RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Carols.
^rM§ Ofcal Willem D. zijn óudera
Jfèrloraa en was bij een vriend zijns
ad era «p&.'/oed. Met verstandige
strenghekl had dezen den knaap we
ien te teWren zonder onnoodlge hard
heid, an man geworden zag
j^Villera *ag met diepe vereering op
'lot den voogd, aan wlon hij zooveel
'ie dankte* had.
Nu was hij gereed. Als leeraar aan
het gymnasium van zijn geboorte
plaats bekleedde hij een eervolle po
sitie, en vele moeders met huwbare
dochter® hadden al eens beproefd, den
jongen asan in haren kring binnen te
lelden. Maar Willem, hoe degelijk en
flink overigens ook, had één zonder
ling, ofschoon niet zeldzaam voorko
mend gebrek: hij was verbazend
verlegen an onhandig ln den omgang
met dames.
Zijn leerlingen, die hem overigens
heel graag mochten, kenden de A-
chilleshiel van den jongen leeraar
maar al te goed en hadden er het
grootste pleizier in, als ze hem „heel
toevallig" konden ontmoeten, terwijl
ze met hun volwassen zuster wandel
den.
Dan kreeg hij een kleur als een
boel, wist niet of hij grosleH moést,
Ja of nean en kwam pas tot het be
sef, hoe belachelijk hij xlch weer had
aangesteld, als hij drie straten ver
der was.
Die verlegenheid tegenover vreem
den was lntusschen nog het ergste
niet. Het lag «r toe, dat hij o zoo
graag diee avonds bij zijn voogd
kwam praten, omdat nu Ja, omdat
hij graag met dezen babbelen mocht,
maar toch ln hoofdzaak om Carola.
Dat was de dochter des huizes en al
sinds lang wist Willem, dat hij zijn
hart onherroepelijk aan het lieve
meisje met haar mooie helderblauwe
oogen verloren had.
Maar het haar zeggen néén,
daartoe zou hij wel nooit komen.
Zelfs zijn voogd de man was al
lang zijn voogd niet meer, maar het
bleef zoo heeten zelfs hem durfde
hij er heelemaal niet over spreken.
Wanneer breng Je ons nu Je aan
staande vrouw eens mee, had de pro
fessor al eens schertsend gevraagd.
En toen Willem met een hoofd als
vuur en met den mond vol tanden
bleef zitten, had de waardige oude
heer gezegd:
Kom, Willem, die verlegenheid
inoeet je nu toch eens afleggen, Je
bent toch waarlijk geen Jongejuf
frouw en den leeftijd om te gaan
'trouwen heb Je allang! Wat valt er
dus om zoo'n vraag te blozenl
Zonderling! Carola, die anders al
tijd klaag was om mee te doen, als
er geschertst of gelachen werd, keek
nu heel ernstig voor zich. En Wil
lem durfde haar niet eens aankijken,
om te zien welken Indruk de vraag
van haar vader op haar gemaakt had.
Dien avond bleof hij nog stiller dan
hij gewoonlijk al was; nog verlegener
en Hnkscher nam hij afscheid van
Carola bij het heengaan, m
thuis gekomen, verwenschte hij zijn
lastig gebrek, dat hem dien avond
weerhouden had, van de zoo schoone
gelegenheid gebruik te maken om
zijn liefde voor de dochter van zijn
zijn vaderlijken vriend te belijden.
Toen Willem weg was, had Carola
met een verdrletigen trek op het lie
ve gelaat een poosje voor zich uit zit
ten kijken. Maar dat duurde toch
niet lang; zij stond op en Willem
zou hoogst verbaasd geweest zijn als
hij de energieke uitdrukking in haar
mooie oogen, die je anders altijd zoo
zacht aankeken, gezien had.
Eenige dagen later kwam de jonge
man des avonds weer even aanloo-
pen.
Maar o wee, zoo slecht had hij het
nog nooit getroffen. De professor
was, wat haast nooit gebeurde, naar
een vergadering, en Carola had zich
met het gezelschap der oude huls
houdster moeten vergenoegen, tot
Willem binnen trad.
Hij keek verbaasd op, toen hl] den
ouden heer niet op zijn gewone plaats
zag zitten.
