m
S
a
n
s
üi
s
jj
g§
IS
m
IK
s
lüt
«p
hand naar iets tastte, dat heel onder
in den binnenzak kraakte.
Een brief waarachtig. Aha,
nu zullen we waarschijnlijk den naam
van den schenker van dit prachtstuk
vernemen.
Hij streek het geheel verkreukelde
papier glad en las toen het adres
Aan den heer dr. med. Leopold,
Berlijn, X-straat
-- Dus een dokter nu. die zijn in
don regel rijk, hij kan zich een nieu-
v;e koopen. Maar we willen eens zien,
•ral men aan dien meneer schrijft
menigmaal zit er geld in zoo'n brief
of meldt men, dat er wat betaald zal
worden.
11 ij vouwde den brief open
studeerde opmerkzaam den inhoud.
Hoe verder hij kwam, des te grooter
werden zün kleine listige oogenhij
las nog eens, daarop lachte hij luide
en wreef zich de handen.
Dat is een fameuze vangst, grin
nikte hij. Doktertje, je zoudt jouw
overjas, hoe duur die ook is, gaarne
willen afstaan, als je dezen belang
rijken brief maar terug hadt.
Hij bekeek den naam der plaats
vail afzending en den stempel.
Van Posen, zei hij, en gisteren
verzonden. En aangeteekend. Onge
twijfeld heeft men hem den brief over
handigd, terwijl hij onderweg was,
hij schoof dien. na hem vluchtig go-
lezen te hebben, in den zak en wel
hij vergissing in plaats van in den
jaszak in den zak van de overjas.
Beste dokter 1
„Het bekende is prompt, gearri
veerd en heeft nog denzelfden
avond zijn uitwerking gedaan.
Oompie is zacht voor goed inge
slapen en zal het zijn dierbaren
neef nooit weer lastig maken. Ik
heb hem de geheele dosis in eens
peireven. Het testament is reeds
geopend zoodra ik in het bezit
van de erfenis ben gekomen, ont
vangt ge de overeeugekomeu
2Ü,ÜÜ0 mark. Het zal het veiligst
zijn, dat ik u liet geld zelf breng.
Verbrand dezen brief onmiddel
lijk, inaar dat zult "e immers in
uw eigen belang wel reeds doen.
Groetend,
uw H."
De naam is niet voluit geschre
ven. Maar dat is ook niet noodig, zei
dc spitsboef met eeu knikje, ik heb ge
noeg aan het adres van den ontvan
ger. Van hem krijg ik ook wel het
andere, want ik denk. dat heiden mij
het interessante epistel met goud zul
len betalen.
Reeds den volgenden morgen kwam
de student in het spreekuur bij dok
ter Leopold. Vrijpostig trad hij bin
nen, toen de beurt aan hem kwam, en
wierp een onderzoekenden blik op
den dokter, die nog jong was en er ta
melijk bleek uitzag.
Wel wat mankeert er aan
vroeg dr. Leopold kortaf.
De Serviër ging dicht naar hem toe
en fluisterde hem in zijn vloeiend,
manr ©enigszins vreemd klinkend
Duitsch driest in 't oor
Laat mij liever vragen, waar het
u mankeert, dokter.
U u bent zeker niet heelemaal
goed in 't hoofd stoof de arts drif
tig op.
Ik laat het aan u over, dat te be-
oordeeten. U bent immers de dokter
Leopold, wien gisteravond in de lees
zaal zijn overjas ontstolen werd.
De dokter keek den vreemdeling
verbaasd aan.
Dat ben ik werkelijk hoe u
u bent misschien zelf de dief
vroeg hij op halfluiden toon en wierp
een onrustiger) blik naar de deur.
O m u te dienen, dokter, ant
woordde spitsboef brutaal.
Voor den dag dan met mijn
eigendom of ik klaag u bij de* politie
aan.
En als ik de jas maar bij vergis
sing met de miine verwisseld had
Dat was onmogelijk....
't Is ook met hel geval, zei de
dief uiet een spotlach, lutusschen
ik kom u vragen mij de jas af te
staan tegen afstand van dezen brief,
dien ik er in gevonden heb.
