KWARTJES ADVERTENTIEN VRAAC-EN-AANBODS ADVERTENTIEN: 1-6 REGELS 25 CENTS 3PLAATSMCEN f 0.50 BIJ VOORUITBETALING NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Donkere Schaduwen 27e Jaargang. No. 8192. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. woensdag 9 maart i9io. b HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIÊN: per drie maandeni Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1-20. Haarlem van 1—5 regels /l.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd la (kom der B'I Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)130 AdyertenüCn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door Nederland1.65 (gy ir_ J 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant OaitaS XagSkd, 'wir 'HiAm' I I '.oünK Redac,ie en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directenr J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem ln dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Bultenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229. TWEEDE BLAD. Hit hst Tsrlsdss van Haarlem in omliggend* gemeenten. LODE WIJK NAPOLEON. HAARLEM SCHE VROUWEN. ARM BESTUREN. In deze nieuw te openen wekelijk- fcdhe rubriek wlUen wij voortaan ver. •chillende schetsen geven uit de ge •chiedeni» van Haarlem en omliggen de g 'meenten. Geen opeenvolgende 5eschl« l.ole echter, doch verschillen e grep t zonder chronologische volg orde, en niet alleen plaatsbeschrij ving, maar ook mededeelingen uit het vroegere leven, de zeden en gewoon ten. Wanneer we er aanleiding toe vinden, ie het ons voornemen, de ge schiedenis ln verband te brengen met actueele onderwerpen. MochteD er belangstellenden zijn, die gaarne een of ander onderwerp ln vluchtige trekken behandeld willen zien, of een antwoord wenschen op «en historische vraag, dan zullen we zoo mogelijk gaarne aan hun verzoek voldoen. Laat ons voor de eerste maal de honderdjarige herinnering vermfllden van een wereldgebeurtenis te Haar lem oorgevallen. We bedoelen na melijk het feit, dat Koning Lodewijk Napoleon afstand deed van den troon. 1 Juli a.s. zal dit feit Juist eene •euw zijn geleden. Waarom Ik het hier nu reeds ter sprake breng Onze Nationale BloemententoonsteUing zal weldra worden geopend, en we ge- looven zeker, dat menige vreemdeling bij het bezoeken van het Museum van Kunstnijverheid of bij het aanschou-, wen van het gebouw, deze merkwaar dige gebeurtenis zal herdenken, zij het met gemengde gevoelens. Met den afstand Immers van zijn broeder lijf de Napoleon ons land bij Frankrijk ln en we verloren onze onafhankelijk heid, die we trouwens nog slechtB ln naam bezaten, is eeu honderdjarige tedenkdag gewoonlijk van leestely- eu aard of ter dankbare berinnering, deze heeft een droevig karakter. Voor enkelen wil ik zeer in het kort iets mededeelen over het gebouw, dat Koning Lodewijk eens tot lusthuis diende. Men weet, dat het gebouw behoor de aan de familie Hope en deze ge noemde vorst, die in 1808 zijne resi dentie verplaatst had naar Amster dam, weustbte eigenaar daarvan te worden. Dit geschiedde dan ook voor eene som van 300.00Ü, doch niet dan na zeer veel moeite. Uit de geschiede nis is wel bekend, hoevele financieele offers onze groot- en overgrootouders zich hebben moeten getroosten, om aan de wenschen van dezen zoo „ver- huislustigeu" souverein te voldoen. Toen hij eenmaal eigenaar was, bleek hij nog niet tevreden, want reeds het volgend jaar kocht hij er de Baan of „het Speelveld" bij voor f GOOO, ten einde deze iu te richten tot een bota- nischen tuin, een voornemen, dat echter nimmer werd ten uitvoer ge bracht. 