Ja, papa le uit, verklaarde Caro
la en ziende dat Willem aanstal
ten maakte om dadelijk weer heen
te gaan, ging ze lachend voort: En ik
ben natuurlijk mijn gezelschap hee
lemaal niet waard, hè, dat Je zoo da
delijk weer weg bentl
Tamelijk onbeholpen ging hij weer
zitten, maar sprak geen woord. Als
Carola niets gezegd had, zouden ze
stellig den boelen avond als wassen
beelden tegenover elkaar gezeten heb
ben.
Maar dat was heelemaal do bedoe
ling der jonge dame niet.
Wezenlijk, Willem, Je moest
trouwen, dan zou die verlegenheid
wel overgaan, sprak ze flinkweg niet
goed wetende wat ze anders zeggen
zou. Je bent anders zoo'n flinke Jon
gen, dat zegt pa ook en zulke
vogelverschrikslere zijn wij toch niet
dat je verlegen of bang voor ons
zoudt behoeven te zijn!
Ik wou zelf, dat het anders was,
Carola, bracht Willem er met moeite
uil* en lk ben bang, dat die verlegen
heid mij nog leelijke parten «pelen
zolt
Oef, wat een zin! Zooveel woorden
achtereen had hij nog nooit tot Ca
rola gesproken.
En zeg me nu eens, ging het meis
je voort, denk je wezenlijk heelemaal
niet aan tirouwen? Ik hoop toch
niet dat Je e rte gemakzuchtig of te
egoïstisch voor bent! Neen, daarvoor
kennen we Je nu te good!
Willem had krachtig ontkennend 't
hoofd geschud.
En verdienen doe je wezenlijk
genoeg! Menig Jong meisje zou blij
zijn zulk een fllnkan, knappen man
te krijgen, als JiJ bent.
Zou Je zou Je dat wezenlijk
denken, Carola, vroeg hi] Iets mindor
verlegen, of zeg Je dat maar om mij
wat moed ln te spreken?
Misschien wel, klonk het met
een schelmsch lachje, maar het is
toch wel zoo ook. Heb Je mogelijk
het meisje van je keuze nog niet ge
vonden?
Ontzet keek de jonge man haar aan.
Nu, kijk maar zoo vreeselijk niet
lachte Carola, dat zou toch best kun
nen. En als het niet zoo ls, welnu: Je
kent al de meisjes hier ln het stadje.
Zeg me dan maar eens eerlijk, met
wie zou je nu we! willen trouwen?
Nog een3 keek Will.m haar met
groote oogen aan. Eén oogonblik
aarzelde hij, en toen stiet hl* het uit,
als was hij bang, dat de voorden
hem nog in de keel zouden blijven
steken:
Mot jou, Carola! Maar jij wtl
zeker nlat, hè!
Natuurlijk wil Ik, malle jongen,
lachte het meisje met een paar tra
nen in de oogen maar je verdiende ei
genlijk, dat ik neen zeil
Dus dus wil je wel? En de
oogen van den goeden Jongen schit
terden, terwijl hij, nu veel minder
verlegen dan eerst, opstond en hoe
durfde hij hetl zijn Carola den
eersten kus op de lippen drukte.
Ja, papa, het is ln arde, sprak
het jonge meisje, toen haar vader
thuis kwam, maar ik heb hem moe
ten veroveren, hoor. Als het aan hem
alleen gelegenhad, zou hij heel zijn
leven lang ln stilte, naar mij ver
langd hebben! En dear komen we
toch niet verder mee.
Dus wist Je dan dat Ik aan jon
dacht, vroeg Willem nog als onnoo-
zel.
Carola glimlachte, maar ze gaf
geen antwoord.
Kaatlsels
(Deze raadsels zijn alle Inge
zonden door jongens en meis
jes, die „Voor Onze Jeugd"
lozen. De namen der kinde
ren, die ïiuj vóór Donderdag
morgen goede oplossingen
zenden, worden ln het vol
gend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
ln verband met liet aautal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door Hettie en Jsan
tje Lamsj.
Ik besta uit 50 letters en ben een
bekend ryinpje
57 33 10 ou is een grondsoort
31 59 «J 43 d maast men van woL
12 56 37 53 5 is een wapen.
23 50 13 38 is een jongensnaam.
14 16 45 is een meisjesnaam.
1 41 15 34 is een vogel.
24 18 36 42 is een liciiaamsdeeL
43 51 42 is een voorzetseL
4-1 46 47 49 is een plaats in Duitsch-
land.
