HAARLEM'S DAGBLAD. Onze Lachhoek Quinnion de PSiiiosoof. Nu weet Ik wel, dat niet ledereen de gelegenheid heeft, om '«winters een kamer op het ruiden te betrekken. Al was het maar alleen, omda». tal van hulzen oost-west zijn gebouwd. Maar ook daar kunnen de bewoner» althans de felle kou ontloopen, door In de westelijke kamer te huizen. Als Ik de toovenaar was uit de sprookjes van Grlmm, dan ging ik me voor da aardigheid onzichtbaar maken en eens even bij de menschen om 't hoek je kijken, hoe het eigenlijk met hun wonen staat- Wat lk er vinden zou Dat bijna al len zomer en winter dezelfde kamers bewonen. Koud of niet koud, zon of geen zon. ze zijn er eenmaal en ze blijven er. Het huiselijk leven is er op Ingericht, de meubels staan er, veran deren is zoo'n soeeah ze kunnen niet besluiten en hebben het liever wat minder goed, dan dat ze wijzi ging brengen In hun dierbare ge woonten. Daarom zette ik hierboven h u I s- vrouw of huisslavin?'t Had ook kunnen wezenhuisheer of huisslaaf? want de man is in dit opzicht vooral niet. minder vasthou dend, dan de vrouw. Maar dit is wel zeker, dat we op deze manier niet vol doende van onze woning profiteeren, e rmeer de slavin en de slaaf, dan de vrouw en de heer van zijn. We lachen hartelijk om de Broek ln Waterlandsche netheid. Wat een mal ligheid dat uittrekken van de klom pen, als je binnenkomt, die geboend© vloer, die matten zoo rein, dat je er van zou kuDneu eten. maar er. jiiet op durlt loooen, die pronkkamer, alleen bestemd voor feestelijke gelegenhe den Een oogenblik, met uw welnemen. Zoo héél ver liggen velen van ons van Broek in Waterland niet af. noch aardrijkskundig, noch geestelijk. Een heel klein beetje Broek-in-Wuter- landsch zi;n we nog wel gebleven. De pronkkamer ja, zoo heet ze bij ons niet, maar voorkamer of salon is toch niet veel anders. Daar staan de gcelo meubelen, we komen er maar zelden en de kinderen, zoolang ze nog klein zijn, moeten er maar heelemaal vandaan blijven. Met hun kleverige handjes je weet niet, hoe Pietje en Mientje zich zoo toetakelen maken ze leelijke vlekken op de mooie stoe len .5 r Is het waar, of is het niet waar, dat we op-dio manier een heele kamer uitschakelen uit het dage- lijksch -ebruik Uitgezonderd een dood enkelen keer, als er visite komt of een van de huisgenoolen jarig is en dan doe je nog voorzichtig met de meubelen, -want een ongeluk ligt in een klein hoekje en die toere kleuren zijn zoo besmettelijk. Het bezoek houdt zich óok stijf, denkt aan don eigen sa lon thuis, waar ze voor geen goud een vlekje in hebben zou Ik ken iemand, die nooit ln zijn sa lon of mooie kamer gaat zitten, als hij het onder of zonder een voorwendsel laten kan. „Als ik hier ga zitten", zegt hij, ,.dan voel ik me, of lk op be zoek ben bij een ander." Onze titel moest dan ook welbe schouwd nog wat worden uitgebreid. We zijn huis- en meubelslaven. En niet alleen de menschen, die ruime huizen hebben, maar ook de andere, die kleiner behuisd zijn, twee bene denkamers hebben of één kamer en een keukentje en ln de laatste wonen, omdat de mooie kamer „knap moet blijven." We doen precies als iemand, die een grooten tuin heeft en dien ver deelt in tweeën en nu zichzelf en iedereen verbiedt om in het eene stuk te gaan wandelen. „Die man is niet recht wijs", zegt u. Maar doen wij in onze huizen dan anders? Er kwam een dokter op bezoek bij een patient. „Mevrouw", zei hij, „wat ziet u bleek 1" Ze ontving hem In de voorkamer, want de huiskamer was nog ntel aan kant. In die mooie kamer waren de gordijnen neergelaten, want buiten 6cheen fel de zon. De dokter stond op en opende de gordijnen. „Wat