1 Juli 1S10 werd door hem de acte van afstand geteekend, den volgenden nacht verliet hij het vorstelijk ver blijf en Holland voor altijd met de verzuchting „vaarwel, Holland". Is de overlevering juist, dan was zijn laatste gang over de aan oude Haarlemmers nog wel bekende hou- teu brug over deu Kleinen Houtweg, die gemeenschap hield tuaschen het Paviljoen en het buitenverblijf Klein Paviljoen, aan het einde van de Kam perlaan. Aan genoemde brug etend het rij tuig te wachten, dat den aan Holland opgedrongen vorst naar 's-Graven- hage zou vervoeren. Men wil wel eens beweren, dat over deze vlucht want dat was het een geheimzinnige kunnen ontdekken, hoeveel nasporin gen Ik ook deed. Teekenend Is het, dat de courant er van zwijgt, trouwens een gewoon ver schijnsel in die dagen. Dat Lodewijk Napoleon alhier bijzonder gezien was betwijfel ik. Een aardig voorval las Ik eens ln de herinneringen van wij len Mr. Veegens. Toen deze familie eens naar het Paviljoen wandelde, om den „Lam men Koning" te zien uitrijden, werd ze daarover onderhouden door den predikant Loosjes. En de Jonge Vee gens zag hem niet 1 Een kleine 15 jaar vroeger was de geest dan ook heel wat andera te Haarlem I Vrijheid, gelijkheid en broederschap was de leus leven de Franschen en weg met Oranje was de algemeene kreet I En wat waren de Haarlemsche vrouwen uit alle standen, rijk eu arm vol geestdrift! Welk een invloed ging er van haar uit 1 Vermeldenswaard is hetgeen de courant van 24 Januari 1795 ons te le zen geeft. Te half twee dien dag arriveerde alhier de Fransche generaal Plchegru en werd gedurende een kort opont houd gastvrij ten etadhulze ontvan gen. Op het vernemen dezer vereerende gebeurtenis vereenigden zich dadelijk een aantal Haarlemsche vrouwen, huurden een muziekkorps en stelden zich met een vaandel op aan den Vrijheidsboom op de Groote Markt. Bij het vertrek van den generaal plaatsten ze. zich vóór het rijtuig en onder de tonen der muziek en de le vendigste toejuichingen begeleidden ze hem tot bulten de Groote Hout poort. De terugniarsch geschiedde op dezelfde wijze en eindigde met een dans rondom den Vrijheidsboom. Geen wonder, dat onze Fraxischman bijzonder tevreden was over de ont vangst binnen onze veste en minzaam bedankte.. Moest zulk een enthousiast optreden de geestdrift met opwekken bij de mannen Wij gelooven van wel. doch hebben tevens «en vaag vermoeden, dat menige kalme Haarlemmer m stilte gedacht zal hebben aan de voor treffelijke deugd van huiselijkheid en anti-politiek gevoel der oud-Llol- landsche huisvrouwen. We zeggen ln stilte, want welk lid der mannelijke samenleving zou het gewaagd hebben zulke gedachte^ te openbaren aan de tot geestdrift vervoerde dames. Het zou al te gevaarlijk geweest zijn I Reeds vroeger hadden ze getoond wat het zeggen wil zoo vrouwen zich in spannen voor het welslugen eener openbare zaak en nog wel een volks-, een nationaal belang, een belang waarmede het land stond of viel. Hadden ze zich niet evenals de mannen vereenigd tot revolutionai re clubs? En waren zij het niet ge weest, die den vrijheidsboom hadden geplant en bekostigd Hadden zij niet den dank Ingeoogst van de stede lijke regeering, van de Fransche broe ders en van de „weldenkende" bur gerij Ja, de Haarlemsche vrouwen van 1795 hebben zich een ousterfelij- ken naam verworven in onze vader- landsche historieroilen I Weet ge, lezer, op welke wijze de plechtige gebeurtenis van het planten van den vrijheidsboom geschiedde Zoo neen, laat ik het u dan mededee len op gezag van «en tijdgenoot, wiens herinneringen aan de vergetelheid zijn ontrukt en bewaard worden ln zijn