9 m m u 9 m m 1 9 9 h M m m m m 9m w-; >8 m/i 1 m M» mi' De boekhouder wondde allo donk- bare middelen aan om haar to kal- tnceren. Telkens wanneer de telefoon ging, sprong de jonge vrouw op, in aar telkens was het voor de raak. Zoo verliep eindelijk een uur, toen werd van de hut getelefoneerd, dat een reddings-expediti© van Garmisch zou vertrekken, om do verongelukten te roeken. Zij zijn dood misschien lig gen zij wel verpletterd in een af grond. O, mijn arme man. Daar verscheen mijnheer Brand- fnüllor senior en bleef verbaasd et aan. Wat is hier aan de hand Margot slak haar armen uit naai den ouden heer en zocht een steun bij hem. De boekhouder vertelde hem zoo goed mogelijk van het verdwijnen van zijn zoon en zijn neef. Dat komt er van, dat komt er van Solide zaken mens cheu moeten zich bekommeren om de prijzen van suiker en petroleum, inplaats van berge» te bekliimmon. Telefoneer da delijk eens naar boven, misschien zijn ze daar al long. Is al gebeurd, mijnheer. Vraag dan nog eens. Neen, ft acht maar, ik zal dat zelf wel doen. Schrijf jij de nummers even op van de andore hutten hier in de buurt. En toen begon een aanhoudend go- t el of oneer. Intusscheu was de kan toortijd om en het personeel ver dween. Alleen de boekhouder bleef. Alle informaties bij de hutten hadden geen resultaat. De herbergier van oen dor hutten deelde mede, dat een red dings-expeditie van Garmisch een uur te voren was vertrokkon. Dan is er voorlooplg niets to doen en doe je het best naar huis te gaan. Naar huls. In dat Ieege huis 'Alelde heeft haar uitgangsdag. Neon, ik blijf veel liever hier. De oude heer toonde weinig neiging den nacht in hot kantoor door te brengen, bovendien zoide zijn maag hem, dat de tijd van net avondeten voorbij was. Gaat u maar naar huls, miju- heer Sturm, maar bestel mij in de Auguslinerbrfiu wat avondeten cn oen flosch bier. Do boekhouder verdween en voerde do bestelling uit Wat een malligheid was dat I Dat find hij nu van zijn patroon heele- maal niet gedacht, dat hij met zijn corpulentie nog dergelijke strapatsen «ou maken. Toen mijnlieer Sturm naar een café was gegaan, kwam een bekende bij hem zitten en met dezen sprak hij over het geval. De ander luisterde goed, kreeg een notitieboekje cn be- gon ie schrijven. Een oogeublik, mijnheer Sturm, ik moet daarvan oven eea berichtje maken voor een courant Ja, maar ik weet nog heele- ftiaal niet Komt er niets op aan. Intusschen zaten mijnheer Brand- roüller co zijn schoondochter iu het kantoor bij lnin avondeten. Margot had eerst geweigerd wat te eten, maar liet zich daartoe later evenwel verleiden en dronk een glas bier. Toen wilde zij, dat haar schoonvader nog eens naar alle hutten zou tele- fonoeren. Dat geeft niemendal. Ga uu naar huls of ga met uuj mee. Vrouw Hofer «al nog wel een bed hebben. Na lang tegenstribbelen voegde Margot zich naar den wil van den ouden heer. Handenwringend kwam vrouw Hofer hen reeds tegemoet. Om 10 uur was een stadstelegram geko men met de vruag, of" mevrouw Brandmaller bij hen was. Mijn arme man is verongelukt... ik voel het.... hij ts dood riep Margot. Mijn arm kind we moeten er heen misschien hebben ze hem al thuis gebracht. Vrouw Hofer, een rij tuig, vlug. Neen, laat maar, vader, ik loop 'er heen in den tijd dat zij een rijtuig «oekt- Zij rende de trap af cu de oude heer volgde haar zoo gauw mogelijk. Een oogenblik later stonden zij voor liet huis. Er is licht boven o ZIJ vloog de trap op, de oude heer volgde haar zuchtend. Zij liep over de donkere gang, rukte de deur van do huiskamer open daar was licht daar lag zijn tasch, zijn stok, zijn jas maar er was geen mensen. Mijnheer Brandmaller senior en Margot keken elkaar radeloos