L
1.
JS
1
m
m
a
M
m
m
m
m
m
9
fi
f 1
I 48
De twee broeders.
i-iuiigoise, de dienstmaagd vau
Jean Chaumereuil, was nauwelijks
van de markt teruggekeerd, of zij
zette haastig haar mandje uiet inkoo-
pen neder, stormde de trappen op en
zonder kloppen de kamer van haar
meester openende, riep zij
O. mijnheer weel ge het reeds 1
Men heeft den ouden Matthias van
nacht trachten ,e vermoorden
Vader Matthias
Ja, mijnheer. Hij is bijna dood...
liij heeft vier messteken in den rug
gekregen, maar het mes is op de
beenderen afgestuit en de dokter
zegt, dat hij uiet zal sterven. Hij is
echter geheel huilen kennis en hel
schijnt, dat hij aanhoudend uw naain
noemtof wei dien van uw broe
der...althans in zijn ijlkoorts her
haalt hij steeds Chaumereuil! Chau-
mereuil
Wat zegt ge daar, Frangoise I
zei Jean, plotseling verbleekende.
Ik zeg, wat ik gehoord heb, meer
niet en bovendien is het beter, dan
dat hij in het geheel niets meer zegt
Men zegt ook nog, dat ge een toove-
naar zijt en met de zwarte kunst om
gaat
Goed, goed, Frangoise, haal mijn
overjas en mijn wandelstok, ik zal
zelf eens gaan zien.
En terwijl de meid de verlangde
voorwerpen ging halen, opende Jean
Chaumereuil een geheime lade van
zijn bureau, haalde er een bundel
papieren en bankbiljetten uit, dien
hij in zijn zak stak en ging heen. Hij
ontmoette de meid in de gang, nam
hgty de overjas van den arm en ter
wijl hij zijn jas aantrok, ging hij de
deur uit.
IL
Jean en Joseph Chaumereuil, de
twee Siameezen, zooals men hen
noemde, waren tweelingbroeders, en
geleken zoo treffend op elkander, dat
zij op het eerste gezicht slechts te on
derkennen waren aan het verschil
hunner kleeding. Hat hun karakter
aangaat, verschilden zij echter he
melsbreed van elkander.
Jean, de meester van Frangoise,
•was een heethoofd, een waaghals. Op
school was hg altijd een deugniet ge
weest en driemaal was hij wegge
jaagd voor zijn kwajongensstreken.
Bij de derde maal was hij als matroos
op een koopvaardijschip gekomen en
gedurende vele jaren had men niets
meer van hem vernomen, behalve
toen zijn ouders stierven, en hij ziju
erfdeel door een gemachtigde in ont
vangst liet nemen. Na twaalf jaren-
was Jean plotseling weer in zijn va
derland teruggekeerd, llij had een
kind van eenige maanden en Fran-
goise. zijn tegenwoordige dienst
maagd, bij zich.
Na eenige weken stierf het kind.
Van dien tijd af leefde Jean eenzaam
op een villa, een kilonieter buiten de
stad, niemand bezocht hem en hij be
zocht niemand geheele dagen bleef
hij thuis, om slechts uit te gaan, als
de schemering inviel.
Dit kluizenaarsleven wekte de be
vreemding en de babbelzucht der be
woners van het stadje op. Alen ver
telde, dat Jean Chaumereuil leis op
het geweten moest hebben, en langza
merhand ging men hem ais een paria
beschouwen.
Joseph Chaumereuil daarentegen,
was een man, die door elkeen was
gezien.
Reeds als kind had men hem aan
gehaald als een vporbeeld van goed
gedrag en ijver. Als jongeling had
hij te Parijs in de rechten gestu
deerd, had met glans al zijn examens
gedaan, daarna was hij naar zijne
geboorteplaats teruggekeerd, en had
een rijke erfdochter gehuwd, wier
bruidschat, gevoegd bij zijn kapitaal
tje, hem in staat had gesteld tot het
overnemen der praktijk van notaris
l.agriffe.
De notaris was tot lid van den ge
meenteraad benoemd, vervolgens was
hij burgemeester geworden, en nu
was hg mooi op weg, om een hoog
personage te worden, afgevaardigde,
minister, misschien....
III.