doet u?" riep de pa tient verschrikt, „mijn meubelen zul len verkleuren van de ton." „Mevrouw", zei de dokter, „u ls verkleurd. Me dunkt toch, dat wat moer kleur op uw gezicht toch wel opweegt tegen wat minder kleur op uw stoelen Ik hoor dat mevrouw toen hij weg was de gordijnen niet weer heeft laton zakken, maar lk ben er bang voor. Veel te veel zijn wij de slaven van one hula en van onze meubelen, en het moest niet meer voorkomen, dat een van mijn kennissen een diepe buiging maakte voor een sofa, die ln zijn sa lon werd binnengedragen en op de vraag, waarom hij dat deed, ten ant woord gaf„ik begroet een nieuwe gebiedster V- J. C. P. Suïtenlandsck Overzicht NOG EENS T KIESRECHT IN PRUISEN. Da nadere bijzonderheden, die via de pers, bekend geworden zijn over de plannen der Pruisische regeering, broiigm eenig licht in de duisternis, maar toch zijn de ophelderingen nog zeor en zeer bedenkelijk. Het zonderlingste blijft de verkie zing in klassen. Die was er vroeger ook, maar toen had men nog een in directe verkiezing; toen kwamen de kiezers in drie klassen samen en ko zen voor elke klasse de kiesgerechtig den en deze kiesgerechtigden kozen eerst de afgevaardigden. Nu zijn die kiesmannen afgeschaft, maar.... een voudiger wordt de verkiezing zeker nietHoe 't zal gaan is zoo ingewik keld mogelijk, want bij elke stem, die uitgebracht wordt, most berekend worden, hoeveel invloed ze beeft. Gesteld in de eerste klasse worden 50 stommen uitgebracht, in de tweede 500, in de derde 5000 Hoe wordt nu vastgesteld, welke candidaat de meer derheid heeft Een wiskunstenaar of andere re kenkundige moet tallooze sommen maken, om de waarde der verschil lende stemmen te bepalen, want hij moet komen tot de beslissing, welke candidaat 50 pCt, der uitgebrachte stpmmen verkregen heelt. Maar hoe hij tot die beslissing moot konien Wij weten het niet, onze Duitsche persbroeders ook niet, alleen do maker van hel ontwerp en die vijgt vooralsnog In Pruisen gebeuren trouwens wel meer eigenaardige zaken denk alleen DE SCHF.EPVAARTRECHTEN- QUAESTIE IN DUITSC11LAND. Prulsm wil mot alle geweld zijn scheepvaart-politiek, dio haar idem zooveel in de schatkist brengt, door voeren. Het gevolg is een heftig pro test uit Oostenrijk, want de scheep vaart op de KlIie ml Tiadee) onder-vin den, en in Nederland vindt uien pre cies hetzelfde verschijnsel, omdat men en terechtvoor de Rijn vaart vreest. Hot krachtigst slaat na tuurlijk Oostenrijk, want dit ls Duitscliland'3 bondgenoot. Toch geven de bedreigde Oostenrijkers zich aan geen illusies over, want ook zij ken nen de taaiheid en de volharding der eischen van de Pruisische agrariërs. en vreezen, dat in een zwak oogen blik het Oostenryksche ministerie van buitenlandsche zaken toch nog zou kunnen toegeven aan de pressie van Pruisen. liet gevolg Wel natuurlijk een anü-Duitsche betoogmg, waarvoor in Oostenrijk nog wel andere aanleidin gen te vinden zijn. De Duitschera in Uosteurijk vragen zich verbaasd af, of nieu dan in Berlijn geheel niei meer weet wat men doet, oin bij de, in Pruisen toch voldoende bekende Oostenrijksche toestanden, door zulk een politiek der unti-Duitsche bewe ging koren op den molen te dragen. Na de WATER-ELLENDE IN FRANKRIJK keert Parijs iangzamerliand tot het gewone leven terug. Aan de noodige herstellingen wordt hard gearbeid en bij do vele handen, die werkloos zijn, kan de arbeid snel vlotten. Minder goed is het platteland er f^nn u>e, maar ook daar is men al be zig, de ellende te bestrijden. Het zal evenwel geruimen tijd duren, eer de veie ingestorte woningen weer opge bouwd zijn cn do fabrieken woer