5? 17 2 54 is een verscheurend dier.
21 27 58 is een viervoetig dier.
28 22 11 is een verkorte jongens
naam.
8 30 20 6 33 25 heeft ieder menach.
4 7 55 is een lichaamsdeeL
26 32 29 ia een hoofddeksel.
9 32 2 3 is een grondsoort.
2. (Ingezonden door D. C,. Kool
man).
Zet achter- elkaar i
Een jongensnaam.
Een voorzetsel.
Een kleur.
En ge verkrijgt den naam van een
geschiedkundig persoon.
3. (Ingezonden door Plër Heidweil-
ler).
et
tsli
rk
ste
wi
is
mzijn
eni
moe
Welk spreekwoord leest gij hieruit
4. (Ingezonden door Cornells Kroons-
berg).
Mijn geheel ls een verblijfplaats,
waar ge niet graag naar toe gebracht
wordt en bestaat uit 9 letters.
2 3 ls een viervoetig dier.
4 5 6 zit in een vrucht
6 7 8 9 wordt gesproken.
1 5 6 is een viervoetig dier.
5. (Ingezonden door Rlka v. d. Boo
gaard).
'k Behoor aan armen en aan rijken,
Die zonder mij niet kunnen prijken.
De riiken dragen mij aan 't hoofd,
En d armen aan den hals, als je 't
gelooft
6. (Ingezonden door Jansje yan
Dijk).
Ik besta uit 2 lettergrepen.
Mijn eerste deel zit meestal opgeslo
ten in glas.
Mijn tweede deel hebben alle die
ren.
Mijn geheel ls een vogel.
7. (Ingezonden door Frans Heijs-
man).
O
OOO
OOOOO
0 0 0 0 0 0 0
OOOOO
0 0 0
O
Zet op den eersten regel een mede
klinker.
Op den tweeden Iets, dat op een
huis zit
Op den derden regel een kleeding-
jstuk.
Op den vierden regel iets, dat iede
re week in de courant komt
Op den vijfden regel een stad ln
Drente.
Op den zesden regel iets, dat men
ean een huls vindt.
Op den zevenden regel een mede
klinker
8. (Ingezonden door Arie v. Wester
hoven).
Zet onder elkaar t
Een machtig heer.
Een lichaam--deel.
Een jongensnaam.
Een visoh.
Een familielid.
Een roofvogel.
Een groot veldheer en keizer.
Ean getal.
Een land in Europa.
Een plaats in Noord-Holland.
Een plaats in Noord-Brabant
Een vrucht.
Een zwemvogel.
Een viervoetig dier.
De beginletters vormen den naam
van de hoofdstad van en rijk in Eu
ropa, waar veel tweedracht heerscht
9. (Ingezonden door Frans v. d.
Broek).
Welk is een woord van 11 letters,
waarvan men er slechts zes behoeft
af te nemen om niets over te houden?
10. (Ingezonden door Thomas en
Yda van Beem).
Mijn geheel Ja iemand, die de men-
schen iets wijsmaakt en bestaat uit
10 letters.
Een 2 3 4 Is een gevaarlijke plaats
in het ijs.
Menig werkman kent zijn 8 3 1.
Een 5 6 3 7 is een groote kamer.
Bij een rivier vindt men soms een
8 9 9 10.
Een 2 3 4 9 10 zorgt 's nachts voor
de veiligheid.
11 .(Ingezonden door Wim Heijl).
Mijn eersto staat nooit stil.
Mijn tweede spreekt zonder teng.
Op mijn geheel wordt ingeteekend.
12. (Ingezonden door Jentien Been).
Ik ben zoet. Verander mijn eerste
letter en ik ben zoet van reuk.
Raadseloplossingen
De oplossingen van de raadsels der
vorige week zijn
1. Eindhoven Hon, den, einde,
oven.
2. Komt men over den hond, dan
komt men ook over den staart.
3. Zaandam.
4. Haarlems Dagblad. Haar,
Haarlem, dag, blad, slag.
5. Vijver ijver.
6. Tandarts.
7. Rolschaatsen. Schaar, Aart,
rol, sol. tent.
8. A ra rat. Ararat.
9. Tamboer.
10. Burs iel.
11. Raad s el op lossen.
Raadsel oplossen.
