HAARLEM'S DAGBLAD, TWEEDE BLAD. Donkere Schaduwen VHIJDAG 20 MEI 1910 Buitenlandsch Overzicht Er is in dezen tijd al lieel weinig buitenlandsch nieuws Over het alge meen is dit gelukkig te noemen, want in den regel heeft zulk nieuws betrek king op oorlogen, of geruchten van oorlogen, volksbewegingen, ernstige onheilen, enz. Maar een schaduw zijde is, dat er voor de overzicht schrijvers al heel weinig te .verwer ken is. De blijkbaar altijd durende KRETENSER QUABSTIB brengt in deze dagen nog cenige af wisseling, maar veel is het ook niet. Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat de Turksche vloot naar Karpa- thos, tusschen Kreta en Khodus zal vertrekken. Dit besluit der Turksche regeering wordt beschouwd als een bewijs, dat y.j door een vastbesloten houding tegenover de ICretensers, het aanzien van het nieuwe regime wil handha ven tegenover de openbare meening, en tevens een pressie wil oefenen op de beschermende mogendheden, op dat deze door ongeldigverklaring van den eed, door de Christelijke volks vertegenwoordigers op Krela afge legd, en door de bescherming der Mo- hammedaansche vertegenwoordigers, aan Turkije voldoening zullen schen ken. Turkije wil er blijkbaar nu eens alles opzetten Vandaar, dat met grootcn spoed een einde gemaakt wordt aan de ongeregeldheden in 'Albanië, om zoodoende de handen ge heel vrij te hebben. En de opstande lingen eerbiedigen dit. want ze heb ben bijna algemeen liet verzet ge slaakt. In de Kretenser volksvertegenwoor diging wordt druk over de gewensch- te vereeniging met Griekenland ge sproken. Een der invloedrijkste poli tici is minister Veniselos, de man, die maanden geleden in Athene geregeld heel geheimzinnige conferenties had met do Grieksche regeerders en de be stuurders van het militair verbond. Nu heeft minister Veniselos ia de Kretenser Kamer een rede gehouden, om liet progruin der xegeering te ont wikkelen. Volgens zijn beweren streeft de rcgcering naar het behoud van de sympathie der mogendheden door de handhaving van do orde en door de bescherming van de Mohammcdaan- sche minderheid. Voorts streeft de xegeering naar de internationale er kenning van de unie met Grieken land. naar de fusie van de Kretenser staatsbank met de Grieksche natio nale bank en de verhooging vau den militairen dienstplicht der militie met zes maanden. De regeering legde vervolgens den eed van trouw af aan den koning van Griekenland. De regeering trekt dus geheel één lijn niet de volksbeweging. Wat zal men nu in Konstantinopel weer woest zijn Zeker zullen er nu nog krachtiger maatregelen genomen worden, want de eilandbewoners zijn de Turken eigenlijk aan het tarten. Toch dient opgemerkt, dat de Itre- tensers heel slim zijn. Men zal name lijk herinneren, dat de mogendheden in den aanvang der Oostersche cri sis, kort na de proclamatie nopens de vereeniging van Kreta met Grieken land, als voorwaarden voor een „wel willende overweging" van de wen- schen der Kretensers hebben ge noemd vooral de handhaving der rust en de bescherming dor Mohammc- daansche minderheid op het eiland. ■Beide zegt de regeering thans na te streven, in do verwachting, dat de mogendheden dan haar sympathie aan de Kretenser regeering niet zul len onthouden. Dat is dus allemaal heel mooi, maar toch betwijfelen we sterk, of do beschermende mogendheden een ver eeniging van Kreta met Griekenland willen (of durven goedkeuren. Hoe het zij, het is en blijft een in- «wikkelde quaestie, die misschien nu of later) wel tot een nieuwe Bal- kan-crisis zal leiden. HET OORLOGSGEVAAR TUSSCHEN PERU EN ECUADOR is blijkbaar 'al weer voor een goed deel geweken. Uit Washington wordt