in werking gesteld kunnen worden. Gelukkig blijf, het geld voor de Slachtoffers stroomen. In een vorig overzicht gaven we oen staatje van de bijdragen van 8taatshoofden hier volgt oen mededeeling van andere groote giften Het huis Rotechschild te Po- rijs 100.000 fr. De Parijsche handelsbeurs 26.000 fr De Noorder-, O aster- en Or leans Spoorweg-maat schappij ieder 25.000 fr. Het magazijn I.o Prlntcmps 20.000 fr. Ook verschillende gemeenteraden verleenden steun die van Marseille zond 25.000 fr. Van Lyon, Toulouse, Bor deaux en Rouaon tik 20.000 fr. Weonen 50.000 fr. Antwerpen 10.000 fr. Londen 13.125 fr Praag 10.000 fr. Het Londcusche Lord Mayor-fond» beschikt reeds over 1.100.000 fr. Op de vele andere verzamelingen is het spreekwoord „vele kleintjes ma ken een grooto", van toepassing. Ook het Nederland.sche fond9 bedraagt !eds een 20.000 gulden. Het leek, zoo schrijft een Fransch blad, alsof alles wat gezegd kon wor den over de ellende, door het opge stuwde water van de Seine teweegge bracht, was gezegd liet leek, alsof geen der geteisterd3 plaatsen ont snapt was aan do waakzaamheid der overheid en aan den speurzin van de verslaggevers. Er is echter een plaats, waar het water nog meer ellende heeft veroorzaakt dan orgens cider*, en dat stadje is in do algemeen® out steltenis geheel en al vergeten. Het is Draveil-Vjgneux. Veertien dagen long was de geheels lage stad, de „villa Draveil" zooals ze in de wandeling heet, van alle vor keer afgesneden hare MD0 inwoners en elders onder dak gebracht en in het verlaten plaatsje zette het hier en daar tot aan de daken der huisjes reikende water ongestoord zijn ver nielingswerk voort- Op een Vrijdag begon do overalroo- ming, binnen enkele uren steeg liet water tot 1 M. 50, liet klom tot 4 M en bleef 14 dagen op die hoogte. De bruggetjes, die door de brand eer en de genie waren gelegd, wer den door l»et onstuimige water weg geslagen als slroohalmen. 'J oen voe ren dappere mannen in schuitjes naar de verschillende buizen en haalden daar de menschen vandaan, die van verdieping naar verdieping waren ge vlucht uit angst voor hot steeds hoo- ger klimmende water cn voortdurend pistoolschoten hadden gelost, om maar de aandacht te trekken. En thans komen zij geleidelijk weer terug naar hun geteisterd plaatsje, naar hun vroegere woninkjee, die thans dreigen in te storten, waar hun mcubpla door het water zijn vernield, waaruit hunne kostbaarheden zijn verdwenen en door wel lier verbrijzel de ruiten hun <V> bitterste ellende aan grijnst De Fransche ministerraad besloot bij de Kamer 20 inillioen francs aan te vragen voor nieuwe hulp aan de slachtoffers vun de overstrooming. Het wetsontwerp daarvoor zal binnen kort worden ingediend, om de kloinc kooplieden, de industrieelen, ile land bouwers, die door de ramp getrofien zijn, in staat te stellen den geregelden gang van zaken in hun ondernemin gen te herstellen. Parijs vergeet de redders, die zich in de dagen der overstroomingen zoo kranig gehouden hebben, niet. Op het plein voor het Parijsche stadhuis zullen de verschillende sol- u- en matrozen-afdeelingen, die aan het reddingswerk deelgenomen hebben, defileeren voor president Fai- Jières en den heer Briand, den minis ter-president. Daarna zal aan iederen held een sigarenkoker, portefeuille, voorzien van het wapen van Pa rijs, als aandenken worden uitge reikt. 