BUBLAD VAN HAARLEM'S DAQBLAD
io^
17e Ja»g«r.g*
7.AT1BDA0 12 MAAST 1*10
Ka 8196.
-m
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 8 BAANDEN
0F 10 CEBT FEB WEES.
wSin GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERU ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAQBLAD ZUN
ADVERTENT l£N DOELTREFFEND
ONZE ANNONCES
WORDEN OFGEMERKT.
Rubriek voor Vrouwen
Stielmoeder en Schoonmoeder.
Het is helaas een overbekende waar
heid, dat de woorden stiefmoeder en
schoonmoeder een zeer ongunstigen
klank hebben, too wel In het dag©-
lijksch leven als in de literatuur
De stiefmoeder wordt in den regel
hatelijk beoordeeld, teiwIJI de schoon
moeder meer ironisch beschouwd
wordt. In onze sprookjes krioelt het
van booze stiefmoeders en In onze
spotbladen van lastige schoonmoe
ders. En toch zijn het twee catego
rieën van vrouwen, die zich ongetwij
feld zeor nuttig kunnen maken, ln
den ee<rvolsten zin.
De tweede vrouw, die zich het lot
van moederlooze kinderen aantrekt,
doet dat, in verreweg de meeste ge
vallen met de beste bedoeling en met
het vaste voornemen van do nauwge
zetste plichtsvervulling. En de geluk
kig^ moeder wier zoon of dochter
haar een tweede kind tegemoet voert,
vindt daarin toch natuurlijk niet de
minste aanleiding, om onaangenaam
te zijn. En zeker wordt die moederlij
ke liefde dan ook dankbaar beloond.
Maar als er nu laar zoo voortdu
rend op deze twee familiebetrekkin
gen gevit wordt, ^an moet er toch
wel de een of andere reden voor be
staan. Er moet dan zeker een niet
weg te redeneeren moeilijkheid ln de
verhoud:ng bestaan, die zoo'n kritiek
uitlokt. En dat is dan ook inderdaad
het geval: de begrippen stiefmoeder
en schoonmoeder hebben iets gemeen
met elkander, n.l. de kunstmatige
moederlijkheid.
"Wel is moederlijkheid ook het
genlijke levenselement der vrouw en
zelfs ook de eigenlijke drijfveer der
vrouwenbeweging, volgens de uit
spraak van een uitstekende vto
Daarom dan ook werken vele vrou
wenberoepen bij uitstek moederlijk;
als daar zijn: onderwijzeres, gouver
nante, verpleegster en zelfs doktores.
Maar bij al üjc betrekkingen worden
6lechts opvoedende, zorgende diensten
vereischt, maar niet tegelijk de rech
ten verleend, die de echte, natuurlij
ke moeder bezit. De stiefmoeder moet
geheel deze plaats innemen. Haair
plichten zijn volkomen dezelfde, ze
moet alle lasten en zorgen dragen,
verbonden aan de opvoeding van een
aankomend, jong kind, ofschoon ze
toch onmogelijk de ware moederlief
de kan voelen in al haar teederheid
en gloed.
De schoonmoeder heeft in gewone
gevallen niet zulke geprononceerde
verplichtingen. Ze "s als het ware de
verdubbeling van de echte moeder,
tegenover twee menschenkinderen,
die de ouderlijke zorgen ontwassen
zijn. Beiden echter, schoonmoeder en
stiefmoeder bezitten de rechten
van de ware moeder, terwijl zo
kinderen die zij niet zelve ter wereld
gebracht hebben, die liefde, dat ver
trouwen en die hoogachting vorderen
die de natuurlijke moeder als van
zelf ten deel vollen. En daar ligt 'm
jnist de moeilijkheid in, het scheev
in de verii :uding. Want heide surro-
gaat-moeders mogen nu ook een nog
zoo bescneÜën gebruik maken
haar rechten, de argwaan, dat zij die
rechten zullen misbruiken, kleeft
haar positie nu eenmaal aan en geeft
altijd er, altijd weer aanleiding tot.
meer en minder stekelige aardighe
den. Dh stiefmoeder wordt door haar
geheele omgeving lx-waakt als met
Argusoogon, te. wijl de kinderen hr.ar
gewor.nüik gauw genoeg hun vertrou
wen schenken en de vader zijn twee
de vrouv zeer haar is voor haar
taJriji-i bemoeiingen.
