RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
1G. 27 - 227
17. 31 22
18 :27
24 - 29!
lii l b Juist deze mooie en diep be-
ri - id® „stille" zet, welke mij den
i- isimj gaf, deze combinatie voor de
bekroaltt® het geschiktst te achten."
16. 33; 24 20 29
„Als nu de positie, waarin wit
•thans verkeert, goed bekijkt, dan kan
men beat begrijpen, dat wit hier met
39 - 33 hot spel vervolgde. Want, op
36 uf 37-31 volgt een schijf winst,
niet 21 - 27, voor zwart. Op 47 - 41 ant
woordt »wart met 5 -10 en wit is toch
gedwongen, om hierna met 39 - 33 te
vervolgen, mits geen schijf prijs wil
lende geven."
19. 39-33
„Velen zouden ér Ingeloopen zijn."
19. 19-2411
,,De damzet, die nu volgt, zou mis
schien door vele spelers wel gezien
worden, maar toch was het moeilijk
voor don zwart-speler te berekenen,
dat schijf 28 (later 10) niet naar dam
liep."
20._
5:14
„Zeer mooi loopt all es, de meeste
schijven moeten geslagen worden."
21. 17 50 dam 1
22. 26 17 12 21
23. 34:23 15: 4!1
I„Een hard gelag voor wit. Schijf 10
stond al zoo dicht bij dam, maar
wordt op het laatste moment voor z'n
neus weggekaapt. Dit alles was na
tuurlijk door den zwart-speler ge-
Hiermede besluit de geachte beoor-
deelaar zijn analyse, welke zeker als
zaakkundig kan beschouwd worden.
Voor de amateurs luleu wij hot slot
dezer partij nog gaarne volgen te
meer, daar het eindspel ook nauw
keurig moest afgewerkt worden, om
het reeds behaalde voordeel in winst
kunnen omzetten.
24. 23-18
13:22
25. 43 - 39
50 :33
2G. 38:29
7-12
27. 29 - 24
21-27
28. 32 21
16 :27
29. 35 - 30
25-34
30. 40 - 29
9-14
31. 45-40
8-13
32. 40 - 34
3- 9
S3.
34.
42.
43.
44.
40.
48-43
43-39
35. 34-30
36. 36 - 31
37. 47 36
38. 42 - 37
39. 30 - 25
40. 24 - 20
20-15
29-23
37-32
32-23
39-34
34-30
47. 30 - 24
48. 25 - 34
49. 34 - 30
50. 30 - 25
51. 25-20
52. 31-26
22-23
12-17
27-32
32 41
17-21
11 -17
17-22
6-11
11-17
28 19
22-28
19 28
28-33
13-19
19-30
14 -19
33-39
39-44
9-13
21-27!!
I Voorts kunnen wij nog mededcclen,
dat er vijf combinatie-partijen ter be
oordeel ing waren ingeleverd, welke
door den heer Hoogland in deze volg
orde werden gerangschikt
No. 1. L. J. Content ,met zwart, be
kroond
Na 2. C. H. Broekkamp. met zwart:
Na 3. S. S. van Baaien, met
zwart
No. 4. C. H .Broekkamp, met wit
No. 5. J. Swart, met zwart.
De Haarlemsche Damclub houdt
hare bijeenkomsten ioderen Maandag
avond van 8 tot 12 uur in het Gebouw
de Nijverheid, Jansstraat 85, alhier.
Liefhebbers van het Damspel zijn
daar steeds welkom.
EEN NIEUWE UITVINDING.
De Engelschman Martin Ilale heeft
- naar uit Londen wordt gemeld
een kruitsoort uitgevonden, die bij
de ontbrandmg geen vlam geeft Do
uitvinder heeft in tegenw< ordigheid
van de Fransch®, Dnitsrhe en Oosten-
rijksche militaire attaché's en van
Engelsche deskundigen proeven er
mee genomen.
Hale schijnt een stof te hebben ont
dekt, die de vlamvorming bij de ont
ploffing van het kruit geheel belet.
Dit is van belang, omdat de vlam bij
liet afgaan van het schot de plaats
der batterijen kan verraden, al wordt
ook met roekeloos kruit gevuurd.
