e
m
m
m
m
1
4»
m
1m
1
il
a
jg
m
1
0
sm
m
lil
m
jp
m
m
m
0
Robert'a droom.
Robert Dauvers was met gunstig
gevolg aan het hoofd geopereerd. Na
dat hi] eenige dagen in een chaos van
verwarde droomen buiten kennis had
gelegen, was zijn bewustzijn terugge
keerd.
Toen hij ontwaakte lag hij in een
ziekenstoel in den tuin zijner iaoodur,
waarin de eerste teekeueu van hot len
televen prjjkten.
Zoo langzamerhand kreeg hij zijn
herinnering terug en doorleefde hij
woor dien verschrikkelijken Februuri-
uucht. waarvan hem alles met boven
natuurlijke duidelijkheid voor den
geest kwam.
llij had gereisd in een coupé Ie-
klasse van den D-treia, die in dien
stikdoukeren nacht van Keulen naar
Antwerpen reed. 11 ij was ingeslapen
en droomde van een bandiet, dien
men maar ongestoord liet londloopen.
Hij was outwaakt en had toen plotse
ling den man van wien hij zooev
droomde voor zich gezieu, staande in
de gang van de coupé. De ander had
hem spotlachend aangezien. Hevig
ontsteld was Robert gaan slaan.
U en ik zijn dozen nacht de eeni
ge passagiers in dezen waggon, hod
de man gezegd. Ik heb alles doorzocht
en vond alleen u in den slaap des
rechtvaardigen, liet is heerlijk, niet
waar, zulk een slaap te kunnen sla
pen.
Weet u wel, dat ik naar bloed
dorst, naar uw bloed, liet Duuvcra,
knersend op zijn tanden, daarop vol
gen. Ue hebt oen gozm ongelukkig ge
maakt. Geluk en vrede heerschten
voordat gij uw vervloekten voet daar
ovor den drempel bobt gezet. Wat een
tooval, dat ge mij uu juist in handen
moot vallen.
Och kom, Dauvers, ge spot
slechts, zeidc Fuisel lachend. Uw hee-
le familie lijkt wel te bestaan uit zul
ke spotvogels eu dun is daarvan uwe
zuster wel de ergste. Zij....
Ais een tijger sprong Dauvers op
Fuisel, zijne vingers kleurden zich om
zijn hals. Een korte, muar verwoede
strijd volgde. Derde mautieii worstel
den op den vloer. Dauvers lag boven
en kneep met eeu ongekende woest
heid en kracht de keel dicht van zijn
slachtoffer.
Hij zag de uitpuilende oogen en de
uitgestoken tong. Hij gevoelde hoe 't
lichaam van den ander zich wrong en
kronkelde, hij hoorde een roclroicud
geluid. Plotseling was het stil dood
dood stil
Mijne zuster is door jouw t'.e-
doen grafwaarts gedragen, daar
om zal jij moeten sterven door mijne
hand, zeide hij wreed.
Hij stond op ei» rekte zich .:!s
iemand, die een \oldaau gevoel heeft,
kalm uit. Een gevoel vuu vreugde tin
telde door zijne aderen er was im
mers een schurk minder op de wereld
en bovendien zijne zuster was ge
wroken.
Dauvers genoot een eigenaardige
rust- Hij gevoelde zich als door opium
bedwelmd. Slechts eene enkele maal,
wauueer hij aan zijn goede moeder,
een weduwe, dacht, werd hij bang,
doch dat duurde don ook maar een
uaar minuten. Het was hern of hij
plotseling in de lucht zweefde, Ter-
uauiveruood herinnerde hij zich dan
hoe de wanden beefden en de vensters
rinkelden, hoe de vlammen alles
dreigden ie vernielen enver
der wist hij Diets, tol op het oogeu-
blik. dat hij zich in den tuin zijner
moeder bevond.
Eén gedachte bezielde hem steeds,
wanneer hij over deze verschï ikkciij-
ko zaak nadacht, n.l. door het spoor
wegongeluk zou zijne daad. uimmor
kunnen worden ontdekt. Zijn moedor
zou nooit de waarheid vernemen.
Mocht de wroeging voor hem zijn lo
ven lang een bijna ondragelijke last
zijn, het strekte hein toch lot troost,
dat zijn moeder gespaard werd voor
de wetenschap dal haar zoon, natiën
dood van haar dochter, haar eenig
kind. een moordenaar was.
Teen Dauvers opzag trokken de
bloeiende takken van een appelboom
zijn aandacht, en hij bemerkte, dat
daaronder eeu aardig meisje zat, dat
in een boek bladerde. Ze droeg een
witte nauw-aansluitende japon, die
haar mooie vormen prachtig deed uit
komen.
