NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 27e Jaargang. No. 8158 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 26 JANUARI 1910 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PBR DRIB BÏAANDENi Voor Haarlem1.28 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (kom der gemeente),130 Franco per post door Nederland ,1.65 Afzonderlijke nummers0.02i$ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037U omstreken en franco per post 0.45 P^.vq der Veagootsd-iap Lonrcns Coaler. Directe ar i. PEERED ÖORL Tot de plaatsing van advertentien ADVERTENT IÈ Ni Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten bet ArrondlSKffienf Haarlem van 1—5 regels /t—elke regel meer ƒ0. iC Reclames 3ü Cent per reeg. B| Abonnement aanzienlijk rabat Advertentien van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels. 25 Cts. per plaatsing i 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie ea Administratie i Groote Houtstraat ïatercommnoaal Teleloonnommer der Redactie 600 ee der Administratie 724. Drnkkerijt Zolder Bnitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. i reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad Js uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en pmh*ni»nrf»yh Advertentie-Burean D. Y. ALTA, Warmoesslraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA DONDERDAG 27 JANUARI. Gr. Kerk: Orgelbespeling, 2—3 uur. Soc. Vereeniging: Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, Repeti tie. 7 uur. Schouwburg, Jansweg: N. V. Het •Tooneel, John Glayde, 8 uuir. Brongebouw: Rolschaatsenbaan, geopend van 8—11 uur. Sint Bavo: Cursus in de Katholie ke gelools- en zedenleer. Onderwerp: Over de geestenwereld. OM ONS HEEN No. 1079. Weerpraatje. Er is in de laatste jaren een besliste Verandering waar te nemen in het gesprek van kappers en barbiers. Zon der eenigen twijfel is de tijd voorbij, dat de barbiers (want kappers waren er toen nog zoo talrijk niet) zich ver plicht rekenden de begroeting van hun klanten onmiddellijk te doen vol. gen door een„Mooi weortje, mijn heer" of„Slecht weertje mijn heer", al naar de gesteldheid dat zoo meebracht. Indien er tegenwoordig onder de behandeling met mes of schaar al eesproken wordt (inderdaad, welk motie! is er, om deze operatie niet stilzwijgend te laten gebeuren?) dan gaat dat over andere onderwer pen, liefst belangrijke gebeurtenissen in de gemeente. Ik behoef Justus van Mauriks naam maar te noemen, om do lezers te her inneren aan de virtuositeit, waarmee de ouderwetsche barbier wist te rede kavelen over het weer. Eu van nog ouder datum kan o. a. Beets worden ge.iteerd. In een van zijn kleine schet sen Op het Water zegt hij o. a. „Neen, ik kom van mijn denkbeeld terug, dat er in spijt van Newton en Herschel eene verandering in ons we reldstelsel zou hebben plaats gehad. Mijn harbier had er mij bijna toe over gehaald. „Die komeet van Halley", had hij wel tienmaal gezegd, „is niet pluis geweesten toen nu de win ters wegbleven en het in Italië kou der was, dan bij ons, toen de Mei maanden Novemberweer meebrach ten toen ik Zaterdags vóór Paschen (en het was een late Paschen van 't jaar) over den sLraatwcg narde en op oudejaarsmorgen laatstleden drie bloeiende viooltjes plukte toen be gon ik in den man met de lange, blauwe jas en de zilveren oorringe tjes, die altijd iets te scheren en te praten weet., geloof te stellen en