RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD 1G. 27 - 227 17. 31 22 18 :27 24 - 29! lii l b Juist deze mooie en diep be- ri - id® „stille" zet, welke mij den i- isimj gaf, deze combinatie voor de bekroaltt® het geschiktst te achten." 16. 33; 24 20 29 „Als nu de positie, waarin wit •thans verkeert, goed bekijkt, dan kan men beat begrijpen, dat wit hier met 39 - 33 hot spel vervolgde. Want, op 36 uf 37-31 volgt een schijf winst, niet 21 - 27, voor zwart. Op 47 - 41 ant woordt »wart met 5 -10 en wit is toch gedwongen, om hierna met 39 - 33 te vervolgen, mits geen schijf prijs wil lende geven." 19. 39-33 „Velen zouden ér Ingeloopen zijn." 19. 19-2411 ,,De damzet, die nu volgt, zou mis schien door vele spelers wel gezien worden, maar toch was het moeilijk voor don zwart-speler te berekenen, dat schijf 28 (later 10) niet naar dam liep." 20._ 5:14 „Zeer mooi loopt all es, de meeste schijven moeten geslagen worden." 21. 17 50 dam 1 22. 26 17 12 21 23. 34:23 15: 4!1 I„Een hard gelag voor wit. Schijf 10 stond al zoo dicht bij dam, maar wordt op het laatste moment voor z'n neus weggekaapt. Dit alles was na tuurlijk door den zwart-speler ge- Hiermede besluit de geachte beoor- deelaar zijn analyse, welke zeker als zaakkundig kan beschouwd worden. Voor de amateurs luleu wij hot slot dezer partij nog gaarne volgen te meer, daar het eindspel ook nauw keurig moest afgewerkt worden, om het reeds behaalde voordeel in winst kunnen omzetten. 24. 23-18 13:22 25. 43 - 39 50 :33 2G. 38:29 7-12 27. 29 - 24 21-27 28. 32 21 16 :27 29. 35 - 30 25-34 30. 40 - 29 9-14 31. 45-40 8-13 32. 40 - 34 3- 9 S3. 34. 42. 43. 44. 40. 48-43 43-39 35. 34-30 36. 36 - 31 37. 47 36 38. 42 - 37 39. 30 - 25 40. 24 - 20 20-15 29-23 37-32 32-23 39-34 34-30 47. 30 - 24 48. 25 - 34 49. 34 - 30 50. 30 - 25 51. 25-20 52. 31-26 22-23 12-17 27-32 32 41 17-21 11 -17 17-22 6-11 11-17 28 19 22-28 19 28 28-33 13-19 19-30 14 -19 33-39 39-44 9-13 21-27!! I Voorts kunnen wij nog mededcclen, dat er vijf combinatie-partijen ter be oordeel ing waren ingeleverd, welke door den heer Hoogland in deze volg orde werden gerangschikt No. 1. L. J. Content ,met zwart, be kroond Na 2. C. H. Broekkamp. met zwart: Na 3. S. S. van Baaien, met zwart No. 4. C. H .Broekkamp, met wit No. 5. J. Swart, met zwart. De Haarlemsche Damclub houdt hare bijeenkomsten ioderen Maandag avond van 8 tot 12 uur in het Gebouw de Nijverheid, Jansstraat 85, alhier. Liefhebbers van het Damspel zijn daar steeds welkom. EEN NIEUWE UITVINDING. De Engelschman Martin Ilale heeft - naar uit Londen wordt gemeld een kruitsoort uitgevonden, die bij de ontbrandmg geen vlam geeft Do uitvinder heeft in tegenw< ordigheid van de Fransch®, Dnitsrhe en Oosten- rijksche militaire attaché's en van Engelsche deskundigen proeven er mee genomen. Hale schijnt een stof te hebben ont dekt, die de vlamvorming bij de ont ploffing van het kruit geheel belet. Dit is van belang, omdat de vlam bij liet afgaan van het schot de plaats der batterijen kan verraden, al wordt ook met roekeloos kruit gevuurd. De nieuwe kriiitsoort van Hale la een kristallijn kruit, omgeven door zeer dun papier, gelijkende op siga rettenpapier De snelheid van het pro. jectiel is bij gebruik van dit nieuw® kruit, naar het schijnt, even groot als bij het gebruik van het gewone krult. Raadsels (Deze raadsels zijn alle inge- aonden door jongens en meis jes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinde ren. die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in het vol gend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd In verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. 