e m m m m 1 4» m 1m 1 il a jg m 1 0 sm m lil m jp m m m 0 Robert'a droom. Robert Dauvers was met gunstig gevolg aan het hoofd geopereerd. Na dat hi] eenige dagen in een chaos van verwarde droomen buiten kennis had gelegen, was zijn bewustzijn terugge keerd. Toen hij ontwaakte lag hij in een ziekenstoel in den tuin zijner iaoodur, waarin de eerste teekeueu van hot len televen prjjkten. Zoo langzamerhand kreeg hij zijn herinnering terug en doorleefde hij woor dien verschrikkelijken Februuri- uucht. waarvan hem alles met boven natuurlijke duidelijkheid voor den geest kwam. llij had gereisd in een coupé Ie- klasse van den D-treia, die in dien stikdoukeren nacht van Keulen naar Antwerpen reed. 11 ij was ingeslapen en droomde van een bandiet, dien men maar ongestoord liet londloopen. Hij was outwaakt en had toen plotse ling den man van wien hij zooev droomde voor zich gezieu, staande in de gang van de coupé. De ander had hem spotlachend aangezien. Hevig ontsteld was Robert gaan slaan. U en ik zijn dozen nacht de eeni ge passagiers in dezen waggon, hod de man gezegd. Ik heb alles doorzocht en vond alleen u in den slaap des rechtvaardigen, liet is heerlijk, niet waar, zulk een slaap te kunnen sla pen. Weet u wel, dat ik naar bloed dorst, naar uw bloed, liet Duuvcra, knersend op zijn tanden, daarop vol gen. Ue hebt oen gozm ongelukkig ge maakt. Geluk en vrede heerschten voordat gij uw vervloekten voet daar ovor den drempel bobt gezet. Wat een tooval, dat ge mij uu juist in handen moot vallen. Och kom, Dauvers, ge spot slechts, zeidc Fuisel lachend. Uw hee- le familie lijkt wel te bestaan uit zul ke spotvogels eu dun is daarvan uwe zuster wel de ergste. Zij.... Ais een tijger sprong Dauvers op Fuisel, zijne vingers kleurden zich om zijn hals. Een korte, muar verwoede strijd volgde. Derde mautieii worstel den op den vloer. Dauvers lag boven en kneep met eeu ongekende woest heid en kracht de keel dicht van zijn slachtoffer. Hij zag de uitpuilende oogen en de uitgestoken tong. Hij gevoelde hoe 't lichaam van den ander zich wrong en kronkelde, hij hoorde een roclroicud geluid. Plotseling was het stil dood dood stil Mijne zuster is door jouw t'.e- doen grafwaarts gedragen, daar om zal jij moeten sterven door mijne hand, zeide hij wreed. Hij stond op ei» rekte zich .:!s iemand, die een \oldaau gevoel heeft, kalm uit. Een gevoel vuu vreugde tin telde door zijne aderen er was im mers een schurk minder op de wereld en bovendien zijne zuster was ge wroken. Dauvers genoot een eigenaardige rust- Hij gevoelde zich als door opium bedwelmd. Slechts eene enkele maal, wauueer hij aan zijn goede moeder, een weduwe, dacht, werd hij bang, doch dat duurde don ook maar een uaar minuten. Het was hern of hij plotseling in de lucht zweefde, Ter- uauiveruood herinnerde hij zich dan hoe de wanden beefden en de vensters rinkelden, hoe de vlammen alles dreigden ie vernielen enver der wist hij Diets, tol op het oogeu- blik. dat hij zich in den tuin zijner moeder bevond. Eén gedachte bezielde hem steeds, wanneer hij over deze verschï ikkciij- ko zaak nadacht, n.l. door het spoor wegongeluk zou zijne daad. uimmor kunnen worden ontdekt. Zijn moedor zou nooit de waarheid vernemen. Mocht de wroeging voor hem zijn lo ven lang een bijna ondragelijke last zijn, het strekte hein toch lot troost, dat zijn moeder gespaard werd voor de wetenschap dal haar zoon, natiën dood van haar dochter, haar eenig kind. een moordenaar was. Teen Dauvers opzag trokken de bloeiende takken van een appelboom zijn aandacht, en hij bemerkte, dat daaronder eeu aardig meisje zat, dat in een boek bladerde. Ze droeg een witte nauw-aansluitende japon, die haar mooie vormen prachtig deed uit komen. In hour haar had zij een paar bloe sems van den appelboom gestoken. liet aanschouwen van dit meisje verdrong