m m m a ft m m m ft m isb ft m ft genwoordjger geworden, omdat zulk een baantje rich bad voorgedaan en or niets anders te doen scheen. Hij had het lend er aan en orders kwa men niet binnen, ondanks bet feit, dat hij zijn best deed. Dat kwam, zooals mijnheer Jubkin reide Je hebt geen flux de bouctie, Ribble. De heer Jobkln, uitvinder en ver vaardiger van Jubkin'» onfeilbaar brandbluachapparaat. profiteerde bij zonder van dit gebrek van den heer Kibble, want hij liet hom uitsluitend tegen provisie werken, en op een klei ne provisie, die geregeld verminderd werd. Probeer hot eens met huis huis te bellen, zei mijnheer Jubkin. Dat is de manier. Het was ©en manier van werken, dis mijnheer Ribble niet kon bekoren. Hulsknechts snauwden hem af, neer hij mevrouw vroeg to Bpreken en dienstmeisjes lachten hem 1q rijn gezicht uit En wanneer hij z«jn doel bereikte, raakte hij beelemaal de kluts kwijt, want dan voelde hij zich niet op zijn plaats en het brondbluschmato- riaal kon hij zonder welsprekendheid niet aan den man brengen. Gisteren was hij zelfs door een snib bige oude juffrouw gewaarschuwd, dat tij hem zou laten inrekenen, daar zij een inbreker in hem zag. zoo stot terde en zoo verward was hij. Alsof inbrekers gewoon zijn te stotteren en te stamelen. En vandaag moest hij nu weer beginnen. Ik wou, dat ik wat anders had, zei hij bitter De menschen willen er niet aan. En wat moet er van de kin deren worden O, <Ue maken het best, rei zijn Trouw. En jij wordt zoo mager, zei hij op den drempel. In 'iet geheel niet, zei juffrouw Ribble glimlachend. Maar toen August verdwenen w langs de trap, met zijn tasch in de hand, weende zij van verdriet Het schiint zoo hopeloos, fluisterde ze en ging z'tten schilderen a waaiers, die zij nu en dan maakte, om eenige stuivers te kunnen voegen bij het kleine Inkomen van haar echt genoot Het moe© de moed der wanhoop zijn geweest, maar zooveel is zeker, dat toen de heer Ribble zijn schreden wendde naar de riikste wijken van de stad, hij nooit te voren met zooveel vuur en ijver was vertrokken, om zijn artikelen aan den man te bren gen. Als l i' nu slechts de kans kreeg Iemand te spreken te krijgen, dan moest er verkocht worden, liet v.-as niet het weer, dat hem Inspireerde, want het was mistig en triestig, en evenmin kwam het, omdat hij soefi geslapen en gegeten had, want er was van geen van belde iets geko men. Ja, ik gevoel bepaald, dat het geluk ken zal, zei hij, en rich afvragend waarom. MRrie is overtuigd, dat ik geluk zal hebben vandaag en zij kaï. gelijk hebben. Er gebeuren geregeld ongelukken en er behoeft niet aan ge twijfeld, of Jubkin's uitvinding is prachtig. Indien de menschen slechts beseffen, welk gevaar In brand schuilt. Dat is de quaestie. Assurantie kan u niet alles teruggeven, mevrouw. U krijgt de waarde wel terug, maar hoe veel voorwerpen zijn er niet, waaraan herinneringen zijn verbonden. Een kleinigheid belegd in Jubkin's onfeil bare brandbluschfakkels beteekent niet alleen, dat uwe onschatbare be zittingen veilig zullen zijn ingeval van brand, rnaar u zult u ook op uw gemak bevinden, secuur, secuur Is in het Hnllandsch vrij van zorg, u koopt u daarmede-dus uw gemoeds rust. Aldus een speech houdende voor de denkbeeldige cliënten, wandelde ao heer Ribble dapper door. Veronderstel, dat ik eens 20 fakkels verkocht tegen drie gulden, dat is niet onmogelijk. De heer Ribble had steeds meer voor de klassieke letteren dan voorde rekenkunde gevoeld, maar hij had toch spoodiv uitgerekend, dat hij in dat geval zes gulden verdient, het geen meer was dan hij in de geheele vorige week had thuis gebracht. Terwijl een order van 40 stuks- Een blok heereuhuizen van ouder- wetsche, maar elegante architectuur, die zooals de heer Ribble wist, meest al door riike menschen worden be woond, leidde zijn aandacht af en hij keek er naar met het oog van een man van zaken. Ik hoop