HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
WOENSDAG 9 FEBRUARI 1910
OM ONS HEEN
N«. 1088.
Tegen bet mlshannelei
van dieren.
In een vorig nummer
deeld, dat generaal van Tuerenhout
wegens tlln leeftijd ia afgetreden als
voorzitter van de verecniglng tegen
Jiet mishandelen van dieren.
Hebben we eigenlijk wel eens be
dacht, hoe wonderlijk het is, dat
zoo'n vereeniging in onzen tijd nog
bestaan kan. ja bestaan moet en dik
wijls heelw&t werk heeft? Wat een
aanklacht tegen de zeden ligt daarin.
Als het mishandelen van een beest
een enkelen keer voorkwam, zon er
geen vereeniging behoeven te wezen,
die dat tegengaat, evenmin als er
.vereeniging tot bescherming
standbeelden wordt gesticht, omdat
.wel eens een dronken jongen op
voetstuk klimt en een bronzen neus
verminkt. De vereeniging is er dus,
omdat het mishandelen van dieren
een dagelijksch voorkomende zaak is.
Honderde menschen willen daar
over liever maar niet hooren, ze zeg
gen dan „tegen het mishandelen van
dieren o, dat zijn die menschen Yan
asyls voor honden en kattenneen,
dank Je wel, dat is me te ziekelijk."
Ik weet niet, of ze in dien geest ooit
fe)t den heer Van Tuerenhout hebben
gesproken, maar als het zoo is, heb
ben ze vast den wind van voren ge
kregen. Die was allesbehalve senti
menteel aangelegd. Het zou bij hem
niet opgekomen zijn, hondjes te ver
troetelen en katjes in warme bedjes te
laten leggen. Daarvoor had hij veel te
gezonde begrippen. En die geest
heerechte dan ook in het heele be
stuur van de vereeniging, niet. Als
een gedeelte van 't publiek, een veel
te groot deel. nog zulke verkeerde
denkbeelden heeft, dan komt dat door
de overdrijving, die in andere steden
wel is begaan door ja, "t spijt
me, dat ik het zeggen moet door
dames meestal. Gevoel is een goed
ding, maar je moet het aan de ketting
leggen, anders gaat het or van door
en wéét je niet, waar het blijft I Maar
een vereeniging tegen het mishande
len van dieren wie kan daar nu
eigenlijk tegen wezen? De grootste
belacher van hondenjasjes en katten-
asyls zal toch niet willen beweren,
dat hij vóór hei mishandelen van die
ren isl
Welnu, de heer Van Tuerenhout, die
in 1899 den heer A. van de Voort Azn.
als voorzitter opvolgde, heeft de func
tie altoos in den gezonden zin opge
vat. Hij stelde belang in deze zaken,
gaf er zijn tijd aan, had er aandacht
voor. Wie een klacht meende te heb
ben op 't gebied van dierenmishande
ling, kon die mondeling of schriftelijk
gerust by hem indienen en er zeker
van wezen, dat hij er zelf op uittoog
om die te onderzoeken, of wanneer
hem de Gelegenheid ontbrak, zorgde,
dat ze onderzocht werd. Zóo opgevat
vordert het voorzittersambt niet al
leen vrij wat tijd, maar ook een zekere
beslistheid van optreden. Ik heb im
mers al gezegd, dat veel menschen er
nog zoo'n vreemd denkbeeld van heb
ben, welnu dat bevordert vanzelf de
medewerking niet Zelfs onder de
autoriteiten komen er voor, die dat
streven om dierenmishandeling tegen
te gaan als een soort van goedige gek
heid beschouwen. Dan behoort er een
zeker moreel overwicht toe, om wat
g&laan te krijgen. En hoeveel meer
het noodiz wordt, als iemand op die
renmishandeling betrapt wordt kan
iedereen voor zichzelf ervaren, wan
neer hij een voerman zijn paard on-
noodiig on wreedelijk ziet afranselen
of een trekhond mishandelen door
zijn ruwen eigenaar. Wie dat met
woorden wil tegengaan, loopt gevaar,
dat hij van de klappen meekrijgt. Als
't er op aankwam telde de - fgctredon
voorzitter die kans niet mee, maar be
gon moedig den aanval, wel te ver
staan met het vermanende woord lk
heb er trouwens nooit van gehoord,
dat hij ooit grof bejegend ia Dat be
werkte de invloed van zijn persoon
lijkheid, gepaard met het besef bij
den overtreder, dat de man die hem
zoo bestraffend toeBprok, in zijn recht
was.