gemeld, dat ltnox. de Amerikaansche minister van buitenlandsche zaken, or in geslaagd is, met medewerking van Argentinië en Brazilië, een oor log te voorkomen. Het was nog juist bijtijds; elk oogenblik kon het eerste scliot vallen tusschen de troepen, die aan do grens tegenover elkaar ston den. Een diplomatieke nota, gelee- kend door de vertegenwoordigers van Amerika, Argentinië en Brazilië, is aan Peru en Ecuador aangeboden en nagenoeg aanvaard. De legers zullen teruggeroepen worden en de twist zal scheidsrechterlijk worden beslecht. Uit Kopenhagen komt een opzien- wekkende mededeeling, namelijk dat een buitenlandsche mogendheid EEN 'AANSLAG OP DE NEUTRALI TEIT VAN DENEMARKEN zou hebben beproefd. Volgens een der Maden heeft een agent van die mogendheid (welke Duitsehland Engeland getracht, onder het ecu of ander onwaarschijnlijk voorwend sel een strook gronds van groot stra tegisch belang aan den Sond bij Ko penhagen voor een aanzienlijke som in handen te krijgen. Dit stuk grond zou zich uitstekend leenen tot landingsplaats en als steunpunt bij een overrompeling van de verstorkte hoofdstad van Denemar- ken- Natuurlijk moet dit bericht beves tigd worden, voor we het als waar aannemen. Het komt ons wel wat on waarschijnlijk voor I Eenige bladen bespreken de GEVOLGEN VAN DE TROON- WISSELING in Engeland. De oud-gezantschaps- raad Von Roth doet dit in 't DuïtSche blad de „Tog", in verband met de verhouding tusschen Engeland en Duïtschland. Hij schrijft o. a. Dat George V de gave en den harts tocht van zijn vader voor het diplo matieke bedrijf in vollen omvang ge- erfd heeft, is nog niet bekend gewor den, noch waarschijnlijk. De kranten melden, dat hij bepaald een Tory is en dus Duitschland weinig vriende lijk gezind. Als dat juist is, zou het toch voor de betrekkingen tusschen Duitschland en Engeland van niet al te gcoote beteekenis zijn. De politiek van Duitschland in te sluiten is, on danks de handigheid van den leider, door haar innerlijke gebreken mis lukt. Waarin echter de knappe vader niet slaagde, zou den zoon onbereik baar blijven, al wilde hij het beproe ven. Onze tegenwoordige gedruisch- looze politiek aan de volkeren van Europa voor te stellen als „Europa's donderwolk" naar een uitdrukking van Holstein zou een hopelooze on derneming wezen. Engeland heeft on der koning George voorloopig thuis meer dan genoeg moeilijk werk af te doen. Een in vrijzinnigen geest gere geerd en hoogelijk beschaafd volk gaat echter zoo'n taak nooit uit den weg door buitenslands afleiding te zoeken. Wij, Duitschers, behoeven daarom de hoop niet op te geven, dat de twee kritieke jaren, die ons nog scheiden van den tijd, dat onze vloot- bouw uit het stadium der uitbreiding in dat van het behoud overgaat, zon der oorlog met het Engeland van George V zal voorbijgaan, onder het beding evenwel, dat wij niet in oude misslagen vervallen. Heden is het de groote dag van DE BEGRAFENIS VAN KONING EDWARD, die plaats heeft in tegenwoordigheid van zeer veel vorstelijke personen. Ilier in Holland hebben we goed weer, zoodat men ook in Engeland wel niet te klagen zal hebben. De duizenden, neen, we kunnen zonder overdrijving zeggen de honderdduizenden, die zich langs den weg verdringen, om den plechtigen stoet voorbij te zien trekken, zullen 't er eer te warm dan te koud hebben. Gisteravond had ten hove in het Buckingham-paleis een diner plaats, waaraan alle te Louden vertoevende staatshoofden, prinsen en afgezanten deelnamen, in het geheel ongeveer 60 couverts. Aan tafel zaten o. a. aan de ko ning van Denemarken, de koning van Griekenland, de koning van Noor wegen, de koning van Portugal, de koning van