12. Draaimolen. Mol, maan, drie.
Goede oplossingen ontvangen van
Jo en Lucia Leinbeck 9.
Johan Lolz 11.
Jan Mazurel 11.
Zus Duursma 12.
Hendrik Roozen 12.
Beppie Roozen 12.
Abraham van Brussel 12 en 11 van
de vorige week.
Jentien Been 12.
Bertus en Dina van Putten 12.
J. Kroder 7.
Jansje van Dijk 12.,
Talliena Stuit 12.
Catharina M erlang 12.
Pier Heidweiller 10.
Martinus Hubers 12
Cato Dreijer 11.
Gerrie Renger 12.
Fr. v. d. Broek 12.
Willem Koopman 12.
Marie en Louki Vink 12.
Betsie Hoenderdos 12.
Elsje Hoenderdos 12.
Willy Germeraad 12.
Hettie en Jaantje Lams 11
Christina Zwemmer 11.
Heiwi Janse 10.
Jo en Frans van Egmond 11.
Thomas en Yda v. Beem 11.
Jan Hendrik Bruijn 11.
Maartje Verdel 11.
Willem Overmeer 12.
Nico Twisterlmg 6.
Johannes W. Raatgever 11.
Nanne Nauta 12.
Willem Plautjó 11.
K. van Marsbergen.
Willem R. Jansen 12.
Bertha Clausing 12.
Zonder naam 12.
Jo van Koningsbruggen 9.
Marie van Koningsbruggen 9.
Dirk Scholten 7.
Zonder naam en van de vorige
week 12.
Jan Bos 12.
Aaltje en Siebe lluizinga 12.
Martha Keijzer 7.
Neli Bouman 8.
STRIKVRAGEN.
(Ingezonden door Rika v. d. Boo
gaard).
1. Wat is het tegenovergestelde van
een halven appel
(Ingezonden door Jentien Been).
2. Welke visschen zijn het langst
(Ingezonden door Jan en Mien van
Essen.)
4. Waar heeft een ezel zóó hard ge
balkt, dat alle menschen hem hooien
konden
(Ingezonden door- Dina v. d. Berg).
5. Wat verstaat men onder een af
dak?
(Ingezonden door Chr. Zwemmer).
6. Welke overeenkomst ls er tus-
echen een dame en een heerboon
(Ingezonden door Willem R. Jansen.)
7. Hoeveel sneden kan men snijden
van één heel brood
6. Wie spreekt alle talen
9. Welke stand ls het beste
11. Welk bier geeft altijd schuim
12. In welke glazen kon men het
beste schenken
De nieuwe Wedstrijd
WIE MAAKT HET AAR
DIGSTE VEB HAALTJE,
OF VERSJE, WAAR
GEEN ENKELE A IN
VOORKOMT?
Deze opgave lijkt je zoo misschien
heel gemakkelijk, maar als je aan 't
werk bent, zal je wel merken, dat ex
heel dikwijls een woordje met eeu a
insluipt.
Lees je werk dus maar dikwijls en
goed over, want er mag er geen één
inzitten 1
Ik ben nieuwsgierig, wat Jullie
daarvan maken zullen.
Ais prijzen stel ik dezen keer
TWEE BOEKEN LN PRACHTBAND
beschikbaar.
Alle inzendingen moeten duidelijk
voorzien zijn van naam, leeftijd en
adres van de(n) inzender(sier). Bij
het werk moet worden vermeld, of
het met of zonder hulp gemaakt is.
Het papier mag maar aan één zijde
beschreven zijn
Alle inzendingen moeten in mijn
bezit zijn vóór of op Woensdag 20
Juli 1910.
De nieuwe Rolschaatsen
door
Elizabeth Frölich,
oud 14 Jaar.
In het dorpje H. was een rolschaat-
senbaan geopend. Vele jongens en
meisjes genoten van deze nieuwe
sport. Maar Mina van der Velden
kon, hoe gaarne zij ook wilde, niet
mede doen, daar zij geen schaatsen
Lad. Doch er kwam uitkomst. Over
een week was zij jarig en zou zij
van haar moeder een paar rolschaat
sen krijgen. Hoe werd zij echter in
haar verwachtingen teleurgesteld.
Haar moeder werd eensklaps ernstig
ziek, en nu moest het geld, waarvoor
Mina andere rolschaatsen gekregen
zou hebben, voor medicijnen ge
bruikt worden.
