9
m
m
u
9
m
m
1
9
9
h
M
m
m
m
m
9m w-;
>8
m/i 1
m
M»
mi'
De boekhouder wondde allo donk-
bare middelen aan om haar to kal-
tnceren. Telkens wanneer de telefoon
ging, sprong de jonge vrouw op,
in aar telkens was het voor de raak.
Zoo verliep eindelijk een uur, toen
werd van de hut getelefoneerd, dat
een reddings-expediti© van Garmisch
zou vertrekken, om do verongelukten
te roeken.
Zij zijn dood misschien lig
gen zij wel verpletterd in een af
grond. O, mijn arme man.
Daar verscheen mijnheer Brand-
fnüllor senior en bleef verbaasd
et aan.
Wat is hier aan de hand
Margot slak haar armen uit naai
den ouden heer en zocht een steun
bij hem. De boekhouder vertelde hem
zoo goed mogelijk van het verdwijnen
van zijn zoon en zijn neef.
Dat komt er van, dat komt er
van Solide zaken mens cheu moeten
zich bekommeren om de prijzen van
suiker en petroleum, inplaats van
berge» te bekliimmon. Telefoneer da
delijk eens naar boven, misschien zijn
ze daar al long.
Is al gebeurd, mijnheer.
Vraag dan nog eens. Neen,
ft acht maar, ik zal dat zelf wel doen.
Schrijf jij de nummers even op van
de andore hutten hier in de buurt.
En toen begon een aanhoudend go-
t el of oneer. Intusscheu was de kan
toortijd om en het personeel ver
dween. Alleen de boekhouder bleef.
Alle informaties bij de hutten hadden
geen resultaat. De herbergier van oen
dor hutten deelde mede, dat een red
dings-expeditie van Garmisch een uur
te voren was vertrokkon.
Dan is er voorlooplg niets to
doen en doe je het best naar huis te
gaan.
Naar huls. In dat Ieege huis
'Alelde heeft haar uitgangsdag. Neon,
ik blijf veel liever hier.
De oude heer toonde weinig neiging
den nacht in hot kantoor door te
brengen, bovendien zoide zijn maag
hem, dat de tijd van net avondeten
voorbij was.
Gaat u maar naar huls, miju-
heer Sturm, maar bestel mij in de
Auguslinerbrfiu wat avondeten cn oen
flosch bier.
Do boekhouder verdween en voerde
do bestelling uit
Wat een malligheid was dat I Dat
find hij nu van zijn patroon heele-
maal niet gedacht, dat hij met zijn
corpulentie nog dergelijke strapatsen
«ou maken.
Toen mijnlieer Sturm naar een café
was gegaan, kwam een bekende bij
hem zitten en met dezen sprak hij
over het geval. De ander luisterde
goed, kreeg een notitieboekje cn be-
gon ie schrijven.
Een oogeublik, mijnheer Sturm,
ik moet daarvan oven eea berichtje
maken voor een courant
Ja, maar ik weet nog heele-
ftiaal niet
Komt er niets op aan.
Intusschen zaten mijnheer Brand-
roüller co zijn schoondochter iu het
kantoor bij lnin avondeten. Margot
had eerst geweigerd wat te eten,
maar liet zich daartoe later evenwel
verleiden en dronk een glas bier.
Toen wilde zij, dat haar schoonvader
nog eens naar alle hutten zou tele-
fonoeren.
Dat geeft niemendal. Ga uu naar
huls of ga met uuj mee. Vrouw Hofer
«al nog wel een bed hebben.
Na lang tegenstribbelen voegde
Margot zich naar den wil van den
ouden heer. Handenwringend kwam
vrouw Hofer hen reeds tegemoet. Om
10 uur was een stadstelegram geko
men met de vruag, of" mevrouw
Brandmaller bij hen was.
Mijn arme man is verongelukt...
ik voel het.... hij ts dood riep
Margot.
Mijn arm kind we moeten er
heen misschien hebben ze hem al
thuis gebracht. Vrouw Hofer, een rij
tuig, vlug.