Spanje, de keizer van Duitschland en bovendien nog vele troonopvolgers. Zelden zijn er zooveel vorstelijke staatshoofden hij elkaar gezien Ook Prins Hendrik was bij dit di ner genoodigd en zat naast den kroonprins van Roemenië en den ko ning van Noorwegen. Na afloop van den maaltijd werd het gevolg van de koninklijke gasten aan den koning voorgesteld. Gistermiddag brachten nog verschil lende vorsten een bezoek aan West- minster Hall, om het stoffelijk over schot van koning Edward daar opge baard te zien liggen. Een treffende aanblik was het, toen de nieuwe koning van Engeland en de keizer van Duitschland in stil ge bed geknield lagen bij de katafalk, daarna zichtbaar ontroerd opstonden en elkander de hand drukten, in te genwoordigheid van een buitenge woon talrijke menigte, die, hoewel eenigszins teruggehouden, toch voort durend de Hall bleef binnenstroo- Allegaartjes. VAN EEN ANTI-L UIL AKKER, Een geïmporteerd Haarlemmer een botanist zou spreken van 'n pot- hoofdplant is Zaterdag 14 Mei des morgens even na vier uur gestoord in zijn slaap. Dit wereldschokkende feit heeft den man dermate aangegrepen, dat hij naar de pen hoeft gegrepen en al de verontwaardiging van oen tot griminigen toorn ontstoken gemoed, als men bij „Uw abonnée" slechts ver wachten kan in een ingezonden stuk fceoft uitgestort. Immers, het ingezon den stuk is voor menig verbitterd courantlezer de veiligheidsklep, die hem verlichting en soulaas brengt. Toen maakte hij de redactie van het „Handelsblad" met het volgend epis tel gelukkig. Hij nam darurtoe een folio vel pa pier ter hand cn schreef er boven: De Eeuw van het kind. Een uitroeplee- ken tusschen haakjes plaatste hij er als een vlijmsclierp sarcas me achter. Een tevreden gebaar en 'n uitdruk king van: ,,'k Zal zo!" moeten de» schrijvers gezicht op dat oogenblik versierd hebben. Toen schreef hij: „Aan de Redactie! Hedennacht even na vier uur wer den de bewoners van een der buiten wijken van Haarlem uit hun slaap opgeschrikt door het oorverdoovend gekrijsch van eenige kinderen, die door het geroep van Luilak! Luilak!, afgewisseld door den kreet van Hoe- hoe! de welverdiende nachtrust van velen verstoorden..." De luilak^gangers hadden 't ge daan! Dan pende hij 't volgende neer, waaruit 's mans on-llaarlemsch hart blijkt: „Het is in Haarlem s i n d s j a r en de gewoonte op Luilak tijdig naar de Bloeminaxkt te gaan. Behoeft dit echter te ontaarden in liet ontijdig luidkeels wakker schreeuwen der ge- lieole buurt, zooals hier hedenmor gen plaats vond? Omstreoks vijf uur trok de steeds aangroeiende bende naar naburige sbraten, vanwaar het gejoel der kinderen, het bassend ge brom der waakhonden cn het nijdige gekef der kleinere hondjes nog tot ons doordrong en ons den 6laap ont hield..." Waar bergen wij Haarlemmers on ze schuldige hoofden? Ik beken 'k schaam mij over m'n jeugdige staxlge- nooten en over de Ilaarlemsclie hon den. Waarlijk 't is te veel voör een on- malineus mensch: gejoel, bassend ge brom en nijdig gekef. Daarom werd 'k met diepen deemoed vervuld, toen 'k deze oratorische vraag las: „Ik vraag u, waar de kinderen zei ven In hun overmoedige levensvreugd zulk een plan op touw hebben gezet, is het daar niet de plicht dor ouders tegenover hun medebewoners ten spoedigste paal on perk te stellen aan de uitvoering er van?' Gewist, dat is een leelijke fout van de ouders, 'n lacune in hun paedogo- gisch bedrijf. En daaraan moet ten spoedigste paal en perk gesteld war den. Wat dunkt u, „Uw abonnée", als we eens een voroeniging oprichtten met dezen welgekozen naam „Veree niging tot verbetering van ouders, wier plicht het is tegenover lum mo de-bewoners ten spoedigste paal en perk te stellen aan de uitvoering van in-overmoedige-levensiTeugd-dKxïr-kin d eiren-en-hondon-op-touw-gezette plan nen ter luidruchtige viering van den Haarlemschen luilak." De naam is wat long, maar heoft het vooTdeel dat hij alles ia zich houdt, wat met deze vereeniging be oogd wordt. Doch luisteren we verder naar „Uw abonnée". „Deze vorm van „dauwdroppen" toch beroofde o.a. ondergeteekende van eenige uren zeer noodige nacht rust. 