Met een bleek gelaat en een vreem
de, wilde uitdrukking in de oogen en
met gefronst voorhoofd, liep Joseph
Chaumereuil, de notaris, koortsachtig
op en neer in zijn kabinet, waarvan
hij de deur onder voorwendsel van
drukke bezigheden had afgesloten. Al
loopende stiet hij onwillekeurig luid
keels enkele afgebroken woorden uit,
als waren het halfvoltooide gedach
ten - „Ik Ik Ja ik.... Ik durf
hu Ja, het moet... het moet!..."
Bij deze laatste woorden, die hij
met kracht en overtuiging uitte, ging
hij naar zijn bureau en nam er een
revolver uitdoch op dit oogenblik
weerklonk de huisschel.
Joseph opende schielijk het venster,
hoog zicli voorover en bemerkte zijn
broeder, die voor de deur stond te
wachten.
Jean lner zeido hij. Wat
heeft dat te beteekenen Zou men
het reeds weten Zou hij een ver
moeden hebben
Hij legde het wapen weer op zijn
bureau en schikte eenige papieren
Terwijl hij nog met zijn papieren be
zig was, ging de deur open en Jean
trad de kamer binnen. I!i> was zeer
bleek, even bleek als de notaris. Zon
der een woord te zeggen, kivam hij
binnen, sloot zorgvuldig de deur, en
nadat hij zijn broeder opmerkzaam
had aangezien, zeide hij
Ach, Joseph, jij bent het.... O, jij
bent het, ik zie het
Eenige seconden bleven heide broe
ders elkander strak aanzien Joseph
met hoog opgericht hoofd en gefrons
te wenkbrauwen Jean met tranen in
de oogen en een droevige uitdrukking
op het gelaat. Eindelijk zeide Joseph
haastig
Waarom komt ge hier
Om je te redden.
Joseph haalde de schouders op.
Luister, sprak Jean, hoor
mij aan. Over een uur misschien zal
het parket bij mij en jou geweest zijn,
en een van ons beiden zal In hechte
nis genomen worden.
Hij drukte op „een van ons beideö"
én ging daarna voort
Vader Matthias is niet dood... Hij
heeft zijn spraakvermogen nog niet.
geheel terug, doch reeds ln zijn Ijl
koortsen sprak hij onzen naam uit.
Al»; de koorts verdwenen is, zal hij
spreken.
Ik weet het.... mijn besluit Is ge
nomen, zeide Joseph, terwijl hij
naar zijn revolver wees, die op het
bureau lag.
Je voor den kop schieten En
daarna Zullen je vrouw en kinde
ren dan minder onteerd zijn
Mijn vrouw heeft nog bloedver
wanten. die voor haar zullen zor
gen... Mijn kinderen kunnen een an
deren naam aannemen....
Joseph, luister naar mij, ik her
haal het je. wees kalm. antwoord mij
oprecht en je zult gered worden.
Jean sprak deze woorden met zulk
een diepen ernst, dot Joseph dadelijk
vermoedde, dut zijn broeder hem iets
gewichtigs had mede te deelen en ge
heel van toon veranderend, zeide hij
Welnu, spreek, ik luister, Jean
Je bent geruïneerd door hel spel,
nietwaar
Ja, ik bezit niets meer.
En hoeveel zou je noodig heb
ben om er bovenop te komen
Twee maal honderdduizend gul
den.... En ik bezit, geen cent meer
Niets, versta je ..Mijn erfdeel opge
maakt.... de bruidschat van mijne
vrouw verdwenen.... mijn practijk
verloopen.
En bij vader Matthias heb je
durven
Hij zweeg, daar hem het woord
„stelen" niet over de lippen wilde ko
men. doch Joseph begreep hem, en
zeide
Neen. niets Ik heb de brand
kast niet kunnen openen.
Hal des te beter riep Jean.
