L 1. JS 1 m m a M m m m m m 9 fi f 1 I 48 De twee broeders. i-iuiigoise, de dienstmaagd vau Jean Chaumereuil, was nauwelijks van de markt teruggekeerd, of zij zette haastig haar mandje uiet inkoo- pen neder, stormde de trappen op en zonder kloppen de kamer van haar meester openende, riep zij O. mijnheer weel ge het reeds 1 Men heeft den ouden Matthias van nacht trachten ,e vermoorden Vader Matthias Ja, mijnheer. Hij is bijna dood... liij heeft vier messteken in den rug gekregen, maar het mes is op de beenderen afgestuit en de dokter zegt, dat hij uiet zal sterven. Hij is echter geheel huilen kennis en hel schijnt, dat hij aanhoudend uw naain noemtof wei dien van uw broe der...althans in zijn ijlkoorts her haalt hij steeds Chaumereuil! Chau- mereuil Wat zegt ge daar, Frangoise I zei Jean, plotseling verbleekende. Ik zeg, wat ik gehoord heb, meer niet en bovendien is het beter, dan dat hij in het geheel niets meer zegt Men zegt ook nog, dat ge een toove- naar zijt en met de zwarte kunst om gaat Goed, goed, Frangoise, haal mijn overjas en mijn wandelstok, ik zal zelf eens gaan zien. En terwijl de meid de verlangde voorwerpen ging halen, opende Jean Chaumereuil een geheime lade van zijn bureau, haalde er een bundel papieren en bankbiljetten uit, dien hij in zijn zak stak en ging heen. Hij ontmoette de meid in de gang, nam hgty de overjas van den arm en ter wijl hij zijn jas aantrok, ging hij de deur uit. IL Jean en Joseph Chaumereuil, de twee Siameezen, zooals men hen noemde, waren tweelingbroeders, en geleken zoo treffend op elkander, dat zij op het eerste gezicht slechts te on derkennen waren aan het verschil hunner kleeding. Hat hun karakter aangaat, verschilden zij echter he melsbreed van elkander. Jean, de meester van Frangoise, •was een heethoofd, een waaghals. Op school was hg altijd een deugniet ge weest en driemaal was hij wegge jaagd voor zijn kwajongensstreken. Bij de derde maal was hij als matroos op een koopvaardijschip gekomen en gedurende vele jaren had men niets meer van hem vernomen, behalve toen zijn ouders stierven, en hij ziju erfdeel door een gemachtigde in ont vangst liet nemen. Na twaalf jaren- was Jean plotseling weer in zijn va derland teruggekeerd, llij had een kind van eenige maanden en Fran- goise. zijn tegenwoordige dienst maagd, bij zich. Na eenige weken stierf het kind. Van dien tijd af leefde Jean eenzaam op een villa, een kilonieter buiten de stad, niemand bezocht hem en hij be zocht niemand geheele dagen bleef hij thuis, om slechts uit te gaan, als de schemering inviel. Dit kluizenaarsleven wekte de be vreemding en de babbelzucht der be woners van het stadje op. Alen ver telde, dat Jean Chaumereuil leis op het geweten moest hebben, en langza merhand ging men hem ais een paria beschouwen. Joseph Chaumereuil daarentegen, was een man, die door elkeen was gezien. Reeds als kind had men hem aan gehaald als een vporbeeld van goed gedrag en ijver. Als jongeling had hij te Parijs in de rechten gestu deerd, had met glans al zijn examens gedaan, daarna was hij naar zijne geboorteplaats teruggekeerd, en had een rijke erfdochter gehuwd, wier bruidschat, gevoegd bij zijn kapitaal tje, hem in staat had gesteld tot het overnemen der praktijk van notaris l.agriffe. De notaris was tot lid van den ge meenteraad benoemd, vervolgens was hij burgemeester geworden, en nu was hg mooi op weg, om een hoog personage te worden, afgevaardigde, minister, misschien.... III. Met een