m
m
m
a
ft
m
m
m
ft
m
isb
ft
m
ft
genwoordjger geworden, omdat zulk
een baantje rich bad voorgedaan en
or niets anders te doen scheen. Hij
had het lend er aan en orders kwa
men niet binnen, ondanks bet feit, dat
hij zijn best deed. Dat kwam, zooals
mijnheer Jubkin reide Je hebt geen
flux de bouctie, Ribble.
De heer Jobkln, uitvinder en ver
vaardiger van Jubkin'» onfeilbaar
brandbluachapparaat. profiteerde bij
zonder van dit gebrek van den heer
Kibble, want hij liet hom uitsluitend
tegen provisie werken, en op een klei
ne provisie, die geregeld verminderd
werd.
Probeer hot eens met huis
huis te bellen, zei mijnheer Jubkin.
Dat is de manier.
Het was ©en manier van werken,
dis mijnheer Ribble niet kon bekoren.
Hulsknechts snauwden hem af,
neer hij mevrouw vroeg to Bpreken
en dienstmeisjes lachten hem 1q rijn
gezicht uit En wanneer hij z«jn doel
bereikte, raakte hij beelemaal de kluts
kwijt, want dan voelde hij zich niet op
zijn plaats en het brondbluschmato-
riaal kon hij zonder welsprekendheid
niet aan den man brengen.
Gisteren was hij zelfs door een snib
bige oude juffrouw gewaarschuwd,
dat tij hem zou laten inrekenen, daar
zij een inbreker in hem zag. zoo stot
terde en zoo verward was hij. Alsof
inbrekers gewoon zijn te stotteren en
te stamelen. En vandaag moest hij nu
weer beginnen.
Ik wou, dat ik wat anders had,
zei hij bitter De menschen willen er
niet aan. En wat moet er van de kin
deren worden
O, <Ue maken het best, rei zijn
Trouw.
En jij wordt zoo mager, zei hij
op den drempel.
In 'iet geheel niet, zei juffrouw
Ribble glimlachend.
Maar toen August verdwenen w
langs de trap, met zijn tasch in de
hand, weende zij van verdriet
Het schiint zoo hopeloos, fluisterde
ze en ging z'tten schilderen a
waaiers, die zij nu en dan maakte,
om eenige stuivers te kunnen voegen
bij het kleine Inkomen van haar echt
genoot
Het moe© de moed der wanhoop
zijn geweest, maar zooveel is zeker,
dat toen de heer Ribble zijn schreden
wendde naar de riikste wijken van de
stad, hij nooit te voren met zooveel
vuur en ijver was vertrokken, om
zijn artikelen aan den man te bren
gen. Als l i' nu slechts de kans kreeg
Iemand te spreken te krijgen, dan
moest er verkocht worden, liet v.-as
niet het weer, dat hem Inspireerde,
want het was mistig en triestig, en
evenmin kwam het, omdat hij soefi
geslapen en gegeten had, want er
was van geen van belde iets geko
men.
Ja, ik gevoel bepaald, dat het geluk
ken zal, zei hij, en rich afvragend
waarom. MRrie is overtuigd, dat ik
geluk zal hebben vandaag en zij kaï.
gelijk hebben. Er gebeuren geregeld
ongelukken en er behoeft niet aan ge
twijfeld, of Jubkin's uitvinding is
prachtig. Indien de menschen slechts
beseffen, welk gevaar In brand
schuilt.
Dat is de quaestie. Assurantie kan
u niet alles teruggeven, mevrouw. U
krijgt de waarde wel terug, maar hoe
veel voorwerpen zijn er niet, waaraan
herinneringen zijn verbonden. Een
kleinigheid belegd in Jubkin's onfeil
bare brandbluschfakkels beteekent
niet alleen, dat uwe onschatbare be
zittingen veilig zullen zijn ingeval
van brand, rnaar u zult u ook op uw
gemak bevinden, secuur, secuur
Is in het Hnllandsch vrij van zorg,
u koopt u daarmede-dus uw gemoeds
rust.