In hour haar had zij een paar bloe
sems van den appelboom gestoken.
liet aanschouwen van dit meisje
verdrong voor een oogenblik alle un-
dere gedachten on hij begon zich op
geruimd te gevoelen.
Zij klapte haar hoek dicht, keek op
naar horloge in haar armband, stond
daarna op en verdween in de richting
van het huis. Toen Dauvers haar niet
meer zag, overviel hem een eigenaar
dig gevoel van verlatenheid. Wie was
dat meisje Waar w as zijne moeder
Wie sou het hem kunnen zeggen
Och. er waren zoo vele vragen, die hij
zijne moeder wilde stellen en ook zoo
vele, die hij niet durfde te doen.
Dc lente was or nu al, alles wees er
op. Februari was het, toen het onge
luk gebeurde. Wat was cr al niet ge
schied In die vele dage;:, die er tus-
sciien het toen en bet heden lagen
Waarom liet uien hem hier alleen?
11a Idan kwam eindelijk zijn
moeder.
Maar hoe vermoeid zog zij er uit.
Toen hij echter dut eene woord „moe
der'' riep, klaarde haar gezicht op
alsof op eens alle zorgen van huur
hart waren afgewenteld.
De dokter had hjar gezegd, dat
haar zoon weer geheel genezen zou cu
nu reeds had hij „moeder" goroepen.
Hij had haai uus herkond l
Geheel opgemonterd liep zij op hem
toe, de tranen die van vreugde over
haar wangen gleden, drootjde ze af
eu hartelijk arukte zij hare lippen op
die van bnrcu zoon.
Lieveling, fluisterde zij. Jij bent
mij weergegeven. Ik hod zonder jou
puk niet kunnen leven en Rob, juist
up den dag van jou ongeluk is ons
leed verzacht, want Fuisel is dood.
Ja, dat weet ik, antwoordde hij,
het gelaat van baar afwendend. En
nu, beste Rob, zeide zij vol moed, wij
zullen nu niet meer over hem spreken,
wij zullen nu in 't vervolg alleen voor
elkander leven.
-- Neen, we zullen niet meer over
lieru spreken, zeide hij, bij zich zelf
donkend Het spoorwegongeluk heeft
het geheim begraven. De hemel gove
dat het steeds besraven blijft.
Moeder, zeide hl] na een sort
zwijgen, wat was dat voor oen meis
je daar zooeven onder den appel
boom?
Heb iij haar al gezien 1 De domi-
ué noemt huar jouw beschermengel.
Zij heeft je helpen verplegen. Hoeveel
zij reeds voor jouw gedaan heeft, zal
je wel nooit vernemen.
Is zij dan een verpleegster? Zij
lijkt nog zoo jong, antwoordde hij.
Neen. De verpleegster is vandaag
weggegaan. Wij dachten, dat het jo
aangenamer zou zijn ons alleen orn je
te hebben. Maar Lijske heeft meer dan
een verpleegster voor je gedaan, zei
mevrouw Dauvers. Zij is de dochter
van mijne oude vriendin Sarah Far-
lane. <iic een officier trouwde en naar
Indië dnz. Lijske zal een jaar bij mij
blijven. Zij is eon lief, aanvallig meis
je. Zij was tijdens jouw ziekte mijn
troost, miin hoop.
Na een kleine pauze vroeg Rob
wie heeft u mijn ongeluk verteld en
hue beu ik naar huis gebracht
Mijn beste jongen, daarover zul
len wij pralon als jo geheel beter bent,
nu nog niet.
Het is r> zoo kort geloden, dat je
geopereerd bent, doe nu voorloopig ul-
leen maar je best om sterker te wor
den. Je hebt zooveel belangstelling on
dervonden eu ai nheer Alherton svas
bijna dagelijks uier om naar je toe
stand te informeeren. Hoe prettig zal
hij het viatica j.; weer te zien. Maar
wacht, ik zul uadelijk wat bouillon
voor je haieu.
Arme, beste moeder, zuchtte hij,
hoeveel angsten zult gij door mij nu
weer hebben moeten uitslaan.
.Ta, ja, maar nu is alles weer
voorbij, antwoordde zij opgeruimd en
verwijderde zich in de richting van
het huis.
Dauvers was weer alleen en wéér
dacht trii aan zijn verleden. Hij her
innerde zich, hoo hij. direct na hel
plegen van het feit beslotou had voor-
zijn afschuwelijke daad te hoeten- Nu
bleef zijn moeder voor de schande be
waard hoe verheugde hij zich, dat
hij zich in zijn koortsachtig droomen
zelf niet had \«rraden. Lag het alleen
aan hem. dan was het voor hem eeu
heerlijke voldoeniug geweest zich zelf
bij de politie aan te melden en te zeg
gen ..Mimhcer l-'uisel hc-ett zijn le
ven :uet verloren bij liet spoorwegon
geluk neen, ik, Robert Dauvers, heb
hem uil wraak vermoord."