ik zei met hem „die komeet van Halley zal het hem gedaan hebben 1" Aan de stiptheid van Beets heb ik te danken, dat ik precies kan zeggen, wanneer hij die veelbeteekenende woorden schroef: het was den 9den Januari 1838, derhalve nu meer dan 72 jaar geleden. En in het citaat is eigenlijk dc persoon van den barbier van minder gewicht, figuurlijk en ze ker ook letterlijk, dan de komeet. Is het, wil ik gevraagd hebben met al de bescheidenheid van een leek in weer voorspelling, is het niet merkwaar dig, dat nu v/ij juist in de laatste maanden het zoo druk hebben over diezelfde komeet van Halley, het weèr zoo ver van zijn gewone paden is af- gedwaald. Ja zeker, terwijl ik dit schrijf, dwarrelen groote sneeuwvlok ken voor de ruiten, maar ongere kend enkele zwakke pogingen, die hun doel hebben gemist, is dit toch eigenlijk de eerste echte winterdag van het seizoen. En dat op 26 Janua ri, wanneer we gewoonlijk al een of anderhalf wintertje achter den rug plegen te hebben 1 Ik zeg ude overeenkomst is ver rassend. Wel heb ik niemand gespro ken, die op den Oudejaarsmorgen drie bloeiende viooltjes heeft geplukt, maar aan ons redactiebureau kwa men zich meermolen personen aan melden met berichten over verschijn selen, die bij een geregeldon gang van zaken in April of nog wel later thuis- behooren. Verleden week nog moest bericht worden van de verschijning van een witten vlinder wat zal den stakker de wereld zijn tegengevallen I Het naaste verleden komt dus met dat van 1838 vrijwel overeen. En de eerste toekomst Beets narde op Zaterdag voor Paschen, een min of meer duistere daad voor wie zich niet herinneren, dat ons voorgeslacht van een narreslee sprak. Er lag dus blijkbaar in die dagen nog dik sneeuw op straat. En 't was nog wel een late Paschen. Als ik een oogenblikje voor weerprofeet mag spelen zou het we zen, om te betoogen, dat we in het algemeen in ieder seizoen een onge veer gelijke hoeveelheid krijgen van het weer, dat er in behoort te komen. Let wel: ongeveer. Het kan zeker in een bopaalden winter meer sneeuwen ol vriezen of regenen, dan in een vol genden of voorgaanden, maar een waarin het volstrekt niet sneeuwt of vriest of regent, heb ik bij mijn weten niet meegemaakt. En is deze herïnneringsstatistieU betrouw baar,' dan komt de tijd van sneeuw en ijs nu aan. Ja, dan zou ik zelfs willen verwachten, dat het jaar 1910 dat van 1838 nog in merkwaardigheid zal overtreffen. Arde Beets Zaterdags vóór den laten Paschen, waarom zou den wij ditmaal op onzen vroegen Paschen de eieren niet eten op het ijs? Die valt immers op 27 Maart, dat is dus op vandaag over acht en een hal ve week. Dat zou een merkwaardigheid we zen voor de liefhebbers, ik bedoel die van ijs en eieren allebei. Het is meer voorgekomen. Mij is het juiste jaartal ontgaan, maar vaders en grootvaders zullen het nog wel weten. Wat een voldoening zou het ook wezen voor het bestuur van de Haarlemsche ijs- club, dat door het uittreden van ver schillende bestuursleden, dit seizoen vele nieuwe personen bevat, die bla ken van ijver voor de gladde zaak, ir tot dusver door de omstandig heden op nonactief werden gehouden. Inplaats van op de baan kunnen we hen ontmoeten op de Baan, op weg misschien naar het Brongebouw, ,r een surrogaat voor ijs\ermaak in den vorm van rolschaatsenrijden gehouden wordt. Ja zelfs, waar op den eorstkomenden Zondag een wed strijd zal worden gehouden