landsch weer wat gezuiverd door mannen als Beets, v. Vloten en v. Lennep, maar de huidige schrijvers, zelfs, en vooral, de toonaangevers in onze hedendaagsche literatuur heb ben de aloude landssprake weer ho peloos verknoeid. Allereerst is een grooto groep Germanismen die, welke, bij gelijk uiterlijk, in een in beide talen ver schillende beteekonis gebruikt wor den. In 't Duitsoh bestaat b.v. 't woord umfallen, dat de beteekenis van „plotseling omdraaien" heeft. Ons Hollandsclie woord omvallen betee ken eenvoudig omstorten, het even wicht verliezen. Nu staat in een Duitsch blad. Die Regierung ls um- gefallen, wat natuurlijk de beteekenis heeft, dat de regeering een anderen koers uitgegaan is. In het Hollandsch is dit evenwel vertaald als: (spreker noemde het voorbeeld historisch): De regeering is omgevallen. Wat na tuurlijk in 't Hollandsch niet anders zou kunnen beteek enen, dan dat ez een andere partij aan 1 roer van staat gekomen ls. In 't Duitsch wordt „machen' è.1 meer gebruikt voor het goede woord „tun". Ook ln onze taal begint men „maken" a! veel vaker te ontmoeten. Men „maakt" b.v. een reis, ln plaats dat men een reis „doof'. Een andere groep is die van de woorden, die ln het Nederlandsch kunnen, maar niet behoeven te bestaan, omdat we hier voor goede Hollandsche woorden be zitten. Schrijfwijze ln plaats van FbUiULt I OW Naar het Engelsch van GUY BOOTH BY. 19) Het Is onnoodig, dat ik over den aard der gerechten woorden ga ver spillen laat het voldoende zijn, dat het er heel smakelijk uitzag, uitmun tend was klaargemaakt, en dal wij kalm en zeer attent bediend werden. Tijdens dit souper had ik allo gele genheid rnijB gezelschap meer van nabij te beschouwen. Zijn leeftijd kon niot meer dan vijf- «n-twlntig jaar zijn, mogelijk was hij nog niet eens zoo oud. Dat hij van aanzienlijke geboorte was, daar kon man niet aan twijfelen, zijn geheele uiterlijk drofcf,' daarvan het teekeu Hij was een Jonge man van knap uiterlijk, met regelmatige trekken, blauwe oogen, kort krullend haar, en een dun kneveltje, dat hij blijkbaar met de gTootste zorg onderhield. Uit bescheidenheid vroeg Ik niet Baar zijn naam. evenmin als hij naar den mijnen. Onder het souper en ter. wijl de bedienden in de kamer wa ren, praatten wij over alles en nog wat, over politiek, 6chouwburgvoor stellingen, sport en dergelijke onder werpen. Maar toen de kellners verdwenen waren, na een nieuwe flesch wijn op tafel gezet te hebben, wierp hij alle terughoudendheid over boord en be schreef de avonturen, die hem over komen waren, nadat wij in Trafalgar Square enkele uren geleden afscheid genomen hadden. Hij had de manieren vaD een jon gen man uit de stad, en was door en door bekend met de geijkte woorden en uitdrukkingen, op dat oogenblik in de mode. Dat was een subliem idéé van uw vriend, begon hij, in antwoord op ©un vraag ven mij. Hij had mij geen grooter dienst kunnen bewijzen. Ik werd er heelemaal een onder mensch door, moet u weten, en ik bad het noodig ook, daar kan u van op aan U zou het zeker niet meer aan mij zeggen, maar als ik hem op dat oogenblik niet ontmoet had, go- loof ik zeker, dat ik nu op den bodem van de rivier zou liggen. Onzin, zei ik, u moet zoo niet praten. Zelfs al was dat idéé bi) u opgekomen, dan zou u er zeker op het laatste oogenblik nog voor terug geschrikt zijn. Dat moet u zoo zeker niet den ken. U heeft geen idéé ln wat voor moeilijke positie ik ben maar ik wil u daarmee nu niet vervelen. De oude man, dien ik daarvoor op zocht, gaf mij tien pond voor die Jas, en na dien tijd heb ik er Dog twee bij weten te voegen. Het is mij bepaald bijzonder voor den wind gegaan, en voordat de nacht om is. zal ik er nog wel meer hebben. U moest met mij meegaan. Ik bedankte echter voor zijn aan bod. Vertel mij eens wat van uwe avonturen, zei ik. ik zou ze wel graag willen hooren. Ik schonk hem nog een glas wijn in, terwijl Ik sprak, en vulde mijn eigen weer. Hij had daar niets tegen, stak een sigaar aan en begon. Het verhaal was gekruid met aller lei grappen en