Aldus een speech houdende voor de
denkbeeldige cliënten, wandelde ao
heer Ribble dapper door.
Veronderstel, dat ik eens 20 fakkels
verkocht tegen drie gulden, dat is
niet onmogelijk.
De heer Ribble had steeds meer
voor de klassieke letteren dan voorde
rekenkunde gevoeld, maar hij had
toch spoodiv uitgerekend, dat hij in
dat geval zes gulden verdient, het
geen meer was dan hij in de geheele
vorige week had thuis gebracht.
Terwijl een order van 40 stuks-
Een blok heereuhuizen van ouder-
wetsche, maar elegante architectuur,
die zooals de heer Ribble wist, meest
al door riike menschen worden be
woond, leidde zijn aandacht af en hij
keek er naar met het oog van een man
van zaken.
Ik hoop nu maar, dat zij niet eerder
zijn lastig gevallen, mompelde hij,
nog even *ijn hoed met zijn mouw op
strijkende, vóór hij bij no. 1 aan de
6chel trok. Hij geloofde niet in bellen,
op grond, dat dienstboden het zelden
hooren en als zij het hooren en open
doen, zijn ze geregeld nijdig, wan
neer iemand van mindere beteekenis
dan eem markies zich aanmeldt.
Hij had echter nu toch eenig geluk,
want ondanks de bittere koude, werd
do deur in miuder dan een minuut
opengedaan.
Ik hein hem de heer Ribb
le moest zich geweld aandoen. Hm,
zou ik het genoegen mogen hebben,
even mijnheer te kunnen spreken?
Het dienstmeisje keek hem aan.
Mijnheer weusebt op dit uur niet ge
itoord te worden. Vanmiddag...
Misschien, zei de heer Ribbie kor-
duat kan lk mevrouw spreken, een
oogenblik maar.
Is het belangrijk vroeg de meid.
Zeer belangrijk, antwoordde de
hoer Ribble.
Het was misschien een jong meis
je, of zij voelde medelijden met het
niet bijzonder gedistingeerd voorko
men van den heer Ribble, ofschoon
dienstmeisjes in dat geval zeer zelden
aan medelijden mank gaan, maar zij
liet hem binnen.
Wil u even binnen gaan, dan zal ik
de juffrouw vragen of zij u wil ont
vangen.
De heer Ribble werd alleen gelaten
in een vertrek, dat dienst scheen te
doen als bibliotheek, want aan alle
kanten stonden kasten, met boeken
volgepropt. Hij zou er gaarne zijn
eerstvolgend maal aan gegeven heb
ben al lag dit ook nog in "t ver ver
schiet van alle waarschijnlijkheid
had bij eenige van deze schatten eens
kunnen Inzien, maar het zou niet be
leefd zijn en evenmin zakelijk. Daar
om besteedde hij zijn tijd aan het uit
pakken van zijn tascR en van de
1 kunstgrepen van het bedrijf, waar
door een bewoner tegen wil en donk
verplicht was te luisteren naar de
deugden van de fakkels, wanneer da-
ze weder werden Ingepakt.
Goeden morgen, lk ben bang, <iat
vader 't te druk heeft omuto ontvan
gen. Kan ik O I
Een elegante Jonge dame met prach
tig zwart haar en een rood® japon
(Juist de kleur om de honden
verre te houden, dacht de heer Ribble,
die al berekende, wat het wel zou kos
ten, als Marle zoc iets kreeg), was de
kamer binnen gekomen, vol IJver om
recht te doen wedervaren aan den be
zoeker vap haar vader, toen hare
oogen, dio op den heer Ribble waren
gericht, met oen prettige, openhartige
uitdrukking plotseling den hoop Jub
kin's Onfeilbare brandbluschmidde-
len (in fakkels) ontdekten, die door
den heer Ribble op den grond waren
gelegd.
O, zei ze, u hebt deze laten vallen T
Het was den heer Ribble of zijn
keel werd toegeschroefd.
Me - vrouw ik hm vraag par
don. Verlangend zijnde om te ver-
koopen
Do heer Ribble kwam niet vorder.