bleek gelaat en een vreem de, wilde uitdrukking in de oogen en met gefronst voorhoofd, liep Joseph Chaumereuil, de notaris, koortsachtig op en neer in zijn kabinet, waarvan hij de deur onder voorwendsel van drukke bezigheden had afgesloten. Al loopende stiet hij onwillekeurig luid keels enkele afgebroken woorden uit, als waren het halfvoltooide gedach ten - „Ik Ik Ja ik.... Ik durf hu Ja, het moet... het moet!..." Bij deze laatste woorden, die hij met kracht en overtuiging uitte, ging hij naar zijn bureau en nam er een revolver uitdoch op dit oogenblik weerklonk de huisschel. Joseph opende schielijk het venster, hoog zicli voorover en bemerkte zijn broeder, die voor de deur stond te wachten. Jean lner zeido hij. Wat heeft dat te beteekenen Zou men het reeds weten Zou hij een ver moeden hebben Hij legde het wapen weer op zijn bureau en schikte eenige papieren Terwijl hij nog met zijn papieren be zig was, ging de deur open en Jean trad de kamer binnen. I!i> was zeer bleek, even bleek als de notaris. Zon der een woord te zeggen, kivam hij binnen, sloot zorgvuldig de deur, en nadat hij zijn broeder opmerkzaam had aangezien, zeide hij Ach, Joseph, jij bent het.... O, jij bent het, ik zie het Eenige seconden bleven heide broe ders elkander strak aanzien Joseph met hoog opgericht hoofd en gefrons te wenkbrauwen Jean met tranen in de oogen en een droevige uitdrukking op het gelaat. Eindelijk zeide Joseph haastig Waarom komt ge hier Om je te redden. Joseph haalde de schouders op. Luister, sprak Jean, hoor mij aan. Over een uur misschien zal het parket bij mij en jou geweest zijn, en een van ons beiden zal In hechte nis genomen worden. Hij drukte op „een van ons beideö" én ging daarna voort Vader Matthias is niet dood... Hij heeft zijn spraakvermogen nog niet. geheel terug, doch reeds ln zijn Ijl koortsen sprak hij onzen naam uit. Al»; de koorts verdwenen is, zal hij spreken. Ik weet het.... mijn besluit Is ge nomen, zeide Joseph, terwijl hij naar zijn revolver wees, die op het bureau lag. Je voor den kop schieten En daarna Zullen je vrouw en kinde ren dan minder onteerd zijn Mijn vrouw heeft nog bloedver wanten. die voor haar zullen zor gen... Mijn kinderen kunnen een an deren naam aannemen.... Joseph, luister naar mij, ik her haal het je. wees kalm. antwoord mij oprecht en je zult gered worden. Jean sprak deze woorden met zulk een diepen ernst, dot Joseph dadelijk vermoedde, dut zijn broeder hem iets gewichtigs had mede te deelen en ge heel van toon veranderend, zeide hij Welnu, spreek, ik luister, Jean Je bent geruïneerd door hel spel, nietwaar Ja, ik bezit niets meer. En hoeveel zou je noodig heb ben om er bovenop te komen Twee maal honderdduizend gul den.... En ik bezit, geen cent meer Niets, versta je ..Mijn erfdeel opge maakt.... de bruidschat van mijne vrouw verdwenen.... mijn practijk verloopen. En bij vader Matthias heb je durven Hij zweeg, daar hem het woord „stelen" niet over de lippen wilde ko men. doch Joseph begreep hem, en zeide Neen. niets Ik heb de brand kast niet kunnen openen. Hal des te beter riep Jean. Welnu. Joseph, vertel mij eens nauwkeurig, hoe je het hebt aange legd.... den dag. het uur, alles en zoo juist mogelijk Het was gisterenavond om half twaalf. Ik heb een jachtbuis aange trokken, heb een pet opgezet, en. ge wapend met die revolver en dat mes, begaf ik mij naar den tuin, vanwaar ik langs een voetpad de woning van Matthias bereikte. Hij leeft geheel al leen, de