De nieuwe kriiitsoort van Hale la
een kristallijn kruit, omgeven door
zeer dun papier, gelijkende op siga
rettenpapier De snelheid van het pro.
jectiel is bij gebruik van dit nieuw®
kruit, naar het schijnt, even groot als
bij het gebruik van het gewone krult.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle inge-
aonden door jongens en meis
jes, die „Voor Onze Jeugd"
lezen. De namen der kinde
ren. die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen
zenden, worden in het vol
gend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
In verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. nagezonden door Jentien Been).
Welk spreekwoord leest ge hieruit
Gerhard zalen bent branden band
gedoemd.
2. (hsgezonde'n door Corrie Vreug-
denhil).
Mijn geheel is een spreekwoord van
26 letter®.
13 4 23 18 is een meisjesnaam.
10 15 28 is een vogel.
16 11 8 17 7 12 2 20 is een plaatsje in
Limburg.
5 19 n 1
fcel.
2 21 13 is een soort schoei-
24 25 3 is een vragend voornaam
woord.
3 14 15 6 behaalden vroeger in den
ooi log da soldaten.
3. (Ingezonden door Joh. Vermeer).
Zot achter elkaar
Iets van Amsterdam.
Een hemellichaam.
Iets, dat b.v. de Noordzee is.
Gij krijgt dan een kanaal in Gro
ningen.
4. (Ingezonden door Piër Heidweil-
ler).
11c ban een lichaamsdeel. Verander
mijn laatste letter en ik ben ook een
lichaamsdeel.
5. (Ingezonden door Dirkje C. Kooi
man).
Ik besta uit 19 letters en word door
den boar gebruikt.
Op hat 1 18 3 14 werkt de boer.
5 1 2 7 8 is een kleur.
2 3 is een verkorte meisjesnaam.
5 6 2 dragen veel dames.
17 18 2 11 14 zit men in de woon
kamer.
9 6 7 4 is duur.
15 16 17 2 18 19 is eon viervoetig
dier.
5 12 10 1 4 is een kunstvoorwerp.
6. (Ingezonden door Karei van der
Heijden).
Zonder voeten moet ik loopen,
Altijd voorwaarts, altijd voort I
'k Houd mijn mond gestadig open,
Maar ik spreek geen enkel woord.
Zwaar beladen, houten huizen
Diaag ik dag en nacht maar voort,
'k Heb een bed naar mijne lusten,
Waar ik heerlijk in kan rusten.
Wie heeft ooit mijn naam gehoord
7. (Ingezonden door Jacoba Rem
ind).
Zet onder elkaar
Een plaats in Limburg.
Een rivier in Duitschland.
Een dorp in Gelderland.
Een stad in Zwitserland.
Een lichaamsdeeL
Een stad in België.
Een dorp in Noord-Holland.
Een water 'n Gelderland.
Een rivier in Spanje.
Een land in Europa.
Een stad in Italië.
Een rivier in Duitschland.
Een stad in België.
De beginletters vormen een stad ln
het Noorden van Duitschland.
8. (Ingezonden door Willem R.
Jansen).
Ik besta uit 25 letters en ben een
bekwaam man uit de Vaderlandsche
geschiedenis.
22 9 25 3 is een vloeistof.
8 14 16 6 is een rivier.
7 13 24 12 3 is een ziekte.
17 8 14 is een viervoetig dier.
2 1 20 vindt men in museums.
4 5 15 10 is een dier, dat op de rot-
een leeft.
6 19 20 vindt men op een erf of ln
den tuin.
18 19 5 1 is een vrucht
11 5 21 3 is een geldstuk.
9. (Ingezonden door Wim Heijl).
Wat leest gij hieruit?
Rand leend.
10. (Ingezonden door Corrie v. d.
Kolk).
Er zijn twee spiegels, glad en fijn,
Waarvoor tweo nette deurtjes zijn.
En als die deurtjes open gaan,
Dan blinken u die spiegels aan.
De spiegels rollen heen en weer,
En stijgen op en dalen neer,
En stad en land, ja 't gansch heelal,
't Blinkt in di® spiegels van kristal.
11. (Ingezonden door Piër Heidwell-
ler).