1. nagezonden door Jentien Been). Welk spreekwoord leest ge hieruit Gerhard zalen bent branden band gedoemd. 2. (hsgezonde'n door Corrie Vreug- denhil). Mijn geheel is een spreekwoord van 26 letter®. 13 4 23 18 is een meisjesnaam. 10 15 28 is een vogel. 16 11 8 17 7 12 2 20 is een plaatsje in Limburg. 5 19 n 1 fcel. 2 21 13 is een soort schoei- 24 25 3 is een vragend voornaam woord. 3 14 15 6 behaalden vroeger in den ooi log da soldaten. 3. (Ingezonden door Joh. Vermeer). Zot achter elkaar Iets van Amsterdam. Een hemellichaam. Iets, dat b.v. de Noordzee is. Gij krijgt dan een kanaal in Gro ningen. 4. (Ingezonden door Piër Heidweil- ler). 11c ban een lichaamsdeel. Verander mijn laatste letter en ik ben ook een lichaamsdeel. 5. (Ingezonden door Dirkje C. Kooi man). Ik besta uit 19 letters en word door den boar gebruikt. Op hat 1 18 3 14 werkt de boer. 5 1 2 7 8 is een kleur. 2 3 is een verkorte meisjesnaam. 5 6 2 dragen veel dames. 17 18 2 11 14 zit men in de woon kamer. 9 6 7 4 is duur. 15 16 17 2 18 19 is eon viervoetig dier. 5 12 10 1 4 is een kunstvoorwerp. 6. (Ingezonden door Karei van der Heijden). Zonder voeten moet ik loopen, Altijd voorwaarts, altijd voort I 'k Houd mijn mond gestadig open, Maar ik spreek geen enkel woord. Zwaar beladen, houten huizen Diaag ik dag en nacht maar voort, 'k Heb een bed naar mijne lusten, Waar ik heerlijk in kan rusten. Wie heeft ooit mijn naam gehoord 7. (Ingezonden door Jacoba Rem ind). Zet onder elkaar Een plaats in Limburg. Een rivier in Duitschland. Een dorp in Gelderland. Een stad in Zwitserland. Een lichaamsdeeL Een stad in België. Een dorp in Noord-Holland. Een water 'n Gelderland. Een rivier in Spanje. Een land in Europa. Een stad in Italië. Een rivier in Duitschland. Een stad in België. De beginletters vormen een stad ln het Noorden van Duitschland. 8. (Ingezonden door Willem R. Jansen). Ik besta uit 25 letters en ben een bekwaam man uit de Vaderlandsche geschiedenis. 22 9 25 3 is een vloeistof. 8 14 16 6 is een rivier. 7 13 24 12 3 is een ziekte. 17 8 14 is een viervoetig dier. 2 1 20 vindt men in museums. 4 5 15 10 is een dier, dat op de rot- een leeft. 6 19 20 vindt men op een erf of ln den tuin. 18 19 5 1 is een vrucht 11 5 21 3 is een geldstuk. 9. (Ingezonden door Wim Heijl). Wat leest gij hieruit? Rand leend. 10. (Ingezonden door Corrie v. d. Kolk). Er zijn twee spiegels, glad en fijn, Waarvoor tweo nette deurtjes zijn. En als die deurtjes open gaan, Dan blinken u die spiegels aan. De spiegels rollen heen en weer, En stijgen op en dalen neer, En stad en land, ja 't gansch heelal, 't Blinkt in di® spiegels van kristal. 