nagelaten handschrift. Laat Ik u vooraf zeggen, dat de couranten en geschiedhoeken u een onvolledig ver haal geven wat niet anders kon, daar de censuur wel zorg droeg, dat men zijn vrije gedachte niet toevertrouwde aan de drukpers. Het was Immers ln het jaar der herstelde vrijheid l Een getrouw afschrift dan van deze plechtigheid luidt „Schrijver dezer (van de medodee- „ling) herinnerde zig nog na een „tijdsverloop van 40 jaren hoe deezeti „burgerossen als dolzinnige en los- „bandige Keesinne om een zoge naamde vryheydsboom dansten ln „den strengste winter van 't Jaar 1795 „op den 19 January en eenige volgen- „de dagen. Het belaglykst dat lk als „jongeling opmerkte was dat alle bur geressen ln 't wit gekleed en niet 't „drie kleurig nationaal lint versierd „waren, uytgenomen de burgeres „Lafalje, die gekleed was met een ge streepte moffinnerok en dito Jak, „met een stokvis op den rug en een „blaauw la ken se-man tel met een „breed nationaal lint om den hals en „een nevelskap zo als de Amsterdaxn- „sche viswijven gewoon zijn te draa- „gen op 't hoofd." Ten slotte wijst de auteur er nog op, dat enkele dezer vrouwen thuis behoorden ln huizen van min allooL Treurig was het gesteld ln die da gen met de Haarlemsche armbestu ren. Ik teekende hierover een eu an der op uit ongedrukte stukken van die dagen, welk gegevens een eigen aardig licht werpen op destijds heer- schende toestanden. In 1803 bedroegen do schulden der genoemde besturen aan onbetaalde rekeningen, „veroor zaakt om derzolver te bewaren", alias niet te betalen, de kapitale som van f 159442 17 10. Meer dan ander halve ton dus 1 Er was geen ander middel om in het reine te komen, dan de overneming door de stad van deze onbetaalde schulden, trouwens d't be- greep bet stadsbestuur ook, en deed daartoe de noodige stappen. Hoe dit alles afliep zullen we in een volgend artikel zien. Voorlooplg kunnen we mededeelen, dat de kwestie werd op gelost ten koste der verarmde burge rij, die maar al te hard de goedheid ondervond van de vrijheid aanbren gende Fransehen en diep berouw had over bare vroegere lichtgeloovigheid, een berouw dat ze in die dagen even wel niet openlijk durfde toonen. O. Buiteniandsch Overzicht HET OPTREDEN DER POLITIE BIJ DE STRAATBETOOG1NGEN VOOR ALGEMEEN KIESRECHT wordt In het land onzer Ooster-buren druk besproken. Teekenend Ls de np, die het „Berliner Tageblatt" uit een serie Ingezonden stukken. In Treptow kreeg een weerlooze dame, die een agent vriendelijk vroeg om haar uit het gedrang naar eene restauratie te geleiden, van hem met de gebalde vuist een paar geduchte slagen in den nek, zoodat zij bewus teloos neerviel. De omstanders waren woedend over dit voorval. Een gewezen stationschef besohrijft, hoe de politie voor het gebouw van den Rijksdag van alle kanten op do menigte Inreed, zoodat zij geen uit weg meer had. Een dame, die een grasperk op vluchtte, werd door een agent te paard omver gereden. Een koopman uit Charlottenburg klaagt over de wijze, waarop de po litie hem opgebracht heeft, toen hij voor een dame te Treptow, die door een luitenant van de politie werd af gesnauwd, partij koos. De dame wilde den weg weten en kreeg ten antwoord dat zij zich weg moest scheren. Als zij niet gauw ging, zou zij opgepakt wor den. De koopman voegde m zijn drift den luitenant toe, dat hij er wel naar uitzag, om een vrouw in hechtenis te nemen. Daarop vlogen een aantal agenten op hem af Men bewerkte hem met voeten en vuisten, maakte hem uit voor „ellendigen hond", zei, dat hij een jaap met een sabel ver diende en hield hem anderhalf uur in hechtenis. Daarna moest do man zich