Wat is datvroeg zij nieuwsgierig.
Rrandbluschmiddelen, zei mijnheer
Ribble als een automaat, Jubkin's On
feilbare brandbluschmiddeln (in fak
kels).
Ha o, ik zie het alu wilde
aan vader er eenige verkoopen.
Zoo werd de heer Ribble weer aan
zijn beroep herinnerd.
Het is mijii beroep, deze te verkoo
pen, legde bij uit. Ik vrees, dat ik u
niet had lastig moeten vallen. Maar
als lk u niet derangeer, hel is dikwijls
zoo moeilijk om iemand te spreken te
krijgen. Daar is tijd voor noodig en...
Ik zie hei, zei liet meisje.
Zou het mogelijk zijn, vroeg de heer
Ribble, wiens .velsprekendheid he
laas er niet op berekend was partij te
trekken van een medelijdend hart,
zou het mogelijk zijn er u eenige te
verkoopen? Zij zijn beslist onmis
baar.
Dat geloof ik gaarne, was het
riendelyko antwoord, maar zooals
_;o ziet, hebben wij er reeds eenige
van een ander merk.
Zij wees op eenige groote tlesschen,
die tegen den kant op een kast ston
den en die aan de aandacht des hee-
ren Ribble's niet zeer kritischen blik
waren ontsnapt.
Ik zie, het spijt me, dat lk u heb
lastig gevallen. Ik... De heer Ribble
liep "in de richting van de deur, ter
wijl hij sprak en keerde toen om. Me
vrouw, Jubktn is onfeilbaar, bepaald
onmisbaar.... in een huis als dit... vol
schatten.... een bibliotheek, die.... al
leen deze boeken... deuk teus aan de
mogelijkheid, dat zij vlam vatten, en
die flesschcu bleken niet te beant
woorden aan het doel
De smeekende stem van den heer
Ribble moest het meisje iets van zijn
wanhopige positie hebben doen begrij
pen, want zij sprak
Nu, ik weet dat mijn vader steeds
bezorgd is voor zijn boekeu, en ais uw
fakkels werkelijk doeltreffend zijn....
Vergun mij het u aan te tooneo.
De heer Ribble hield een proeifakkel
in een bevende hand. Wil deze nu
'en over den haard uitstrooien.
Zij nam den fakkel en boog zich
voorover.
Het volgend oogenblik en vóór de
fakkel was gebruikt, flikkerde een
vlam hoog boven het groote houtvuur
bij toeval op eu het volgende oogen
blik stond zij in brand- Zij gaf een
gil, maar mijnheer Ribble toonde tot
zijn eigen verwondering, hoe kalm hij
was en bedaard zeide
Blijf staan, het is dadelijk uit
Tegelijkertijd greep hij haar den
fakkel uit de hand en strooide den
inhoud over haar uit. Tot zijn groo-
ton schrik groeide het kleine vlamme
tje terstond tot een groote aan. uisof
hij olie over haar in plaats van Jub
kin's Onfeilbaar Branubluschiniddel
(ia fakkels) bad uitgestrooid.
Het hart van den heer Ribble klop
te zoo hard, dat zijn ribben gevaax
liepen te breken. Nooit bad hij kun
nen denken, dat hij voor een bedrie
ger had gereisd. Het geloof in het
feit dat hij ten minste eerlijk werk
verrichtte, had hem in vele uren van
ontmoediging staande gehouden. Hij
zou liever van honger gestorven zijn,
dan zulk een werkkring te aanvaar
den. En nu op bet kritiek moment
had het ding geweigerd en de gevol-
a zijn fout verlamden hem
bijna.
De vlammen lekten aan zijn linker
hand, waarmede hij den fakkel vast
hield Gelukkig begon het meisje te
gillen en d:t bracht hem tot bezin
ning. Hij greep eenige kleedjes, die
op den grond logen, en sloeg ze om
het meisje heen, waarna hij haar op
den grond legde en nog meer kleedon
over haar heen stapelde.
Dank u.