11. (Ingezonden door Piër Heidwell- ler). Ik ben iets om te dekken. Onthoofd word ik gebruikt in de ■oep. De laatste helft hiervan is verster kend. 12. (Ingezonden door Rika v., d. Boogaard). Ik ben met V een lustig dier, Spring rond en houd van grapjes. Mot P ben ik een vrucht van 't veld, En lever lekk're hapjes. Maar als ik met een K verschijn, Dan ben 'k een stad vlak aan den Rijn. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. April doet wat hij wil. Pit, wat, hor, wil, Dyle, taart, wa ter. HEN KOLEN MELKKAN LAKEN LAM N 3. Broek roek. 4. Wagenweg. 5. Wie goed doet, goed ontmoet. G. Kampei-straat. 7. Haamstede Heemstede. 8. Brievenbus.. 9. Moskou. 10. De pen. 11. Bet uwe. Betuwe. 12. Tuberculosebestrijding. Gul, loog, sol, cent, grijs, tol, tij ding, uil, gulden, beer, bes, Slebe. Goede oplossingen ontvangen van -. Joh. W. Raatgever 11. Martinus Hubers 7. Machiel van Marsbergen 11. Jentien Been 12. Marie Rutten 12. Henri Janse 10. Hendrik Roozen 10. Zus Baaij 11. Willy Germeraad 10. Jan Huijer 5. Cor Iluijer 5. Joh. v. Koningsbruggen 12. Marietje v. Koningsbruggen 12. Zus Duursma 12. Arie Hoogendoorn 5. Cornelis Kroonsberg 12. G. van Wunnik 8. Christine Zwemmer 10. Willem Overmeer 12. Gerrie R enger 10. Hendrik Rees 12. Abiaham van Brussel 11. Thomas en Yda van Beem 10 .Tan Hendrik Bruijn 10. Willem Plantjé 11. C. en A. Erbrink 8. Jansje van Dijk 12. Catharina Morlang 10. Nanne Nauta 12. Joh. W. Koopman 9. Anna 't Hoen 3. Piër Heidweïller 9. Cornelis Kroonsberg 9. Bertus en Dina van Pullen 12. Ernst Moolenaars 7. Maartje Verde.l 10. Henri Janse 12. Bertha Clausing 9. Jan Mazurel 12. Johan Lotz 12. Fr. v. d. Broek 6. Arend en Frans ITeijsman 12. Marie en Louise Vink 10. Hettie en Jaantje Lams 8. Aaltje en Siebe Huizinga 12. Neli Bonman 10. Johan Rieden 6 Jo en Lucia Lembeek 9. STRIKVRAGEN. 1. (Ingezonden door Paulina Feijen) Ik heb het niet en hoop het nooit te krijgen maar als ik het heb, wil lk het voor geen geld van de wereld missen. 2. (Ingezonden door Jentien Been). Welke lekkernij sluit den mond 3 .(Ingezonden door Willem R. Jan sen). Welk schip kan noch vliegen, noch varen 4. Welke ziel heeft geen gevoel 7 5. Op welken weg kan men niet loopen 6. Welke peer kan men niet eten niet 8. (Ingezonden door Jan Geijlvoct). Welke bak verdwijnt onder het ge bruik 9. Welk lood smelt niet? 10. Welke bakker eet nooit zijn eigen baksel 11. Welk vat heeft geen duigen 12. Wie Is de grootste dief BERICHT WEDSTRIJD. De uitslag van den wedstrijd komt de volgende week in de courant Mijn eerste Lnchtreis (Door Jentien Been, oud 11 jaar). Op ons dorp zou een luchtballon opgelaten worden, lk stelde altijd zeer veel belang in deze dingen, en ging ook eens kijken. Daar hinig het gevaarte dicht bij den straatweg bo en eene weide. Het \va3 met een mooi zijden net overtrokken. Op den rand van het schuitje zaten drie mannen, een lange met zwaren baard, de tweede met een kort kne veltje, was nogal dicht in een hoekje gekropen, zoodat ik hem niet goed kon opnemen. H ij nam echter tame lijk veel plaats in. De derde scheen een vroolijk man te zijn, want hij zat aanhoudend grapjes te vertellen, en te lachen. Daar luidde eensklaps een zware stem, alsof in den oorlog een bevel wordt uitgeroepen. „Moet er nog iemand mee Nu zag ik de kans schoon, en ik riep ,Jk wil mee 1" „Stap rnaar in, ventzei de vroo- lijke man, die Sam heette. „Hoe