voor een oogenblik alle un- dere gedachten on hij begon zich op geruimd te gevoelen. Zij klapte haar hoek dicht, keek op naar horloge in haar armband, stond daarna op en verdween in de richting van het huis. Toen Dauvers haar niet meer zag, overviel hem een eigenaar dig gevoel van verlatenheid. Wie was dat meisje Waar w as zijne moeder Wie sou het hem kunnen zeggen Och. er waren zoo vele vragen, die hij zijne moeder wilde stellen en ook zoo vele, die hij niet durfde te doen. Dc lente was or nu al, alles wees er op. Februari was het, toen het onge luk gebeurde. Wat was cr al niet ge schied In die vele dage;:, die er tus- sciien het toen en bet heden lagen Waarom liet uien hem hier alleen? 11a Idan kwam eindelijk zijn moeder. Maar hoe vermoeid zog zij er uit. Toen hij echter dut eene woord „moe der'' riep, klaarde haar gezicht op alsof op eens alle zorgen van huur hart waren afgewenteld. De dokter had hjar gezegd, dat haar zoon weer geheel genezen zou cu nu reeds had hij „moeder" goroepen. Hij had haai uus herkond l Geheel opgemonterd liep zij op hem toe, de tranen die van vreugde over haar wangen gleden, drootjde ze af eu hartelijk arukte zij hare lippen op die van bnrcu zoon. Lieveling, fluisterde zij. Jij bent mij weergegeven. Ik hod zonder jou puk niet kunnen leven en Rob, juist up den dag van jou ongeluk is ons leed verzacht, want Fuisel is dood. Ja, dat weet ik, antwoordde hij, het gelaat van baar afwendend. En nu, beste Rob, zeide zij vol moed, wij zullen nu niet meer over hem spreken, wij zullen nu in 't vervolg alleen voor elkander leven. -- Neen, we zullen niet meer over lieru spreken, zeide hij, bij zich zelf donkend Het spoorwegongeluk heeft het geheim begraven. De hemel gove dat het steeds besraven blijft. Moeder, zeide hl] na een sort zwijgen, wat was dat voor oen meis je daar zooeven onder den appel boom? Heb iij haar al gezien 1 De domi- ué noemt huar jouw beschermengel. Zij heeft je helpen verplegen. Hoeveel zij reeds voor jouw gedaan heeft, zal je wel nooit vernemen. Is zij dan een verpleegster? Zij lijkt nog zoo jong, antwoordde hij. Neen. De verpleegster is vandaag weggegaan. Wij dachten, dat het jo aangenamer zou zijn ons alleen orn je te hebben. Maar Lijske heeft meer dan een verpleegster voor je gedaan, zei mevrouw Dauvers. Zij is de dochter van mijne oude vriendin Sarah Far- lane. <iic een officier trouwde en naar Indië dnz. Lijske zal een jaar bij mij blijven. Zij is eon lief, aanvallig meis je. Zij was tijdens jouw ziekte mijn troost, miin hoop. Na een kleine pauze vroeg Rob wie heeft u mijn ongeluk verteld en hue beu ik naar huis gebracht Mijn beste jongen, daarover zul len wij pralon als jo geheel beter bent, nu nog niet. Het is r> zoo kort geloden, dat je geopereerd bent, doe nu voorloopig ul- leen maar je best om sterker te wor den. Je hebt zooveel belangstelling on dervonden eu ai nheer Alherton svas bijna dagelijks uier om naar je toe stand te informeeren. Hoe prettig zal hij het viatica j.; weer te zien. Maar wacht, ik zul uadelijk wat bouillon voor je haieu. Arme, beste moeder, zuchtte hij, hoeveel angsten zult gij door mij nu weer hebben moeten uitslaan. .Ta, ja, maar nu is alles weer voorbij, antwoordde zij opgeruimd en verwijderde zich in de richting van het huis. Dauvers was weer alleen en wéér dacht trii aan zijn verleden. Hij her innerde zich, hoo hij. direct na hel plegen van het feit beslotou had voor- zijn afschuwelijke daad te hoeten- Nu bleef zijn moeder voor de schande be waard hoe verheugde hij zich, dat hij zich in zijn koortsachtig droomen zelf niet had \«rraden. Lag het alleen aan hem. dan was het voor hem eeu heerlijke voldoeniug geweest zich zelf bij de politie aan te melden en te zeg gen ..Mimhcer l-'uisel hc-ett zijn le ven :uet verloren bij liet spoorwegon geluk