De dief knipoogde den dokter toe
en deze keek getroffen naar hem op.
Den brief wat voor eeu brief?
Van een zekeren meneer li. in
Posen.
Ha die brief zat hij in de
overjas
ist u dat zelf niet?
Ik dacht, dat ik hem verloren
had. U hebt hem gelezen
In de vaste overtuiging, dat u me
niet wegens schending van het brief
geheim zult aanklagen.
De dokter stond plotseling op.
Hoeveel eischt u voor de terugga
ve van den brief en voor uw stilzwij
gen
De helft van hetgeen u hebt ge
kregen.
Dat is te veel....
En het adres van meneer H. Het
Is niet meer dan billijk, dat hij mij
eveneens betaalt.
Zooveel bezit ik in het geheel
niet. U zoudt dan moeten wachten,
tot ik het geld van H. ontvangen heb.
Dat zou mij onaangenaam zijn.
Ik zou gaarne zoo spoedig mogelijk
naar Posen en dan naar huis reizen.
Hoeveel kunt u mij onmiddellijk ver
strekken
Op het oogenblik niets maar
als u een paar uur geduld wilt heb
ben, 3000 mark.
Goed het zij zoo. Ik neem het op,
afbetaling aan.
Op afbetaling? Neen....
Daarover zullen we het wel eens
worden, zei de ander, terwijl hij spot
tend glimlachte. Wanneer zal ik dan
komen
Om twaalf uur.
De student kwam stipt op tijd te
rug.
Dr. Leopold wachtte hem in zijn
spreekkamer.
Neem als 't u blieft plaats, zei Iim
beleefd. I'ol mijn spijt heb ik niet
meer dan 2000 mark bij elkaar kun
nen krijgen. Wilt u mij den brief voor
dit bedrag geven
Dan moest ik een gek wezen.
Behoud dan den brief, riep de
dokter plotseling, met luide slem.
Bij deze woorden werden de beide
deuren ven het vertrek op hetzelfde
oogenblik geopend en door ieder er
van kwamen een paar politie-agen-
ten, die den dief grepen en boeiden.
In de val geloopen, juichte com
missaris Felsch. Ik dank u, dokter, u
iiebt uw rol voortreffelijk gespeeld.
Ja, ja, Jongetje f wendde hij zich tot
don jassendjef, jou hebben we er net
jes in laten loopen
Hoe dan vroeg de spitsboef
tandenknarsende.
Toen het ons in weerwil al onze
waakzaamheid niet gelukte te vinden,
wie de dief in de leeszaal was, kwam
ik op het idee van den truc van de
brieven. Ik had opgemerkt, dat de
spitsboef altijd do nieuwste en fijnste
overjassen uitzocht. Daarop bouwdo
ilc mijn plan. Ik nam vier heeren in
het geheim Ierier hunner overhandig
de ik een brief, waarvan de inhoud
telkens overeenkomstig den stand van
den ontvanger ©enigszins anders was.
Ieder der boeren stak bet schrijven
in een aap hem geadresseerd couvert
en verborg het in een der binnenzak
ken van zijn overjas. Mijn veronder
stelling kwam uit reeds den twee
den avond stal de schelm een der als
lokprijs gekozen jassen, vond den
brief en daar hebben wij hem I
Dokter Leopold kreeg nog denzelf-
den avond zijn oigendum terug. Zoo
als later bleek, had men heelemaal
niet met een student te doen, maar
met een sujet, dat reeds herhaalde
lijk wegens diefstal en bedrog ge
straft was. De rechtbank zorgde er
voor, dat hij nu voor verscheidene ja
ren vrije woning kreeg op een plaats,
waar hij -med bewaard was.
De Koe.
Horatius, zei mevrouw Darke,
ik heb een idee.
Komaan, antwoordde haai
man en er zat iets angstigs in zijn
toon.
Hij voelde zich bij een dergelijke
mededeelmg altijd onrustig worden.