is je „Willem 1" antwoordde ik. „Zoo", zei hij, „dat is een mooie naam 1" Allen gingen toen zitten, de een pralende, de ander lachende, lk bleef op den rand van het schuitje leunen. „Hol, jongen, ga zitten 1" riep Sam. Ik ging zitten en pas was ik gezeten, of de bailon rees langzaam en statig de lucht in. lk zat te genieten van den frisschen wind, die mij in het gezicht woei. Daar gingen wij I Wat was het prettig in een luchtballon, vond ik. De heer, die tegenover mij zat, scheen een praatje te willen maken. Dat was die lange met den baard. Hij stelde zich voor als Van Bacho en ik stelde mij ook voor en zoo had Van Bache een begin gemaakt Hij ver volgde „Waar ben je geboren Nu, ik was een boerenjongen en kende geen stadsmanieren daarom zeide ik leukweg „In het land 1" Nu kwam er aan het lachen geen einde, en ik Ik zat met het onnoo- zelste gezicht van de wereld te kij ken. Van Bache vroeg mij verder, waar lk op school was en of ik goed leer de, enz. Maar ik vond het volstrekt niet noodig, dat hij mij uithoorde, en zei daarom, dat ik wnt van de na tuur wou zien, en ging aan den an deren kant van de schuit op de don kerroods kussens zitten, om daarna over den rand van het schuitje te gaan hangen. Zoo kwamen wij boven een groot meer, en zoo stellig als ik in het schuitje zat, meende lk, dat het de zee was. Nu zo.g ik een uitgestrekte weide, en de koeien die er in liepen te grazen, kon ik nauwelijks zien. Daar ging ook een trein. Wat schoon was de natuur toch 1 De menschen onderscheidde ik als poppetjes. Ver der gingen wij over velden en wegen, stroomen en vaarten, huizen en schu ren, bosschen en moerassen, verder, al verder. En toen Toen kwamen wij boven de onafzienbare zee, waar de witte koppen op de golven stonden. Dat gezicht deed mij een kleine ril ling over de leden glijden. Als wij hier eens in nederdaalden. Nu dacht ik ook opeens weer aan huis, aan vader cn moeder. En zachtjes begon ik te fluiten Waar zou wel 't schoonste plekje zijn, Van heel de schoone aard Ei, wijs mij dat eens even aan, Hier op de wereldkaart Ik reis er vroolijk dan naar toe, Mijn pakje ligt gereed. O, zeg mij, waar 'k het vinden kan, Gij, zwerver, die het weet (bis). Maar bij het tweede versje werd het geluid sterker, daar Van Bache mee instemde. Het lied, dat ik op Zondagschool geleerd had, klonk mij nu als Engelenzang in de ooren. Nu brak de derde, die mee reisde, onze muzikale oefening af. „Zoo", sprak hij tot mij, „ken je it bod Ik heb hot vroeger op school geleerd, maar ben de helft van do woorden vergeten 1 Ik heb geluk kig nog een velletje papier en een vulpenhouder bij mij wil je zoo goed zijn, om mij de woorden te zeggen lk durfde niet weigeren en daarom begon ik van voren af aan. Toen dat voorbij was. voelde ik. dat het koud en winderig begon te worden. Ik trok mijn korte zomerjas een beetje dicht en zoo bleef ik een poos in mijn hoek je zitten denken. Eindelijk werd het zóó koud, dat ik het plan vormde een dekkleod te vragen. En ik vroeg het. Gelukkig kreeg 'k het ook. Toen wer den er een paar zakken ballast uitge worpen, waarop wij snel stegen. Zoo gauw zelfs, dat de koude mij deed bibberen. De heer Van Bache was een weinig ontsteld geworden, omdat het