HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
MAANDAG 28 FEBRUARI 1910
INGEZONDEN
Van ingewnden stukken, geplaatst of
niet geplaatst, wordt de kopie den inionder
niet teruggegeven.
Voor dea inhoud dexer rubriek atelt de
Redactie rich niot aansprakelijk.
De Haarlemsclio Waterleiding
OVER Dr. PAREAU'S TWIJFEL AAN
DE AANZIENLIJKE DALING
VAN HET GRONDWATERPEIL
DOOR DE HAARLEMSCHE WA
TERLEIDING NABIJ HARE PRI
SE D'EAU TEWEEGGEBRACHT,
EN NOG WAT.
Van do hand van Dr. Pareau Is
verleden jaar verschonen (te Delft
bij J. Waltman Jr.) eon aantrekkelijk
uitziend en goed geschreven boekje,
dat tot titel draagt: ,,Iets over verzou-
ting van het Duinwater." De ware
inhoud bestaat in het bewijs, dat
do draineerletding der Ilaagsche pri
se d'eau in do Scheveningsche duinen
geen verzouting li ad teweeggebracht
•in twee tot in liet diluvium geboorde
putten, welk diluvium van de lagen
waaruit, de drainoorlekLing haar wa
ter verkrijgt, door eene zware klei
laag gescheiden is. In mijn rapport
over: De prise d'eau dor Ilaarlemscho
waterleiding, zag ik mij genoodzaakt
op enkele onjuistheden aangaande
hydrologische hoofdpunten in het
overigens lezenswaardig boekje te
wijzen. Ik achtte mij daartoe te meer
verplicht, daar op uitnooddging van
IV. Pareau, vóór de verschijning van
rijn geschrift, ik met Prof. Lorentz
en Prof. Schreinernokers de prise
d'eau te Schevenlngen op 18 Septem
ber 1908 bezocht en toen door Dr. Pa
reau en den vriendelijken Directeur
der Ilaagsche Waterleiding omtrent
alle bijzonderheden der bedoelde proef
patten en wat daarmede in verband
stond, ingelicht word.
F.n nu moet ik tot mijn leedwezen
weder op onjulstlioden wijzen, die
door Dr. Pareau in ..Ilaarlom's Dag
blad" van 17 Februari J.l. aangaande
I»et grondwaterpeil in de Haarlem
sclio prise d'eau, en wel naar aanlei
ding van mijn rapport daarover, ver
kondigd zijn.
Wat dan betreft de door Dr. Pareau
vooral behandelde bijzaken":
lo. de mij gestelde opgaaf, to var-
blaren waar ie nog geen „pl.mJ
200.000 kub. M. grondwater blijven,
welk© dagelijks in de richting van
onze duinen worden afgezonden," wel
die verklaring is eenvoudig genoog.
Do nog geen 200.000 kub. M. grond
water, uit het Oosten naar het Wes
ten zich bewegend, zijn alleen te
schatten en werkelijk geschat
worden door de hoeveelheid van het
Ia de polders, welk© tusschen de hoo-
gere oostelijk© g'rondeu en de duinen
gelegen zijn, opstijgend grondwater,
da zoo-genaamde kwel. Van dat water
kan in do duinen waarlijk niets te
recht komen. Het beweegt zich wel in
da richting der duinen, maar wordt,
reeds lang voordat het zo bereikt,
la die lager streek, de polders,
opgovangen on weggemalcn. Daaren
tegen is nu afdoend bewezen, o.i
'door liet onderzoek, in de priss d'eau
dor Amsterdamsche duinwaterleiding,
van den lieer Pennlnk c.s., dat zoo
Alep als men geboord hoeft (tot pl.m.
150 M.) d© strooming van het grond-
walor onder de duinen oan dien kant
de richting heeft n a ar de polders.
2o. Ilaalt Dr. Pareau van hiadz. 27
van mijn rapport den volgenden zin
(onvolledig) aan: ,,Want zekor is het
alluvium, waarin de putton der Haar-
lomsche prise d'eau staan, over hun
geheele filterhoogte, en waarin dc
dralneerbuizen der Ilaagsche duin
waterleiding Liggen, wegens de ge
ringe korrelgroolte cn den kleirijk-
dom van die lagen het minst geschikt
om daaruit water op te vangen.'"
Met oenige verbazing las ik
'flat. Dr. Pareau daarop zegt: ,,Dit is
niet juist, daar er tusschen de boor-
baizen der IIonrlomM-he en der Haag-
bcIw waterleiding belangrijke ver
schillen bestaan zoowel in de afmetin
gen als in de wijze waarop zij in den
grond zijn geplaatst."