'n Enkele Zondagmorgen was reeds voorafgegaan, waarop de jeugd zich blijkbaar in hot vroege opstaan geoefend had en wij ouderen ons ge noodzaakt zagen de gedachten aan verdere rust uit het hoofd te zetten." Halt, daartegen moet 'k protestee ren. Onze jongens behoeven zich niet te oefenen in het vroeg opstaan, maar 'k wil wel gelooven, dat de schrijver een dergelijke matineus-heid niet mo gelijk acht zonder ernstige oefening. „Omstreeks zes uur hedenmorgen koerde de tierende bende tot haar uit gangspunt, onze straat, terug, zoodat ook van verdere rust geen sprake was." Daar '1 stukje in *t avondblad van Woensdag geplaatst werd, komen we door dat woord hedenmorgen tot de gevolgtrekking, dat de jongens honden eerst Woensdagmorgen van hun anti-socialen luilakpret zijn te ruggekeerd. Dat is te bar, zelfs voor jongens van Hildebrand. Stadsnieuws Aanbesteding. Hedenmorgen werd door de Genie alhier aanbesteed volgens bestek no. 151 Het doen van voorzieningen aan het wapenmagazijn bij de Infanterie- kazerae te Haarlem. Raming ƒ2370. Ingeschreven werd door J. IL v. Wageningcn, Spaorndam, ƒ2289. Th. RL v. DeurseD, Haarlem, ƒ228L Th. J. Verzijlberg, i<L, 2270. J. N. v. d. Werk, id., ƒ2173. D. Middelkoop, id., ƒ2083. ORGELBESPELING op Dinsdag 24 Mei, des namiddags van 1—2 uur, in de Groote- of Sint- Bavokerk alhier, door den He>e>r W- Ezerman. No. 1. Einleitlung und Fuge, W. T. Best. No. 2. Largo, H5ndcl. Na 3. Sonate No. 3, Mendelssohn, a. Con moto maestoso. b. Andante tranquillo. No. 4. Offerloire, Th. Dubois. No. 5. Duet uit Stabat Matar, Rossini. Uit de Rechtszaal OPZETTELIJKE VERNIELING. Terecht stond gisteren Jacobus W., rachtrijder te IJmuiden, beschuldigd dat hij op den 26sten Februari l.L in de Zuider Dorpstraat to Velsen met een vierwieligcn wagen, die met een paard bespannen was. tegen den handwagen van v. II. is aangereden, met het kennelijke doel dezen opzet telijk to vernielen. Een knecht van v. H. heeft zelfs nog aangeboden den handwagen wat verder te rijden, maar beklaagde had geroepen „Neen, ik heb te veel haast, ik zal don boel wel kapot rijden t" De bot sing der wagens had ten gevolge, dat de as van den handwagen gedeukt en verbogen werd. Do schade was voor den betrokkene niet groot. Beklaagde zcide, niet opzettelijk gehandeld te hebben, maar de offi- cior van justitie was een andere mee ning toegedaan en eischte een geld: boete vau 10 of 10 dagen hechtenis. Do verdediger, Mr. D. II. Andrcae, achtte den opzet niet bewezen en vroeg vrijspraak, subs, do oplegging eeuor zeer geringe boete. ONGEVRAAGD BEZOEK. Op zekeren avond in Januari zijn te As#mdelft vier jongelui yan 16 tot 19 jaar, allen veehoudersknechts, de woning van den lieer T. binnenge drongen, zonder dat ccn der huisge- nooten op hun komst voorbereid was. liet echtpaar T. was uit, maar een zestien-jarige dochter was tehuis ge bleven, en dronk, in gezelschap van twee vriendinnetjes en een drietal an dere jongelui, warme melk. Door de achterdeur kwamen de vier ongenoo- de gasten binnen zij werden even wel niet onvriendelijk ontvangen en dronken zelfs ten slotte mee. De va der van het meisje was met 't bezoek echter niet bijster ingenomen. Thans