's Avonds bezoeken de feestgan gers dan de schouwburgen en theaters terwijl men hoopt, dat de militaire overheid den dapperen acht dagen verlof zal geven, in welk geval de spoorwegmaatschappijen vrij vervoer toestaan naar de plaats, waar ieder hunner heen wenscht te gaan. Van particuliere zijde zou dan gezorgd worden voor eenig zakgeld. Dit zullen de Jantjes zeker wel aan genaam vinden- Nu, verdiend hebben t X wel 1 Uit Rusland komen verschillende berichten, die wijzen op de ZONDERLINGE TOBSTANDEN IN 'T LAND VAN VADERTJE. De arbeiderspartij heeft een inter pellatie ingediend over do afschaffing van d» doodstraf. De Interpellation wijze» er op, dat reeds ln de eerste zitting van de derde Doema een ont werp tot afschaffing dear doodstraf ls Ingediend. Het bleef in 1908 onafge daan, en het gevolg daarvan was, dai die krijgsraden 1959 doodvonniseen widen, van welke 825 werden vol trokken. In het begin van 1909 werd het voorstel door de Doema verzon den aan de Juridicke oommisslo, die het nog niet heeft kunnen (of niet willen onderzoeken. Inmiddels zijn Ln 1909 weder 543 personen in Rus land ter dood gebracht (Gelukkig oo ui go achteruitgang bij 1908 vergelo- Ken fj. De interpellanten vragen, of de behandeling van het voorstel nu nog langer moet worden uitgesteld, en besluiten met de volgende opmer kingen „Zoo do regeering niet den mood heeft de doodstraf af te schaffen, mag do Dooma niet langer aarzelen. De ondergeteekenden wenschen derhalve, dat de Doeina aan de Juridieke com missie een termijn zal stollen van veertien dagen, waarin zij haar rap port over het wetsontwerp tot afschaf fing dor doodstraf moet uitbrengen Maar of de Doema een bealuit zal neinen We betwijfelen dit wel en wijzen op het tweede bericht, na melijk, dat de Doema de urgentie van een interpellatie, over gevangen ge nomen vertegenwoordigers van... een congres tegen den alcohol, hoeft af gewezen. Is hei in Rusland een mis- drijL het alcohol-misbruik te beslrij- VLOOTQUAESTIES. De „Daily Mali" berekent, dat aan liet einde van het begrootlngsjaar 1912 de maritieme positie van Enge land en Duitschiand zal zijn Enge land 20 Dreadnoughts en 41 slagsche pen van vroeger type, totaal 61, Duitschiand 13Dreadnoughts en 21 schepen van vroeger type, totaal 34. Een groot verschil dus I Het Fransche marine-program be paalt, dat er zulten zijn 32 pantser- schepen, 10 verkenners, 52 hoogzee- iorpedoschepen, 10 schepen voor de zeedivlstes in verre landen, 94 onder- zeesche booten, 4 mijnenleggers, 3 op nemingsschepen, 3 transportschepen en opleidingsschepen. Om dit te bereiken, moet in 1910 en 1911 natuurlijk aangebouwd en ver nieuwd worden. De Turk6che bladen deel en mede, dat de ministerraad het marine-pro gram heeft goedgekeurd, waarin o.m. wordt bepaald, dat er twee Dread noughts zullen worden gebouwd waarvoor 5 ratlHoon T.p. zal worden besteed, te verdeelen over 10 jaar. UIT CHINA komen In de nlaatsten tijd zonderlin ge berichten.- Wat zal de naaste toekomst bren gen? Zou de hooge Chineesche ambte naar, wiens oordeel de „Ostasiatisctie Lloyd" inriep, gelijk hebben gehad, toen hij het volgende duistere toe komstbeeld schetste Alles voert China een vreeaelijke crisis tegemoet Er zuilen stormen woeden, waarbij al wat in Turkije en andere landen, die zich hervormen, voorviel, Sn het niet zal verzinken. Mot den sleur, die thans in China heerscht, zai echter epoedig worden gebroken. Op den dag, dat het fiasco der dynastie, om hare belofte betref fende een parlement na te komen, duidelijic aan bet daglicht zal treden, zal de omwenteling komen. En deze dag is nader dan men vermoedt Sombere voorspellingen 1..., Stadsnieuws Aftreding. De heer F. A. V. W. H. van Tueren- hout heeft te kennen gegeven, dat hij wenscht af te treden als voorzitter van de vereeniging tegen het mishan delen van dieren, op grond van zijn leeftijd, llier dient gezegd te