met een boe to van ten hoogste tien gulden of 3 dagen hechtenis wordt strafbotur gesteld degene, die eoxutar vargunnlug van B. en W. reclame borden aanbrengt, laat aanbrengen •of toelaat dat deze op zijn grond go- net worden op minder dan tien mo tor van don opoubaren weg, met dien .verstande, dat deze regel ndet door gaat, wanneer de borden geplaatst gijn op bet terrein der zaak waar voor de reclame dient. Ln art. 27 wcnschen B. en W. bij voeging van de woorden „of vroeger dan morgens zes uur" achter mid' dernacht. O VERVEEN. Door burgemeester en wethouders Ja besloten alhier op 26 Mei as. op do apenbare school vacantie te geven. BENNEBROEK. Loonactie. Aangaande de actie der Bloemist- werklieden w ordt ons uit Bennebroek bet volgende gemeld Na de vorige opgaven hebben do volgende patroons weder loonsvcr- hooging en verkorting van arbeids tijd toegestaan firma Nio. Roozcn tn Zonen on Gebra. Bakker te Benne broek, en G. Kramer en Zonen, J. N. Kramer, Gebrs Kramer en Jos. Bra- oier. te Heemstede. haarlemmermeer. Met groote plechtigheid wordt thans te Hoofddorp herdacht de 50- Jarige stichting van de R. K. kerk de H. Johannes den Doopcr. Gekozen. Tot diaken bij de Gcrof. Kerk fe Vijfhuizen is in een gehouden leden vergadering gekozen de heer P. J. Oostwouder, die zich de keuze heeft laten welgevallen. Te Hoofddorp is men begonnen met de voorbereidende werkzaamhedon vzior het afdammen der Hoofdvaairt en het maken een er spoorbrug ln ver binding inet die over de Ringvaart ■van Haarlemmermeer. Gevaarlijke hond. Een zoontje van den bakker Wolf- fenhnttel is d-.-or zijn vaders honi, dien bij eens wilde aanhalen, In den wang en in den arm gebeten. Hel kind bloedde hevig en de toegebrachte wonden waren van dien aard, dat de dokter het jongetje moest verbinden. UMU1DEN. Yi&chaanvoer en opbrengst. In de maand April van dit jaar zijn aan den Rijks-vischnfslag alhier aongeuunien 201 siouiULrawlers, met een opbrengst \au 196.444 gld., tegen 201 stoomtrawlers met 261.401 gld. op brengst in April 1900. Dit jaar is er dus in die maand 67.957 gld. besom ming minder. In de eerste 4 maan den van 1910 kwamen binnen 1190 Stoomtrawlers, met 1216353 gld. Bumming tegen 1082 stoomtrawlers niet 1197472 gld. besomming in het zelfde tijdvak van 1909. In 1910 in maanden dus 18881 gld. besomming meer. fn April 1910 kwamen 15 stoom- beugeis binnen met 12364 gld. op brengst, tegen 26 stoombeugers met 10251 gld. opbrengst in April 1909. In April 1910 dus 3887 gld. opbrengst mindur. In de 4 maanden van 1910 kwamen 117 stoombeugers binnen met 140195 gld. besomming, tegen 130 stoombeu gers met 112914 besomming in dat tijdvak van 1909. In 1910 dus in die 4 maanden 27281 gld. opbrengst meer. tie maand April is dit jaar voor de «tonmvisscherij niet gunstig weest. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 30 Cts. per regel. Ais gü uw kind gezond, vroolijk eu friach van geest wilt zien op groeien, geeft het dan Dr. HOMMEL'S Haem&togen. WAARSCHUWING! Men vrage uitdrukke lijk den naam Dr. HOMMEL. Binnenland TWEEDE KAMER Het raqtSte-voorstil le de zaak Kuyper. Ter aanvulling van ons telegra fisch verslag van het begin der zit ting van Dinsdag zij nog gemold over de rede van den heer Lobman De heer DE SAVORNIN LOHMAN heeft de vorige week, op zijn ziekbed liggende, „een pijnlijke operatie on dergaan", ofschoon hij niet zoo ziek was. Het mes is gezet in zijn nota en de kroon is op het werk gezet, door dat zijn beroep op Groen van Prin- gterer gewraakt werd. Onder die om standigheden waardeert hij den moed .vnn den heer Van Veen, die voer hem opkwam. Met verschillende van diens argumenten is spreker het eens, maar hij wil toch nog het een en ander zeg gen naar aanleiding van betgeen de operateurs te berde hebben