stonden do vier jongens te recht en bekenden het hun ten laste gelegde. Mr. Hoyer, de officier van justitie, vond 't gebeurde niet ernstig, maai meende toch, dat aun zulke vrijheden paal cn perk gesteld moest worden, daar ze zich anders maar Al te vaak herhalen zouden. Spreker vroeg voor 3 der beklaagden 5 boete, te vervan gen door één week tuchtschool, en voor Mart. S., die twee kopjes melk gehad heeft, een even loDge hechtenis- straf. De verdediger, Rlr. F. Willekes Mac Donald, pleitte in een geestige rede clementie. ZINK GESTOLEN. Van ernstiger aard was 't geen drie Wijk aan Zee en Duin-scho jongens, Herman van R., G.sbertus v. d. W. cn Pieter V. op den 15en Maart uit gevoerd hebben. Toen zijn ze nl. üi de gemeente Santpoort een erf, behoo- rende bij de slagerij van E., opge- loopen, en hebben daar enkele stuk ken zink weggehaald, die in een mee- gebrachlen zak gestopt werden. Teen zij te Beverwijk arriveerden, kwamen ze een veldwachter tegen, en op het zien van de blinkende uniformknoo- pen greep de schrik hen blijkbaar zóo aan, dat ze den zak wegwierpen en 't op een loopen zetten. Daarmee be kenden zij tevens schuld, en de veld wachter had weinig moeite hen te ar resteeren. Mr. Hoyer eischte tegen elk 10 boe te of 14 dagen tuchtschool. Mrs. Bredius en Van der Meulen pleitten clementie. Broedmachine-Wcd sIrijd. Op den wedstrijd met broedmachi nes, gehouden door de ufdeeling Zwolle cn omstreken van de Vereeni ging van pluimveehouders in Neder land, won R. Fransen, Hoenderteelt ,Ajam" te Haarlem, met zijn broed machine „Ajarn" den len prijs, gou den medaille, voor het uitbroeden van het grootste percentage kuikens. Examens L. O. Haarlem, 19 MeL Geëxamineerd S mannelijke candidate». Geslaagd 6, de heeren C. W. L. van Beek. C. Visser, A. W. Sevenhuvsen, H. G. R. Bremer, H. J. Hennis, allen te Haar lem, en IL J. yan der Winden, te Be verwijk. Gevonden Voorwerpen. Een bruinharig hondje, Scheeper- straat 12 (Schoten). Een portemonnaie met inh.. Wagen weg 211 (Heemstede). Een rozenkrans, L. Raamslr. 18. Een demi-saison. Baljuivslaan 22. Een goelharig hondje, Bloemert- steeg 7. Een ceintuur, Oranjeboomslr. 138. Een schakelarmband, Donkere Spaarne 2 rood. Een postduif Zijlvest 3. Een ceintuur. Voorhelmplein 11. Een kinderarmband, 1G. Heiligland no. 41. Een portemonnaie met geld. Kerk straat 8 rood. Een reticule, Doelstr. 23 rood. Een puckhond, Frankestraat 10 rd. Ecu kinderschoentje, Rollandstr. 70 Een smoushondje, Kampcrstr. 30. Een tricot handschoen. Van Rlarum- straat 32. Drie paar dames kousen, Scheep- makersdijk 21. Een rozenkrans, Voortingslr. 21. Een bril, Langedijkstraat 23. Een zilveren dameshorloge, Leid- echevaart 62. Een portemonnaie inh. geld. De CJorcqstraat 141. Een rozenkrans, Lombardsteeg 2. Een portemonnaie inh. geld, Rol landstr. 1 G. Een sportkar, Brouwersstr. 43. Een zilveren rozenkrans. Korte Dijk 3 bovon. Bloemententoonstelling. De Bloemententoonstelling gaat ten einde loopen. Over tien dagen behoort de schitterende expositie, die de be wondering van binnen- en buiten landsche vaklieden opwekte wederom tot het verleden. Want vau een ver lenging der tentoonstelling kan hier om geon sprake zijn. wijl dan de ge- heele aanleg en opzet anders had moe ten zijn. Men heeft 't nauwkeurig be- irekend. dat voortdurend van 23 Maart tot 29 Mei de gewassen in bloed wa ren. En als deze tentoonstelling nu al- geloopeu is? Dan gaat „Bloembollen cultuur" niet truster^ daar kan men zeker van zijn. Er hangen nu treeds plannen in de lucht voor een nog groolere cn dan internationale bloe mententoonstelling. Natuurlijk zijn dit nog maar vage en losse gedachten, maar