Ik ben iets om te dekken.
Onthoofd word ik gebruikt in de
■oep.
De laatste helft hiervan is verster
kend.
12. (Ingezonden door Rika v., d.
Boogaard).
Ik ben met V een lustig dier,
Spring rond en houd van grapjes.
Mot P ben ik een vrucht van 't veld,
En lever lekk're hapjes.
Maar als ik met een K verschijn,
Dan ben 'k een stad vlak aan den
Rijn.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. April doet wat hij wil. Pit,
wat, hor, wil, Dyle, taart, wa
ter.
HEN
KOLEN
MELKKAN
LAKEN
LAM
N
3. Broek roek.
4. Wagenweg.
5. Wie goed doet, goed ontmoet.
G. Kampei-straat.
7. Haamstede Heemstede.
8. Brievenbus..
9. Moskou.
10. De pen.
11. Bet uwe. Betuwe.
12. Tuberculosebestrijding. Gul,
loog, sol, cent, grijs, tol, tij
ding, uil, gulden, beer, bes,
Slebe.
Goede oplossingen ontvangen van -.
Joh. W. Raatgever 11.
Martinus Hubers 7.
Machiel van Marsbergen 11.
Jentien Been 12.
Marie Rutten 12.
Henri Janse 10.
Hendrik Roozen 10.
Zus Baaij 11.
Willy Germeraad 10.
Jan Huijer 5.
Cor Iluijer 5.
Joh. v. Koningsbruggen 12.
Marietje v. Koningsbruggen 12.
Zus Duursma 12.
Arie Hoogendoorn 5.
Cornelis Kroonsberg 12.
G. van Wunnik 8.
Christine Zwemmer 10.
Willem Overmeer 12.
Gerrie R enger 10.
Hendrik Rees 12.
Abiaham van Brussel 11.
Thomas en Yda van Beem 10
.Tan Hendrik Bruijn 10.
Willem Plantjé 11.
C. en A. Erbrink 8.
Jansje van Dijk 12.
Catharina Morlang 10.
Nanne Nauta 12.
Joh. W. Koopman 9.
Anna 't Hoen 3.
Piër Heidweïller 9.
Cornelis Kroonsberg 9.
Bertus en Dina van Pullen 12.
Ernst Moolenaars 7.
Maartje Verde.l 10.
Henri Janse 12.
Bertha Clausing 9.
Jan Mazurel 12.
Johan Lotz 12.
Fr. v. d. Broek 6.
Arend en Frans ITeijsman 12.
Marie en Louise Vink 10.
Hettie en Jaantje Lams 8.
Aaltje en Siebe Huizinga 12.
Neli Bonman 10.
Johan Rieden 6
Jo en Lucia Lembeek 9.
STRIKVRAGEN.
1. (Ingezonden door Paulina Feijen)
Ik heb het niet en hoop het nooit te
krijgen maar als ik het heb, wil lk
het voor geen geld van de wereld
missen.
2. (Ingezonden door Jentien Been).
Welke lekkernij sluit den mond
3 .(Ingezonden door Willem R. Jan
sen).
Welk schip kan noch vliegen, noch
varen
4. Welke ziel heeft geen gevoel 7
5. Op welken weg kan men niet
loopen
6. Welke peer kan men niet eten
niet
8. (Ingezonden door Jan Geijlvoct).
Welke bak verdwijnt onder het ge
bruik
9. Welk lood smelt niet?
10. Welke bakker eet nooit zijn
eigen baksel
11. Welk vat heeft geen duigen
12. Wie Is de grootste dief
BERICHT WEDSTRIJD.
De uitslag van den wedstrijd komt
de volgende week in de courant
Mijn eerste Lnchtreis
(Door Jentien Been, oud 11 jaar).
Op ons dorp zou een luchtballon
opgelaten worden, lk stelde altijd
zeer veel belang in deze dingen, en
ging ook eens kijken. Daar hinig het
gevaarte dicht bij den straatweg bo
en eene weide. Het \va3 met een
mooi zijden net overtrokken. Op den
rand van het schuitje zaten drie
mannen, een lange met zwaren
baard, de tweede met een kort kne
veltje, was nogal dicht in een hoekje
gekropen, zoodat ik hem niet goed
kon opnemen. H ij nam echter tame
lijk veel plaats in.