Want er zit immers ln het mishan
delen van dieren niets goeds, niets
dat nuttig kon zijn voor de maat
schappij. Wat kan er voor de samen
leving voor voordeel in steken, dat
iemand een paard kwelt of een kalf
pijnigt Geen hoegenaamd. Wel groo
ts schade. Als het waar is en dat
zal niemand tegenspreken dat de
st in een maatschappij de optel-
line ia van de eigenschappen derge
nen, die er deel van uitmakenals
het Juist gezien is, dat ruwheid ru
wer wordt naarmate ze wordt ge
kweekt en onderhouden, evengoed als
zachtheid en mededoogen door oefe
ning worden bevorderd jdon is die
renmishandeling anti-maatschappe
lijk, een verschijnsel ln strijd met de
belangen van de samenleving. WU nu
iemand misschien nog een stap ver
der gaan en zeggen, dat het tegen-
n ven dierenmishandeling in 't be
lang is van de menschen, <Tnn zal lk
dat niet tegensprekeu. Zelfs in letter
lijken zinde dierenbeul slaat met de
eenmaal verkregen losse hand licht
ook vrouw en kinderen.
Maar in zulke ruwe vormen behoe-
jn we ons niet eens te verdiepen. Er
zijn er wel andere, die minder in 't
oog vallen en waaraan toch de veree
niging terecht haar aandacht hoeft
gewijd.
Het is een averechtsche dierenlief
de, om honden of katten niet hinder
lijke of ongeneeslijke ziekten door
kunst en vliegwerk in 't leven te hou
den daarom stichtte de vereeniging
haar asphyxlat'e-inrichüng, waar
zulke stumperige dieren pijnloos wor
den gedood door gas. Daaraan is toch
niets sentimenteels, zou ik meenen.
Evenmin aan de nestkasten, die hier
en daar voorde vogels zijn opgehan
gen, of aan de drinkfonteinen. waar
van de vereeniging er een paar aan
de gemeente ten geschenke aangebo
den heeft. Wie even de moeite wil ne
men, op een lente- of zomerdag bij
zoo'n fontein te staan kijken, wan
neer een voerman zijn paard cr naar
toe leidt, zal met plezier zien, hoe ge-
noegelijk het dier van het frissche
water slobbert. Feitelitk gaat de ver-1
eeniging bier verder dan haar naam.
De drinkfonteinen gaan niet zoozeer
mishandeling tegen, maar veraange
namen het paardeleven. Daar mag
men om lachen, maar men kan er
toch niets tegen hebben.
Voor zulke dingen nu heeft de heer
Van Tuerenhout zijn moeite, zijn tijd
en zijn belangstelling over gehad. Ook
voor dat zoo dikwijls rampzalige
schepsel, den trekhond. Hij liad op
zijn vele reizen, ln België, in Zwitser
land, in Italië heel wat gezien van de
aanspanning van trekhonden en daar
bij zijn oogen goed den kost gegeven,
zoodat hü ais de man, die verre rei- j
zen doet, thuiskomende ook heelwat
wist te verhalen. Die mededeelingen
stemden dikwijls tot nederigheid. Al
zijn de toestanden niet van dien aard,
dat een Nederlandsche srijfster in
ziekelijke overdrijving hulp meende
te moeten gaan zoeken in 't buiten
land, de Nederlandsche trekhond
heeft nog geen ideaal bestaan. Wij
zijn nog niet zoover als de Zwitser, die
toen zijn hond hem een vracht berg
opwaarts had helpen brengen, het
dier bergafwaarts i n den wagen zet
te, om hem nu ook eens te laten rus
ten. Zeg nu niet dadelijk, dat het sen
timenteel istoen ik het hoorde ver
tellen, vond ik het aardig, 't Teekent
de gewoonte in een land, wil ik maar
zeggen, want wie zou hier, zooiets
durven doen Zou hij niet, o vloeu
der vaische schaamte, bang zijn om
te worden uitgelachen
Het zal niet gemakkelijk
heer Van Tuerenhout te
Zelf ernstig werker verwachtte hij
ook van een ander, dat dia zijn belof
ten gestand zou doen en werd hij
daarin teleurgesteld, dan gaf de heer
Van Tuerenhout onomwonden rijn
misnoegen te kennen.