neen, ik, Robert Dauvers, heb hem uil wraak vermoord." Toevallig, maar gelukkig tevens, werd hij in dezeu gedachtengang ge stoord door de komst van Lijske, dio een kop bouillon bracht. Toen zij dichterbij kwam, zag hij, dat haai' oogen straalden en dut zij mooi don ker haar en donkere wenkbrauwen had Zij lachte eventjes, bloosde toen tiij tiaar flink aankeek. Moeder vertelde me zooeven, hoe goed en lief u voor mij geweest bent, zeide hij. Ik zou u daarvoor gaarne witten bedanken, maar kan geen wooidcn vmdcu. Octi toe. laat u dat toch, zeide zij met eon afwerend gebaar. Maar och, ik ben zoo blij. dat u al weer Z90 ver genezen bent. Zij hield den kop met bouillon aan zijn lippen on door een plotselinge in geving bevangen, kuste hij haar hand. Is u bang voor me vroeg hij ein delijk. toen hij zag hoe zij bloosde. Hoo zou ik bang voor u kunnen zijn, antwoordde zij zacht, ik, die u zoo heb zien lijden en mij uu zoo in uw beterschap verheug. Wij uwe moeder en ik wij waren too bang Dat ik niet meer beter zou wor den, hè Dat 11 ons niet meer zoudt ken nen, zeide zij. en hij gevoelde hoe zij beefde Toe, drink den kop uit, zeide zij bevelend, en hij gehoorzaamde. En nadat hij gedronken had zeide hij U komt mij heeiemaal niet vreemd voor, het is alsof ik u reeds lang ken. Waarom wuart ge zoo ver van mij af, toen ik ontwaakte? - Ja. ziet u, antwoordde zij be deesd, de dokter zei 111e, dat ge uw be wustzijn zoudt terugkrijgen en nu dacht ik. dat liet dan voor u niet aan genaam zou wezen een geheel vreemd meisje zoo in eens In uwe onmiddel lijke nabijheid te zien. Was hei vroeger iemand anders onaangenaam in uwe omgeving te zijn O, dat weet ik niet, ik heb daar over nooit gedr U zei toch, dal het rnij niet aan genaam zou zijn geweest. Hij^hemerkte hoe zij bloosde, wat haar lief stond. Wanneer u wistzei hij somber. U voelt 11 op 't oogenblik weer niet zoo goed, neem mij niet kwalijk, dat ik zoo lang met u gesproken heb. Laat u me maar een paar minu ten alleen, dan zal het wel weer be ter worden, zeide hij zacht. Zij stond op en ging. Hij zag haar rijzige gestalte eu be merkte hoe zijn hart klopte. Hij be minde hnnr, dnt gevoelde hij nu reeds, maar de gedachte aan de liefde was hem onaangenaam. Hij leed ver schrikkelijk iu dit kwartiertje. Zijne daad, ook al zou zij nooit ruchtbaar worden, zou de poorten van dit lief- des-paradijs toch voor altijd voor hem gesloten houden. Hij gevoelde, hoe zijne moeder iu huar waarachti ge liefde hem dezeu besclieicneuget gaarne toedacht eo hij doorzag baat- goed in elkaar gezet plauoch als het zoo eens had kunnen wor den i Dauvers, ouwe beste jongen, dat is fameus hoor. Dauvers had in zijn zwaarmoedig gepeins in liet geheel niet de komst van den predikant gemerkt. llij schrok toen hij den domino hoorde. Ik dank u, waarde heer Alherton zeide bij, zijne krachten inspan nende, ik hoop, dat ik nu woor ge heel zai genezen. Ik hoorde, dat u steeds zoo'n belangstelling 111 mij ge toond hebt, ik dank u daarvoor. laat dat, zeide de goede oude man, ik heb u echter niet eenmaal mogen zien, die kleine juf frouw Lijske het niemand toe. Zij is een uitstekende verpleegster, een be tere hadl u moeilijk kunnen krijgen. Zonder haar was uw moeder rade loos geweesL Zoo spoedig u kunt, moet u alies met haar goedmaken, maar juffrouw Lijske rnoel dat ook doen met u. De dominé knikte vergenoegd met ae oogeo. steer dan eens had hij on dervonden, dat eene aardige ver pleegster zich met een patiënt ver loofde en het was hem ondenkbaar, dat een flinke man als Robert Dau vers aan deze verleiding weerstand zou kunnen bieden. Dauvers knikte ook, maar droef geestig. Hij had slechts een wensch, namelijk om zijn ongelukkige geschie denis aan oen dominé te vertellen, doch de gedachte aan zijn moeder weerhield hem. Alherton vermoedde och ter niets