gebracht. Spreker ls voorgesteld als een deur waarder voor de deur van de en quête. Men heeft hem verweten vrees voor ecu onderzoek. Dit is onjuist. l>e tegenwoordige gouverneur-gene raai, dc heer Idenburg, had spreker jx-eds voorgesteld door de benoeming van een commissie een einde te ma ken aan deze onaangename zaak. Spreker heeft toen gezegd, dit goed te keuree, mits dr. Kuyper de com missie zelf niet benoemde, en de com- missio alles zou kunnen onderzoeken. De heer Idenburg vereenigde zich mot dit denkbeeld. Spreker heeft daarbij dc wenschelljkheid betoogd, dat do commissio haar eindoordeel zou pu- pliceoren zonder allerlei particuliere briefjes of getuigenverklaringen daar- bh. Hoo het verder met deze zaak i# „bfgeloopon, weet spreker niet. Zooals thans ld gJèfepfoBerf Over dr. Kuyper, lieeft «preker nooit hooren spreken in zijn eigen omgeving. Men hoeft hora door hot «lijk gehaald. Daarbij bi de eer van het land even zeer betrokken. De heer Van Doorn zinspeelde op het gebeurde aan hot departement van Buitenlandsche Za ken en deed het daarbij voorkomen, alsof daar schandelijkheden gebeurd zijn, die het licht niet mochten zien. Dit is volmaakt onjuist. Dr. Kuyper is en zal blijven, wat hij ook verder wezen moge, een geestelijk voorgan ger. Laagheden heeft hij niet lie gaan. Daaraan mag volgens sprekers overtuiging niet worden gedacht Zeer zeker was het een groote fout van hem, dat hij beheerder was van de partijkas, maar die fout ging sa men met zijn geheele optreden in de maatscliappij. (Gelach). Hij heeft die functie niet misbruikt. (Geroep Dat weet gij nietHet U een schande hem te verdenken zon der bewijs. Of dat bewijs mag worden gezocht, daarover zullen wij straks spreken. Maar zonder bewijs moogt gij niet zeggen GIJ zijt een schoelje Als het echter dr. Kuyper geldt, durft men alles zoggen. Dat acht spreker grievend. Meer en meer dringt de overtuiging door, dat zulke dingen alleen gezegd worden, omdat dr. Kuy per de man ls geweest, die de door de liboralon a/gescheurde deelen der natie weer bijeen heeft gebracht, en die in 1903 de anarchie heeft beten geld. (Gelach links. Geroep och, och Dat vergeten sommigen hier nooit. Maar zeer wijselijk heeft do hoer Troelstra vergeten, dit punt hier noemen. Dit is een wraakneming Vvm 1903. (De beer KETELAAR Ook van don heer De Beaufort Van den beer Do Beaufort, omdat hij niet kan ver geven, dat de opperheerschappij der liberalen is te loor gegaan. (Geroep Het Ls belachelijk Het geldt hier een stervenden leeuw. Do fabel daaromtrent is hier volkomen toepasselijk. Toen spreker lieeft geadviseerd, een ecre-raad in te stelien, dacht hij niet aan de mo gelijkheid van een enquête. Hij achtte het absurd, tegen dr. Kuyper eeuo enquête in te stellen. Wat zou bet onderwerp van die enquête kunnen zijn Evengoed zou men tegen den heer Troelstra een enquête kunnen instellen, of tegen den heer Duys, om eens te zien. wat zijn arbeid is ge- woest aan de Rijksverzekeringsbank. Daar hoeft de Kamer niets te maken Voor de vervulling van haar taak. Spreker vervolgde Met welk recht mag ik iemand onderzoeken, iemand dagen voor de vierschaar der Kamer; Slechts een oud-minister mag ik on derzoeken, maar dan overeenkomstig de wet op de ministerieele verant woordelijkheid. Terecht zeide de hoer Van Hamei, dat het hier geldt het feit van corruptie, ook in den zin, dat dr. Kuyper zou getracht hebben, zin zak te spekken met decoratiegeld. Welnu, dat feit behoort thuis on der do wet op do ministerieele ver antwoordelijkheid. Maar die wet ver langt niet, dat er vragen worden ge daan, maar dat een aanklacht wordt ingediend. Aan die aanklacht gaat geen enquête vooraf. Eerst moeten de feiten precies zijn omschreven. Voor dien tijd mag geen vervolging wor den ingesteld. Waar