Toevallig, maar gelukkig tevens,
werd hij in dezeu gedachtengang ge
stoord door de komst van Lijske, dio
een kop bouillon bracht. Toen zij
dichterbij kwam, zag hij, dat haai'
oogen straalden en dut zij mooi don
ker haar en donkere wenkbrauwen
had Zij lachte eventjes, bloosde toen
tiij tiaar flink aankeek.
Moeder vertelde me zooeven, hoe
goed en lief u voor mij geweest bent,
zeide hij. Ik zou u daarvoor gaarne
witten bedanken, maar kan geen
wooidcn vmdcu.
Octi toe. laat u dat toch, zeide zij
met eon afwerend gebaar. Maar och,
ik ben zoo blij. dat u al weer Z90 ver
genezen bent.
Zij hield den kop met bouillon aan
zijn lippen on door een plotselinge in
geving bevangen, kuste hij haar hand.
Is u bang voor me vroeg hij ein
delijk. toen hij zag hoe zij bloosde.
Hoo zou ik bang voor u kunnen
zijn, antwoordde zij zacht, ik, die u
zoo heb zien lijden en mij uu zoo in
uw beterschap verheug. Wij uwe
moeder en ik wij waren too bang
Dat ik niet meer beter zou wor
den, hè
Dat 11 ons niet meer zoudt ken
nen, zeide zij. en hij gevoelde hoe zij
beefde
Toe, drink den kop uit, zeide zij
bevelend, en hij gehoorzaamde.
En nadat hij gedronken had zeide
hij
U komt mij heeiemaal niet
vreemd voor, het is alsof ik u reeds
lang ken. Waarom wuart ge zoo ver
van mij af, toen ik ontwaakte?
- Ja. ziet u, antwoordde zij be
deesd, de dokter zei 111e, dat ge uw be
wustzijn zoudt terugkrijgen en nu
dacht ik. dat liet dan voor u niet aan
genaam zou wezen een geheel vreemd
meisje zoo in eens In uwe onmiddel
lijke nabijheid te zien.
Was hei vroeger iemand anders
onaangenaam in uwe omgeving te
zijn
O, dat weet ik niet, ik heb daar
over nooit gedr
U zei toch, dal het rnij niet aan
genaam zou zijn geweest.
Hij^hemerkte hoe zij bloosde, wat
haar lief stond.
Wanneer u wistzei hij
somber.
U voelt 11 op 't oogenblik weer niet
zoo goed, neem mij niet kwalijk, dat
ik zoo lang met u gesproken heb.
Laat u me maar een paar minu
ten alleen, dan zal het wel weer be
ter worden, zeide hij zacht.
Zij stond op en ging.
Hij zag haar rijzige gestalte eu be
merkte hoe zijn hart klopte. Hij be
minde hnnr, dnt gevoelde hij nu
reeds, maar de gedachte aan de liefde
was hem onaangenaam. Hij leed ver
schrikkelijk iu dit kwartiertje. Zijne
daad, ook al zou zij nooit ruchtbaar
worden, zou de poorten van dit lief-
des-paradijs toch voor altijd voor
hem gesloten houden. Hij gevoelde,
hoe zijne moeder iu huar waarachti
ge liefde hem dezeu besclieicneuget
gaarne toedacht eo hij doorzag baat-
goed in elkaar gezet plauoch
als het zoo eens had kunnen wor
den i
Dauvers, ouwe beste jongen, dat
is fameus hoor.
Dauvers had in zijn zwaarmoedig
gepeins in liet geheel niet de komst
van den predikant gemerkt.
llij schrok toen hij den domino
hoorde.
Ik dank u, waarde heer Alherton
zeide bij, zijne krachten inspan
nende, ik hoop, dat ik nu woor ge
heel zai genezen. Ik hoorde, dat u
steeds zoo'n belangstelling 111 mij ge
toond hebt, ik dank u daarvoor.
laat dat, zeide de goede
oude man, ik heb u echter niet
eenmaal mogen zien, die kleine juf
frouw Lijske het niemand toe. Zij is
een uitstekende verpleegster, een be
tere hadl u moeilijk kunnen krijgen.
Zonder haar was uw moeder rade
loos geweesL Zoo spoedig u kunt,
moet u alies met haar goedmaken,
maar juffrouw Lijske rnoel dat ook
doen met u.
De dominé knikte vergenoegd met
ae oogeo. steer dan eens had hij on
dervonden, dat eene aardige ver
pleegster zich met een patiënt ver
loofde en het was hem ondenkbaar,
dat een flinke man als Robert Dau
vers aan deze verleiding weerstand
zou kunnen bieden.