van den in wend i gen strijd, dien zijn Jonge vriend streed, en kalm praatte hij maar verder. Uwe moeder zal u wel verteld hebben, dat Hendrik Fuisel bij dat spoorwegongeluk om het leven is ge komen Ja. ze vertelde het mij. Hij verdronk, geloof ik, op den zelfden tijd, 200 vervolgde de do miné. Ik zag hem vijf minuten voordat hij in de rivier reed in een dolle vaart in zijn automobiel voorbij mijn pastorie rijden. Dauvers vloog overeind. Was lrij dan niet bij het spoor wegongeluk. dat ik in België heb meegemaakt stamolde hij. Neen, mijn jongen, zeide de dominé. hoe kon dat? Hij is im mers denzelfden nacht verdronken. Maar wie waren dan de an dere reizigers In mijn waggon vroeg Dauvers opgewonden!" De dominé keek hem verwonderd aan. Je waart de eenige reiziger in dien waggon en niemand heeft bij het ongeluk zijn leven verloren. Robert begon te weenen. Ik dacht, dat ik hem vermoord had. Ik dacht, dut hij eu ik alleen in den waggon waren, dat ik item ge worgd had. Niets dan een droom, mijn jon gen, antwoordde de dominé vrien delijk. Toen je je bewustzijn terug kreeg, heb je je een deel van je ijlen herinnerd en je dacht dat het waar-' lieivl was. Ik was steeds in de meening.... Slil nu maar, ik geloof, dat je op den besten weg bont, om een hemel op aarde te krijgen, vervolgde de dominé, daar komt zij met je moeder. Geef mij tot steun uw arm, waarde heer, zeide hij, ik wil haar zelf tegemoet gaan. Dat is een belofte voor de toe komst. zeide do dominé lachend. Eu die belofte is vervuld. C,Pr. Gr. Ct") De Parepluir. De Brigors leefden nis eenvoudige, bescheiden lieden ,die zich van de ge noegens der groove wereld niets aan trokken, in hun klein, van rooden baksteen gebouwd huisje, dat schil derachtig gelegen was aan oever der Marne. Do Brigors hadden geen zorgen en leefden zeer behaaglijk van de drie honderd francs in de maand, die Brl- gor als kassier aan een Parijsche ban kierszaak verdiende juffrouw Brigor rgde voor de huishouding en daar ze geen kinderen lmdden, kouden ze nog een heel aardig sommetje overleg gen zonder zich in iets te beperken. Overal werden ze beschouwd ais goe de. rechtschapen menscheu, overal waren ze gezien en geacht. Op een morgen ongeveer tien uur, toen juffrouw Brigor van de markt te- ry'gkwam en den sleutel in de huis deur stak. opende een buurvrouw haar deur en riep haar toe - Juffrouw Brigor.... zoo juist was de veldwachter hier, die naar u ge vraagd heeft. De veldwachter Naar mij antwoordde juffrouw Brigor lachend. Ja, naar u of naar mijnheer Bri gor Dat weet ik niet precies... hij heeft gebeld en nog eens gebeld, alsot liet huis in brand stond. Zoo.... zooNu, wanneer hij iets van ons hebben moet, zal hij wel terugkomenIk dank u voor de me- dedeeling. Juffrouw Brigor ging in huis, bracht de inkoopen op hun plaats en maakte daarna haar tweede ontbijt klaar. Ze zette zich hiertnoae aan de keukentafel, daar ze het niet noodig achtte voor zicii alleen in de eetkamer te dekken. Dat gebeurde al leen des Zondags en op andere feest dagen. wanneer mijnheer Brigor thuis was. Terwijl zij zitten ging, kwam het haar weer in den zin dus do veld wachter was er geweest.... nu, werke lijk, het giug haar niets aan. Haar man en zij zelf, ze hadden beiden met het gerecht en alles wat daarmede in verbund stond, niet het geringste te maken. Doch het was vreemd; toen juffrouw Brigor beeon te eten, had ze niet de minste onbehaaglijkheid gevoeld ook nu gevoelde ze er nog geene Dikwijls is het echter alsof alles sa men spant om iemand den eetlust te bederven.... Zoo was het ook nu het mes was geheel stomphet was pre cies alsof men met een sabelsche&cio het brood omhakte. En het koude vieesch had een eigenaardigon smaak, juist alsof hot met metaal in aanra king geweest was, met metalen krroo- pen, die pas gepoetst zijn. De