weer ineens zoo erg was afgekoeld en op dat oogenblïk had hij juist uit het schuitje gekeken, waardoor hij dui zelde en op den bodem van 't schuitje tuimelde. Ik voelde mij ook niet erg pleizie- rig. En de tweede heer voelde zich ook onwel. Maar Sam was de lucht vaart gewoon en hij scheen nogal vroolijk. Want hij zeide tot mij „Nou, jij bent ook niks gewend 1" Daar werd ik kwaad om, maar ik hield me maar stil Als ik eens te veel zei, veronderstelde ik, dat hij in drift mij over boord had gegooid. Eindelijk kwamen wij boven een dorp. Ik zag weer koeien en weiden, en nu ook vaarten. Wij waren ook weer heel wat gedaald. Toen liet Sara met een lawaai, dat niet noodig was, het anker vallen, dat in de knoestige wortels van een boom bleef haken, doch door den harden schok bra* het touw, waaraan het anker bevestigd was. Wat nu gedaan Ik huilde van belang. Ik dacht dat daar niets aan te doen was en wij wel boven of mis schien in de zee terecht kwanten. .Maar die akelige Sain lachte mij uit cn riep „Wat een Jan Salie, lacht hem uit I" Toen trok hij aan het touwtje van de veiligheidsklep, waarop de ballon spoedig daalde, maar nu nog op den top van een boom terecht kwam. Door dezen tweeden schok vloog Van Bache uit het schuitje een eind het bosch in en bleef op den grond liggen. Hij had geen kracht meer, zich tot den berm te slepen. Maar ho daar ging ik den zelfden kant, welken Van Bacho was opgegaan. Gelukkig had ik geen letsel bekomen. Ik wou opstaan, om daarna naar den ballon terug te keeren. Doch lk was vreeselijk moe en kon niet eens meer loopen. Tien ik in den halion werd gemist en ook de heer Van Bache niet daar was, ging men ons zoeken met een paar boeren, die ter hulp waren gesneld. Een boer vond mu en riep ,,'k Heb Tn, hier ligt ie, is ra dat, joa „Ja, breng hom maar even hier riep Sam, wiens stem ik dadelijk had herkend. Zoo werd ik door een paar ruwe handen opgenomen en een poos later in een groote boereu bedstede ge duwd. ,Goa moar een peuske sloapen, beur, doa zuj we wat va opknoppen, vvetrussen 1" en ik sliep zes uur ach tereen. Toen ik weer wakker werd, stond de boerin met een pak kleeren voor me en zeide, dat ik „noar huus must". Zij trok nuj de kleoren aan en ik reis de per trein naar huis terug. Toen ik de kamer binnen kwam, zat moeder te schreieu en vader zat met de han den onder het hoofd droevig naar mijn 7-jarig portret te kijken. De goede lieden hadden het zich zóó vreeselijk aangetrokken, dat zo geen van beiden wat hadden kunnen doen. Maar daar zagen zij mij voor de tafel staan. Wat een geluk. Al de zorgen en het verdriet waren weg. Moeder huilde nog, maar niet van smart. O neen, van blijdschapen vader was ook in de wolken van vreugd. Dat was mijn eerste, maar ook mijn laatste luchtreis. ,,'t Is de eerste April, hertog I" riep hij vroolijk. „Geef mij nu het geld maar. Dat zal een zware kap wor den I" Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Aideeling moeten gezonden worden aan Mevr. Venema—v. Doorn, Wagenwe" no. 88. Haarlem). HERMAN B. Ik wil graag gelooven dat het dan gezellig is in de kamer. Is dat altijd op Dinsdag zoo En wie helpt jou dan een beetje aan je brief je, Moeder of Cato Vond je het niet heerlijk, dat jij