Dauvers knikte ook, maar droef
geestig. Hij had slechts een wensch,
namelijk om zijn ongelukkige geschie
denis aan oen dominé te vertellen,
doch de gedachte aan zijn moeder
weerhield hem.
Alherton vermoedde och ter niets
van den in wend i gen strijd, dien zijn
Jonge vriend streed, en kalm praatte
hij maar verder.
Uwe moeder zal u wel verteld
hebben, dat Hendrik Fuisel bij dat
spoorwegongeluk om het leven is ge
komen
Ja. ze vertelde het mij.
Hij verdronk, geloof ik, op den
zelfden tijd, 200 vervolgde de do
miné. Ik zag hem vijf minuten
voordat hij in de rivier reed in een
dolle vaart in zijn automobiel voorbij
mijn pastorie rijden.
Dauvers vloog overeind.
Was lrij dan niet bij het spoor
wegongeluk. dat ik in België heb
meegemaakt stamolde hij.
Neen, mijn jongen, zeide de
dominé. hoe kon dat? Hij is im
mers denzelfden nacht verdronken.
Maar wie waren dan de an
dere reizigers In mijn waggon
vroeg Dauvers opgewonden!"
De dominé keek hem verwonderd
aan.
Je waart de eenige reiziger in
dien waggon en niemand heeft bij het
ongeluk zijn leven verloren.
Robert begon te weenen.
Ik dacht, dat ik hem vermoord
had. Ik dacht, dut hij eu ik alleen in
den waggon waren, dat ik item ge
worgd had.
Niets dan een droom, mijn jon
gen, antwoordde de dominé vrien
delijk. Toen je je bewustzijn terug
kreeg, heb je je een deel van je ijlen
herinnerd en je dacht dat het waar-'
lieivl was.
Ik was steeds in de meening....
Slil nu maar, ik geloof, dat je op
den besten weg bont, om een hemel
op aarde te krijgen, vervolgde de
dominé, daar komt zij met je
moeder.
Geef mij tot steun uw arm,
waarde heer, zeide hij, ik wil
haar zelf tegemoet gaan.
Dat is een belofte voor de toe
komst. zeide do dominé lachend.
Eu die belofte is vervuld.
C,Pr. Gr. Ct")
De Parepluir.
De Brigors leefden nis eenvoudige,
bescheiden lieden ,die zich van de ge
noegens der groove wereld niets aan
trokken, in hun klein, van rooden
baksteen gebouwd huisje, dat schil
derachtig gelegen was aan oever der
Marne.
Do Brigors hadden geen zorgen en
leefden zeer behaaglijk van de drie
honderd francs in de maand, die Brl-
gor als kassier aan een Parijsche ban
kierszaak verdiende juffrouw Brigor
rgde voor de huishouding en daar
ze geen kinderen lmdden, kouden ze
nog een heel aardig sommetje overleg
gen zonder zich in iets te beperken.
Overal werden ze beschouwd ais goe
de. rechtschapen menscheu, overal
waren ze gezien en geacht.
Op een morgen ongeveer tien uur,
toen juffrouw Brigor van de markt te-
ry'gkwam en den sleutel in de huis
deur stak. opende een buurvrouw
haar deur en riep haar toe
- Juffrouw Brigor.... zoo juist was
de veldwachter hier, die naar u ge
vraagd heeft.
De veldwachter Naar mij
antwoordde juffrouw Brigor lachend.
Ja, naar u of naar mijnheer Bri
gor Dat weet ik niet precies... hij
heeft gebeld en nog eens gebeld, alsot
liet huis in brand stond.
Zoo.... zooNu, wanneer hij
iets van ons hebben moet, zal hij wel
terugkomenIk dank u voor de me-
dedeeling. Juffrouw Brigor ging in
huis, bracht de inkoopen op hun
plaats en maakte daarna haar tweede
ontbijt klaar. Ze zette zich hiertnoae
aan de keukentafel, daar ze het niet
noodig achtte voor zicii alleen in de
eetkamer te dekken. Dat gebeurde al
leen des Zondags en op andere feest
dagen. wanneer mijnheer Brigor
thuis was.
Terwijl zij zitten ging, kwam het
haar weer in den zin dus do veld
wachter was er geweest.... nu, werke
lijk, het giug haar niets aan. Haar
man en zij zelf, ze hadden beiden met
het gerecht en alles wat daarmede in
verbund stond, niet het geringste te
maken.