Liggen die draineorbuizen dan mis
schien niet in het alluvium (dat in do
Schevciungsche duinen zich ook waar
lijk niet gunstig onderscheidt van dat
der Ulocmendaalsche duinen) en is 't
Dr. Pareau ontgaan, dat ik in den
onmiddellijk op den aangehaalden
volgenden zin die belangrijke ver
schillen zoowel in de afmetingen als
in do wijze waarop de buizen in den
grond zijn geplaatst aangeef?
Don laat Dr. Pareau volgen de bc-
li.-indeling mijner „eigenlijke hoofd
argumenten, om de schade aan to
tooncn, welke de Ilaarlemsche Wa
torleiding aan do BlocmendaaJsche
duinen toebrengt."
In het voorbij go an zij er op gewe
zen, dat in de inleiding van mijn
rapport niet van Iets „aan te too-
non", doch van onderzoeken gespro
ken wordt; mijn rapport wil dan ook
geen „betoog" zijn, dat immers iets,
dat voorop gesteld is, moet bewijzen.
Ook was de verdieping on verruiming
van onze goologiroho en hydrologi
sche kennis, die ik van mijn onder
zoek hoopte aiet „het doel", doch
slechts een nevendoel. Juist omdat ik
geen vooropgestelde m&enlng wilde
Ito wij zen, heb ik mij ook vocaal be
moeid de hearschend© overdreven
voorstellingen van den uitdrogende»
invloed der waterleiding te bestrij
den (bladz. 17, 18, 20, 21, 22 en 24 van
mijn rapport). Het hoeft daarom geen
zin to ©preken van een aanval' op de
Ilaarlemsche waterleiding en het kan
niot bevreemden, dat Dr. Pareau het
door liem onderstelde aanvallend ka
rakter van mijn rapport nog wel eens
zelf niet vinden kan.
Waar Dr. Pareau moent, dat de be
langrijk© rol, welke de veenlagen
spelen teu opzicht© van de daling der
grondwaterstanden door mij niet vol
doende zou zijn ia aanmerking geno
men bij de beoordeeling van de waar
nemingen aan de contxóle-putten, kan
ik hem en de lezers van zijn artikel
geheel gerust stellen door de verzeke
ring, dat 't al of niet voorkomen van
veenlagen ter plaateo der contróle-
putten, evenaJs in de prise d'eau zel
ve mij Immers bekend was, en dat in
allo gevallen de beteekonls der bedoel
de rol wel overwogen is geworden.
Geen enkel onbevangen lezer van mijn
rapport kan mij zulk een naïveteit
toeschrijven.
Verrassend is liet verder, in het ar
tikel van Dr. Pareau te lezen, dat
wel feitelijk Is waargenomen, dat
500 M. ten Weston en 600 M. ten Oos
ten van de prise d'eau haar uitdro
gende Invloed nog zeer merkbaar
was, doch op 1000 M. afstand van
dien Invloed niets meer te bespeuren
viel, terwijl van het van zelf sprekend
besluit, dat die invloed zich „reeds
tot op ongeveer 3/4 K.M. doet gelden'
door hem gezegd wordt ,,en daarom
wordt nu aangenomen" („aan
genomen" gespatieerd). Dat is toch
wat al te gezocht.
Wat liet bedrag der door de prise
d'enu veroorzaakte grootste doling
van den grondwateretund aangaat,
hecht Dr. Pareau meer aan het niet
gecorrigeerde cijfer van 90 c.M. dan
aan het' gecorrigeerdo bedrag van
ongeveer anderhaiven meter. Het
laatste moet evenwel veel dichter
bij de waairheid liggen, daar wat
door hem over 't hoofd is gezien in
Maart en October het grondwater,
door natuurlijke oorzaken, zijn hoog-
sten en zijn laagsteu stand pleegt te
bereiken en omdat do jaren 1890 en '91
geen uitzondering op dien regel
maakten (zooals wil do jairen 1909 en
1910), kon do bedoelde correctie met
vrij groote nauwkeurigheid worden
aangebracht. Dr. Pareuu heeft ook
niet begrepen, dat bij die correctie do
regenval te Leidutn slechts dienen
rnocst om na te gaan of do genoemde
jüTen al of niet normale waren;
grondwaterstanden van verschillende
plaatsen werden d a a r b ij in het
geheel met vergeleken.