oude vrek. Ik klopte hevig op zijn deur en schreeuwde „brand brand Het angstzweet drong mij uit de poriën, want ik was ontroerd, ofschoon ik zeker was, door niemand gezien of gehoord te zullen wnrden, daar de oude vrek. zooals je weet. zeer afgelegen woon». Ik heb wel vijf minuten geschreeuwd, eindel-'ik deed hij zijn venster open en vroeg ver schrikt ..Waar? waar is dc brand?" Tk antwoordde hem. terwijl ik mijne stem trachtte te veranderen Bij u kom vlug nBai- heneden, vlucht I-Tïi kwam in nachtgewaad naar beneden... en toentoen.... Toen Welnu, toen hii de deur opende, «tak ik in den blinde naar hem met dit mes... twee drie... vier. ik weet niet hoeveel steken... Hij viel neer zonder iets t,e kunnen uiten... Ik heh hem laten liggen, en gine naar zün kamer. Ik vond ziin sleutels, doch ik kon ziin brandkast niet open krijgen, onmogelijk... Toen ben ik weer naar beneden gegaan en heb mij naar huis begeven. Ik deed alsof ik druk aan liet werk was in nujn kamer, waar ik het licht had laten branden, en om één uur ben ik naar bed gegaan. En vader Matthias Kud hij je in het volle licht hebben gezien Neen, het was heel donker, hij kan mij slechts in de schaduw gezien hebben ik weet zelfs niet, hoe hij inij heeft kunnen herkennen. Welnu, luister, Joseph, geef mij je kiel, je pet, je revolver en het nies. Wat bedoel je Waarom Opdat men mij zal nrresteeren. Jou 1 riep Joseph verbaasd uit. Neem dit, hernam Jean, tor- wijl hij zijn broeder het pakje gelds waardige papieren ter hand stelde, die hij thuis uit zijn bureau had ge nomen. Er is drie maal honderd duizend gulden.... niemand weel, dat ik dit fortuin bezit. Ik heb hot ge wonnen door mijn zeereizen. Deze geheelê som is aan toonder, ik schenk ze je. Jean, Jean, stotterde de mis dadiger, die nu eigenlijk de zelfver loochening zijns broeders begreep. Wat ga je beginnen En terwijl groote tranen hem over de wangen liepen, stotterde hij on verstaanbare klanken, want hij kon niet spreken zijn keel was als dicht- gesnoerd. Maar jij jij Waarom offer jij je Qp Ik, Joseph, ik lijd reeds sedert jaren.... Niemand weet het, doch wat hindert, dat ook Joseph barstte in snikken uit. Jij, hernam Jean verder, je hebt een vrouw ik heb er geen, en op deze wereld heb <k haar slechts bemind Jij hebt kinderen... ik niet meer.... Mijn kleine Paul, de eenige die mij overbleef is hier gestorven. Jij bent in aanzien ik ben een pa ria.... Jij wordt bemind voor mij is men bang. Jij bent gelukkig.... je kunt het althans worden ik ben bedroefd en dat zal ik altijd blijven. Je be grijpt dus, broeder, dat ge mijn voor stel kunt aannemen, nietwaar Joseph hield niet op met snikken. Welnu hernam Jean, dat is afgesproken, is het niet Geef mij je kiel en je pet.... ik heb reels het mes en de revolvervlug wat Joseph.... ever een uurtje is het par ket bij mij thuisbij den paria het eerst, natuurlijk, voegde hij erbij, met een droeven glimlach. Joseph ging en kwam na eenige minuten terug met een pakje, dat hij aan zijn broeder ter hand stelde. Jean reikte zijn broeder de hand en deze viel hem in de armen. Eenige oogenblikken omhelsden de tweeling broeders elkander, doch Jean maakte zich los en, zonder een woord te spreken, opende hij de deur en ver trok. Drie maanden later besloot de pro cureur-generaal van het assisenhof te M. zijn requisitoir aldus Zooeven sprak de geachte ver dediger van beklaagde van medelij den... Is er medelijden met zulk een mensch bestaanbaar De