BUBLAD VAN HAARLEM'S DAQBLAD io^ 17e Ja»g«r.g* 7.AT1BDA0 12 MAAST 1*10 Ka 8196. -m HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 8 BAANDEN 0F 10 CEBT FEB WEES. wSin GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERU ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAQBLAD ZUN ADVERTENT l£N DOELTREFFEND ONZE ANNONCES WORDEN OFGEMERKT. Rubriek voor Vrouwen Stielmoeder en Schoonmoeder. Het is helaas een overbekende waar heid, dat de woorden stiefmoeder en schoonmoeder een zeer ongunstigen klank hebben, too wel In het dag©- lijksch leven als in de literatuur De stiefmoeder wordt in den regel hatelijk beoordeeld, teiwIJI de schoon moeder meer ironisch beschouwd wordt. In onze sprookjes krioelt het van booze stiefmoeders en In onze spotbladen van lastige schoonmoe ders. En toch zijn het twee catego rieën van vrouwen, die zich ongetwij feld zeor nuttig kunnen maken, ln den ee<rvolsten zin. De tweede vrouw, die zich het lot van moederlooze kinderen aantrekt, doet dat, in verreweg de meeste ge vallen met de beste bedoeling en met het vaste voornemen van do nauwge zetste plichtsvervulling. En de geluk kig^ moeder wier zoon of dochter haar een tweede kind tegemoet voert, vindt daarin toch natuurlijk niet de minste aanleiding, om onaangenaam te zijn. En zeker wordt die moederlij ke liefde dan ook dankbaar beloond. Maar als er nu laar zoo voortdu rend op deze twee familiebetrekkin gen gevit wordt, ^an moet er toch wel de een of andere reden voor be staan. Er moet dan zeker een niet weg te redeneeren moeilijkheid ln de verhoud:ng bestaan, die zoo'n kritiek uitlokt. En dat is dan ook inderdaad het geval: de begrippen stiefmoeder en schoonmoeder hebben iets gemeen met elkander, n.l. de kunstmatige moederlijkheid. "Wel is moederlijkheid ook het genlijke levenselement der vrouw en zelfs ook de eigenlijke drijfveer der vrouwenbeweging, volgens de uit spraak van een uitstekende vto Daarom dan ook werken vele vrou wenberoepen bij uitstek moederlijk; als daar zijn: onderwijzeres, gouver nante, verpleegster en zelfs doktores. Maar bij al üjc betrekkingen worden 6lechts opvoedende, zorgende diensten vereischt, maar niet tegelijk de rech ten verleend, die de echte, natuurlij ke moeder bezit. De stiefmoeder moet geheel deze plaats innemen. Haair plichten zijn volkomen dezelfde, ze moet alle lasten en zorgen dragen, verbonden aan de opvoeding van een aankomend, jong kind, ofschoon ze toch onmogelijk de ware moederlief de kan voelen in al haar teederheid en gloed. De schoonmoeder heeft in gewone gevallen niet zulke geprononceerde verplichtingen. Ze "s als het ware de verdubbeling van de echte moeder, tegenover twee menschenkinderen, die de ouderlijke zorgen ontwassen zijn. Beiden echter, schoonmoeder en stiefmoeder bezitten de rechten van de ware moeder, terwijl zo kinderen die zij niet zelve ter wereld gebracht hebben, die liefde, dat ver trouwen en die hoogachting vorderen die de natuurlijke moeder als van zelf ten deel vollen. En daar ligt 'm jnist de moeilijkheid in, het scheev in de verii :uding. Want heide surro- gaat-moeders mogen nu ook een nog zoo bescneÜën gebruik maken haar rechten, de argwaan, dat zij die rechten zullen misbruiken, kleeft haar positie nu eenmaal aan en geeft altijd er, altijd weer aanleiding tot. meer en minder stekelige aardighe den. Dh stiefmoeder wordt door haar geheele omgeving lx-waakt als met Argusoogon, te. wijl de kinderen hr.ar gewor.nüik gauw genoeg hun vertrou wen schenken en de vader zijn twee de vrouv zeer haar is voor haar taJriji-i bemoeiingen. Dc schoonmoeder wordt gewoonlijk