luidt, dat «m ter dood veroordeeld»
Muniddclliik voox bet voltrekken van
fret vonnis, iner dus onder de galg.
mag gratie ban krijgen. In dit geval
,kan geèti' andere straf over hem wor
den uitgesproken, daar bij den
^odeaikgst reeds uitgestaan heeft
Vervolg Gemeenteraad
De VOORZITTER deelt xnede
a. dat zijn gestold ln banden van
(B. en W. om advies
le. een verzoekschrift van liet Be-
feiuur der Vereenigiug Groene ICruis
.Jubileums-tentoonstelling en congres
'om toekenning van eenig susidle
2de do 2e suppletoir© begrooting,
'dienst 1909. van het St. Elisabeths- of
jGroota Gasthuis
3e. een verzoekschrift van het Be
stuur der Vereeniging tot bestrijding
der Tuberculose, om voor het jaar
1911 weder subsidie te verleeneu
•le. eeu verzoekschrift van het
Hoofdbestuur van den Nederland-
schen Schildersgezellenbond in zake
verbod van gebruik van loodhouden
de verfstoffen.
5». een verzoekschrift van Mej. C-
A. Weaselmann, overste der „Maria-
6tichting", om een laantje en een
gedeelte sloot nabij dat gesticht van
de gemeente te mogen koopen
6e. een verzoekschrift van de Direc
tie der Maatschappij tot exploitatie
van Staaiwaterbronnen, om wijziging
Van de vergunning tot het plaatsen
van getimmerten in den tuin van het
Brongebouw, zullende de tentoonstel
ling, waarvoor die getimmerten moe
ten worden opgericht, worden gehou
den van 20 Augustus tot 18 September
a. s. in plaats van 15 Juni tot 31 Juli
aanst.
f. dat zijn ingekomen
le. een schrijven van Ged. Staten
der provincie Noord-Holland, ten ge
leide van het door hen goedgekeurde
Raadsbesluit van 20 April j.l. No. 6
tot aankoop van grond aan den Har-
rnenjansweg
2e. een schrijven van dezelfden, ten
geleide van het door hen goedgekeur
de Raadsbesluit van 20 April jl. No.
19 tot overdracht van de Aerdenhouts-
laan j
3e. een schrijven van dezelfden ten
geleide van het door hen goedgekeur
de Raadsbesluit van 20 April jL No.
20 tot aankoop van pluntsoenterrein
in het Wilhelminapark
4e, een schrijven van dezelfden ten
geleide van het door hen goedgekeur
de .Raadsbesluit van 20 April jl. No.
22 tot verhuring van een gedeelte
berm van de Leidsche Vaart onder
Ilillegom
5e. een schrijven van dezelfden, ten
geleide van het door hen goedgekeur
de Raadsbesluit van 20 April jl. No.
23 tot verhuring van grond aan de
Amsterdamsche Vaart;
6e. een schrijven van dezelfden, ten
geleide van het door hen goedgekeur
de Raadsbesluit van 20 April jL No.
2-1 tot wijziging van de voorwaarden
van Iret Raadsbesluit van 9 Maart ji.
No. 19.
b. dat zijn ingekomen
le. een schrijven van H. M. Hu-
brc-gtse, hoofd der Opleidingsschool
voor jongens, houdende dankbetui
ging voor de verhooging zijner jaar
wedde
2e. een schrijven van 1L van der
TYeerd, houdende bericht van aanne
ming van en dankbetuiging voor zij
ne benoeming tot onderwijzer aan de
school voor meer uitgebreid lager on
derwijs No. 2
3e. een schrijven van de afd. Haar
lem van den Nederlandschen R. K.
Volksbond houdende instemmingbe-
t ui ging met het verzoekschrift inzake
inwisseling van 2 1/2-centstukken ten
behoeve van muntgasverbruikers
c. dat door de Commissie van bij
stand in het beheer der gemeentebe
drijven is benoemd tot le lid der Sub
commissie van bijstand in het beheer
der gemeentelijke duinwaterleiding
de heer E. Levert;
d. dat voor <le leden ter lezing is
nedergelegd een schrijven van den
Directeur van het Openbaar Slacht
huis, betreffende gedane afkeuringen
van vee en vleesch, enz.
e. dat B. en W. voorstellen in hun
ne handen te stellen ter afdoening
verzoekschriften van W. A. Pull en
V. F. Jongbloed, in zake betaling
van wegens lekkage in de waterlei
ding verloren gegaan water.
PÜNT 6.
B. en W. stellen voor dc reeds door
den Raad der gemeente Velsen aange
nomen en door ons medegedeelde
overeenkomst, inzake gaslevering
door Haarlem aan Velsen, goed te
keuren.