„Dat gaat nie", placht hij dan te
zeggen met echt-Brabontecha varmof-
feling van de letter h
Ais 't niet zoo ongebruikelijk was, sera
ik zeggen „wanneer iemand ©1 mis
schien roeping voor gevoelt, kan hij
zich aanmelden bij 1 bestuur." Intua-
schen, op deze manier vindt men tot
en uotr geen voorzitter», die i
ten dikwijls met moe»te gezocht,
inspanning overgehaald worden. Wie
er neiging toe voelt, weet nu evenwei,
dat hij nuttig kan zijn, maar gevoele
tevens, dat hij met energie en belang
stelling vervuld zal moeten wezen, om
niet bij zijn voorganger af te steken.
Op één ding kan hij gerust wezen
overgevoeligheid bedrijft de vereeni
ging niet
j. a P.
Suitenlanasch Overzicht
Gisteren hebben de laatste
VERKIEZINGEN IN ENGELAND
plaats gehad. De universiteiten van
Glasgow on Aberdeen verkozen een
unionist, maar dit verandert niets
aan de onlangs medegedeelde eind
cijfers, omdat we toen met deze uit
slagen (die met beslistheid te voor
spellen waren) al rekening hebben ge-
honden
Eind Februari zal het Lagerhuis nu
bijeen kunnen komen. Groot verschil
van meening is' er. waar de heenen
mee moeten beginnen de een meent
'net de nieuwe vaststelling der be
grooting en de ander met de afreke
ning met het Hoogerhuis.
In verband met deze quaestie ls het
wel van belang kennis tc nemen van
een tweetal interviews. Allereerst met
een vraaggesprek van Joe Chamber
lain
De Journalist begint te vertellen,
dat deze staatsman er, ofschoon hij
nu reeds drie jaar lijdende is geweest,
niet slecht uitziet en nog zeer opge
wekt is Over het geheel was hij niet
door den uitslag van den politieken
strijd teleurgesteld. Hij erkende, dat
zijn zaak (die van de tarief-hervor
ming) nog niet gewonnen heeft, doch
dat zelfs zijn tegenstanders thans
zien, dat die zaak winnen moet, en
dot de overwinning zeker komen zal.
De Unionisten hadden het er wol niet
zoo goed afgebraoht ais Joe gehoopt
had, doch er was een buitengewone
vermeerdering te constateeren in het
aantal stemmen voor tarief-narvor-
ining uitgebracht, en de tarief-hervor
mers in het Lagerhuis zouden nu
sterker zijn dan ooit te voren.
Ten aanzieu van het ministerie zei
Chamberlain
„De kiezers hebben minister As
quith slecht behandeld. Zij hadden
hem beloofd, dat ze liet land zouden
winnen met het „budget" en nu is hij
afhankelijk van de Ieren. Hij zal on
dervinden, dat zij lastige heenen zijn,
maar Home Rule zal hij hun niet
geven, daar zal hij wel op een of
andere wijze aan zien te ontkomen."
Deze uitspraak toont, dat de Ieren
ook niet voel zouden behoeven te ver
wachten van de partij van Joe. Las
tige heeren geen Home Rule....
Ook besprak Chamberlain de Hoo-
gerhuis-quaestie, en meendo, dat de
Unionisten maar eens moeten af
wachten, wat het ministerie Asquith
wil doen. Hij voor zich was niet te
gen een hervorming van het Hooger
huis, ofschoon hij betwijfelde, of bot
volk ooit een hervormde Eerste Ka
mer zou krijgen, die in de praktijk
zoo goed zou werken als liet Hooger
huis gedaan had horvorming zou
het Hoogerhuis z. i. nog sterker ma
ken. De Kroon moest men buiten deze
quaestie zien te houden, en misschien
dat de huidige toestand de gelegen
heid gaf te overwegen, hoe dit door
een soort referendum mogelijk kan
worden gemaakt.
Bijzonder duidelijk heeft Joe rich
niet uitgelaten 1
Ten tweede een interview met mi
nister Lloyd George, die nog op een
vacantie-reisje is. Hoe hij over den
uitslag der verkiezingen dacht zoo
werd hem gevraagd.