Wat had ze een verdriet
Op een morgen moest Mina een
boodschap doen. Op straat gekomen,
stootte haar voet tegen iets aan. Ze
raapte het op en zag, dat het eene
portefeuille was. Hoe groot was haar
verbazing, toen zij bemerkte, dat er
een aanzienlijk bedrag aan bankbil
jetten in zat. Haar eerste gedachte
was „Nu kan lk rolschaatsen koo
pen Ze dacht er niet aan, dat het
geld haar niet toebehoorde.
Zoo spoedig mogelijk ging zij naar
haar moeder en toonde deze den
schat.
„Nu moeten wij maar dadelijk rol
schaatsen koopen, hè, moeder
Maar moeder dacht er anders over.
„Neen, Mien", antwoordde ze, „dat
geld behoort ons niet. We zullen het
maar bij de politie brengen, die zal
wel zorgen, dat het nan den eigenaar
teruggegeven wordt."
Zoo gezegd, zoo gedaan. Op het
bureau moest Mina haar adres op
geven, en zei de inspecteur, dat ze er
wel meer van booren zou.
Een paar dagen iater werd er b>i
Mina aan huis geheld. Een heer
kwam binnen en vertelde, dat hij de
eigenaar van het geld was, en haar
nu een belooning voor haar eerlijk
heid kwam brengen. De heer hield
niet op. of Mina moest f 5 aannemen.
Nu was zij den koning te rijk, en
nog blijder was zij, toen moeder haar
verlof gaf, een paar rolschaatsen te
koopen. waar ze zeer mede ln baar
schik was.
lederen dag ging ze zich nu oefe
nen en binnen veertien dagen kon ze
het zóó goed. dat zij zich aanmeldde,
om mede te doen aan een wedstrijd,
die door een kindervriend was uitge
schreven. Er hadden zich ongeveer
veertig jongens en meisjes opgege
ven.
De dag van den wedstrijd was aan
gebroken. De zaal was mooi versierd,
en ook de muziex ontbrak niet. Eerst
kregen de kindeten een versnapering
en daarna nam de wedstrijd eeu aan
vang.
Er werd om geloot, .velke twee inet
elkaar zouden kamper.. Eerst reden
de jongens en daarna de meisjes.
Mina was spoedig aan de beurt Zij
moest rijden niet eeu meisje, dat niet
erg vlug op de schaats wus. De heer
telde „een.-,- twee-... drie", en daar
gleden zij voort Mina was spoedig
voor en als eerste bereikte zij den
eindpaal.
Nadat allen geweest waren, moes
ten de overwinnaars weer twee aan
twee kampen. Weer was Mina het
eerst aan den eindpaal. 'Ten slotte
waren Mina en nog een ander meisje
over. Beiden kouden best rijden, en
dus was er niets van te zeggen, wie
van de twee zou winnen.
Op bet één-twee-drie van den heer
vlogen zij vooruit Maar, o wee 1 hal
verwege struikelde Mina en had het
andere meisje een voorsprong op
haar. Doch het geluk diende haai-,
want doordat het andere meisje moe
was geworden, en niet meer zoo hard
reed als in het begin, gelukte het
Mina, haar weer voor te komen,
waardoor ze het eerst aan het einde
was.
Een luid „Hoera 1" ging er op.
Wat had Mina gereden Haar wan
gen gloeiden en haar oogen schitter
den, want nu had ze den eereten prijs
gewonnen I
Na nog eens getrakteerd te zijn,
moesten de prijswinners voorkomen,
en ontving Mina een mooi gouden
horloge.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Aideelitig moeten
gezonden worden aan Me
vrouw Venema-Van Doorn,
Wagenweg No. 88, Haar
lem.
MARTINUS B. Heerlijk, dat de
tijd zoo gauw gaat, hè, want ik denk,
dat je in L. wel weer erg veel pleizier
zult hebben I Zulke machines zijn al
tijd gevaarlijk. Zijn er geen ougeluk-
ken bij gebeurd Dank Je nog wel
voor Je felicitatie.