blijft dan hier de rechtszeker heid voor dr. Kuyper Volgens de wet van 1855 behoeft dr. Kuyper niet to verschijnen, maar kan hij zich ver dedigen volgens de enquête-wet moet hij den eed doen als getuige. Maar het heeft geen zin een dubbel onderzoek in te stellen, om na het eerste onderzoek de enquête nog eens over te doen. Het goheole land zeide de heer Troelstra kende de „Lehmanne- tjes" uit het Van Hall-proces. Alleen de redacteur van „De Standaard' niet Maar wat gaat ons dut aan? Zit ten wij hier om ln iemands particu lier leven te wroeten? Wij hebben hier zaken te doen. Nog nooit is zoo iets in deze Kamer vertoond. Spreker wensctt zijn rede te eindigen met een vraag aan zijn eigen vrienden: Wij hebben gehoord dat deze zaak is op touw gezet met geen ander doel dan om dr. Kuyper te verwijderen, dat stcldo de heer Tideman al dadelijk op den voorgrond, dat sprak uit het voorloopig verslag en uit de rede van don heer Troelstra die van geweldige baat getuigde. (Gelach). Wanneer nu echter de enquête verworpen wordt, dan zal een geweldig geschreeuw op gaan van de overzijde dat de rech terzijde deze dingen niet durft te on derzoeken. Tecli ware het een gewel dig slecht antecedent misbruik te ma ken van de wet op de enquête door oen persoonlijk onderzoek in te stel len en dat nog wel naar een man, die, al heeft hij zich veel vijanden gemaakt, bijzonder groote verdien sten heeft. Spr. zou zulk een man niet willen grieven door een enquête. Do hoor COLIJN begint met een woord van verontschuldiging, dat bij als jong lid aan deze debatten deel neemt, maar er zijn momenten in zulk een debat, die deze vrijmoedig heid verontschuldigen. Zulk een mo ment is de beschuldiging van de overzijde, tot de anti-re partij en kamerciuh gericht door de hoeren Roodhuyzen en Troelstra, en dat zonder de motieven dier kamer club voor haar verklaringen te ken nen. De beide afgevaardigden hebben 't voorgesteld, dat de houding der anti revolutionairen wordt beheerecht door do vrees, dat dr. Kuyper niet vrij zou uitgaan. Die verklaring, met name door den heer Roodhuyzen af gelegd, wijst spr. ook namens zijn vrienden terug. Wij erkennen dat dr. Kuyper gefaald beeft; wij erkennen, dat hij te kort geschoten is in beleid, omzichtigheid en tact; wij hadden liever gezien, dat dr. Kuyper bij het schrijven over deze zaak meer zorg vuldigheid had betracht. Die etrke li ning behoeft ons niet afgeperst te worden.. Dir. Kuyper heeft dit zelf erkend, m&atr boven onze afkeuring stond voor ods het vertrouwen in de goede trtww tnti Ar. Kuyper, WIJ overtuigd, dat er geen Innerlijk ver bond bestond luasohea de aanvaar ding van geld en het verleenen van decoraties door dr. Kuyper. Een on derzoek konden wij aanbevalen, maar wij konden bet niet opdringen, zoo lang wij zelf overtuigd waren van do goede trouw van dr. Kuyper. Daar- om waren svij noch yoct e. raad, noch voor eon quête. Het vorderen van een enquête zou tegenstrijdigheid zijn geweest in strijd zijn geweest met onze innige overtuiging in dr. Kuyper's goede trouw. De heer Limburg verklaarde met zijn vrienden voor de enquête stemmen omdat wij het onderzoek niet wilden aanvaarden. Maar zoo- lan gons vertrouwen in de goede trouw van dr. Kuyper niet was schokt, was voor ons een enquête on aannemelijk, zoolang door dr. Kuy per die enquête niet werd gewenscht, Indordaad zien wij in dr. Kuyper niet alleen den voorzitter Yan onze club onzer partij, niet alleen staatsman, maai- den geestelijken lel der van velen onder ons volk. Hij heeft bewerkt, dat men in bree ds kringen zich bewust ls geworden van den ondergrond van wat wij ach ten een wezenlijk goede politiek. Daarom hebben wij voor tir. Kuyper bijzondere waard eering, daarom bood ons de kieschheid van hom een enquête te