,,'t Verbaast mij zei de minister
- dat onze tegenstanders zich ver
beelden gewonnen te hebben. De op-
bladen, met name door die,
welke bet felst tegen het budget wa
ren gekant en het hardst tariff-reform
aanprezen, heelt mij mat verbazing
doen afvragen, of cijfers wel ©enige
beteekenis hebben. Zooals de zaken
thans staan, iiebben wij (dat Is de re
geering) een flinke meerderheid van
meer dan 120. Waren aan den kant
der vooruitstrevenden geen „split-
votes" geweest, wij zouden diclzt bij
de 140 geweest eijn. Bovendien, had
er geen meervoudig kiesrecht bestaan,
onze positie zou zóó krachtig geweest
zijn, dat wij vermoedelijk een liberale
moederheid alleen zouden gehad heb
ben van ongeveer 150, onafhankelijk
van de Ieren."
De minister meende, dat het duide
lijk was, dat de regeering een betee
ken isvolle overwinning had behaald.
„Wij streden den strijd op duidelijke
punten, en de kiezers hebben ons op
die punten in het gelijk gesteld. En ik
geloof, dat mijn ergste vijand en ik
heb er velen het mij niet euvel zaJ
nemen, als 11c straks hel budget als
"ai eerste quaestie voorop stel."
Wat het ministerie Asquith precies
zal doen, zullen we wel binnen en
kele dagen hooren, want morgen
wordt ministerraad gehouden.
Er is alle roden om aan te nemen,
huis zich na de behan-
adres op de troonrede,
zal moeten bezighouden
met de opnieuw ingediende bagroo-
ting met het oog op de financieele 1»
hoef ten-
ar is aue ruoe.
dat het Lagerhui
deling van het at
onmiddellijk zal
DE CRISIS IN DEN BALKAN
is, zooals men weet, voorloopig opge
lost. De mogendheden zullen er voor
zorgen, dat de K releasers geen afge
vaardigden naar de Griekse he kamer
of Nationale vergadering kan sturen,
en andere dingen doen, die de Turken
iu hun recht op bet eiland schaden
Volgens berichten uit Ween en zou
den de beschermende mogendheden
het eens zijn geworden over een voor-
van Engeland, om niet over te
o tot een nieuwe blijvende inter
nationale bezetting van Kreta, maar
om, in geval de Kreleasers niet willen
luisteren, de tolkantoren op het
eiland tijdelijk te bezetten en op de
douane-inkomsten beslag te leggen.
Te Salonlk: is een commissie ge
vormd, welke de vraag overweegt
van het boycotten van Grieksche goe
deren ln Turkije, in geval blijken
mocht, dat Griekenland heimelijk
met de Kretensers konkelt
Voarloopig zijn we, hopen we, weer
van de Kretenser quaestie af.
Bepaald rustig is het niet fcn de
Balkan-politiek. De laatste dagen
wordt druk geschreven en gesproken
over een mogelijke toenadering tus-
schen
RUSLAND EN OOSTENRIJK-
HONGARIJE.
Een half ambtelijk blad ln Weenen
schrijft daaromtrent
„Hoe onverwacht deze wending
voor de Internationale politiek geko
men ls en hoe weinig zij overeen
stemt met de tot dusver gevolgde
staatkunde namelijk die van nau
we aansluiting bij Duitschland dat
toanen de commentaren der interna
lionale pers. De lofredenen op de
thans aan den dag tredende Russische
gezindheid komen uit die tanden,
waar men de Donau-monarchie tij
dens de crisis in het Oosten met de
ergste aanklachten en verdachtmakin
gen overstelpt heeft. Onze vijanden
zijn in eens de bewonderaars onzer
politiek geworden....
Daarom hopen wij, dat de steeds
duidelijk aan den dag gelegde onwil
van Rusland, om op het denkbeeld
van een entente in te gaan, eindelij
ook de officieele buitenlandsche staat
kunde der monarchie dwingen zi, i,
zulk een droombeeld niet langer na i -
Jagen. De veldtocht ln de pers ten
gunste van ©en Russisch-Oostenrljk-
sche entente, heeft bet internationale
gezag der Monarchie zeer geschaad,
en zij hoeft het vertrouwen op de vast
heid van deze politiek aan het wanke
len gebracht."
Dtj politiek van baron Van Aehren-
thal wordt dus geducht afgekeurd, en
dat nog wel in een half-ambtelijk
blad. De andero regeerders zullen den
minister van buitenlandsche zaken
dus blijkbaar niet in zijn najaging
van een „droombeeld" steunen, zoo-
dat.... er ook wel niets van tal ko
men.
Ook Russischs bladen schijnen met
de toenadering niets op te hebben.
