HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. MAANDAG 28 FEBRUARI 1910 INGEZONDEN Van ingewnden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopie den inionder niet teruggegeven. Voor dea inhoud dexer rubriek atelt de Redactie rich niot aansprakelijk. De Haarlemsclio Waterleiding OVER Dr. PAREAU'S TWIJFEL AAN DE AANZIENLIJKE DALING VAN HET GRONDWATERPEIL DOOR DE HAARLEMSCHE WA TERLEIDING NABIJ HARE PRI SE D'EAU TEWEEGGEBRACHT, EN NOG WAT. Van do hand van Dr. Pareau Is verleden jaar verschonen (te Delft bij J. Waltman Jr.) eon aantrekkelijk uitziend en goed geschreven boekje, dat tot titel draagt: ,,Iets over verzou- ting van het Duinwater." De ware inhoud bestaat in het bewijs, dat do draineerletding der Ilaagsche pri se d'eau in do Scheveningsche duinen geen verzouting li ad teweeggebracht •in twee tot in liet diluvium geboorde putten, welk diluvium van de lagen waaruit, de drainoorlekLing haar wa ter verkrijgt, door eene zware klei laag gescheiden is. In mijn rapport over: De prise d'eau dor Ilaarlemscho waterleiding, zag ik mij genoodzaakt op enkele onjuistheden aangaande hydrologische hoofdpunten in het overigens lezenswaardig boekje te wijzen. Ik achtte mij daartoe te meer verplicht, daar op uitnooddging van IV. Pareau, vóór de verschijning van rijn geschrift, ik met Prof. Lorentz en Prof. Schreinernokers de prise d'eau te Schevenlngen op 18 Septem ber 1908 bezocht en toen door Dr. Pa reau en den vriendelijken Directeur der Ilaagsche Waterleiding omtrent alle bijzonderheden der bedoelde proef patten en wat daarmede in verband stond, ingelicht word. F.n nu moet ik tot mijn leedwezen weder op onjulstlioden wijzen, die door Dr. Pareau in ..Ilaarlom's Dag blad" van 17 Februari J.l. aangaande I»et grondwaterpeil in de Haarlem sclio prise d'eau, en wel naar aanlei ding van mijn rapport daarover, ver kondigd zijn. Wat dan betreft de door Dr. Pareau vooral behandelde bijzaken": lo. de mij gestelde opgaaf, to var- blaren waar ie nog geen „pl.mJ 200.000 kub. M. grondwater blijven, welk© dagelijks in de richting van onze duinen worden afgezonden," wel die verklaring is eenvoudig genoog. Do nog geen 200.000 kub. M. grond water, uit het Oosten naar het Wes ten zich bewegend, zijn alleen te schatten en werkelijk geschat worden door de hoeveelheid van het Ia de polders, welk© tusschen de hoo- gere oostelijk© g'rondeu en de duinen gelegen zijn, opstijgend grondwater, da zoo-genaamde kwel. Van dat water kan in do duinen waarlijk niets te recht komen. Het beweegt zich wel in da richting der duinen, maar wordt, reeds lang voordat het zo bereikt, la die lager streek, de polders, opgovangen on weggemalcn. Daaren tegen is nu afdoend bewezen, o.i 'door liet onderzoek, in de priss d'eau dor Amsterdamsche duinwaterleiding, van den lieer Pennlnk c.s., dat zoo Alep als men geboord hoeft (tot pl.m. 150 M.) d© strooming van het grond- walor onder de duinen oan dien kant de richting heeft n a ar de polders. 2o. Ilaalt Dr. Pareau van hiadz. 27 van mijn rapport den volgenden zin (onvolledig) aan: ,,Want zekor is het alluvium, waarin de putton der Haar- lomsche prise d'eau staan, over hun geheele filterhoogte, en waarin dc dralneerbuizen der Ilaagsche duin waterleiding Liggen, wegens de ge ringe korrelgroolte cn den kleirijk- dom van die lagen het minst geschikt om daaruit water op te vangen.'" Met oenige verbazing las ik 'flat. Dr. Pareau daarop zegt: ,,Dit is niet juist, daar er tusschen de boor- baizen der IIonrlomM-he en der Haag- bcIw waterleiding belangrijke ver schillen bestaan zoowel in de afmetin gen als in de wijze waarop zij in den grond zijn geplaatst." Liggen die draineorbuizen dan mis schien niet in het alluvium (dat in do Schevciungsche duinen zich ook waar lijk niet gunstig onderscheidt van dat der Ulocmendaalsche duinen) en is 't Dr. Pareau ontgaan, dat ik in den onmiddellijk op den aangehaalden volgenden zin die belangrijke ver schillen zoowel in de afmetingen als in do wijze waarop de buizen in den grond zijn geplaatst aangeef? Don laat Dr. Pareau volgen de bc- li.