vorderen. Al deze, on ze motieven, al hetgeen wij dr. Kuy per als verdienste aanrekenen, wordt door mr. Troelstra in dr. Kuyper laakt, evenals dien strijd tegen 't op komend socialisme in arbeiderskrin gen. Dit alles ia een motief voor het voorstel van mr. Troelstra. Eerst moet de voorgeschoven burcht val len,, dan moet de coalitie springen en dan hot Kabinet (Gelach links). Voorshands blijft spr. dit beschou wen als doel van de enquête. Wij mo ren vorderen, dat men voor onze mo- tieveu niet andere van de allerslecht sto soort in de plaats zal stellen. So berheid was voor ons in deze zaak eisch vau politieke tact en politieke vormen. Daarom Ls er geen uiting ge geven aan onze onverzwakte sympa thie en ons onverzwakt vertrouwen i dr. Kuyper. Do goede trouw van dr. Kuyper blijft voor ons vaststaan; wij geloo- von niet aan een direct verband tus- schen het aannemen van geld en hel verleenen decoratie. Daarom konden ij geen enquête vorderen, noch aan vaarden te minder, nu het voorstel werd gedragen door politieken haal tegen onze partij en tegen het stre ven vnn dr. Kuyper. De heer LOEFF heeft tot dusver gezwegen. Zijn vroegere nauwere re latie met d-r. Kuyper moest voor hem geen roden tot onthouding zijn, maar kon bot rationeel zijn. Daarbij kwam de vrees, de schroom, of bij hem wel voldoende objectiviteit bestond om aan zijn oordeel gewicht te 1 tochten. Beide overwegingen liet spr. vallen vooreerst op Instigatie zijner vrien den en ten tweede door innerlijken drang. Wat nu het enquètevoorsrtal aan gaat, bij de bespreking daarvan maakt spr. geen aanspraak op objec tiviteit, maar hij zal het doen goed en kwaad als hij kan en naar zijn innige overtuiging. In een schit terende rede heeft mr. Troelstra Vrij dag gelegd, dat hij het beste, eerlijke en ridderlijke in zich had verpand de politiek. Spr. neemt die ver klaring aan en het was Vrijdag niet voor den eersten keer en niet voor bet eerst bij deze zaak, dat de heer Troelstra aldus optrad en aldus sprak. Do boor Troelstra heeft gezegd, dat hij hot algemeen belang, 's lands wel zijn en de publieke moraliteit wilde bevorderen. Spr. herhaalt: zoo sprak mr. Troelstra ook vroeger. Ook in 1903 sprak de heer Troelstro in het algemeen belang, in 's lands welzijn eu als hoogleer aar in de poli tieke moraliteit. Spr. verwijst naar 't Voorloopig Verslag en de mondelinge debatten bij de stakingsweiten. Lil dl edagon ontving de heer Troel stra rechtmatige hulde voor heigeen hij heeft gedaan en juist van object do tegenwoordige enquête, van dat object ontving bij hulde in bcido qualiteiten: als bevorderaar van 's lands welzijn en als hoogleeraar van de publieke moraliteit. De lieer Troel stra heeft natuurlijk reeds lang uit gezien om deze hulde ridderlijk te re- ciproceoren. De heer Troelstra: Dat heb ik ln 1905 al gedaan. (Gelacb).- De heer LOEFF: Reeds vroeger was daartoe een poging gedaan, maar die is niet gereüsseerd. Kort na den moord op von Plehwe, den Rus, heeft mr. Treelstra te Amsterdam in een vergadering gezegd: Wij hebben hier wo lgeen Plehwe, maai- een Kuyper. Maar gelijk gezegd toen ia de poging om aan dr. Kuyper zijn hulde te re- ciprocooren, mislukt; op een nieuwe gelegenheid moest worden gewacht. En dlo gelegenheid werd nu in de zoogenaamde Kuyperz-aak gevonden. Spr. wil niet alles goedpraten, maar wat de heer Troelstra thans als con tra partij op touw heeft gezet over treft alles wat in 1903 tegenover hem bon itch daaAij aangesloten. (Een stem: En do heer Van Idsingal) Dat is allerminst waar: de heer v. Idslnga heeft zich aangesloten bij de opvattingen van den heer De Beau fort ln zake het enquêterecht. Dat zou spr. ln menig opzicht ook kunnen doen al had de heer De Beaufort het enquête-recht voorzichtiger moeten hantoeren. De