Een half verstikte stem, waaru't
echter diep gevoelde erkentelijkheid
sprak, kwam onder den hoop van
daan. en mijnheer Ribble stond op,
ternauwernood wetend, wat hij had
gedaan. Zijn handen deden pijn, en
hij voelde eene eigenaardige tinte
ling aan zijn slapen
Ik hoop, dat u zich niet bezeerd
heeft, stamelde hij. Ik zou bet mij
nooit vergeven, lk wist.....
U hebt mij het leven, gered, zei ze,
eu op dat oogenblik ging de deur
open en een man met grijzend haar
,vam haastig binnen.
Betsy, zei hij. en bleef verbaasd
staan.
Het is niets vader, zei het meisje.
Deze heer heeft juist mijn leven ge
red. Ik stond in brand.
En de heer Ilibble bleek een held
te zijn. Hei duurde eenigen tijd voor
hij begreep, dat men hem bedankte
en niet vervloekte. Hij had verwacht,
do deur uitgetrapt te worden en zou
iedere bestraffing met gelatenheid
hebben ondergaan.
Maar na verloop van een half uur,
toen zijn verbrande handen waren
verbonden en een glas wijn hem wat
op zijn gemak had gebracht, vernam
hij, dat de heer Essington, eigenaar
van die prachtige bibliotheek, zich
afvroeg, wat hij wel voor hem, den
heer Ribble, zou kunnen doen, om
zijne dankbaarheid te toonen voor
het zoo moedig en met zooveel tegen
woordigheid van geest redden van
zijn dochter
Maar het was mijn étfhuld, protes
teerde de heer Ribble.
Volstrekt niet, mijnheer, In het
geheel niet, zei de oude heer. En zij
heelemaal ongedeerd I Vertol nu,
wat kon lk voor u doen
De heer Ribble waagde het te vra
gen of mijnheer hem misschien zou
willen toestaan de bibliotheek eens te
bekijken.
Waarde heer, zoo lang en zoo dik
wijls als ge verkiest I zei mijnheer
Essington. Wacht eens I hij keek
den heer Ribblo onderzoekend aan,
misschien had zijne dochter hem wel
oven gepolst Ik vraag mij nfof u
mij misschien niet een bibliothecaris
aan de hand kunt doen Ik heb het
zoo druk en nu lk een nieuwe blblio-
thoek achter mijn huis heb laten
bouwen, moet lk iemand hebben om
alle3 In orde te brengen. Ik dacht,
dat, als ik eens begon met f 130 per
maand te geven.
De heer Kibble keek hem aan
Als als
U wilt toch niet zeggen, dat u zelf
er lust in hebt vroeg mijnbeer Es
sington, blijkbaar verheugd. Waarde
heer, uls dat zoo is, zal ik er 200 van
maken. Van het eerste oogenblik af
zag lk, dat u bij het onderwijs waart
geweest, op rnijr. woord.
En aldus werd besloten, en de heer
Ribble zag zijn hartewensch vervuld.
En tuea hij 's middags thuis kwam,
en al'es aan Marie vertelde, toen was
het alsof een verhaal van Dickens
aangevuld was met het sprookje.
En Jubkin kan voor mijn part naar
den di ommel loopen, lieve 1 zei de
heer Ribble.
Dichter ea schoenmaker
Het was in de gemoedelijke stad
Berlijn.
De jonge man maakte met zenuw
achtige opgewondenheid tollet Nog
een laatsten koenen zwaai met kam
en borstel, nog eenmaal de punten
van den knevel opgedraaid; daarna
trok hij zijn rok Ran en iegde hij
dan knoop In zijn da? Met gloeiende
oogen en bleeke trekken staarde zijn
ibeeld In den spiegel hem aan,
terwijl hij rich met zijn du» onledig
hield.