aan zou hij in het ziekenhuis zijn opgeno men Daar ging de deur open onbe weeglijk keken zij beiden er naar. RudoU. Margot. Een snik, een zwijgend omarmen. Mijnheer Brandmaller senior viel op een stoel. Rudolf leef je ben je niet naar beneden gevallen Waarom Waar was je toch 'l 'Al twee uur laat Lk je bij allo beken den zoeken. Jij mij En sedert acht uur zijn tien raenschen jou aan het zoeken Maar waarom toch Ik ben toch hooi goed weer beneden gekomen Waarom heb je me dan niet ge telefoneerd Ja, zie je toen lk aan het sta tion kwam, was de trein met Gustaaf al weg. En toen ben ik maai- met den eersten trein naar Oboraudorf ge gaan, om mijn ouden bekende, den Brunnstein woer eens te zien. En nu ben ik heelemaal boven geweest. Daarvoor heb ik getuigen. Sprakeloos luisterden beiden naar hom. Maar toen barstte de oude heer los Dat is toch ongehoord. Zoo'n dwaasheid lieb ik nog nooit beloofd. Tweehonderd mark kun je voor die reddingsexpeditie betalen Met die woorden verdween hij, cn liet man en vrouw alleen. Den volgenden morgen hadden alle couranten het bericht van een onge luk, dat aan de hoeren Brandmaller was overkomen, maar 's avonds werd het al weer tegengesproken. Moet ik de som van die reddings- expeditie op de zaak of op uw naam boeken vroeg de boekhouder een paar dagen later. Zet het maar op rerlame-kosten, antwoordde mijnbeer Brandmaller, of neen wacht eens even 'schrijf de helft op voor mijnheer Gus- 4nn.f. Als die naar de Zugspltze was Begaan en niet in Garmisch was blij ven fuiven, was er niets gebeurd Hij wilde werkea Naar het Fransch door JEAN ROCIION. Er was blijkbaar iets niet in orde in liet organisme van den ouden Pieau. Sedert de kleine erfenis hem ln staat gesteld had zich terug te trek ken in liet hiusjo te Ivry, ging het met zijn vroeger zoo robuste gezond heid gestadig bergaf. Hij at weinig en kon nauwelijks meer don slaap vindon. En wat was hij melancholiek knorrig geworden. Uren lang kon hij volharden in een volmaakt zwijgen, alsof hij geheel mat en krachteloos was. Ga toch wat wandelen. Ga wat visschen of in de» tuin scharrelen. Je moet afleiding hebben, predikte zijn vrouw hem elk oogenblik voor. Soms deed hij haar zin, doch on kel uit achting voor haar; want de wandeling stemdo hem nog sleohts treuriger en t visscheri maakte hem nog energieloozer. Wat het tuinwerk aangaat, hoe kon hem, Pieau, die dertig jaar lang hij Bamaoq liet montecren van machines geleid had, hoe kon liem een groentebed intoreu- seeren. Begrijp nu het leven maar eens, klaagde juffrouw Pleau aan do buurvrouw. Zoolang mijn man wer ken moest, bob ik nooit ©en zweem pje humeurigheid bij Item gemerkt en nu wij de paar dagen, die wij nog te leven hebben, eindelijk in rust kunnen doorbrengen, zonder kinde ren en zonder zorg, nu zit hij te suf fen en kwijnt weg. Inderdaad nam Pioau's ziekte, zon der dat eon uitwendige oorzaak te merken was, een zeer verontrustend karakter aan. Het gebrek aan eetlust nam too, en de slapelooze nachten ook. De dokter schudde ernstig hot hoofd. Ik kan met den besten wil van de wereld niet vinden, vanwaar die toenemende zwakte komt; is het nou- rasthe.nie hypochondrie verval van krachten?... Ik had hem van den beginne of moeten liebandelen om dat te kunnen weten... In c-Ik geval komt de ziekte mij voor, meer van geestelijken dan van lichumelijken aard to zijn... Probeer maar vóór al les hem wat te verstrooien ou uit de dofheid wakker te schudden. Daar kwam op een goeden dag 's avonds eefi brief met het poststempel Montpellier. Juffrouw Pieau zette haar bril op en las: Waarde neefl ,,Tk heb niet de oer u te kennen, maai- mijn man dien Ik voor acht dogen naar hel kerkhof moest bren gen, hooft nog