Donderdag met Va der en de groote jongens mee mocht? en vond je het niet prachtig in de stad? Mat aardig, dat Gerard al zoo tegen jullie begint te lachen. Hij wordt nu alle dagen een beetje aar diger, om te zien, denk lk. Wie van jullie speelt nu het meeste met hem? en luistert hij ook als je voor hem fluit, of zingt? Wat een langen brief heb je dezen keer, hè Nu krijg ik ook zeker weer een extra langen van jou I JO en LUCIA L. Ja. het is best, als jullie weer eens een raadsel zenden. Hoe waren de rapporten deze week Viel het mee? Ja, de raadsels waren dezen keer iets lastiger, ten minste enkele er van. Heb je ook een moei lijk bedacht? NELI B. Dat hoor je de volgende week well Ben je al ongeduldig? Je nieuwe raadsel is goed. MARTINUS B. Neen, dat je nu niet veel tijd meer hebt voor de raadsels wil ik graag gelooven. Zes uur is ook vroeg, hè? Heb je 's avonds geen vreesclijken slaap Hoe laat ga je meestal naar bed Het boek, dat je opnoemt, heb ik niet. Is er nog een ander, dat je graag lezen zou Als je niets te doen hebt, kan je dan niet eens het een of ander leeren van Je vak Kan je er net een eenvoudig boekje over lezen En kan Je nu al wat aanleggen WIM H. Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, hoor I Ik hoop, dat je moreen een heel plezierigen dag zal hebben. Wat ga jo uitvoeren Komt er ook een vriendje bij je spelen? BERTUS en DINA v. er eens een nachtje Een Aprilgrap. (Door J. W. Raatgever, oud 12 jaar). Hertog Philip van Bourgondië be zat volgens de toen heerschende ge woonte een hofnar, Kólling ge naamd. Den 31sten Maart 1466 plaag de hertog Philip zijn nar met der» lste n ApriL „Pas op, narretje, pas op voor den lsten April", waarschuwde hij -hem schertsend. „Pas zelf maar op, hertogje 1" luid de het lachende antwoord. „Qm hoe veel willen we wedden „Nu goed 1" sprak de heerscher. „Gelukt het je, mij te foppen, dan zal ik je narrenkap tot aan den rand toe mot goud vullen. Ben jij het ech ter, die de weddenschap verliest, dan zal ze je duur te staan komen. Want niets minder wil ik dan je hoofd. Pas dus goed op 1" Kölling was tevreden. „Mij alles goed sprakhij, „ik zoek mijn grootste kap op." Daarna dronken ze elkaar toe. Ten slotte werd de nar naar zijn kamer gebracht. Nauwelijks echter had de klok mid dernacht geslagen, toen tegen Rol ling's deur geklopt werd cn eenige gewnpenden den nar uit het bed haalden en hein niet zich voortsleep ten. in een groote zaal zat hertog Philips van Bourgondië, benevens zijn raadslieden, aan een zwarte tafel, daarnaast was een schavot op gericht, waarop de beul stond met hel blanke zwaard in zijn handen. „Nar, je hebt je hoofd verloren 1' riep de hertog somber. „Bereid je ten dood© voor 1" Zonder een woord te antwoorden, logde de arme Kölling zijn hoofd op het blok, als ware het 't sluimer- kussen, waarvan men hem zooeven had weggehaald. Nu trad de beul achter hem, sloeg hem op den nek, doch niet met het blinkende zwaard, maar met een dikken bloedworst, dien hij snel van onder zijn mantel te voorschijn had gehaald. ,,'t ls vandaag do eerste April 1" riep schaterlachend de hertog en een luid lachen klonk door de zaal, dat echter spoedig in een diep zwijgen overging, want de arme nar bleef