worden, dat de beer Van Tuerenhout zich vele jaren lang met grooten ijver en toewijding van den dikwijls tijdroovenden en lang niet altijd toonenden arbeid aan deze functie verbonden, gekweten heeft De leden sullen ongetwijfeld moeite hebben, een zijner wo&rdigen opvol ger te vinden. Militaire Zak sa Ten einde de onder de wapenen zijnde miliciens zoo min mogelijk aan de oefeningen te onttrekken, zijn door den commandant voor het garnl. zoen te Haarlem een zestal burger- corveeëra in dienst genomen. T HINDERDE NIET. Postbeambte Je hebt twee poefs* gala van vjjf cente op je bnef geplakt- één waa voldoende. Boeren vrouwtje O. dat hinder! met. Mijn zoon is bij de post, et u, het komt hem dus toch ten goede. PLEZIERIG. Vriendelijke oude heerIk muAS me bezorgd over je. beste vriend.- Waarom voer je niets tut? Toon tfc jou leoftljd had, stond lk niet late* dan zes uur op, werkte vóór X ontbijt een vol uur, daarna vijf uur aan éen stuk, na 't middageten, vier uur ach- tereen en na 't avondeten weer tot tien uur en daarna naar bed, weer om "ie uur op.... Leeglooper Zoo. En In welke gevan genis heb Je dan wel gezeten DE ONTBREKENDE SCHAKEL.- Hij had meer gaten aan z'n lijf. dan kleeren, en die gaten hadden hem Juist oen dubbeltje bezorgd. Maar waarom zoek je geen werk, je bent Jong en krachtig, zei d© goede, oude dame. Dat hoef ik niet te doen, antwoord»» do hij. Waarom niet, hernam ze. Heb jt «ortis geld genoeg, om van te Teven Dat niet, antwoordde de bedelaar j maar ik bekleed eea positie in de maatschappij. En zooeven vertelde Je. dat je niet werkte, hield de dame aan. Dat is ook zoo. herhaald» de bede laar. En je bezit niets van je zelf De ar me man schudde meewarig X hoofd. Wat voor positie vervul je dan toch Een teer belangrijke, mevrouw, hernam de bedelaar plechtig, ik vorm de schakel tusschen het kapitaal -en den arbeid l Coöperatie. Door de Coöperatieve Broodbakker!! en Verbrulksvereeniging „Vooruit, gang" zal deze week een vergadering worden geho>den. waar de heer A. B. Caimthout zsl rpreken over het ivezea der Coöperatie, nader toegelicht door lichtbeelden. „DE ABSOLUTE NEUTRALITEIT,® Men schrijft ons: Zaterdagavond LL hield de afdeo Ur.g Haarlem van '»e Vereeniging van Hoofden van Scholen in Nederland, een» vergadering, waarin oa. in be handeling werd genome» de protest- motte door het Hoofdbestuur den af- deelingen en algemeenea leden toe» gezonde», lx»treffende den eisch van den Bond van NederL Onderw., da4 de school vrij moet zijn van alle po litieke cn godsdienstige dogma's. Bij de bespreking dier m-otie werd er op gewozen, dat die Vereeniging van Hoofden van Scholen reeds Ja ren geleden protest heeft aangetee kend tegen de .absolute neutraliteit" tl Lans door den Bond van Nederi,. Ouderwijzers lulde verkondigd. Im mers op de Algemeene Vergadering der Hoofden v. Sch. gehouden 28 April 1905 te Utrecht werd het vol gend punt van de» beschrijvingsbrief door den Ion secretari: Ingeleid: „Dé stelling, dat het Openbaar Onderwijs vrij moet zijn van allo godsdienstig en politick dogma inoet naair den vorm worden aanvaard, maar behoort naar do beteekenis, welke ar wel eens aan wordt toegekend, met beslistheid té worden afgewezen." In een uitvoeirlg betoog toonde <1» spreker aan, tot welke consequent!