Dc schoonmoeder wordt gewoonlijk
minder streng gadegeslagen,
word', meer als iets geheel overbodigs
beschouwd, al.' iets, dat noodzakelijk
„op den koop toe is". .Maar toch
hang-, er heel veel af van het optre
den der schoonmoeder en hoe lijdelij-
k©r haar houding dikwijls is hoe be
ter z'; doet, tegenover haar schoon
dochter althans, daar de nieuwe le
vensomstandigheid, de trots en glorie
der jonge vrouw uitmaakt.
Maar daarom is zij toch zoo o1
bodig niet als het wel lijkt; juist door
baar verstandig achter de schermen
blijven er. liet niet zich opdringen
kan de schoonmoeder volkomen liet
vertrouwen en de liefde winnen, waar
op dc Moeder van een geliefden echt
genoot zeker recht heeft.
Over de verhouding van den
schoonzoon tot zijn schoonmoeder
worden eigenlijk meer aardigheden
gemaakt; toch is niets natuurlijker,
■dan dat de echtgenoot zich verplicht
gevoelt aan de ervarene raadgeefster
zijner jonge vrouw, die dus ook bij
draagt tot het geregeld marcheeren
der huishouding. Wel geeft het na
tuurlijk eenlge moeilijkheden aan de
jonggehuwden als de schoonmoeders
van weerskanten ln dezelfde plaats
wonen.
Voor een ding chter moet ik den
man en echtgenoot wel waarschuwen,
laat hij nooit zijn eigen moeder aan
zijn vrouw ten voorbeeld stellen dat
zal geen schoondochter dulden en dat
zon slechts dienen om haar prikkel
baar te stemmen, tegenover de moe
der van haar man, die zij natuur
lijk nooit zoo lief kan hebben, als
haar eigen moeder.
MARIE VAN AMSTEL.
Het Rijke Natuurleven
HET ONTWAKEN UIT DEN WIN
TERSLAAP.
In het voorgaande artikel over de
komst der Lente wees ik op enkele,
duidelijk waar te nemen aankondi
gingen van dat heerlijkste der jaar
getijden.
De voorjaarszon doet echter al heel
spoedig meer dan wat vogels aan het
zingen en wat hoornen aan 't bloeien
brengen. Zij roept ook het kleine ge
dierte wakker, dat den winter droo-
mend doorbracht en noodigt die soor
ten, welke slechts binnen hel beschut
tende dak bleven, zonder aan den
winterslaap te denken uit, eeus een
eerste proeftochtje te ondernemen.
Vooral in dezen tijd, nu de lente
zoo vroeg aanvangt, zijn er al gauw
wat voorbarige vlieg-, kruip- of
springacrobaatjes geneigd den ar
beid te beginnen.
Want voor velen is het verwarmend
stralen der voorjaarszon synoniem
met het opwekken tot het drukke, be
drijvige insectenleven, dat bijna geen
vermoeidheid of rust kent.
De karnervliegen, die den winter in
een beschut hoekje van onze. woning
doorbrachten, laten zich soms wel
eens verleiden om de donkeire schuil
plaats te veriaten, maar als de zon
weer enkele dagen achter het wolken-
gordijn verscholen blijft achten ook
zij zich gerechtigd nog wat te ver
dwijnen.
Er was veel te veel geluk voor noo-
dig om hen het vorige najaar
doen ontkomen aan de algemeene
sterfte, om hen te vrijwaren van den
alom woekerenden schimmel, die
millioenen vliegen den pijnlijksten
dood deed sterven. Gij hebt 7>e wel op
de ruiten van uw woonkamer of
gen de winkelramen zien zitten, die
kleine slachtoffers van Empusa mus-
cae zooals de schimmel wordt
noemd. Het achterlijf is dan erg ge
zwollen, tetrwijl de geheel j omgeving
van het gestorven dier is omgeven
met de tdiioi/ze couidien of voortplun-
lingscellen van het woekerende
plantje.
De weinige exemplaren nu, die aan
deze algemeene besmetting ontsnap
pen moeten ook verder maai- heel
voorzichtig zijn 0111 er in 't vroege
voorjaar het leven niet bij in te schie
ten, daar zij met de overwinterde
poppen voor het voortbestaan der
soort dienen te zorgen..