drijfveer, die hem noopte tot het plegen van den moord was to laag. Het laag- hartigsts eigenbelang, het egoïsme van een eenzaam meoseh, die zijn verleden u-acht te verbergen, omdat het te duister, te ongunstig is. liet varladen van beklaagde is een om sluierd geheim ea door den moorde naar van Matthias te veroordeelen, zult gij misschien het een of andere onbekende slachtoffer wreken. Nadat de gezworenen ln raadkamer vergaderd hadden, werd de zitting heropend en de president van het ge rechtshof las met luider stem het vonnis. Jean Chaumereuil werd tot twin tig jaren dwangarbeid veroordeeld. Kioderslaap. „Kinderslaap is goud waard," zegt de volksmond. Vermoedelijk vond de vader van een groot gezin dat spreek woord uit, op zelfbehoud bedacht, misschien echter uil liefde voor zijn kolderen. Zeker is het, dat in dit, op zicht de belangen van ouders en kin deren nu eens volkomen samengaan (een meer menschkundige dan pueda- gogusche opmerking) Kinderslaap! Een probleem voor me mg huishou den, waar onharmonische nachtelijke solo's of zelfs koorzangen het geduld der ouders op de proef stellen! Of waar tot diep in den nacht met kin deren wordt gedebatteerd en onder handeld en de vervolgens gesloten overeenkomst nog telkens verbroken wordt doo reen kreet of zacht ge kreun om een troostwoord of een lief- koozing. Welke moeder waakt niet angstval lig voor den slaap hairer lievelingen? Het geheele huis staat otwier haar ban. Geen deuren mogen worden dichtgeklept, en ieder loopt op zijn teenen nog te rumoerig. Van een goe den slaap hangt de vorming van het verstand der kinderen af. luszijn vierde levensjaar kan een kind, dat 's nachts 12 tot 13 uren lang slaapt, zijn dagslaap missen. Maar*zöolang de kinderleeftijd duurt, zijn tien tot elf uren nachtrust noo dig. Vooral voor schoolgaande kin deren moet op de nschtrust bijzonder nauwlettend worden toegezien. Ko men kinderen voortdurend aan slaap tekort dan blijven de schadelijke ge volgen niet lang uit. Hun gezondheid gaat achteruit; de kinderen verliezen hun frïschheid, vroolijkheid en leven digheid. van "geest; ze woeden bleek en hun spieren verslappen. De eet lust verminderi. ze klagen over moe heid en hoofdpijn. Hoe tegen die nadoelen te waken? De zorg voor een goeden kinderslaap is zoo moeilijk niet, maar vereischt veel oplettendheid. Eenige wenken van een deskundige; eenige raadge vingen van een ervarene zijn daar bij nuttig en noud.g. De Duitsche re- neesheer pioL dr. J. Cossel eischt in een belangwekkend opstel in „Die Woche" in de eerste plaats een streng regelmatig leven, dal niet „pedante preciesigheid" moet worden geregeld. Men moet het bijv. tot een vaste wet maken, dat aan eettijd en slaaptijd streng de hand gehouden wordt, wat in het begin bij veel kinderen wel eens bezwaarlijk gaat; met vastheid, geduld en volharding komt men er evenwel. Slechts enkele aanwijzingen geeft prof. Cassel, zonder te trachten volledig te zijn, wat haast niet moge lijk is. Dat b.v. rust in de slaapka mer moet heorscheu êp dat deze zich niet in de buurt van heete, stampende machines moet bevinden; dat jonge kinderen niet gestadig door de ge ruchtmakende spelen der oudere broers en zusters gestoord mogen wor den; dat elk kind een eigen bed moet hebben; dat de slaapkamer uitstekend gelucht moet zijn, ook in den winter tijd; dat zijn wel dingen die vanzelf spreken. Opmerkelijk is, dat prof. Cassel er geen bezwaar in ziet, dat kinderen met de volle maag naar bed