op zijn sterfbed mij op 't tuut gedrukt uw goedheid en hulp in f« troepen. Eugèn© hoeft mij geheel zonder middelen achtcrgeJolen met mijn 3 kinderen de oudste ls acht, do jong s?e drie jaar. Zie eens, of u niet Iets voor mij kunt doen ln mijn ongeluk. Kunt u dat niet, don schiet mij niet anders ever dan mijn kinderen het armbestuur over te geven en zelf een dienst te zoeken. In afwachting van uw antwoord» met harteJijken groet, HELENA GILLARD. D'-ji overleden neef hadden ze nau welijks gekend; eens tijdens do ten toonstelling haddon ze hem twee da gen gastvrijheid bewezen. Niettemin veroorzaakte de brief hun oprecht leedwezen. Hunne neergeslagen oo- gen getuigden van innig medelijden: toen richtte juffrouw Pieau den blik weór op en zuchtte: Lieve God, wij kunnen die on- gelukkige vrouw toch niet aan haar lot overlaten. Natuurlijk niet. Maar wat moe ten wij voor haar doen? Die vraag scheen hun, na lang na denken. onoplosbaar. Hun kleine ren te was juist voldoende voor hun bel den; een zoo talrijk gezin konden ze niet onderhouden. Buitendien maak te Pieau's zwakke gezondheid hen onge/rust; mogelijk zou de. doktor hem in den loop van den zomer een badkuur voorschrijven. Neen. de dingen kalm en ln het ware licht beschouwend, konden zo tot geen andere conclusie komen dan den kreet om hulp stilzwijgend te la ten wegsterven. Ik zaJ haar onze positie ronduit beschrijven en er een biljet van vijf franks bij doen. Wacht nog tot morgen, mompel de hij: ik wil er nog eens over na denken. De nacht brengt raad. ln den vroegen morgen werd juf frouw Pieau door een leus gewekt. Verrast opende zij de oogen. Oudje, zeg mij goeden dag en tot ziens. Voor het bed stond de oude mon teur, stram in den blauwen linnen werkkiel, de zijden pot op de zilveren haren. Hij leek 10 jaar jonger en lachte haar toe... Hot was of hij de geheimzinnige ziekte had overwonnen, zijn kracht teruggekregen had. - Waar ga je heen? vroeg ze baasd. Vraag je dat nog? lk ga woer naar do fabriek aan mijn werkbank. Ik reken nog op 10 Jaar stevigen ar beid. Je kunt vandaag aan nicht He lens schrijven, dat ze hier met haar wurmen van kinderen komt; er zal een boterham voor allen zijn. Vergeet ook niet, haar het noodige reisgeld te sturen... Maar man. je bent toch ziek. Je Krachten zouden Je Ln hal eerste uur begeven. Woes niet ongerust hoor. Ik heb den geheelen nacht nagedacht; ik weet nu wat mij scheelt. Van liet oogenblik af, toen ik het beslui; nam naar do fabriek te gaan, wist ik het. Weet Je wat mijn kwaal was? *t Niets doen, do gedwongen rust. Hot hin derde mij, dat ik mijn komwaden niet moer om mij heon had; dat lk 's morgens en 's avonds niet meer do sir enen hoorde fluiten, niet moer do voldoening genoot van een goedge slaagd stuk werk af te leveren; J® weet 't toch wel oudje, als jongen van elf jaar werd Ik al teerjongen, je kunt niet zoo gemakkelijk breken rnet de oude gewoonten van vijftig jaren. Met oen oud-strijd»»- van do fabriek gaat 't precies als met eet» ouden boer. Do een ploegt graag zijn akker, do ander hanteert graag zijn vijiL Dat ls een kwestie van smaak. .Te weet niet hoe frisch ik me rui ge voel En wat zullen de jongens op de fabriek ln hun schik zijn... Kom geef mij nu maar gauw een aocu. Zwijgend, sloog zij haar armen om zijn hals. Tranen kwamen in beider oogen. Doch toen de eerste beklemdheid voorbij was, gaf de vrouw lucht aan het gevoel van angst, dat haar hart ervulde. Je liebt mij zoo bang gemaakt de laatste maanden, dat al wat je mij nu zogt, mij voorkomt als een droom. Hij hield zich ferm, overmeesterde zijn aandoeuing, en om haar volko men gerust te stellen sprak hij, goe dig schertsend: Denk er niet meer aan; lk ben genezen, Je