Welnu. Joseph, vertel mij eens
nauwkeurig, hoe je het hebt aange
legd.... den dag. het uur, alles en zoo
juist mogelijk
Het was gisterenavond om half
twaalf. Ik heb een jachtbuis aange
trokken, heb een pet opgezet, en. ge
wapend met die revolver en dat mes,
begaf ik mij naar den tuin, vanwaar
ik langs een voetpad de woning van
Matthias bereikte. Hij leeft geheel al
leen, de oude vrek. Ik klopte hevig op
zijn deur en schreeuwde „brand
brand Het angstzweet drong mij
uit de poriën, want ik was ontroerd,
ofschoon ik zeker was, door niemand
gezien of gehoord te zullen wnrden,
daar de oude vrek. zooals je weet.
zeer afgelegen woon». Ik heb wel vijf
minuten geschreeuwd, eindel-'ik deed
hij zijn venster open en vroeg ver
schrikt ..Waar? waar is dc brand?"
Tk antwoordde hem. terwijl ik mijne
stem trachtte te veranderen
Bij u kom vlug nBai- heneden,
vlucht I-Tïi kwam in nachtgewaad
naar beneden... en toentoen....
Toen Welnu, toen hii de deur
opende, «tak ik in den blinde naar
hem met dit mes... twee drie...
vier. ik weet niet hoeveel steken... Hij
viel neer zonder iets t,e kunnen
uiten... Ik heh hem laten liggen, en
gine naar zün kamer. Ik vond ziin
sleutels, doch ik kon ziin brandkast
niet open krijgen, onmogelijk... Toen
ben ik weer naar beneden gegaan en
heb mij naar huis begeven. Ik deed
alsof ik druk aan liet werk was in
nujn kamer, waar ik het licht had
laten branden, en om één uur ben ik
naar bed gegaan.
En vader Matthias Kud hij je
in het volle licht hebben gezien
Neen, het was heel donker, hij
kan mij slechts in de schaduw gezien
hebben ik weet zelfs niet, hoe hij inij
heeft kunnen herkennen.
Welnu, luister, Joseph, geef mij
je kiel, je pet, je revolver en het
nies.
Wat bedoel je Waarom
Opdat men mij zal nrresteeren.
Jou 1 riep Joseph verbaasd
uit.
Neem dit, hernam Jean, tor-
wijl hij zijn broeder het pakje gelds
waardige papieren ter hand stelde,
die hij thuis uit zijn bureau had ge
nomen. Er is drie maal honderd
duizend gulden.... niemand weel, dat
ik dit fortuin bezit. Ik heb hot ge
wonnen door mijn zeereizen. Deze
geheelê som is aan toonder, ik schenk
ze je.
Jean, Jean, stotterde de mis
dadiger, die nu eigenlijk de zelfver
loochening zijns broeders begreep.
Wat ga je beginnen
En terwijl groote tranen hem over
de wangen liepen, stotterde hij on
verstaanbare klanken, want hij kon
niet spreken zijn keel was als dicht-
gesnoerd.
Maar jij jij Waarom offer
jij je Qp
Ik, Joseph, ik lijd reeds sedert
jaren.... Niemand weet het, doch wat
hindert, dat ook
Joseph barstte in snikken uit.
Jij, hernam Jean verder, je
hebt een vrouw ik heb er geen, en
op deze wereld heb <k haar slechts
bemind Jij hebt kinderen... ik niet
meer.... Mijn kleine Paul, de eenige
die mij overbleef is hier gestorven.
Jij bent in aanzien ik ben een pa
ria.... Jij wordt bemind voor mij is
men bang. Jij bent gelukkig.... je kunt
het althans worden ik ben bedroefd
en dat zal ik altijd blijven. Je be
grijpt dus, broeder, dat ge mijn voor
stel kunt aannemen, nietwaar
Joseph hield niet op met snikken.
Welnu hernam Jean, dat
is afgesproken, is het niet Geef
mij je kiel en je pet.... ik heb reels
het mes en de revolvervlug wat
Joseph.... ever een uurtje is het par
ket bij mij thuisbij den paria het
eerst, natuurlijk, voegde hij erbij,
met een droeven glimlach.
Joseph ging en kwam na eenige
minuten terug met een pakje, dat hij
aan zijn broeder ter hand stelde.
Jean reikte zijn broeder de hand en
deze viel hem in de armen. Eenige
oogenblikken omhelsden de tweeling
broeders elkander, doch Jean maakte
zich los en, zonder een woord te
spreken, opende hij de deur en ver
trok.