-indeling mijner „eigenlijke hoofd argumenten, om de schade aan to tooncn, welke de Ilaarlemsche Wa torleiding aan do BlocmendaaJsche duinen toebrengt." In het voorbij go an zij er op gewe zen, dat in de inleiding van mijn rapport niet van Iets „aan te too- non", doch van onderzoeken gespro ken wordt; mijn rapport wil dan ook geen „betoog" zijn, dat immers iets, dat voorop gesteld is, moet bewijzen. Ook was de verdieping on verruiming van onze goologiroho en hydrologi sche kennis, die ik van mijn onder zoek hoopte aiet „het doel", doch slechts een nevendoel. Juist omdat ik geen vooropgestelde m&enlng wilde Ito wij zen, heb ik mij ook vocaal be moeid de hearschend© overdreven voorstellingen van den uitdrogende» invloed der waterleiding te bestrij den (bladz. 17, 18, 20, 21, 22 en 24 van mijn rapport). Het hoeft daarom geen zin to ©preken van een aanval' op de Ilaarlemsche waterleiding en het kan niot bevreemden, dat Dr. Pareau het door liem onderstelde aanvallend ka rakter van mijn rapport nog wel eens zelf niet vinden kan. Waar Dr. Pareau moent, dat de be langrijk© rol, welke de veenlagen spelen teu opzicht© van de daling der grondwaterstanden door mij niet vol doende zou zijn ia aanmerking geno men bij de beoordeeling van de waar nemingen aan de contxóle-putten, kan ik hem en de lezers van zijn artikel geheel gerust stellen door de verzeke ring, dat 't al of niet voorkomen van veenlagen ter plaateo der contróle- putten, evenaJs in de prise d'eau zel ve mij Immers bekend was, en dat in allo gevallen de beteekonls der bedoel de rol wel overwogen is geworden. Geen enkel onbevangen lezer van mijn rapport kan mij zulk een naïveteit toeschrijven. Verrassend is liet verder, in het ar tikel van Dr. Pareau te lezen, dat wel feitelijk Is waargenomen, dat 500 M. ten Weston en 600 M. ten Oos ten van de prise d'eau haar uitdro gende Invloed nog zeer merkbaar was, doch op 1000 M. afstand van dien Invloed niets meer te bespeuren viel, terwijl van het van zelf sprekend besluit, dat die invloed zich „reeds tot op ongeveer 3/4 K.M. doet gelden' door hem gezegd wordt ,,en daarom wordt nu aangenomen" („aan genomen" gespatieerd). Dat is toch wat al te gezocht. Wat liet bedrag der door de prise d'enu veroorzaakte grootste doling van den grondwateretund aangaat, hecht Dr. Pareau meer aan het niet gecorrigeerde cijfer van 90 c.M. dan aan het' gecorrigeerdo bedrag van ongeveer anderhaiven meter. Het laatste moet evenwel veel dichter bij de waairheid liggen, daar wat door hem over 't hoofd is gezien in Maart en October het grondwater, door natuurlijke oorzaken, zijn hoog- sten en zijn laagsteu stand pleegt te bereiken en omdat do jaren 1890 en '91 geen uitzondering op dien regel maakten (zooals wil do jairen 1909 en 1910), kon do bedoelde correctie met vrij groote nauwkeurigheid worden aangebracht. Dr. Pareuu heeft ook niet begrepen, dat bij die correctie do regenval te Leidutn slechts dienen rnocst om na te gaan of do genoemde jüTen al of niet normale waren; grondwaterstanden van verschillende plaatsen werden d a a r b ij in het geheel met vergeleken. Ik herinner, in verband met de be doelde correctie, die dienen moest om daarmedo een juister waarde bij benadering to verkrijgen, aan do woor don voorkomend in liet door bem aan gehaald rapport van den hoofdinge nieur Do Bruyh c.s.: „Bij de bereke ningen, dio men omtrent do bewe ging van grondwater