Toch toonen deze bladen nog meer
belangstelling voor
DE FINSCUE QUAESTIE.
De Petersburgsche redacteurs toor
nen over den oproep der buitenland
sche professoren.
Ook het protest der Nederlandsche
hoogioeraren heeft ergernis gewekt
Het „Nowojs Wre-nja" spreekt op
meewarigen toon over verstandige
menschen, die zich zoo in do war kun
nen laten brengen door in 't buiten
land verbreide vaische voorstellingen,
en zich daardoor laten verleiden zich
met zaken te bemoeien, die hen niets
aangaan en die rij onmogelijk kannen
beoordeelen.
Een begrijpelijk excuus 1 De Russen
hebben liever niet, dat men de knech
ting der Finnen bespreekt en vreezen
vooral er 1 tick I
Ls nog steeds niet opgelost De minis
ter-president Khuen Hedervary legde
den Keizer het plan van Andrasey
voor tot vorming van een coalitie-
ministerie. waarvan Tlsza, Andrasey
en Kossutn deel zouden uitmaken.
Dit plan kon evenwel niet de goed
keuring van den Keizer wegdragen,
en deze verzocht Hedervary, de zaken
verder te blijven leiden met zijn ka
binet
IN MAROKKO
ls het weer niet pluis 1 Gemeld wordt,
dat Abd-el-Malek, kleinzoon van Abd-
el-Kader legen Moelay ilafid in op
stand Is gekomen en ten noorden van
Tsoel een kamp betrokken heeft Met
behulp van verschillende sta:
beeft hij een rooftocht gedaan
het gebied der Beni-Boe-Iagt.
Ook zou er een beweging bestaan
om den ex-sultan Abd-el-Azis tot sul
tan uit te roepen, die vooral onder de
Zemmoer- en Gajata-stanimen aan
hangers telt. Moelay-el-Keblr zou
deze beweging steunen.
Naar uit Fez gemeld wordt, zou
Moulay-Hafid aan de SJawia-stam-
men dringend om hulptroepen ge
vraagd hebben.
DE \f ATER-ELLENUE IN
FRANKRIJK
Een telegram uit Parijs mel&ie gis
termiddag
Men vreest, dat de Seine opnieuw
zal gaan wassen, wegens den hoogen
waterstand op alle zijrivieren. Zoo de
regens aanhouden kan men den zelf
den hoogen waterstand, verwachten
als op hot meest kritische o ogenblik
van de vorige week.
Nadere berichten spreken dan ook
van het opnieuw wassen der rivieren
en eenige eerst drooggeloopen straten
staan weer onder water. De Loire te
Orleans is o. a. wear 1.70 M. gewas-
En nog steeds is bet aan 't regenen!
lok worden de rivieren overmatig ge
voed, door de ameltend© sneeuw in de
bergen.
Frankrijk wordt wel bezochte.
Stadsnieuws
VELDDIENSTOEFENING.
We ontvingen thans over deze veld
dienstoefening een verslag in de spel
ling van de Vries en te Winkel, en
voorzien van den naam van den in-
In de omstreken van Middenduin
werd Zondag 6 Februari een veld
dienstoefening gehouden door de af
deelingen Haarlem van bet korps der
Konlnkl. Nederl. Weerbaarheidsver-
eefliging en van Volksweerbaarheid
en door Bloemendaal's Commando,
welke oefening stond onder leiding
van een officier der infanterie.
Des voormiddags hall tien werd ver
zameld voor het hotel Zomerzorg te
Bloeinendaal. De sergeant Stcffens
kreeg de opdracht zich met een deta
chement van 15 man te begeven naar
den spoorwegovergang ten O. van
Middenduin. De spoorlijn Haarlem
Velsen werd verondersteld deel uitte
maken van een étappelijn (<L L een
lijn waarlangs vervoer van levensmid
delen" enz. plaats vindt) van troepen,
die zich bevonden in do lijn Noordwij-
kerhout—Aalsmeer. Deze spoorlijn
werd gedekt door zwakke detachemen
ten, waarvan do ofdeeling van den
sergeant Stellens er eeu was- De ove
rige manschappen vormden een korp3
van partijgangers. Dit korps had zich
verzameld in de duinen ten W. van
het gesticht Meerenberg. Een spion
bracht daar om 11 uur het bericht,
dat do spoorbaan ten O. van Midden
duin zwak was beveiligd en dat spoe
dig door het dekkings-detechement
het tweede ontbijt genuttigd zou wor
den.