De derde scheen een vroolijk man
te zijn, want hij zat aanhoudend
grapjes te vertellen, en te lachen.
Daar luidde eensklaps een zware
stem, alsof in den oorlog een bevel
wordt uitgeroepen.
„Moet er nog iemand mee
Nu zag ik de kans schoon, en ik
riep
,Jk wil mee 1"
„Stap rnaar in, ventzei de vroo-
lijke man, die Sam heette. „Hoe is je
„Willem 1" antwoordde ik.
„Zoo", zei hij, „dat is een mooie
naam 1"
Allen gingen toen zitten, de een
pralende, de ander lachende, lk bleef
op den rand van het schuitje leunen.
„Hol, jongen, ga zitten 1" riep Sam.
Ik ging zitten en pas was ik gezeten,
of de bailon rees langzaam en statig
de lucht in. lk zat te genieten van
den frisschen wind, die mij in het
gezicht woei.
Daar gingen wij I Wat was het
prettig in een luchtballon, vond ik.
De heer, die tegenover mij zat,
scheen een praatje te willen maken.
Dat was die lange met den baard. Hij
stelde zich voor als Van Bacho en ik
stelde mij ook voor en zoo had Van
Bache een begin gemaakt Hij ver
volgde
„Waar ben je geboren
Nu, ik was een boerenjongen en
kende geen stadsmanieren daarom
zeide ik leukweg
„In het land 1"
Nu kwam er aan het lachen geen
einde, en ik Ik zat met het onnoo-
zelste gezicht van de wereld te kij
ken.
Van Bache vroeg mij verder, waar
lk op school was en of ik goed leer
de, enz. Maar ik vond het volstrekt
niet noodig, dat hij mij uithoorde, en
zei daarom, dat ik wnt van de na
tuur wou zien, en ging aan den an
deren kant van de schuit op de don
kerroods kussens zitten, om daarna
over den rand van het schuitje te
gaan hangen.
Zoo kwamen wij boven een groot
meer, en zoo stellig als ik in het
schuitje zat, meende lk, dat het de
zee was. Nu zo.g ik een uitgestrekte
weide, en de koeien die er in liepen
te grazen, kon ik nauwelijks zien.
Daar ging ook een trein. Wat schoon
was de natuur toch 1 De menschen
onderscheidde ik als poppetjes. Ver
der gingen wij over velden en wegen,
stroomen en vaarten, huizen en schu
ren, bosschen en moerassen, verder,
al verder. En toen Toen kwamen
wij boven de onafzienbare zee, waar
de witte koppen op de golven stonden.
Dat gezicht deed mij een kleine ril
ling over de leden glijden. Als wij
hier eens in nederdaalden. Nu dacht
ik ook opeens weer aan huis, aan
vader cn moeder. En zachtjes begon
ik te fluiten
Waar zou wel 't schoonste plekje zijn,
Van heel de schoone aard
Ei, wijs mij dat eens even aan,
Hier op de wereldkaart
Ik reis er vroolijk dan naar toe,
Mijn pakje ligt gereed.
O, zeg mij, waar 'k het vinden kan,
Gij, zwerver, die het weet (bis).
Maar bij het tweede versje werd
het geluid sterker, daar Van Bache
mee instemde. Het lied, dat ik op
Zondagschool geleerd had, klonk mij
nu als Engelenzang in de ooren.
Nu brak de derde, die mee reisde,
onze muzikale oefening af.
„Zoo", sprak hij tot mij, „ken je
it bod Ik heb hot vroeger op
school geleerd, maar ben de helft van
do woorden vergeten 1 Ik heb geluk
kig nog een velletje papier en een
vulpenhouder bij mij wil je zoo goed
zijn, om mij de woorden te zeggen
lk durfde niet weigeren en daarom
begon ik van voren af aan. Toen dat
voorbij was. voelde ik. dat het koud
en winderig begon te worden. Ik trok
mijn korte zomerjas een beetje dicht
en zoo bleef ik een poos in mijn hoek
je zitten denken. Eindelijk werd het
zóó koud, dat ik het plan vormde een
dekkleod te vragen. En ik vroeg het.