gaan. Anders dan bij vohvassepen schaadt hun dit niets, mits de spijzen en dranken doelmatig gekozen wor den. De slaap kan worden verstoord door pijn door wonden of ontstekin gen door ziekten en benauwdheden en dikwijls door een storing in de neus ad emholing. Hoeveel ellende het' gevolg is van een verstopten neus, J kan men nauwelijks bevroeden. Dan kan de schuld liggen aan alle koorts achtige, ook pijnlooze ziekten, In het bijzonder acute en chronische infec tieziekten, waarbij de slapeloosheid door koorts veroorzaakt wordt, wel licht echter nog veel meer aan ziek testoffen in liet bloed, die het hersen vlies prikkelen. Sommige kinderen slapen evenwel bij koorts buitenge woon veel 6n vast een toestand dien men. in Duitschland Schlummer- sucht noemt. Het veelvuldigst komen zenuwziek ten als oorzaak van een voortdurend gestoorden slaap voor. Daarbij moet onderscheiden worden tusschen ziek ten der hersenen, die met naspeurba re anatomische veranderingen ge paard gaan, zooals alle ziekten, die de ruimte in de schedelholte vernau wen en den druk daarin verhoogen, waarbij in het begin de slaap onrus tig en onderbroken is, later geregeld sluimerzucht en bewusteloosheid op treden, en ten tweede de zoogenaam de functioneele zenuwziekten, welker anatomische veranderingen ons nog onb. keud zijn. Grxior functioneele stoornissen ln het zenuwstelsel, zooals die bij En- gelsche ziekte voorkomen, wordt zeer dikwijJs over een onrustógen slaap geklaagd. Ook bij kinderen, die aan stemspleetkramp lijden, wordt de slaap herhaaldelijk gestoord. De ge neesheer moet worden geraadpleegd, wanneer de slaap gestoord wordt doordat het kind 's nachts schreeuwt of opstaat en in halfwakenden toe stand in de woning of zelfs daarbui ten rondloopt, zonder den volgenden morgen zich iets van het voorgevalle ne te herinneren. Zeer groot is tegenwoordig het aan tal neurasthenische kinderen, die aan slapeloosheid lijden. De verschijnse len. die zich daarbij voordoen, geven den geneesheer veel te raden. Het zijn gezond geboren kinderen, die echter -reeds in de eerste levensweken ondanks deskundige verzorging en voeding, veel moeite geven. Zij ziin prikkelbaar. overgevoelig, schrik achtig. hebben reeds in hun prille jemrd last van krampen van verschil lenden aard en door hun korten, on- riist.ïsron, dikwijls door geschrei afge broken slaap urenlang kunnen zij schreeuwen maken ze hun omge ving vaak wanhopend. Heeft men de kinderen veilig langs de vele gevaren der eerste jaren ge- boegsce'rd in lateren tijd berokke nen zij vaak ouders en opvoeders veel zorg en geven den geneeshceren de handen vol. Zij klagen veel over hoofdpijn, zijn zenuwachtig onrustig, humeurig en vertoonen leelijke ka rakterfouten als leugenachtigheid, twistzucht enz. Daar zulke kinderen meestal ook prikkelbare ouders heb ben. die nu eens zwak en zonder ener gie, dan weer heftig opbruisend zijn in hun handelïnaen, laat de orde in zulke huishoudens dikwijls veel te wenschen. De kinderen zijn niet aan rerelmaat in eten, drinken en slapen gewend, en men vindt zelfs kleine kinderen bijwijlen tot diep in den nacht „opblijven". In andere gezinnen worden school gaande kinderen, hoewel door de prikkelbaarheid van het geheele ze nuwstelsel hun geestelijke werkzaam heid nog verminderd is. dikwijls gees telijk overspannen. Dat ligt dan niet aan de school, maar aan de kinderen hetgeen de oudeTs natuurlijk niet willen inzien. Kinderen die nauwe lijks het onderwijs