Neen, laat maar, vader, ik loop
'er heen in den tijd dat zij een rijtuig
«oekt-
Zij rende de trap af cu de oude
heer volgde haar zoo gauw mogelijk.
Een oogenblik later stonden zij voor
liet huis.
Er is licht boven o
ZIJ vloog de trap op, de oude heer
volgde haar zuchtend. Zij liep over
de donkere gang, rukte de deur van
do huiskamer open daar was licht
daar lag zijn tasch, zijn stok, zijn
jas maar er was geen mensen.
Mijnheer Brandmaller senior en
Margot keken elkaar radeloos aan
zou hij in het ziekenhuis zijn opgeno
men
Daar ging de deur open onbe
weeglijk keken zij beiden er naar.
RudoU.
Margot.
Een snik, een zwijgend omarmen.
Mijnheer Brandmaller senior viel
op een stoel.
Rudolf leef je ben je niet
naar beneden gevallen
Waarom Waar was je toch 'l
'Al twee uur laat Lk je bij allo beken
den zoeken.
Jij mij En sedert acht uur zijn
tien raenschen jou aan het zoeken
Maar waarom toch Ik ben toch
hooi goed weer beneden gekomen
Waarom heb je me dan niet ge
telefoneerd
Ja, zie je toen lk aan het sta
tion kwam, was de trein met Gustaaf
al weg. En toen ben ik maai- met den
eersten trein naar Oboraudorf ge
gaan, om mijn ouden bekende, den
Brunnstein woer eens te zien. En nu
ben ik heelemaal boven geweest.
Daarvoor heb ik getuigen.
Sprakeloos luisterden beiden naar
hom. Maar toen barstte de oude heer
los
Dat is toch ongehoord. Zoo'n
dwaasheid lieb ik nog nooit beloofd.
Tweehonderd mark kun je voor die
reddingsexpeditie betalen
Met die woorden verdween hij, cn
liet man en vrouw alleen.
Den volgenden morgen hadden alle
couranten het bericht van een onge
luk, dat aan de hoeren Brandmaller
was overkomen, maar 's avonds werd
het al weer tegengesproken.
Moet ik de som van die reddings-
expeditie op de zaak of op uw naam
boeken vroeg de boekhouder een
paar dagen later.
Zet het maar op rerlame-kosten,
antwoordde mijnbeer Brandmaller,
of neen wacht eens even
'schrijf de helft op voor mijnheer Gus-
4nn.f. Als die naar de Zugspltze was
Begaan en niet in Garmisch was blij
ven fuiven, was er niets gebeurd
Hij wilde werkea
Naar het Fransch door JEAN
ROCIION.
Er was blijkbaar iets niet in orde
in liet organisme van den ouden
Pieau.
Sedert de kleine erfenis hem ln
staat gesteld had zich terug te trek
ken in liet hiusjo te Ivry, ging het
met zijn vroeger zoo robuste gezond
heid gestadig bergaf. Hij at weinig
en kon nauwelijks meer don slaap
vindon. En wat was hij melancholiek
knorrig geworden. Uren lang kon hij
volharden in een volmaakt zwijgen,
alsof hij geheel mat en krachteloos
was.
Ga toch wat wandelen. Ga wat
visschen of in de» tuin scharrelen. Je
moet afleiding hebben, predikte zijn
vrouw hem elk oogenblik voor.
Soms deed hij haar zin, doch on
kel uit achting voor haar; want de
wandeling stemdo hem nog sleohts
treuriger en t visscheri maakte hem
nog energieloozer. Wat het tuinwerk
aangaat, hoe kon hem, Pieau, die
dertig jaar lang hij Bamaoq liet
montecren van machines geleid had,
hoe kon liem een groentebed intoreu-
seeren.
Begrijp nu het leven maar eens,
klaagde juffrouw Pleau aan do
buurvrouw. Zoolang mijn man wer
ken moest, bob ik nooit ©en zweem
pje humeurigheid bij Item gemerkt
en nu wij de paar dagen, die wij nog
te leven hebben, eindelijk in rust
kunnen doorbrengen, zonder kinde
ren en zonder zorg, nu zit hij te suf
fen en kwijnt weg.