Doch het was vreemd; toen juffrouw
Brigor beeon te eten, had ze niet de
minste onbehaaglijkheid gevoeld ook
nu gevoelde ze er nog geene
Dikwijls is het echter alsof alles sa
men spant om iemand den eetlust te
bederven.... Zoo was het ook nu het
mes was geheel stomphet was pre
cies alsof men met een sabelsche&cio
het brood omhakte. En het koude
vieesch had een eigenaardigon smaak,
juist alsof hot met metaal in aanra
king geweest was, met metalen krroo-
pen, die pas gepoetst zijn. De salade
was taai als leder en dan de koffie....
kuif ie van 15 francs het pond.... welke
volgens alle regelen der kunst bereid
was.... Hoe die smaakte I Alsof ze met
hi ecu schoone kan, maar in een
ouden hoed,... in een helm gefiltreerd
was.
Sabelscheede en helm 1 Leder eu me
talen knoopen L... Wat weerga had de
eldwacliter eigenlijk willen doen'?
Brigor betaalde zijn belastingen
prompt, zijn mllitiepapioren waren
uitstekend in orde, se Tert den laat-
sten laudloopersstreek en het opatoot
je, dat daarvan het gevolg was, was
er niets gebeurd, dat de aauwezigheid
van veldwachters noodig gemaakt
had.
Toen juffrouw Brigor 't ontbijt op
geruimd had. nam zij haar naaiwerk
ter hand, zooals zij lederen dag deed,
en zette zich daarmede aan het ven
ster. Geheel onwillekeurig keek ze
naar buiten eu bemerkte, dat de lucht
betrokken was; zij trok daaruit de ge
volgtrekking, dat 't zou beginnen tere
genen en dan. wanneer het bleef door
regenen, haar eigenwijze man door
nat zou worden, want hij had geen....
Lieve hemelt
Hijgend, geheel ontdaan, snelde
juffrouw Brigor naar de gang. Daar
stond ze, naast de andere in den daar
voor bestemden porseleinen stan
daard, de ongeluksparapluie mot den
zilveren knop. Zilver?
Of het wei zilver was Do knop was
zoo vol deuken. De zijde geheel stuk
en bijna overal versteld.
En om zulk en kleinigheid, om zoo'n
prul, dat immers in "t geheel niet
meer te gebruiken was. een parapluie
die «ij gisteren in den trein gevouden
en mee naar huis genomen hadom
zulk een kleinigheid zouden zij hun
onbevlekten naam verliezen, zouden
zij eerloos worden.
Hoe was hot uitgekomen Zij had
de parapluie immers in '1 geheel nog
niet gebruikt? De rechtmatige eige
naar moest dus gezien hebben, dat zij
ze medegenomen had.... moest haar
tot aan huis gevolgd zijn. Waarom
had hij niet over dat oude ding gere
clameerd Waarom moest hij hen di
rect do politie, de veldwachters op 't.
dak sturen en hen als dieven brand
merken
Het moest dus iemand zijn, die haar
ijaudig gezind was.... Hoogstwaar
schijnlijk.... zonder haar te kennen.
Altijd en overal ziju er immers taen-
schen, die uit plezier aan het kwade
anderen leed aandoen.
Dieven Ilaar man en zij zelf zou
den dieven zijn Wie dat dacht, wie
daarmede oen schandaal verwekken
wilde, die had bulten den waard ge
rekend. Een verstandige vrouw, die
de zaken spoedig overziet, is meer
waard, dari alle veldwachters. De on
geluksparapluie zou den langsten tijd
in huis ziju geweest. Ze zou verdwij
nen en dat met eeu wonderbaarlijke
snelheid
Het was nu maar de zaak te over
leggen, waar haar te laten. Of nog
beter boe haar te vernietigen. Zou ze
haar verbranden Neen, dat ging niet,
de baleinen wilden niet branden.
Haar begraven?.... In de rivier wer
pen Neen Dat alles ging r.iet.
Juffrouw Brigor begreep volkomen,
dat ze niet te veel tijd met overleggen
mocht laten voorbijgaan, doch dat zij
zich moest haasten. Met behulp van
een touw, dut zij om den hals sloeg en
waarvan zij de beide einden aan den
zilveren knop van het corpus delicti
bevestigde, kon zij dc parapluie onder
den arm houden, zonder dat men het
merken Iron, en nadat ze een tamelijk
grooten fietsmantel had omgedaan,
verliet zij het huisje en sloeg den weg
naar de rivier in.
Tegen alle verwachtingen in echter
had de zon de wolken verdreven. Dit
speet juffrouw Brigor, want zelfs op
gevaar af. dat haar man doornat ge
worden zou zijn, had zij liever gezien
dat een flinke stortbui de hengelaars
op de vlucht had gejaagd. Overal za
ten menschen met lange hengelstok
ken. midden in de rivier zaten ze in
booten te visschen en aan den oever,
waar wel "n geschikt plaatsje te vin
den was, hadden de liefhebbers van
het visschen ban domicilie opgesla
gen.