Ik herinner, in verband met de be
doelde correctie, die dienen moest om
daarmedo een juister waarde bij
benadering to verkrijgen, aan do woor
don voorkomend in liet door bem aan
gehaald rapport van den hoofdinge
nieur Do Bruyh c.s.: „Bij de bereke
ningen, dio men omtrent do bewe
ging van grondwater maakt zijn al
tijd grootheden, die niet wiskundig
tot het juisto bedrag zijn vast te stel
len." En verder: „liet is in den regel
ook niet te doen om een volmaakt
juist cijfer, maar om een oordeel
over do bet rekkelijke grootte", en:
„Noodig zijn die berekeningen ook,
al zijn zij slechts benaderend, om
verkeerde ineenbogen, die in zoo ster
ke mate omtrent de beweging van het
grondwater bestaan te bestrijden."
Daarentegen maakt Dr. Pareau een
groote fout, waar hij de waargeno
men grondwaterstanden lo het nat
Jaargetijde direct vergelijkt met die
In het droog jaargetijde.
„Nu gaan wij nog een stap verder",
zegt vervolgens Dr. Pareau, en inder
daad gaat hij dan zelfs wat al fe ver,
want waar hij spreekt van een slechts
9-jarlg tijdsverloop (van 1900 tot 1909)
csoamoteert hij, geheel onnoodig, het
jaar 1899; daarbij vergelijkt hij ten
onrechte het peil in de geheel© prise
d'eau in plaats van in dat deel dat be
trekking heeft op de te vergelijken rij
van oude proefputten (wat ik deed)
en verbirtdt dat is zijn derde fout
het eindpunt van de eene met het
begin van de andere lijn In de figuur
van Bijlage G. Met behulp van die
drie fouten vindt hij dan niet 4.09
3.19 =- 0 90 M.. doch 0.685 M.
Hij noemt het een „onderstelling",
dat gedurende 190S tol Maart 1909 de
grondwaterstand zeker niet minder
dan 1 M. (namelijk van 3.12 tot 2.12
M.) is gedaald en verliest daarbij uit
het oog, dat het laatste cijfer a,ls be
trekking hebbend op eenigszins bui
ten do prise d'eau gelegen punten
f e 11 o 1 ij k zelfs een iets le hooge
waardo bezit. De bedoelde uitkomst
van waarnemingen berust werkelijk
in liet geheel niet op eenigo „hypo
these". En zijn aanmerking, dat de
tusschen die twee punten (bij de cij
fers 3.12 en 2.12, van 1907 en 1909.)
getrokken, toen slechte aan haar uit
einden bekende en daarom gestippel
de en recht getrokken lijn, niet recht
lijnig blijkt le zijn, nu de waterstand
in 1908 bekend is geworden, te toch
waarlijk erger dan spijkers op laag
water zoeken.
In zijn opmerking „ten slotte" her
haalt Dr. Pareau zijn tegm de af
doend vastgestelde feiten indruisehen-
do rneening, dat het zeer goed moge
lijk is, dat er wèl water van het Oos
ten onder de duinen kpmt.
Daarbij zegt hij schijnbaar terecht,
dat bij ontneming Yan diep water, uit
liet diluvium, toch op den duur een
daling van den grondwaterspiegel in
de alluviale lagen van liet duin moet
plaats hebben. „En wel ecno daling,
die over veel grooter oppervlak zal
worden gevoeld."
Hier ontgaat het Dr. Pareau, dat
evenredig met de uitbreiding van dat
oppervlak het bedrag der daling moet
verminderen cn dat bij het aanzien
lijk bedrag der iaarlijksche voeding
van den duinwatervoorraad, door den
neerslag (welke voeding men op onge
veer 150 miliioen kub. meter kan
stellen voor het gehecle gebied van
ons vastelandsduin) zulk eon uitge
breide of algemeene daling kan uit
blijven. Tegen „onbegrensd gebruik
van diluviale bronnen" heb ik reeds
in 1905 (Etudes sur les eaux souter-
raines) ernstig gewaarschuwd, maar
dat gebruik behoeft ook niet onbe
grensd te zijn.
En wat het don door Dr. Pareau
fe bonte gebrachte beginsel van Ba-
don Ghyben-IIerzberg aangaat, mag
ik herinneren, dat wel niemand meer
dan ik zich van 1903 af, toon dat be
ginsel in ons land zoozeer ter sprake
is gekomen, verzet heeft togen zijn al
to uitsluitende toepassing. Tclkeas
weder heb ik er op gewezen, dat het
niet zuiver statisch, doch dynamisch
gewijzigd in werking treedt, en dat
op die wijziging vooral ook de ver
schillende bodemlagen invloed heb
ben. Evenwel nemen al die wijzigen-
de factoren niet weg, dat liet begin
sel van Badon Ghybcn in hoofdstak
als geldig werkelijk erkend is.