Intusscüen ben ik het grootendee.Ls
met u eens, dat het niet zoo erg
jammer, zou zijn tuis dat lastige volk
je uitstierf, maar uit een natuur-his-
torisch oogpunt zijn liet toch wel in
teressante diertjes, die bij liet gevaar
voor besmetting dat zij opleveren
toch ook zorgen voor liet opruimen
van heel wat rottende stoffen.
Met de vliegen worden ook de hom
mels, bijen cn wespen wat leniger
door- de zonnestralen en weldra zul
len wij deze werkzame (liertjes weer
van bloem tot bloem zien vliegen on
het noodigo voedsel te verzamelen.
Van de hommels en de wespen kun
nen nog slechts de koninginnen ont
waken. De werksters en de manne
tjes zijn in het najaar bezweken, zoo
dat alle hoop nog slechts gevestigd
kan zijn op deze overwinterende wijf
jes.
Het is oen gebeurtenis, als zoo'
hommelkoningin ontwaakt.
Hare majesteit vliegt dan geheel
zonder gevolg rond, nergens wordt
zij gevierd, geen enkel dier neemt
eenige notitie van haar.
Maar niet lang zal die eenzaamheid
duren.
Na eenigen tijd, als er in den grond
een goede nestplaats is gevonden,
zullen bij de hoopjes voedsel die het
nijvere dieriic bee't. verzameld witte
eitjes worden gelegd en dan zijn er
spoedig genoeg onderdanen.
Het vorige jaar vertelde ik u reeds
het een en ander von mijn ontmoe
tingen met deze lieren. Kijk in de
zen tijd maar goed uit, bij eenige op
lettendheid kost het niet veel moeite,
die zoekende koninginnen te zien.
Kijk dan meteen naar de wespen,
die dezelfde plannen hebben gemaakt
als de hommelwijfjes.
Ook zij zoeken een geschikte nest
plaats. De soorten Jte ln den grond
of In holle hoornen leven, zijn niet
zoo kunstig in den bouw van het nest
als zij, die de wieg der toekomstige
kolonie aan een boomtak hangen. Dat
zijn de architecten onder het insec
tenvolk.
Uit eigen bereid papier weten zij
de mooiste woningen te bouwen, die
tegen elke weersgesteldheid bestand
zijn.
Niemand kan echter sterker naar
het bloemenrijke voorjaar verlangen,
dan de bijenhouders.
Deze menschen .noeten vooral als
de winter wat lang duurt, steeds
meer honig aan het hongerige volkje
voeren, want de verzamelde voor
raad is vaak niet toereikend om het
kleine gedoe in 't leven te houden.
Het is merkwaardig, dat de bijen
als staat geheel overwinteren, uitge-
Op weg naar rosm.
Stanislaus Sarutzki was een letter
kundige, Sofja was zijne vrouw en
Janck zijn zoontje. De familie bewoon
de eene gemeubileerde kamer, wier
inhoud bestond uit twee bedden, een
oude kast, eenige stoelen en twee ta
fels. Boven de eene hing een boeken-
rek vol boeken, op de tafel lag cenig
huisraad door elkander, de andere
stond voor het venster en was bedekt
met allerhande papieren, en droeg
den weidschen naam van schrijftafel.
Voor deze. schrijftafel zat Sofja Sa
rutzki en hield een dikwanging, aan
vallig kindje op haar schoot.
Vrouw Sofja was nog jongaan
haar smal, ellende teekenend gelaat
werd eenige bevalligheid gegeven
door eene uitdrukking van volgzaam
heid. In hare gmote blauwe oogen zag
men diepe smart.
Het kind had zoo juist met zijn klei
ne handjes de gulden haarvlech
ten van moeder gestreeld en wilde
nu naar een ander speelgoed omzien,
toen moeder zeide
Wat blijft vader vandaag toch
lang weg 't Is al acht uur
Terwijl zij deze woorden klagend
uitsprak legde zij den kleine in zijn
bedje. Kort hierop hoorde zij in de
gang een vrouwenstem zeggen
Vandaag betaalt gij mij toch de
huishuurAl twee maanden lang be-
ta het najaar na de bruaisvluchten df redacU(, dan zulI gij uw geM
als nuttelooze parasieten zijn ver-j hebben
jaogd of afgemaakt. Op hetzelfde oogenblik werd de
De werksters en de koningin zien deuk opengemaakt en vrouw Galinska,
den winter gezamenlijk door te ko- de eigenares van het huis. eene zeer I
men en in dien lijd mod» i.j heel omeangrük en, niettegenstaande ha-1
ren gevorderden leeftijd, zeer druk
wat warmte prnduceerchj om niet mMt* kwam opseJu{ binn!n. Al
van koude om te komen. I was hare kleeding wat slordig en
Zij houden er een gemakkelijke ouderwetsch en haar uiterlijk wat
manier van verwarmen op na. Heel stormachtig, toch maakte hare ver
dicht kruipen zij tegen elkaar aan en schijning treen onaangenamer indruk,
doen dan niets anders dan eten en ?-Ü werd gevolgd door Stanislaus
ff16,6te,„ TS5 Sh™ïï'i„'„?c„mS?niuSXJK
warmte. Daarom houden zij zich ook bescheiden ontreden een wonderbare
zoo rustig mogelijk en verlangen hard teeenstrijdierheid vormde met die be
naar het begin van het clrukko zometr- wéeglijke vrouw.