naar een dokter begeven. Een tegenstander van kiesrecht-nit- breiding vertelt, hoe hij zelf als vreed zaam wandelaar in den Thiergarteh ln het nauw werd gedreven, en zag, hoe de politie mannen, vrouwen en kinderen, alles met de sabel uiteen- joeg. Hij vindt het vooral bescha mend, dat een man in zulk een toe stand gedwongen wordt, beeuen te maken en zichzelf belachelijk moet voorkomen, indien hij zicli met, weer loos, met de sabel wil laten toetake len. Of al deze beweringen juist zijn Eenige redacteuren van het „Berl. Tageblatt", die in den rbiergarten zijn geweest, verklaren, dat de netoo- gers zicb voorbeeldig gedroegen en een waarlijk Pruisische tucht hand haafden, en dat alleen de politie door haar onbehouwen eu onzinnig optre den de orde verstoord heeft. Dit zijn zeker ernstige beschuldi gingen tegenover de politie. Wellicht zullen we er binnenkort nog wel meer van hooren, want van verschillende kanten wordt op een onderzoek aan gedrongen. Vooral in de pers is het een verwoede strijd, omdat de con servatieve bladen feiten willen mede deelen, die het optreden der politie wettigen feiten, die evenwel door de betoogers en vele onpartijdige beoor deelaars beslist ontkend worden. Von Jagow, de berlijuseho politie- president, heefi aan zijn korps zijne tevredenheid betuigd over hun hou ding tijdens de kiesrechtbetooging van Zondag. Het blad der sociaal-democraten, de „Vorwarts", is hierover meer dun woedend. „Een niéuwe ongehoorde uittarting van de Ingezetenen van Berlijn", zoo schrijft het blad, en ver volgt „Een hoongelach gaat Europa door. Als het in de heele wereld gehate en verachte Pruisische regeersielsel te gelijk iu de rauwheid, waartoe het in staat Is, en de klungelachtigheid, waarmede het wordt gehandhaafd, ten slotte onthuld is kunnen worden, komt daarvan de verdienste toe aam den heer Von Jagow." En dan haalt het blad een aantal oordeelvellingen uit de Engelsche pers aan, ten bewijze hoe scherp vreemdelingen het gedrag der Ber- lljnsche politie afkeuren. En de Fran sche pers denkt er niet anders over, zegt ae „VorwèLrts". OVER DE ENGELSCHE POLITIEK is nog steeds weinig te zeggen. Het is nog altijd afwachten op do laatste Maart-dagen, want dan begint het Lagerhuis de Hoogerhuis-motie te be handelen. Dan zal het weer stormen, envoor de couranten kopy geven I! Toch nog een belangrijk nieuwtje. In antwoord op een desbetreffende vraag verklaarde de minister van financiën, Lloyd George, ln het La gerhuis, dat het verlies aan inkom sten in het loopende jaar tengevolge van de verwerping der begrooting, geschat wordt op ongeveer 28.500.000 pond sterling (342.000.000 gulden). Hel is echter onmogelijk, op het oogen- bllk reeds te zeggen, hoeveel daarvan later nog zal inkomen. DE FRANSCHE VLOOTPLANNEN worden nogal druk besproken. In de toelichting wordt de uitbreiding zon der veel woorden-omhaal aldus verde digd „andere mogendheden breiden hun vloten uil, dus Frankrijk mag niet achter blijven". Voor 1910 bedroegen de uitgaven 371.426.477 frank, in de volgende ja ren zullen ze, nair grove schatting, bedragen 416.724.000 frank in 1911, 4.23 74O.000 frank in 1912, 438.815.000 in 1913, enz-j het hoogst in 1916, na melijk 459.977.000 frank, en dan gelei delijk dalende tot 418.692.000 frank ln 1919. Wie gelooft lets van de toegezegde daling De geschiedenis der laatste jaren toch is daarmee in lijnrechte tegen spraak. Voor den nieuwen aanbouw van oorlogsschepen (en dus niet de kosten van onderhoud, enz.) gebruikte van 19001910 in millioenen guldens Duitschl. Engel. V. S. N.