kunnen volgen, moeten met geweld tot menschen van bete-Mtenis worden opgevoed. Zij wor den dan met huiswerk, muzieklessen, enz. overstelpt, zoodat de moede her senen ook in den nacht niet tot rust kunnen komen Een avondwandeling, even vóór 't naar bed gaan, zou veel van het nadeel van studeerep en stil zitten wegnemen. Wij weten niet,1 hoe prof. Cassel hierover denkt, maar vreezen voor heftice oppositie van de zijde der móéder tegen dergelijke tIre- volutionnaire" ideeën. Voor zulke overspannen kinderen, zooals het heet. zou prof. Cassel het een uitkomst achten, wanneer het den geneesheer gelukte, de ouders over te halen, de opvoeding in ande re handen te geven. Maar hoeveel te leurstellingen moeten eerst doorge maakt. hoeveel verkeerdheden begaan worden, vóór het daartoe komt! In andere gezinnen, niet juist neu- ropntische, laat men de kinderen veel te vroeg aan vermaken der volwas senen deelnemen. De ouders voeren hen mee op buitenpartijen, in 't café of zelfs tot laat in den avond, naar de-komedie. Al te vroeg worden vele kinderen in gezelschappen gebracht en blijven lang in schouwburgen en concertzalen ten koste van de nacht rust. Welke middelen beveelt onze dokter nu'aan, om een blijvende verstoring van den slaap weg te nemen? Wie hier als helper in den nood wil verschijnen, zoo schrijft prof. Cassel, moet in eik gev-al streng individuali- seerend optreden, zich eerst volledig op do hoogte stellen van de levens geschiedenis, als men het zoo noe men mag, van den kleinen mensch, die zijn hulp vraagt En hij moet duaibij op de kleinste, schijnbaar on beduidende bijzonderheden letten: de gewoonte, het karakter, de voeding, de opvoeding, het schoolonderwijs. Daarbij mag hij niet afgaan op het geen de omgeving van het kind hem vertelt, maar moet zelf een grondig licliaamsonderzoek instellen. Het kan dan zijn dat de oorzaak der slapeloos heid bevonden wordt te zijn gelegen in' een vergrooting der mangelen en menig kind heeft zijn nachtrust te ruggekregen, nadat die geheel Waren verwijderd. En dan geeft onze arts eenige voor- sclmften betreffende spijzen, verdee ling der maaltijden enz., die men het best aan zijn eigen dokter kan vra gen. Dikwijls blijft, ondanks alle mid delen de slapeloosheid zoo hardnek kig, dat de geneesheer bijzondere maatregeden treffen moet om de na tuur eenigszins te hulp te komen. Daartoe heeft hij te zijner beschik king wat prof. Cassel suggestieve mid, delen noemt: het voorschrijven van volstrekte rust en duisternis, de aan wezigheid van iemand in wien het kind vertrouwen stelt, aan het bed, dia door den druk van de hand of door vriendelijk toefluisteren 't kind tot rust brengt. Tot deze middelen re kent men ook da vroeger zoo geliefde methode, jonge kinderen in slaap te zingen, waaraan de wereld enkele verrukkelijke gedichten en liederen dankt. Het werkt ontegenzeggelijk kalmeerend. In slaap wiegen keurt de schrijver natuurlijk af, en in liet bijzonder kant hij zich tegen het ge bruik dat vooral bij vrouwen uit het yolk zoo algemeen is: de kinderen zoo lang op den arm te wiegen en te schudden tot zij in slaap vallen. De slaap wordt in dat geval teweegge bracht door een lichte verdooving, die, steeds weer herhaald, schadelijk werken moet op net zenuwstelsel. Evenmin mogen Jonge kinderen ze tot rust te brengen in het bed dei- moeder of verzorgster genomen w den, daar zuigelingen daarbij zeer dikwijls doodgedrukt worden. Rust, duisternis, afzondering zijn voor den