De heer BREGONJE hoopt, dat de
blijde toon, die uit de schrifturen
van den Directeur der gasfabriek
spreekt, bewaarheid zal worden. Hij
vindt het niet juist, dat aan Velsen
gas geleverd wordt voor een lageren
prijs, dan aan de Haorlemsche inge
zetenen. De Directeur spreekt van de
noodzakelijkheid om het debiet uit te
breiden, nu door het watergas meer
gas bereid kan worden. Dio vermeer
dering van debiet zal men verkrijgen,
wanneer do gasprijs wordt verlaagd.
Thans 13 gas duurder dan petro
leum.
Spreker verzoekt hem de verzekering
to willen geven, dat binnen korten
tijd, voorstellen zullen gedaan wor
den, om den gasprijs te verlagen.
De heer HULSWIT zegt, dat die
verlaging van gasprijs niet toe te
zeggen is. Verlaging van den prijs
voor gas voor verwarming zou wel
sprekers sympathie hebben. Velsen
zal geen goedkooper gas hebben, dan
Haarlem's burgers, waarschijnlijk
even duur of iets duurder. De prijs
van 11/2 ct. is niet de distributieprijs.
De heer VAN STYRUM bespreekt
een redactie-wijzigiug van artikel 1
'der verordening.
Het amendement, door hem inge
diend, strekt om den aanhef te doen
luiden De gemeente Haarlem ver
bindt zich onder voorbehoud dat o p
Aannemelijke voorwaar
den door de betreffende autoriteiten
•toestemming zal worden verleend lot
bet leggen en onderhouden van de in
art. 2 bedoelde persleiding, enz.
De VOORZITTER deelt mede, dat
p. en W. dit amendement overne
men.
De heer LASSCHUIT wil in art 4
Scherper vaststellen, dat Velsen al
leen gas van Haarlem ral mogen ne-
mDe VOORZITTER u*t, dat de heer
Blom die quaestie onder de oogen
heeft gezien. Er is dus geen bezwaar
te vreezen.
De heer THIEL wil in art. 10 duide
lijker vastleggen, hoe de prijsrege
ling zal zijn. Spreker wil uitdrukke
lijk bepaald zien, dat die prijs op 4 1/2
cent gesteld wordt.
De heer HULSWIT deelt mee, dat
B. en W. dit voorstel overnemen.
De heer Schreudora komt ter verga
dering.
De heer TH!Kt., zet zijn meaning
uiteen omtrent do retributie-regeling
en stelt voor, om te bepalen, dat de
retributie voor het leggen en hebben
van buizen in den Rijksstraatweg
moet betaald worden door Velsen.
De prijs wil hij bepalen op 1.
Da heer HULSWIT meent, dat dit
overbodig is, waar liet hier zulk een
klein bedrag geldt.
De heer THIEL merkt op, dat de
gemeente Haarlem op hei gebied van
retributies een verleden en ook een
zekerheden heeft Wij laten ons eigen
bedrijf ook retributie betalen. Met
het oog op de mogelijkheid, dat de
eigenaars van den Rijksstraatweg
een booge retributie kunnen heffen,
wat spr. zelf niet gelooft, moet de ri
sico van Haarlem op Velsen worden
afgewenteld.
Daarom wil spr. een prijs van 1
vaststellen.
De heer SPOOR acht liet denkbeeld
van den heer Thiol niet juist. Want
als Haarlem bang is voor een hooge
retributie, dan zal Velsen dat ook
zijn. Spr. wil daarom de beide ge
meenten elk de helft doen betalen.
De heer THIEL is liet daarmee niet
eens. Onze kostenberekening voor de
ze overeenkomst heeft geen rekening
gehouden met een hooge retributie.
Wordt die geheven, dan geraakt de
geheele Tekening in de war.
Om dit to voorkomen, diende spr.'s
amendement Hij wil dit echter wel
terugnemen, wanneer de Voorzitter
verklaart de overeenkomst met Vel
sen niet te zullen sluiten, voor hij
zich op de hoogte heeft gesteld van
de te heffen retributie.
De VOORZITTER zegt dit toe.
De heer THIEL trekt zijn amende
ment in.
De heer VAN STYRUM stelt een
aanvulling voor van art 10 in dien
zin, dat bij de berekening van den
gasprijs telkenjare de minimumprijs
wordt in acht genomen.
B. en W. nemen dit amendement
over.
De heer MODOO begrijpt de betee-
kenis van art. 10 niet, wat betreft de
kolenprijzen van het vorig jaar ais
grondslag voor den gasprijs voor
een volgend jaar.