-Amer. 1900 40,8 117,5 52,1 1901 59,0 125,0 62.6 1902 60,5 125,3 56,4 1903 59,2 137,6 64,0 1904 55,7 162,1 78,5 1905 59,6 135,5 136,4 1906 64,1 130,3 103,2 1907 75,4 110,8 81.4 1908100,4 103,9 93.6 1909: 129,0 123,1 120,2 1910: 156,0 In 1910 verslond de oorlogsvloot der zeven groote mogendheden mill, gulden. Engeland 421 Vereenigde Staten 345,4 Duitschland 23»,5 Frankrijk 160.2 Rusland 120,4 Japan 86.4 Italië 81,1 DE BALKAN-POLITIEK blijft het onderwerp van beschouwing. Naar aanleiding van hetgeen ln de buitenlandsche pers gezegd is over het bezoek van koning Ferdinand van Bulgarije en het aanstaande bezoek van koning Peter van Servië aan Pe tersburg, schrijft de „Rossyn", blijk baar op verlangen der regeering „Voor iederen onpartijdigen waar- FEUILLETON tar het Duitse Door PAUL HENKES. 8) - Welk bankbiljet heeft u laten wisselen Het eerst genoteerde. Op een wenk van den rechter maak te de commissaris voor zich een aan- teekening. Toen -af de beambte den dienaar het zakboekje terug. De rechter wilde al order geven.de kast weer te sluiten en te verzegelen, toen de commissaris zich plotseling bukte eu een kreet van verbazing uit stiet. Meteen scheen hij iets tusschen de deurvoegen te willen uittrekken. Hier, hier, mijnheer de rechter, kijk eens. Wat is dat Meteen liet hij twee kleine met amechysten ingelegde stukjes goud 'zien van ongeveer twee centimeter groot, die blijkbaar bij een groot hals sieraad behoord hadden en daaruit losgeraakt waren. Het goud was rijk »n kunstig gegraveerd, terwijl de Zteenen prachtig mooi en heel xeld- jaam waren. Dat zat hier boneden tuwchen de reet van de deur. Albert! bekeek de stukjes nauwkeu rig. Dat Is ongetwijfeld een stuk van een halsketting, meende hij, terwijl hij den commissaris de stukjes weer teruggaf. Bewaar het goed 1 Hij keek op zijn horloge. Voorlooplg hebben wij hier nu niets meer te doen, zei hij tot den dienaar. U zal u wel ter be schikking van de wacht stellen, die lk hier in huis nchterlant, en even als de keukenmeid vanmiddag op mijn bureau ln het palels van justi tie komen om het protocol op te ma ken. De lijken blijven voorlooplg on veranderd liggen. Toen wendde hij zich tot den commissaris. Wij zullen nu eerst naar den heer Karl Beek gaan, hernam hij, opnieuw met zijn inferieur een veelzeggenden blik wis selend. Ik ben verlungend uit den mond van dien mijnheer zelf de gron den te vernemen van zijn weigering om aan onze roepstem gevolg te ge ven. U volgt mij met drie man. Nu keerde hij zich beleefd tot den arts om. U wil wel zoo goed zijn mij het voorloopig bericht van uw bevinding nog hedenmiddag schriftelijk mee te deelen De arts knikte. Als u er niets tegen hebt, zal ik morgenmiddag hier ln huis de lijkope ning laten plaats hebben. Ik verzoek u mij te laten weten, hoe laat u daarmee wil beginnen. Hij nam beleefd afscheid van den arts, die dadelijk dan; ertrok. Alberta *ring met zijn ondergeschik ten door de achterdeur naar den tuin. Hij stak dien over, opende met hot stalen sleuteltje de verbindingsdeur en ging nu niet de overigen naar de binnenplaats der buren. Met critischen blik monsterde .bij nog eens het een armelijken Indruk makende huis. Eenvoudige, maar kraakzindelijke en met moeite heel gehouden vitrage-gordijnen waren het die in hun sneeuwwitte blankheid de voorste vensters van de eerste verdie ping versierden. In tegenstelling daarvan waren achter de vuile bene denramen niets dan groezelig roode en verscheurde sits en gordijnen te zien. De rechter zag een naar 't scheen nog jeugdig vrouwenhoofd, dat even voor een der vensters der eerste ver dieping verscheen, om zich dadelijk daarop weer terug te trekken. Kom, laat ons