NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 27e Jaargang. No. 8270. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG II JUNI 1910 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDENl Voor Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) Franco per post door Nederland Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem de omstreken en franco per pos) 1.20 1.30 1.65 0.02 M 0.37 H 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERT ENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ1.—elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regeL Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentifin en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6220. TWEEDE BLAD. Haarlemscfie Handelsvereeniging Goedgex. by Kon. Beal. van 12 Nov. 1898. De Haarlem scha Handelsvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni- ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 000 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid .worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haorlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelcn, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe j aarlij kscbe contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en information voor ben in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse- ineiAen gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de liaan Hugenholtz en A. H. J. Menens, Spaorne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middag! zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port bleeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding \an vorderingen door bemidde ling der advocaten te Innen. De kosten van informatiën naar Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Dc slapte van nieuws is dit jaar al buitengewoon vroeg begonnen en de zomer eveneens. Ik noem deze twee zaken, zij het dan ook afzonderlijk, toch in éen adem, omdat ze stellig en zeker verband met elkaar houden. Hoe komt het. wil ik dus vragen, dat wanneer het warm wordt, de wereld schijnt in te dommelen Dat er geen vergaderingen meer worden gehouden, is volkomen ver klaarbaar. De menschen zoeken do frischte liever ergens andere, dan tusschen de muren. Maar voor het overige nieuws geldt die verklaring Biet. Het eenige is dan ook, aan te nemen, dot de warmte de functie van geest en lichaam op bedonkelijke ma te vertraagt. Wie vond er ooit in den zomer wat uit Wie sloofde zich en hier heb ik het over llchamelijken arbeid in de warme dagen uit Voor de stichting van een nieuwe vereeniging Immers niemand. Wat ons op dit oogenblik het meest bezighoudt, is dan ook de vraag, hoe en waar we koelte zullen vinden. Merkwaardig is het toch, dat we op dit gebied nog zoo bitter slecht zijn ingericht. Voor de kou staan we klaar. Het moet wel bijzonder hard vriezen wanneer we niet met de kachel binnenshuis een dragelijke temperatuur weten tot stand te bren gen en met jassen of mantels bui tenshuis ons kunnen beschutten te gen de onaangenaamste gewaarwor- bui ten de stad woonachtige personen bedragen 60 cts. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretention op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 cts. voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 lnfonnatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af- geioopen jaar gegeven. In Februari en Maart 1910 zijn 86 vorderingen tot een bedrag van 1518.82 betaald; 16 vorderingen worden afbetaald, 17 vorderingen zijn uitgesteld." Volgens art, 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seert aan het Bureau, dat geopend is verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor- matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door baar worden ver strekt, en dat voor informatiën op bier ter stede woonachtige personen nooit .betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCXXVIL Een der dwaze eiscben in een zooge naamd welgeordende maatschappij is althans van de zijde van het Gezag dat ieder verondersteld wordt de wet te kennen. Ettelijke menschen, meest uit den beschaafden stand, be steden eenige jaren tijds aan het uit eenhouden, ontwarren en doorgron den van hot ingewikkelde en verre van onveranderlijke samenstel van wetten, doen desbetreffende examens en... slagen er wonderwel in, het groote publiek en ook