De heer HULSWIT verduidelijkt
het artikel en zegt. dat de verschil
lende commissies dit artikel hebben
goedgekeurd.
De heer MODOO zegt alle respect
te hebben voor verschillende com
missies, maar dat is nog geen bewijs,
dat er geen fout in zit, wanneer die
commissies de redactie hebben goed
gekeurd. Uit dit artikel leest spr.
niets anders, dan dat men twee ma
nieren heeft om den nieuwen prijs
vast te stellen.
De heer SPOOR gelooft met den
heer Modoo, dat do zaak niet in orde
is. Er moet een vergissing plaats ge
had hebben bij 't overnemen van het
artikeL Spr. leest het oorspronkelijk
stuk voor en constateert een afwij
king.
De VOORZITTER merkt op, dat de
vergissing ontstaan kan zijn door de
wijziging door Velsen aangebracht-
De heer HULSWIT meent, dat de
oorspronkelijke redactie nu hersteld
kan worden.
De heer SPOOR acht dit gevaarlijk
daar de heer Blom en het Gemeen
tebestuur van Velsen deze zaak reeds
onder de oogen gezien hebben en
wijziging nu zonder hen zou worden
aangebracht.
De VOORZITTER stelt nu aanhou
ding van dit artikel voor, in de ver
onderstelling, dat do oorspronkelijke
lezing door den Raad goedgekeurd
wordt.
Aldus wordt besloten.
Art. 12.
De heer LASSCHUIT wil do om-
schrijvin dat Velsen „in gelijke mate'
zal profiteeren van verlaging van
den gasprijs in Haarlem, ten gevol
ge van de verlaging van de kosten
der bereidingswijze, omzetten in cij
fers.
De heer HULSWIT acht dit niet
noodig.
De lieer KLEIJNENBERG eveneens
niet, daar de gasprijzen ln Haarlem
en Velsen geen venband met elkaar
houden.
De heer SPOOR meent, dat dit
niet-met-elkaar-In-verband staan v
de prijzen nog niet vaststaat.
Spr. kan echter zoo ln eens de zaak
niet overzien.
Daarom stelt hij ook aanhouding
van dit artikel voor.
De heer LASSCHUIT stelt nu v
te lezen, dat Velsen voor 9/14 genie
ten zal van de verlaging van den
gasprijs.
De heer KLEIJNENBERG zegt, dat
het verband tusschen gasprijs en ko-
lenprijs onomstooteüjk Is vastgelegd.
Daaraan kan niet getornd worden.
De kwestie van verlaging geldt alleen
de verlaging van bereklingskosteu.
De bear VAN STYRUM aoht het be
ter om te spreken van „in gelijke
verhouding" dan van „ln gelijke ma
te".
De heer HULSWIT merkt op, dat
in de Haarlemsche berekening tv.ee
factoren gelden de bereiding en
distributie. In de Velsar rekening
geldt alleen de distributie.
De heer VAN STYRUM meent toch,
dat het wenschelijk is te spreken van
verhouding in plaats van mate. Spr.
maakt daarvan een voorstel
De heer SPOOR betoogt <le wen-
schelijkheid van aanhouding.
De heer TIMMER begrijpt de zaak
nog niet. (Gelach). Spr. heeft het zich
zoo gedacht, dat Velsen ook 1 ct. ver
mindering zou krijgen, wanneer de
bereiding Haarlem één cent minder
gaat kosten.
De hoer KLEIJNENBERG sluit zich
aan bij het betoog van den heer Tim
mer; alleen zullen do sprongen min
der zijn, dan één cent, maar b.v. één
tiende cent.
Airt. 13.
De heer VAN DE KAMP vraagt of
het gas voor Velsen zal zijn behoor
lijk gemengd gas. Spr. heeft de erva
ring opgedaan, dat de menging van
watergas en cokesgas niet altijd de
zelfde is.
De hear HULSWIT antwoordt op
de gestelde vraag bevestigend. De
heer Blom kan die verzekering geven.
De heer KLEIJNENBERG wil be
palen, dat Velsen ook verplicht is op
den termijn, dat Haarlem gas gaat
leveren, klaar te zijn dat gas te ont-
angen.
De beer HULSWIT zegt, dat dit
in de bepaling omtrent de levering
ligt opgesloten.
De heer MODOO is het daarmee
niet eens: Velsen zou kunnen vol
staan met maar 'n paar pitjes aan te
sluiten; in elk geval bestaat do mo
gelijkheid, dat het gebruik van Vel
sen niet de aanlegkosten voor Haar
lem zal dekken. Velsen moet die dek
king garandeeren. Dit eischt men
ook van muntgasgebruiker3 in Haar
lem.