Uit dat alles blijkt ook, hoe weinig
waaide aan do door Dr, I'areau om
trent de Ilaarlemsche Waterleiding
uitgesproken eindconclusie is toe te
kennen.
Van deze gelegenheid zij het mij
vergund gebruik te maken, om een en-
kcl woord te zeggen ovor twee punten
dio in den iaatsten tijd met betrek
king tot de hangend© kwestie der
Hnarlemsche Waterleiding zijn ter
sprake gebracht
Het eerste punt betreft liet onder-
stolde grooter gehalte aan zuur
stof van het aliuviaal water, gelijk
thans in de Ilaarlemsche prise d'eau
wordt opgepompt, dan van het diep
(diluviaal) duinwater. Daarin nu be
staat stellig geen verschil. Ju beide
soorten van water is namonlijk veel
ijzer opgelost en wel als koolzuur-
ijzeroxyaule, dat is een vorbinding
met weinig zuurstof, welke verbin
ding gretig eventueel voorhanden
vrije zuurstof tot zich neemL Daarom
kon vrije zuurstof reeds van af zeke
re geringe diepte ouder do oppervlak
te van nature niet beslunn De voor
het beruchte „verslumtnen" noodige
zuurstof moet duaTom van boven,
door den put, zijn ingedrongen, inden
tijd. dat niet gepompt wordt
;'s nachts). In d a t opzicht hebben dus
puiten in het diluvium weinig voor
boven die in het alluvium; maar in
de eersten kan het water krachtig toe-
slroomen, hetgeen hot dichtslibben
door ijzeroer bemoeilijkt. Bij een niet
te groot petal putten in het diluvium,
die ieder veel water leveren en wei
nig rust hebben, :s daarom dat „ver
stemmen" zeker uitgesloten.
Het tweede punt betreft de vraag of
niet het in het diluviale water van
sommige diepboringen (In mijn rap
port genoemd} aanwezige In andere
ontbrekende iwaveimur bewijst
voor verschillende herkomst van dat
water, of het namelijk in het eerste
geval alleen zakwater uit het allu
vium is, in het laatste niet.
Ik meen nu. dat juist die verschil
len bewijzen, dat In alle geval
len hef diluviale water van boven Is
ingezakt. Ecnipre jaren geloden heb
ik aangetoond (Pharmaceutisch Week
blad 1901) hoe de kleilagen aan het
daardoor heen zakkend water zijn
zwavelzuur (dat afkomstig is van
een- en humuslagen in den boven
grond) ontnemen, onder vorming van
zwavelijzer. En als ongezocht bewijs
voor de juistheid dier voorstelling be
zitten juist de drie diepboringen, die
water loverden zonder zwavelzuur,
goed ontwikkelde kleilagen, al de
overige, met zwavelzuur, weinig of
geen klei. Bij een dezer laatste borin
gen, waar in het alluvium nog 80 c.M.
ten deel© zandige klei aanwezig Is,
heeft het diluviaal water een zwavel-
zuurcijfer van slechts 7. bij een ande
re, niet meer don 150 M. verder gele
gen boring, waarbij slechte 5 c.M.
klei werd aangetroffen, is het zwavel-
zuureïjfer 20. Die locale verschillen,
in dezelfde laag, zijn onvereenigbaar
met do voorstelling, dat het diluviale
een anderen oorsprong zou hebben
dan het alluviale water. Zij bewijzen
dus alweder, dat ook het duinwater
in het diluvium van den plaatselijk
gevallen neerslag afkomstig is.
EUG. DUBOIS.
Haarlem, 25 Februari 1910.
Buitenlandsch Overzicht
Even moeten wo nog terugkomen op
't debat in het Engelsehe Lagerhuis
gevoerd, over tariefhervorming. Men
weet, dat het amendernont van Cham
berlain op het adres 'van antwoord op
de troonrede met 285 tegen 254 stem
men verworpen is; De meerderheid
van het Lagerhuis wenschte dus niet,
dat in de plannen der regeering een
herziening van 't tarief wordt opgeno
men.
Da Ieren bleven buiten stemming.
Wanneej; ze ..voor" het amendement
gestemd hadden, zou het ministerie-
Asquith al gevallen zijn.
Nu 't te voorzien is, dat de qu&eslie
van de tariefshervorming nog een veel
beteokenondo rol zal speten in den
huldigon politieleen strijd in 't Ver
een* gd Koninkrijk, is wel van belang
te nemen, w a ar o m dc Ieren in dit
geval buiten stemming bleven. IIol
was niet om 't ministerie te redden,
maar om principieele beginselen.