Ja, vervolgde mevrouw Darke,
en ik heb zuo'u vermoeden, dat jij
het denkbeeld óók bijzonder goed zult
vinden.
Herinner je je laatste idee nog
Over een met asfalt geplaveiden
tuin
Ja. En dat is niet meegevallen.
Maar nu heb ik een plannetje I
En mevrouw Darke's oogen schit
terden van verrukte verrassing.
- En dat is
- Je weel hoe de melkman ons be
steelt, door altoos te weinig te geven?
Ja. En
Nu, ik wilde zelf een koe gaan
houden.
Waarvoor....
Voor haar melk I 1
De heer Darke schudde zijn lioofd
energiek.
Nooit 1 sprak hij. Waar
zouden we het beest moeten her
ten
Je bent een goed timmerman,
Horatius 1
Maar een stal kan ik niet bou
wen.
Dat hoeft ook niet
Maar we kunnen het dier toch
niet in de badkamer logeeren. Als zij
niet matineus is, zou ik niet eens op
tijd mijn morgendouche kunnen ne-
- Nee, maar je kan best een
schuurtje bouwen't Idee is te
mooi om het ineens weer op te ge
ven.
Een week later was het schuurtje
gebouwd, er deed zich eene nieuwe
moeilijkheid voor.... Welke kleur
moest de koe hebben De heer en
mevrouw Darke waren zeer op har
monie van kleuren gesteld, en me
vrouw vreesde, dat eeu roode koe
niet bij de kleur der appels in den
tuin zou passen, en meneer vond van
een zwart rund, dat het zoo leelijk
kleurde.
Intusschen die kleur laat ik
aan jou over, zei zijne vrouw wel
willend en ook mag jij den koop
van het dier geheel op je nemen.
Dat beteekende nieuwe moeilijkhe
den voor den heer Darke. Hij had al
tijd gedacht, dat een koe koopen een
hoogst eenvoudige zaak was. Je ging
naar een boer en zocht een diertje
uit. Dan vroeg je den prijs. Zeshon
derd gulden werd b.v. gevraagd. Dan
moest je medelijdend glimlachend op
merken, dat je absoluut niet de leek
was, dien hij zich van je voorstelde,
en hem het derde van het gevraagde
aanbieden. De boer zou dau vragen,
het verschil samen te deelen, maar je
moest er dan 50 gulden opleggen en
geen cent meer.
Dat was koeien koopen.
Evenwel 't liep eenigszins anders.
Hoeveel moet je voor dat beige
beest daar hebben vroeg de heer
Darke aan den boer, tot wien hij zich
gewend had.
„Beige" lachte de boer.
Nu ja, vervolgde de heer Dar
ke, en hij kreeg al een gevoel of de
boer hem niet voor „vol" aanzag...
Hoeveel moet d i e daar doen Die
daar, met die droomerige oogen
De boer lachte spottend.
Eigenlijk wil ik die niet verkoo-
pen, zei hij.
De heer Darke onderging een ge
waarwording van teleurstelling.
Ik zou je een goeden prijs wil
len geven, vadertje.
De boer schudde zijn hoofd, en de
heer Darke keek andermaal naar de
koe.. Ditmaal zag het dier niet zoo
droomerig als even te voren. Er lag
daarentegen een schittering van kop
pige onhandelbaarheid in haar oogen
zou ze van den verkoop iets be
grijpen.... De heer Darke voelde het
tragische van zoo'n verandering van
omgeving voor het dierZou het
beest ongelukkig zijn Het leven
was niet alles voor die dieren.
En zich weer tot den boer wenden
de, zei hij
Een stevtgen prijs.
Nu, hapte de boer toe, wat
denk je dan wel, dat zoo'n prachtdier
als dat daar waard is
Dat was de loop van de onderhan
delingen beinfluenceeren, dacht Je
heer Darke. Zóó hoorde het niet te
eaan. Maar.... hij zou zich niet laten
"beetnemen, en hij noemde ineens de
som, die hij zich al vóór de koe Ie
zien in het hoofd had gezet 250
gulden.