maakt zijn al tijd grootheden, die niet wiskundig tot het juisto bedrag zijn vast te stel len." En verder: „liet is in den regel ook niet te doen om een volmaakt juist cijfer, maar om een oordeel over do bet rekkelijke grootte", en: „Noodig zijn die berekeningen ook, al zijn zij slechts benaderend, om verkeerde ineenbogen, die in zoo ster ke mate omtrent de beweging van het grondwater bestaan te bestrijden." Daarentegen maakt Dr. Pareau een groote fout, waar hij de waargeno men grondwaterstanden lo het nat Jaargetijde direct vergelijkt met die In het droog jaargetijde. „Nu gaan wij nog een stap verder", zegt vervolgens Dr. Pareau, en inder daad gaat hij dan zelfs wat al fe ver, want waar hij spreekt van een slechts 9-jarlg tijdsverloop (van 1900 tot 1909) csoamoteert hij, geheel onnoodig, het jaar 1899; daarbij vergelijkt hij ten onrechte het peil in de geheel© prise d'eau in plaats van in dat deel dat be trekking heeft op de te vergelijken rij van oude proefputten (wat ik deed) en verbirtdt dat is zijn derde fout het eindpunt van de eene met het begin van de andere lijn In de figuur van Bijlage G. Met behulp van die drie fouten vindt hij dan niet 4.09 3.19 =- 0 90 M.. doch 0.685 M. Hij noemt het een „onderstelling", dat gedurende 190S tol Maart 1909 de grondwaterstand zeker niet minder dan 1 M. (namelijk van 3.12 tot 2.12 M.) is gedaald en verliest daarbij uit het oog, dat het laatste cijfer a,ls be trekking hebbend op eenigszins bui ten do prise d'eau gelegen punten f e 11 o 1 ij k zelfs een iets le hooge waardo bezit. De bedoelde uitkomst van waarnemingen berust werkelijk in liet geheel niet op eenigo „hypo these". En zijn aanmerking, dat de tusschen die twee punten (bij de cij fers 3.12 en 2.12, van 1907 en 1909.) getrokken, toen slechte aan haar uit einden bekende en daarom gestippel de en recht getrokken lijn, niet recht lijnig blijkt le zijn, nu de waterstand in 1908 bekend is geworden, te toch waarlijk erger dan spijkers op laag water zoeken. In zijn opmerking „ten slotte" her haalt Dr. Pareau zijn tegm de af doend vastgestelde feiten indruisehen- do rneening, dat het zeer goed moge lijk is, dat er wèl water van het Oos ten onder de duinen kpmt. Daarbij zegt hij schijnbaar terecht, dat bij ontneming Yan diep water, uit liet diluvium, toch op den duur een daling van den grondwaterspiegel in de alluviale lagen van liet duin moet plaats hebben. „En wel ecno daling, die over veel grooter oppervlak zal worden gevoeld." Hier ontgaat het Dr. Pareau, dat evenredig met de uitbreiding van dat oppervlak het bedrag der daling moet verminderen cn dat bij het aanzien lijk bedrag der iaarlijksche voeding van den duinwatervoorraad, door den neerslag (welke voeding men op onge veer 150 miliioen kub. meter kan stellen voor het gehecle gebied van ons vastelandsduin) zulk eon uitge breide of algemeene daling kan uit blijven. Tegen „onbegrensd gebruik van diluviale bronnen" heb ik reeds in 1905 (Etudes sur les eaux souter- raines) ernstig gewaarschuwd, maar dat gebruik behoeft ook niet onbe grensd te zijn. En wat het don door Dr. Pareau fe bonte gebrachte beginsel van Ba- don Ghyben-IIerzberg aangaat, mag ik herinneren, dat wel niemand meer dan ik zich van 1903 af, toon dat be ginsel in ons land zoozeer ter sprake is gekomen, verzet heeft togen zijn al to uitsluitende toepassing. Tclkeas weder heb ik er op gewezen, dat het niet zuiver statisch, doch dynamisch gewijzigd in werking treedt, en dat op die wijziging vooral ook de ver schillende bodemlagen invloed heb ben. Evenwel nemen al die wijzigen- de factoren niet weg, dat liet begin sel van Badon Ghybcn in hoofdstak als geldig werkelijk erkend is. Uit dat alles blijkt ook, hoe weinig waaide aan do door Dr, I'areau