liggen. De schrik had hem blijkbaar gedood. De hertog, buiten zich zeiven yan kommer en verdriet, knielde, zich zelf aanklagend, naast zijn lieveling neer, om hem op te heffen. Toen ech ter sprong de doodgewaande plotse ling op. Ja, als je er geslapen hebt, kan je er soms ineens weer ver scheidene vinden. Vinden jullie het naar, om nog een week op den uit slag 'te moeten wachten MAARTJE V. Waar hebben jullie gekeken en hebben juliie haar al lemaal goed gezien Jou brieven wor den tegenwoordig hoe langer, hoe netter, Maartje. Doe je er erg je best op HENRI J. Neen, je h oe f t de raad sels niet zelf te bedenken, maar het is wel een prettig werk, om het eens te doen. Probeer het maar eens Ja, je was te laat de vorige week. Maak altijd maar, dat je brief er 's Woens dags nog is. Maken jullie dikwijls schoolwandelingen BERTHA C. Je nieuwe raadsels zijn Ooed. Deze heb Je toch zeker zelf be dacht, is 't niet Heb je nu nog veel huiswerk tot de vacantie? JOHAN R. Nog een weekje geduld, Johan 1 Verlang je al weer naar den volgenden wedstrijd? HENDRIK R. Het nieuwe raadsel is goed. ZUS B. Wel, wat een heerlijken verjaardag heb jij gehad Ik geloof, dat jij wel een beetje bedorven wordt! En toen Zondaes weer naar Amster dam Hoe laat kwamen jullie wel thuis? Jammer, dat je tante uit A. dat feest ook niet meemaken kon I WILLY G. Dat was een lange brief dezen keer I Daar heb je zeker wel een heelen avond aan zitten schrijven, is 't niet 1 En wat heb je dat prachtig getroffen met de Ko- niugin. Drie maai goed gezien Nu zal je 't niet gauw weer vergeten, denk ik I Vond je 't ni«t jammer, dat het Prinsesje ook niet in Haarlem kwam? En dan Zondag weer zooveel pret 1 Had je toen op 't laatst niet erg veel slaap eu heb je dat nu al weer ingehaald? Do nieuwe strikvragen zijn goed. JAN en COR H. Ik zal eens oplet ten, of ik Moeder ook zie. nu ze zoo in de buurt is I Gaat het oplossen bij jullie nu al wat gauwer dan in het begin? en vinden jullie het altijd prettig, om mee te doen MARIETJE en JO v. K. Jullie hebt zeker bard moeten loopen, om het zóó dikwijls te zien. Zijn jullie samen er op uit gegaan? Kan je nu ook al een Engelsch of Duitsch boek lezen, Marietje, of zou dat nog niet gaan ZUS D. Ja. het ging verbazond gauw 1 Maar dat was geen wonder, want er moest op dien éénen dag ook zooveel gebeuren. Hebben jullie ver der een gezeUigen dag gehad ARIE H. Het is best, als je ook eens een raadsel Instuurt 1 CHRISTINA Z. Ja, als je zelf iets geplant hebt, is het altijd aardig, om het te zien opkomen en grooter' wor den. Zoek je buiten ook wel eens planten, die je dan in een potje zet en thuis in 't leven houdt? En kan je ze dan op een mooi, zonnig plekje voor 't raam zetten WILLEM O. Je moet nog een week je geduld hebben, Willem Wat een lang raadsel heb je gemaaktDat is zeker een heel werk geweest, is 't niet? Vind je Fransch prettig, of lijkt het je lastig? GERRIE R. Vond je het jammer, dat je de vorige week niets te lezen had en is dit boek nogal mooi Ver tel me maar eens hoe 'je het vond en an welk soort boeken Je het meest houdt 1 THOMAS en IJ DA v. B. Het nieuw® raadsel ts goed. Dat is weer eens een ander soort, dan gewoonlijk en dat vind ik altijd prettig. Lezen jullie