Gelukkig kreeg 'k het ook. Toen wer
den er een paar zakken ballast uitge
worpen, waarop wij snel stegen. Zoo
gauw zelfs, dat de koude mij deed
bibberen.
De heer Van Bache was een weinig
ontsteld geworden, omdat het weer
ineens zoo erg was afgekoeld en op
dat oogenblïk had hij juist uit het
schuitje gekeken, waardoor hij dui
zelde en op den bodem van 't schuitje
tuimelde.
Ik voelde mij ook niet erg pleizie-
rig. En de tweede heer voelde zich
ook onwel. Maar Sam was de lucht
vaart gewoon en hij scheen nogal
vroolijk. Want hij zeide tot mij
„Nou, jij bent ook niks gewend 1"
Daar werd ik kwaad om, maar ik
hield me maar stil Als ik eens te
veel zei, veronderstelde ik, dat hij in
drift mij over boord had gegooid.
Eindelijk kwamen wij boven een
dorp. Ik zag weer koeien en weiden,
en nu ook vaarten. Wij waren ook
weer heel wat gedaald. Toen liet Sara
met een lawaai, dat niet noodig was,
het anker vallen, dat in de knoestige
wortels van een boom bleef haken,
doch door den harden schok bra* het
touw, waaraan het anker bevestigd
was. Wat nu gedaan Ik huilde van
belang. Ik dacht dat daar niets aan
te doen was en wij wel boven of mis
schien in de zee terecht kwanten.
.Maar die akelige Sain lachte mij
uit cn riep
„Wat een Jan Salie, lacht hem
uit I"
Toen trok hij aan het touwtje van
de veiligheidsklep, waarop de ballon
spoedig daalde, maar nu nog op den
top van een boom terecht kwam.
Door dezen tweeden schok vloog
Van Bache uit het schuitje een eind
het bosch in en bleef op den grond
liggen. Hij had geen kracht meer,
zich tot den berm te slepen. Maar
ho daar ging ik den zelfden kant,
welken Van Bacho was opgegaan.
Gelukkig had ik geen letsel bekomen.
Ik wou opstaan, om daarna naar
den ballon terug te keeren. Doch lk
was vreeselijk moe en kon niet eens
meer loopen. Tien ik in den halion
werd gemist en ook de heer Van
Bache niet daar was, ging men ons
zoeken met een paar boeren, die ter
hulp waren gesneld. Een boer vond
mu en riep
,,'k Heb Tn, hier ligt ie, is ra dat,
joa
„Ja, breng hom maar even hier
riep Sam, wiens stem ik dadelijk had
herkend.
Zoo werd ik door een paar ruwe
handen opgenomen en een poos later
in een groote boereu bedstede ge
duwd.
,Goa moar een peuske sloapen,
beur, doa zuj we wat va opknoppen,
vvetrussen 1" en ik sliep zes uur ach
tereen.
Toen ik weer wakker werd, stond
de boerin met een pak kleeren voor
me en zeide, dat ik „noar huus must".
Zij trok nuj de kleoren aan en ik reis
de per trein naar huis terug. Toen ik
de kamer binnen kwam, zat moeder
te schreieu en vader zat met de han
den onder het hoofd droevig naar
mijn 7-jarig portret te kijken. De
goede lieden hadden het zich zóó
vreeselijk aangetrokken, dat zo geen
van beiden wat hadden kunnen doen.
Maar daar zagen zij mij voor de tafel
staan. Wat een geluk. Al de zorgen
en het verdriet waren weg. Moeder
huilde nog, maar niet van smart.
O neen, van blijdschapen vader
was ook in de wolken van vreugd.
Dat was mijn eerste, maar ook mijn
laatste luchtreis.
,,'t Is de eerste April, hertog I" riep
hij vroolijk. „Geef mij nu het geld
maar. Dat zal een zware kap wor
den I"
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Aideeling moeten gezonden
worden aan Mevr. Venema—v. Doorn,
Wagenwe" no. 88. Haarlem).
HERMAN B. Ik wil graag gelooven
dat het dan gezellig is in de kamer.