Als eeu onschuldige wandelaar ster
liep juffrouw Brigor langs den oever
heen en weer, ieder oogenblik trau zij
dicht aan den oever, koek in de kab
belende golveu en.... hield dan rnij een
klein zakmesje geopend in de onder
den mantel verborgen hand doch tel
kens wanneer juffrouw Brigor met
het mes het touw, waarmede de para
pluie wus vastgebonden, wilde door
snijden, aarzelde zij, vreezende de op
merkzaamheid op zich te doen vesti
gen.... en g'ng verder wandelen.
Na eenige oogenblikken geloofde
juffrouw Brigor eindelijk een ge
schikte plaat3 te hebben gevonden.
Een paar honderd meters voor haar
uit stond een wilgenboom, die haar
wel tegen nieuwsgierige blikken be
schermen zou. Doch helaasTever
geefs had zij haar schredeu versneld I"
De wilgenboom bad wortels, die even
boven het water groeiden, on op een
der grootste van deze wortels had zich
een man neergezet, die kalm zijn si
gaar rookie eu.... een voetbad nam.
Dat is toch verschrikkelijk brom
de juffrouw Br'gor, die op dat gezicht'
eensklaps begon te gevoelen, dat hare
ooten begonnen pijn te doen en dat
deze haar nog met moeite droegen.
Oh, die parapluie, die afschuwe
lijke parapluie 1
Neen, er mocht komen wat er wil
de Juffrouw Brigor wilde een einae
aan de geschiedenis maken
Rechts aan de andere zijde van den
weg was een akker, waarop rapen wa
ren verbouwd. Zeker en kalm liep
juffrouw Brigor langs het bouwland.
Zij telde een, twee, dr ie... steeds
door en bij het getal 15 bij de vijt-
tieudó rij rapen, dit getal had juf
frouw Brigor besloten te nenren
ritsch, rutsch, doorsneed hel kleine
mes het touw cu de ongeluksparapluie
viel tusscheu de rapen.
Eeu zucht van verlichting eu juf
frouw Brigor ving den terugweg aan.
Ze doed moeite zich te bcheerschon en
zich rustig te houden, doch hare bee-
nen gehoorzaamden haar niet I Ze
liep, wat zo maar loopeu kon, totdat
ze haar huis had bereikt.
Toen mijnheer Brigor om zeven uur
thuis kwam, deed zijn vrouw voor
zichtig cle deur achter hem dicht,
bracht hem eerst naar hun gemeen
schappelijke slaapkamer hier kon
den ;e niet beluisterd worden en
deelde hem zocht met trillende stem
het groote nieuws mede:
Vanmorgen was de veldwachter
hier Juffrouw Brigor was .stellig van
meening, dat haar man zich ver
schrikkelijk zou opwinden, en ze wil
de hem juist kalmeeren, eu vertellen,
wat zij gedaan liad, toen mijnheer Bri
gor tot haar groote verbazing, kalm
als altijd, zijn overjas uittrok en rus
tig antwoordde
De veldwachter fa Ja Ik
weet het. 'k lleb het reeds in de cou
rant gelezenze hadden het mij we!
besparen kunnen.... ben tot gezwore
ne gekozen voor morgen 1
(Centr.)
Rozen.
Mijnheer De Morvandös was een
origineel. Hij had steeds zeer afge
zonderd geloefd, zich lieclemaal nret
of weinig bekommerend om de
reldsche dingen en zei» de belang
rijkste gebeurtenissen van den dag,
met filosofische kalmte, waarbij ook
een weinig hoogmoed en twijfelzucht
kwam, aan zich voorbij laten trek
ken. Rijk, zonder familie, zeer ont
wikkeld, kende hij geen andere wet
dan zijn luimen en had hij zijn vol
komen onafhankelijkheid tot basis
van zijn bestaan gemaakt.
Waarom trouw je niet? had
hem eens een vriend gevraagd. Met
uw naam, en vermogen kondt ge de
schittereudste partijen doen.
Je hebt gelijk, liad de baron
met zijn onverstoorbare kalmte geant
woord, aan deze mogelijkheid heb
ik nog niet gedacht.
Zorg er voor, vóórdat het te laat
wordt
Misschien.... Je hebt gelijk, ik
zal de zaak eens overdenken.
f.Juar de jaren gingen voorbij, hot
haar van den baron begon grijs te
worden, eu hij was nog altijd vrijge-1
zeL En met het ouder worden scheen
zijn incnschenschuwheid nog grooter
te worden. Hij had Parijs verlaten
en ziclr con klein laudgoc-d gekocht in
Bretagne, dicht bij Dinard en daar,
waar zoifs in den herfst de zachte
voorjaarsluchten heerschen, gleden
zijn dagen voorbij te midden van zijn
hoeken, zijn paarden en zijn honden.