minder streng gadegeslagen, word', meer als iets geheel overbodigs beschouwd, al.' iets, dat noodzakelijk „op den koop toe is". .Maar toch hang-, er heel veel af van het optre den der schoonmoeder en hoe lijdelij- k©r haar houding dikwijls is hoe be ter z'; doet, tegenover haar schoon dochter althans, daar de nieuwe le vensomstandigheid, de trots en glorie der jonge vrouw uitmaakt. Maar daarom is zij toch zoo o1 bodig niet als het wel lijkt; juist door baar verstandig achter de schermen blijven er. liet niet zich opdringen kan de schoonmoeder volkomen liet vertrouwen en de liefde winnen, waar op dc Moeder van een geliefden echt genoot zeker recht heeft. Over de verhouding van den schoonzoon tot zijn schoonmoeder worden eigenlijk meer aardigheden gemaakt; toch is niets natuurlijker, ■dan dat de echtgenoot zich verplicht gevoelt aan de ervarene raadgeefster zijner jonge vrouw, die dus ook bij draagt tot het geregeld marcheeren der huishouding. Wel geeft het na tuurlijk eenlge moeilijkheden aan de jonggehuwden als de schoonmoeders van weerskanten ln dezelfde plaats wonen. Voor een ding chter moet ik den man en echtgenoot wel waarschuwen, laat hij nooit zijn eigen moeder aan zijn vrouw ten voorbeeld stellen dat zal geen schoondochter dulden en dat zon slechts dienen om haar prikkel baar te stemmen, tegenover de moe der van haar man, die zij natuur lijk nooit zoo lief kan hebben, als haar eigen moeder. MARIE VAN AMSTEL. Het Rijke Natuurleven HET ONTWAKEN UIT DEN WIN TERSLAAP. In het voorgaande artikel over de komst der Lente wees ik op enkele, duidelijk waar te nemen aankondi gingen van dat heerlijkste der jaar getijden. De voorjaarszon doet echter al heel spoedig meer dan wat vogels aan het zingen en wat hoornen aan 't bloeien brengen. Zij roept ook het kleine ge dierte wakker, dat den winter droo- mend doorbracht en noodigt die soor ten, welke slechts binnen hel beschut tende dak bleven, zonder aan den winterslaap te denken uit, eeus een eerste proeftochtje te ondernemen. Vooral in dezen tijd, nu de lente zoo vroeg aanvangt, zijn er al gauw wat voorbarige vlieg-, kruip- of springacrobaatjes geneigd den ar beid te beginnen. Want voor velen is het verwarmend stralen der voorjaarszon synoniem met het opwekken tot het drukke, be drijvige insectenleven, dat bijna geen vermoeidheid of rust kent. De karnervliegen, die den winter in een beschut hoekje van onze. woning doorbrachten, laten zich soms wel eens verleiden om de donkeire schuil plaats te veriaten, maar als de zon weer enkele dagen achter het wolken- gordijn verscholen blijft achten ook zij zich gerechtigd nog wat te ver dwijnen. Er was veel te veel geluk voor noo- dig om hen het vorige najaar doen ontkomen aan de algemeene sterfte, om hen te vrijwaren van den alom woekerenden schimmel, die millioenen vliegen den pijnlijksten dood deed sterven. Gij hebt 7>e wel op de ruiten van uw woonkamer of gen de winkelramen zien zitten, die kleine slachtoffers van Empusa mus- cae zooals de schimmel wordt noemd. Het achterlijf is dan erg ge zwollen, tetrwijl de geheel j omgeving van het gestorven dier is omgeven met de tdiioi/ze couidien of voortplun- lingscellen van het woekerende plantje. De weinige exemplaren nu, die aan deze algemeene besmetting ontsnap pen moeten ook verder maai- heel voorzichtig zijn 0111 er in 't vroege voorjaar het leven niet bij in te schie ten, daar zij met de overwinterde poppen voor het voortbestaan der soort dienen te zorgen.. Intusscüen ben ik het grootendee.Ls met u eens, dat het niet zoo erg jammer, zou zijn tuis dat lastige volk je