Het was geen kleinigheid, wat hem
wachtte; een gewichtig oogenblik in
zijn nog jeugdig leven Zijn eerste
tuk zou dien avond worden opge-
oerd. Zou het vreugde boren of
smart? Als men hem nu reeds ant
woord had kunnen seven op die
vraagl
Eindelijk was het volvoerd, dat.
aarnaar hij zoolang gesmacht had
sedert hij zich had gevestigd In de
hoofdstad. Het was nu wel maar een
blijspel in één bedrijf in zijn
schrijftafel lag «r een van dri® an
een tooneelspal van rter bedrijven -
maar alle begin is moeilijk en de di
recteur van „zijn" theater had hem
In ultzieht gesteld, ook die werken
op to voeren, in bet geval dat zijn
te pogen mat succes bekroond
werd.
Nu nam Gromann een rijtuig en
liet zich brengen naar den friseur,
die de laatste kunstenaarshand moest
leggen aan zijn lokkenpracht, en
daai na naar den schoenmaker, dien
bij een paar fijne verlakte schoenen
had laten aanmeten voor deze feeste
lijke gelegenheid, welk schoeisel na
tuurlijk nog niet thuis bezorgd was.
Gelukkig stonden ze gereed De
Jongen zou ze dadelijk hebben ge-
bruchtl met deze woorden werd de
toorn bedwongen en zij pasten uitste
kend. BIJ uitzondering werden ze con
tant betaald hij was in galohu-
rneur an reeds wilde hij weder in
bet voertuig stappen, toen hem te
binnen viel, dat hij nog een vrijbiljet
in zijn zak had, waarmee hij nog nie-
maud had gelukkig gemaakt, en het
was alleen dien avond geldig.
Meeat er Knieriem was een kloek go-
houwde jonge man, die er in zijn Zon
dagse bepak niet onvonrdeelig uitzag.
Zeg, heb Je lust, van avond mijn
srtuk U zien? Je weet, dat het voor
het eerst wordt opgevoerd.
O, mijnheer Gromann o is al
te goedj
Nu, maar kleed je op je Zon
dag» bet Is een plaats ln het par
quet Maar haast je wat, andera kom
Je te laat. Je moogt ook wel ln je
banden klappen En als er niet ge
floten wordt, kunt ge, als het scherm
valt. ook wel mijn Doam roepen. Als
Hij wou zeggen al» er één schaap
over d» brug is maar bedacht rich.
Last dat maar genist Aan mij
rtr, waarde beer! Mijn vriend Leh-
mann heeft me ook eens voor zoo Iets
meegenomen: dat was In he4 Natto
naaJ theater. Hem hebben we ook
vot 't voetlicht geroepeDl Zeg. kijk
ms die banden!
Zij waren voor klappen geschapen.
Mooi zoo maar voorzichtig!
Weer maar nle' bezorgd, Lk zal
er niet voor spek en booneu zittecJ
Met een vriendelijkea groet veriiet
i tooneelschrijver des schoenmakers
winlteL
Het blijspel in 1 bedrijf van Gro
mann; „Haar klein geheim" waa af
gespeeld; het gordijn vlei. De toe
schouwera hadden zich tamelijk wei
vermaakt. Men had gelachen en er
werd dan ook geapplaudisseerd. Ja,
met behulp van eenige vrienden van
directie en schrijver werd Gromann
zelfs voor het voetlicht geroepen.
Directeur en tooneelspelers (krikten
hem gelukwensctiend de hand, en zoo
hij met een zalig gevoel plaats
in de kleine zijloge, om het nu vol
gend grootere blijspel met welbeha
gen te genieten.
Het was een oud bekend stuk van
een iederï lang overleden schrijver,
dat men opnieuw Ingestudeerd had.
Ook dit beproefd tooneelwcrk viel we
der ln den smaak; man riep de ac
teur» terug, ook aan het slot
Juist verminderde het applaus
wie nu zal zich voor een jaeds lang
overleden auteur warm maken! ee
nige toeschouwers hadden de logedeu
ren al geopend, toen eensklaps een
lange, eenvoudig gekleed® man, die
verwoed ln de handen geklapt had.
In zijn volle lengte zich ophief en met
oen ware stentorstem door de zap
brulde;
Gromann, Gromann de schrij
ver de dichter'
Meteen verstomden de toejuichin
gen; tij, die wildeu ve-trekken, wend
den zich weer om.