in dit zwierig, maar waarlijk oorverdoo- vend vermaak. En nu ik dat neerschrijf treft me de samenloop der dingen opnieuw. Weel u nog, van vorige jaren, dat als de Haarlemsche IJsclub zich verstout te een wedstrijd uit te schrijven, bij na regelmatig, haast zou ik zeggen utomatisch de dooi kwam in vallen Welnu, a. s. Zondag is er rol- schaatsen-concours en nu 13 vandaag de winter begonnen. Zoodra er ijs komt (cn dat volgt vaak op sneeuw) is de pret van de rolschaatsenrijderij wiskunstig zeker af. De tijd zal leeren, wat er van dit al les aan 'S- Want niets is moeilijker, dan hot weer te voorspellen en met name het weer in Nederland. Ik heb eens een landgenoot, die juisi niet aan overmaat van bescheidenheid lijdende was, hooren zeggen„Hoe is het mogelijk, dat het Nederlandsche volkskarakter zoo standvastig en be trouwbaar heeft kunnen blijven in een zoo grillig en veranderlijk klimaat I" Wie deze veer op zijn muts wil ste ken, moet het voor zichzelf maar we ten. Intusschen zal men zeggen dat ik afdwaal, maar dat is in ieder geval meer schijnbaar, dan werkelijk. Ik heb het daareven immers over weer voorspelling gehad en kom daarmee weer terug tot den barbier In den aanhef. Het schijnt mij namelijk gansch niet onwaarschijnlijk, dat de- de weer-conversatie ddarom veel minder druk dan vroeger beoefent, omdat hij zoo'n geduchte concurren tie heeft gekregen in de weer voor spelling van de couranten. Toen het Meteorologisch instituut In de Bildt aan alle kanten zijn meening ging verspreiden over het weer, dat morgen zou komen, moesten beschou wingen over het weer van vandaag wei in beteekenis afnemen. De altijd haastiger wordende mensch leeft meer bij den volgenden, dan bij den huldi gen dag. En wie nu nog zegt„mooi weertje vandaag 1" zou het bij uitstek moderne antwoord kunnen krijgen „dat zie ik zelf wel I" Ja, het weer van morgen, daar heeft de 20ste eeuw haar belangstelling voor over Mitsgaders haar critiek. Zelden of ooit heb ik de dagelijksche opgaaf van het weerbericht voor den volgenden dag hooren prijzen. Menigeen is van oordeel, dat het dikwijls niet uitkom: en zelfs zijn er, die beweren, dat ze op het tegendeel van de voorzegging met zekerheid durven afgaan. Zulk betqog is bijna landverraad, daar het instituut een rijks-instelling is. Maar nog ergerhet is ook on juist. De belangstellenden letten al leen op de keeren. dat het niet uit komt en gaan de verwezenlijkte voor spelling zonder dankbaarheid voorbij. Als de lozers zich de moeite willen ge ven, daarop dag in, dag uit te letten, en er aanteekening van te houden, zullen zij toegeven, dat de Rijks-weer - profetie meestal in vervulling gaat. Ik erkenonfeilbaar is ze nog niet Daarvoor zijn er nog te veel omstan digheden, die de geleerden niet in staat zijn te overzien, om van de bar biers niet te spreken. Moge de meteo rologie geen giskunde meer wezen, wiskunde is ze nog niet. Wie positie ve weorverklaringeu wenscht, moet doen als de critische geest, die ver klaarde ..wanneer ik me op de hoog te wil stellen, ga ik in den tuin en steek mijn vinger opals hij nat wordt, dan regent het 1" J. C. P. Stadsnieuws STUIVERS-SPAARBANK. In de Dinsdagavond onder voorzit terschap van den heer J. Drost ge houden vergadering der Stuivers- Spaarbank werd door den penning meester, den heer H. M. E. van Bob ben vers Lag uitgebracht over het jaar 1909. Daaruit bleek, dat ingebracht