gaanzei hij. Zij gingen de lange, gepleisterde gang van het huis in.. Een bedompte lucht heerschte daarbinnen. Allerlei oud huisraad, dat de toch al nauwe ruimte nog meer versperde, stond hier hijeen. Aan den linkerkant van de gang leidden eenige smalle, uitgesleten steenen treden naar het eigenlijke trappenhuis. Toen de rechter met zijn gevolg de toegangsdeur tot de benedenwoning voorbij gingen, werd deze even ge opend. Voorzichtig gluurde een klein, onaanzienlijk mannetje met een vet tig glanzend zwart pak aan door de reet, een mannetje wiens gezicht met de vast opéengeklemde lippen en de toegeknepen, listig en tegelijk koude fonkelende oogen bepaald een weer- zin wek kenden Indruk maakten. Hij scheen den rechter van instruc tie wel van aanzien te kennen, want plotseling deed hij de deur der voor kamer heelemaal open en begon on derdanig te buigen. Mijnheer de rechter Albert! 1 Wel, weL Wat verschaft mijn arm huis die groote eer begon hij met onaan genaam snerpende stem, die in scher pe tegenstelling was met zijn zooge- naamden deemoed. Alberti nam even zijn hoed af. Mijn weg brengt mij niet tot u, mijnheer Hij scheen zich blijkbaar den naam van het mannetje niet meer te herin neren. Schimmel is mijn naam, haastte zich het mannetje te verzekeren, In- tusschen steeds zijn magere dorre handen tegen elkaar wrijvend. Alberti bleef aarzelend staan. Wst lk zeggen wil, mijnheer Schimmel, vroeg hij toen plotseling, heeft u vannacht misschien iets bij zonders vernomen De uitdrager keek hem verbaasd Niet dat ik weet, zei hij na even te hebben nagedacht Wel was het een verschrikkelijk onweer, als u dat be doelt, mijnheer de rechter Ik houd niet van zulk weer, ik kan niet tegen het weerlichten Daarom stak ik mijn hoofd onder de dekens en ben geluk kig zoo ingeslapen. Alberti keek hem half geërgerd, half lachend aan Heeft u anders niets gemerkt, mijnheer Schimmel Het mannetje schudde beslist met het hoofd. Niet gezond zal lk zijn, als ik nog fets gehoord heb 1 Maar wat is er toch aan de hand, wat is er eigenlijk gebeurd, mijnheer de rechter Maar de rechter was met zijn onder geschikten al verder gegaan. Zij gin gen de trap op, die naar de eerste verdieping leidde. Dadelijk daarop klonk boven de schrille klonk van de deurbel. De kleine man was beneden blijven staan. Met vreemd loerenden, daarbij ook zeer getroffen blik keek hij den rechter van Instructie en diens gevolg na. Toen slofte hij weer naar zijn wo ning terug, maar liet de deur van de xoorkamar met een reet openstaan. IV. Herhaaldelijk moest de rochter aan de bel voor het bovenhuis trekken, al vorens hem werd opengedaan. Een breedgeschouderde man van hooge gestalte verscheen ln de omlijs ting der deur. Hij zou een reus van kracht en gezondheid genoemd heb ben kunnen worden als zijn blauwe oogen vol uitdrukking niet zoo diep in de kassen gelegen hadden en zijn ge laat niet het stempel had gedragen an veel verdriet en zorgen. Met verbaasden blik keek de nion - blijkbaar de eigenaar zelf van den naam Karl Beck, die op het metalen plaatje stond, dat aan de deur van de voorkamer was vastgemaakt nu eens naar de hem volkomen onbeken de, in 't zwart gekleede heeren, dan weer naar de drie politie-agenten in uniform. Vergeef mij, begon hij met wei- luidende, eenlgszins onzeker klinken de stem. maar zou hier geen vergis sing in 't spel zijn Intusschen was Alberti al lnngs den spreker heen de donkere smalle gang binnengegaan. Is u de kunstslotenmaker Karl Beck vroeg hij op afgemeten toon. De gevraagde autwoordde bevestU gend. (Wordt vervolgd).,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5