salade was taai als leder en dan de koffie.... kuif ie van 15 francs het pond.... welke volgens alle regelen der kunst bereid was.... Hoe die smaakte I Alsof ze met hi ecu schoone kan, maar in een ouden hoed,... in een helm gefiltreerd was. Sabelscheede en helm 1 Leder eu me talen knoopen L... Wat weerga had de eldwacliter eigenlijk willen doen'? Brigor betaalde zijn belastingen prompt, zijn mllitiepapioren waren uitstekend in orde, se Tert den laat- sten laudloopersstreek en het opatoot je, dat daarvan het gevolg was, was er niets gebeurd, dat de aauwezigheid van veldwachters noodig gemaakt had. Toen juffrouw Brigor 't ontbijt op geruimd had. nam zij haar naaiwerk ter hand, zooals zij lederen dag deed, en zette zich daarmede aan het ven ster. Geheel onwillekeurig keek ze naar buiten eu bemerkte, dat de lucht betrokken was; zij trok daaruit de ge volgtrekking, dat 't zou beginnen tere genen en dan. wanneer het bleef door regenen, haar eigenwijze man door nat zou worden, want hij had geen.... Lieve hemelt Hijgend, geheel ontdaan, snelde juffrouw Brigor naar de gang. Daar stond ze, naast de andere in den daar voor bestemden porseleinen stan daard, de ongeluksparapluie mot den zilveren knop. Zilver? Of het wei zilver was Do knop was zoo vol deuken. De zijde geheel stuk en bijna overal versteld. En om zulk en kleinigheid, om zoo'n prul, dat immers in "t geheel niet meer te gebruiken was. een parapluie die «ij gisteren in den trein gevouden en mee naar huis genomen hadom zulk een kleinigheid zouden zij hun onbevlekten naam verliezen, zouden zij eerloos worden. Hoe was hot uitgekomen Zij had de parapluie immers in '1 geheel nog niet gebruikt? De rechtmatige eige naar moest dus gezien hebben, dat zij ze medegenomen had.... moest haar tot aan huis gevolgd zijn. Waarom had hij niet over dat oude ding gere clameerd Waarom moest hij hen di rect do politie, de veldwachters op 't. dak sturen en hen als dieven brand merken Het moest dus iemand zijn, die haar ijaudig gezind was.... Hoogstwaar schijnlijk.... zonder haar te kennen. Altijd en overal ziju er immers taen- schen, die uit plezier aan het kwade anderen leed aandoen. Dieven Ilaar man en zij zelf zou den dieven zijn Wie dat dacht, wie daarmede oen schandaal verwekken wilde, die had bulten den waard ge rekend. Een verstandige vrouw, die de zaken spoedig overziet, is meer waard, dari alle veldwachters. De on geluksparapluie zou den langsten tijd in huis ziju geweest. Ze zou verdwij nen en dat met eeu wonderbaarlijke snelheid Het was nu maar de zaak te over leggen, waar haar te laten. Of nog beter boe haar te vernietigen. Zou ze haar verbranden Neen, dat ging niet, de baleinen wilden niet branden. Haar begraven?.... In de rivier wer pen Neen Dat alles ging r.iet. Juffrouw Brigor begreep volkomen, dat ze niet te veel tijd met overleggen mocht laten voorbijgaan, doch dat zij zich moest haasten. Met behulp van een touw, dut zij om den hals sloeg en waarvan zij de beide einden aan den zilveren knop van het corpus delicti bevestigde, kon zij dc parapluie onder den arm houden, zonder dat men het merken Iron, en nadat ze een tamelijk grooten fietsmantel had omgedaan, verliet zij het huisje en sloeg den weg naar de rivier in. Tegen alle verwachtingen in echter had de zon de wolken verdreven. Dit speet juffrouw Brigor, want zelfs op gevaar af. dat haar man doornat ge worden zou zijn, had zij liever gezien dat een flinke stortbui de hengelaars op de vlucht had gejaagd. Overal za ten menschen met lange hengelstok ken. midden in de rivier zaten ze in booten te visschen en aan den oever, waar wel "n geschikt plaatsje te vin den was, hadden de liefhebbers van het visschen ban domicilie opgesla gen. Als eeu onschuldige wandelaar ster liep juffrouw Brigor langs den oever heen en weer, ieder oogenblik trau