Wat is dat nul riep verschrikt
en vertoornd de directeur.
Gromann streek wanhooig door de
dichterlokken.
Mijn schoenmaker is t, dien ik
een vrijkaartje gegeven had. Dat on-
geluksmensch heeft, zoolang mTJn
stuk speelde, geslapen, nu schijnt hij
te zijn ontwaakt en denkt: dat oude
blijspel Is van mijt
Den volgenden dag lachte heel Ber
lijn om den dichter en zijn schoenma
ker.
en betere reclame had hij niet
kunnen wenschen.
CH1NEEZEN MOETEN MET CHI-
NEEZEN TROUWENI
De Voss. Zeitung deelt mede, dat aan
de diplomatieke vertegenwoordigers
China in het buitenland is opge
dragen aan de m Europa en Amerika
studeerende Chmeezeu mede te dea
len, dat bet ministerie van onderwijs
(ie bepaling heeft uitgevaardigd, dat
ij niet met bu tenlandsche vrouwen
ui het huwehjk mogen treden.
De Chineesche xegeering kan na-
urlijk de studenten, die in het bui
tenland blijven, met dwingen zich
aan bet verbod te houden, maar zij
ie van plan zijn terug te keeren,
zullen wel genoodzaukt zijn eventuee-
le huwelijksplannen uiet Europeesche
of Amei ikaansclie dames op te geven,
ar hun anders de schitterende loop-
an, waarvan zij gediroomd hebben,
afgesneden, wijl zij in het ilemei-
sche Rijk met uieer worden toegelar
eu, als zij in het buitenland een hu
welijk hebben aangegaan, terwijl bo-
endien degenen, die op rijkskosten
nebben gestudeerd, eu dat is met het
ineereudeel hel geval, de voorgescho
ten gelden zullen moeten restiluee-
ren.
EEN HULPVAARDIGE KONING.
Men leest in de Nieuwe Gazet:
Voor een paar dagen kwam een
wugonvoerder van de Brussclsche
trams, die des morgens in de vroeg
te zijn dienst moest hernemen, te
laat aan de standplaats, waar hij het
tramrijtuig kon aantreffen dat hem
ter bestemming moest brengen. Wat
te doen? Te laat komen voer het her
nemen van den dienst wordt streng
gestraft. De mau wilde te voet naar
liet depot gaan, ongeveer 4 K.M. ver,
toen hij een automobiel zag, gevoerd
door een chauffeur die een breeden
ledereu bril droeg. De trambedieude
meende met een gewonen automobiel-
bestuurder te doen te bebbeu. Hij
wenkte. De auto stopte De chauffeur
vernam wat dan train bediende over
komen was, en liet hem in de auto.
Hij zei dat de auto toch voorbij hot
depot van de bram moest. Ter bestem
ming gekomen wilde de üamnian
den vriendelijken chauffeur verzoeken
,er eentje mee u pakken," toen de
ze laatste zijn bril afnam eu den man
bet lachend gelaat van... koning Al-
bert toondel
AAN DIERENVRIENDEN.
Dr. X. schrijft aan 't xiDld.
Dezer dagen zag ik een musch,
welke een stuk van een zijner pooien
miste eu die op één poot en een
stompje rondhuppelde, ijverig bozig,
zoo goed eu zoo kwaad als het ging,
voor zijn jongen wat voedsel te ver
zamelen. Daar ik veronderstel, dat
ook deze weer een slachtoffer van die
verwensehtö musschenknippen is,
waar sommige jongens rich helaas
nog altijd mee „vermaken", zou ik
door deze alle dierenvrienden, welke
daartoe in de gelegenheid zijn, nog
eeu3 gaarne willen opwekken, dit ou-
tuig af te nemen eu onschadelijk te
maken. Ziet men boven een zand-
boopje of anderzins een stukje brood
uitsteken en één of meer jongens ln
de nabijheid, die er naar kijken,
schop er dan even tegen en de knip
komt te voorschijn. Zoolang de jon
gens zelf niet het wreede en laffe van
hun daad inzien, is er geen andere
weg dan dat wij dierenvrienden den
strijd er tegen aanbinden en hopen
wij ie moaen rekenen op de hulp van
ouders, onderwijzers en politie. Voor
al in dezen tijd nu de vogels jongen
hebben, waar ze met groote moeite
voedsel voor zoeken, is het zoo dub
bel hard als die beesten worden ge
vangen of verminkt en die jongen
moeten verhongeren ln het nest. Hebt
ge daar wel eens aan gedacht, jon
gens?