De heer Darke kan zich nu achteraf
niet herinneren, óóit een uitdrukking
van zóu hevige verbazing op een men
schel ijk gelaat te hebben gezien, als
zich bij het noemen van die som van
250 gulden op het gezicht van den
boer afteekende.
Ja, dat was ze als kalf waard,
sprak hij, en hij wandelde heen.
Da koe loeide intusschen zacht
wanhopig
Dat maakte althans de heer Darke
uit den toonaard op, en hij besloot
het dier aan haar blijkbaar hinder
lijke omgeving te onttrekken, het
kostte dan wat het wilde.... De heer
Darke was namelijk een zeer gevoe
lig man.
Hoe veel hadt jij dan gedacht?
vroeg hij aan den boer.
Lette je op, meneer, dat oen van
zijn horens kapot is? zei deze.
Nee.
Nou. Als dat het geval niet w.
dan zou ik overal eiken prijs
voor haar kunnen maken... Nu vraag
ik achthonderd gulden, geen cent
minder.
De koe werd voor dien prijs het
eigendom van den heer Darke.... Hij
en zijn vrouw besloten haar Eva te
noemen's Avonds nog werd hel
dier gebracht.
Den volgenden morgen vóór dag en
dauw werd de heer Horatius door
zijn vrouw wakker geschud.
Horatius I
Ja, lieve
We moeten wat melk bij het ont
bijt hebben.
Zeker, lieve.
Zou je dan de koe niet gaan mel
ken
O ja, lieve.
Dat was waar ook De heer Darke
had bij de consternatie vóór den
aankoop van het melkgevend huis
dier, totaal vergeten, dut dit ook van
zijn melk moest worden b e v r ij d.
Hij zou dan nu maar tot vaste.... ge
woonte.... maken... het melken... zelf
morgens
Kom nu. man, sta dan op.
De heer Darke, reeds op het punt
eer in Ie slapen, schoot met een
schok wakker.
Die verdraaide Eva riep hij.
En mevrouw Darke, die daar een
hatelijkheid op haar in zag, stond
reeds op het punt haar gade eene
scène te maken, toon ook zij zich den
naam van het melkkoetje plotseling
eer bedacht
Foei, man zei ze. Wc héb
ben hei lieve dier pas. Nou doe je "t
toch onrechtIn plaats blij te zijn,
dat het melk geeft I
Ja maar, het doet het al zoo
vroeg.
Nou, is dat dan niet héérlijk
Zou je het beter vinden ais het melk
gaf na het ontbijt
De heer Darke schoot zijn kamer
jas aan, en in den tuin komende, zag
hij daar Eva ongegeneerd door de
grasperken stappende, en de rozen
vernielendeVan haar stal was
niets over dan een berg planken.
Horatius Darke naderde het strui-
sche dier, zijn hand op verzoenings
gezinde manier uitstekende, maar
Eva wilde blijkbaar niets van de man
nen hebben. Zij week telkens achter
uit, en keek dan achterom, over haar
rug, telkens met kokette verbazing
haar heer en meester aan.
Daarna ging de heer Darke thuis
een eindje touw halen.
Wel, zei zijn vrouw, toen hij
binnentrad, heb je ze
Wat
De melk
Nee, ik heb het beest nog niet
kunnen interviewen.
Terugkomende vond de heer Hora
tius Darke Eva met één poot in den
achtergelaten melkemmer, hetgeen
een hernieuwde reiniging van dit in
strument ten gevolge moest hebben.
Doch daarop andermaal in den tuin
wederkeerende, vond de heer Darke
daar géén EvaHij zag rond. Zou
het dier den grendel van het tuinhek
hebben gedaan, en weg zijn gewan
deld?.... 't Zou waarlijk èl te slim
zijn.
En Darke inspecteerde den gren
delHij zat er nog op.
Een lustig geloei klonk plotseling
achter hem. Als een donderslag, zóó
vervaarlijk klonk dit gebrul den heer
Darke in de ooren. En omkijkende,
zag hij Eva 't leek wellachende
in de keukendeuropening staan.