kunt gerust gelooven. Als je oud wordt, is wei-ken nog het ©c- nige, waarbij men z,ich Jong kan blijven gevoelen... Tot vunovond. En flink schreed do veteraan van den arbeid met stralend en blik ln de richting vau den Sclne-ocver, dooi den duimen morgendamp dien do oor- ste zonnestralen met bliksemende klingen vunconsplcten. (Gentr.) De Qetnige. (Naar hot Fransch vuu Jean Rochon) Aankloppend aan do woning van moeder Luquet, stond de brievenbodc niet weinig verbaasd, geen gerucht daarbinnen to vernemen. Hij kende reeds laug liet regelmatige der zestig jarige bij het aanbreken van don dag voederde zij haar gevogeltetwee uren later was de vloer geschrobd, liet bed opgemaakt, het vaatwerk om- ge wasschen, alles in orde. Aan eon voorafgaande» buurman vroeg do bode, bij wij zo van veron derstelling Zou moeder Luquet buitenshuls hebben geslapen Wel, luidde het antwoord, - dat zou kunnen ik heb haar van morgen nog niet gezien. En na oonige oogenblikken te hebben nagedacht, ging d« buurman voort Iu elk geval is het niet moeilijk er zich van te vergewissen. Als ze afwezig is, verbergt zo altijd don eleulol achter liet kippenhok. De buurman liep om den hoek van het huisje heen en stak zijn hand in het gat beneden de deur van een ar melijk hok. Wel, hier is de sleutelDrom mels, dan is moeder Luquet al heel vroeg uitgegaan. De twee mannen keken elkaar oen oogenblik verbaasd aan, waarna dc buurman, tot meerdere geruststelling, den sleutel ln het roestig slot stak, dat bij iict omdraaien liet knarsond- pic-pend geluid maakte van een go- keelde kip.. Het lijk van moeder Luquet, die blijkbaar vermoord was, deed hen een oogenblik huiverend te rugdeinzen. Het lichaam, door tal van messte ken doorboord, lag dwars over het bed, met het hoofd eon weinig over den rand geworpen, naar den kant der steeg. Bloed stroomde over den vloer, en tegenover het bod, tusschen twee vensters, op den hoenderhof uit ziende, stond eene kast wijd open, waarin hot linnengoed liet onderste boven geworpen was cn de grootste -an or do heerschte. Aan de gendarmerie moet zoo gauw mogelijk kennis worden gege ven van het gebeurde, mompelde de buurman doodsbleek. Loop er dan dadelijk heen, >i de bode, want ge begrijpt, ik kan niet, ik moet mijn ronde maken. Te een uur 's middags was de gen darmerie tor plaatse aanwezig. Zij constateerde niets anders, dan dat eene groot© oude kat en een prachtige papegaai van de Kaap de twee ©enige metgezellen van het slachtoffer hardnekkig op liet bed bleven zit ten waken bij het stoffelijk over schot. Den volgenden morgen verscheen het parket, vergezeld van den van rechtswege voor de schouwing aange- stelden geneesheer, en ging over tot een nauwkeurig onderzoek van het terrein. Natuurlijk waren de twee mannen, die de misdaad ontdekten, opgeroepen om hunne verklaringen af te leggen. Het eerst wendde do procureur der Republiek zich tot den bode inol de vraag Hebt gij den brief bij u, dien gij aan het slachtoffer moest bezorgen Ja, mijnheer de procureur. Gocf hem me. De procureur scheurde de envelop pe open en las Lieve Tante Het ls al lang geledeu, dat ik u lets van me heb laten weten. Wil mij verontschuldigen. Ik ben nog altijd, rooals gij •weet, op de boerderij van Trena- dióre. Mijn baas heeft me gisteren gezegd, dat hij op St. Martinus mijn contract zal vernieuwen. Van die gelegenheid zal ik ge bruik maken om u aanstaanden Zondag te komen omhelzen, ou eenige geuoegiijke ureu bij u door te brongen. Uw toegenegen neef LOUIS CóZAREAN. Heeft het slachtoffer geen an dere bloedverwanten in dc streek vroeg de procureur. Neen. Is de boederij van Trenadièro var van hier Een paar uren. Ga er dan heon, gendarm, cn breng den onderteekenaar