om trent de Ilaarlemsche Waterleiding uitgesproken eindconclusie is toe te kennen. Van deze gelegenheid zij het mij vergund gebruik te maken, om een en- kcl woord te zeggen ovor twee punten dio in den iaatsten tijd met betrek king tot de hangend© kwestie der Hnarlemsche Waterleiding zijn ter sprake gebracht Het eerste punt betreft liet onder- stolde grooter gehalte aan zuur stof van het aliuviaal water, gelijk thans in de Ilaarlemsche prise d'eau wordt opgepompt, dan van het diep (diluviaal) duinwater. Daarin nu be staat stellig geen verschil. Ju beide soorten van water is namonlijk veel ijzer opgelost en wel als koolzuur- ijzeroxyaule, dat is een vorbinding met weinig zuurstof, welke verbin ding gretig eventueel voorhanden vrije zuurstof tot zich neemL Daarom kon vrije zuurstof reeds van af zeke re geringe diepte ouder do oppervlak te van nature niet beslunn De voor het beruchte „verslumtnen" noodige zuurstof moet duaTom van boven, door den put, zijn ingedrongen, inden tijd. dat niet gepompt wordt ;'s nachts). In d a t opzicht hebben dus puiten in het diluvium weinig voor boven die in het alluvium; maar in de eersten kan het water krachtig toe- slroomen, hetgeen hot dichtslibben door ijzeroer bemoeilijkt. Bij een niet te groot petal putten in het diluvium, die ieder veel water leveren en wei nig rust hebben, :s daarom dat „ver stemmen" zeker uitgesloten. Het tweede punt betreft de vraag of niet het in het diluviale water van sommige diepboringen (In mijn rap port genoemd} aanwezige In andere ontbrekende iwaveimur bewijst voor verschillende herkomst van dat water, of het namelijk in het eerste geval alleen zakwater uit het allu vium is, in het laatste niet. Ik meen nu. dat juist die verschil len bewijzen, dat In alle geval len hef diluviale water van boven Is ingezakt. Ecnipre jaren geloden heb ik aangetoond (Pharmaceutisch Week blad 1901) hoe de kleilagen aan het daardoor heen zakkend water zijn zwavelzuur (dat afkomstig is van een- en humuslagen in den boven grond) ontnemen, onder vorming van zwavelijzer. En als ongezocht bewijs voor de juistheid dier voorstelling be zitten juist de drie diepboringen, die water loverden zonder zwavelzuur, goed ontwikkelde kleilagen, al de overige, met zwavelzuur, weinig of geen klei. Bij een dezer laatste borin gen, waar in het alluvium nog 80 c.M. ten deel© zandige klei aanwezig Is, heeft het diluviaal water een zwavel- zuurcijfer van slechts 7. bij een ande re, niet meer don 150 M. verder gele gen boring, waarbij slechte 5 c.M. klei werd aangetroffen, is het zwavel- zuureïjfer 20. Die locale verschillen, in dezelfde laag, zijn onvereenigbaar met do voorstelling, dat het diluviale een anderen oorsprong zou hebben dan het alluviale water. Zij bewijzen dus alweder, dat ook het duinwater in het diluvium van den plaatselijk gevallen neerslag afkomstig is. EUG. DUBOIS. Haarlem, 25 Februari 1910. Buitenlandsch Overzicht Even moeten wo nog terugkomen op 't debat in het Engelsehe Lagerhuis gevoerd, over tariefhervorming. Men weet, dat het amendernont van Cham berlain op het adres 'van antwoord op de troonrede met 285 tegen 254 stem men verworpen is; De meerderheid van het Lagerhuis wenschte dus niet, dat in de plannen der regeering een herziening van 't tarief wordt opgeno men. Da Ieren bleven buiten stemming. Wanneej; ze ..voor" het amendement gestemd hadden, zou het ministerie- Asquith al gevallen zijn. Nu 't te voorzien is, dat de qu&eslie van de tariefshervorming nog een veel beteokenondo rol zal speten in den huldigon politieleen strijd in 't Ver een* gd Koninkrijk, is wel van belang te nemen, w a ar o m dc Ieren in dit geval buiten stemming bleven. IIol was niet om 't ministerie te redden, maar om principieele