Drie maanden later besloot de pro
cureur-generaal van het assisenhof
te M. zijn requisitoir aldus
Zooeven sprak de geachte ver
dediger van beklaagde van medelij
den... Is er medelijden met zulk een
mensch bestaanbaar De drijfveer,
die hem noopte tot het plegen van
den moord was to laag. Het laag-
hartigsts eigenbelang, het egoïsme
van een eenzaam meoseh, die zijn
verleden u-acht te verbergen, omdat
het te duister, te ongunstig is. liet
varladen van beklaagde is een om
sluierd geheim ea door den moorde
naar van Matthias te veroordeelen,
zult gij misschien het een of andere
onbekende slachtoffer wreken.
Nadat de gezworenen ln raadkamer
vergaderd hadden, werd de zitting
heropend en de president van het ge
rechtshof las met luider stem het
vonnis.
Jean Chaumereuil werd tot twin
tig jaren dwangarbeid veroordeeld.
Kioderslaap.
„Kinderslaap is goud waard," zegt
de volksmond. Vermoedelijk vond de
vader van een groot gezin dat spreek
woord uit, op zelfbehoud bedacht,
misschien echter uil liefde voor zijn
kolderen. Zeker is het, dat in dit, op
zicht de belangen van ouders en kin
deren nu eens volkomen samengaan
(een meer menschkundige dan pueda-
gogusche opmerking) Kinderslaap!
Een probleem voor me mg huishou
den, waar onharmonische nachtelijke
solo's of zelfs koorzangen het geduld
der ouders op de proef stellen! Of
waar tot diep in den nacht met kin
deren wordt gedebatteerd en onder
handeld en de vervolgens gesloten
overeenkomst nog telkens verbroken
wordt doo reen kreet of zacht ge
kreun om een troostwoord of een lief-
koozing.
Welke moeder waakt niet angstval
lig voor den slaap hairer lievelingen?
Het geheele huis staat otwier haar
ban. Geen deuren mogen worden
dichtgeklept, en ieder loopt op zijn
teenen nog te rumoerig. Van een goe
den slaap hangt de vorming van het
verstand der kinderen af.
luszijn vierde levensjaar kan een
kind, dat 's nachts 12 tot 13 uren
lang slaapt, zijn dagslaap missen.
Maar*zöolang de kinderleeftijd duurt,
zijn tien tot elf uren nachtrust noo
dig. Vooral voor schoolgaande kin
deren moet op de nschtrust bijzonder
nauwlettend worden toegezien. Ko
men kinderen voortdurend aan slaap
tekort dan blijven de schadelijke ge
volgen niet lang uit. Hun gezondheid
gaat achteruit; de kinderen verliezen
hun frïschheid, vroolijkheid en leven
digheid. van "geest; ze woeden bleek
en hun spieren verslappen. De eet
lust verminderi. ze klagen over moe
heid en hoofdpijn.
Hoe tegen die nadoelen te waken?
De zorg voor een goeden kinderslaap
is zoo moeilijk niet, maar vereischt
veel oplettendheid. Eenige wenken
van een deskundige; eenige raadge
vingen van een ervarene zijn daar
bij nuttig en noud.g. De Duitsche re-
neesheer pioL dr. J. Cossel eischt in
een belangwekkend opstel in „Die
Woche" in de eerste plaats een streng
regelmatig leven, dal niet „pedante
preciesigheid" moet worden geregeld.
Men moet het bijv. tot een vaste wet
maken, dat aan eettijd en slaaptijd
streng de hand gehouden wordt, wat
in het begin bij veel kinderen wel
eens bezwaarlijk gaat; met vastheid,
geduld en volharding komt men er
evenwel. Slechts enkele aanwijzingen
geeft prof. Cassel, zonder te trachten
volledig te zijn, wat haast niet moge
lijk is. Dat b.v. rust in de slaapka
mer moet heorscheu êp dat deze zich
niet in de buurt van heete, stampende
machines moet bevinden; dat jonge
kinderen niet gestadig door de ge
ruchtmakende spelen der oudere
broers en zusters gestoord mogen wor
den; dat elk kind een eigen bed moet
hebben; dat de slaapkamer uitstekend
gelucht moet zijn, ook in den winter
tijd; dat zijn wel dingen die vanzelf
spreken. Opmerkelijk is, dat prof.