De slimmert 1
Een half uur had de moderne boer,
Horatius Darke, noodig om Eva aan
het pas gehaalde touw te rijgen. Ze
liet zich uitermate moeilijk vangen,
en dat wekte niet weinig de bewonde
ring van Darke, die „voorhoede-
speler" in een voetbalclub was, en
dus wel iets afwist van in het nauw
drijven. Blijkbaar met een minimum
van inspanning ontsnapte Eva tel
kens, en net toen Darke de melkgeef-
sler te pakken kreeg, dreigde hij van
inspanning te bezwijken.
Van den tuin was toen niets meer
over. Een aschbelt was er fraai bij.
Eva werd nu aan een appelboom
vastgebonden. De appels hingen hoog
en de tuin had nïels meer van een
paradijs; daaromtrent was dus geen
En daarop begon het melken. De
heer Darke had zich het melken nooit
als iets moeilijks voorgesteld, en
Eva stond schitterend stil. Maar tot
zijn groote verbazing had Darke toch
na een kwartier niet meer dan een
half glas vol melk getapt.
Toen hij opstond, om dat al vast
binnen te gaan brengen, stak Eva
met een nonchalant air het eind van
haar staart in Darke's linkeroog.
Darke tuimelde achterover, en Eva
begon middelerwijl een nieuwe mor-
geuwandeling.
Mevrouw Darke was eigenlijk een
beetje ontstemd over het geringe suc
ces doch haar man verzekerde haar,
dat elke volgende keer gemakkelijker
zou gaan en ze geloofde liet graag
maar.... 't bleek niet. Na vijf dagen
gaf de koe geen druppel melk meer.
Den zesden dag passeerde Y\ illems,
de vroegere melkman van de Darke's.
Kan jij melken, Willenis
riep Darke.
Ja, meneer.
Wil je me een lesje geven?
Met genoegen, meneer.
Nou, kom dan hier.
Maar u wilt het toch niet bij
die koe leeren
Waarom niet
Dat is geen melkgevende, me
neer. Ze is in handen van den een
naar die van den ander overgegaan,
en niemand wilde haar natuurlijk
langer houden.
De heer Darke heeft in de volgende
zes weken honderd en een pogingen
gedaan, om Eva weer van de hand te
doen, doch het lukte niet Zooclra
men haar eigenaardige behoudzucht
op het punt van melk geven bemerk
te, wilde niemand meer wat mot Eva
te doen hebben en ten slotte ver
kocht Darke zijn rund voor zestig
gulden.
Weet je wat jij nu eens in het
vervolg doen moest, lieve, zei hij
dien dag tegen zijn vrouw, je „goe
de ideeën" smoren zoodra ze in je
opkomen.... Zal je?
De „lieve" beloofde 't
C.Centr.").
Het Bloemenmeisje.
Het is vandaag zulk mooi weer,
m© dunkt, we moesten naar huis gaan
wandelen, stelde Pierre Lignières
voor, ik heb over dag zoo weinig be
weging.
Hij zond zijn rijtuig weg en wij ver
lieten het restaurant, waarin hij mij
en oenige vrienden onthaald had, te
voet
Pierre Lignières is tegenwoordig
©en vorst in het rijk van do pen.
Maar er was een langdurige, inspan
nende worsteling no dig, ©er hij het
zoover had gebracht.
Toen we alleen waren d© ande
ren hadden afscheid van ons geno
men, en ik was als laatste bij hem
aebleven vertelde hij er mjj eens
weer van, hoe moeilijk hii het in het
begin van zijn loopbaan als schrijver
had gehad. Op dit oogenblik kwam
een klein bloemenmeisje naar ons
toe. dat ons smeekend baar viooltjes
voorhield.
Het was een no? jone, ma eer dine,
gebrekkie met roode randen om de
oneen, een gezicht vol zomersproeten
en sfïif haar.
In weerwil van de bittere koude
donee ze rieohts dunne blouse en
een verscheurd rokje.