dat ze in de toekomst verwezen lijkt zullen worden, 6chijnt ons vrij zeker, al zal dat wel niet voor 1915 gebeuren. Maar „Bloembollencultuur" kan nu niet rusten na de verkregen sultuten, want de heer Krelage v tigde er gister onze aandacht op hij oen rondwandeling over de terreinen, dat nu wel de buitenlandsche vaklie den de superioriteit van Nederland ten opzichte van de tentoongestelde bioemencollecties erkennen, doch de ze expositie is nog maar een nationa le. De internationale van do toekomst zal de gelegenheid bicden om de bui tenlandsche bloementeelt met die vau Nederlaud te vergelijken. En dan zal ieder het kunnen zien, dat Holland het te dezen opzichte van do vreem de kweekers wiuL Voor die tentoonstelling zal men een nog veel grooier terrein noodig hebben, dan nu. Maar voorloopig hebben we nog hel een en ander van deze tentoonstelling mee te deelcn. De vierde en laatste tijdelijke ten toonstelling wordt hij het bezoek vaü Koningin en Prins op 26 dezer open gesteld. Die expositie duurt dan ma*lr kort, drie dageu. Met dit deel der ten toonstelling va.'t samen de planreu- keuring van de Ned. Maatsch. voor Tuinbouw- en Plantkunde. Nu beeft men in het Tweede hoofd gebouw aan den Dreef veel nieuwe inzendingen, terwijl ook op de vollo- grondstentoonstelling een groot getal bloempa-kon in bloei zijn gekomen. De late tulp is tbiuis do bloem van het veld. Allerwcge ziet men de fraaie langsteiigo bloemen prijken: in de perken van den Franschcn tuin als op de glooiingen van het hellcudo terrein. Staan de wondermooie, groote bloe men in het open veld nu als bekers vol fonkelende kleur te schitteren in1 (iet zonnegelaai, onder de broed-uit- schaduwende hoornen maken zo niet minder een weelde van verven, zooals ze daar gloeien in zomerrood en kana rie-geel of wel in een vreemde menge ling van tinten. Van heinde en verre zijn de mooie, forse he Dairwin-tulpen ingekomen. De Darwin-tulp was oorspronkelijk een kweekproduct van des heeren Krc- lages vader; waar nu wordt zij door zeor iele bloemisten gotceld. De tulp van den dag is de Diamant-tulp, we derom een voortbrengsel der laatste jaren, die door zeor goede hoedanig heden uitmunt. Hier en daar op de tentoonstelling ziet men de eigenaardige parkieten of papagaai-tulpen met bloemen vuil eleganten vorm. De bloemdekblaren dragon vaak bruinige teokeningen op gelen grond, hoewel ook andere scha keeringen voorkomen. De randen de zer Moembekleedsels zijn niet gaaf, als bij de tulpen doch grillig ingesne den, als men wel bij orchissen ziet. In het gebouw aan de Dreefzijd® heoft Heemstede een bijzondere col- lectie tulpen. Hier ziel men ook gla diolussen on Iris-hybrid en, een nieu we kruising, die mild-bloeiend gewas geeft cn gemakkelijker voor de cul tuur is. De oxocyclus, waarmede de rega lia gekruist is, om deze blocin te vor krijgen, kan op den duur in ons kli maat niet tieren. De heer Krelage heeft hier ook wat tulpen, waaronder nieuwe als Miss Roosevelt. Ook is hi ar een verzame ling ouderwelsche, fijne Hollandsche tulpen van de finna Bijvoet te Over een, meenen we. Deze en de Rein» brandt-tulpen zijn geschiedkundig ge sproken do uitersten der cultuur, la kleur is er dit algemeene verschil tus schen de oude en de nieuwe tulpen- soorten, dat de oude meer egaal van kleur waren en de llemhrandts licht en donkere nuances in een bloem too- nen. In dit gebouw zijn ook vele soorlon Scilla's, in welk geslacht de eerst on langs vastgestelde nomenclatuur wat orde heeft gebracht. Builen achter de reeks gebouwtjes heeft men naar den Kleinen Houtweg toe de z.g. Cottage-tulpen, zoo ge noemd naar liet feit, dat men da stamouders dezer laatbloeiers hier en daar in Engolsche tuintjes heeft go- vonden. Hier in de huurt ziet men ook de zonderlinge zwarte tulp, „la. tulipe noire" goheeten naar den titel van den roman van Dumas. In een dezer perken kan men ook' eens zien, hoe het verloop van kleur een verschillend aanzien aan da bloem geeft. In een perk van bleek- FEUILLETON aar het Duitsch. Door PAUL HEKKENS. 