van dezen brief mede. Misschien kan hij ons eenige nuttige aanwijzingen doen, die ons op hot spoor van dc:i dader of de daders kunnen brengen. De gendarm sproncr op zijn rijwiel, en in afwachting van zijne terug komst ondervroegen do inagis.raten de aanwezige personen over liet ver leden, de zoden, den omgang en het vermoedelijk vermogen van T slacht offer. De gegeven verklaringïn droe gen den stempel vau do grootste open hartigheid. Iedereen was vau oor deel, dat moeder Luquet, die dertig jaren keukenmeid was geweest bij deu markies Do Nouango, een aoixli- gen spaarpot moest bezitten. Zij had altijd heel eenzaam on sober geleefd, in gezelschap van haar kippeu, ham kat en haar papegaai, zonder evenwel te weigeren bij gelegenheid diensten aan haar buren te bewijzen Kortom, zij geroot de achting en de sympa thie van alle bewoners van het ge hucht. Na verloop van een paar uren zu- ten de magistraten, die op den eurdreinpel stonden, den gendarm, vergezeld van Louis Cézarean, terug- keeren. Cézarean was ccn groote, sterke kerel van omstreeks 25 jaar, met verweerd gezicht en den schom melgang van den boerenknecht De procureur trud naar hem too Heeft de gendarm u ln keun's gesteld van liet ongeluk, dat u heeft getroffen vroeg hij. Ja, antwoordde Louis Céza rean mot gesmoorde stem. Ik heb u doen ontbieden, ln do meening, dat gij ons van ccnig nut zoudl kunnen ziju in den loop van ons onderzoek. Verzamel uw moed, want de moordenaar is met ongeloof lijke woestheid te werk gegaan Louis Cézarean weifelde oen secon de, maar alsdan vastberaden, alsof hij zich ln die seconde met geest kracht gepantserd had, trad hij, de leden van het parket voorafgaande, binnen. En nu deed eene stem, die mon >or raenschelijk zou hebben gehou den, als de klank niet zoo'n keelgeluid ware geweest, eene stem, die den uitersten doodsangst verried, allo aanwezigen vau schrik verstijven.... Louis 1 Louis l>ood me niet I Dood me niet, Louis 1 Schuw vloog de vogel van het bed op eon bank, v an de bank op de kast, de kost op een oud uurwerk, vau- r hij naar de deur fladderde. En buiten smeekte steeds die akelige, angstige stom, welke de verschrikke- lijkheden von hot drama voor het oog en het hart der magistraten opriep Dood uie niet, Louis 1Dood me niet 1 De procureur richtte zich alsuu tot den boerenknecht, die daar stond botend, met liet koude zweet drui pend van zijne slapen, ou zijn hand op den schouder vau den moordenaar leggend, sprak hij Louis Cézarean, in naam der wet stel ik.u in staat van gevangen schap. De in hechtenis genomene opperde geen bedenking, bood geen verzet, en liet zich gedwee door do gendarmen naar buiten (luwen, toon hij op den drempel den p-.ipegaai zag, zittende tegenover hem op een pniimeuboom. En nu ontketende het getuigenis van den sprekenden vogel de bekentenis. Zijne gebalde vuist uitstekend naar zijn aanklager, beet hij dien woedend toe - Weg weg ellendig dier („Centrum"). zijn, om zoo langs de landen voort to snollen, niet waar Och jaja... zei menoer Evans, mot verzadigd onthousinsrae. Meueer RitaJ scheen con oogenblik na te denken, ondeugend fonkelden z'n oogen terwijl hij sued den ando ren kant uitkeek. Toen wendde hij zich glimlachend tol den veldwachter, zeggende Kun nen wij u misschien genoegen doen met con ritjo? Er ls plual-s genoeg do auto. Nou, asjeblieft, haastte doze zich te antwoorden, terwijl hij rood werd van vreugde. Een handel werd omgodruaid, cn meteen becron de motor te werken. Hot drietal uaiu plaats, en de auto sneldo voort. Wij hebben toch nog genoeg benzine Evans? vroeg RitaL Ja? (fluisterend). Dan zullen wo hein wel krijgen, met z'n procesverbaal. Hij komt er niet uit, voor wc in Amsterdam