uitstierf, maar uit een natuur-his- torisch oogpunt zijn liet toch wel in teressante diertjes, die bij liet gevaar voor besmetting dat zij opleveren toch ook zorgen voor liet opruimen van heel wat rottende stoffen. Met de vliegen worden ook de hom mels, bijen cn wespen wat leniger door- de zonnestralen en weldra zul len wij deze werkzame (liertjes weer van bloem tot bloem zien vliegen on het noodigo voedsel te verzamelen. Van de hommels en de wespen kun nen nog slechts de koninginnen ont waken. De werksters en de manne tjes zijn in het najaar bezweken, zoo dat alle hoop nog slechts gevestigd kan zijn op deze overwinterende wijf jes. Het is oen gebeurtenis, als zoo' hommelkoningin ontwaakt. Hare majesteit vliegt dan geheel zonder gevolg rond, nergens wordt zij gevierd, geen enkel dier neemt eenige notitie van haar. Maar niet lang zal die eenzaamheid duren. Na eenigen tijd, als er in den grond een goede nestplaats is gevonden, zullen bij de hoopjes voedsel die het nijvere dieriic bee't. verzameld witte eitjes worden gelegd en dan zijn er spoedig genoeg onderdanen. Het vorige jaar vertelde ik u reeds het een en ander von mijn ontmoe tingen met deze lieren. Kijk in de zen tijd maar goed uit, bij eenige op lettendheid kost het niet veel moeite, die zoekende koninginnen te zien. Kijk dan meteen naar de wespen, die dezelfde plannen hebben gemaakt als de hommelwijfjes. Ook zij zoeken een geschikte nest plaats. De soorten Jte ln den grond of In holle hoornen leven, zijn niet zoo kunstig in den bouw van het nest als zij, die de wieg der toekomstige kolonie aan een boomtak hangen. Dat zijn de architecten onder het insec tenvolk. Uit eigen bereid papier weten zij de mooiste woningen te bouwen, die tegen elke weersgesteldheid bestand zijn. Niemand kan echter sterker naar het bloemenrijke voorjaar verlangen, dan de bijenhouders. Deze menschen .noeten vooral als de winter wat lang duurt, steeds meer honig aan het hongerige volkje voeren, want de verzamelde voor raad is vaak niet toereikend om het kleine gedoe in 't leven te houden. Het is merkwaardig, dat de bijen als staat geheel overwinteren, uitge- Op weg naar rosm. Stanislaus Sarutzki was een letter kundige, Sofja was zijne vrouw en Janck zijn zoontje. De familie bewoon de eene gemeubileerde kamer, wier inhoud bestond uit twee bedden, een oude kast, eenige stoelen en twee ta fels. Boven de eene hing een boeken- rek vol boeken, op de tafel lag cenig huisraad door elkander, de andere stond voor het venster en was bedekt met allerhande papieren, en droeg den weidschen naam van schrijftafel. Voor deze. schrijftafel zat Sofja Sa rutzki en hield een dikwanging, aan vallig kindje op haar schoot. Vrouw Sofja was nog jongaan haar smal, ellende teekenend gelaat werd eenige bevalligheid gegeven door eene uitdrukking van volgzaam heid. In hare gmote blauwe oogen zag men diepe smart. Het kind had zoo juist met zijn klei ne handjes de gulden haarvlech ten van moeder gestreeld en wilde nu naar een ander speelgoed omzien, toen moeder zeide Wat blijft vader vandaag toch lang weg 't Is al acht uur Terwijl zij deze woorden klagend uitsprak legde zij den kleine in zijn bedje. Kort hierop hoorde zij in de gang een vrouwenstem zeggen Vandaag betaalt gij mij toch de huishuurAl twee maanden lang be- ta het najaar na de bruaisvluchten df redacU(, dan zulI gij uw geM als nuttelooze parasieten zijn ver-j hebben jaogd of afgemaakt. Op hetzelfde oogenblik werd de De werksters en de koningin zien deuk opengemaakt en vrouw Galinska, den winter gezamenlijk door te ko- de eigenares van het huis. eene zeer I men en in dien lijd mod» i.j heel omeangrük en, niettegenstaande ha-1 ren gevorderden leeftijd, zeer druk wat warmte prnduceerchj om niet mMt* kwam opseJu{ binn!n. Al van koude om te komen. I was hare kleeding wat slordig en Zij houden er een gemakkelijke ouderwetsch en haar uiterlijk wat manier van verwarmen op na. Heel stormachtig, toch maakte hare ver dicht kruipen zij tegen elkaar aan en schijning treen onaangenamer indruk, doen dan niets anders dan eten en ?