overige linksche fracties hadden ook nog verplichtingen aan dr. Kuy per uit vroeger tijden. Daarom slaton zij zich bij do hulde van mr. Troel stra aan De heer TROELSTRA: Ik zou maar zeggen, dat de heer De Beaufort ook wraak neemt ener 19031 De heer LOEFF: Dat zeg ik niet, maar dr. Kuyper heeft ook aan de heorwchappij der hl>eralen een einde gcm&akt en nu trekken socialisten en liberalen samen op bij de hulde ai dr. Kuyper. De heer ROODHUYEN: Zooals waard is, vertrouwt hij zijn gastcu! Do heer L.OEFF: Ik zal rustig zog gen, wut ik te zeggen heb. De hoer ANKERMAN: Het schijnt raak te zijn! De heer LOEFF betoogt nader, dat Kuyper-zaak moet worden be schouwd in verband niet hetgeen is voorafgegaan. Do heer Lobman hoeft recxLs liet work van dr. Kuyper op politiek terrein gedurende 40 jaren geschetsthij hooft aangetoond, hoe dr. Kuyper ten langen leste de libera le partij heeft verjaagd uit het Re- gcoringskasteel, misschien voor onaf- zionbaren tijd. la bet niet logisch en psychologisch, dat nu van de over zijde verzet is ontstaan, vooral nu dr. Kuyper niet altijd met zachtheid optrad. Is het niet psychologisch, dat bij de linkerzijde animositeit is ont staan, nu zij verjaagd is van f, dat zij haar erf noemde Spreker verheugt zich nog steeds ln di*. Kuyper's vriendschap, wat niot wegneemt, dat hij volstrekt niet alles goedkeurt wat deze heeft gedaan, zelfs meer lieeft afgekeurd dan men meent. Dr. Kuyper heeft het eerlijk en ridderlijk erkend hij heeft gefau- deerd in tact. Maar liet bewij\ is niot geleverd, dat hij iets gedaan heeft, dat ln strijd komt met zijn eer. Do heer TROELSTRA Laat het dan bewijzen 1 De heer LOEFF liet is mijn inni ge overtuiging, dat zijn eer ongerept is gebleven. Men moei in de gelegen beid zijn geweest om het karakter van dr. Kuyper te peilen, ora met oordcol over deze zaak te spreken. Nooit ontmoette spreker in zijn leven een man met meer tegenstrijdigheden in zijn karakter dan dr. Kuyper. Wij teerden dr. Kuyper kennen als een geniaal man, maai toen spreker hem meer van nabij leerde kennen, zijn hem kwaliteiten in het oog gevallen, die hij nooit in hem had veronder steld. Spreker bedoelt: kinderlijke, groote naïveteit (Luid gelach links). Spreker begrijpt dit lacher hij zou dit vroeger ook hebben gedaan. Maar 1 niet meer. Dr. Kuyper heeft oog voor de groo- lijneu de kleine stippeltjes ziet hij niet. Daarom behoeft liet niet te verbazen, dat zijn verklaring in deze Kamer niet strookte met de feiten. Dat geschiedde onbewust; dat waren kleine punten, nuances, waarvoor bij geen oog beeft. Dr. Kuyper heeft schuld bekend niet bekend, dat er iets aan zijn eer haperde, ln zijn consciëntie achtte hij zich onschuldig in het feit, dat Staatsrechtelijk van beteekenis is het aanvaarden vau geld en het ver kenen eener decoratie. Wij hebben geen reden, die verklaring nio» te accepteeren, tenzij bewezen werd, dat die verklaring onwaar was. Dan zou onze houding anders zijn. Waar om zal spreker tegen stemmen, en hoopt hij, dat al zijn vrienden tegen dc enquête zullen stemmen Omdat het voorstel, zooals het is toegelicht schriftelijk en mondeling, in zich sluit twijfel aan het eerewoord van dr. Kuyper. Een toestemmend votum zou insluiten de meening, dat dr. Kuyper is een schurk. De verklaring. Met geen woord heeft mr. Troelatra vau 1903 gesproken, maar leder ter reohterzijdc begreep, dat het eerste en laatste woord door hem gesproken hem word Ingegeven door het gebeur de in dat jaar. De overige linksch© fracties beb- dr. Küypcr ln 'ons staatsleven zal blij ven innemen, al is do waarschijnlijk heid daarop niot grooter geworden na de betoogen van de hoeren De Jong en Loelf. Zij beiden hebben toch gepleit voor dr. Kuyper's onbewustheid of geniale onbevangenheid, die noerkomt op on