het boek nu nog eens voor een tweeden keer, of kom je daar nooit toe WILLEM P. Wat is het hoogst® cijfer bij jullie? Een 10? of worden die nooit gegeven Ja, die Reis om den Aardbor is heel aardig. Zou jij ook zin hebben in zoo'n reisje CATHARINA M. Ja. „raadsels*' moet je eigenlijk „raden" en dan weet je ook nooit zeker, of ze goed zijn. Je hebt zeker met al die Amsterdammer tjes heel wat pret gemaakt, is 't niet? NANNE N. Nu had je beier opge past en het raadsel was in orde Het komt in de courant, zoodra 't aan d® beurt ls. ANNA 't H. Ja. een poosje naar bulten zal je wel veel goed doen 1 Waar ben je geweest Is dit boek naar Je zin? PIëR H. Ik vind het aardig, dat al les zoo prachtig groeit ©n ik me best begrijpen kan, dat jij er echt veel ple zier in hebt 1 Verbazend, wat een drukke dag is dat Donderdag voor Jo geweest I Maar een prettige, hè cn dat is 't voornaamste. Wie bleef er toen 's avonds op de kleintjes passen? Je nieuwe raadëel is goed. C. en A. E. Nu. dadelijk, kan ik aan je verzoek niet voldoen. We moo- ten nu eerst weer eens wat anders hebben. Maar ik zal er in ieder geval aan denken en je verzoek bewaren, hoor 1 JANSJE v. D. Ik kan me best be grijpen, dat je een heerlijken dag ge- bad hebt Maar ik denk. dat je 's avonds toch wel heel gauw in slaap viel, is 't niet? En je kon het den volgenden dag zeker ook nog wel merken 1 Je hebt me er een prachtig langen brief over geschreven! JOHAN W. R. Dat trof dan ook al heel bijzonder 3 feesten in dén week l Jammer, dat het met de lijsters zoo slecht atliepl Die zijn ook buiten bo ter op hun plaats, denk ik 1 MARTINUS II. Je had zeker deze week al op den uitslag gehoopt, is 't niet Maar je moet toch nog een weekje geduld hebben I Ja, veel bul- tenlandsche 1 ik denk, zoowat d® helft 1 MACHIEL v. M. Dat is gemakkelijk hoor dat je briefje zoo meegenomen wordt 1 Ik vind het best, dat je nu weer meedoet, en ben nieuwsgierig, of je het nu wat langer vol zal. hou* den 1 JENTIEN B. De nieuwe raadsel® zijn goed, maar het laatste is wat moeilijk cn do meeste jongens en meisjes vinden die soort raadsels niet meel prettig 1 Bedenk nog maar weer eens wat anders 1 Heerlijk, dat jo zooveel plezier gehad hebt en jam mer, dat de pret nu weer voorbij is, hè? MARIE R. Nu. dio eerste brief was een flinke, lange, hoor 1 Ja, Let ls best als je eens een paar raadsels in zendt Weet je al mooie Doet J. ook niet mee met oplossen of heeft zij bet er te druk voor? Heb jij ook 's avonds schoolwerk te maken, of wat doe je 's avonds meestal AALTJE en SIEBE H. Ben je Don- derdog met Siebe in dn stad geweest of met Renske? en heb Je 's avond® ook nog wat van de verlichting ge zien Was er in Bloemendaul ook nog iets te doen FRANS v. E. Je tockeni~s is niet gekomen, Frans! Heb je geen tijd ge had om haar af te maken Hebben jullie verledon week ook nog een paar vrije dasen gehad en is het tegen woordig niet een slappe tijd op de kan toren MARIE cn LOUISE V. Het nieuw® raadsel is goed, maar rebussen wor den haast .altijd fout gedrukt en daar om plaats lk die niet Jammer, dat j« nog te laat begonnen bent 1 Dan oen ander keertje maar I Mevr. VENEMA—v. DOORN. 4 Juni 1910.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 13