-Ü werd gevolgd door Stanislaus ff16,6te,„ TS5 Sh™ïï'i„'„?c„mS?niuSXJK warmte. Daarom houden zij zich ook bescheiden ontreden een wonderbare zoo rustig mogelijk en verlangen hard teeenstrijdierheid vormde met die be naar het begin van het clrukko zometr- wéeglijke vrouw. tij. Vaak gebeurt het, dat de openin-j Namvelüks waren zij in de kamer, gen in de korven niet goed zijn ge- of de vrouw begon met luide slem sloten en nis dan de ton wnt op de - ««'trait moet II: dan nog wach- Icn Sedert November is het oi bijenwoningen inwerkt in den tijd, binnen een paar dagen zal ik betalen dat er nog geen bloemen te vinden maar daaraan geloof ik nu niet zijn, laten de wachtende diertjes zich meer. Wat verbeelden julLie je toch verleiden om op onderzoek uit te wel Houden jullie mijn huis voor een gaan. Worden zij door de koude over-: weldadigheidsinrichting? vallen dan verstijven zij en komen Plots viel de blik der wouw op het a K -i r,-A A,. i,A~on i slapende kind, en ze hield op met uit- om h, de nabijheid d-r korven m Over enkele weken ontwaakt de ^n)j er nje^ was ging zij zonderlingste der vlkgkunstcnaors, I voort na een oogenblik, dan had ik de vleermuis. Hij slaat zijn vliezigen juJLie al lang er uit gezet... Aan dat mantel open en probeert de eerste kleine, kind, daar heb je 't aan to dan- loeren. In t eexst is alles nnc iw-ak ken, dal ik er nog mee gewacht heb. en stijf, maar weldra botert dit en na I - ji IS i terde Stanislaus aangedaan, liet doet „ruchtbare jacht herstellen de j 0JJS Z0Q jeed 200«n mjsbruik te maken krachten weer spoedig. Dan komt ook zijn voedsel, de wijd vermaarde of liever de alom beruchte meikever, uil den grond kruipen. De ze dieren zijn nu al bezig zich om hoog te werken en ook zij rullen wel verlangen dat zij het zonlicht te zien krijgen. Reeds sedert het vorige najaar zijn zij als volwassen dier in den grond j van uwe welwillendheid. Dat is onzin, riep vrouw Galins ka, je zijt heel lieve menschen, maar waarom ben jo dan getrouwd, als je zoo arm waart? Omdat wij elkander beminnen, gaf hij gulhartig ten antwoord. Maar, hadt je dan niet bij je ouders kunnen blijven, jullie waart toen nog zeker zoo jong Onze ouders zijn gestorven, zeide aanwezig I Stanislaus, toen hij zag, dat de vrouw Hun ouders vlagen vier laar gale-1 belangstelling in hun lot loonde. den om onze beuken en linden en het f?"'' ™r ordt dus tijd, dat de kinderen ook eens voor den dag komen. Als die echter hun bruine kopjes vertoonen zijn wij al een paar maan den verder. Daarover zullen wij dus vooiioopig maar niet spreken. II. PEUSENS. VRAGENBUS. Den Heer H. v. d. L. te H. De roode vlekjes op het doode hout wor den veroorzaakt dootr de Roode wrat- zwam-tubercularia vulgaris. Deze zwam doet eigenlijk het hout sterven. maar zoo juist heb ik een groot werk geëindigd, en als het gelukt, dal men het aanneemt, dan kan ik driehonderd roebels er mee verdienen. Met deze woorden reikte hij haar een groot handschrift toe. Dat. alles hebt gij geschreven Ik zou het voor geen duizend roebels doen. Maar zie, dat je 't geplaatst krijgt... dan krijg ik mijn tachtig roe belsEn na een