Cassel er geen bezwaar in ziet, dat
kinderen met de volle maag naar bed
gaan. Anders dan bij vohvassepen
schaadt hun dit niets, mits de spijzen
en dranken doelmatig gekozen wor
den.
De slaap kan worden verstoord
door pijn door wonden of ontstekin
gen door ziekten en benauwdheden
en dikwijls door een storing in de
neus ad emholing. Hoeveel ellende het'
gevolg is van een verstopten neus, J
kan men nauwelijks bevroeden. Dan
kan de schuld liggen aan alle koorts
achtige, ook pijnlooze ziekten, In het
bijzonder acute en chronische infec
tieziekten, waarbij de slapeloosheid
door koorts veroorzaakt wordt, wel
licht echter nog veel meer aan ziek
testoffen in liet bloed, die het hersen
vlies prikkelen. Sommige kinderen
slapen evenwel bij koorts buitenge
woon veel 6n vast een toestand
dien men. in Duitschland Schlummer-
sucht noemt.
Het veelvuldigst komen zenuwziek
ten als oorzaak van een voortdurend
gestoorden slaap voor. Daarbij moet
onderscheiden worden tusschen ziek
ten der hersenen, die met naspeurba
re anatomische veranderingen ge
paard gaan, zooals alle ziekten, die
de ruimte in de schedelholte vernau
wen en den druk daarin verhoogen,
waarbij in het begin de slaap onrus
tig en onderbroken is, later geregeld
sluimerzucht en bewusteloosheid op
treden, en ten tweede de zoogenaam
de functioneele zenuwziekten, welker
anatomische veranderingen ons nog
onb. keud zijn.
Grxior functioneele stoornissen ln
het zenuwstelsel, zooals die bij En-
gelsche ziekte voorkomen, wordt zeer
dikwijJs over een onrustógen slaap
geklaagd. Ook bij kinderen, die aan
stemspleetkramp lijden, wordt de
slaap herhaaldelijk gestoord. De ge
neesheer moet worden geraadpleegd,
wanneer de slaap gestoord wordt
doordat het kind 's nachts schreeuwt
of opstaat en in halfwakenden toe
stand in de woning of zelfs daarbui
ten rondloopt, zonder den volgenden
morgen zich iets van het voorgevalle
ne te herinneren.
Zeer groot is tegenwoordig het aan
tal neurasthenische kinderen, die aan
slapeloosheid lijden. De verschijnse
len. die zich daarbij voordoen, geven
den geneesheer veel te raden. Het
zijn gezond geboren kinderen, die
echter -reeds in de eerste levensweken
ondanks deskundige verzorging en
voeding, veel moeite geven. Zij ziin
prikkelbaar. overgevoelig, schrik
achtig. hebben reeds in hun prille
jemrd last van krampen van verschil
lenden aard en door hun korten, on-
riist.ïsron, dikwijls door geschrei afge
broken slaap urenlang kunnen zij
schreeuwen maken ze hun omge
ving vaak wanhopend.
Heeft men de kinderen veilig langs
de vele gevaren der eerste jaren ge-
boegsce'rd in lateren tijd berokke
nen zij vaak ouders en opvoeders veel
zorg en geven den geneeshceren de
handen vol. Zij klagen veel over
hoofdpijn, zijn zenuwachtig onrustig,
humeurig en vertoonen leelijke ka
rakterfouten als leugenachtigheid,
twistzucht enz. Daar zulke kinderen
meestal ook prikkelbare ouders heb
ben. die nu eens zwak en zonder ener
gie, dan weer heftig opbruisend zijn
in hun handelïnaen, laat de orde in
zulke huishoudens dikwijls veel te
wenschen. De kinderen zijn niet aan
rerelmaat in eten, drinken en slapen
gewend, en men vindt zelfs kleine
kinderen bijwijlen tot diep in den
nacht „opblijven".