beginselen. De Ier Kettle, van de partij van John. Redmond, heeft in zijn rede over het amendement-Chamberlaiu op de eigenaardige POSITIE VAN IERLAND TEGEN OVER 'T VRAAGSTUK DER TARIEFSHERVORMING gewezen. Hij zei ronduit, dat zijn Iandgenooten nóch voelen voor den vrijhandel van de liberalen, nocü voor de beschennuig van de unionis ten. Aan de beschermende rechten door Chamberlain aangeprezen, hoeft Ierland niets. De unionisten willen, zoo had Chamberlain gezegd, een belasting op voedingsmiddelen, zon der dut do prijs verhoogd wordt, maar volgens Kettle kan de lerscho land bouw alleen voordeelen trekken van een tarief hervorming, waarbij do prijzen der voedingsmiddelen stijgen. Bij een tariefhervorming willen do Ieren b. mndeld worden als een kolo nie van Engeland. Als Engeland een recht van 10 legt op den invoer van text-'el-goederen, dan wordt de tex- tiel-lndustrie in Ierland allc-en ge baat, wanneer do Ieren ook op de uit Engeland ingevoerde goederen deze bekisting kunnen leggen. Nu was er niet de minste reden voor de leren, om den En gel se hou vrijhandel of Engelsehe protectie te steunen I Zoo was de conclusie der Ieren. Men proeft ook uit deze redenee- ring het verlangen naar Home Rule, eeu beperkt lersche zelfregeering I Balfour, namens de unionisten spre kend, wees op deze redo van Kettle. Hij zei tot de ministers Ziet wat er van komen zou, als gij straks den Ieren Home Rule gaat geven. Gij zult dan het eigenaardige schouwspel zien, dat diezelfde Ieren, dien gij op die wijze vrijheid geeft, daarvan da delijk "ebruik zullen maken, ook ai blijven zij deel van het rijk, rechten te gaan heffen tegen den landbouw en de niiverheid in Engeland. Deze uitval van Balfour heeft nog een andere beteekeuis, n.L dat de leren van de unionisten voorloopig geen Home Rule zouden krijgen. D t is althans o. i. tusschen de regels door te lezen. WAT WIL HET MINISTERIE ASQUITH Deze vraag houdt, terwijl wa dit schrijven nog vele gemoederen In En geland bezig. Morgen zullen we meer weten, want vanmiddag zal de pre mier in 't Lagerhuis meedeoling doen van da plannen der regeering. Dan zal blijken, of de crisis-geruchten, die reeds vele dagen de. rondo doen, ge grond zijn. Veel zal afhangen van de vraag, of het ministerie aan do etechen dor teren en der Arbeiders partij kan voldoen, want daarmee valt of staat do tegenwoordige regee ring .Maar er is ook nog een andera moeilijkheid I Wanneer de Excellen tie© ter wille van de leren of Arbei ders belangrijke concessies willen doen, dan bestaat do mogelijkheid, dat d© behoudende elementen uit de eigen liberale partij tegen deze poli tiek in verzet komt. Van alle zijden, van vriend cn vij and, wordt het ministerie dus ge drukt. Of 't geheel Je verdrukking zal komen? i 't Meest op don voorgrond treedt de ingewikkelde Iloc uis-quaestie. Verschillende blauen weten mee te deelc-n, dat de premier gezwicht is, en zijn oorspronkelijk denkbeeld om aan de quaestie van het veto-recht óók die der hervorming van het Hoo- gorhuis te verbinden waartegen o. een groep liberalen onder sir Chur- Dilko krach Lig protest had aange- teekend heeft opgegeven. Dit zou wel verandering ln don toe stand geven, maar lo3t de bestaande moeilijkheden nog niet op, nu nog al tijd de quaestie omtrent de waarbor gen voor de doorvoering van de be perking van het veto-recht der Lords niet is opgei ost. Verschillende wegen staan voor het ministerie open, om 't beoogde doel te bereiken. In de eerste plaats zou den de Excellenties aan den Koning toezegging kunnen vragen, dat deze <1© benoödigd© liberale lords zal be noemen, om ook in 't Hoogerhuie een meerderheid voor de wet te verkrij gen. Ook zou het kabinet de quaestie van het veto door middel van oen re