67) Zonder zijn zoon de gelegenheid te geven nog een woord tot antwoord te spreken, keerde hij zich haastig om en snelde de kamer uit. Rudolf keek hem treurig na. Lan gen tijd keek hij somber voor zich heen, eindelijk echter eischte de na tuur haar rechten. Hij ging naar bed, maar de slaap wilde niet komen. Bijna den geheelen nacht door wen telde hij zich in zijn bed rond. dui zend kwellende gedachten folterden 'Zijn vermoeid en opgewonden brein. Eerst tegen den morgen sliep hij .even in. Toen hij echter tegen acht uur 's morgens opstond, voelde hij [zich nog vermoeider en meer ternoer- [jgoslagen dan den vorigen avond. f Zijn eerste gang was naar de slaap- tkamer van zijn zieke zuster. Daar vond hij een diacones, die bij zijn bin nenkomen vermanend den wijsvinger [tegen de lippen legde om hem te be duiden, dat groote rust noodzakelijk «ras. Op de teenen kwam Rudolf nader bij het bed van zijn zuster. Groote droefheid doortrilde hem, toen hij zag, welke verandering het lieve ge- laat van het jonge meisje had onder gaan. Haar anders zoo kersroode lip pen zagen zwartachtig, zij waren op gezwollen en gebarsten. Een onuitsprekelijk droeve uitdruk king lag op haar gelaat, piepend cn onregelmatig haalde zij adem. Zoo nu en dan liet zij half luid onver staanbare klanken hooren. Zoo is het al den geheelen nacht door geweest, zei de verpleegster op fluisterenden toon tot den diep ont roerden Rudolf. Het zal nog voortdu rend erger worden. Dat gaat zoo door tot in do derde week, het is typhus. Ik heb die ziekte al aan zoo menig ziekbed bijgewoond. Maar u behoeft u niet ongerust te maken, juist zulke teere wezens komen meestal gelukkig door de typhus heen, terwijl sterke, krachtige mannen er dikwijls aan bezwijken. Aan een onwillekeurige opwelling gevolg gevend, legde Rudolf zijn hei de handen als beschermend op het door koorts verhitte voorhoofd van het jonge meisje, toen gaf hij de ver pleegster de hand en verliet met zwij genden groet de kamer. Een vreeselijke verbittering had zich van hem meester gemaakt. Hoe haatte hij dien man, die al die ellen de en dat harteleed over Hildegard had gebracht, zoodat zij nu aan den rand van het grof lagDe vluchtige twijfel aan Hugo's schuld, die giste ren en tijdens den slapeloozen nacht in zijn binnenste was opgekomen, werd nu door zijn groote haat en verbittering overstemd en tot zwij gen gebracht. Dezen morgen vermeed hij een ont moeting met zijn vader. Vroog in den ochtend ging hij naar de stad. Nog vóór hij intusschen zijn bureau opzocht, ging hij naar het ver afge legen huis, waarin Hedwig vroeger gewoond had. Deze had gelrouw aan haar belofte weer baar vroegere ka mer betrokken, en was door de huie juffrouw hartelijk ontvangen. Zij ont ving Rudolf blijkbaar in angstige spanning. Je moet mij vergeven, dat ik gLa- teten al niet bij Je ben gekomen, be gon Rudolf, nadat de eerste begroo ting voorbij was, en hij in Iledwlg's kamer had plaats genomen. Maar Jo zult alle» begrijpen, als ik Je alle» verteld tal hebben. Zeg mij vóór alles éen ding, ant woordde Hedwig, terwijl zij hem ang stig ln de oogen keok. Ik heb den ge heelen nacht niet kunnen slapen, na dat ik gisterenavond vergeefs op Je komst had gewacht. Je sprak op zeer hoopvollen toon over m(jn armen, on- gelukklgen