HERMAN B. Het is prettig, dat
Jantje nu goed vooruit gaat. Doet
fliet hem nu niet zooveel pijn meer i
Ja, zoo'n kameel is erg groot, als je
er naast staat. Zou jij wel een ritje
op liem durven maken tusschen die
bulten, of sta je liever veilig op den
grond
NICO T. Ja, Nico. houdt den
moed er maar in De volhouder wint,
weet je wel Begint Herman ook al
wat mee te raden
JOHAN W. R. Het raadsel is
prachtig Maar toch zeker niet zelf
bedacht. Is T wel Ja, voor Zand-
voort moet het nu eerst weer wat
warmer zijn. of wachten Jullie op de
vacantia
NANNE N. Welk boek hebben
jullie toen voorgelezen Misschien
lean je broer je 's avonds wel eens
helpen, om de sterrenbeelden op te
zoeken. Vind je niet. dat je de ster
ren .'s avonds heel anders aankijkt,
als je er ook wat van geleerd hebt
HENRI J. Ja, dat was een heer
lijke dag, hoor I En je trof bet ook
bijzonder goed, dat je net een achip
binnen zag komen. Lijkt het je niet
heerlijk, om op zoo'n schip te varen
Hoe vonden ze thuis je prijs
JO en FRANS VAN E. Kom dan
Woensdag maar tusschen 1 en 2 uur.
Of mag je dan niet weg Dan om 12
uur even Ga jij een examen doen
THOMAS an YDA v. B. Deze elf
zijn gelukkig goed Ik denk toch, dat
je je den vorigen keer vergist hebt.
Tel je ze in het vervolg altijd maar
n extra keertje na
MAARTJE V. Ik vind het best,
als Nico en jij voortaan samen in
sturen. Kan hij al goed raden Jam
mer, dat Emma nu ook maar niet
mee kan doen. vind je niet Doen
jullie aan de wedstrijden dan ook sa
men mee
WILLEM 0. Wil Je vandaag Aart
wel voor mij feliciteeren Als hij wat
grooter was, zou ik hem zelf een
briefje schrijven, maar dat gaat na
nog niet 1 Vond hij het prettig om
jarig te zijn en kan hij al goed pra
ten
CORNELIS K. Dat Is best. hoor
Tegen het najaar ga je dan maar
weer mee doen. Misschien hooren we
vóór dien tijd dan met de wedstrijden
wel wat van elkaar
WILLY G. Het nieuwe raadsel is
goed. Bedenk Je de nieuwe raadsels
alleen Wat was dat jammer van dat
mooie kleedje I Zijn de vlekken er
nog uitgegaan Ja, het is een akelig
gezicht, als poes een vogel te pakken
heeft en je kan er meestal niet gauw
genoeg bij zijn. Was Moeder er alleen
bij in de kamer
CHRISTINE Z. Schrijf het mij
maar, als het vast staat, waar je in
de vacantia heen gaat. Nog maar een
week of 5 en dan begint de pret, is 't
niet Gaan jullie allemaal de stad
uit?
GERRIE R. Wel, zou je hieraan
mee kunnen doen Ik ben er nieuws
gierig naar, hoor I Hoe lang zou
Moeder wegblijven en vind jé bet
prettig, nu zooveel voor Vader te mo
gen doen
FR. v. d. BR. Het antwoord is
wel niet hetzelfde, maar het jouwe
kon er ook mee door en dat heb ik
dus ook maar goed gerekend
JOH. W. K. Heerlijk, dat jij Va
der al zoo flink kunt helpen I Het
nieuwe raadsel Is goed.
MARIE en LOUKI V. Het nieuwe
raadsel is goed. Doe je hieraan ook
mee
MARTINUS H Ja, ccn prijs is
mooier, maar een eervolle vermelding
is ook 't bevijs, dat je op den goeden
weg bent om een prijs te winnen I En
de jouwe stond al heel dicht bij de
prijzen Ileb je altijd veel van teeke
wij ls
CATO en WILHELM DR. De nieu
we strikvragen zijn goed- Al3 een
boek mooi is, kan je het best twee of
drie maal lezen, vind je ook niet 'I
Van welke boeken houd je het meest?
WILH. V. Ik begreep je briefje niet
heel goed. Als je weer eens komt, om
je boek te ruilen, moet Je hel me maar
eens vertellen.
HENDRIK R. Het nieuwe raadsel
is goed. Het verhaaltje heb je flink
verteld, maar het ls wel erg bekend
en ik denk, dat de meeste kinderen
het wel eens gelezen hebben daarom
wordt het niet geplaatst. Bedenk er
nog maar eens een.