anderen te doen begrijpen, dat elke dier gestu deerde wetsmenschcn er een afzon derlijke interpretatie van zelfs het ge ringste wetsartikel op nahoudt wel ke interpretatie buitendien voor eik hunner wisselt naar gelang van de „affaire", vooal beschouwd ten op zichte van haar geldelijk belang. Brrr! die zin is bijkans even ingewikkeld en duister als een wetsartikel. Enfin, ik bedoel slechts te vragen, of er twee advokaten ter wereld zijn, die de di verse wetten op dezelfde manier uit leggen Geen mensch aarzelt, er een ontkennend antwoord op te geven. Welnu, niettemin eischt de Staat i n facto, dat zelfs de armste schooier, dingeu van de kou. Maar tegenover de zomerhitte staan wij eens en voor al totaal machteloos. Die uit onze kamers weren, kunnen we niet, daar de hinderlijke pogingen met gordij nen, zonneschermen en marquises niet in aanmerking komen. Enkele menschen, die een kamer rijk zijn op het Noorden, zijn goed af, de rest moet maar smoren, stikken of ver- puffen, al welke elegante, uitdrukkin gen in deze dagen dienst doen om het gevoel te vertolken, dal de mensch heden ten dage ondervindt. Het eeni ge wat hij weet te doen om het war me uitwendige van zijn lichaam op te frisschen, is koele dranken in het inwendige te gieten, een systeem dat doet denken aan den man, die toen hij heftige pijn aan zijn grooten teen had, de bedarende zalf smeerde op zijn neus. Zooals dan ook wel te be grijpen is, helpt, het drinken van koe le dranken niemendal. Nauwelijks zijn ze binnen, of ze verspreiden zich tf/er het geheele lichaam weer naar buiten, wat een beschaafde Nederlan der transpireeren en een onbeschaaf deo foei, zweetcn noemt Alleen tong en keel zijn door de frissche aanraking een paar minuten bedot. Wat ik dan zou willen Wat an ders dan afkoelings-apparaten, die kou in de huizen verspreiden, zooals de kachels wurmte brengen In de woningen. Vraag me niet hoe en op welke manier. Dat behoort niet tot mijn competentie. En hierbij denk ik onwillekeurig aan Delft, waar op dit oogenblik meer dan twaalf*.» ;erd jongelui zich gereed maken, om uit het bouwen van bruggen en huizen. die lezen noch schrijven kan, de wet op zijn duimpje kent. Misschien is dat wel goed zoo. Met angstige bezorgdheid vraag ik me af, wat er, indien het anders ware, van de rechterlijke macht zou moeten worden en waartoe wij de tallooze ge vangenissen zouden moeten bezjgen. Ik ken een oud Fransch liedjp, dat luidt Dans notre village II est un avocat: Trois dames y sont allées Pour conter leurs débats. Le pauvre avocat, II fut bien surpris D'avoir rien appris Santé, saute, l'avocat, Saute, l'avocat de paille Rhythme en rijm laten veel te wen- schen, maar de rest... Intusschen geloof ik, dat het met de wetskennis en met de eensgezind heid ten opzichte der interpretatie veel beter gesteld zou zijn, indien de diverse artikelen in behoorlijker taal en kernachtiger zinsbouw gesteld wa ren. Gemeenlijk toch is een wetboek een reeks onleesbare verhandelingen in bargoensch of kocterwaalsch. En in do rechterlijke gedingen wordt doorgaans hetzelfde taaltje door de dienaren der wet gesproken. Tallooze beschuldigden en getuigen begrij pen dikwijls noch den rechter, noch den griffier, noch zelfs hun advo- kaat Ziehier een paar merkwaardige dia logen op rechtszittingen,'die ik hier heb bijgewoond. De president. U hebt u schuldig gemaakt aan gewelddadigheden, met recidive, op den persoon van den ge tuige. De beklaagde. Daar ben ik niet toe in staat, mijnheer de president- De waarheid is, dat ik den getuige, hemzèlf, en niet zijn persoon, dien ik trouwens niet ken, een paar opstop pers heb gegeven. Dat is alles. Dat is juist wat ik bedoelde: een paar „opstoppers" om in uw taal te spreken en met -recidive. Niet met recidive, meneer de pre sident. Met mijn vuisten. Ik ben nooit gewapend! Anrlere dialoog. Welke beweegreden („mobile' heeft u tot de misdaad gedreven? Geen beweegreden, mijnheer de president, maar mijn vrouw. Derde dialoog. Men beweert dat u met voorbe dachten rade hebt gehandeld. Met voorbedachten rade! Wat een laster!... Ik weet niet eens, wat het is. Vierde dialoog. Begrijp goed, beklaagde, dal het beter voor u zou zijn, den weg der bekentenis te betreden dan u op te sluiten in een hardnokkig stilzwijgen („un mutisme obstiné"). De beklaagde, geen woord begrij- het