Wij hadden medelijden met haar en
gevoelden ons ook in een stemming
om wat te geven, daar we goed gege
ten hadden. Maar om een aalmoes te
kunnen overhandigen, hadden we de
overjas moeten openmaken en dat is
een zeer lastig, vervelend werk. Men
zou niet -°looven, hoeveel aalmoezen
uit gemakzucht niet gegeven worden.
Vroeger werd de weldadigheid door
de kleermakers bevorderd en begun
stigd. toen droeg men een kleinen
buitenzak In zijn overjas voor kaart
jes en kleingeld, en toen zou het niet
eronlschuldigen zijn gewepst. won-
•r men een arme een aalmoes had
geweigerd. Maar de buitenzak is niet
meer rrmdern en onze edelmoedig!)" d
gaot zelden zoover, dat we onze jas
open- en dicht- willen knongfifi de
beurs zoeken en z© weer openen en
sluiten.
Een sous de mooie viooltjes I
Och, het was werkelijk niet het geld
aarom het ging, maar het ongemak,
de heele reeks van kleine, lastige be
wegingen.
Maar de kleine, die dat niet begreep
en ook niet begrijpen kon, liep ous
achterna.
Voor vijf centimes.
Zij kon zich niet in onzen toestand
verplaatsen en wij ons niet m dien
van haar en daaruit ontstond welbe
schouwd het misverstand.
Voor drie centimes.
Tot mijn verbazing want ik ken
Pierre Lignières reeds lang en ik
weet, dat hij 'n vijand is van alles,
wat hem eenigen last veroorzaakt,
bleef hij staan, trok zijn handschoe
nen uit. knoopte zijn jas geheel los en
nam uit zijn portemonnaie een twin
tigfranc-stuk, dut hij in de hand van
het kleine meisje legde, hetwelk met j
open mond en groote oogen naar het j
goudstuk staarde.
Zie zoo, zei hij, geef mij nu als
je blieft mijn ruiker
Ze vond de spraak weer en ant
woordde
Wil meneer de geheele mand
Neen, neen, allen den ruiker,
dien ik gekocht heb.
Och toe, meneer, zoekt u er dan
een uit
Ze kon niet denken, dat het ge
schenk o" rekening van haar gezicht
moest worden geschreven. Ze was te
leelijk, dan dat er iu dit opzicht twij
fel mogelijk zou ziju. En toeu Ligniè
res deu eersten den besten ruiker
nam en in zijd zak stak, zonder zich
er om te bekommeren, of hij hem
ook plat drukte, ledigde het meisje
met een enkele beweging den gau-
schen korf aan onze voeten en nep
ons toe
Ik donk u, meneer, nu kan ik
eten 1
Ze sprong haasti- weg.
Haar daevverk was volbracht.
Lignières nam de viooltjes op.
Je bent, zeker verbaasd o\ur mijn
royaliteit. Maar ik heb daarmee
slechts een schuld afgedaan.
Een schuld
Zeker. Langen tijd geleden heeft
_?n klein bloemenmeisje, even leelijk
even achterlijk als dat daar, mij voor
moedeloosheid en wanhoop bewaard.
Zoo iets is zeker meer dan twintig
francs waard. Toen ik van mijn jeugd
vertelde, schoot het mij weer te bin-
eu dat is nu het meisje tot voor
deel geweest
Ik weuschte een verklaring en hij
liet er zich niet lang om smeeken.
Het is thuus eenjge jaren gele
den. Ik had mijn eerste boek geschre
ven. Tracht met, je <ieu titel te her
inneren, want het is nooit in 't licht
verschenen. Intusschen meende ik
toen, dat het een meesterwerk was.
Ik was er zoo trotsch op en schreef
het zelf in 't net ik had trouwens
ook geen geld om daarvoor iemand
te nemen. Mijn familie had zich van
mij afgekeerd, omdat ik tegen haar
zin schrijver was geworden, ze hoop
te echter, dat ik spoedig gedwongen
zou worden om vol berouw onder het
vaderlijk dak terug te keeren. Ter
wijl ik eerste werk schreef, had
ik bijna al mijn financieele bronnen
uitgeput. Maar deze roman zou mij
de poorten van den rijkdom en den
roem openen Ik bracht mijn werk
naar den uitgever van een groot tijd
schrift, het grootste, dat wij hadden.