Een inwoner van St Louis, David
J. Rankin, die een fortuin van 71/2
milloen gulden met grond- en beurs
speculaties bad verdiend, heeft al zijn
geld, op een jaarrente van 7500 gul
den na, weggeschonken aan een am
bachtsschool, die hij vroeger voor de
opleiding van arme jongens gesticht
had.
DAMRÜBR'llX
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat
Si. Telepboou 1543.
PROBLEEM No. 1G3,
van
M. C o e.
(De laatste zet van zwart was 2® 47.)
Iwart
|M
i§
■ÉS
■L
H
11
s
§j
m
S
§j
3
s
m
p|j
m\
II
s
Zwart. Schijven op 7. 8, 13, 15, 16, 20 eu dam op 47.
Wit Schijven op 22, 24, 27, 32, 35, 40, 41, 43 en 45.
PROBLEEM No. 164,
van een 14-jarige.
ifc
i
5
9
M
Hs
s
1
6a
ÉS
pi
Zwart Schijven op 1, 3, 5, 10, 13, 16, 19, 23, 28, 30. 33 en 38.
Wit. Schijven op 12, 14, 17, 22, 26, 36, 37, 40, 44. 46, 48 en 49.
Oplossingen van beide probleema
01 ileu ingewacht aan bovengenoemd
adres, uiterlijk Dinsdag 5 Juli l'JlO.
Oplossing, van probleem No. 159 van
den auteur: Wit 38 - 32, 48 - 43, 34 - 29,
27 - 22, 21 1, 1 3! slaat 8 schijven
over, 13, 20, 10, 9, 14, 44, 27 eu 8.
Goede oplossingen ontvangen van
2 hoeren W. van Daalen. P. J. Eype,
Jacobson Azn., J. Lycklama en W.
J. A. Matla.
PARTIJ uit den internationalen
wedstrijd van Marseille, Mei
1910, gespeeld door Sonier, met
wit, en Moümard, met zwart
„Le Darnier Universal".
Wij nemen deze partij hoofdzake
lijk op, om eens te doen zien, dat
over het algemeen het Fransche spe'
veel losser wordt opgezet dan het
HollancLsche, en er meer kracht
wordt gezocht in het eindspel dan
wel in de opening. Wij meenen even
wel, dat een krachtige opening ont
wikkolen, waaruit hij na vanzelf een
sterk eindspel ontstaat, meer de voor
keur verdient
„ONREGELMATIGE OPENING"
Wit
1. 33-28
2 39-33
3. 31-27
4. 37-31
5. 44 - 39
6. 41-37
7. 49-44
8. 34-29
Zwart
18-23
12-18
7-12
20-24
14-20
10-14
2-7
Minder sterk, wijl hiermede onnoo-
dig de korte vleugel verzwakt wordt
Beter was. met 34 30 en, op Zw.
20 - 25, met 39 - 34. 44 - 39 en 50 - 44
voort te gaan, zooals de „Gewijzigde
Centrum-opening" aangeeft
40:29
29 :18
44-40
47-41
40-34
23:34
16-23!
12 :23
Beter is, met 50 - 4-4, de beantwoor
ding van zwart af te wachten. Speelt
deze dan 12 -18, zoo kan 27 - 22 vol
gen of, op een anderen zet van zwart,
31 - 26 met uitstekend speL
24 - 29?
20 :40
15-20
17 :28
16 :27
10-15
13-
14 33:24
15. 35 44!
16. 28-22
17. 27-21
18. 31 33
19. 36 - 31
Veel beter ls, met 33 - 28 het cen
trum in te nemen, en de vrije zetten
zooveel mogelijk te bewaren.