tij. Vaak gebeurt het, dat de openin-j Namvelüks waren zij in de kamer,
gen in de korven niet goed zijn ge- of de vrouw begon met luide slem
sloten en nis dan de ton wnt op de - ««'trait moet II: dan nog wach-
Icn Sedert November is het oi
bijenwoningen inwerkt in den tijd, binnen een paar dagen zal ik betalen
dat er nog geen bloemen te vinden maar daaraan geloof ik nu niet
zijn, laten de wachtende diertjes zich meer. Wat verbeelden julLie je toch
verleiden om op onderzoek uit te wel Houden jullie mijn huis voor een
gaan. Worden zij door de koude over-: weldadigheidsinrichting?
vallen dan verstijven zij en komen Plots viel de blik der wouw op het
a K -i r,-A A,. i,A~on i slapende kind, en ze hield op met uit-
om h, de nabijheid d-r korven m
Over enkele weken ontwaakt de ^n)j er nje^ was ging zij
zonderlingste der vlkgkunstcnaors, I voort na een oogenblik, dan had ik
de vleermuis. Hij slaat zijn vliezigen juJLie al lang er uit gezet... Aan dat
mantel open en probeert de eerste kleine, kind, daar heb je 't aan to dan-
loeren. In t eexst is alles nnc iw-ak ken, dal ik er nog mee gewacht heb.
en stijf, maar weldra botert dit en na I - ji IS
i terde Stanislaus aangedaan, liet doet
„ruchtbare jacht herstellen de j 0JJS Z0Q jeed 200«n mjsbruik te maken
krachten weer spoedig.
Dan komt ook zijn voedsel, de wijd
vermaarde of liever de alom beruchte
meikever, uil den grond kruipen. De
ze dieren zijn nu al bezig zich om
hoog te werken en ook zij rullen wel
verlangen dat zij het zonlicht te zien
krijgen.
Reeds sedert het vorige najaar zijn
zij als volwassen dier in den grond j
van uwe welwillendheid.
Dat is onzin, riep vrouw Galins
ka, je zijt heel lieve menschen, maar
waarom ben jo dan getrouwd, als je
zoo arm waart?
Omdat wij elkander beminnen,
gaf hij gulhartig ten antwoord.
Maar, hadt je dan niet bij je
ouders kunnen blijven, jullie waart
toen nog zeker zoo jong
Onze ouders zijn gestorven, zeide
aanwezig I Stanislaus, toen hij zag, dat de vrouw
Hun ouders vlagen vier laar gale-1 belangstelling in hun lot loonde.
den om onze beuken en linden en het f?"'' ™r
ordt dus tijd, dat de kinderen ook
eens voor den dag komen.
Als die echter hun bruine kopjes
vertoonen zijn wij al een paar maan
den verder. Daarover zullen wij dus
vooiioopig maar niet spreken.
II. PEUSENS.
VRAGENBUS.
Den Heer H. v. d. L. te H. De
roode vlekjes op het doode hout wor
den veroorzaakt dootr de Roode wrat-
zwam-tubercularia vulgaris. Deze
zwam doet eigenlijk het hout sterven.
maar zoo juist
heb ik een groot werk geëindigd, en
als het gelukt, dal men het aanneemt,
dan kan ik driehonderd roebels er
mee verdienen.
Met deze woorden reikte hij haar
een groot handschrift toe.
Dat. alles hebt gij geschreven Ik
zou het voor geen duizend roebels
doen. Maar zie, dat je 't geplaatst
krijgt... dan krijg ik mijn tachtig roe
belsEn na een poosje voegde zij er
bij dat zijn uwe eerste schreden op
den weg tot roem....