zijn, daar zetten wc hem voor do gevangenis af, d. w. z. 100 kilometers bier vandaan. We zullen hot zóó inpikken, dat we tegen imddornucht aankomen, dan rijden wo maar een eindje om. In zoo'n groote stad weet zoo'n boerekin- kol niet, wat hij beginnen moet. Op 't achterbankje zat het slachtof fer te genieten op de mollige kussens, en keek verrukt om zich heen, niet we tend welke booze plannen er gesmeed werden. De auto ging met groote snelheid, veertig, vijftig, tachtig kilometers per uur. Do veldwachter rookte z'n pijpje cn zei Nog nooit, heeren, heb ik zoo verrukkel"k gereden. Welk een snel heid, ongelooflijk. En 't is net of je in wieg ligt, mijn bed is niet zoo zucht als deze kussens.... Praat maar door, man, stele Rital tusschen z'n tanden, straks zul je wol anders piepen. Het begon te schemerende avond viel.... het werd nacht Zacht, op den maat van liet motor- De bedrieger bedrogen Wel foei, wat is 't warm. Ik ga ine vergrijpen aan 't eigendom van een ander.... Die fello zon doet 't blood verdampen uit mijn aderen Wat heb ik een dorst De auto stond stil op een weg in de Betuwe. Ter zijde strekte zich een ker- senboomgaaixl uit, de beide hoeren klommen «cn hek over, en na elk een pet vol roodo, sappigo kersen geplukt te hebben, strekten zij zich behaaglijk in hot gras onder do schaduw v an een boom uit en begonnen te eten. Zeker, goneor je niet, heeren, waar groeien ze anders voor, gromde op eens een zware basstem. A zoo, zeker de eigenaar? zei een der automobilisten, de heer Evans. Hier heb je twee kwartjes. Neen, ik ben de veldwachter.... U heeft geen permissie? Proces-verbaal. Namen, voornamen en uw woonplaats alsjeblieft. Meent u het vroeg do andere tuf- tuffer, de heer Rital. Natuurt'ik... Heeft u ooit vertegen woordigers van de wet gezien, die liet niet meenden Uw naam en adres, heeren, en in uw eigen belang raad ik u, geen valscheu op te geven, want daarmee maakt u 't nog erger 1 Het nummer van uw auto heb ik al, weet u, en dat zou u toch verraden Do beide heeren haalden elk hun kaartje voor den dag. De goede man las ernstig en waar dig hardop, wat daar op stond en borg ae daarna voorzichtig in een groote, zwarte portefeuille. Ik veronderstel, dat uw rij-l>e- wijs in orde is, vervolgde hij. Wanneer u 't zien wilt, hier is 't, antwoordde de heer Rital. Ik geloof u wel. Het drietal begaf zich naar de auto, waar de veldwachter bewonderend om heen ~ing loopen. Dat is een deksels mooi wagentje, hoeren, zei hij. Gaat ie hard Veertig Veertig, wat? Paardekrachten, natuurlijk. Paardekrachten.. Zoo. Veertig paarden.... Mo dunkt, de kilometers moeten onder de wielen wegglijden, zoo «nel als wolken aan een storm- achtigen hemel. Dat moet heerlijk geruisch, begon de veldwachter te neuriöu, vervolgeus te zingen Verbaasd, een weinig ongerust, keerden do belde automobilisten zich om uuar hun vijand, doch deze wierp hun een tevreden glimlach toe Hij tracht te verbergen, dal hij in de penarie zit, en dat hij gevoelt» to taal aan ons overgeleverd te zijn, zet Rital Eindelijk bereikte dc auto Aiustcr-, dam en stopte vóór do gevangenis. Hel was middernacht. Welnu, waardige vertegenwoorcö- gor der wot, zoi Evans spottend, we zijn thuis, stap uit, s. v. p Dit hier is de gevangenis, ook een wetsinstel- ling. Ik donk u duizendmaal, antwoord, de de ander, uit den grond van mijn hart. Misschien willen de heeren wel zoo good zijn, me het Rembrnndtple'ui te wijzen Dc beide vrienden, verstomd ovei die kalmte, en do wending, die het avontuur nam, keken elkander aan. Mijn broor is kollner in een dor ho tels aldaar, vervolgde de veldwach ter, en dio zni me voor vannacht wel onderdak verleenen. Mijn geheele fa milie woont iiior, en