zij dicht aan den oever, koek in de kab belende golveu en.... hield dan rnij een klein zakmesje geopend in de onder den mantel verborgen hand doch tel kens wanneer juffrouw Brigor met het mes het touw, waarmede de para pluie wus vastgebonden, wilde door snijden, aarzelde zij, vreezende de op merkzaamheid op zich te doen vesti gen.... en g'ng verder wandelen. Na eenige oogenblikken geloofde juffrouw Brigor eindelijk een ge schikte plaat3 te hebben gevonden. Een paar honderd meters voor haar uit stond een wilgenboom, die haar wel tegen nieuwsgierige blikken be schermen zou. Doch helaasTever geefs had zij haar schredeu versneld I" De wilgenboom bad wortels, die even boven het water groeiden, on op een der grootste van deze wortels had zich een man neergezet, die kalm zijn si gaar rookie eu.... een voetbad nam. Dat is toch verschrikkelijk brom de juffrouw Br'gor, die op dat gezicht' eensklaps begon te gevoelen, dat hare ooten begonnen pijn te doen en dat deze haar nog met moeite droegen. Oh, die parapluie, die afschuwe lijke parapluie 1 Neen, er mocht komen wat er wil de Juffrouw Brigor wilde een einae aan de geschiedenis maken Rechts aan de andere zijde van den weg was een akker, waarop rapen wa ren verbouwd. Zeker en kalm liep juffrouw Brigor langs het bouwland. Zij telde een, twee, dr ie... steeds door en bij het getal 15 bij de vijt- tieudó rij rapen, dit getal had juf frouw Brigor besloten te nenren ritsch, rutsch, doorsneed hel kleine mes het touw cu de ongeluksparapluie viel tusscheu de rapen. Eeu zucht van verlichting eu juf frouw Brigor ving den terugweg aan. Ze doed moeite zich te bcheerschon en zich rustig te houden, doch hare bee- nen gehoorzaamden haar niet I Ze liep, wat zo maar loopeu kon, totdat ze haar huis had bereikt. Toen mijnheer Brigor om zeven uur thuis kwam, deed zijn vrouw voor zichtig cle deur achter hem dicht, bracht hem eerst naar hun gemeen schappelijke slaapkamer hier kon den ;e niet beluisterd worden en deelde hem zocht met trillende stem het groote nieuws mede: Vanmorgen was de veldwachter hier Juffrouw Brigor was .stellig van meening, dat haar man zich ver schrikkelijk zou opwinden, en ze wil de hem juist kalmeeren, eu vertellen, wat zij gedaan liad, toen mijnheer Bri gor tot haar groote verbazing, kalm als altijd, zijn overjas uittrok en rus tig antwoordde De veldwachter fa Ja Ik weet het. 'k lleb het reeds in de cou rant gelezenze hadden het mij we! besparen kunnen.... ben tot gezwore ne gekozen voor morgen 1 (Centr.) Rozen. Mijnheer De Morvandös was een origineel. Hij had steeds zeer afge zonderd geloefd, zich lieclemaal nret of weinig bekommerend om de reldsche dingen en zei» de belang rijkste gebeurtenissen van den dag, met filosofische kalmte, waarbij ook een weinig hoogmoed en twijfelzucht kwam, aan zich voorbij laten trek ken. Rijk, zonder familie, zeer ont wikkeld, kende hij geen andere wet dan zijn luimen en had hij zijn vol komen onafhankelijkheid tot basis van zijn bestaan gemaakt. Waarom trouw je niet? had hem eens een vriend gevraagd. Met uw naam, en vermogen kondt ge de schittereudste partijen doen. Je hebt gelijk, liad de baron met zijn onverstoorbare kalmte geant woord, aan deze mogelijkheid heb ik nog niet gedacht. Zorg er voor, vóórdat het te laat wordt Misschien.... Je hebt gelijk, ik zal de zaak eens overdenken. f.Juar de jaren gingen voorbij, hot haar van den baron begon grijs te worden, eu hij was nog altijd vrijge-1 zeL En met het ouder worden scheen zijn incnschenschuwheid nog grooter te worden. Hij had Parijs verlaten en ziclr con klein laudgoc-d gekocht in Bretagne, dicht bij Dinard en daar, waar zoifs in den herfst de zachte voorjaarsluchten heerschen, gleden zijn dagen voorbij te midden van zijn hoeken, zijn paarden en zijn honden. Van de villa, die hoog boven op een