poosje voegde zij er bij dat zijn uwe eerste schreden op den weg tot roem.... Aan roem denk ik niet, brood wil ik verdienen voor mijn vrouw cn voor mijn kind. Denk vooral aan de huur, die je mij beialen moet. Als je je schuld be doordat de myceliuindradcn onder detaald hebt, geef ik je weer nieuw cre- schors woekeren en het hout vernie- zoo riet dan neem ik Janck i; mco op het land, en gij kunt zien, waar ge blijft. Overleg nu maar... Zij gins naar de deur, maar voor zij de kamer verliet, bromde zij nog bij zich zelve lk stuur terslonu een samovar hier toen verdween zijn. Een goedhartige vrouw, zeide Sta nislaus. Wat zouden wij beginnen als zij liet niet zoo goed met ons meende Maar, hoe moet dat nu in de toe komst vroeg Sofja treurig. Uitkomst zie ik niet Morgen breng ik mijn roman naar den uitgever.... Wij mogen geen moed verliezen al ben ik ook niet zoo heel gerust. Op dit oogenblik werd de warme samovar binnen gebracht. Sofja be gon terstond de thee in te schenken, en Stanislaus ging naar het bedje van zijn kind, dat wakker geworden was. Met tranen in de oogen kuste hij den kleine en zong hem toen weder ia slaap. Den Heer D. M. te n. De gele bloe men die u op de landerijen aan den Heemstecdschen binnenweg hebt ge zien zijn die van klein hoefblad, waarvan de bladeren later verschij nen. Den Heer J. C. J. te H. De witte diertjes die u bij t omspitten van uw tuintje hebt gezien komen bijna al tijd in een igs zins ouden grond voor. Spit maar goed om, en vermeng den grond met wat mest. Uw planten zul len dan wel groeien. H PEUSENS. De torenklok had vier geslagen, en Sarutzki zat nog immer aan de kleiue schrijftafel. Met koortsachtig glanzen de oogen en warmroode wangen las hij zijn handschrift, dat nu geëindigd vóór hem lag. Onrustige gedachten gingen hem door het hoofd. Of hij wel geluk zou hebben bij het aanbieden van zijn werk Zouden zijne verwach tingen niet verijdeld worden En wat zal er dan gebeuren Een zucht ont snapte aan zijn borst.... Verzonken in bange gedachten liep hij heen en weer in de kamer. Nu was het weldra zes uur. Vrouw Sofja was reeds opge staan en zag ontsteld, dat haar man den ganschen nacht op was geweest. Zij bad hem, ten minste een uurtje wat te rusten, maar hij gaf er geen gehoor aan en zeide Of mijn werk wel aangenomen zal worden? Mij kwelt de gedochte, tot diegenen te behooren, die veel wenschen, diep gevoelen en weinig er langen. Veel geesteswerk, weinig er kenning, Is vaak het lot van den litte rator. Ik heb het vaste vertrouwen, dat dit werk den weg tot roem voor je openen zalEn als alles goed gaat, dan wordt onze toestand ook beter, dan gaan wij in een groot© woning, en dan kan je ook rustiger werken. Die toekomstplannen komen nog te vroeg.... verijdelde hoop geefi bitte re smart.... zeide Stanislaus. Nu legde hij zich op bed zonder zijne kleetleren uit te doen, en Sofja verdiepte zien in 't handschrift totdat de deur met gedruisch werd geopend en vrouw Galinska binnentrad. Wat is hij bleek, zeide zij. toen haar blik op den slapende viel. Den heelen nacht heeft hij ge werkt, liet Sofja er op volgen. En het is nog niet eens zeker, dat hij daarmee wat verdienen zal.... en dan kan ik weer wachten en zien waar ik blijf—. Ik heb daar zooeven eens nagedacht wat dat geven moet in 't Vervolg, en toen kwam het mij voor, dat het 't beste was, dat je bij mij op het land komt... ik moet een nieuwen rentmeester hebben.... jc man kon dat goed waarnemen.... en je zoudt zoo uit alle zórgen zijn. O, uls het aan mij lag, dan zou ik dien voorslag heel graag aannemen, maar rnijn man heeft een