De heer HULSWIT zegt, dat dit niet
aangaat. Een dergelijk contract moet
berusten op goede trouw. Van Vel
sen kan geen garantie worden ge
vergd. De heer Blom heeft een onder
zoek ingesteld en ervaren, dat het
een groot afzetgebied zal zijn.
De heer MODOO zegt, dat die ga
rantie evengoed gevergd kan worden
van een gemeente, als van eigen in-
oners.
De heer KLEYNENBERG meent,
dat men bij een dergelijke zaak van
koopmanschap geen struikelblokken
in den weg moet leggen. Men rekent
op een afzet van 500 000 kub. M. Dan
zijn de kosten er geheel uitmaar als
men dat cijfer niet bereikt, kan men
er toch niets aan doen. Lukt 't, dan
is het een goed zaakjemislukt het,
nu dan mislukt het. (Gelach).
De heer SPOOR verklaart, dat het
amendement van den heer Kleynen-
berg niets is. Men kan niet bepalen,
dat iemand gereed moet zijn, om iets
te ontvangen. Laat de heer Kicynen-
berg omschrijven, wat hij bedoelt, ui.
dat de gasleiding van Velsen gereed
zal zijn..
De resumptie van de geheele over
eenkomst wordt aangehouden.
PUNT 7.
Door den heer E. Walig alhier, is
een aanbieding gedaan, om het hem
toebehoorende perceel aan de Hage-
straat no. 17 aan de gemeente te ver-
koopen.-
Aan twee zijden wordt dit perceel
begrensd door gemeente-eigendom
men, aangekocht om de speelplaats,
beh o arende bij school no. 7. aan de
Spaarnwouderstraat, te kunnen ver-
grooten. Deze omstandigheid, alsme
de de wenschelijkheid,om bij even-
tueele behoefte de gymnastiek-zaal
van genoemde school te kunnen ver-
grooten en eene bewaarderswoning
daarbij te- kunnen voegen, geven B.
en W. aanleiding den Raad voor ie
stellen om van de aanbieding ge
bruik te maken en hen te machtigen
het perceel voor den prijs van f 3590
voor de gemeente aan te koopen.
Aldus werrdt besloten.
PUNT 8.
B. en W. stellen voor hen te mach
tigen van de Maatscb. „Metselmate
rialen", alhier voor f 8200 aan te
koopen een perceel Harmenjansweg
kad. sectie E no. 2856. Het perceel is
928 vierk. M. groot. Met het reeds
aangekochte perceel van de Gebr.
Jacobson, vormt dit terrein een op
pervlakte van 2300 vierk. M., waarop
dan een opslagplaats van bestratings-
materialen wordt gemaakt.
Het terrein aan de Parklaan be
hoeft dan niet meer daarvoor ge
bruikt te worden.
De nieuwe opslagplaats ligt aan
*t Spaarne en den Harmenjansweg
ten westen van de spoorbaan.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 0.
B. en W. stellen nader voor:
I. B. en W. te machtigen tegen 1
Januari 1911 aan J. B. Koster de huur
op te zeggen van de perceclen aan de
Leidsche Vaart, kad. sectie I, nos.
761, 973, 974, 764, 913, 911, 922 en 760.
II. Aan den Staat om niet af te
staan een terrein van 5300 vierk. M.
aan de Leidschevaart, hoek Schreve-
liusstraat ten behoeve van een Rijks-
kweek- en leerschool, op voorwaarde,
dat het gebouw der leerschool aan de
Ged. Voldersgracht weder aan de
Gemeente worde teruggegeven.
De heer VAN STYRUM verzoekt B.
en W. zich bijtijds op de hoogte te
6tellen van het tijdstip, waarop de
Leerschool vrij komt Dan kan men
daarmee rekening houden bij de ont
werping van plannen voor die ge
bouw.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Het voorstel wordt aangenomen.
PUNT 10.
Doordat een der eigenaren van een
perceel in de Tempeliersstraat, de
heer J. Mooy, ecu ongeêvenredigd
hoogen prijs vraagt voor een opper
vlakte tuin en schuur, kan de E. S.
M. niet nakomen de voorwaarde, om
binnen vijf Jaren na de opening van
de lijn Amsterdam—Zandvoort de ge
heele Tempeliersstraat op een breedte
van 16 M. te brengen.
B. en W. stellen nu voor. om dit
perceel len name van de gemeente te
doen onteigenen. Deze oplossing
schijnt in overeenstemming, meenen
B. en W., met de zienswijze van den
Minister van Waterstraat
De E. S. M. zal de kosten der ont-
eigenings-procedure moeten dragen.