toerekenbaarheid I Do hoeren Lobman eu Loeit spre ken thans van 1903 en de verloren macht der liberale partij, tlians treedt men offensief op, om af te leiden van do hoofdzaak de corruptie. (De heer TROELSTRA Juist Dat optreden betreurt spreker cji lieeft hein dc vrijheid benomen om tegen dit voor del te stemmen. De heer OOSTBRBAAN spreekt voor zichzelf, lleeds veertien dagen zijn wij bezig met voorbereidingen voor de publieke begrafenis van den grooten leider der anti-revolutionnai- re partij. Dr. Kuyper heet thans morsdoodmaai- dat heeft men 1905 ook reels gezegd.' Spreker zal dr. Kuyper niet dedlgen. Het is «uui de overzijde, om dc schuld van dr. Kuyper te bewij zen, niet aan ons om zijn onschuld aan to tooncn. Wij achten noch eore- raad noch enquête noodig, en gcloo- 'óii in het eorewoord van dr. Kuy per. Do heeren van links verwachten zelf ook niets van een enquêtever- idorstollen de mogelijkheid, dat dr. Kuyper vrij uit zal gaan. Spreker ont moet hier den heer Prins Joris in de Enkhuizer Courant(Luid gelach). Dc lieer RÜODIIUYZEN Waarom Ls u er dan zoo hang voor Dc heer OOSTEIUJAAN Vóórdat ::t enquête-voorstel was aangekon digd, wisten wij reeds van den eere- aad 1 Dc lieer TROELSTRA Waar vos dat aangekondigd Do hoer OOSTERBAAN De quaes- tic is, dat de heer Troelstra er zich niet uit kan redden. Dc heer TROELSTRA U staat tc raaien en vertelt leugentjes Do heer DUYSSybrandi redivi- De hoer OOSTERBAAN: lk her haal, dat wij reeds lang tc voron van don oereraad wisten dat behoeft niet in do groote pers te hebben gestaan. Dc rode van den heer Troelstra waf van groote welsprekendheid. Dc heer ROODHUYZEN Nou, ik vind de uwe mooier (Onbedaarlijk gelach Do heer OOSTERBAAN Die rede >n groote welsprekendheid bevatte echter weinig nieuwshet was het oude liedje. Had men een enquête gewenscht over het verleenen van decoraties, de rechterzijde zou bezwaar hebben gemaakt. Zij zou oen vergelijking niet vreezen tusschen bet geen is geschied onder liberale mi nisteries en onder bet kabinei-Euy- per. Door niets is bovendien aanne melijk gemaakt het verband tus schen het aannemen van geld en het verleenen van decoraties. Veeleer is aangetoond, dat de decoratie door R. Lehmann was verdiend. Maar liet geldt hier dr. Kuyper. „Barbertje moet hangen" dr. Kuyper moet ln stukjes worden gesneden en inge maakt hij moet hangen Zoo is liet steeds geweest en daarom kunnen wij niet geïooven ia de zuiverheid van de otieven onzer tegenstanders. Uit innige overtuiging en ten volle geloovende in de onschuld van dr. Kuyper, zal spreker tegen stemmen. De lieer DE BEAUFORT repliceer de. llij komt tegen dr. Kuyper op, ora- 'at bij in hem mist do eigenschappen •an een Staatsman, en omdat hij hem niet bestand acht tegen de verleidin gen van het ministersambt. Een man met zoo groote naïveteit moet niet aan het hoofd van een kabinet staan. Men zegt, dat spreker niet had moe ten gewagen van het vroeger gebeur de aan Buitenlandsche Zaken, tij dens het kabinet-Kuyper. Maar nooit is in een constitutioneel land voorge komen wat toen is geschied name lijk, dal een onverantwoordelijk man, zonder aanstelling, boven en bulten den minister om, bevelen gaf aan de ambtenaren, lieden 11 uur voortzetting. door dr. Kuyper liier uitgesproken, acht. spreker zoo goed als een eed! Spieker en geen van zijn politieke vrienden wil dr. Kuyper geleiden naar het schavot. Dit enquête-voorstel is er bovendien één 1 n naam. Het is niet waar, dat alles wat zich aan dient als enquête, ook enquête is. Vrees voor een onderzoek bestaat bij spreker en zijn vrienden niet. Als ons een voorstel werd voorgelegd, dat formeel in arde was en beantwoordde aan de enquête-wet, dan zouden we ons daartegen niet verzetten. De heer Troelstra beeft verklaard, dat