bibliotheek noodig.... zonder boeken kan hij niet. leven, antwoordde Sofja weemoedig glimlachend. Voor mijn part. kun je boeken ©ten tot je je maag vol hebt, maar ik kan jullie niet langer bij mij hebben. Ik ben zelf arm en heb niemand, die voor mij zorgt. Tot overmorgen kan je bij mij blijven wonen en ©ten, maar dan moet je zien wat je doet. En schriif dan maar zooveel romans als je wilt.... Betaal je je schulden niet, dan kom ik met de schaar en snijd je mooie haar af. dreigde vrouw Galins ka, half in scherts, dat geeft altijd nog eeii mooi sommetje geld. Nu sprong Sarutzki oj» van zijn bed, nam in haast een kop thee en ijlde toen in koortsige gejaagdheid met zijn handschrift het huis uit. Eenige dagen hierna wilde vrouw Galinska de in halfduister gedompel de kamer van de Sarutzki's betreden, toen bij het binnenkomen haar de woorden op de lippen bleven. Op een der bedden rustte Stanislaus, die meer dood dan levend scheen. Een lijkkleur bedekte zijn uitgemergeld gelaat, aan het bed zat Sofja, die reeds beroofd was van haren schooucn gondkleuri- gen haartooi. Zij zat daar verstijfd van smart met de eene hand de heele, koortsig© hand van haren man vast houdend, met de andere het kind om vattend, dat aan het voeteinde vau het bed zat. Bevend over geheel haar lichaam trad vrouw Galinska nader Wat is er nu met hem gebeurd? z zii bezorgd. "ftet is slim met hem mijn goe de vrouw©en ontsteking in de hei senende dokter heeft weinig hoop, antwoordde Sofja stamelend. Vrouw Galinska verdween, maar kort daarna kwam zij terug cn bracht, melk, broodjes en een geheelen voor raad in de kamer. Zij deed licht aan steken en het vuur aanmaken. Daar na zond zij iemand naar den dokter. Nadat zij het kind wat te eten had gegeven en Sofja een wijnsoep voor gezet, zeide vrouw Galinska -. Vertel mij nu eens, mijn goede vrouw, hoe dat alles gekomen ia- Heeft hij zijn handschrift niet kunnen verkoopen Neen. bij alle uitgevers is hij ge weest.... De een zeide, dut Inj met genoeg bekend was, een undere had romans genoeg eindelijk vond lnj iemand, die het handschrift eenige da gen wilde hebben om het te lezen. Toen Sian na eenige dagen terug kwam, bood deze hem vijftig rochels En nam hij dal aan Neen. Stan viel in onmacht en werd naar huis gedragen. Nu ligt hij daar zoo.... Én waar is het handschrift Op denzelfdeu dag, waarop hij ziek werd, las ik van een prijsvraag in de redactie van de „Courier"ik haalde den roman van den uitgever terug en bracht hem naar de redac- tie. Weet je man daar iets van r- Ik heb 't hem gezegd, maar tot nu toe is er nog geen bericht gek© En waarvan hebt jullie geleefd? Ik heb mijn haar verkocht.... voor acht roebels.... dat was het eenige wat ik nog had Vrouw Galinska balde hare vul ster en wilde iuist een krachtig woord zeggen, toen de deur werd openge daan, en de dokter binnen kwam. De oude heer onderzocht den zieke.. In de kamer hecrschte de stilte van het graf, die slechts door het steunen van den armen romanschrijver ver broken werd. Hoe is het vroeg Sofja, toen de dokter het onderzoek gedaan had. Hier kan God alleen helpen... ant woordde de dokter zuchtend, mijn kunde is hier machteloos... Vrouw Sofja snikte dof. Ge moet den moed toch nog niet verliezen... hij ls nog jong, troostte hij de ongelukkige. 