De heer THIEL merkt op, dat de
vaste practijk, ook door de Holl.
Spoor steeds gevolgd, is, dat jiiet ge-
deelten van porceelen worden ont
eigend maar altijd geheele porcee- j
len. Dat komt voordeeliger uit.
De VOORZITTER vreest voor te
groote kosten.
De heer RINKBMA zegt, dat rnen de
tram niet tot meer mag verplichten,
dan is vastgesfeld.
De heer THIEL merkt op, dat hij
dit laatste niet wil. Haarlem heeft al
leen belang bij het straatgedeelte. In
het belang der train zou 't echter zijn,
r het geheele perceel wordt
onteigend.
De VOORZITTER zal doen, wat in
deze mogelijk is.
De heer VAN' STYRUM merkt op.
dat niet nu reeds vastgesteld kan wor
den, dat een procedure gevoerd wordt.
Is de onteigeningswet aangenomen,
dan moet men eerst trachten eeu min
nelijke schikking te treffen.
De VOORZITTER meent, dat deze
zinsnede alleen een machtiging in
houdt, waarvan gebruik wordt ge
maakt als het nooditr is.
De heer VAN STYRUM merkt op,
dat veelmaals hardnekkige lieden
mak worden, als de wet eenmaal is
aangenomen.
De VOORZITTER zegt, dit wel te
wetenmaar hij handhaaft zijn op-
attins van de zinsnede.
De heer TIMMER zegt. dat de moei
lijkheden voorkomen worden als men
spreekt van liet voeren van de proce
dure „zoo noodig".
De heer SPOOR acht de geheele
zinsnede praematuur. Die zaak be
hoeft pas geregeld te worden, als de
wet tot stand is gekomen.
De VOORZITTER wil de uitspraak
aan den Raad overlaten.
De desbetreffende zlnssiede van het
voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 21 tegen 7 stemmen, die
van de heeren Seignetle, Krelage,
Timmer, Van Styrum, Spoor, Van den
Berg en Schreuders.
Het geheele voorstel wordt aange
nomen.
PUNT II.
Naar aanleiding van het voorstel
ot wijziging van art. 1 der ..Voor
vaarden waarop voor straat bestem
de gronden door de gemeente Haar
lem in eigendom zullen worden aan
vaard", op 30 Januari 1.1. ingediend
door den heer L. Modoo, deelen B. en
W. mede dal een meerderheid van
hun college mèt den heer Mndoo van
oordeel is, dat de eigenaar van voor
straal bestemden grond bij over
dracht aan de gemeente moet vergoe
den een zeker bedrag, waaruit de
kosten van rioleering en bestraling
gedekt worden, en waaruit bovendien
de instandhouding gedurende zeke
ren tijd zal kunnen worden betaald.
Het voorstel van den heer Modoo
beoogt, bij overdracht van voor
straat bestemde gronden het te stor
ten bedrag in dier voege vast te stel
len, dat, ongeacht welk materiaal ge
bruikt wordt, de gemeente eerst na 60
jaar zelve de instandhoudingskosten
der bestrating Le betalen heeft.
De minderheid van het college van
B. en W. is van afwijkende meening.
Zij stelt daarbij op den voorgrond,
dat tot heden aan de verhouding der
gemeente tot voor straat bestemde
gronden overdragende particulieren
len grondslag lag de volkomeu ge
zonde regel, dat bij den grond, voor
straten bestemd, wordt overgedragen
een bedrag benoodigd voor openbare
werken, vermeerderd met een percen
tage van dat bedrag voor onderhond.
De gemeente ontvangt alzoo den
waarborg, dat de stralen deugdelijk
aangelegd worden, zij voort dien aan
leg uit als het ware voor rekening
van de overdragende pari ij en men
is verzekerd van goed onderhoud. In
het thans geldende stelsel is een
vereischte. dat telkens vaststaat welk
beslratingsmateriaal zal worden ge
bruikt, in de voorgestelde regeling is
het onverschillig, welk materiaal ge
bruikt wordt, doch geèischt wordt be
taling van het hoogste bedrag, dat
noodig zou kunnen zijn. Tot het vra
gen van zoodanige bijdrage acht de
minderheid do gemeente niet gerech
tigd.
De heer LASSCHUIT is 't wel met
het voorstel eens, maar acht den priis
van f 6.60 voor keien te hoog. Hij wil
daarom een Commissie benoemen en
de zaak aanhouden.
De heer MODOO is tegen aanhou
ding, want dit voorstel is als een
spoed-voorstol bedoeld, om de men-
schen, die reeds lang wachten, te
helpen.