Van de villa, die hoog boven op een
heuvel stond, tot aan de oevers van
de rivier, strekten zich de wonder
volste bloembedden uit. Een steeds
bloeiende rozenhaag, die de bedden
omgaf, was de grootste aantrekkelijk
heid van de geheele streek en lokte
alle badgasten tot eeu bezoek aan den
prachtigen aanleg.
Een zeer fijngevoelige attentie van
den baron tegenover de bezoekers van
zijn buitengoed had niet weinig er toe
hijgedragen, den glorieschijn van het
buitengewone en geheimzinnige om
de menschenschuwe persoonlijkheid
van den eigenaar van al deze heerlijk
heden nog te versterken.
Midden tusschen al de bloeiende ro
zenstruiken stond een bord, waarop
te lezen stond „Elke schoone vrouw
heeft het recht een roos te plukken."
En geen enkele ging voorbij. Ze
bleven allemaal staan, lazen de aan
kondiging en plukten terstond eene
roos af, maar niet zonder met een
snellen blik de kleur te hebben uitge
kozen, die het best bij haar teint pas
te. Bij een venster geleund, hoewel
verborgen achter ren tuilen gordijn,
dat hem gelegenheid" gaf te zien, zon
der gezien te worden, amuseerde de
baron zich menigen dag aari liet zich
telkens herhalende schouwspel van
■ouwelijke coipietterlc.
En het zonderlingste was, dat niet
één der vrouwen, dio den rozentuin
betrad, ook maar een oogenblik aar
zelde, aan de beminnelijke uitnoodi-
ging gevolg te geven. Bij allen was
liet dezelfde instinctieve beweging, als
tegenover een spiegel, die getuigen
moest, dat zij schoon waren, schoon
niettegenstaande den ouderdom, niet
tegenstaande de natuur, die niet ul-
tijd kwistig met het uitdeelen van
bekoorlijkheden geweest was,
schoon, als ze geweest waren of zijn
wilden, schoon els de roos, die zich
door haar liet plukken.
Maar eens op een dag liet den ba
ron zijn menschenkennis in den steek,
liet was begin Juli, het badseizoen
naderde het hoogtepunt, en dagelijks
kwam een stroom van bezoekers er
den met de heerlijkste kleuren en geu
ren prijkeuden tuin binnen.
Voor de eerste maal sedert hij zijn
geheimen observatiepost had inge
richt, ging een vrouw, wier gestalte
slank en elegant was, de rozen voor
bij, zonder er naar te kijken en ging
eenige schreden verder, op een bank
zitten. De heer De Morvundes was
ten hoogste verbaasd. Waren de trek
ken, dio de groote hoed voor hem
verborg, werkelijk zoo leelijk, dat zij
zelf liet wist
Hij gevoelde terstond het onbehoor
lijke van het opschrift en aLs gentle
man wilde hij de beleediging, die hij
onwetend de onbekende toegevoegd
had, ongedaan maken.
Verzonken in den aanblik van de
ondergaande zon, hoorde zij zijne
schreden niet, en de lieer De Mor-
vandes kon haar ongestoord beschou
wen. Zij was verblindend schoon.
Goudblonde lokken omlijstten een
r »:elmatig, fijn besneden gezicht. De
lichte schaduw van den witten,
slechts met blauw lint gegarneerden
charlotten-hoed gaf aan haar teint
een glans van onaangeroerde frisch-
heid, en van haar geheele verschij
ning ging iets onbeschrijflijk jeugdigs
en bevalligs uit.
Op hot aangenaamste verrast, na
derde de heer De Mor vandes lang
zaam, om haar niet verschrikt te
maken.
Hebt gij, mejuffrouw, het op
schrift op het bord niet gelezen
Het jonge meisje, zoo plotseling uit
haar gedachten gerukt, sprong blo
zond op en wilde zich verwijderen.
zonder den vrager een antwoord 14
geven, toen de baron met een eerbioé
dige buiging zeido
Vergiffenis, mejuffrouw, dat ik u
zonder mij voor te stellen aanspreek,
maar ik ben de eigenaar van deze be
zittingen Baron Morvundes. Wellicht
hebt ge nrijn naam wel eens gehoord!'
Do hoffelijke toon, het sympathieke
uiterlijk van den baron namen eenigs-
zina het wantrouwen van het jonge
meisje weg en ze wondde zich tot
heiu.
O, in dat geval ben ik het, dio u
mijn excuses moet aanbieden, mijn
heer, dat ik het deed voorkomen, al-
of uw rozen mij niet bevielen, terwjl
ik ze integendeel verrukkelijk virnl.