nu maar, dat zij niet eerder zijn lastig gevallen, mompelde hij, nog even *ijn hoed met zijn mouw op strijkende, vóór hij bij no. 1 aan de 6chel trok. Hij geloofde niet in bellen, op grond, dat dienstboden het zelden hooren en als zij het hooren en open doen, zijn ze geregeld nijdig, wan neer iemand van mindere beteekenis dan eem markies zich aanmeldt. Hij had echter nu toch eenig geluk, want ondanks de bittere koude, werd do deur in miuder dan een minuut opengedaan. Ik hein hem de heer Ribb le moest zich geweld aandoen. Hm, zou ik het genoegen mogen hebben, even mijnheer te kunnen spreken? Het dienstmeisje keek hem aan. Mijnheer weusebt op dit uur niet ge itoord te worden. Vanmiddag... Misschien, zei de heer Ribbie kor- duat kan lk mevrouw spreken, een oogenblik maar. Is het belangrijk vroeg de meid. Zeer belangrijk, antwoordde de hoer Ribble. Het was misschien een jong meis je, of zij voelde medelijden met het niet bijzonder gedistingeerd voorko men van den heer Ribble, ofschoon dienstmeisjes in dat geval zeer zelden aan medelijden mank gaan, maar zij liet hem binnen. Wil u even binnen gaan, dan zal ik de juffrouw vragen of zij u wil ont vangen. De heer Ribble werd alleen gelaten in een vertrek, dat dienst scheen te doen als bibliotheek, want aan alle kanten stonden kasten, met boeken volgepropt. Hij zou er gaarne zijn eerstvolgend maal aan gegeven heb ben al lag dit ook nog in "t ver ver schiet van alle waarschijnlijkheid had bij eenige van deze schatten eens kunnen Inzien, maar het zou niet be leefd zijn en evenmin zakelijk. Daar om besteedde hij zijn tijd aan het uit pakken van zijn tascR en van de 1 kunstgrepen van het bedrijf, waar door een bewoner tegen wil en donk verplicht was te luisteren naar de deugden van de fakkels, wanneer da- ze weder werden Ingepakt. Goeden morgen, lk ben bang, <iat vader 't te druk heeft omuto ontvan gen. Kan ik O I Een elegante Jonge dame met prach tig zwart haar en een rood® japon (Juist de kleur om de honden verre te houden, dacht de heer Ribble, die al berekende, wat het wel zou kos ten, als Marle zoc iets kreeg), was de kamer binnen gekomen, vol IJver om recht te doen wedervaren aan den be zoeker vap haar vader, toen hare oogen, dio op den heer Ribble waren gericht, met oen prettige, openhartige uitdrukking plotseling den hoop Jub kin's Onfeilbare brandbluschmidde- len (in fakkels) ontdekten, die door den heer Ribble op den grond waren gelegd. O, zei ze, u hebt deze laten vallen T Het was den heer Ribble of zijn keel werd toegeschroefd. Me - vrouw ik hm vraag par don. Verlangend zijnde om te ver- koopen Do heer Ribble kwam niet vorder. Wat is datvroeg zij nieuwsgierig. Rrandbluschmiddelen, zei mijnheer Ribble als een automaat, Jubkin's On feilbare brandbluschmiddeln (in fak kels). Ha o, ik zie het alu wilde aan vader er eenige verkoopen. Zoo werd de heer Ribble weer aan zijn beroep herinnerd. Het is mijii beroep, deze te verkoo pen, legde bij uit. Ik vrees, dat ik u niet had lastig moeten vallen. Maar als lk u niet derangeer, hel is dikwijls zoo moeilijk om iemand te spreken te krijgen. Daar is tijd voor noodig en... Ik zie hei, zei liet meisje. Zou het mogelijk zijn, vroeg de heer Ribble, wiens .velsprekendheid he laas er niet op berekend was partij te trekken van een medelijdend hart, zou het mogelijk zijn er u eenige te verkoopen? Zij zijn beslist onmis baar. Dat geloof ik gaarne, was het riendelyko antwoord, maar zooals _;o ziet, hebben wij er reeds eenige van een ander merk. Zij wees op eenige groote tlesschen, die tegen den kant op een kast ston den en die aan de aandacht des hee- ren Ribble's niet zeer kritischen blik waren ontsnapt. Ik zie, het spijt me, dat lk u heb lastig gevallen. Ik... De heer Ribble liep "in de richting van de deur, ter wijl hij sprak en keerde toen om. Me vrouw, Jubktn is onfeilbaar, bepaald onmisbaar.... in een huis als