De Ier Kettle, van de partij van
John. Redmond, heeft in zijn rede
over het amendement-Chamberlaiu op
de eigenaardige
POSITIE VAN IERLAND TEGEN
OVER 'T VRAAGSTUK DER
TARIEFSHERVORMING
gewezen. Hij zei ronduit, dat zijn
Iandgenooten nóch voelen voor den
vrijhandel van de liberalen, nocü
voor de beschennuig van de unionis
ten. Aan de beschermende rechten
door Chamberlain aangeprezen, hoeft
Ierland niets. De unionisten willen,
zoo had Chamberlain gezegd, een
belasting op voedingsmiddelen, zon
der dut do prijs verhoogd wordt, maar
volgens Kettle kan de lerscho land
bouw alleen voordeelen trekken van
een tarief hervorming, waarbij do
prijzen der voedingsmiddelen stijgen.
Bij een tariefhervorming willen do
Ieren b. mndeld worden als een kolo
nie van Engeland. Als Engeland een
recht van 10 legt op den invoer van
text-'el-goederen, dan wordt de tex-
tiel-lndustrie in Ierland allc-en ge
baat, wanneer do Ieren ook op de uit
Engeland ingevoerde goederen deze
bekisting kunnen leggen.
Nu was er niet de minste reden
voor de leren, om den En gel se hou
vrijhandel of Engelsehe protectie te
steunen I
Zoo was de conclusie der Ieren.
Men proeft ook uit deze redenee-
ring het verlangen naar Home Rule,
eeu beperkt lersche zelfregeering I
Balfour, namens de unionisten spre
kend, wees op deze redo van Kettle.
Hij zei tot de ministers Ziet wat er
van komen zou, als gij straks den
Ieren Home Rule gaat geven. Gij zult
dan het eigenaardige schouwspel
zien, dat diezelfde Ieren, dien gij op
die wijze vrijheid geeft, daarvan da
delijk "ebruik zullen maken, ook ai
blijven zij deel van het rijk, rechten
te gaan heffen tegen den landbouw
en de niiverheid in Engeland.
Deze uitval van Balfour heeft nog
een andere beteekeuis, n.L dat de
leren van de unionisten voorloopig
geen Home Rule zouden krijgen. D t
is althans o. i. tusschen de regels
door te lezen.
WAT WIL HET MINISTERIE
ASQUITH
Deze vraag houdt, terwijl wa dit
schrijven nog vele gemoederen In En
geland bezig. Morgen zullen we meer
weten, want vanmiddag zal de pre
mier in 't Lagerhuis meedeoling doen
van da plannen der regeering. Dan zal
blijken, of de crisis-geruchten, die
reeds vele dagen de. rondo doen, ge
grond zijn. Veel zal afhangen van de
vraag, of het ministerie aan do
etechen dor teren en der Arbeiders
partij kan voldoen, want daarmee
valt of staat do tegenwoordige regee
ring .Maar er is ook nog een andera
moeilijkheid I Wanneer de Excellen
tie© ter wille van de leren of Arbei
ders belangrijke concessies willen
doen, dan bestaat do mogelijkheid,
dat d© behoudende elementen uit de
eigen liberale partij tegen deze poli
tiek in verzet komt.
Van alle zijden, van vriend cn vij
and, wordt het ministerie dus ge
drukt. Of 't geheel Je verdrukking
zal komen? i
't Meest op don voorgrond treedt de
ingewikkelde Iloc uis-quaestie.
Verschillende blauen weten mee te
deelc-n, dat de premier gezwicht is,
en zijn oorspronkelijk denkbeeld om
aan de quaestie van het veto-recht
óók die der hervorming van het Hoo-
gorhuis te verbinden waartegen o.
een groep liberalen onder sir Chur-
Dilko krach Lig protest had aange-
teekend heeft opgegeven.
Dit zou wel verandering ln don toe
stand geven, maar lo3t de bestaande
moeilijkheden nog niet op, nu nog al
tijd de quaestie omtrent de waarbor
gen voor de doorvoering van de be
perking van het veto-recht der Lords
niet is opgei ost.
Verschillende wegen staan voor het
ministerie open, om 't beoogde doel
te bereiken. In de eerste plaats zou
den de Excellenties aan den Koning
toezegging kunnen vragen, dat deze
<1© benoödigd© liberale lords zal be
noemen, om ook in 't Hoogerhuie een
meerderheid voor de wet te verkrij
gen.
Ook zou het kabinet de quaestie
van het veto door middel van oen re
ferendum aan liet volk kunnen voor
leggen. Dit plan van een referendum
schijnt hoe langer hoe meer aanhan
gers le winnen, daar ook het ministe
rieel© weekblad „Nation" het thans
aanprijst en ook de Daily New» de
voordeelen er van in het licht stelt.