ik was juist op weg naar den trein, om haar te gaan opzoeken, daar ik een paar dagen ver lof had gekregen. Door een gelukkig toeval ontmoette lk dc hoeren en op de kaartjes las ik. dat de heeren ia Amsterdam thuis hoorden.. Mooier kon 't niet, meerijden spaarde mij de Iroinkosten uit, en dan nog wel ui 'n aulo 1 Wat uw overtreding aan gaat, 't zal de heeren een paar rijks daalders kosten Een kleinigheid Goeden avond, heeren, en nogmaals bedankt. Hij verwijderde zich, na 't militair saluut gemaakt te hebben, en langza- merhand verdween zijn silhouet io dc spaarzaam verlichte straat De beide vrienden hadden wel kun nen huilen van boosheid DAMRUBRIEK. IIAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men to richten aan den hoer J. Meyer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543. PROBLEEM No. 127 van M. Chftrly. 6 n w S ij 16 w jp ii li 85 j§ Éiwl u 86 Si IU 4 ZP p 46 H Zwart Schijven op 4. 7. 8. 9. 12. 14. 20. 23, 24. 29 30 34 en 35. Wit, Schijven op 18, 27, 32, 37, 88, 41, 43, 44, tó, 48 en 50. PROBLEEM No. 128 van E. R o m a n I. Zwart 1 S 8 4 5 1. pi m n 6 g§ 1 w? Él 8 P 16 i 25 iï§* m n 86 ifi ii fS ■SS-v 45 *5 48 4» 60 Zwart. Schijven op 1, 6, 8, 9, 10, 13, 15, 19, 23, 25 en 30. Wit Schijven op 11, 17, 21, 22, 27, 28, 33, 39, 43, 44 en 18. Oplossingen van No. 127 cn No. 128 \s orden ingewacht aan bovengenoemd adres, uiterlijk Dinsdag 29 Fe-1 bruari a.s. Oplossing van Probleem No. 123, van den auteur Wit 28 - 22, 32 - 28, G - 17, 28 - 23, 30 10, 37 - 31, 50 - 44, 35 24, 25 1 I Oplossing van Probleem No. 124, van den auteur Wit 48 - 43, 47 - 41, 39-33, 38-32, 11 - 6, 6 -1, 1 48 I Belde probleems zijn goed opgelost door de Heeren W. J. Balkenende, R. Bouw, W. van Daaleu, I. Jacobson Azn., D. G. Koning, W. J. A. Matla, P. J. Eype, C. P. Kraay. Probleem No. 124 alleen, door de heeren F. M. van der Wcrff te Haar lem, en J. van der Werft Gzn., te Zandvoort, en L. F. Wiegman, Sche ven in gen. Oplossing van hot bladprobleem, Vau den auteur Wit 45 - 40, 18 - 12, 12 - 7, 7 - 1, 50 - 44 (1), 1 - 6. of (1) 50 39, 1 - 6, 6 50 I DAMMEN. De Algeuneene Nederlandsche Dam- bond heeft eon nationalen dum-wed- strijd uitgeschreven, welke in Maart a.s. te Amsterdam zal aanvangen, op nailer vast te stellen tijd en plaats. Behalve den titel van „Hollandsch Dam-kamploen" met groote zilveren medaille cn fraai kunstvoorwerp, ter waarde van minstens 20 gulden, voor den hoofdklas-prljswiuner. worden voor dezen wedstrijd, welke in vier klassen is verdeeld, beschikbaar ge steld, groote zilveren en bronzen me dailles, benevens fraaio kunstvoor werpen, tot een bedrag van pl.m. 150 gulden Het ïnlegge-ld bedraagt slechts Voor een dioofdklas-spoler f2. bondsleden f 1.50. Voor een le klasse speler f 1.50, bondsleden f 1.—. Voor een 2e klasse speler 1.25, bondsleden f 0.75. Voor een Se i-lasse speler f 1-— bondsleden f 0.50. De 2e. en 3e~klas-wedstrijd loopt op één speeldag (Zondag) ten einde de hoofd- eu lo klas-vvedstryd duurt ver moedelijk drie speeldagen (11 dagen telkens rust). De deelnemers kunnen vóór 6 Maart a.s. ziöh schriftelijk aanmelden bij de Commissie, dc hoeren J. A dame, J. M. Kemperstraat 117, S. S. van Baaien, N. Prinsengracht 25, C. H. Broek kamp, Damrak 09, M. Snijders, Bla st usstraat 26, Amsterdam, met bijvoe ging van het üileggeld, en daarbij vermelden in welke klasse zij wen schen te spelen. Het regiem*nt van orde wordt den deelnemers spoedig toegezonden. De Haarlemsdie Damclub houdt hare bijeenkomsten iedere» Maandag avond vau 8 lot 12 uur iu hel gebouw „De Nijverheid", Jansstraat 85, al- hier. Liefhebbers van het Damspel zijn daar steeds welkocn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 14