Is dat altijd op Dinsdag zoo En wie
helpt jou dan een beetje aan je brief
je, Moeder of Cato Vond je het niet
heerlijk, dat jij Donderdag met Va
der en de groote jongens mee mocht?
en vond je het niet prachtig in de
stad? Mat aardig, dat Gerard al zoo
tegen jullie begint te lachen. Hij
wordt nu alle dagen een beetje aar
diger, om te zien, denk lk. Wie van
jullie speelt nu het meeste met hem?
en luistert hij ook als je voor hem
fluit, of zingt? Wat een langen brief
heb je dezen keer, hè Nu krijg ik ook
zeker weer een extra langen van jou I
JO en LUCIA L. Ja. het is best, als
jullie weer eens een raadsel zenden.
Hoe waren de rapporten deze week
Viel het mee? Ja, de raadsels waren
dezen keer iets lastiger, ten minste
enkele er van. Heb je ook een moei
lijk bedacht?
NELI B. Dat hoor je de volgende
week well Ben je al ongeduldig? Je
nieuwe raadsel is goed.
MARTINUS B. Neen, dat je nu niet
veel tijd meer hebt voor de raadsels
wil ik graag gelooven. Zes uur is ook
vroeg, hè? Heb je 's avonds geen
vreesclijken slaap Hoe laat ga je
meestal naar bed Het boek, dat je
opnoemt, heb ik niet. Is er nog een
ander, dat je graag lezen zou Als je
niets te doen hebt, kan je dan niet
eens het een of ander leeren van Je
vak Kan je er net een eenvoudig
boekje over lezen En kan Je nu al
wat aanleggen
WIM H. Hartelijk gefeliciteerd met
je verjaardag, hoor I Ik hoop, dat je
moreen een heel plezierigen dag zal
hebben. Wat ga jo uitvoeren Komt
er ook een vriendje bij je spelen?
BERTUS en DINA v.
er eens een nachtje
Een Aprilgrap.
(Door J. W. Raatgever, oud 12 jaar).
Hertog Philip van Bourgondië be
zat volgens de toen heerschende ge
woonte een hofnar, Kólling ge
naamd. Den 31sten Maart 1466 plaag
de hertog Philip zijn nar met der»
lste n ApriL
„Pas op, narretje, pas op voor den
lsten April", waarschuwde hij -hem
schertsend.
„Pas zelf maar op, hertogje 1" luid
de het lachende antwoord. „Qm hoe
veel willen we wedden
„Nu goed 1" sprak de heerscher.
„Gelukt het je, mij te foppen, dan zal
ik je narrenkap tot aan den rand
toe mot goud vullen. Ben jij het ech
ter, die de weddenschap verliest, dan
zal ze je duur te staan komen. Want
niets minder wil ik dan je hoofd.
Pas dus goed op 1"
Kölling was tevreden.
„Mij alles goed sprakhij, „ik
zoek mijn grootste kap op."
Daarna dronken ze elkaar toe. Ten
slotte werd de nar naar zijn kamer
gebracht.
Nauwelijks echter had de klok mid
dernacht geslagen, toen tegen Rol
ling's deur geklopt werd cn eenige
gewnpenden den nar uit het bed
haalden en hein niet zich voortsleep
ten. in een groote zaal zat hertog
Philips van Bourgondië, benevens
zijn raadslieden, aan een zwarte
tafel, daarnaast was een schavot op
gericht, waarop de beul stond met
hel blanke zwaard in zijn handen.
„Nar, je hebt je hoofd verloren 1'
riep de hertog somber. „Bereid je ten
dood© voor 1"
Zonder een woord te antwoorden,
logde de arme Kölling zijn hoofd op
het blok, als ware het 't sluimer-
kussen, waarvan men hem zooeven
had weggehaald.
Nu trad de beul achter hem,
sloeg hem op den nek, doch niet met
het blinkende zwaard, maar met een
dikken bloedworst, dien hij snel van
onder zijn mantel te voorschijn had
gehaald.
,,'t ls vandaag do eerste April 1"
riep schaterlachend de hertog en een
luid lachen klonk door de zaal, dat
echter spoedig in een diep zwijgen
overging, want de arme nar bleef
liggen. De schrik had hem blijkbaar
gedood.