ferendum aan liet volk kunnen voor leggen. Dit plan van een referendum schijnt hoe langer hoe meer aanhan gers le winnen, daar ook het ministe rieel© weekblad „Nation" het thans aanprijst en ook de Daily New» de voordeelen er van in het licht stelt. Dus dan weer een beroep op de kie zers. Die worden in Engeland wel er kend 1 't Waarschijnlijkst is dus. dat het ministerie eerst alle krachten wil con- contreeren op de veto-quaesli© van 't Hoogerhuis en de hervorming dus voorloopiar zal uitstellen. De nationalisten zouden ©venwel nog ontevreden zijn wegens de weige ring der regeering om de behandeling der begrooting uit te stellen tot do veto-quaestio geregeld is. En, zoo zegt men, als de nationalisten niet van houding veranderen, is de mogelijk- heid groot, dat de conservatieven de regeering zullen steunen om de aan neming der begrooting te verzekeren. De parlementaire correspondent van de „Dailv News" geeft to kennen dat van Asquith's frontverandering misschien wijzigingen in hel kabinet het gevolg zulten zijn- Hoe 't zij vele mogelijkheden. Met verwachting wordt dan ook uitgezien naar de nadere verklaring van den premier. UIT GRIEKENLAND komen cenigo tegenstrijdige berich ten. Allereerst wordt uit Athene be richt, dat het besluit tot bijeenroeping van dc National© Vergadering in do laatste zitting van de buitengewone vergadering door den minister-presi dent met meer dan gewone plechtig heid zal worden voorgelezen. De offi cieren van leger en vloot zulten in groot tenue tegenwoordig zijn en tij deus de voorlezing van de boodschap het militair saluut brengen en daar na een hoera aanheffen voor den Ko- 1 De officieren, zoo voegt het bericht daaraan toe, zullen zich dan weder aan hunne beroepsplichten gaan wij den. Mis! zeet een ander bericht. Da of ficieren hebben andere plannen. Er is door ben een beweging op touw ge zet, om den Militairen Bond omver le werpen. Ook wordt uit Griekenland gemeld, dat bet ontwerp tot herziening der Grondwet klaar is. Veel bijzonders bevat de wijziging niet't voornaam ste Ls evenwel, dal het ambt van offi cier onvereenigbaar is met de positie van afgevaardigde voor de Kamer. Nu, in Griekenland regeereu de of ficieren wel buiten de Kamer om t OVERSTROOMING IN" BELGI6. L il Luik wordt gemeld De Maas is twee en een balven me ter gestegen, Tilleul en Jemepp© ou der water zettende. Te F lamelle Grunde staan meer dan 290 huizen het water. Het tramverkeer tusschen Luik e< Séralng is gestaakt. Honderden hul< zen zijn onuergeloopen le Fiamella,"' Alle stroomea in den omtrek wassen eterk. Uit Charleroi De toestand .s ernstig. De Sambr» overstroomde tal van bruggen. Te Chatelet te het station ondergeioopen. De treinen gaan dpor het water. Da industrieel© inrichtingen te Matchie- nes Est zijn overstroomd. Het werk moest worden geslaakt 5000 arbei ders zijn daardoor werkloos. Uit Namen De Maar overstroomde het land tusschen Dinant en Namen. Te Di- nanl staan kaden en wandelwegen onder water. Te Namen liep liet wa ter in de kelders vnu het hospitaal. De Sambre, I.esse cn Semois hebben een ongelooflijke hoogte bereikt, over- stroomer alles en voeren alles op hun weg mede. Te Wal court staat de spoorbaan voor een groot deel onder v4ter. Stadsnieuws ONZE VLOOT. Onder presidium van den heer F, M. baron Van Lijnden vergaderd© Zaterdag do afd. Haarlem en om streken der Nederiandache Vereent- ging ,,Onz© Vloot". In zijn openings woord heette de voorzitter In hel bij zonder welkom den heer A'. G. ELIis, oud-minister van marine, en den heer Jhr. Mr J. W. G. Bareel van Hogelandcn, die zoo welwillend is geweest het eere-voorxilterschap der efdeeding op zich te nemen. Voorla deelde baron Van Lijnden mee, dot de afdeellng thans 1GÓ leden telt. Het