Dus dan weer een beroep op de kie
zers. Die worden in Engeland wel er
kend 1
't Waarschijnlijkst is dus. dat het
ministerie eerst alle krachten wil con-
contreeren op de veto-quaesli© van 't
Hoogerhuis en de hervorming dus
voorloopiar zal uitstellen.
De nationalisten zouden ©venwel
nog ontevreden zijn wegens de weige
ring der regeering om de behandeling
der begrooting uit te stellen tot do
veto-quaestio geregeld is. En, zoo zegt
men, als de nationalisten niet van
houding veranderen, is de mogelijk-
heid groot, dat de conservatieven de
regeering zullen steunen om de aan
neming der begrooting te verzekeren.
De parlementaire correspondent
van de „Dailv News" geeft to kennen
dat van Asquith's frontverandering
misschien wijzigingen in hel kabinet
het gevolg zulten zijn-
Hoe 't zij vele mogelijkheden. Met
verwachting wordt dan ook uitgezien
naar de nadere verklaring van den
premier.
UIT GRIEKENLAND
komen cenigo tegenstrijdige berich
ten. Allereerst wordt uit Athene be
richt, dat het besluit tot bijeenroeping
van dc National© Vergadering in do
laatste zitting van de buitengewone
vergadering door den minister-presi
dent met meer dan gewone plechtig
heid zal worden voorgelezen. De offi
cieren van leger en vloot zulten in
groot tenue tegenwoordig zijn en tij
deus de voorlezing van de boodschap
het militair saluut brengen en daar
na een hoera aanheffen voor den Ko-
1 De officieren, zoo voegt het bericht
daaraan toe, zullen zich dan weder
aan hunne beroepsplichten gaan wij
den.
Mis! zeet een ander bericht. Da of
ficieren hebben andere plannen. Er is
door ben een beweging op touw ge
zet, om den Militairen Bond omver le
werpen.
Ook wordt uit Griekenland gemeld,
dat bet ontwerp tot herziening der
Grondwet klaar is. Veel bijzonders
bevat de wijziging niet't voornaam
ste Ls evenwel, dal het ambt van offi
cier onvereenigbaar is met de positie
van afgevaardigde voor de Kamer.
Nu, in Griekenland regeereu de of
ficieren wel buiten de Kamer om t
OVERSTROOMING IN" BELGI6.
L il Luik wordt gemeld
De Maas is twee en een balven me
ter gestegen, Tilleul en Jemepp© ou
der water zettende. Te F lamelle
Grunde staan meer dan 290 huizen
het water.
Het tramverkeer tusschen Luik e<
Séralng is gestaakt. Honderden hul<
zen zijn onuergeloopen le Fiamella,"'
Alle stroomea in den omtrek wassen
eterk.
Uit Charleroi
De toestand .s ernstig. De Sambr»
overstroomde tal van bruggen. Te
Chatelet te het station ondergeioopen.
De treinen gaan dpor het water. Da
industrieel© inrichtingen te Matchie-
nes Est zijn overstroomd. Het werk
moest worden geslaakt 5000 arbei
ders zijn daardoor werkloos.
Uit Namen
De Maar overstroomde het land
tusschen Dinant en Namen. Te Di-
nanl staan kaden en wandelwegen
onder water. Te Namen liep liet wa
ter in de kelders vnu het hospitaal.
De Sambre, I.esse cn Semois hebben
een ongelooflijke hoogte bereikt, over-
stroomer alles en voeren alles op hun
weg mede. Te Wal court staat de
spoorbaan voor een groot deel onder
v4ter.
Stadsnieuws
ONZE VLOOT.
Onder presidium van den heer F,
M. baron Van Lijnden vergaderd©
Zaterdag do afd. Haarlem en om
streken der Nederiandache Vereent-
ging ,,Onz© Vloot". In zijn openings
woord heette de voorzitter In hel bij
zonder welkom den heer A'. G. ELIis,
oud-minister van marine, en den
heer Jhr. Mr J. W. G. Bareel van
Hogelandcn, die zoo welwillend is
geweest het eere-voorxilterschap der
efdeeding op zich te nemen. Voorla
deelde baron Van Lijnden mee, dot
de afdeellng thans 1GÓ leden telt.
Het huishoudelijk reglement werd
hierop voorgelezen en zonder wijzi
ging of bespreking vastgesteld.
Vervolgens werd overgegaan tot de
verkiezing va neen definitief bestuur.