De heer DE BREUK bestrijdt aan
houding. Laat de heer Lasschult zijn
voorstel bewaren tot de geheele zaak
wordt geregeld.
De heer LASSCHUIT zal thans in
de zaak berusten.
De VOORZITTER verklaart de min
derheid in B. en VV. geweest te
zijn. Hij is dus niet voor de voorge
stelde regeling.
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen.
PUNT 12.
De heer J .C. E. L. Schönhuth al
hier, heeft tot B. en W. het verzoek
gericht, aan hem ln koop af te staan
een stuk grond ter grootte van onge
veer 70 vierk. M. aan de Juliana-
straat, ten Oosten van een reeds aan
hem verkocht terrein. De thans in
koop gevraagde grond Is bestemd tot
vergrooting van den tuin van het
woonhuis, dat op den reeds verkoch
ten grond is gesticht, doch zal later
mo noodig gedeeltelijk worden be
bouwd.
Tegen de inwilliging van het ver
zoek bestaan bij B. en W. geen be
denkingen, zoodat het college den
Raad voorstelt tot den verkoop op ee
nig voorwaarden te besluiten.
Bij elke overdracht van den grond
moeten deze voorwaarden opnieuw
aan den kooper worden opgelegd en
in elke akte van overdracht worden
opgenomen.
Bij niet nakoming van deze bepa
ling wordt door de overdragende
partij een boete van f 5000 aan de ge
meente betaald.
Wordt aangenomen.
PUNT 13.
B. en W. achten bet wenschelijk
om de nog over een lengte van 80
M. in de Dubbele Buurt liggende klin-
kerbesirating, met het oog op het
drukke verkeer met wagens aldaar,
te doen vervangen door keien, in
aansluiting met de daag- gedeeltelijk
reeds bestands keibesürating.
B. en W. stellen den Raad voor,
hen te machtigen tot het veranderen
dier bestrating te doen overgaan.
Aldus wordt besloten.
PUNT 14.
B. en W. stellen den Raad voor,
met intrekking van het Raadsbesluit
9 Maart 1910, no. 12, te bepalen
dat van de commissie van deskundi
gen, bedoeld in Raadsbesluit van 29
December 1909 no. 12, twee leden zul
len worden aangewezen door B. on
W., welke beide leden een derde lid
zullen benoemen.
Zooals men weet bad de Raad be
sloten een der leden te doen benoe
men door het Gemeentebestuur van
Bloemendaal. Die benoeming is ge
schied onder voorwaarden, die B. en
W. van Haarlem niet aannemelijk
achten.
De heer VAN STYRUM meent, dat
u de medewerking van Bloemen
daal is buitengesloten, het niet noo
dig is, dat de twee benoemden een
derde 'aanwijzen- B. en W. kunnen
nu evengoed drie perSonen benoe
men.
De VOORZITTER zegt, dat dit voor
stel gedaan Is, om het onderzoek zoo
onpartijdig mogelijk te doen geschie
den.
De heer VAN STYRUM ziet niet in,
dat der onpartijdigheid te kort go-
daan wordt, wanneer B. en W. alle
drie in plaats van twee leden benoe
men.
De VOORZITTER handhaaft zijn
meening, dat de door B. en W. voorge
stelde wijze van handelen, iucer
waarborg voor onpartijdigheid geeft,
dan de door den heer Van Styrum ge
huldigde.
Het is een kwestie van gevoel en van
smaak.
Het amendement van den heer Van
Styrum wordt aangenomen met 15
tegen 14 stemmen, die van de heeren
Thiel, De Breuk, Kleynenberg, Loos-
es, De Braai, Van den Berg, Van
-ynden. Middelkoop, Kruseman. Laa-
schuit, Schram, Winkler, Hulswit en
Van de Kamp.
PUNT 15.
B. en W. stellen voor een commis
sie ad hoe te benoemen om den Raad
advies te geven over de levensvatbaar
heid van een overdekte zwem- en bad
inrichting naar het plan Graichen.
De heer THIEL stelt voor, te lezen,
dat de Commissie eenvoudig zal heb
ben te onderzoeken de levensvatbaar
heid der zaak, zonder te spreken over
de gegevens.
Dit amendement wordt door B. en
W. overgenomen.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
PNT 16.
B. en VV. stellen voor een i ge loka
len in de school voor u. 1. o.. lett. A.,
Klein Heiligland, een lokaal in de
opgeheven school voor 1. o. no. 11
(Ged. Oude Gracht) ter beschikking te
stellen voor het ouderwijs aan de
Rijksnormaallessen en f300 beschik
baar te stellen voor Haarlemsche
leerlingen, die getrouw en met goed
gevolg die lessen hebben bijgewoond.