Aan roem denk ik niet, brood wil
ik verdienen voor mijn vrouw cn voor
mijn kind.
Denk vooral aan de huur, die je
mij beialen moet. Als je je schuld be
doordat de myceliuindradcn onder detaald hebt, geef ik je weer nieuw cre-
schors woekeren en het hout vernie- zoo riet dan neem ik Janck
i; mco op het land, en gij kunt zien,
waar ge blijft. Overleg nu maar...
Zij gins naar de deur, maar voor
zij de kamer verliet, bromde zij nog
bij zich zelve lk stuur terslonu
een samovar hier toen verdween
zijn.
Een goedhartige vrouw, zeide Sta
nislaus. Wat zouden wij beginnen als
zij liet niet zoo goed met ons meende
Maar, hoe moet dat nu in de toe
komst vroeg Sofja treurig. Uitkomst
zie ik niet
Morgen breng ik mijn roman
naar den uitgever.... Wij mogen geen
moed verliezen al ben ik ook niet
zoo heel gerust.
Op dit oogenblik werd de warme
samovar binnen gebracht. Sofja be
gon terstond de thee in te schenken,
en Stanislaus ging naar het bedje
van zijn kind, dat wakker geworden
was. Met tranen in de oogen kuste hij
den kleine en zong hem toen weder
ia slaap.
Den Heer D. M. te n. De gele bloe
men die u op de landerijen aan den
Heemstecdschen binnenweg hebt ge
zien zijn die van klein hoefblad,
waarvan de bladeren later verschij
nen.
Den Heer J. C. J. te H. De witte
diertjes die u bij t omspitten van uw
tuintje hebt gezien komen bijna al
tijd in een igs zins ouden grond voor.
Spit maar goed om, en vermeng den
grond met wat mest. Uw planten zul
len dan wel groeien.
H PEUSENS.
De torenklok had vier geslagen, en
Sarutzki zat nog immer aan de kleiue
schrijftafel. Met koortsachtig glanzen
de oogen en warmroode wangen las
hij zijn handschrift, dat nu geëindigd
vóór hem lag. Onrustige gedachten
gingen hem door het hoofd. Of hij wel
geluk zou hebben bij het aanbieden
van zijn werk Zouden zijne verwach
tingen niet verijdeld worden En wat
zal er dan gebeuren Een zucht ont
snapte aan zijn borst.... Verzonken in
bange gedachten liep hij heen en
weer in de kamer. Nu was het weldra
zes uur. Vrouw Sofja was reeds opge
staan en zag ontsteld, dat haar man
den ganschen nacht op was geweest.
Zij bad hem, ten minste een uurtje
wat te rusten, maar hij gaf er geen
gehoor aan en zeide
Of mijn werk wel aangenomen
zal worden? Mij kwelt de gedochte,
tot diegenen te behooren, die veel
wenschen, diep gevoelen en weinig er
langen. Veel geesteswerk, weinig er
kenning, Is vaak het lot van den litte
rator.
Ik heb het vaste vertrouwen, dat
dit werk den weg tot roem voor je
openen zalEn als alles goed gaat,
dan wordt onze toestand ook beter,
dan gaan wij in een groot© woning,
en dan kan je ook rustiger werken.
Die toekomstplannen komen nog
te vroeg.... verijdelde hoop geefi bitte
re smart.... zeide Stanislaus. Nu legde
hij zich op bed zonder zijne kleetleren
uit te doen, en Sofja verdiepte zien
in 't handschrift totdat de deur met
gedruisch werd geopend en vrouw
Galinska binnentrad.
Wat is hij bleek, zeide zij. toen
haar blik op den slapende viel.
Den heelen nacht heeft hij ge
werkt, liet Sofja er op volgen.
En het is nog niet eens zeker, dat
hij daarmee wat verdienen zal.... en
dan kan ik weer wachten en zien waar
ik blijf—. Ik heb daar zooeven eens
nagedacht wat dat geven moet in 't
Vervolg, en toen kwam het mij voor,
dat het 't beste was, dat je bij mij op
het land komt... ik moet een nieuwen
rentmeester hebben.... jc man kon dat
goed waarnemen.... en je zoudt zoo uit
alle zórgen zijn.