In andere gezinnen worden school
gaande kinderen, hoewel door de
prikkelbaarheid van het geheele ze
nuwstelsel hun geestelijke werkzaam
heid nog verminderd is. dikwijls gees
telijk overspannen. Dat ligt dan niet
aan de school, maar aan de kinderen
hetgeen de oudeTs natuurlijk niet
willen inzien. Kinderen die nauwe
lijks het onderwijs kunnen volgen,
moeten met geweld tot menschen van
bete-Mtenis worden opgevoed. Zij wor
den dan met huiswerk, muzieklessen,
enz. overstelpt, zoodat de moede her
senen ook in den nacht niet tot rust
kunnen komen Een avondwandeling,
even vóór 't naar bed gaan, zou veel
van het nadeel van studeerep en stil
zitten wegnemen. Wij weten niet,1
hoe prof. Cassel hierover denkt, maar
vreezen voor heftice oppositie van de
zijde der móéder tegen dergelijke tIre-
volutionnaire" ideeën.
Voor zulke overspannen kinderen,
zooals het heet. zou prof. Cassel het
een uitkomst achten, wanneer het
den geneesheer gelukte, de ouders
over te halen, de opvoeding in ande
re handen te geven. Maar hoeveel te
leurstellingen moeten eerst doorge
maakt. hoeveel verkeerdheden begaan
worden, vóór het daartoe komt!
In andere gezinnen, niet juist neu-
ropntische, laat men de kinderen veel
te vroeg aan vermaken der volwas
senen deelnemen. De ouders voeren
hen mee op buitenpartijen, in 't café
of zelfs tot laat in den avond, naar
de-komedie. Al te vroeg worden vele
kinderen in gezelschappen gebracht
en blijven lang in schouwburgen en
concertzalen ten koste van de nacht
rust.
Welke middelen beveelt onze dokter
nu'aan, om een blijvende verstoring
van den slaap weg te nemen?
Wie hier als helper in den nood wil
verschijnen, zoo schrijft prof. Cassel,
moet in eik gev-al streng individuali-
seerend optreden, zich eerst volledig
op do hoogte stellen van de levens
geschiedenis, als men het zoo noe
men mag, van den kleinen mensch,
die zijn hulp vraagt En hij moet
duaibij op de kleinste, schijnbaar on
beduidende bijzonderheden letten: de
gewoonte, het karakter, de voeding,
de opvoeding, het schoolonderwijs.
Daarbij mag hij niet afgaan op het
geen de omgeving van het kind hem
vertelt, maar moet zelf een grondig
licliaamsonderzoek instellen. Het kan
dan zijn dat de oorzaak der slapeloos
heid bevonden wordt te zijn gelegen
in' een vergrooting der mangelen en
menig kind heeft zijn nachtrust te
ruggekregen, nadat die geheel Waren
verwijderd.
En dan geeft onze arts eenige voor-
sclmften betreffende spijzen, verdee
ling der maaltijden enz., die men het
best aan zijn eigen dokter kan vra
gen. Dikwijls blijft, ondanks alle mid
delen de slapeloosheid zoo hardnek
kig, dat de geneesheer bijzondere
maatregeden treffen moet om de na
tuur eenigszins te hulp te komen.
Daartoe heeft hij te zijner beschik
king wat prof. Cassel suggestieve mid,
delen noemt: het voorschrijven van
volstrekte rust en duisternis, de aan
wezigheid van iemand in wien het
kind vertrouwen stelt, aan het bed,
dia door den druk van de hand of
door vriendelijk toefluisteren 't kind
tot rust brengt. Tot deze middelen re
kent men ook da vroeger zoo geliefde
methode, jonge kinderen in slaap te
zingen, waaraan de wereld enkele
verrukkelijke gedichten en liederen
dankt. Het werkt ontegenzeggelijk
kalmeerend. In slaap wiegen keurt
de schrijver natuurlijk af, en in liet
bijzonder kant hij zich tegen het ge
bruik dat vooral bij vrouwen uit het
yolk zoo algemeen is: de kinderen
zoo lang op den arm te wiegen en te
schudden tot zij in slaap vallen. De
slaap wordt in dat geval teweegge
bracht door een lichte verdooving,
die, steeds weer herhaald, schadelijk
werken moet op net zenuwstelsel.
Evenmin mogen Jonge kinderen
ze tot rust te brengen in het bed dei-
moeder of verzorgster genomen w
den, daar zuigelingen daarbij zeer
dikwijls doodgedrukt worden.
Rust, duisternis, afzondering zijn
voor den physiologiechen slaap nood
zakelijk. Niettemin zijn er onrustig
slapende kinderen, die door wilde
droomen, spokenvrees en soortgelij
ken zoo angstig geworden zijn, dat 't
goed is, hen door den zachten schijn
van een nachtlicht een zeker gevoel
van veiligheid en kalmte te verschaf
fen.