Bij acclamatie werd hel voorloopig
bestuur als zoodanig gekozen. Dit be
staat uit de heeren F. M. baron Van
Lijnden, voorzitter, H. M. Yan Bem-
melen, vice-voorzïttcr, J. baron van-
Heeokeren ven Wallen, secretaris,
W. H. Bouwmeester, plaatsvervan
gend secretaris, E. baron van Iïeerdt
tot Eversberg, penningmeester, Mr.
P. Tjeenk Willink. G. N. A hereon,
J. B&eckroan, P. N. van Doorainck,-
D. Duinker, Mr. Joh. Enschedé. Mr.
A. A. Pélérin, G. v. d. Most van Spijk,
I- P. de Stoppeloar, Jhr. Mr. E. H.
E. Teding van Berkhout, Mr. J. N.
J. E. Thljssen on A. M. Verkerk.
De zes eerstgenoemde heeren vor-
ion bet DagoJIjksch Bestuur.
Besloten werd voorts de aanwijzing
van een afgevaardigde ter algemee
ne vergadering, die in April zal go-
houden worden, aan het bestuur over
te laten.
Hierna installeerde Z. Exc. Ellis de
juist gekozenen. Namens het hoofd
bestuur betuigde spieker dank aan
Jhr. Boreel van Ilogelanden en zette
kortelings 't doel der vereeoiging uit
een, dat men in deze woorden saam
kan vatten: de verkrijging van een
flinke kustverdediging, zoowel van
Nederland als van Indië, en een vloot
bemand met flink, goed-verzorgd en
tevreden personeel. „Nooit," eindig
de spreker, zal de vereeniging in da
troebele wateren van partijpolitiok
zich bewegen, en ook nooit zal zij een
eigen program van marine-organisa
tie ineenzetten. Maar onze vloot moet
bij 't Nederlaridscbe volk populair
gemaakt worden?"
Hierna wenschte oud-minister El-
lis 't gekozen bestuur met zijn benoe
ming geluk.
Door den voorzitter werd ten slotte
nog dank betuigd aan den heer W.
H. Bouwmeester, die in de werk
zaamheden der afdeeling een reeds
zoo beduidend aandeel gehad heeft.
Do vergadering werd hierop ge
sloten.
Benoemd.
Door dc-n raad der gemeente EnK-
huizeu te benoemd tot hoofd dor Bur
gerschool M. U. L. O., de Leer G.
Ilcllinga to Haarlem.
De Kampioen.
In het Brongebouw gaf Zaterdag
avond. de Ilaarlemsche Sportvereem-
güig „De Kampioen" haar vijfde jaar-
lijksclie uilvoering. Eenig© leden hiel
den wielerwedstrijden, waarbij ge
bruik werd gemaakt van een z.g.
home-traJner. Leden dor ulletiiiek-ver-
eeniging „Door oefening kracht"
toonden staaltjes van kracht door het
heffen van zware gewichten. De heer
en mevrouw Vogel vermaakten de
aanwezigen
!w vogel vermaakten de
m mei hun komische cou-
FEUILLETON
HOFBAL
Novellette door Carry Brachvogel.
Dat weet ik nog niet. Ik heb tege
lijk ook nog een aanbod van den
stadsschouwburg in
Van een stadsschouwburg viel
ze hem in de rede. i: ...nkt er toch
niet aan een hof'o uier voor een
stadsschouwburg - .aten loopen?
Hij glimlachte. Hot was een glim
lach, dien ze vroeger niet van hem ge
kend had -. uit de hoogte en een wei
nig minachtend.
Als ik mijn tegenwoordig© be
trekking werkelijk opgeef, geschiedt
4«t niet met het oog op d© kunst,
Biaar,..
Maart
Maar om zuiver jiarticulier© re
denen. Ik denk te trouwen.
Barones Nanni gaf geen gil, ze
tastte ook niet naar haar hart cn ver
trok geen spier van haar golaat. Men
loeft niet tevergeefs in do groote we
reld. Alleen stroomde het bloed lang
zaam uit liaar wangen weg. In haar
oogen la? een angstig vragende, on
zekere blik.
En wie is de gelukkige?
Ze glimlachte bij deze vraag met
een welopgevoedea glimlach.
D© gelukkige n bent wel goed,
barones is de altzangeres van mijn
schouwburg. Komcdiantenbloed
zooals ik Heeft ook ongeveer deïizelf-
den weg afgelegd als ik van onde
ren op gediend. Dat is de vrouw, die
ik noodig heb 1
De gelukkige I zei barones Nanni
nog eens. Maar ze zei het heel zacht,
zoodat het als een onderdrukte zucht
klonk.