De commandant besloot hierop van
deze gunstige gelegenheid gebruik
te maken, oin te trachten de spoorlijn
daar op te blazen.
Hij zond daartoe oen sterke pa
trouille uit met de opdracht oin doar
brutaal optreden de aandacht van
de wacht tot rich te trekken.
Hij zelf begaf rich door het bedekt
terrein ten Z. van den weg eveueen»
naar den overgang. Door dat echter
de afdeeling, dio de aandacht tot
zich moest trekken, te spoedig haar
ware sterkte verried, was hot niet
mogelijk den vijand zoo dicht onbe
merkt te naderen, dat tot den storm-
aanval kon worden overgegaan. Hij
verspreidde zich aan weerszijde van
de spoorbaan en rukte al vurende
voorwaarts, zoodoende aan een pa
trouille, die de spoorlijn moest op
blazen gelegenheid gevende, ongehin
derd hare werkzaamheden te verrich
ten.
Om 1 uur werd opnieuw verzameld
lot het houtten van een tweede oefe
ning.
Veroado-zteld was, dat een convooi
rich moo... i>egeven van Velsen over
Santpoort, Middenduin naar Bloe
mende. Het konvooi werd godekt
door oen compagnie infanterie. Voor
de hoeve Middenduin evenwol hrak
de as van dan voorlaatsten wagen.
Een sectie werd achter gelaten met
de opdracht in Santpoort een nieu
wen wagen te requJreeren en zoo
spoedig .mogelijk de marsch voort te
ratten. Deze sectio werd voorgesteld
door een afdeeling van 15 man en
twee markeer vlaggen, ieder voor
stellende 20 man. De tegenpartij,
partijgangers, luid de opdracht den
marsch van liet convooi zooveel mo
gelijk te belemmeren. Om 2 uur toen
de wagen word verondersteld dorm
den gerequireerden te zijn vervan
gen, begaf het convooi zich op
marsch. Een sterke patrouille werd
als zelfstandige afdeeling 1 h 1 1/2
K M vooruit geschoven met do op
dracht het terrein voor- en zijwaarts
van den marschweg te doorzoeken,
om zoodoende hel convooi in de gele
genheid te sleilen ongestoord liaai'
marsch voort te zetten. De partij
gangers hadden zich over de ver
schillende naar Bloerneodaal voeren
de wegen verspreid. Door één van do-
ze afdeelingen werd de dekking van
het convooi onder vuur genomen,
'oordat de wagens het bedekte ter
rein verlaten hadden, zoodat tijdig
reien tot verdrijving van deze
patrouille genomen konden worden.
Daar het bericht van den opmarsch
van het convooi te laai de overige
afdeelingen van de partijgangers be
reikte, was dit in de gelegenheid
langs 't station Santpoort ongestoord
zijn marsch te vervolgen. Om on ge-
voer 3 uur deed de leider de oefening
staken waarna een bespreking gehou
den werd. Hierna keerde men naar
huis terug.
Hinderwet
B. en W. van Haarlem doen weten
dat op alle werkdagen van 9 tot 2
uur, tot 22 Februari e.k-, 's namid
dags ten I 1/4 ure, ter gemeente-se
cretarie (7de afdeeling) ter inzage
ligt liet ingekomen verzoekschrift
met d© bijlagen van C. A. Hardabelt,
om vergunning tot oprichting van
oen© smederij in hot perceel aan de
Magdalenasteeg no. 11, en dat op 22
Februari ten 1 1/4 ure op bet Raad
huisder gemeente de gelegenheid zal
warden gegeven bezwaren logen het
oprichten -Ier inrichting in tc bren
IN HOOGER BEROER.
Maandag is door den Hoogen Raad
behandeld het cassatieberoep van den
ambtenaar van het openb. ministerie
bij het kantongerecht te Haarlem to
gen hot ontslag van rechtsvei wiging
van H. S. H., huisvrouw van C. R.,
zonder boroep te Üloemendaal-Ovcr-
veen, vervolgd ter zako dat zij iu da
gemeente Bloemen daal op 25 Sept.
1999 de vanwege den burgemeester
van Bloemendaal buiten aui hare
woning te Overveeu aangeplakte kon-
nisgeving. dat in hare woning be
smettelijke ziekte, n.l. roodvonk,
heersehte. wederrechtelijk heeft afge
scheurd.