Inderdaad nam Pioau's ziekte, zon
der dat eon uitwendige oorzaak te
merken was, een zeer verontrustend
karakter aan. Het gebrek aan eetlust
nam too, en de slapelooze nachten
ook. De dokter schudde ernstig hot
hoofd.
Ik kan met den besten wil van
de wereld niet vinden, vanwaar die
toenemende zwakte komt; is het nou-
rasthe.nie hypochondrie verval
van krachten?... Ik had hem van den
beginne of moeten liebandelen om
dat te kunnen weten... In c-Ik geval
komt de ziekte mij voor, meer van
geestelijken dan van lichumelijken
aard to zijn... Probeer maar vóór al
les hem wat te verstrooien ou uit de
dofheid wakker te schudden.
Daar kwam op een goeden dag 's
avonds eefi brief met het poststempel
Montpellier. Juffrouw Pieau zette
haar bril op en las:
Waarde neefl
,,Tk heb niet de oer u te kennen,
maai- mijn man dien Ik voor acht
dogen naar hel kerkhof moest bren
gen, hooft nog op zijn sterfbed mij op
't tuut gedrukt uw goedheid en hulp
in f« troepen.
Eugèn© hoeft mij geheel zonder
middelen achtcrgeJolen met mijn 3
kinderen de oudste ls acht, do jong
s?e drie jaar. Zie eens, of u niet Iets
voor mij kunt doen ln mijn ongeluk.
Kunt u dat niet, don schiet mij niet
anders ever dan mijn kinderen
het armbestuur over te geven en zelf
een dienst te zoeken.
In afwachting van uw antwoord»
met harteJijken groet,
HELENA GILLARD.
D'-ji overleden neef hadden ze nau
welijks gekend; eens tijdens do ten
toonstelling haddon ze hem twee da
gen gastvrijheid bewezen. Niettemin
veroorzaakte de brief hun oprecht
leedwezen. Hunne neergeslagen oo-
gen getuigden van innig medelijden:
toen richtte juffrouw Pieau den blik
weór op en zuchtte:
Lieve God, wij kunnen die on-
gelukkige vrouw toch niet aan haar
lot overlaten.
Natuurlijk niet. Maar wat moe
ten wij voor haar doen?
Die vraag scheen hun, na lang na
denken. onoplosbaar. Hun kleine ren
te was juist voldoende voor hun bel
den; een zoo talrijk gezin konden ze
niet onderhouden. Buitendien maak
te Pieau's zwakke gezondheid hen
onge/rust; mogelijk zou de. doktor
hem in den loop van den zomer een
badkuur voorschrijven.
Neen. de dingen kalm en ln het
ware licht beschouwend, konden zo
tot geen andere conclusie komen dan
den kreet om hulp stilzwijgend te la
ten wegsterven.
Ik zaJ haar onze positie ronduit
beschrijven en er een biljet van vijf
franks bij doen.
Wacht nog tot morgen, mompel
de hij: ik wil er nog eens over na
denken. De nacht brengt raad.
ln den vroegen morgen werd juf
frouw Pieau door een leus gewekt.
Verrast opende zij de oogen.
Oudje, zeg mij goeden dag en
tot ziens.
Voor het bed stond de oude mon
teur, stram in den blauwen linnen
werkkiel, de zijden pot op de zilveren
haren. Hij leek 10 jaar jonger en
lachte haar toe...
Hot was of hij de geheimzinnige
ziekte had overwonnen, zijn kracht
teruggekregen had.
- Waar ga je heen? vroeg ze
baasd.
Vraag je dat nog? lk ga woer
naar do fabriek aan mijn werkbank.
Ik reken nog op 10 Jaar stevigen ar
beid. Je kunt vandaag aan nicht He
lens schrijven, dat ze hier met haar
wurmen van kinderen komt; er zal
een boterham voor allen zijn. Vergeet
ook niet, haar het noodige reisgeld
te sturen...
Maar man. je bent toch ziek. Je
Krachten zouden Je Ln hal eerste uur
begeven.
Woes niet ongerust hoor. Ik
heb den geheelen nacht nagedacht;
ik weet nu wat mij scheelt. Van liet
oogenblik af, toen ik het beslui; nam
naar do fabriek te gaan, wist ik het.