Den koning slaat hot huwelijk
niet al te best aan, lervolgde Blan
kenburg. Hij zou liever een adellijk©
aan mijn zijd© zien. Ik geloof, dat hij
er zelfs al een voor mij had uitge
zocht. Hij legt mij hinderpalen in don
weg, zegt. dat het mijn autoriteit zal
benadeelen, als ik met een voormalig
lid van zijn operagezelschap trouw,
en
rHeeft hij van zijn standpunt daar
niet volkomen gelijk aan vroeg ba
rones Nanni bedeesd-
Het kan zijnMaar ik heb van
mijn standpunt even goed gelijk. Er
moest eens iemand wezen, die het
waagde aan mijn autoriteit te twijfe
len
Zijn ooeen fonkelden en zijn stem
klonk 6cbcrp. i
En daarom dus wilt ga uw tegen
woordige betrekking opgeven
Ja. Als Zijne Hoogheid hier ten
opzicht© van dit bijzondere punt an
ders denkt, dan mijne Majesteit
goed. Zoo niet, dan ga ik aan den
door u met zooveel minachting behan
delden stadsschouwburg. Twee men-
BCheu als mijn vrouw en Ik passen
overal, waar wat te werken valt.
Ik wensch u geluk, baron t
Ze reikt© hein haar bevend© kletne
rechterhand.
llij drukte er een vluchtige» kus op.
En nu, barones, vertel mij van u
zelve I
En ze vertelde. Zij sprak van haar
levensgewoonten, van haar omgang,
van de boeken, die z© had gelezen,
van haar reizen naar Nizza en Parijs
geheel de kleine, nietige wereld
van de groote dame liet ze hem zien.
Hij luisterde beleefd, maar toch
slechts met een half oor. F.u zij zij
had zich nog nooit in haar leven zoo
klein en zoo banaal gevonden al» op
dit oogenblik precies, alsof ze
iemand, die een reis om de wereld had
gemaakt, van haar papegaai thuis
vertelde.
Toen kwam Zijne Hoogheid en legde
beslag op den Intendant. En daar Zij
ne Hoogheid zeer vriendelijk met hem
sprak, was Blankenburg nog lang
omgeven door kruipende heeren en op
sensatie beluste dames.
Zoo bemerkte hij het niet eens, dat
barones Nanni het bal had verlaten.
Hij zou zich er ook niet verder om be
kommerd hebben. Hij had haar zeer
weinig interessant, zeer klein, bijna
bekrompen gevonden.
In haar kostelijk gewaad stond do'
barones voor 't venster van haar
slaapkamer en keek naar bulten. Voor
haar op de vensterbank lag ineenge
frommeld liet. witzijden concert-pro
gramma uit het gezanischapspaleis.
Da stad was nog niet ter rust go-
gaan. Nog woelde de koorts van den
dag in haar. Slechts weinig huizen
waren reeds donker. Uit do meeste
vensters stroomde nog licht, bleek, ge
dempt, geheimzinnig licht, dat den
voorbijganger scheen toe to vonkelen:
zia hier 1 Hier woont het geluk l Do
olectriscJi© trams snorden heen en
weer. Schel klonk hun gcbel in den
helderen nacht. Mot gesnuif en ge
blaas en met groote groeno oogea
voor zich uitziende, raaeden de auto's
voorbij, als ontroostbare spookver
schijningen de voorname equipages
op gummibanden. Zoover het oog reik-
te sneeuw, sneeuw, sneeuw I
Sneeuw op do huizen, op de dakgo
ten. op d© vensterbanken op de bal
kons. op do straten, op d© telefoon
draden. AU» lforstlichton koken schit
terende olcctribche lampen tusschen
dicht met sneeuw bedekte hoornen uiL
De stad lijkt een sprookje. Niet als een
zoet, droomerlg sprookje uit verleden
dagen, die er i\o»:t geveest zijn, maar
als een mo©«vj i intersprookje ligt ze
daar, glinsterend, stralend, rumoe
rend. vol warm leven on vol Juichende
kracht
Als men koningin van zulk ©en
sjirookie was l
Barones Nanni in h3'.: k stelijk ge
waad on met liaar blonde lokken lijkt
haast ©en sprookjeskoningia.
Een zucht dcet haar boezem rijzen.
Dat witte sprookje daar buiten, de
kracht, do arbeid, hot leven dat b&j
hoort niet aan haar en die van haai
soort. I)at behoort aan hen, die van
ondereu cp dienden
Opliet glinsterende zijden program»,
ma rold© een dikke traan neer-,
(N. V. 't N.)
EINDE.