vader, vóórdat wij gUte- ron afscheid van elkaar namen. Ik heb hem in de gevangenis opgezocht, maar hij deelt je blijde hoop niet, hij schijnt zijn rekening met het leven vereffend te hebben. Ik kan niet zeg gen, hoe zeer het mij door het hart sneed, toen hij naar den dood ver langde als de verlosser uit al zijn lij den. Rudolf keek een oogenblik peinzend naar den grond. Ik ben misschien wat voorbarig ge- weost, lieve Hedwig, met hoop in je wakker t® roepen, die niet dadelijk vervuld kan worden. Maar begrijp mij goed, voegde hij er dadelijk Lij, toon hij doodelijkcn schrik in het ge laat van het beminde meisje waar nam. Jo zult en moogt hopen, want er is veel onverwachts gebeurd, maar alles Is nog niet duidelijk genoeg ge bleken. om de onmiddellijke invrij- heidsstelling van je vader, wiens on schuld spoedig zal blijken, nu al te gelasten. r— Je brengt mij in hevige spanning, rel nu Hedwig. Zeg mij nu toch eindelijk, wat er eigenlijk gebeurd is. In korte trekken verteld® Rudolf, meermalen door de verbaasde uitroe- Ecn van het jonge meisje onderbro- en. haar de gebeurtenissen Van de laatste dagen. Toen hij had uitgesproken, keek Hedwig hem met klaren blik aan. Mijn God, alles, wat je zegt, klinkt zoo overtuigend en waar, fluis terde zij, maar toch kan ik mij er niet van ganscher harte over verheu gen. Het schijnt mij zooiets monster achtigs toe, dat een fijsbeschaafdeen voorname jonge man zoo'n misdaad bedreven zou hebben Jo zegt toch immers, dat mijn vader in hem niet dien man met den grijzen f ietsmantel heeft herkendmisschien is hier wel weer van een groote vergissing spra ke Ach, Rudolf, sinds ïk in de gevangenis ben geweest, weet ik eerst, wat het eigenlijk zeggen wil achter slot en grendel te moeten zuchten. Mijn arme, dierbare vader, hoe moet hij daar ereleden hebben Zijn lijden zal, zooals te hopen is, spoedig voorbij zijn, antwoordde Rudolf. Toch mogen wij voor vandaag en morgen nog niets hopen. Intus schen is zijn lot nu al heel wat ver zacht. De rechter van instructie heeft op voorbeeldige wijze gezorgd, dat hem een vriendelijker cel werd aan gewezen. Ik zal hem streks dadelijk gaan bezoeken en hem je grooten overbrengen. De oogen van Hedwig vulden zich opnieuw met tranen, en het trof den jongen advocaat diep, dat hij zijn ge liefd meisje zag schreien. Plotseling greep hij beide handen yan het meisje, dat zich Ucht daarie- gen verzette. Hedwig, laat mij heden een op recht woord lot je spreken, begon hij. Omstandigheden, die heeleniaal niet met onze verloving in verbond staan, hebben mijn vader en mij geheel van elkaar vervreemd. Ik zal niet lang moor in het huis van ipijn vader blij ven, en daarom zou ik je willen vra- m, Hedwig Spreek daar niet meer over, Ru- dolf, smeekte zij hem met bevende lippen. Jé kent mijn antwoord, tracht mij niet af te brengen van oen be sluit, dat onherroepelijk is Juist, als je in de toekomst op je eigen krach ten alleen bont aangewezen in den strijd om het bestaan, mag ik ja vrouw niet worden. Jo kent do be krompen inzichten iu onze stad nog niet genoeg, men zou je vormljdcu als iemand die besmet was, to meer nog nu, nu mijn vader, al is 't dan ook maar voorloopig, zooals je zegt, veroordeeld is. Mijn besluit is geno men. Zooals je misschien al weet, woonde lk in de laatste weken in een klein hotel buiten de stad, morgen vertrek ik van hier en ga naar de re sidentie. Hedwig, hoe kon je dut doen 7. riep de jonge advocaat buiten tich< zelf. Maar met kalme beslistheid, terwijl in weerwil daarvan haar lippen lich| beefden, boog lledwlg het hoofd. (Wordt vervolgd)».

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5