huishoudelijk reglement werd hierop voorgelezen en zonder wijzi ging of bespreking vastgesteld. Vervolgens werd overgegaan tot de verkiezing va neen definitief bestuur. Bij acclamatie werd hel voorloopig bestuur als zoodanig gekozen. Dit be staat uit de heeren F. M. baron Van Lijnden, voorzitter, H. M. Yan Bem- melen, vice-voorzïttcr, J. baron van- Heeokeren ven Wallen, secretaris, W. H. Bouwmeester, plaatsvervan gend secretaris, E. baron van Iïeerdt tot Eversberg, penningmeester, Mr. P. Tjeenk Willink. G. N. A hereon, J. B&eckroan, P. N. van Doorainck,- D. Duinker, Mr. Joh. Enschedé. Mr. A. A. Pélérin, G. v. d. Most van Spijk, I- P. de Stoppeloar, Jhr. Mr. E. H. E. Teding van Berkhout, Mr. J. N. J. E. Thljssen on A. M. Verkerk. De zes eerstgenoemde heeren vor- ion bet DagoJIjksch Bestuur. Besloten werd voorts de aanwijzing van een afgevaardigde ter algemee ne vergadering, die in April zal go- houden worden, aan het bestuur over te laten. Hierna installeerde Z. Exc. Ellis de juist gekozenen. Namens het hoofd bestuur betuigde spieker dank aan Jhr. Boreel van Ilogelanden en zette kortelings 't doel der vereeoiging uit een, dat men in deze woorden saam kan vatten: de verkrijging van een flinke kustverdediging, zoowel van Nederland als van Indië, en een vloot bemand met flink, goed-verzorgd en tevreden personeel. „Nooit," eindig de spreker, zal de vereeniging in da troebele wateren van partijpolitiok zich bewegen, en ook nooit zal zij een eigen program van marine-organisa tie ineenzetten. Maar onze vloot moet bij 't Nederlaridscbe volk populair gemaakt worden?" Hierna wenschte oud-minister El- lis 't gekozen bestuur met zijn benoe ming geluk. Door den voorzitter werd ten slotte nog dank betuigd aan den heer W. H. Bouwmeester, die in de werk zaamheden der afdeeling een reeds zoo beduidend aandeel gehad heeft. Do vergadering werd hierop ge sloten. Benoemd. Door dc-n raad der gemeente EnK- huizeu te benoemd tot hoofd dor Bur gerschool M. U. L. O., de Leer G. Ilcllinga to Haarlem. De Kampioen. In het Brongebouw gaf Zaterdag avond. de Ilaarlemsche Sportvereem- güig „De Kampioen" haar vijfde jaar- lijksclie uilvoering. Eenig© leden hiel den wielerwedstrijden, waarbij ge bruik werd gemaakt van een z.g. home-traJner. Leden dor ulletiiiek-ver- eeniging „Door oefening kracht" toonden staaltjes van kracht door het heffen van zware gewichten. De heer en mevrouw Vogel vermaakten de aanwezigen !w vogel vermaakten de m mei hun komische cou- FEUILLETON HOFBAL Novellette door Carry Brachvogel. Dat weet ik nog niet. Ik heb tege lijk ook nog een aanbod van den stadsschouwburg in Van een stadsschouwburg viel ze hem in de rede. i: ...nkt er toch niet aan een hof'o uier voor een stadsschouwburg - .aten loopen? Hij glimlachte. Hot was een glim lach, dien ze vroeger niet van hem ge kend had -. uit de hoogte en een wei nig minachtend. Als ik mijn tegenwoordig© be trekking werkelijk opgeef, geschiedt 4«t niet met het oog op d© kunst, Biaar,.. Maart Maar om zuiver jiarticulier© re denen. Ik denk te trouwen. Barones Nanni gaf geen gil, ze tastte ook niet naar haar hart cn ver trok geen spier van haar golaat. Men loeft niet tevergeefs in do groote we reld. Alleen stroomde het bloed lang zaam uit liaar wangen weg. In haar oogen la? een angstig vragende, on zekere blik. En wie is de gelukkige? Ze glimlachte bij deze vraag met een welopgevoedea glimlach. D© gelukkige n bent wel goed, barones is de altzangeres van mijn schouwburg. Komcdiantenbloed zooals ik Heeft ook ongeveer deïizelf- den weg afgelegd als ik van onde ren op gediend. Dat is de vrouw, die ik noodig heb 1 De gelukkige I zei barones Nanni nog eens. Maar ze zei het heel zacht, zoodat het als een onderdrukte zucht