O, uls het aan mij lag, dan zou ik
dien voorslag heel graag aannemen,
maar rnijn man heeft een bibliotheek
noodig.... zonder boeken kan hij niet.
leven, antwoordde Sofja weemoedig
glimlachend.
Voor mijn part. kun je boeken
©ten tot je je maag vol hebt, maar ik
kan jullie niet langer bij mij hebben.
Ik ben zelf arm en heb niemand, die
voor mij zorgt. Tot overmorgen kan
je bij mij blijven wonen en ©ten, maar
dan moet je zien wat je doet. En
schriif dan maar zooveel romans als
je wilt.... Betaal je je schulden niet,
dan kom ik met de schaar en snijd je
mooie haar af. dreigde vrouw Galins
ka, half in scherts, dat geeft altijd nog
eeii mooi sommetje geld.
Nu sprong Sarutzki oj» van zijn bed,
nam in haast een kop thee en ijlde
toen in koortsige gejaagdheid met
zijn handschrift het huis uit.
Eenige dagen hierna wilde vrouw
Galinska de in halfduister gedompel
de kamer van de Sarutzki's betreden,
toen bij het binnenkomen haar de
woorden op de lippen bleven. Op een
der bedden rustte Stanislaus, die meer
dood dan levend scheen. Een lijkkleur
bedekte zijn uitgemergeld gelaat, aan
het bed zat Sofja, die reeds beroofd
was van haren schooucn gondkleuri-
gen haartooi. Zij zat daar verstijfd
van smart met de eene hand de heele,
koortsig© hand van haren man vast
houdend, met de andere het kind om
vattend, dat aan het voeteinde vau het
bed zat.
Bevend over geheel haar lichaam
trad vrouw Galinska nader
Wat is er nu met hem gebeurd?
z zii bezorgd.
"ftet is slim met hem mijn goe
de vrouw©en ontsteking in de hei
senende dokter heeft weinig hoop,
antwoordde Sofja stamelend.
Vrouw Galinska verdween, maar
kort daarna kwam zij terug cn bracht,
melk, broodjes en een geheelen voor
raad in de kamer. Zij deed licht aan
steken en het vuur aanmaken. Daar
na zond zij iemand naar den dokter.
Nadat zij het kind wat te eten had
gegeven en Sofja een wijnsoep voor
gezet, zeide vrouw Galinska -.
Vertel mij nu eens, mijn goede
vrouw, hoe dat alles gekomen ia-
Heeft hij zijn handschrift niet kunnen
verkoopen
Neen. bij alle uitgevers is hij ge
weest.... De een zeide, dut Inj met
genoeg bekend was, een undere had
romans genoeg eindelijk vond lnj
iemand, die het handschrift eenige da
gen wilde hebben om het te lezen.
Toen Sian na eenige dagen terug
kwam, bood deze hem vijftig rochels
En nam hij dal aan
Neen. Stan viel in onmacht en
werd naar huis gedragen. Nu ligt hij
daar zoo....
Én waar is het handschrift
Op denzelfdeu dag, waarop hij
ziek werd, las ik van een prijsvraag
in de redactie van de „Courier"ik
haalde den roman van den uitgever
terug en bracht hem naar de redac-
tie.
Weet je man daar iets van
r- Ik heb 't hem gezegd, maar tot
nu toe is er nog geen bericht gek©
En waarvan hebt jullie geleefd?
Ik heb mijn haar verkocht.... voor
acht roebels.... dat was het eenige wat
ik nog had
Vrouw Galinska balde hare vul ster
en wilde iuist een krachtig woord
zeggen, toen de deur werd openge
daan, en de dokter binnen kwam.
De oude heer onderzocht den zieke..
In de kamer hecrschte de stilte van
het graf, die slechts door het steunen
van den armen romanschrijver ver
broken werd.
Hoe is het vroeg Sofja, toen de
dokter het onderzoek gedaan had.
Hier kan God alleen helpen... ant
woordde de dokter zuchtend, mijn
kunde is hier machteloos...
Vrouw Sofja snikte dof.
Ge moet den moed toch nog niet
verliezen... hij ls nog jong, troostte
hij de ongelukkige. 'Over een paar da
gen begint de crisis... Als hij tot be
wustzijn komt, moet gij een vroolijk
gezicht toonen.
Nu volgden lange, zware dagen van
een strijd tusschen leven en dood.