De kantonrechter had overwogen,
dat de bekendmaking moet emaneeren
van liet bevoegd gezag -n gedaan
worden in het openbaar, wat in casu
niet het geval was.
Adv.-^en. rar. Ledeboer, conclu
deerde op grond dat hei vonnis niet
RriUiLLtriOf*
Naar het Engelsch
van
GUY BOOTHBY,
36)
Zij bleef echter positief in haar
overtuiging, dat zij iets gehoord had.
Niets zou haar in dit opzicht van ge
dachte doen veranderen.
Met de "edachte aan wat ik zelf ge
hoord had. voelde ik mij niet sterk
genoeg om verder op de zaak in te
gaan en na een poosje lieten wij het
onderwerp rusten. Eén ding was heel
zeker, en dat was dit feit. dat ter wil
le van iedereen die hierbij betrokken
was, het geheim van dezen midder-
nachtelijkéu bezoeker noodzakelijk
ééns en vooral moest worden opgelost.
Maar hoe moesten wij daarbij to werk
gaan
Omdat ik juffrouw Sylvia liever
niet aan het schrikken wildo brengen,
raadpleegde ik Alpbonse. Uit het feit,
dat. zij iets gehoord had, begon hij
nu ook te gelooven, dat er toch wel
Iets van aan zou zijn.
Zou Monsieur geen boodschap
zenden aan den inspecteur van poli
tie, die hier eergisteren was?
Dat is een goed idée. antwoordde
Monsieur. Ik zal er met mijnheer
Grigson over spreken.
Dat deed ik zonder tijd te verliezen.
HOOFDSTUK XI.
Het was bijna twee uur, vóórdat
Grigson aan ons huis aanbelde en ln-
tusschen was er iets anders merk
waardigs -ebe'"" ■*°en ik ter wil
le van miin verhaal, niet mag verzwij
gen.
In den morgen moest ik noodzake
lijk even uit om een paar boodschap
pen te doen voor juffrouw Sylvia. Ik
deed mijn uiterste best haar te bewe
gen met mij oiee te gaan, deukende
dat die verandering haar goed zou
doen, maar zij wilde er niet van hoo
ren. Zij verklaarde, dat zij het huis
niet kon \erlaten. Wie kon zeggen,
zoo sprak zij Lol mij, of haar oom niet
zou torugkeeren Hoe zou hij hel. wel
vinden als zij er niet was, om hem te
verwelkomen Toen ik zag, dat zij 't
ernstig ineende, zei ik niets meer. Dat
het geluid, dat zij dien nacht gehoord
had, haar eeu schok had gegeven,
daar was geen twijfel aan. Zij was
een hoogst gevoelig meisje, en het
was geen wonder, dat zoo'n onge
woon. en om een woord te gebruiken.
dat ik haat, zoo'n spookachtig geluid
haar anrstisr gemaakt had. Wat ik
zelf gehoord had, wilde ook maar niet
uit mijn gedachten. Er bleef mij nu
niets anders over dan af te wachten,
wat Grigson er van denken zou, wan
neer zijn ervaren hersenen zich ermee
gingen bemoeien. Maar om op die
merkwaardige omstandigheden terug
te komen. Ik was hel plein overge
gaan, en ging een smalle laan door
ln da richting van de Floetstraat, toen
ik toevallig rondkeek. Tot mijn ver-
bazing Hen nauwelijks vijftig pas ach
ter mji do Italiaansche jongen met de
aap, die mij twee dagen geleden zoo
aanhoudend gevolgd was. Dat hij zijn
vak niet uitoefende, daarvan was lk
zeker, ai was 't alleen maar omdat
zijn harmonica op zijn rug hing en hij
de aap in zijn armen droeg. Hij rook
te een aigarelte en Rep zoo onver
schillig acht® mij aan te slenteren
aieof de tijd er bij hem niets op aan
kwam.
Toen ik ln de Fleetstraat was aange
komen, stak ik de straat dwars over
en bleef staan voor een wankel, in
welks ruiten de ingang van de laan,
die ik zoo pas veriaten had, weer
kaatst werd. Ik had nog niet meer
dan een halve minuut gewacht, vóór
dat do jongen wat haastiger doorloo
pend, verscheen. Ongetwijfeld was
hij bang mij in de drukke straat uit
het ooa te zullen verliezen. Midden op
straat staande, keek hij snel om zich
heen. Eindelijk echter, ontdekte hij
mij en ging hij op zijn beurt voor een
winkelruit staan kijken. Met versnel
den pas zette ik nu mijn wandeling
weer voort, totdat Ik bij den winkel
aankwam waar lk mijn inkoopen
moest doen. .Alvorens daar binnen te
gaan, stond ik in het venstor te kij
ken. De Italiaan was in ernstig ge
sprek gewikkeld met een kleinen
straatjoneen. Ik ZAg hem duidelijk
oen stuk papier uit rijn zak halen en
aan het kind geven, die een zijstraat
insloeg en verdween. Mij afvragend,
wat hij van plan was te doen. ging lk
den winkel binnen en bestelde de ar
tikelen, waarvoor ik was ultgegaan.