Wordt goedgekeurd.
Te kwart voor vier gaat de vergade
ring in geheime zitting over.
De openbare zitting wordt te 10 mi
nuten voor half 5 heropend.
PÜNT 17.-
Benoeming van stembureau* voor
de Gemeenteraadsverkiezing.
A- Voor de eventueel© stemming en
herstemming voor één lid van den Ge
meenteraad, te houden op Donder
dag, 30 Juni 1910, en" Vrijdag, 8 Juli
d. a. v.
(Vacature Dr. J. Nieuwenhuijzen
Kruseman jaar van aftreding 1915).
3e Kiesdistrict
Stemdi strict A. (School Leidsche-
plein no. 36).
VoorzitterJ. Winkler le lidJ.
Schreuders ;2e lid O. D. Emrik.
Plaatsvervangende leden H. J.
Ge ijl, N. Groustra, G. van der Most
van Spijk S. K. Sijbrandl en J. A.
Wil kens.
Stemdistrïct B. Hoofdsternbureau.
(School Tempeliersstraat no. 1).
Voorzitter Mr. J. H. Thielle lid
Dr. J. Timmer 2e lid F. C. Dufour.
Plaatsvervangende leden A. Wink
ler, B. Davidson, W. G. H. Jacobs, Dr.
A. A. G. Land eu A. Ratelband.
Stemdistrict C. (School Klein Hei
ligland no. 12).
VoorzitterJhr. Mr. F. W. van Sty
rum le lid Mr. J. N. J. E. Thijssen;
2e lid: J. C. Burkens.
Plaatsvervangende ledenJ. W.
Daudeij, P. van de Water, J. C. Pee
reboom, Mr. A. A. Stheeman en A. R.
Ritsema.
B. Voor de eventueele stemming en
herstemming voor één lid van den
Gemeenteraad, te houden op Donder
dag 30 Juni 1910, en Vrijdag 8 Juli
daaraanvolgende.
(Vacature J. J. Sneltjesjaar van
aftreding 1915).
le Kiesdistrict.
Slemdistrict A. Hoofdsternbureau.
(Raadhuis), (waarvan de Burgemees
ter Voorzitter is),
le lidMr. P. Tjeenk Willink.
2e lid F. M. Baron Van Lynden.
Plaatsvervangende leden S. C. J.
Bertram, P. F. de Bordes. A. Rosse,
A. A. Ris en J. H. C. Th. Limperg.
Stemdistrict B. (School Spaarnwou
derstraat No. 12).
VoorzitterB. E. C. Seignetle.
le lid J. H. Visser.
2e lid H. D. Tjeenk Willink Jr.
Plaatsvervangende leden J. C. Cra
mer, H. Franken Jr., W. B. GusLcha
H. M. Hassink en F. H. Smit
Stemdistrict C. (School Haarlem
merliedestraat no. 29).
Voorzatter: Mr. VV. N. J. M. Smitj
le lid VV. A. J. an de Kamp2e.
JidN. van der Sleen.
Plaatsvervangende leden Th. H.
A. J. Lohman, J. C. Caderius van
Veen, E. Voet Jr., J. C. A. Croin en
J. de Breuk Lzn.
PUNT 18.
B. en W. stellen voor een directeuf
>or het schilderijen-museum aan te
stellen op een jaarwedde van f 1000.
Ter vervulling dezer botiekking ij
het volgend tweetal van aanbeveling
opgemaaktTo. de heer J. O. Krouig
te 's-Gravenhage en 2o. de heer W. J.
G. van Mcurs te Haarlem.
De VOORZITTER deelt mede, dal
3. en W. de aanbeveling voor de ver
ruiling van de betrekking van direc
teur van het Schilderijen-museum
terugnemen.
PUNT 19.
B. en W. stellen voor, den beer J„
J. Smits, die op 1 Juli periodiek mooi
aftreden, als lid van het Burgerlijk
Armbestuur weer als zoodanig te be
noemen.
De heer J. J. Smits wordt herbe
noemd.
PUNT 20.
B. en VV. hebben de volgende voor»
drachten opgemaakt voor de benoe
ming van twee onderwijzers aan de
school voor L o. no. 8, noodig wegenj
ermeerdering van hei aantal klas
sen.
Eerste voordracht
1. J. H. Peper, Gorinchem.
2. W. IL Tick, Amersfoort.
3. S. Sieswerda, Zaandam.
Tweede voordracht
1. W. 11. Tick, Amersfoort,
2. S. Sieswerda, Zaandam.
3. S .D. le Fèbre, Lisse.
Benoemd worden de heeren J. H.