waren 7055 posten, tot een bedrag van 10.i54.66 1/2, en opgevraagd 871 posten tot een bedrag van 10.788.40J Gemiddeld werd ingelegd 1.76 1/2 per persoon tegen 1.64 1/2 m 1908. In 1909 werden 300 nieuwe boekjes afgegeven of 66 meer dan het vorige jaar. Het aantal deelnemers bedraagt thans 118-4 met een kapitaal van 20.103.27 1/2. Het kapitaal der Bank bedraagt 21.443.47 1/2; het reservefonds 924.40. Het bleek dat bij voortduring de spaarbank blijft voldoen. Den pen ningmeester werd hartelijk dank ge zegd voor de vele bemoeiingen, die hij zich ten deze getroost. In de commissie tot nazien dezer rekening werden aangewezen de hoe ren J. E. A. R. van Helden, II. C. F. Kerkhoff en J. Leyer. De rente over het le halfjaar 1910 werd bepaald op 2 1/2 pet. Medegedeeld werd dat de nieuw in gevoerde spaairbusjes zijn „ingesla gen". De eerste 25 waren dadelijk in beslag genomen, in de tweede zitting was het tweede 25-tal nagenoeg op gevraagd. zoodat met spoed een der de bestelling van 25 stuks Is gedaan. Uitgesteld. Volgens achterstaande advertentie worden de generale repetitie en de opvoering van het Klokje van den Kluizenaar wegens sterfgeval uitge steld. HET TOONEEL ,LA FEMME NUE" DOOR MADE LEINE DOLLE Y. „La Femme nue" is een „spel der wreedheid," waarin het I-evan een groote rol speelt. Want het Leven vernietigt soms zelf het schoonste wat het heeft voortgebracht: het ver nietigt soms de Liefde, een zijner edelste kinderen. Dit laat het stuk van Henry Ba- taille ons zien. De titel laat Iets anders en ergers vermoeden, dan het eigenlijk ls. „La Femme nue" is een vrij onschuldig stuk wat den inhoud aangaat. Het brengt ons onder de artistieke bohèmes van Montmartre te Parij6. Een jong schilder, Pierre Bernier heeft er kennis aan een jong, knap meisje, aan Loulou, een typetje als de Mimi Pinson uit Henri de Mur- ger's Vie de Bohème. Hij ls weinig bekend, verdient nog weinig, en zij hebben 't niet breed. Maar op Salon wordt hij bekroond, verkoopt hij zijn werk. En dan is zijn toekomst gemaakt. Roem, bekendheid en geld stroomen hem toe. En de oorspron kelijk goede jongen heeft nu ook zijn Loulou van Montmartre getrouwd. Maar nu zij het toppunt van geluk, waarvan zij zoo lang gedroomd heb ben, bijna bereikt hebben, steekt het ongeluk den kop op. Want Bernier trekt de aandacht van een mooie, rijke vrouw uit de eerste kringen, die op hem veTlieft en zoover gaat, dat zij van haar man scheiden zal om met hem te kunnen hertrouwen. En nu is de verdere geschiedenis van het stuk, de strijd tusschen dezo twee vrouwen, tusschen het lieve, trouw hartige Louloutje en de groote mooie vrouw uit de Parijsche beau-monde, om het be.zit van Bernier, die ein digt met de overwinning van de laat ste en met een poging tot zelfmoord door Loulou, die echter nog gered wordt, waarna zij medelijdend door een oud vriend opgenomen wordt. Zoo heeft het wreede Leven die liefde van Montmartre vernietigd en ongeluk gebracht waar eerst blij ge luk beerschto. Er is iets van sympathieke liefheid in dit stuk, dat anders niet veel om het lijf heeft. Diepgaande of verras sende psychologie, een scherp in dringen in het zieleleven der perso nen geeft het niet. Het blijft erg aan den buitenkant en de oppervlakte. En men leert de menschen, hun ka rakters en beweegredenen slechts ter loops kennen, zoodat zij vrijwel vreemdelingen voor ons blijven, en het slot is zelfs wat mal. Maar