® deze stelling moest voeren en welke positie da Vereen. Hoofden vaa Scholen moest innemen. Spreker vatte ten slotte zijne eotfc elusles semen ln eens beginselver klaring, wsarvan de hoofdzaak luidti „De openbare school te een Lnatft» tuut door de overheid Ingesteld ca moet dus dragen een nationaal ka- rak ter. Het onderwijs op die school gegeven moet versterken den natlo» nalen, vaderlandschen zin. DU ken- merk van de «trekking van ona otx derwijs te van zelf «prekend, omdat hot 't onderwijs te, dat gegeven wordt van overheidswege. Het angstig ontwijken van elke g» legenheid, die gunstig kan werfceö op do aankweoking van het nationaal gevoel, ls dus eene miskenning van OM ONS HEEN Ne. 1087. Huisvrouw of huisslavin. Eon van mijn kennissen woont ln éen huls, dat op het noorden en zui den gebouwd is. De huiskamer ligt op het noorden, is in den zomer heerlijk kool, maar in don winter haast niet warm te stoken, omdat door de serre vrijwat noordelijke kou binnenkomt Do voorkamer ligt op het zuiden, maar is voor huiskamer te klein en dus ongeschikt. Daar de achterkamer, zooate lk zei, toch al moeilijk warm te stoken is, moeten de deuren tusschen Vóór- en achterkamer dicht blijven, zoodat in koude vriesdagon, vooral wanneer hef hard waalt uit het noor den, de familie ln een half donkere niet hooi warme kamer huist In het bujfl ls boven voor, dus ook tip het zuluen, nog een kamer over do breedte van het heele huis, die voor werkkamer dient van den heer des huizes. Ik weet niet precies meer, hoe het zoo gekomen ls, denkelijk bij ge legenheid. dat de gewone hulskamer werd schoongemaakt of zooiets, maar ln ieder geval kwam het gezin op een donkeren dag in December In die bo- venvoorkamer te hulzen. Er brandde maar een eenvoudig klein kacheltje, niet zoo kloek en mooi als die van de hulskamer, maar zoo'n klein, kittig kacheltje, dat als liet moet In een paar minuten aan X gloeien gaat Kortorn, X was er behaaglijk warm. En juist terwijl een van de huisgenooten daar- over een dankbare opmerking maak te, brak op den naargocsligen Decem berdag de zon door en viel ©r ecu zonneglans in de kamer, om je hart te verkwikken. Toen kwam er een op de gedachte „als we hier van den winter eens gin gen wonen 1" Ze keken elkaar aan en daarna de vrouw des huizes, omdat van haar de tegenwerpingen en bezwaren werden verwacht, Maar de huismoeder, ver lekkerd op dat snorrende kacheltje en vooral op die zonnestralen, wees het denkbeeld nog zoo dadelijk ntet af Ze zou eens kijken, er over denken, ja er was wel voor, maar ook te gen .- r om kort te gaan, de familie sloeg op die zuidelijke bovenvoorka- mer haar winterkwartier op en donkt er te blijven, totdat er ln het tuintje weer wat gaat groeien en zonder be zwaar de serredeuren af en toe kun nen worden opengezet. Als je nu aan de huisvrouw vraagt, hoe haar de verhuizing bevalt, don zegt ze „Wat er in den winter voor licht is, krijgen we en van het beetje zonneschijn ontgaat ons niets. En heusch als lk de uren en de halfuren bij elkaar telde, zou je verwonderd staan, zooveel zon als er in den win ter op het zuiden nog op te vangen is. Natuurlijk mis ik wel eens wat. 'L Buffet is beneden, de meeste kasten zijn heneden, alleen het hoog noodi ge is boven gebracht en je begrijpt: we moeten wel een extra keertje de trap op en af. Maar daar geelt nie mand wat om. Wat is X hier vroo- lijk, wat is X hier lekker warin Dat hadden we al veel eerder moeten doen 1" Misschien vraagt Iemand, waar nu die arme heer des huizes werken moet. In vertrouwen gezegd dat stu- deeren van hem had niet veel te be duiden. 't Gaat meer zooeen stu deerkamer is lang niet altijd een ka- nier, waar gestudeerd wordt. Boven dien staan ziju schrijftafel en zijn boekenkast er nog, als hij wil kan hij studeeren in den familiekring, of als X er oens erg op aankomt, als de kin deren naar bed zijn. Dus heeft hij den inval op zijn gebied van den vroolij- ken kant opgenomen cn zegt tot ieder, die het hooren wil„ik zou nooit ge dacht hebben, dat de zon zoo vaak schijnt in een druilerigen Nederlani- schen winter." PLUlLLfclOiN Naar hel Engolsch van GUY BOOTHBY. 