klonk. Den koning slaat hot huwelijk niet al te best aan, lervolgde Blan kenburg. Hij zou liever een adellijk© aan mijn zijd© zien. Ik geloof, dat hij er zelfs al een voor mij had uitge zocht. Hij legt mij hinderpalen in don weg, zegt. dat het mijn autoriteit zal benadeelen, als ik met een voormalig lid van zijn operagezelschap trouw, en rHeeft hij van zijn standpunt daar niet volkomen gelijk aan vroeg ba rones Nanni bedeesd- Het kan zijnMaar ik heb van mijn standpunt even goed gelijk. Er moest eens iemand wezen, die het waagde aan mijn autoriteit te twijfe len Zijn ooeen fonkelden en zijn stem klonk 6cbcrp. i En daarom dus wilt ga uw tegen woordige betrekking opgeven Ja. Als Zijne Hoogheid hier ten opzicht© van dit bijzondere punt an ders denkt, dan mijne Majesteit goed. Zoo niet, dan ga ik aan den door u met zooveel minachting behan delden stadsschouwburg. Twee men- BCheu als mijn vrouw en Ik passen overal, waar wat te werken valt. Ik wensch u geluk, baron t Ze reikt© hein haar bevend© kletne rechterhand. llij drukte er een vluchtige» kus op. En nu, barones, vertel mij van u zelve I En ze vertelde. Zij sprak van haar levensgewoonten, van haar omgang, van de boeken, die z© had gelezen, van haar reizen naar Nizza en Parijs geheel de kleine, nietige wereld van de groote dame liet ze hem zien. Hij luisterde beleefd, maar toch slechts met een half oor. F.u zij zij had zich nog nooit in haar leven zoo klein en zoo banaal gevonden al» op dit oogenblik precies, alsof ze iemand, die een reis om de wereld had gemaakt, van haar papegaai thuis vertelde. Toen kwam Zijne Hoogheid en legde beslag op den Intendant. En daar Zij ne Hoogheid zeer vriendelijk met hem sprak, was Blankenburg nog lang omgeven door kruipende heeren en op sensatie beluste dames. Zoo bemerkte hij het niet eens, dat barones Nanni het bal had verlaten. Hij zou zich er ook niet verder om be kommerd hebben. Hij had haar zeer weinig interessant, zeer klein, bijna bekrompen gevonden. In haar kostelijk gewaad stond do' barones voor 't venster van haar slaapkamer en keek naar bulten. Voor haar op de vensterbank lag ineenge frommeld liet. witzijden concert-pro gramma uit het gezanischapspaleis. Da stad was nog niet ter rust go- gaan. Nog woelde de koorts van den dag in haar. Slechts weinig huizen waren reeds donker. Uit do meeste vensters stroomde nog licht, bleek, ge dempt, geheimzinnig licht, dat den voorbijganger scheen toe to vonkelen: zia hier 1 Hier woont het geluk l Do olectriscJi© trams snorden heen en weer. Schel klonk hun gcbel in den helderen nacht. Mot gesnuif en ge blaas en met groote groeno oogea voor zich uitziende, raaeden de auto's voorbij, als ontroostbare spookver schijningen de voorname equipages op gummibanden. Zoover het oog reik- te sneeuw, sneeuw, sneeuw I Sneeuw op do huizen, op de dakgo ten. op d© vensterbanken op de bal kons. op do straten, op d© telefoon draden. AU» lforstlichton koken schit terende olcctribche lampen tusschen dicht met sneeuw bedekte hoornen uiL De stad lijkt een sprookje. Niet als een zoet, droomerlg sprookje uit verleden dagen, die er i\o»:t geveest zijn, maar als een mo©«vj i intersprookje ligt ze daar, glinsterend, stralend, rumoe rend. vol warm leven on vol Juichende kracht Als men koningin van zulk ©en sjirookie was l Barones Nanni in h3'.: k stelijk ge waad on met liaar blonde lokken lijkt haast ©en sprookjeskoningia. Een zucht dcet haar boezem rijzen. Dat witte sprookje daar buiten, de kracht, do arbeid, hot leven dat b&j hoort niet aan haar en die van haai soort. I)at behoort aan hen, die van ondereu cp dienden Opliet glinsterende zijden program», ma rold© een dikke traan neer-, (N. V. 't N.) EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5