physiologiechen slaap nood zakelijk. Niettemin zijn er onrustig slapende kinderen, die door wilde droomen, spokenvrees en soortgelij ken zoo angstig geworden zijn, dat 't goed is, hen door den zachten schijn van een nachtlicht een zeker gevoel van veiligheid en kalmte te verschaf fen. Tot de tweede groep van slaapma- kende middelen behooren de verschil lende wijzen van behandeling met water door een warm bad, 's avonds, een vochtigen band om het lijf, koele wrijvingen met of zonder zout. Bij kinderen, d.ie niet voldoende bewe ging in cLe vrije lucht hebben, moet, om een vasten, gezonden slaap te weeg te brengen, bovenal en zoo langdurig mogelijk verblijf in de fris- sche lucht of lichaamsbeweging door sport of spel worden voorgeschreven. De kinderen moeten 's avonds zoo moe zijn. dat zij in bed gelegd, ter stond inslapen. Ontzaglijk veel kunnen de ouders dus doen om voor de eerste van alle behoeften van het kind, een rustigen slaap, te zorgen. Kinderjuffrouwen, die in dat opzicht haar invloed op de kinderen weten te doen gelden, die nen ln eere te worden gehouden. Mol lige, blozende, vroolijke kinderen, do vreugde van 't huis, vindt ge alleeD waar aan Morpheus de'eer gegeven wordt die hem toekomt. (N. Ct.) EEN PANIEK. Te Keulen is bij het uitgaan van een circus een ernslige paniek ge weest. Toen 5000 menschen door den hoofduitgang het paardenspel wilden verlaten, versperden duizenden ande ren, die kaarten voor de avondvoor stelling wilden nemen, hun den weg. Het gedrang werd zoo erg, (Lat vrou wen en kinderen onder den voet kwa men. Moeders hielden bewuslelooze kinderen omhoog. Politieagenten en circus-beombten stonden hulpeloos in het menschenkluwen, tot ten laat ste de brandweer met een dikken wa terstraal de menigte buiten den cir cus verdreef. Maar toen de menschen in den circus de brandweer aan het werk zagen, beving hen een nieuwe paniek, daar zij meenden, dat ei brand was. Een sterke politie-afdee- ling, die met de brandweer samen het plein schoonveegde, wist eindelijk de orde te herstellen. Honderden men schen, die hun nieuwe Paaschplunje aan hadden, dropen, na door de brandweer bespoten te zijn, met wan hopige gezichten af. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den Heer J. Meijer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543. No. 139. EINDSPEL, opgedragen aan den heer G. P. Heck, door W. J. A. Matla. Zwart - 4ö 4/ 49 Zwart. Schijf op 17. Wit. Schijven op 24, 26 en 40, R mm 16 26 a ai 86 h J- m 45 46 41 40 4» OU Zwart. Schijven op 1, 6, 7, 9, 10, Wit. Schijven op 21, 23, 26, 28, 29, Oplossingen van deze probleems worden ingewacht aan bovengenoemd adres, uiterlijk Dinsdag 12 April a.s. Oplossing van probleem No. 135, van den auteur Wit 34 - 30, 15 - 10, 13 - 8, 23 -19, 31 - 27, 16 :91 Oplossing van probleem No. 136, 12, 14, 16, 17, 20, 25, 40 en 45. 31, 33, 42, 43, 40, 48, 49 en 50. van den auteur Wit 23 -19, 28 - 23, 43 - 39, 22 - 18, 23 3, 3 21 Beide probleems zijn goed opgelost, door de heeren R. Bouw, W. van Daalen, P. J. Eype, J. Jacobson Azn.p D. G. Koning, C. P. Kraay, J. Lyckla- nia, W. J. A. Matla, H. Koster, W. -J. Balkenende. Van Frangois Géva, te Marseille. Wit .Wit speelt en wint een schijf. Oplossing. Wit speelt 27-22. 'Antwoordt zwart mot 18 27, dan wint wit met 34 - 30 beslist een schijf. Slaat zwart met 17 28, dan speelt wit 24 - 19, 38 - 33 en ontstaan .ver schillende varianten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 14