Weet Je wat mijn kwaal was? *t Niets
doen, do gedwongen rust. Hot hin
derde mij, dat ik mijn komwaden
niet moer om mij heon had; dat lk 's
morgens en 's avonds niet meer do
sir enen hoorde fluiten, niet moer do
voldoening genoot van een goedge
slaagd stuk werk af te leveren; J®
weet 't toch wel oudje, als jongen
van elf jaar werd Ik al teerjongen,
je kunt niet zoo gemakkelijk breken
rnet de oude gewoonten van vijftig
jaren. Met oen oud-strijd»»- van do
fabriek gaat 't precies als met eet»
ouden boer. Do een ploegt graag zijn
akker, do ander hanteert graag zijn
vijiL Dat ls een kwestie van smaak.
.Te weet niet hoe frisch ik me rui ge
voel En wat zullen de jongens op
de fabriek ln hun schik zijn... Kom
geef mij nu maar gauw een aocu.
Zwijgend, sloog zij haar armen om
zijn hals. Tranen kwamen in beider
oogen.
Doch toen de eerste beklemdheid
voorbij was, gaf de vrouw lucht aan
het gevoel van angst, dat haar hart
ervulde.
Je liebt mij zoo bang gemaakt de
laatste maanden, dat al wat je mij
nu zogt, mij voorkomt als een droom.
Hij hield zich ferm, overmeesterde
zijn aandoeuing, en om haar volko
men gerust te stellen sprak hij, goe
dig schertsend:
Denk er niet meer aan; lk ben
genezen, Je kunt gerust gelooven. Als
je oud wordt, is wei-ken nog het ©c-
nige, waarbij men z,ich Jong kan
blijven gevoelen... Tot vunovond.
En flink schreed do veteraan van
den arbeid met stralend en blik ln de
richting vau den Sclne-ocver, dooi
den duimen morgendamp dien do oor-
ste zonnestralen met bliksemende
klingen vunconsplcten.
(Gentr.)
De Qetnige.
(Naar hot Fransch vuu Jean Rochon)
Aankloppend aan do woning van
moeder Luquet, stond de brievenbodc
niet weinig verbaasd, geen gerucht
daarbinnen to vernemen. Hij kende
reeds laug liet regelmatige der zestig
jarige bij het aanbreken van don dag
voederde zij haar gevogeltetwee
uren later was de vloer geschrobd,
liet bed opgemaakt, het vaatwerk om-
ge wasschen, alles in orde.
Aan eon voorafgaande» buurman
vroeg do bode, bij wij zo van veron
derstelling
Zou moeder Luquet buitenshuls
hebben geslapen
Wel, luidde het antwoord, -
dat zou kunnen ik heb haar van
morgen nog niet gezien. En na oonige
oogenblikken te hebben nagedacht,
ging d« buurman voort Iu elk
geval is het niet moeilijk er zich van
te vergewissen. Als ze afwezig is,
verbergt zo altijd don eleulol achter
liet kippenhok.
De buurman liep om den hoek van
het huisje heen en stak zijn hand in
het gat beneden de deur van een ar
melijk hok.
Wel, hier is de sleutelDrom
mels, dan is moeder Luquet al heel
vroeg uitgegaan.
De twee mannen keken elkaar oen
oogenblik verbaasd aan, waarna dc
buurman, tot meerdere geruststelling,
den sleutel ln het roestig slot stak,
dat bij iict omdraaien liet knarsond-
pic-pend geluid maakte van een go-
keelde kip.. Het lijk van moeder
Luquet, die blijkbaar vermoord was,
deed hen een oogenblik huiverend te
rugdeinzen.
Het lichaam, door tal van messte
ken doorboord, lag dwars over het
bed, met het hoofd eon weinig over
den rand geworpen, naar den kant
der steeg. Bloed stroomde over den
vloer, en tegenover het bod, tusschen
twee vensters, op den hoenderhof uit
ziende, stond eene kast wijd open,
waarin hot linnengoed liet onderste
boven geworpen was cn de grootste
-an or do heerschte.