JENTIEN B. Don een volgenden
keer maar wat langer, Jentien 1 Heb
je me veel te schrijven of gebeurt
er niets bijzonders tegenwoordig
BERTUS en DINA v. 1' Eerst viel
het jullie zeker wel een beetje tegen,
is 't niet En daarom was de verras
sing nog des te grooter. Is het boek
mooi en hebben Jullie het al uit?
PIëR H. De nieuwe raadsels zijn
oed.
J. Kr. Het nieuwe raadsel ls goed.
JANSJE v. D. Heb je een prettigen
dag »ehad in Beverwijk en waren de
aardbeien goed rijp Zoo'n groote
tuin U heerlijk, hè 1 Doe Je met dezen
wedstrijd mee
TALLIENA S. Ja, Je mag in onze
rubriek ook zelf raadsels- inzenden,
maar ze wachten alt"d tot ze aan de
beurt zijn, om geplaatst te werden,
dus wondt maar niet ongeduldig als
dat een paar weken duurt.
CATHARINA M. Ja. het waren er
erg veelMaar n" doe je met dozen
wedstrijd zeker weer me», ia '1 niet
Vind Je het gezellig, dat er telkens
eer wat nieuws komt?
JO en LUCIA L. Ja, jullie moogt
wel weer een raadsel inzenden, maar
ik heb no~ heel wat in voorraad en
't wordt dus nog niet geplaatst Hoe
vinden jullie dezen wedstrijd?
ZUS D. Heb je al eens wat van den
brief, die verdwenen ls, gehoord '5 Het
is nu weer wat minder warm en T
zal 's avonds in den tuin wel te koud
zijn, is "t niet? Bij ons tenminste wel,
't is er eleenlijk maar 3 of 4 avonden
goed geweest om er lang te zitten.
Gaat het onder de waranda beter
BEPPIE R. Het ls best, als jii ook'
meedoet. Ben je ouder of Jonger dan
Hendrik en wie van Je beiden kan
het beste oplossen
JACOB A R. Wel, heb je nog geen
spijt van jo keus? en vonden ze het
thuis ook mooi Heb je er zelf nu. al
wat bijgemaakt en gaat het goed
JAN B. De nieuwe raadsels zijn
goed.
AALTJE en SIEBE 11. Het wordt
nu op tijd verzonden, hoor I De papie
ren zijn nn in orae. Doe je aan dezen
wedstrijd ook mee en heb je «n den
evenveel tijd voor onze rubriek
als 's winters
MARTHA K. Veel plezier morgen in
Alkmaar, hoorHeb Je daar Dunille
i.oen? en ga je er dikwijls heen?
Had Theo zijn teekening niet op tijd
af? en gaan jullie allebei asn den
volgenden wedstrijd meedoen
BERTHA C. Ik ben n.o "--gierig,
of je vriendinnetje net zoo trouw mee
zal doen, als jij. Ik ben blij. daf ik
vast kennis met haar gemaakt heb I
Doen jullie aan dezen wedstrijd ook
mee? Veel plezier morg«n!
MARIE VAN K. Ja, als jo van plan
bent, om uit te gaan, is ,-«.o'n on
weersbui niet prettig 1 Z:in illic toch
not droog thuisgekomen Ja. de ro
zen zullen nu wel prachtig staan l
Hebben jullie een groeten tuin
JOPIE v. K. Vind je het niet pret
tig, dat Marietje al zoo veel ken, wat
jij ock leertn mo«t u.vn kan ze Je
wat helpen, hè I Moet Je veel versjes
leeren voor Z. school en vind je da»
prettig?
WILLEM P. Het is b«t als je weer
eens een paar raadsels -duurt, maar
ik heb nog eenige weken in voorraad,
hoor l Zijn Vader en M'-tder niet blij,
als je zulke goede cijfe-s krijgt Wat
ga je doen als Ji van deze school af
komt
MACHIEL v. M. Waar heb je het
zoo druk mee? Heb js savonds den
tijd voor onze rubriek of moet Je
dan altijd werken e» I0U voor d®-
zen wedstrijd wel tijd hebben
WIM R. J. Kom Woensdag tu».
schen 1 en g uur maar even, dan zal
ik het }e geven.
Mevr. VENEMA-v. DOORN.
18 Juni 1910.