Hij gaf het mij korten lijd daarna
terug. Op den toon van een beul
vroeg hij mij
Hoe oud bent u
Drie-en-twintig jaar.
Voor z'n dertigste jaar schrijft
men geen goede romans. U zult mis
schien eenmaal goede romans schrij
ven.
In plaats van daaruit hoop voor de
toekomst te putten zag ik slechts de
nederlaag. Als men drle-en-twintlg
jaar is, beschouwt men een dertigja
rige als een halven grijsaard, ou op
dion leeft''d wilde ik mij reeds door
acht of tien romans, door acht of
tien meesterwerken beroemd gemaakt
hebben.
Ik ging dus mot mijn roman naar
oou ander adres
Men behield hem een half jaar
toen zond men mij hem terug mot een
welwillend begeleidend schrijvou. O
Ja men had er groote gaven in ont
dekt, bijzonder groote gaven zelfs,
maar andere verplichtingen gingen
voor, men vreesde mij met hot druk
ken te lang te moeten laten wachten.
Het schenen beloofde, fijn voelende
menschen te zijn met oen goeden
smaak, hoe jammer, dat. ze zooveel
hadden uit te geven.
Toen in mijn kamertje liet groote
pakket voor mij lag, bemerkte ik,
dat het niet eens open was geweest.
Ik wendde mij nu voor de derde maal
tot een dagblad en men stelde mij
voor, dat ik de handeling van den
roman zou omwerken. Ik was zoor
vorontwaardigd I
Nu begon ik met de reeks der ge
wone uitgevers. In dezen tijd gaf ik
les in grammatica en geschiedenis,
want ik had in de talen gestudeerd.
Maar aan de litteratuur behoorde
mijn geheele hart. vooral aan mijn
litteratuur. Ik ondervond nog meni
gerlei teleurstelling. De laatste was
de bitterste. Ik had besloten mijn
boek voor eigen rekening uit te ge-
veu, maar men wilde het mot druk
ken, zelfs niet. wanneer ik de onkos
ten betaalde. Van dezen dag af huod
ik den roman niet meer aan. Van het
bezoek, da t ik met zooveel blijde hoop
aflegde, kwam ik zoo terneergeslagen
terug, zoo vernederd, in mijn trots,
zoo pijnlijk getroffen in mijn zelfver
trouwen, dat toch zoo noodzakelijk is
voor het scheppen. Ik was gereed om
den strijd op te geven, in het ouder
lijk huis terug te keeren, toe te geven
en op alles ja eu amen te zeggen.
Zonder bepaald plan dwaalde ik door
de straten en ik bevond mij ten slotte
op den boulevard over het restau
rant, waar we straks gedineerd heb
ben.
Ik bespeurde gelukkig geen honger;
zou ook niet geweten bobben, waar-
moe ik dien moest stillen, want ik
kou immers niet meer over geldmid
delen beschikken.
Een bloemenmeisje bood mij, zoo
als straks, haar ruikertje aan. Ik
wees haar op beslisten toon af. Maar
werktulgliik volgde ik haar mot do
oogen. Zo bood haar ruikertjes een
anderen voorbijganger aan. daarna
woer oen anderen en telkens zonder
succes. Langzamerhand begon haar
werken mii belangstelling in te boeze
men. Iloe dikwijls moest ze haar
vraag herhalen om de paur centimes
to verdienen. Niemand luisterde naar
haar, niemand bleef voor haar staan.