Vrouw Galinka's natuur was niet
van dien aard, dat zij in stil medelij
den het verloop der crisis afwachten
kon. Na onder schimpen en schelden
Sofja overreed te hebben, uit haar
voorraadskamer zooveel te nemen als
noodig was, ging zij op zekeren dag
naar de redactie van de „Courier".
De eindbeslissing zou wel eerst te
gen het ©inde der maand genomen
worden, maar misschien kon men
toch nu reeds iets te weien komen
aangaande de verschillende werken,
die beoordeeld moesten worden. Op
gewonden en vol ongeduld droeg zij
hare aangelegenheid voor alsof het
bare eigene zaak was Slechts deze
eene gedachte had bij haar de over
hand aan den afloop dezer zuak was
het leven van een man verbondon.
Ais eene eeuwigheid kwam huar de
tijd voor, gedurende welken zij in ce
kamer moest wachten voordat zij ant
woord kreeg. Veel moeite kostt© het
haar ook hier niet op grove wijze lucht
te geven aan haar ongeduld.
Eindelijk kon zij vernemen, wat zoo
diep en beslissend zou ingrijpen ln
het leven van een mensch. De roman
was geoordeeld goed te zijn, eu het
beste uitzicht bestond er voor, dat hij
den eersten prijs zou krijgen 1
Stralend van geluk ijlde zij naai
huis- Nu meende zij een middel te
hebben, dat krachtiger P den ziekf
werken zou om hem gezond te ma
ken, dftn alle andere geneesmiddelen.
De opgewonden toestand waarin de
zieke verkeerde, gedurende den tijd,
dat hij wachten moest op de uitspraak
der eindbeslissing, had zeker slechten
invloed op hem. Dit gaf aan vrouw
Galinska weder nieuwe zorgen, en
haar gelaat verloor de uitdrukking
van vreugde, welke opgevolgd werd
door strenge gelaatstrekken. Maar ha
re bekommering was spoedig gewe
ken, een uitweg had zij gauw gevon
den, en nu kon zij zich niet langer
meer bedwingen in allerijl wierp 2tj
hoed en mantel af en trad de kamei
van den zieke binnen.
Vrouw sofja en de dokter stonden
fluisterend te spreken de zieke lag
stompzinnig op zijn bed.
Eif hoe gaat het vandaag, vrceg
vrouw Galinska met luide stem. Lang
kan ik het zoo niet uithouden Laat
mij eens even praten. Weel gij waar
ik gew eest ben Bij de redactie
En weet gij wie den eersten prijs ge
wonnen heeft? Mijnheer Stanislaus
Sarutzki! Jawel Het geld heb ik al
meegebracht 1 Wat gij mij schuldig
znt houd ik er af 1
Stanislaus had zijn naam in samen
hang met den eersten prijs hooien
noemen, nieuwsgierig luisterend
richtte hij zich langzaam overeind.
Zijne oogappels wei-den al grooter,
zijne wangen kleurden zich, om da
bevende lippen kwam een vroolijk
lachje. Hij slaakte een diepen zucht,
strekte zijn armen uit en fluisterde
zacht
Sofja Janck toen viel hij
eder in het kussen terug...
Red mijn man toch riep Sofjs
vertwijfelend den dokter met ungsti-
gen blik'aanziend.
Bid maar in stilte en geef den
moed niet op, dc crisis schijnt geluk
kig goed afgeloopen te zijn, zeide d<
dokter ernstig.
Nu wendde Sofja zich tot vrouw Ga
licska en fluisterde haar toe
Hoe kan ik u, goede vrouw, voor
zooveel liefde eu goedheid danken i
Hoe is het mogelijk, dat gij dal geld
zoo gauw gekregen hebt?
Dat geld, antwoordde zij, krijg ik
wel terug. Die som kan ik wel voor
schieten.... en den eersten prijs krijgt
hij zeker, geloof ik.... Maar wees nu
stil. De zieke moet nu goed ontziet
worden
Zoo juist flikkerden de eerste ster
ren aan den hemel, toen Sofja, onder
steund door vrouw Galinska, het door
den dokt"- gesproken woord gered
vernemen mocht. Het kind ont
waakt© uit zijn slaap...
De moeder, tot hiertoe in onbeweeg.
lijke houding, nam het. kind en kniel
de er mee voor het bed van vader.
Vrouw Galinska zag neer op dez© ge
lukkigen. terwijl een lachje van innig
meegevoel haai gelaat deed plooien^
en brak in tranen loe. 'Ce.ntr.V