Aan de gendarmerie moet zoo
gauw mogelijk kennis worden gege
ven van het gebeurde, mompelde de
buurman doodsbleek.
Loop er dan dadelijk heen,
>i de bode, want ge begrijpt, ik
kan niet, ik moet mijn ronde maken.
Te een uur 's middags was de gen
darmerie tor plaatse aanwezig. Zij
constateerde niets anders, dan dat
eene groot© oude kat en een prachtige
papegaai van de Kaap de twee
©enige metgezellen van het slachtoffer
hardnekkig op liet bed bleven zit
ten waken bij het stoffelijk over
schot.
Den volgenden morgen verscheen
het parket, vergezeld van den van
rechtswege voor de schouwing aange-
stelden geneesheer, en ging over tot
een nauwkeurig onderzoek van het
terrein. Natuurlijk waren de twee
mannen, die de misdaad ontdekten,
opgeroepen om hunne verklaringen
af te leggen. Het eerst wendde do
procureur der Republiek zich tot den
bode inol de vraag
Hebt gij den brief bij u, dien gij
aan het slachtoffer moest bezorgen
Ja, mijnheer de procureur.
Gocf hem me.
De procureur scheurde de envelop
pe open en las
Lieve Tante
Het ls al lang geledeu, dat ik u
lets van me heb laten weten. Wil
mij verontschuldigen.
Ik ben nog altijd, rooals gij
•weet, op de boerderij van Trena-
dióre. Mijn baas heeft me gisteren
gezegd, dat hij op St. Martinus
mijn contract zal vernieuwen.
Van die gelegenheid zal ik ge
bruik maken om u aanstaanden
Zondag te komen omhelzen, ou
eenige geuoegiijke ureu bij u door
te brongen.
Uw toegenegen neef
LOUIS CóZAREAN.
Heeft het slachtoffer geen an
dere bloedverwanten in dc streek
vroeg de procureur.
Neen.
Is de boederij van Trenadièro
var van hier
Een paar uren.
Ga er dan heon, gendarm, cn
breng den onderteekenaar van dezen
brief mede. Misschien kan hij ons
eenige nuttige aanwijzingen doen, die
ons op hot spoor van dc:i dader of de
daders kunnen brengen.
De gendarm sproncr op zijn rijwiel,
en in afwachting van zijne terug
komst ondervroegen do inagis.raten
de aanwezige personen over liet ver
leden, de zoden, den omgang en het
vermoedelijk vermogen van T slacht
offer. De gegeven verklaringïn droe
gen den stempel vau do grootste open
hartigheid. Iedereen was vau oor
deel, dat moeder Luquet, die dertig
jaren keukenmeid was geweest bij
deu markies Do Nouango, een aoixli-
gen spaarpot moest bezitten. Zij had
altijd heel eenzaam on sober geleefd,
in gezelschap van haar kippeu, ham
kat en haar papegaai, zonder evenwel
te weigeren bij gelegenheid diensten
aan haar buren te bewijzen Kortom,
zij geroot de achting en de sympa
thie van alle bewoners van het ge
hucht.
Na verloop van een paar uren zu-
ten de magistraten, die op den
eurdreinpel stonden, den gendarm,
vergezeld van Louis Cézarean, terug-
keeren. Cézarean was ccn groote,
sterke kerel van omstreeks 25 jaar,
met verweerd gezicht en den schom
melgang van den boerenknecht
De procureur trud naar hem too
Heeft de gendarm u ln keun's
gesteld van liet ongeluk, dat u heeft
getroffen vroeg hij.
Ja, antwoordde Louis Céza
rean mot gesmoorde stem.
Ik heb u doen ontbieden, ln do
meening, dat gij ons van ccnig nut
zoudl kunnen ziju in den loop van
ons onderzoek. Verzamel uw moed,
want de moordenaar is met ongeloof
lijke woestheid te werk gegaan
Louis Cézarean weifelde oen secon
de, maar alsdan vastberaden, alsof
hij zich ln die seconde met geest
kracht gepantserd had, trad hij, de
leden van het parket voorafgaande,
binnen.