hot doel niet alleen was het ver krijgen van meer licht, maar om de coalitie te breken en dr. Kuyper van de baan te krijgen. Wij hebben dat wel geproefd en ons dan ook niet on gerust gemaakt. Wij oordeelen, dat do anti-revolutionnaire partij aller minst is gekleineerd. De anti-revolu- tionnaire vrienden hebben voortdu rend gevoeld, dat de verhoudingen volstrekt niet minder hartelijk zijn geweest dun ooit te voren. Do heer TYDEMAN wil zijn stem motiveeren. Ofschoon hij, zoo Woens dag de stemming plaats heeft, ln de onmogelijkheid zal zijn feitelijk zijn stem uit te brengen. Dat dr. Kuyper door deze enquête kan getroffen worden, is volkomen waar, maar voor spreker is de eenige vraag, of het Staatsbelang eene en quête eischt. Volkomen Blootlegging is het eenig juiste wat hier kan ge schieden. Het is zeer goed mogelijk, dat de cercraad geen uitspraak geeft Wij kunnen met hot oog op deze even tualiteit met het bestaan van dezen eereraad geen rekening houden. Do erkende feiten zijn zoo belangrijk en zoo in flagranteu strijd met hetgeen een minister en raadsman der Kroon geoorloofd is cn gewoonte was, en deze bekende feiten hebben zooveel ontroering verwekt, dat zij eene en quête wettigen. De eisch naar meer licht is een eisch van publieke mora liteit. Kr ls ecu tipje van den sluier opge licht de omvang van het gebeurde «al veel grooter blijken te zijn dan men meent, alleen reeds omdat de verhouding met juffrouw Westmeyer Jaren heeft geduurd. De enquête kan practlsch resultaat hebben, in zoo- Verre zij zal uitwijzen, welke plaat# Süw zich do stand der werkzaam heden laat aanzien, zal de Tweede Kamer in de tweede helft van Juni -p reces uiteengaan. KONINGIN EMMA'. Reuter seint uit Londen dat de Ko ningin-Moeder der Nederlanden Don derdagavond uit Londen naar het •aderland zal terugkeeren. OVERLEDEN AAN DE GEVOLGEN. Mejuffrouw Dijkstra van Zaandam, die Zondagmorgen ten gevolge van het vlam vatten van baar kleeren, terwijl zij bezig was een brandend petroleums to lie vullen, zulke hevige brandwonden bekwam, dat haar overbrenging naar het ziekenhuis te sterdam noodzakelijk was, is aan de gevolgen overleden. ONDER DEN TREIN. Bij het aanhaken van een wagen achter eon goederentrein is op het station Fierden de wisselwachter C. Schaildwocht overreden en gedood. DE MISHANDELDE POLITIE AGENTEN TE AMSTERDAM. De politieagent Witte veen heeft zich weer op straat kunnen begeven. Hij is echter nog buiten dienst, even als de agent Bilders, die op de De Wittekade mishandeld werd. DE BELEEDIGDE JOURNALIST. In zake bet incident tusschen de politie en den journalist Van Raalte aan het Holl. Sporstation te 's-Gra- enhage bij Roosevelt's aankomst, orneemt het Hbld. dat de burgemees ter na onderzoek der zaak en van de door dc politic uitgebrachte rap porten de wijze van handelen van den inspecteur vun politie Van Rossen te genover den in het bezit van een porabewljg zijnden journalist heeft afgekeurd, bij welk oordeel ook zou hebben gegolden bet betoonen door den inspecteur van gebrek aan ernst bij het volbrengen van de hem op gedragen taak. Dientengevolge Is de Inspecteur Van Raseen gestraft wegens zijn „Hardhandig optreden". Het staat nu aan den gestrafte om van de hem opgelegde straf ln beroep te gaan bij de commissie van advies, het ooi lege dat met liet oog op de rechtspositie van het politiepersoneel is ingesteld/ VAL8CHE BANKBILJETTEN. Gieter werd voor de rechtbank te 'a-Hertogenbosch behandeld de zaait tegen J. H. P. V., photograaf, te 's- Hörtogenbosch, beklaagd ter zake dafl hij in hot begin van het jaar 1910 of ln bet laatst van 1909, althans om streeks dien tijd te 'a-Hertogenljosch heeft gemaakt een drietal valsche bankbiljetten van zestig gulden ee- morkt „Serte K. W. 2121" en een vttlsch