er komen oenige mooie momenten in voor. En in die scènes kregen we ook het beste spel van het Fransche gezel schap, want de twee actrices, die voor deze vrouwen spelen, zijn ee-nige artisten van eenige beteekenis bij dezen troep. De rest is niet veel. Ja, de Franschen hebben een aange boren gemakkelijkheid en beweeglijk heid van manieren, benevens iets ac- teerends In hun wijze van optreden, dat hen tot geboren tooneelspelers maakt en waardoor zij iets voor heb ben op de meer stijve Hollanders. En dat moest men gisterenavond ook weer erkennen. Maar ieder, die een theateroog en verstand van tooneel- spelen heeft, zoodat hij door het ui terlijk kon heenkijken, zag wel, dat dit Fransche acteurs en actrices wa ren van een logeren rang en van het gehalte zooals men ze aan de Hollandsche mindere rangsgezel schappen met hoopjes aantreft, Madeleine Dolley is achter, of schoon geen „ster', toch een aardige actrice. Van dramatische kracht hebben wo niets in haar bespeurd, maar het beet was zij in de lyrische momenten. Zij wist in de rol van Loulou zoo iets kinderlijks, van een popvrouwtje en van lief vertrouwe lijks te leggen, dat ze pakte en sym pathie verwekte. In hei deirde be drijf, in de groote scène met Bernier en do andere vrouw, was zij op haar best. Maar in bet laatste bedrijf, dat aan het dito van de „Dame au Came lia" doet denken, was zij te larmo yant Madame Dione als de princesse de Chahran, een groote vrouw met een mooi figuur en mooi gekleed, was wel goed, maar niet beter dun me nige Hollandsche actrice. Pierre Ber nier werd door Jacques Volnys hoogst middelmatig gespeeld, terwijl Renó Pelot een aardigen aigeleefden en gedegenereerden prins de Cha hran liet zien, op 't kantje der charge. We hebben ons gisteren afge vraagd, of Haarlem wel een plaats voor Fransche gezelschappen is. Amsterdam, Den Haag en Utrecht wel. Daar is een groote maatschap pelijke kring van menschen, die een vlot gesproken Fransch verstaan en 't op bet tooneel volgen kunnen. Maar Haarlem? De zaal was slecht bezet en dan waren ar nog n schen, die hun kennis van het Fransch overschat hadden en die, omdat zij t niet verstonden, zich ln conversatie-amusementen verdiept» De stemming was er dan ook niet, en weinig applaus. FRANS NETSCHER. Van 't Kantongerecht UITSPRAKEN. Heden werden de navolgende uit spraken gedaan W. W., te Wijk aan Zee, en vijf anderen, overtreding Jachtwet, zeven dagen hechtenis, en 5 boete of vier dagen hechtenis. H. V., te Haarlem, overtreding der Leerplichtwet, 7 boete of drio dagen hechtenis. J. H. D. van H., te Haarlem, over treding Arbeidswet, drie maal 1. boete of drie maal een dag hechte nis. M. de W., te Haarlem, overtreding Drankwet, 1 boete of een dag hech tenis. P. A. v d. R„ te Haarlem, en J. H. G-, te Amsterdam, overtreding Re glement Vervoer, 5 boete of drio da gen hechtenis, en 2 boete of drie da gen hechtenis. S. O., te Oostzaan, in dronkenschap een voertuig besturen, 15 boete of vijf dagen hechtenis. P. T. H., te Haarlem, in dornken- schap de orde verstoren, 7 boete of vijf dagen hechtenis. J. G- V., te Haarlem, straatschen derij, /6 boete of drie dagen hech- ten is. G. B., te Velsen, nachtrumoer, ƒ5 boete of drie dagen hechtenis. H. J. V., to Haarlem, en 14 anderen 100pon op verboden grond, 5 boete of drie dagen hechtenis, en 2 boete of twee dagen hechtenis. A. C en C. V., te Bloemendaal. overtreding