En nu deed eene stem, die mon
>or raenschelijk zou hebben gehou
den, als de klank niet zoo'n keelgeluid
ware geweest, eene stem, die den
uitersten doodsangst verried, allo
aanwezigen vau schrik verstijven....
Louis 1 Louis l>ood me niet I
Dood me niet, Louis 1
Schuw vloog de vogel van het bed
op eon bank, v an de bank op de kast,
de kost op een oud uurwerk, vau-
r hij naar de deur fladderde. En
buiten smeekte steeds die akelige,
angstige stom, welke de verschrikke-
lijkheden von hot drama voor het oog
en het hart der magistraten opriep
Dood uie niet, Louis 1Dood
me niet 1
De procureur richtte zich alsuu
tot den boerenknecht, die daar stond
botend, met liet koude zweet drui
pend van zijne slapen, ou zijn hand
op den schouder vau den moordenaar
leggend, sprak hij
Louis Cézarean, in naam der
wet stel ik.u in staat van gevangen
schap.
De in hechtenis genomene opperde
geen bedenking, bood geen verzet, en
liet zich gedwee door do gendarmen
naar buiten (luwen, toon hij op den
drempel den p-.ipegaai zag, zittende
tegenover hem op een pniimeuboom.
En nu ontketende het getuigenis van
den sprekenden vogel de bekentenis.
Zijne gebalde vuist uitstekend naar
zijn aanklager, beet hij dien woedend
toe
- Weg weg ellendig dier
(„Centrum").
zijn, om zoo langs de landen voort to
snollen, niet waar
Och jaja... zei menoer Evans,
mot verzadigd onthousinsrae.
Meueer RitaJ scheen con oogenblik
na te denken, ondeugend fonkelden
z'n oogen terwijl hij sued den ando
ren kant uitkeek.
Toen wendde hij zich glimlachend
tol den veldwachter, zeggende Kun
nen wij u misschien genoegen doen
met con ritjo? Er ls plual-s genoeg
do auto.
Nou, asjeblieft, haastte doze zich
te antwoorden, terwijl hij rood werd
van vreugde.
Een handel werd omgodruaid, cn
meteen becron de motor te werken.
Hot drietal uaiu plaats, en de auto
sneldo voort.
Wij hebben toch nog genoeg benzine
Evans? vroeg RitaL Ja? (fluisterend).
Dan zullen wo hein wel krijgen, met
z'n procesverbaal. Hij komt er niet
uit, voor wc in Amsterdam zijn, daar
zetten wc hem voor do gevangenis af,
d. w. z. 100 kilometers bier vandaan.
We zullen hot zóó inpikken, dat we
tegen imddornucht aankomen, dan
rijden wo maar een eindje om. In
zoo'n groote stad weet zoo'n boerekin-
kol niet, wat hij beginnen moet.
Op 't achterbankje zat het slachtof
fer te genieten op de mollige kussens,
en keek verrukt om zich heen, niet we
tend welke booze plannen er gesmeed
werden.
De auto ging met groote snelheid,
veertig, vijftig, tachtig kilometers per
uur. Do veldwachter rookte z'n pijpje
cn zei Nog nooit, heeren, heb ik zoo
verrukkel"k gereden. Welk een snel
heid, ongelooflijk. En 't is net of je in
wieg ligt, mijn bed is niet zoo
zucht als deze kussens....
Praat maar door, man, stele Rital
tusschen z'n tanden, straks zul je wol
anders piepen.
Het begon te schemerende avond
viel.... het werd nacht
Zacht, op den maat van liet motor-
De bedrieger bedrogen
Wel foei, wat is 't warm. Ik ga ine
vergrijpen aan 't eigendom van een
ander.... Die fello zon doet 't blood
verdampen uit mijn aderen Wat
heb ik een dorst
De auto stond stil op een weg in de
Betuwe. Ter zijde strekte zich een ker-
senboomgaaixl uit, de beide hoeren
klommen «cn hek over, en na elk een
pet vol roodo, sappigo kersen geplukt
te hebben, strekten zij zich behaaglijk
in hot gras onder do schaduw v an een
boom uit en begonnen te eten.