verscheidene geheel onnoodige uitweidingen; welke an dere gaven hij ook mocht bezitten, zeker niet die van een onderhoudend verteller te zijn. Na zijn pelsjas verkocht en er een goedkoopere voor in de plaats ge kocht te hebben, ging hij evenals eeD moderne Don Quichotte op avontuur uit. Zijn eerste poging in de Shaftes- burystraat mislukte totaaJ, waar schijnlijk omdat zijn optreden nog veel te onbekookt was. Wat verder op ln die straat echter was de fortuin hem gunstig, toen ontmoette hij een man naar zijn hart. Er werd met woede gespeeld en toen hij weer ver der grng, was hij niet alleen tien shillings rijker, maar ook, om het zoo zacht mogelijk uit te drukken, in een feestelijke stemming gekomen Van de Shaflesburystraat ging hij naar den Charing Crossweg, waar hü een achtenswaardig man van middel baren leeftijd aansprak, dien hij uit daagde, zijn geluk te beproeven. On gelukkig voor hem was de man in quaestie toevallig een politiebeambte in politiek, die hem ongetwijfeld da delijk op de plaats zou gearresteerd hebben, ais de jongeling geen wan trouwen gekregen had en zoo snel mogelijk het hazenpad had gekozen. Zoo'n tegenspoed zou velen ontmoe digd hebben, maar deze held was zoo gauw niet uit hel veld geslagen. Uit geput van vermoeidheid bij die over haaste vlucht, zocht hij toevallig een schuilplaats en verfrissching ergens in oen herberg in don omtrek van Clare Market, een karakteristieke buurt, maar allerminst veilig voor een Jongen man, die toevallig in de aangename positie verkeert van geld to verliezen Ie hebben, óf door spel, óf door diefstal. Mij dunkt, dat het moer geluk dan wijsheid was, dat hij niet alleen on gedeerd dio buurt verliet, maar dat hij dit deed mot tien shillings meer ln zijn zak. dan toen hij er was bin nengekomen. Het feit alleen, dat hij gevolgd word en dat er een poging gedaan werd. om hem in de halve duisternis van - een zijstraat te bestelen, waardoor hij genoodzaakt was een man Deer te slaan, scheen hom al heel weinig te deren. Nu weer teruggekeerd naar een meer beschaafd deel van de stad, had hij zijn kapitaal vermeerderd bij do file van rijtuigen, die naast do kerk Sl. Clement Danes staat, en latei- weer in een pothuis :n een straatje bij Covent Garden, waarna hij zien gehaast had oin zijn afspraak met ons te houden. Het was werkelijk allergrappigst, \-i hij weer. lk was bijna zeker, dat die agent mij zou krijgen. Dat zou wat moois geweest zijn. Het was mijn oigen schuld, want ik had aan zijn schoenen moeten zien, dat hij iemand van de politie was. Ik vroeg wat hij van plan was te doen, als dit nieuwe vermaak hem be gon te vervelen en kreeg daarop ten antwoord, dat hij tot nu toe nog geon gelegenheid had gehad, daarover een besluit te nemen. Toen hij «u mee begon, had hij niet.meer aan de toe komst gedacht, het heden was erg en goed genoeg voor hem, en hij was niet van plan zich over iets anders bezorgd te maken. Geen enkele maal sprak hij over zijn bloedverwanten of vrienden, ook gaf hij mij geen enkelen sleutel voor zijn maatschappelijken stand of identiteit. Dat hij een geboren speler was, kon men gemakkelijk zien. en ongetwijfeld had dit voor een groot deel meegewerkt tot zijn tegenwoor dige ongelukkige en gevaarlijke po sitie. Eindelijk kwam de kellner ons ver tellen, dat het sluitingstijd was, wel ken zachten wenk wij onmiddelliik ter harte namen. Na de rekening betaald te hebben, voegde ik mij op straat weer bij mijn gast. Ik dank u zeer voor uw gastvrij heid, zei hij Het is heel goed mogelijk, dat het het laatste goede diner is, dat ik nu in vele dagen eten zal. Wil u zoo goed zijn, mijn dank aan uw vriend over te brengen -- Ik ?.al hem uw boodschap over brengen, antwoordde ik, maar als u een raad van mij wil aanne men, dan zet u dien gevaarlijken on zin geheel uit uw hoofd, maar bestel een passagebiljet als tnsschendeks- pnssagier naar Canada of Australië, en beproef uw geluk in een nieuw land met flinken, eerlijken arbeid. (Wordt vervolgd)..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5