uitdiepen van havens en zoo meer een, mocht het zijn, ruim bestaan te halen. Maar op den duur zullen er voor al die knappe lieden geen ge bouwen, bruggen en wateren genoeg meer wezen, en is het zoover geko men, dan verzoek ik beleefd, dat een of twee of tien zich met de borst zullen gaan toeleggen op het vraag stuk van de huizen verkoeling. Het is toch eigenlijk te mal, dat we allerlei middelen hebben gevonden om kaas, vruchten, vlecsch, groenten koel te houden en zelf inmiddels grondig verpuffen. Want het tweede middel, dat de tegenwoordige mensch gebruikt, naast dat van de verkoelende dran ken, is evenmin afdoende. Hij trekt nemelijk zooveel mogelijk zijn klee- ren uit. Tijdelijk genoegen, dat een uur later geen genoegen meer is, om dat de warme temperatuur buiten hem om zich dan toch weer van zijn lichaam heeft meester gemaakt. En dit geval brengt mij van zelf op de verhalen over naaktloopers. Dat is een wonderlijke mensehensoort, fa milie waarschijnlijk van de komeet van Halley, waarvan je voortdurend hport, maar die Je nooit te zien krijgt Zijn er wel naaktloopers vraagt de nuchtere mensch zich af, die vroeger al gevraagd heeftbe- stAAt er wel een komeet van Halley Merkwaardig Is het wel, dat nooit mannen den beruchten naaktlooper, die vroeger in den omtrek van Velsen heette rond te zwerven, in 't oog heb ben kunnen krijgen, 't Waren altijd vrouwen en kinderen, die wellicht Ik zeg het met gepaste bescheiden- pende van die metaphorische taai, keek verbaasd en hulpeloos rond, en sprak eindelijk: Ik ken geen enkele vreemde taal, mijnheer de presidentl Vijfde dialoog. Gij zljt beschuldigd, de agenten te hebben beleedigd en in kennelij- ken staat van dronkenschap verkeerd te hebben. Nee, dot ontken ik, meneer de president. Hoe nu, ontkent gij het? En ge hebt alles bekend voor den rechter van Instructie! Ik heb bekend, dat lk dronken was. Ik heb bekend, dat ik de kla bakken voor poenen heb uitgemaakt. Maar van „kennelijken staat" weet ik niks De menschen vertellen altijd meer dan er gebeurd is. Er is nog een eigenaardigheid in de rechterlijke taal. Deze bezigt nog steeds de „imparfaits du subjonctif', een taalvorm, dien het volk heele- maal niet kent en die zelfs onder de hoogere standen, in de omgangs taal zoo goed als nooit wordt ge bruikt. Een president sprak hoogst taal kundig ,,I1 fallait que vous le don- nassiez" (Gij hadt het moeten geven), in stede van het ln het gesproken woord meer gebruikelijke. „Tl fallait que vous le donniez". De beklaagde gaf hem stamelend ten bescheid: Wat... befeekent dat„donnas- ser" Als men nagaat, dat zich bij de be rechting van misdrijven, onder de jury-leden niet zelden „kleine luy- den" bevinden, die de ingewikkelde en metaphorische taal der wet even min begrijpen als bovengenoemde be klaagden en getuigen, komt men tot de gevolgtrekking, dat de waarborg, dien de instelling van het juryschap voor zuiverder rechtspraak oplevert of heet op te leveren, soms maar een wassen neus is. liet is bekend, dat Joseph Haas, die een poging tot moord had begaan, zijn ontsnapping aan de doodstraf te donken had aan eendubbele spel fout. Op de te beantwoorden vragen van den president der rechtbank had de jury, die niet goed ter tale was en zelfs met bet woord „majorité" (meer derheid) nauwelijks kennis had ge maakt, nu eens „Oui a la margorité", dan weer „Ou, A la magorité" geant woord. Meer was er voor den verdediger, een bijzonder gewiksten advocaat, niet noodig, om in cassatie van het uitgesproken doodvonnis te gaan. Voor de volgende jury werd Haas tot levenslangen dwangarbeid veroor deeld. Hoe dus de spelling al niet over het lot van stervelingen kan be slissen Ik ben vóór de instelling van het juryschap. Maar ik zou, te drommel, wel wenschen, dat de jury-leden uït- heid wat al te vrijen teugel hebben gelaten aan haar beangste fantasie. En hoe liet eigenlijk denkbaar ls, dat de politie, die op onhoorbaar rollende fietsen plotseling weet te verschijnen, den schaamte- en kleedinglooze niet zou hebben gesnapt, gaat boven nujn verstand. lk weet wel, dat het gemakkelijker is te verzekeren dat iets er wel, dan dat liet er niet is. maar ik zou toch wel graag de oplossing aanvaarden van dengene, die Donderdagavond in dit blad schreef, dat eenige personen, die een natuurlijke leefwijze volgen, in den Aerdenhout