heuvel stond, tot aan de oevers van de rivier, strekten zich de wonder volste bloembedden uit. Een steeds bloeiende rozenhaag, die de bedden omgaf, was de grootste aantrekkelijk heid van de geheele streek en lokte alle badgasten tot eeu bezoek aan den prachtigen aanleg. Een zeer fijngevoelige attentie van den baron tegenover de bezoekers van zijn buitengoed had niet weinig er toe hijgedragen, den glorieschijn van het buitengewone en geheimzinnige om de menschenschuwe persoonlijkheid van den eigenaar van al deze heerlijk heden nog te versterken. Midden tusschen al de bloeiende ro zenstruiken stond een bord, waarop te lezen stond „Elke schoone vrouw heeft het recht een roos te plukken." En geen enkele ging voorbij. Ze bleven allemaal staan, lazen de aan kondiging en plukten terstond eene roos af, maar niet zonder met een snellen blik de kleur te hebben uitge kozen, die het best bij haar teint pas te. Bij een venster geleund, hoewel verborgen achter ren tuilen gordijn, dat hem gelegenheid" gaf te zien, zon der gezien te worden, amuseerde de baron zich menigen dag aari liet zich telkens herhalende schouwspel van ■ouwelijke coipietterlc. En het zonderlingste was, dat niet één der vrouwen, dio den rozentuin betrad, ook maar een oogenblik aar zelde, aan de beminnelijke uitnoodi- ging gevolg te geven. Bij allen was liet dezelfde instinctieve beweging, als tegenover een spiegel, die getuigen moest, dat zij schoon waren, schoon niettegenstaande den ouderdom, niet tegenstaande de natuur, die niet ul- tijd kwistig met het uitdeelen van bekoorlijkheden geweest was, schoon, als ze geweest waren of zijn wilden, schoon els de roos, die zich door haar liet plukken. Maar eens op een dag liet den ba ron zijn menschenkennis in den steek, liet was begin Juli, het badseizoen naderde het hoogtepunt, en dagelijks kwam een stroom van bezoekers er den met de heerlijkste kleuren en geu ren prijkeuden tuin binnen. Voor de eerste maal sedert hij zijn geheimen observatiepost had inge richt, ging een vrouw, wier gestalte slank en elegant was, de rozen voor bij, zonder er naar te kijken en ging eenige schreden verder, op een bank zitten. De heer De Morvundes was ten hoogste verbaasd. Waren de trek ken, dio de groote hoed voor hem verborg, werkelijk zoo leelijk, dat zij zelf liet wist Hij gevoelde terstond het onbehoor lijke van het opschrift en aLs gentle man wilde hij de beleediging, die hij onwetend de onbekende toegevoegd had, ongedaan maken. Verzonken in den aanblik van de ondergaande zon, hoorde zij zijne schreden niet, en de lieer De Mor- vandes kon haar ongestoord beschou wen. Zij was verblindend schoon. Goudblonde lokken omlijstten een r »:elmatig, fijn besneden gezicht. De lichte schaduw van den witten, slechts met blauw lint gegarneerden charlotten-hoed gaf aan haar teint een glans van onaangeroerde frisch- heid, en van haar geheele verschij ning ging iets onbeschrijflijk jeugdigs en bevalligs uit. Op hot aangenaamste verrast, na derde de heer De Mor vandes lang zaam, om haar niet verschrikt te maken. Hebt gij, mejuffrouw, het op schrift op het bord niet gelezen Het jonge meisje, zoo plotseling uit haar gedachten gerukt, sprong blo zond op en wilde zich verwijderen. zonder den vrager een antwoord 14 geven, toen de baron met een eerbioé dige buiging zeido Vergiffenis, mejuffrouw, dat ik u zonder mij voor te stellen aanspreek, maar ik ben de eigenaar van deze be zittingen Baron Morvundes. Wellicht hebt ge nrijn naam wel eens gehoord!' Do hoffelijke toon, het sympathieke uiterlijk van den baron namen eenigs- zina het wantrouwen van het jonge meisje weg en ze wondde zich tot heiu. O, in dat geval ben ik het, dio u mijn excuses moet aanbieden, mijn heer, dat ik het deed voorkomen, al- of uw rozen mij niet bevielen, terwjl ik ze integendeel verrukkelijk virnl. Nu, waarom hebt u ze dau uht jeplukt U is het wel vergund, - voegde hij er lacherul bij. Ze sloeg haar oogen neer en zeido openhartig ik durfde het mei goed. lie: ijs was nu gebroken, en als oude vrienden keuvelden ze samen. Langzamerhand venelde ze, dat ze als gezel.:', 'r, voor oen oude dame naar Din.