35) Een eenzame tor, die wist, dat hij ergens was waar hij niet behoorde te zijn, maakio niet de meest mogelijke haast, dat hij onder het fornuis weg kwam, terwijl op den hoogen eiken houten schooi-.teenrund de keuken klok met duidelijk getik liet 6leeds voortgaan van den tijd te kennen gaf. Aan de rechterhand en vlak tegen over u als go de keuken binnen- kwaamt, was een deur, die naar de provisiekamer leidde, terwijl in den zelfden muur aan de linkerhand- de ingang was naar de slaapkamer van Aiphonse. Omdat ik mijn schoenen had uitge- t: ukken, hetgeen ik u al verteld heb. v.'.s ik in staut zonder eenig gerucht te maken mijn weg to zoeken, en do ar ik de voorzorg genomen had bij het binnenkomen de kaars niet mijn hand te beschutten, wist ik zeker, dat de Franschman niets van mijn komst gemerkt kon hebben. Etehoedzanm naderde ik de deur en luisterde. Als ik werkelijk gemeend had, dat hij in het huis had rondge slopen, dan kwam ik nu van die ge dachte terug, want de heftige snurk- gcluiden, die van de andere zijde der kamerdeur tot mij doordrongen, spraken meer dan voldoende voor zijn onschuld. Niemand zou zulk snurken hebben kunnen nadoen. Als u ooit wel eens een loege ijzeren waterwagen over een hobbelige keibestrating heeft hoo ren gaan, dan is u in staat u daar een kleine voorstelling van te maken, an ders niet. Ik voelde nan de deur en vond haar op slot. Toen begon ik er met allebei mijn vuisten op te slaan en den slaper daarbinnen to vei manen op te staan en de deur te openen. Eindelijk ge lukte het mij hem te wekken, en wer den mijn pogingen toen ik hern met een niet heel dappore stom hoorde vragen, wis daar was, bekroond, lk stelde hem gerust door mijn naam te noemen en hij op zijn beurt maakte de deur open. lk kan u niet zeggen, welk een komischen indruk hij maak te zooals hij daar voor mij 6tond ln zijn grappig nachtgewaad cn hoe on gelooflijk het ook mag schijnen in de ze verlichte eeuw, zijn hoofd bedekt met een wollen slaapmuts, waarvan de pluim over de linkerzijd» viel tot dat zij bijna zijn krijgsliaftigen knevel aanraakte. Te zeggen dat hij ver baasd was mij op zulk een ongewoon uur voor zich te zien, zou den toestand onvoldoende weergeven. Hij knipoog de en staarde naar mij als een uil die in de zon moet kijken, en 'scheen hee lemaal geon begrip van de siluatio te kunnen krijgen. Ik ging zijn kamer binnen, cn terwijl ik op een stoel plaats nam, vertelde Ik hem, wat ik gehoord had, maar wat ik nergens had gezien. Hij was dadelijk zoo dap per als een leeuw, maar om hem recht te laten wedervaren moet ik zeg gen, dat zjin enthousiasme «enigszins bekoelde, toen ik zei, dat ik graag wilde, dat hij zich aankleedde om met mij hot huls rond te gaan. Wij hadden ons do moeite kunnen sparen, want wij ontdekten niets, zelfs geen venster, dat open stond of een deur, die nlot op slot was. Wij doorzochten alle leege kamera. Iedere kostja, eik hoekje en gaatje, waar in met ceuigo mogelijkheid een mensch verborgen zou kunnen zijn, maar zonder succes. Er was dus ten slotte niets anders van te zeggen, dan ditof er moest een man zijn binnen- g.komen, die kans had gezien op een of andere geheimzinnige wijze weer te ontsnappen zonder ontdekt te worden, of ik had mij alios maar verbeeld, wat onmogelijk was. Hoe raadselachtiger mij alles voorkwam, das te me^r groeide de dapperheid van Aiphonse aan. Hij -af mij te kennen bitter te leurgesteld te zijn, dat de booswicht niet te vinden was, die zoo