Zeker, goneor je niet, heeren, waar
groeien ze anders voor, gromde op
eens een zware basstem.
A zoo, zeker de eigenaar? zei een
der automobilisten, de heer Evans.
Hier heb je twee kwartjes.
Neen, ik ben de veldwachter.... U
heeft geen permissie? Proces-verbaal.
Namen, voornamen en uw woonplaats
alsjeblieft.
Meent u het vroeg do andere tuf-
tuffer, de heer Rital.
Natuurt'ik... Heeft u ooit vertegen
woordigers van de wet gezien, die liet
niet meenden Uw naam en adres,
heeren, en in uw eigen belang raad
ik u, geen valscheu op te geven, want
daarmee maakt u 't nog erger 1 Het
nummer van uw auto heb ik al, weet
u, en dat zou u toch verraden
Do beide heeren haalden elk hun
kaartje voor den dag.
De goede man las ernstig en waar
dig hardop, wat daar op stond en
borg ae daarna voorzichtig in een
groote, zwarte portefeuille.
Ik veronderstel, dat uw rij-l>e-
wijs in orde is, vervolgde hij.
Wanneer u 't zien wilt, hier is 't,
antwoordde de heer Rital.
Ik geloof u wel.
Het drietal begaf zich naar de auto,
waar de veldwachter bewonderend
om heen ~ing loopen.
Dat is een deksels mooi wagentje,
hoeren, zei hij. Gaat ie hard
Veertig
Veertig, wat?
Paardekrachten, natuurlijk.
Paardekrachten.. Zoo. Veertig
paarden.... Mo dunkt, de kilometers
moeten onder de wielen wegglijden,
zoo «nel als wolken aan een storm-
achtigen hemel. Dat moet heerlijk
geruisch, begon de veldwachter te
neuriöu, vervolgeus te zingen
Verbaasd, een weinig ongerust,
keerden do belde automobilisten zich
om uuar hun vijand, doch deze wierp
hun een tevreden glimlach toe
Hij tracht te verbergen, dal hij in
de penarie zit, en dat hij gevoelt» to
taal aan ons overgeleverd te zijn, zet
Rital
Eindelijk bereikte dc auto Aiustcr-,
dam en stopte vóór do gevangenis.
Hel was middernacht.
Welnu, waardige vertegenwoorcö-
gor der wot, zoi Evans spottend, we
zijn thuis, stap uit, s. v. p Dit hier
is de gevangenis, ook een wetsinstel-
ling.
Ik donk u duizendmaal, antwoord,
de de ander, uit den grond van mijn
hart. Misschien willen de heeren wel
zoo good zijn, me het Rembrnndtple'ui
te wijzen
Dc beide vrienden, verstomd ovei
die kalmte, en do wending, die het
avontuur nam, keken elkander aan.
Mijn broor is kollner in een dor ho
tels aldaar, vervolgde de veldwach
ter, en dio zni me voor vannacht wel
onderdak verleenen. Mijn geheele fa
milie woont iiior, en ik was juist op
weg naar den trein, om haar te gaan
opzoeken, daar ik een paar dagen ver
lof had gekregen. Door een gelukkig
toeval ontmoette lk dc hoeren en op
de kaartjes las ik. dat de heeren ia
Amsterdam thuis hoorden.. Mooier
kon 't niet, meerijden spaarde mij de
Iroinkosten uit, en dan nog wel ui
'n aulo 1 Wat uw overtreding aan
gaat, 't zal de heeren een paar rijks
daalders kosten Een kleinigheid
Goeden avond, heeren, en nogmaals
bedankt.
Hij verwijderde zich, na 't militair
saluut gemaakt te hebben, en langza-
merhand verdween zijn silhouet io
dc spaarzaam verlichte straat
De beide vrienden hadden wel kun
nen huilen van boosheid
DAMRUBRIEK.
IIAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men to richten
aan den hoer J. Meyer, Kruisstraat
34. Telephoon 1543.
PROBLEEM No. 127
van
M. Chftrly.
6
n
w
S
ij
16
w
jp
ii
li
85
j§
Éiwl
u
86
Si
IU
4
ZP
p
46
H
Zwart Schijven op 4. 7. 8. 9. 12. 14. 20. 23, 24. 29 30 34 en 35.