Men ging haar haastig voorhij, men
moest dineeren. Maar zij Had zij ge
geten Intusschen, zij ging orver-
mooid heen en weer om klanten te
krijgen, had voor ieder een glimlach,
trachtte op haar rood-órdinaii- ge
zicht een glans van zachtheid te too-
veren, haar schelle stem minder schel
te doen klinken. Ilc telde, hoe vaak
zc haar bloemen aanbood. Weet je,
hoever ik kwam
Dert)" of veertig maal
Twee honderd vijftig maal. Men
kan zich niet voorstellen, hoe woin'g
menschen er aan denken om te blij
ven staan teneinde een arme viool
tjes af te koopen. En dat ik slechts tot
twee honderd ij (tig kwam, was Let
gevolg daarvan, dat ik de twee hon
derd eenenvijftigste was. Ik gaf haar
vijf centimes. Dat was in dien tijd
meer voor mij dan heden het goud
stuk. Maar ik mocht mij niet meer
beklagen. Ik had een les gekregen
het kleine ding had ze mij gegoven
Geduld I Geduld Eu deze kleine les
heb ik ter harte genomen. Mijn ver
trouwen had ik terugtrekregen. En je
weet, dat hot succes niet is uitgeble
ven. (N. v. 't N.)
TREFFEND ONGELUK.
Eenigen tijd geleden Is bij Kuré oen
Japansche onderzeeër vergaan. Het
schip is dezer dagen gelicht en bij liet
onderzoek van de lijkeu der beman
ning werd oen treffende ontdekking
gedaan. Op het lijk van den bevel-
voerenden officier werd een nauwkeu
rige beschrijving van de ramp ge
vonden, die geschreven was, terwijl
dc geheele bemanning opgesloten zat,
«en wissen dood tegemoet ziende.
In dit verhaal spreekt de officier
zijn leedwezen uit over het ongeluk,
hij prijst den heldenmoed van de be
manning en smeekt den keizer, zich
te ontfermen over de nagelaten be
trekkingen der zeelieden.
liet verhaal breekt plotseling af
de officier kon nog juist nederschrij-
ven, dat hij niet verder kon.... de dood
begon zijn werk.
DAMRUBRIEK.
IIAARLEMSCIIE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den Heer J. Meijer, Kruisstraat
34. Telephoon 1543.
PROBLEEM No. 145,
met naspel,
van
Yves Le Goff.
Het naspel moet ook opgelost wor-
1 9 3 4 6
Zwart. Schijven op 6, 7, 8, 9, 12, 20, 24, 26 en 28.
WIL Schijven op 22, 27, 29, 31, 33, 34, 37, 40, 41 en 45.
PROBLEEM No. 146,
van
V a r d o n.
f;
ui
Él
IsH
g
m
n
§1
Zwart. Schijven op 1, 4, 7, 8, 9,
Wit. Schijven op 25, 27, 29, 31, 33,
Oplossingen van deze probleems
adres, uiterlijk Dinsdag 3 Mei a.s.
Oplossing van het Eindspel, No.
Wit 44 - 35 35 - 49 6-1
Zwart 2-16A, 16-2B, 2 -16 C, D,
10, 13, 14, 16, 18, 20, 21. 22. 23. 24 en 28.
34, 35, 37, 38, 39, 42, 43, 44, 48 en 50.
worden ingewacht aan bovengenoemd
141, van den auteur
34 - 29 49 - 35 1 -7, 29 - 24,95 2!
16 - 2 E, 2 -11 of 16, 16 2, 2 30,
Wit 6 - 1, 35 - 401
A Zwart. 2-7, 7 45,
Wit 6 -1,49 -40!
B Zwart 16-7, 7 45,
Wit 49 - 44, 1 -6, 6 -11
C Zwart 2-11, 11 50, 50 - 45,
Wit. „„,1 -29 .34-
D Zwart 2 - 35, 35-19 of verder,
Wit „„,49-44, 1 -6,6-11
Oplossing van Probleem No. 14£
van den auteur
Wit 29 - 24, 39 - 33, 49 - 43, 26 - 21.
22 -18, 21 3» 3 71
De Nos. 141 en 142 zijn goed opge-
30, 29 - 401
35,
E Zwart. 16-11, 11:50, 50 - 45,
lost door de heeren W. J. Balken
ende. B. Bouw, W. van Daalen. P. J.
Evpe. J. Jacobson Azn., D. G. Koning,
H. Koster. C. P. Kran^, J. I.ycklnma,
W. J- A. Matla, F. M. v. d. Werff.