vrijpostig geweest was Monsieur ln zijn siaapto storen. Tot op den huidigen dag bleef ik bij de gedachte, wat het lot \an het nietige schepsel zou site geweest als het hem wel gelukt was. Zooals ik u al verteld heb, was Aiphonse <n zijn eigen oogen, zoo dapper als een leeuw. Ik heb mij dikwijls afgevraagd bij welken kolossaal grooten leeuw iiij zich wel vergeleek. Omdat wij toch niets konden ont dekken, stuurde lk hem maar naar lied, en ging toen naar boven om mijn eigen legerstede op te zoeken. Het was tntusschen bijna drie uur geworden, toch voelde ik mij nog niet tot slapen geneigd. Dit bleek echter maar ver beelding te zijn, want ik was nog niet lang in bed of lk was ln diepon slaap gedompeld, zoo d'op zelfs, dat ik Aiphonse niet hoorde, totdat hij zooals hij mij vertelde minstens een dozijn keer op mijn deur had getikt. Ik vroeg hem, of hij in X laatst van den nacht nog iete gehoord had, maar hij antwoordde van niet. Om rijn eigen woorden te gebruiken, alles was zoo stil ««bleven als in een graf. Ik kan aan zijn gezicht zien, dat hij bij zichzelf volkomen overtuigd was, dat lk het geheel e geval gedroomd had, en bij hem gekomen was om bescher ming te zoeken. De ijdelheid van Franschen is spreekwoordelijk groot. Na het ontbijt doorzocht ik het huis nog eens door en door, maar vond to taal niets. Dien avond echter, vóórdat ik naar bed ging, nam ik Aiphonse nog eena met mij mee en ging weer overal rond. onderzocht leder venster en elke deur, opdat wij volkomen ze ker zouden zi)n, dat het niet weer zou gebeuren, of als dit wel het geval mocht ziin, dat het kwaad van bin nen zou komen en niet van buiten. Het was nauwelijks tien uur, toen ik juffrouw Sylvia goeden nacht wensch- te en naar bed ging. Aiphonse was al naar zijn slaapkamertje gegaan, maar niet dan na mij te hebben doen belo ven, dat ik niet zou aarzelen hom te roepen, ais ik zijn hulp noodlg mocht hebben. Mijn vrienden hebben mij dikwijls verteld, dat als ik slaap, ik dat van ganscher harte doe. Dat moet dien nacht wol het geval zijn geweest, want Ik geloof niet. dat ik wakker ge weest ben tot het tijd waa om op te staan. Juffrouw Sylvia was vóór mij be neden en toen ik binnen kwam, was zij druk bezig thee te zetten. Het trof mij, dat zij er vermoeid uitzag, alsof zij een elapeloozen nacht had doorge bracht. Dit bleek wel het geval te zijn, want toen wij halverwege het ontbijt waren, loede tij plotseling mes en vork neer, en rei Mijnheer Armltage, lk moet I? toch eens vragen of u vannacht niet» ongewoons geiword heeft Hoe onverhoeds mij die vraag ook werd voorgelegd, had flt toch genoeg tegenwoordigheid van geest om haar te antwoorden dat ik zoo vast gesla pen had, dat ik heelemaal niets ge hoord had. I)it scheen haar wel vat teleur te stellen, want zij keek mil verschrikt aan, alsof zij twijfelde of ik nu wel zou gelnoven, wat zij op het punt stond mij te vertellen. Ik vroeg haar wat zij meende met dat iets gehoord hebben, en als antwoord vertelde zij mij, dat zij tusschen éen en twee uur dien nacht lets of iemand op het portaal buiten haar kamer had hooren bewegen. Zij was volkomen overtuigd, dat zij zich niet vergist kon hebben. De voetstappen waren eerst in de richting van do studeerkamer ge gaan en paar minuten later wa ren zij teruggekeerd er» daarna de trap af. Zij hoorde duidelijk hei schuiven van de deur en daarna niet» meer. Ik trachtte haar to doeu gelooven, dat zij óf gedroomd had óf dat het kraken van houlwork zou geweest zijn, hetgeen dikwijls oen merkwaar dig spookachtig geluid maakt in dé stilte van den nacht. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5