-i a.is gekomen. Haar va der was op" zeer jongen leeftijd gestor ven, terwijl haar moeder slechts zeer weinig vermogen, juist voldoende 0111 van le leven, had nagelaten. Wat zou de toekomst haar brengen Het lot varr een jong, arm meisje is niet be nijdenswaardig te noemen. Ernstig gemeor.de aanzoeken kreeg zo niet, want ze was arm en ze was 10 trotsch om als speeltuig van iedereen to dienen, daarom leefde ze eenzaam en vergeten. Ze vertelde dat alios treurig en gelaten, maar toch scheen ze gelukkig iemand te hebben gevon den, die haar belangstellend aan hoorde eu voor wien ze gerust haar hart kon uitstorten, daar ze hem toch wel niet zon terugzien. Maar toch, ondanks de openhartigheid, waarmco zo dit thema behandelde, lag in den toon van haar stem een slecht ver borgen verlangen naar oen eigen te huis, dat ze met huur glimlachende bevalligheid zou hebben gesierd. Baron De Morvandes begreep na Ook, waarom ze dc rozen niet geplukt had. Wat had ze aan een schoonheid, die haar tooh slechts smart en lijden bezorgd liad. Wat gaat de tijd met praten toch spoedig onr, zei het meisje, terwijl ze opstond. Ik zai le laat komen, en mijn tante zal bezorgd worden, ik mag me wel haasten. Ik weet ook, waarom ge de ro zen niet plukken wildot? T)e baron trachtte een schertsenden toon aan te slaan, maar niettemin doortrilde een diepe aandoening zijn stem. De gsheeie rozentuin incest aan uw voeten liggen. En toen zij glimlachend protesteer _r en hem dreigde boos te zullen worden, als hij flauwe complimentjes maakte, voegde hij er aan toe Maar u staat rnij toch toe, dat da tuinman morgen een bouquet rozen aan uw tante brengt Zij reikte hem dankend de hand, en hij keek haar na, tut zij achter eeu bocht van deu weg verdwenen was. 'oen bleef hij nug lang nadenkend ■ooi' zijn rozen staan, llij vond in elk ervun iets terug van de betooveremlo onbekende, de rose-klcurige rozen hadden het doorzichtige fluweel van haar teint, dé rooden het purper ha rei* lippen, en de theerozen herinner den hem aan hel bleeko goud van beur haar. Langzaam was de nacht aangebro ken, de rozentuin hulde zich in een grijzen nevel, die alie kleuren lang zamerhand uitwischte. Hij keerde nadenkend en eenigszins slecht geluimd naar huis terug, en voor «le «eerste maal vroeg hij zich angstig af, of hij niet verkeerd ge daan had, het geluk te zoeken in egoïsme en eenzaamheid, en of het niet veel gemakkelijker was, dan hij geloofd had, urn gelukkig (e zijn. Mechanisch bekeek hij in den spie gel zijn grijze haren, eu de rimpels, dio veertig jaren hem onbarmhartig in het gezicirt gegroefd hadden, en augsiig herhaalde hij, wat de vriend hem eens gezegd had Als het maar eens op een dag niet te laat is 5 Maar den volgenden morgen liet hij een grooten ruiker van de mooiste ro zen bijeen voegen en bracht dien zelf naar het jonge meisje BESCHEIDEN. Een beroemd zanger zingt op een scirée bij een aanzienlijk man een lied, dat alie gasten tot geestdrift brengt hij iaat het echter bij één lied. De heer des huizes, wien dit grapje f 130 kost, zegt tot den kun stenaar; Misschien wilt u nog iets» toegeven? Bescheiden antwoordt de- zo: Na u, heer graaf! DAMRUBRIEK. HAARLEMSCUE DAMCLUB. Allo correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543. PROBLEEM No. 133, van Rombecke, te Rijssel. .rs - Wil Zwart Schijven op 3. 6, 7. 8, 9. 10, 14. 16, 18 22. 23, 25.» Wit Schijven op 17, 26, 30. 31, 32, 34 37, 40. 42, 43, 44, 46. 13 en 49.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 14