Tot de tweede groep van slaapma-
kende middelen behooren de verschil
lende wijzen van behandeling met
water door een warm bad, 's avonds,
een vochtigen band om het lijf, koele
wrijvingen met of zonder zout. Bij
kinderen, d.ie niet voldoende bewe
ging in cLe vrije lucht hebben, moet,
om een vasten, gezonden slaap te
weeg te brengen, bovenal en zoo
langdurig mogelijk verblijf in de fris-
sche lucht of lichaamsbeweging door
sport of spel worden voorgeschreven.
De kinderen moeten 's avonds zoo
moe zijn. dat zij in bed gelegd, ter
stond inslapen.
Ontzaglijk veel kunnen de ouders
dus doen om voor de eerste van alle
behoeften van het kind, een rustigen
slaap, te zorgen. Kinderjuffrouwen,
die in dat opzicht haar invloed op de
kinderen weten te doen gelden, die
nen ln eere te worden gehouden. Mol
lige, blozende, vroolijke kinderen, do
vreugde van 't huis, vindt ge alleeD
waar aan Morpheus de'eer gegeven
wordt die hem toekomt.
(N. Ct.)
EEN PANIEK.
Te Keulen is bij het uitgaan van
een circus een ernslige paniek ge
weest. Toen 5000 menschen door den
hoofduitgang het paardenspel wilden
verlaten, versperden duizenden ande
ren, die kaarten voor de avondvoor
stelling wilden nemen, hun den weg.
Het gedrang werd zoo erg, (Lat vrou
wen en kinderen onder den voet kwa
men. Moeders hielden bewuslelooze
kinderen omhoog. Politieagenten en
circus-beombten stonden hulpeloos
in het menschenkluwen, tot ten laat
ste de brandweer met een dikken wa
terstraal de menigte buiten den cir
cus verdreef. Maar toen de menschen
in den circus de brandweer aan het
werk zagen, beving hen een nieuwe
paniek, daar zij meenden, dat ei
brand was. Een sterke politie-afdee-
ling, die met de brandweer samen het
plein schoonveegde, wist eindelijk de
orde te herstellen. Honderden men
schen, die hun nieuwe Paaschplunje
aan hadden, dropen, na door de
brandweer bespoten te zijn, met wan
hopige gezichten af.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den Heer J. Meijer, Kruisstraat
34. Telephoon 1543.
No. 139.
EINDSPEL, opgedragen aan den heer
G. P. Heck, door W. J. A.
Matla.
Zwart
-
4ö 4/ 49
Zwart. Schijf op 17.
Wit. Schijven op 24, 26 en 40,
R
mm
16
26
a
ai
86
h
J-
m
45
46 41 40 4» OU
Zwart. Schijven op 1, 6, 7, 9, 10,
Wit. Schijven op 21, 23, 26, 28, 29,
Oplossingen van deze probleems
worden ingewacht aan bovengenoemd
adres, uiterlijk Dinsdag 12 April a.s.
Oplossing van probleem No. 135,
van den auteur Wit 34 - 30, 15 - 10,
13 - 8, 23 -19, 31 - 27, 16 :91
Oplossing van probleem No. 136,
12, 14, 16, 17, 20, 25, 40 en 45.
31, 33, 42, 43, 40, 48, 49 en 50.
van den auteur Wit 23 -19, 28 - 23,
43 - 39, 22 - 18, 23 3, 3 21
Beide probleems zijn goed opgelost,
door de heeren R. Bouw, W. van
Daalen, P. J. Eype, J. Jacobson Azn.p
D. G. Koning, C. P. Kraay, J. Lyckla-
nia, W. J. A. Matla, H. Koster, W. -J.
Balkenende.
Van Frangois Géva, te Marseille.
Wit
.Wit speelt en wint een schijf.
Oplossing.
Wit speelt 27-22. 'Antwoordt
zwart mot 18 27, dan wint wit met
34 - 30 beslist een schijf.
Slaat zwart met 17 28, dan speelt
wit 24 - 19, 38 - 33 en ontstaan .ver
schillende varianten