De hertog, buiten zich zeiven yan
kommer en verdriet, knielde, zich
zelf aanklagend, naast zijn lieveling
neer, om hem op te heffen. Toen ech
ter sprong de doodgewaande plotse
ling op.
Ja, als je
er geslapen
hebt, kan je er soms ineens weer ver
scheidene vinden. Vinden jullie het
naar, om nog een week op den uit
slag 'te moeten wachten
MAARTJE V. Waar hebben jullie
gekeken en hebben juliie haar al
lemaal goed gezien Jou brieven wor
den tegenwoordig hoe langer, hoe
netter, Maartje. Doe je er erg je best
op
HENRI J. Neen, je h oe f t de raad
sels niet zelf te bedenken, maar het
is wel een prettig werk, om het eens
te doen. Probeer het maar eens Ja,
je was te laat de vorige week. Maak
altijd maar, dat je brief er 's Woens
dags nog is. Maken jullie dikwijls
schoolwandelingen
BERTHA C. Je nieuwe raadsels zijn
Ooed. Deze heb Je toch zeker zelf be
dacht, is 't niet Heb je nu nog veel
huiswerk tot de vacantie?
JOHAN R. Nog een weekje geduld,
Johan 1 Verlang je al weer naar den
volgenden wedstrijd?
HENDRIK R. Het nieuwe raadsel is
goed.
ZUS B. Wel, wat een heerlijken
verjaardag heb jij gehad Ik geloof,
dat jij wel een beetje bedorven wordt!
En toen Zondaes weer naar Amster
dam Hoe laat kwamen jullie wel
thuis? Jammer, dat je tante uit A.
dat feest ook niet meemaken kon I
WILLY G. Dat was een lange
brief dezen keer I Daar heb je zeker
wel een heelen avond aan zitten
schrijven, is 't niet 1 En wat heb je
dat prachtig getroffen met de Ko-
niugin. Drie maai goed gezien Nu
zal je 't niet gauw weer vergeten,
denk ik I Vond je 't ni«t jammer, dat
het Prinsesje ook niet in Haarlem
kwam? En dan Zondag weer zooveel
pret 1 Had je toen op 't laatst niet erg
veel slaap eu heb je dat nu al weer
ingehaald? Do nieuwe strikvragen
zijn goed.
JAN en COR H. Ik zal eens oplet
ten, of ik Moeder ook zie. nu ze zoo
in de buurt is I Gaat het oplossen bij
jullie nu al wat gauwer dan in het
begin? en vinden jullie het altijd
prettig, om mee te doen
MARIETJE en JO v. K. Jullie hebt
zeker bard moeten loopen, om het
zóó dikwijls te zien. Zijn jullie samen
er op uit gegaan? Kan je nu ook al
een Engelsch of Duitsch boek lezen,
Marietje, of zou dat nog niet gaan
ZUS D. Ja. het ging verbazond
gauw 1 Maar dat was geen wonder,
want er moest op dien éénen dag ook
zooveel gebeuren. Hebben jullie ver
der een gezeUigen dag gehad
ARIE H. Het is best, als je ook eens
een raadsel Instuurt 1
CHRISTINA Z. Ja, als je zelf iets
geplant hebt, is het altijd aardig, om
het te zien opkomen en grooter' wor
den. Zoek je buiten ook wel eens
planten, die je dan in een potje zet
en thuis in 't leven houdt? En kan je
ze dan op een mooi, zonnig plekje
voor 't raam zetten
WILLEM O. Je moet nog een week
je geduld hebben, Willem Wat een
lang raadsel heb je gemaaktDat
is zeker een heel werk geweest, is 't
niet? Vind je Fransch prettig, of
lijkt het je lastig?