Nu, waarom hebt u ze dau uht
jeplukt U is het wel vergund, -
voegde hij er lacherul bij.
Ze sloeg haar oogen neer en zeido
openhartig
ik durfde het mei goed.
lie: ijs was nu gebroken, en als
oude vrienden keuvelden ze samen.
Langzamerhand venelde ze, dat ze
als gezel.:', 'r, voor oen oude dame
naar Din.-i a.is gekomen. Haar va
der was op" zeer jongen leeftijd gestor
ven, terwijl haar moeder slechts zeer
weinig vermogen, juist voldoende 0111
van le leven, had nagelaten. Wat zou
de toekomst haar brengen Het lot
varr een jong, arm meisje is niet be
nijdenswaardig te noemen. Ernstig
gemeor.de aanzoeken kreeg zo niet,
want ze was arm en ze was 10
trotsch om als speeltuig van iedereen
to dienen, daarom leefde ze eenzaam
en vergeten. Ze vertelde dat alios
treurig en gelaten, maar toch scheen
ze gelukkig iemand te hebben gevon
den, die haar belangstellend aan
hoorde eu voor wien ze gerust haar
hart kon uitstorten, daar ze hem toch
wel niet zon terugzien. Maar toch,
ondanks de openhartigheid, waarmco
zo dit thema behandelde, lag in den
toon van haar stem een slecht ver
borgen verlangen naar oen eigen te
huis, dat ze met huur glimlachende
bevalligheid zou hebben gesierd.
Baron De Morvandes begreep na
Ook, waarom ze dc rozen niet geplukt
had. Wat had ze aan een schoonheid,
die haar tooh slechts smart en lijden
bezorgd liad.
Wat gaat de tijd met praten toch
spoedig onr, zei het meisje, terwijl
ze opstond. Ik zai le laat komen,
en mijn tante zal bezorgd worden, ik
mag me wel haasten.
Ik weet ook, waarom ge de ro
zen niet plukken wildot?
T)e baron trachtte een schertsenden
toon aan te slaan, maar niettemin
doortrilde een diepe aandoening zijn
stem.
De gsheeie rozentuin incest aan
uw voeten liggen.
En toen zij glimlachend protesteer
_r en hem dreigde boos te zullen
worden, als hij flauwe complimentjes
maakte, voegde hij er aan toe
Maar u staat rnij toch toe, dat da
tuinman morgen een bouquet rozen
aan uw tante brengt
Zij reikte hem dankend de hand, en
hij keek haar na, tut zij achter eeu
bocht van deu weg verdwenen was.
'oen bleef hij nug lang nadenkend
■ooi' zijn rozen staan, llij vond in elk
ervun iets terug van de betooveremlo
onbekende, de rose-klcurige rozen
hadden het doorzichtige fluweel van
haar teint, dé rooden het purper ha
rei* lippen, en de theerozen herinner
den hem aan hel bleeko goud van
beur haar.
Langzaam was de nacht aangebro
ken, de rozentuin hulde zich in een
grijzen nevel, die alie kleuren lang
zamerhand uitwischte.
Hij keerde nadenkend en eenigszins
slecht geluimd naar huis terug, en
voor «le «eerste maal vroeg hij zich
angstig af, of hij niet verkeerd ge
daan had, het geluk te zoeken in
egoïsme en eenzaamheid, en of het
niet veel gemakkelijker was, dan hij
geloofd had, urn gelukkig (e zijn.
Mechanisch bekeek hij in den spie
gel zijn grijze haren, eu de rimpels,
dio veertig jaren hem onbarmhartig
in het gezicirt gegroefd hadden, en
augsiig herhaalde hij, wat de vriend
hem eens gezegd had
Als het maar eens op een dag
niet te laat is 5
Maar den volgenden morgen liet hij
een grooten ruiker van de mooiste ro
zen bijeen voegen en bracht dien zelf
naar het jonge meisje
BESCHEIDEN.
Een beroemd zanger zingt op een
scirée bij een aanzienlijk man een
lied, dat alie gasten tot geestdrift
brengt hij iaat het echter bij één
lied. De heer des huizes, wien dit
grapje f 130 kost, zegt tot den kun
stenaar; Misschien wilt u nog iets»
toegeven? Bescheiden antwoordt de-
zo: Na u, heer graaf!
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCUE DAMCLUB.
Allo correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat
34. Telephoon 1543.
PROBLEEM No. 133,
van
Rombecke, te Rijssel.
.rs
-
Wil
Zwart Schijven op 3. 6, 7. 8, 9. 10, 14. 16, 18 22. 23, 25.»
Wit Schijven op 17, 26, 30. 31, 32, 34 37, 40. 42, 43, 44, 46. 13 en 49.