Bouwverordening Bloe mendaal, 7 2 boete of een dag hechte nis, en 3 boete of een dag hech tenis. G. C. D., te Haarlem, overtreding Prostitutie-verordening Haarlem, vijf dagen hechtenis. H. L.. te Haarlem» en 8 anderen, overtreding Politieverordening Haar lem, 5 boete of vijf dagen hechtenis, 2 boete of een dag hechtenis, twee maal 1 boete of twee maal een dag hechtenis, f 1 boete of een dag hech tenis, en 7 0.50 boete of een dag liech- tenis. H. M., te Velsen, overtreding Poli tieverordening Velsen, 2 boete of twee dagen hechtenis. J. de W. er H T. te Beverwijk, overtreding Politieverordening Bever wijk, 3 boete of ec-n dag hechtenis, eb 0.50 boete of een dag hechtenis. K. W., te Haarlem rnertneer, over treding Politieverordening Haarlem- merliede en Spaarnwoude, 5 boete of vijf dagen hechtenis. W. C-, te Bakkum, en W. v. d. K., te Heemskerk, overtreding Provinci aal Reglement, 1 en ƒ2 boete of een en tweo dagen hechtenis, en twee maal 1 en 2 boete of twee maal een en twee dagen hechtenis. M. E. E V., te Haarlem, overtre ding Motorkenteekenbesluit, 10 boete of vijf dagen hechtenis. H. P. van M., te Bloemendaal, overtreding Motor, en Rijwielwet, 20 boete of zeven dagen hechtenis, en de civiele vordering toegewezen. W. L., te Haarlem, en 13 anderen, overtreding Motor- en Rijwiel-Regle ment, No. 111 boete of een dag hech tenis, en 3 boete of drie dagen hech tenis, de anderen 1 boete of een dag hechtenis. Voorts worden er nog 19 personen veroordeeld wegens openbare dron kenschap tot drie dagen hechtenis, 10 boete of drie dagen hechtenis, 7 boete of drie dagen hechtenis, 5 hoe- te of drie dagen hechtenis, en 7 2 boe te of twee dagen hechtenis. (Zie verder Stadsnieuws onder laat ste berichten). Allegaartjes. XII. Sneeuwstorm., Die naarliugsche komeet ook I Die staat me daar eiken avond tegen zons ondergang op den horizon, een fan- tastisch-mal ding met 'n lichtstraal vaart uit 'k-weet-niet-welke zonnestel sels hierheen gerold, 'n Geligs schijf je met een krommen, rooden staart kwlek-parmantig de hoogte in gesto ken. En tegelijkertijd hebben wij aardlingen een weertje, dat al even gek is, als dat hemel-ding, daar bo ven de kimmen. En nu zeggen de ge leerden wel, dat die komeet niets te maken heeft met het weer, maar de melkboeren en andere dergelijke me teorologen zijn er ook nog. En vraagt u ze 't maar eens, hoe we aan dat heerlijke weertje komen, 'k Wed, dat ze bedenkelijk-hoofdschuddend en met 'n veelzeggend achter-hun-ooren-krab. gebaar mompelen zullen van 't Ja- tja, die komeet ook 1 Ik meng me niet in den strijd der deskundigen, en 'k volsta met 'n beet je te mopperen 'n heel klein beetje maar over ons allernieuwste kli- maatje. We hebben nu drie dagen in twijfel verkeerd, wat 't worden zou: sneeuw, vorst of regen. Maar vandaag weten we 't eindelijk, 't moest dan maar sneeuwstorm zijn, is in den raad van de weergoden besloten. En vannacht zijn ze met alle macht aan 't werk gegaan, om de witte wereld op de aarde te gaan maken. De groo te stormblaasbalg is opengezet en d« honderdmudszakken van den sneeuw, zolder gehaald. En toen is 't lieve le ventje begonnen De voorraad fijnste crualiteit werd uitgestort en tegelijk blies de blaasbalg z'n orkaanach: 111 wind in de millioenen witjes, dat rte»' den en landen overpoeierd worden met sneeuwstuifseL Vanmorgen was 't werk nog niet klaar en om 'n uur of half elf raakten ze het best