GERRIE R. Vond je het jammer,
dat je de vorige week niets te lezen
had en is dit boek nogal mooi Ver
tel me maar eens hoe 'je het vond en
an welk soort boeken Je het meest
houdt 1
THOMAS en IJ DA v. B. Het nieuw®
raadsel ts goed. Dat is weer eens een
ander soort, dan gewoonlijk en dat
vind ik altijd prettig. Lezen jullie het
boek nu nog eens voor een tweeden
keer, of kom je daar nooit toe
WILLEM P. Wat is het hoogst®
cijfer bij jullie? Een 10? of worden
die nooit gegeven Ja, die Reis om
den Aardbor is heel aardig. Zou jij
ook zin hebben in zoo'n reisje
CATHARINA M. Ja. „raadsels*'
moet je eigenlijk „raden" en dan weet
je ook nooit zeker, of ze goed zijn. Je
hebt zeker met al die Amsterdammer
tjes heel wat pret gemaakt, is 't
niet?
NANNE N. Nu had je beier opge
past en het raadsel was in orde Het
komt in de courant, zoodra 't aan d®
beurt ls.
ANNA 't H. Ja. een poosje naar
bulten zal je wel veel goed doen 1
Waar ben je geweest Is dit boek
naar Je zin?
PIëR H. Ik vind het aardig, dat al
les zoo prachtig groeit ©n ik me best
begrijpen kan, dat jij er echt veel ple
zier in hebt 1 Verbazend, wat een
drukke dag is dat Donderdag voor Jo
geweest I Maar een prettige, hè cn
dat is 't voornaamste. Wie bleef er
toen 's avonds op de kleintjes passen?
Je nieuwe raadëel is goed.
C. en A. E. Nu. dadelijk, kan ik
aan je verzoek niet voldoen. We moo-
ten nu eerst weer eens wat anders
hebben. Maar ik zal er in ieder geval
aan denken en je verzoek bewaren,
hoor 1
JANSJE v. D. Ik kan me best be
grijpen, dat je een heerlijken dag ge-
bad hebt Maar ik denk. dat je
's avonds toch wel heel gauw in slaap
viel, is 't niet? En je kon het den
volgenden dag zeker ook nog wel
merken 1 Je hebt me er een prachtig
langen brief over geschreven!
JOHAN W. R. Dat trof dan ook al heel
bijzonder 3 feesten in dén week l
Jammer, dat het met de lijsters zoo
slecht atliepl Die zijn ook buiten bo
ter op hun plaats, denk ik 1
MARTINUS II. Je had zeker deze
week al op den uitslag gehoopt, is 't
niet Maar je moet toch nog een
weekje geduld hebben I Ja, veel bul-
tenlandsche 1 ik denk, zoowat d®
helft 1
MACHIEL v. M. Dat is gemakkelijk
hoor dat je briefje zoo meegenomen
wordt 1 Ik vind het best, dat je nu
weer meedoet, en ben nieuwsgierig,
of je het nu wat langer vol zal. hou*
den 1
JENTIEN B. De nieuwe raadsel®
zijn goed, maar het laatste is wat
moeilijk cn do meeste jongens en
meisjes vinden die soort raadsels
niet meel prettig 1 Bedenk nog maar
weer eens wat anders 1 Heerlijk, dat
jo zooveel plezier gehad hebt en jam
mer, dat de pret nu weer voorbij is,
hè?
MARIE R. Nu. dio eerste brief was
een flinke, lange, hoor 1 Ja, Let ls
best als je eens een paar raadsels in
zendt Weet je al mooie Doet J. ook
niet mee met oplossen of heeft zij
bet er te druk voor? Heb jij ook
's avonds schoolwerk te maken, of wat
doe je 's avonds meestal
AALTJE en SIEBE H. Ben je Don-
derdog met Siebe in dn stad geweest
of met Renske? en heb Je 's avond®
ook nog wat van de verlichting ge
zien Was er in Bloemendaul ook nog
iets te doen
FRANS v. E. Je tockeni~s is niet
gekomen, Frans! Heb je geen tijd ge
had om haar af te maken Hebben
jullie verledon week ook nog een paar
vrije dasen gehad en is het tegen
woordig niet een slappe tijd op de kan
toren
MARIE cn LOUISE V. Het nieuw®
raadsel is goed, maar rebussen wor
den haast .altijd fout gedrukt en daar
om plaats lk die niet Jammer, dat j«
nog te laat begonnen bent 1 Dan oen
ander keertje maar I
Mevr. VENEMA—v. DOORN.
4 Juni 1910.