Peper en W. H. Tick.
Daarna wordt de vergadering te
half 5 gesloten.
Pers-Overzicht
DE HOUDING VAN DR. KUi'PER.
In een Haagschen Brief van „De
Tijd" Is o. a. te lezen
Er is gebleken, dat de rechterzijde
even beslist als de linkerzijde de on
voorzichtigheden laakt, waaraan dr.
Kuyper zich schuldig bekent en even
teleurgesteld is geweest door de ver
schrijvingen en vergissingen, welke
in de November-verklaring niet ont
braken. Er is niemand, die na het ge
beurde den terugkeer van dr. Kuyper
aan het bewind nog mogelijk acht.
Welke de verzachtende omstandighe
den ziin, die men Iaat gelden, de on
voorzichtigheden in confessie en mis
schien meer nog de karaktereigen
schappen, waaraan zij door zija
vrienden werden toegeschreven, ma
ken den terugkeer onmogelijk en on
denkbaar.
En verder
Het lijkt mij intusschen, dat dr.
Ivuyper en „De Standaard" go»*! zou
den doen in kalme rust de uitspraak
van den eereraad af te wachten. De
grootere of kleinere beschouwingen,
door het blad aan de discussie iu da
Kamer gewijd, maken geen verheffen-
den indruk.
De luchthartigheid, waarmede iu
het stukje over de rede van den heer
De Jong gesproken wordt van de ver
schrijvingen in de November-verkla
ring, ergert waarlijk niet alleen zijn
tegenstanders. Over de rede van den
lieer De Stuers kan men denken, zoo-
als men wil, het komt mij in alle b«-
scheidenheid voor. dat liet niet aan
het blad van dr. Kuyper is, om daar
op een zekeren nadruk te leggen. Ja,
ronduit gezegd, wil het mij voorko
men, dat, zoo dr. Kuyper den heer
Lehmann een ©ogenblik als man van.
rechts heeft geaccepteerd, hij hem
nog niet heeft op te dringen aan de
rechterzijde.
DE KUYPER-ENQUêTE.
..Het Vaderland" schrijft
Men heeft, na de exceptie, dat het
hier een persoonlijke wraakneming
gold, een andere opgeworpen, name
lijk dat het te doen was, om dc auU-
revolutionnaJre partij te treffen, om
eeu bres in de coalitie te schieten, ja
zelfs het Kabinet-Heemskerk te tref
fen.
Hoe ter wereld net ministerie-
li»: ems kerk getroffen zou kunnen
worden door ten votum vóór de en
quête, is al evenmin duidelijk, als wat
de in de minderheid verkeerende en
ouderling verdeelde liberale partij,
die om béide redenen voor het oogen-
blik buiten staat is de regeering te
aanvaarden, met eene aldus bevoch*
ten overwinning zou moeten doen»
Zij zelf zou er het meest verlegen
mee zitten.
Maar blijkt uit het aanvoeren van
dit argument door de rechterzijde
niet zonneklaar, dat bij haar de mo
raliteit moet wijken voor da politiek
De leiders der Christelijke partijen
hebben de coalitie in gevaar gezien,
en dit heeft hun oordeel over de af
dwalingen van dr. Kuyper bepaald.
Ziedaar de zaak.
Intusschen - indien het do vrijzinni
gen inderdaad te döen ware geweest,
om de antï-revolutionnaire partij en
de coalitie te treffen, zij zouden zich
de houding van beide niet anders
hebben kunnen wenschcn. Eene anti-
revolutionnaire partij en eene coali
tie, die het enquête--morslel hadden
aangenomen, zouden bewijs van po
litieke eerlijkheid en betamelijkheid
hebben gegeven, en daardoor dien
boozen toeleg grootendeels hebben
verijdeld. De dingen, die de enquête
aan het licht zou hebben gebracht,
ronden al bijzonder' erg hebben moe
ten geweest zijn, wilden zij haar meer
in de kaart spelen dan de weigering
der enquête door de geheele coalit'e.
blijkbaar onder den Invloed van <le
anti-revolutionnaire partij en het
Kuyperiaansche eere-legloen.
Wij zijn dan ook overtuigd iat
ook in dit opricht de met geen rog-
redenen goed te praten numiiim der
rechterzijde 5n dc toekomst blij
ken. voor haar noodlottig te zijn.
DE STEM VAN DEN HEER
THOMSON
Deu heer Thomson, afgevaardigde
voor Leeuwarden, het eenigc Kamer
lid van links, dat tegen het enquête-