aanleiding tot het verhaal van den daar rondzwerven- den naaktlooper hebben gegeven. Zij dragen hun haren lang, kleedcn zich voorts in een bommezijnen pak, dat bij nieuwere denkbeelden over geheel onthouding, vegetarisme en zoo meer schijnt te behooren en loopen bloots voets of op sandalen. Het is te begrijpen, dat wanneer zulke buitengewone verschijningen plotseling uit hel hout te voorschijn komen, vreesachtige lieden op de vlucht slaan, daarbij de bedarende glimlachjes, die deze inderdaad zeer vriendelijke menschen tot hen rich ten, voor nijdig gegrijns aanziende. In de verte kun je dat zoo precies niet onderscheiden. Hun optreden is in elk geval een voortdurende klacht tegen de omstandigheid, dat er tot dusver in den Aerdenhout noch een kapper, noch een schoenmaker voor handen is, want het lijkt me niet heel aannemelijk, dat je lederen dag zoo'n nijver man zou kunnen voorbijloopen. zonder neiging te koesteren om wat sluitend werden gerecruteerd uit ont wikkelde menschen. En dan.... nog ten aanmerking. Waartoe is het dienstig, dat de pre sident der rechtbank over de jury den baas speelt Waarom is zijn résumé van vragen, waarop de jury heeft te antwoorden, iets anders dan de analyse van de door het Openbaar Ministerie en den verdediger aange voerde redenen 'I Omdat doorgaans in zijn oog beschuldigde en schuldige synoniemen zijn. Is zoo'n president nu een „slimme duvel", die de vragen handig weet te stellen, dan hangt van hém alleen, buiten de jury om, liet lot van den beklaagde af. Want de chef der jury het lid, wiens naam het eerst uit de urn is te voorschijn gekomen kan „sur mon honneur et ma conscience, devant Dieu et devant les hommes, la declaration du jury etc. etc." verklaren, dat de beschul digde schuldig is, docJi hij kan niet zeggen, welke straf die schuldigheid verdient. O, logica Een iegelijk „iegelijk" klinkt deftiger dan „ieder" wordt veron dersteld, de w et te kennen. Sapristi het is soms de moeite niet waard.... OTTO KNAAP. Brusielsche Kout. Ik vervolg mijn dagverdeeling voor de twee heeren, die 8 dagen te Brus sel en omstreken wenschen te vertoe ven. Den 4en dag gaat men weder naar de tentoonstelling. Men gaat dan direct naar de Fransche afdeeling en bezoeke dan verder Italië, Denemar ken, Turkije, Oostenrijk, Perzié, Zwit serland, Luxemburg en dan weder de machinegalerij, alle in dit complex van hoofdgebouwen. Is er dan nog tijd over (betreffende eten, schreef ik roods vroeger) dan brenge men nog een bezoek aan Monaco en verdere pavilloenen. Op de Fransche afdee ling drinkt men voor de curiositeit echten Franschen wijn A 71/2 cent per glas en Fransch bier, een artikel, dat men in tegenstelling met Duitsch bier bijna nooit proeft. 's Avonds gaat men naar Bruxelles- Kermesse, waar men heel best een hoelen avond kan doorbrengen, voor al als men de verschillende inrichtin gen van het zich daar bevindende Lunapark wil bekijken. Tot de be langrijkste hiervan behooren voorze ker de menagerie van Bostock (waar een temmer geregeld voorstellingen geeft met een tiental leeuwen, een hoogst interessant schouwspel, de ramp van de stad Johntown en liet betooverde huis (men gaat in een schommel zitten en draait schijnbaar geheel in de rondte, totdat de zolde ring vloer wordt). Den 5en dag bezoekt men het Pare du Cinquantenaire met de mu seums. In een daarvan is de tijdelij ke tentoonstelling van Hollandsche kunst ondergebracht. Verder bezoek aan de St.-Gudule-kerk en 's avonds bezoek aan het American Park bij de Gare du Midi. Daar er dit jaar geen groote Brusselsche kermis wordt gehouden, heeft daar thans een parti culiere foore plaats, die 25 centimes entree waard is. Gratis kan men daarvoor bijwonen het optreden van den duiker Cormack (om half zes en om half elf) en een dame als levend skelet zien. In de tenten wordt een kleine entree geheven. Den 6en dag gaat men per open tram naar Tervueren (van de Leuven- sche plaats af). Daar is in de eerste plaats een tentoonstelling en verder zijn vandaar uit prachtige wandelin gen te maken door de bosschen. Des avonds gaat men naar 't Vlaamsch Theater, waar sinds Zondagavond 5 Juni een operette-gezelschap uit Gent De Klokken van Corneville" opvoert. Ik had het genoegen de eenste voorstelling bij te wonen, die n- danks do meer dan tropische hitte goed bezet was. Waren de