'Over een paar da gen begint de crisis... Als hij tot be wustzijn komt, moet gij een vroolijk gezicht toonen. Nu volgden lange, zware dagen van een strijd tusschen leven en dood. Vrouw Galinka's natuur was niet van dien aard, dat zij in stil medelij den het verloop der crisis afwachten kon. Na onder schimpen en schelden Sofja overreed te hebben, uit haar voorraadskamer zooveel te nemen als noodig was, ging zij op zekeren dag naar de redactie van de „Courier". De eindbeslissing zou wel eerst te gen het ©inde der maand genomen worden, maar misschien kon men toch nu reeds iets te weien komen aangaande de verschillende werken, die beoordeeld moesten worden. Op gewonden en vol ongeduld droeg zij hare aangelegenheid voor alsof het bare eigene zaak was Slechts deze eene gedachte had bij haar de over hand aan den afloop dezer zuak was het leven van een man verbondon. Ais eene eeuwigheid kwam huar de tijd voor, gedurende welken zij in ce kamer moest wachten voordat zij ant woord kreeg. Veel moeite kostt© het haar ook hier niet op grove wijze lucht te geven aan haar ongeduld. Eindelijk kon zij vernemen, wat zoo diep en beslissend zou ingrijpen ln het leven van een mensch. De roman was geoordeeld goed te zijn, eu het beste uitzicht bestond er voor, dat hij den eersten prijs zou krijgen 1 Stralend van geluk ijlde zij naai huis- Nu meende zij een middel te hebben, dat krachtiger P den ziekf werken zou om hem gezond te ma ken, dftn alle andere geneesmiddelen. De opgewonden toestand waarin de zieke verkeerde, gedurende den tijd, dat hij wachten moest op de uitspraak der eindbeslissing, had zeker slechten invloed op hem. Dit gaf aan vrouw Galinska weder nieuwe zorgen, en haar gelaat verloor de uitdrukking van vreugde, welke opgevolgd werd door strenge gelaatstrekken. Maar ha re bekommering was spoedig gewe ken, een uitweg had zij gauw gevon den, en nu kon zij zich niet langer meer bedwingen in allerijl wierp 2tj hoed en mantel af en trad de kamei van den zieke binnen. Vrouw sofja en de dokter stonden fluisterend te spreken de zieke lag stompzinnig op zijn bed. Eif hoe gaat het vandaag, vrceg vrouw Galinska met luide stem. Lang kan ik het zoo niet uithouden Laat mij eens even praten. Weel gij waar ik gew eest ben Bij de redactie En weet gij wie den eersten prijs ge wonnen heeft? Mijnheer Stanislaus Sarutzki! Jawel Het geld heb ik al meegebracht 1 Wat gij mij schuldig znt houd ik er af 1 Stanislaus had zijn naam in samen hang met den eersten prijs hooien noemen, nieuwsgierig luisterend richtte hij zich langzaam overeind. Zijne oogappels wei-den al grooter, zijne wangen kleurden zich, om da bevende lippen kwam een vroolijk lachje. Hij slaakte een diepen zucht, strekte zijn armen uit en fluisterde zacht Sofja Janck toen viel hij eder in het kussen terug... Red mijn man toch riep Sofjs vertwijfelend den dokter met ungsti- gen blik'aanziend. Bid maar in stilte en geef den moed niet op, dc crisis schijnt geluk kig goed afgeloopen te zijn, zeide d< dokter ernstig. Nu wendde Sofja zich tot vrouw Ga licska en fluisterde haar toe Hoe kan ik u, goede vrouw, voor zooveel liefde eu goedheid danken i Hoe is het mogelijk, dat gij dal geld zoo gauw gekregen hebt? Dat geld, antwoordde zij, krijg ik wel terug. Die som kan ik wel voor schieten.... en den eersten prijs krijgt hij zeker, geloof ik.... Maar wees nu stil. De zieke moet nu goed ontziet worden Zoo juist flikkerden de eerste ster ren aan den hemel, toen Sofja, onder steund door vrouw Galinska, het door den dokt"- gesproken woord gered vernemen mocht. Het kind ont waakt© uit zijn slaap... De moeder, tot hiertoe in onbeweeg. lijke houding, nam het. kind en kniel de er mee voor het bed van vader. Vrouw Galinska zag neer op dez© ge lukkigen. terwijl een lachje van innig meegevoel haai gelaat deed plooien^ en brak in tranen loe. 'Ce.ntr.V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 13