1912 -18
20. 41 -36 20 - 24
21. 44 - 40 14 - 20
22. 46 - 41 5 -10!
23. 32-28
Deze afruiling leidt slechts tot ver
zwakking van het eigen spel. Daar
tegenover zou 31 - 27, 36 - 31 en 41 - 36
tot een goed aanvallend 9pel voeren,
vooral als ook het veld 28 tijdig wordt
ingenomen met schijf 33.
zoo snel mogelijk op zwart'» korten
.leugel aan te dringen, teneinde eeu
kleinen voorsprong te krijgen. Met
40 - 35 wordt de korte vleugel nog
meer verzwakt, en tevens een gevaar
lijke stand ingenomen.
28. 14-201
29. 42 - 37 7 - 12
30. 37 - 31 11 -16!
31. 27-22
Wederom een nuttelooze zet 31 - 26,
en daarua 50 - 44 en 44 - 40 gaf nog
iets. En, ware de schijf niet op 35 ge
bracht, dan zon 31 -26, 27 - 21 enz.,
zelfs uitstekend zijn geweest Nu knn
echter die voortzetting niet geschie
den, wegens het bezetten van ruit 35.
31.
32. 45 - 40
33. 31 22
12-18
18:27
16-21
Zwart profiteert op uitstekende
wijze van het zwak tegenspel.
STAND NA DEN 33on ZET VAN
ZWART.
Zwart3, 6. 8-9, 13, 15, 19-21,
23-25.
Wit 22, 28, 32-33, 35-36, 38—10,
43. 48, 50.
34 50-45
9-14
Een van die meesterzetten, om wit
te dwingen, zijn kroonschijf te spelen.
<V 6-11 zou nog kunuen volgen w.
32 - 27. Slaat zwart nu 23 32, dan
krijgt hij wel dam, maar zonder voor
deel, omdat wit te ver vooruitgedi-on-
gen staat. Zou daartegenover zwart
21 32 slaau, dan won hij een echijL
Echter, de schijf winst kon wit toch
moeilijk meer coupeeren, wegens de
zoo juist toegepaste zet z. 9-14
35. 48 - 42 gedw. 6 -11
36. 42 - 37 11 -16
37. 40 - 34
Eigenaardig, indien wit den lok-zet
39 - 31 speelt, en zwart te begeerig is,
en „dam" neemt, b.v. w. 39-31, zw.
24 - 29 of 30, w. 33 of 35 - 24, zw.
19 48, w. 28 10, zw. 48 18, w. 10 - 4.
Simt zwart nu het veld met den zet
3 - 9, dan volgtw. 40 - 34 en 45 34,
en zwart is niet bij machte de remise
te keeien. Speelt zwart 18 -1, in-
plaats vin 3 - 9, dan wit 4-22 met
zeer goed spel 1
37.
24-29
23-29 en 2430 kan niet, ««uouo
zwart 28 - 23 enz., hetgeen hierna zou
37 28
41-37
37-32
31-27
40-35
23 :32
10-14
18-23!
1 -7
20-25
Meer en meer komt het zwakkere,
waarop wij hierboven reeds wezen, te
voorschijn. Beter was dan ook. nog
38 33 24 20 40
39. 45 34? 35 44! 15 - 20
40. 34 - 30
Niet sterk. 38 - 33 en, op zw. 20-24
of 34 - 30 en 39 30, gaf nog aardig
spel.
40.
25:34
41.
30
8 -1211
42.
38 - 33 te laat 12 -17
43.
22 11
16 7
44.
36-31
20 - 24!
45.
43-38
21-26
46.
31-27
7-11!
47.
27 - 22? 2
-22! 11 - 16t
48.
22-18
23-12!
49.
28-23
19-39
50.
30 17
16-21
51.
35 30
21 12
52.
38-33
39:28
53.
32 23
12 -171
54.
30-24
17-22
55.
24 - 191
14-20
56.
19-13
22 - 271
57.
23-18
27-31