costumes en balletten een bekoring voor de oo- geri, ook de vertolking was buitenge woon goed. Ik behoef hierbij alleen aan te stippen dat de rol van Gas- pard door niemand minder dan Hu- bert La Roche werd vervuld, le fa- meux La Roche, een evenknie van Louis Bouwmeester, die nu om welbe kende particuliere -redenen als „Hu- bert" staat geannonceerd, doch afge scheiden hiervan altijd kunst te ge nieten geeft Bovendien steekt hij niet uit als een ster boven het ensem ble, doch is hij het middenpunt, want alle rollen ik wil nu maar geen namen noemen worden beter ge speeld dan wij in de laatste Jaren in Holland gewoon zijn. Den 7den dag weer naar de expositie. Dan vooral Canada 't eerst opzoeken, want dit wordt door velen als de clou der ten toonstelling beschouwd, dan de di- -erse paviljoens der Fransche kolo niën en ten slotte het gebouw der Duitsehe afdeeling, dat op zichzelf al een praclit-tentoonstelling is. Ga dan avonds eens een kijkje nemen in den Muntschouwburg, den rijkst en, maa-r ook duursten schouwburg van Brussel. Den 8sten en laatsten dag raad ik aan heel vroeg op te staan en per tram een tochtje naar Laeken te maken. Ga dan per tram terug naar de .Halles Centrales', maak een wan gling door de {benedenstad -rue le Flandre en chaussée de Gand en dan zult ge wel lust hebban wat uit te rusten op den boulevard Anspach en bij Hulstkamp op het terras een kop koffie te drinken, 's Avonds gaat ge eerst naar de .Victoria" en da „rue des fripiers' waar de uitmun tende Vlaamsche humorist Lamoen optreedt en dan naar de „Walhalla" haardos af- en een paar schoenen aan te schaffen. Of zijn deze men schen boven zulke alledaagsche ver zoekingen verheven Het moet wel zoo wezen, daar zij hun leefwijze de natuurlijke noemen. De rest is dus onnatuur. Maar in 't algemeen moet je met der gelijke aanwijzingen hoogst voorzich tig wezen :.„ik ben vóór de doodstraf, natuurlijk zegt de een, waarop een ander antwoordt, „ik ben er na tuurlijk tegen 1" Zoo komen we niet verder. Ik waag <lai) ook de veron derstelling, dat de natuurlijke leef wijs een terugtrekken beteekent tot zekere aanvankelijke bestaansvor men. Of daarbij ook niet liet wonen jn een hollen boomstam of een gat in den grond behoort, zou ik niet kun nen zeggen voordat ik deze heeren van de natuurlijke leefwijze gespro ken heb. Misschien gaat zooiets we gens de daaraan verbonden ongemak ken niet en de meeste menschen zet ten hun hygiénisch-sociale beginselen gewoonlijk niet ver over de grens van het onaangename voort Overigens is de heele kleeding- quaestie tot zekere hoogte maar een zaak van breedte. En wel van breedte, die niet een» heel ver uit elkaar loopt, 't geen ik zal trachten aan te toonen. Terwijl in Haarlem op deftige gelegenheden, vooral voor dc man nen, een kleeding verlangd wordt, waar ze in komen te smoren, in den vorm van gekleede jas of rok, slaan in het Naaldenveld de menschen op de vlucht voor een paar bloote vege tarische Voeten, terwijl aan het strand te Zandvoorl iedereen er ge noegen mee neemt, dat de baders op treden in een dun zwempak, zonder meer. Wat een verschil van eischen toch en dat op nagenoeg gelijke breedte, daar je op een kaart van Europa heusch geen graadverschil tusschen de punten, die ik zooe\-:i opnoemde, vinden kunt. En dan willen we het nog doen voorkomen, alsof de kleeding-quaes- tie onze samenleving niet grooten- deels beheerscht Mijn kleermaker is althans eerlijker, die heeft er mij onlangs per gedrukte medcdeeling op gewezen, dai men geen dubbele boord behoort te dragen bij een rok en geen bruine schoenen bij een ge kleede jas. Toen ik mij onlangs aan de eerste overtreding schuldig maak te, heeft hij me gelukkig niet ont moet en enkele dagen geleden heb ik ln den trein van Antwerpen naar Brussel iemand zien zitten, die niet alleen bij een gekleede jas kanarie gele schoenen droeg, maar ook nog een hoogen hoed. In gedachten heb ik hem de afkeuring van mijn kleer maker overgebracht. Hij scheen zich daar niets van aan te trekken. Ik zou in dit geval wel aanleiding vinden om een vereeniging tegen den wansmaak op te richten, wanneer het maar zoo warm niet was. Als iemand me helpt onthouden, kom ik er in October of November wel een3 op terug, als de komkommertijd ach ter den rug is. FIDELTO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5