Wit, Schijven op 18, 27, 32, 37, 88, 41, 43, 44, tó, 48 en 50.
PROBLEEM No. 128
van
E. R o m a n I.
Zwart
1 S 8 4 5
1.
pi m
n
6
g§
1
w?
Él
8
P
16
i
25
iï§*
m
n
86
ifi
ii
fS
■SS-v
45
*5
48 4» 60
Zwart. Schijven op 1, 6, 8, 9, 10, 13, 15, 19, 23, 25 en 30.
Wit Schijven op 11, 17, 21, 22, 27, 28, 33, 39, 43, 44 en 18.
Oplossingen van No. 127 cn No. 128
\s orden ingewacht aan bovengenoemd
adres, uiterlijk Dinsdag 29 Fe-1
bruari a.s.
Oplossing van Probleem No. 123,
van den auteur Wit 28 - 22, 32 - 28,
G - 17, 28 - 23, 30 10, 37 - 31, 50 - 44,
35 24, 25 1 I
Oplossing van Probleem No. 124,
van den auteur Wit 48 - 43, 47 - 41,
39-33, 38-32, 11 - 6, 6 -1, 1 48 I
Belde probleems zijn goed opgelost
door de Heeren W. J. Balkenende,
R. Bouw, W. van Daaleu, I. Jacobson
Azn., D. G. Koning, W. J. A. Matla,
P. J. Eype, C. P. Kraay.
Probleem No. 124 alleen, door de
heeren F. M. van der Wcrff te Haar
lem, en J. van der Werft Gzn., te
Zandvoort, en L. F. Wiegman, Sche
ven in gen.
Oplossing van hot bladprobleem,
Vau den auteur Wit 45 - 40, 18 - 12,
12 - 7, 7 - 1, 50 - 44 (1), 1 - 6.
of (1) 50 39, 1 - 6, 6 50 I
DAMMEN.
De Algeuneene Nederlandsche Dam-
bond heeft eon nationalen dum-wed-
strijd uitgeschreven, welke in Maart
a.s. te Amsterdam zal aanvangen, op
nailer vast te stellen tijd en plaats.
Behalve den titel van „Hollandsch
Dam-kamploen" met groote zilveren
medaille cn fraai kunstvoorwerp, ter
waarde van minstens 20 gulden, voor
den hoofdklas-prljswiuner. worden
voor dezen wedstrijd, welke in vier
klassen is verdeeld, beschikbaar ge
steld, groote zilveren en bronzen me
dailles, benevens fraaio kunstvoor
werpen, tot een bedrag van pl.m. 150
gulden
Het ïnlegge-ld bedraagt slechts
Voor een dioofdklas-spoler f2.
bondsleden f 1.50.
Voor een le klasse speler f 1.50,
bondsleden f 1.—.
Voor een 2e klasse speler 1.25,
bondsleden f 0.75.
Voor een Se i-lasse speler f 1-—
bondsleden f 0.50.
De 2e. en 3e~klas-wedstrijd loopt op
één speeldag (Zondag) ten einde de
hoofd- eu lo klas-vvedstryd duurt ver
moedelijk drie speeldagen (11 dagen
telkens rust).
De deelnemers kunnen vóór 6 Maart
a.s. ziöh schriftelijk aanmelden bij de
Commissie, dc hoeren J. A dame, J. M.
Kemperstraat 117, S. S. van Baaien,
N. Prinsengracht 25, C. H. Broek
kamp, Damrak 09, M. Snijders, Bla
st usstraat 26, Amsterdam, met bijvoe
ging van het üileggeld, en daarbij
vermelden in welke klasse zij wen
schen te spelen.
Het regiem*nt van orde wordt den
deelnemers spoedig toegezonden.
De Haarlemsdie Damclub houdt
hare bijeenkomsten iedere» Maandag
avond vau 8 lot 12 uur iu hel gebouw
„De Nijverheid", Jansstraat 85, al-
hier.
Liefhebbers van het Damspel zijn
daar steeds welkocn.