De Winkel was vol menschen en zoo
moest ik msduldig mijn beurt afwach
ten, vóór ik bediend kon worden. Dit
nam wat tijd iu beslag, maar verhin
derde mij niet, mijn oog op den jon
gen aan de overzijde van de straat
gevestigd te houdenhij stond daax
kalm tegen een lantaarnpaal zijn sl-
garette te rooken, maar voortdurend
was hij waakzaam, blijkbaar om ?e-
ker te zijn, dat ik don winkel niet zou
verlaten, zonder dat hij 't merkte.
Toen mijn boodschap volbracht
was, ging ik weer de straat op in wes
telijke richting, om nog wat tabak te
koopen in een winkel, waar ik klant
was. Zooals ik wei verwachtte werd
ik weer vervolgd door_den Jongen.
Hadden de omstandigheden niet mee
gebracht. dat ik gauw thuis moest
zijn om het aanstaand bezoek van
Grigson, dan zou lk eeu cab hebben
aangeroepen en mij ui gestrekten
draf door de stad hebben laten rijden,
maar dat was nu onmogelijk. Daar
om. toen ik mijn tabak gekocht had,
keerde ik om en liep denzelfden weg
terug, maar hoe vreemd dit ook
scheen, do jongen was verdwenen.
Ofschoon ik de straat heelemaal langs
keek, kon ik niets meer van hem ont
dekken Dit wekte mijn groot© verba
zing op, want ik was er ln mijn ziel
van overtuigd, dat hij mij gevolgd
was Wat was er dan nu van hem ge
weid en Was zijn werk als detective
hem beginnen te vervelen en was hij
naar huis gegaan of was hij mis
schien afgelost door een ander, die
door den straatjongen gehaald was
Ik besloot mijn oogen nog wijder
open te houden dan te voren. Door de
Fleelstruat gaande bleef ik herhaal
delijk staan om om mij heea te kijken,
maar ik zag niemand, die ook maar
eenige belangstelling in mij toonde.
Of z.ivolgden nu een ander plan, óf
zij waren liet spel moo geworden. De
tijd zou spoedig leeren, welke van de
ze twee verondorsteillngun de ware
was, daarvan was ik overtuigd.
Weer sloeg ik de smalle laan in, die
naar hot plein leidde. Eerst was zij
leeg, esr was geen levend wezen ln te
zien. ik keek achter mij, maar da
Italiaan was nergens meer te aan
schouwen. Toen begon ik aan Justus
te denben, en vroeg mij af. wat er van
hem geworden zou zijn, toen lk mijn
nanui hoorde noemen.
Het geluid kwam van den linker
kant der huizenrij in de laan. lk keek
in die richting en zag niemand an
ders dan mijn schurk van een neef,
Gilbert Fevorsham. die tn do deur
opening vlak tegenover mij stond. Hij
trok langzaam zijn handschoenen aan
en was te*elijki.rtfj<? bezie oen sigaret
te rooken. Toen hij zag, dat hij mijn
opmerkzaamheid tot zich getrokken
had, kwam hij langzaam den stoep af
en naar mij toe. Ik bleef staan, waar
ik stond en keek hem rechtuit in 't ge
laat
Wat wil jo van mij 1 vroeg ik,
terwijl mün bloed scheen te koken.
Niets anders dan een kort onder»
houd, waarde neef, klonk zijn ant
woord. Je zult mij dat toch zeker niet
weigeren. Het is toch immers niet te
veel gevraagd?
Dat is zeker wei veel van mij ge
vergd en dat weet je ook wel, ant
woordde ik, terwijl ik mijn uiterste
best deed mijn drift te beteugelen,
want ik was overtuigd, dat niets hem
meer genoegen zou doen. dan dat iU
mij als een dwaas aanstelde.
(Wordt vervolgd).