op dreef. De korrel-sto.'ies werden met een geweld door het lucht, ruim gesmeten en in de gezichten van de huiver-klenrige menschen, die er wei uit moesten. Maar velen waren het niet. *n Mal gezicht, als je je plut« selintr een eenzame wandelaar be vond te zijn in 'n andors wel drukke straat. Uitgestorven was er 't Leven en in je eentje liep je midden in den rijweg op te tornen tegen dat kwaad aardig windgewuai. Eu als je even achter je keek, zag je een lange rij vreemde voetstappen achter je in a sneeuw slaan. Ln 't werd kwaad in je, dat je niet weg kou uit die keten van laarzen-plekken, of je al plotse ling uitweek naar links of naai' rechts en dicht langs den huizenkant heen sloop, ai maar gingen die sneeuw» gaten achter je aan, met '11 sarrende gewijs van zie je, hier heb je nu ge- loopen, en daar, en daaraan kau je nu toch niet ontkomen En dan lachte je weer om je dwaas heid, om je boos te maken, op die dwa. ze sporen in de sneeuwvacht cn j« zocht stil lachend weer je weg over het witte fluweel, dht zoo mollig-zacht wegplette onder den zooldruk van ja laarzen. De sneeuwen wereld lag toch wel mooi, vond ie, met al die fijne contou ren van blank dons op de huizen- vlakken, op het dakeu-gewirwar en het lijnen-spel van de gevels iu het verre perspectief van de straten, waar de kleine vlokjes met 'n minutieus® preciesheid alle randjes en kantjes hadden omboord met smalle bonden van welig wit bont. En buiten, buiten werd je even vastgetooverd door het sneeuwen mooi. Hoe daar de zwartende boomen met hun mosgroenige voegsels langs de stammen opstonden uit de decime ter-dikke sneeuwveldenTusschen de kruinen en de stammen hing ver een schemerende mist van dalende dons jes, als een brocaden gewaad van smeltend zilver-grijs, waarop de don kere arceering van twijgen en takjes lag als eeu ijl-fijn weefsel van 'raai kantwerk. En daaronder weer d:e teere onge reptheid van de blanke landen, hoog- op-gestuiveld over de heuvels, een reine winterbekoring. Mot dat gevoel van het pas-geziene intiem mooi in je, nam je welgemoed den terugweg aan, schoon de wind el ke streek heeriblies, waaruit je juist kwam, eu de huid van je ga- zicht gebruikte als een speldenkussen, waarin honderden sneeuwen naaldjes gepriemd werden. Binnenland EERSTE KAMER. BEGROOTING VAN BUITEN- LANDSCHE ZAKEN. In het verschenen Afdeel>ngsvcr- slag der Eerste Kamer omirent de be grooting van Buitenlandsche Zaken wordt den Minister hulde gebracht voor zijn houding in zake het Vene zuela-incident, maar ook als indruk medegedeeld, dut wij door Venezuela worden bezig gehouden zonder dat door ons een afdoend resultaat v. :rdt bereikt. Bij het verslag is gevoegd een nota van den heer Van Heeckeren van Keil ten aanzien dor Noordzee-entente, waarin hij breedvoerig nogmaals uit eenzet, waarom z. i., in die entente een stipulatie had moeten zijn opge nomen, zekerheid gevende, dat dc in- tregritéit, casu quo neutraliteit, van ons vaderland in geval van een Noord-Europeeschen oorlog voortaan geëerbiedigd zou worden. Het hoofdbezwaar van den heer Van Heeckeren tegen de Noordzee-entente is, dat, gegeven de algemeen gevoel de behoefte om het onderlinge wan trouwen weg te nemen, waarop do Minister van Buitenlandsche Zaken op 1 Mei 1908 met zooveel nadruk ge wezen heeft, toch door dezen daarvan geen gebruik is gemaakt om ook voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 1