bankbiljet van honderd gul den, gemerkt „Serie N. L 3218". Het O. M. eisch te een gevangenis stra f\an vier jaar, na aftrek der preventieve hechtenis. Financiëele Berichten NATIONALE LEVENSVERZEKE RING-BANK. Aan het jaarverslag over 1909, ont- leencn we, dat het verzekerd bedrag eind 1909 bedroeg 50.825.733.98 en dat dit ln vijf jaar is toegenomen met 16.779.617.06. Do netto-toeneming over het laat ste jaar was /4.874.950.98. Aan kapitaals-verzekering werd voor f 5.196.092.23 afgesloten; toekomstige lijfronto tot een bedrag van ƒ190.654.16 Dadelijk ingaande lijfrente werden afgesloten tot een bedrag van 41.810.14. Totaal werd in 1909 aan verzekeringen afgesloten tot een be- dra gvan 7.474.247.47, De onkosten van het bedrijf daalden van 15,14 pet van de ontvangsten in 1906 tot 10.8? pet. in 1907. De reserve bedraagt 15.801.282.68. Wegens den ongemeen gunstigen uit slag van het tijdvak 1907—1909 is 230.271.81 uit do winsten gereser veerd voor oen nieuwe extra-reserve oudorsterfte bij alle loopende lijf rente. Het extra-reserve-fonds is wederom uitgetrokken op 250.000; het waar borgfond» voor beleggingen is door stijging der effecten koersen toegeno men niet 21.780.69 en bedraagt thans 150.000. De reserve voor uitbreiding is uitgetrokken op 155.000. Het totaal effectenbezit bedraagt 3.043.618.90. Belegging o phypotheek bezit de bank voor 11 261.026.69. Aan onroerende goederen bezit do bank voor 'n bedrag van 1.034.067.05 Aan leeningen op polissen is nu 837.354.24 verstrekt. Na de stortin gen in de reserve- en waarborgfond sen blijft over een saldo van 291.961.71. Het saldo verminderende mei 11.000 voor gratificaties, met 15.000 voor het pensioenfonds van het per soneel enz., blijft voor de aandeel houders, behalve een voorloopig divi dend van 5000, eon extra-dividend van 70.000, uitmakende 75 pet. over hun stortingen. Het dividend is dus vastgesteld op 75 per aandeel. Het winstaandeel van de verzekerden be draagt 152.727.27 tegen 132.000 or 1904—1906. Marktnieuws PURMEREND, 24 Mei 1910. Kaas. Aanvoer 178 stapels kleine. 32 per 60 kg. Boter. Aanvoer 1840 kg., prijs 1.25 1.30, gemiddeld 1.27 1/2 per kg. Vee. 859 runderen, waaronder zijn 125 vette. 26 stieren. 61 paarden, ƒ90 a ƒ400 per stuk. 204 vette kalveren, ƒ0.80 a 0.95 per kilogr. 631 nuchtere dito, 12 a 24 per sL 301 vette vaTkens, 50 en 54 cent per kilogr. 90 magere dito, 16 a 26 per st. 321 biggen, 11 a 13 per stuk. 4543 schapen en lammeren. Eieren. Kip- ƒ3.20 a ƒ3.70, eend-. ƒ3.85 per 100 stuks. Vette koelen prijshoudend, handel matig, 60 a 78 cent per kg. Gelden koeien prijshoudend, han del matig, 150 a 220 per stuk. Melkkoeien prijshoudend, handel matig, 170 a 280 por stuk. Nuchtere kalveren prijshoudend, handel matig. Vette varkens prijshoudend, handel stug. Magere varkens en biggen, prijs houdend, haudel stug. Vette schapen prijshoudend, han del matig, 20 a ƒ32. Over houders prijshoudend, handel matig, ƒ9 a 16. Onze Lachhoek MERKWAARDIGE ADVERTENTIE. Hier snijdt men het haar, twee verdiepingen hoog. TVVEEëRLEI BEGRIP. Oppasser Compliment van den lui tenant en lk moest u dezen ruiker overhandigd I Dame O wat prachtig. Wil je me neer wel bedankenRozen om dezen tijd. OppasserNiet waar, juffrouw eind van dc maand bijna, 't Is mooi, zeg ik ooki Geef eens een bewijs van de valscliheld van de kat. Dat zij zich soms uitgeeft.... voo® haas 1 UITVLUCHT. Maar vrouwtje, ik dacht giste- dat je ontroostbaar waart over liet verlies van je man, en nu betrap ik Je bij het kaartspel. Och, dokter, u moet weten, dat ik geen portret van mijn Hannes heb, maar hij lijkt precies op Hartenboer. Kleine Willem Vader, wat konden wij een plezierig leven hebben, als u dat wrwlendo slaan kon afwennen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 6