dit... vol schatten.... een bibliotheek, die.... al leen deze boeken... deuk teus aan de mogelijkheid, dat zij vlam vatten, en die flesschcu bleken niet te beant woorden aan het doel De smeekende stem van den heer Ribble moest het meisje iets van zijn wanhopige positie hebben doen begrij pen, want zij sprak Nu, ik weet dat mijn vader steeds bezorgd is voor zijn boekeu, en ais uw fakkels werkelijk doeltreffend zijn.... Vergun mij het u aan te tooneo. De heer Ribble hield een proeifakkel in een bevende hand. Wil deze nu 'en over den haard uitstrooien. Zij nam den fakkel en boog zich voorover. Het volgend oogenblik en vóór de fakkel was gebruikt, flikkerde een vlam hoog boven het groote houtvuur bij toeval op eu het volgende oogen blik stond zij in brand- Zij gaf een gil, maar mijnheer Ribble toonde tot zijn eigen verwondering, hoe kalm hij was en bedaard zeide Blijf staan, het is dadelijk uit Tegelijkertijd greep hij haar den fakkel uit de hand en strooide den inhoud over haar uit. Tot zijn groo- ton schrik groeide het kleine vlamme tje terstond tot een groote aan. uisof hij olie over haar in plaats van Jub kin's Onfeilbaar Branubluschiniddel (ia fakkels) bad uitgestrooid. Het hart van den heer Ribble klop te zoo hard, dat zijn ribben gevaax liepen te breken. Nooit bad hij kun nen denken, dat hij voor een bedrie ger had gereisd. Het geloof in het feit dat hij ten minste eerlijk werk verrichtte, had hem in vele uren van ontmoediging staande gehouden. Hij zou liever van honger gestorven zijn, dan zulk een werkkring te aanvaar den. En nu op bet kritiek moment had het ding geweigerd en de gevol- a zijn fout verlamden hem bijna. De vlammen lekten aan zijn linker hand, waarmede hij den fakkel vast hield Gelukkig begon het meisje te gillen en d:t bracht hem tot bezin ning. Hij greep eenige kleedjes, die op den grond logen, en sloeg ze om het meisje heen, waarna hij haar op den grond legde en nog meer kleedon over haar heen stapelde. Dank u. Een half verstikte stem, waaru't echter diep gevoelde erkentelijkheid sprak, kwam onder den hoop van daan. en mijnheer Ribble stond op, ternauwernood wetend, wat hij had gedaan. Zijn handen deden pijn, en hij voelde eene eigenaardige tinte ling aan zijn slapen Ik hoop, dat u zich niet bezeerd heeft, stamelde hij. Ik zou bet mij nooit vergeven, lk wist..... U hebt mij het leven, gered, zei ze, eu op dat oogenblik ging de deur open en een man met grijzend haar ,vam haastig binnen. Betsy, zei hij. en bleef verbaasd staan. Het is niets vader, zei het meisje. Deze heer heeft juist mijn leven ge red. Ik stond in brand. En de heer Ilibble bleek een held te zijn. Hei duurde eenigen tijd voor hij begreep, dat men hem bedankte en niet vervloekte. Hij had verwacht, do deur uitgetrapt te worden en zou iedere bestraffing met gelatenheid hebben ondergaan. Maar na verloop van een half uur, toen zijn verbrande handen waren verbonden en een glas wijn hem wat op zijn gemak had gebracht, vernam hij, dat de heer Essington, eigenaar van die prachtige bibliotheek, zich afvroeg, wat hij wel voor hem, den heer Ribble, zou kunnen doen, om zijne dankbaarheid te toonen voor het zoo moedig en met zooveel tegen woordigheid van geest redden van zijn dochter Maar het was mijn étfhuld, protes teerde de heer Ribble. Volstrekt niet, mijnheer, In het geheel niet, zei de oude heer. En zij heelemaal ongedeerd I Vertol nu, wat kon lk voor u doen De heer Ribble waagde het te vra gen of mijnheer hem misschien zou willen toestaan de bibliotheek eens te bekijken. Waarde heer, zoo lang en zoo dik wijls als ge verkiest I zei mijnheer Essington. Wacht eens I hij keek den heer Ribblo onderzoekend aan, misschien had zijne dochter hem wel oven gepolst Ik vraag mij nfof u mij misschien niet een bibliothecaris aan de hand kunt doen Ik heb het zoo druk en nu lk een nieuwe blblio- thoek achter mijn huis heb laten bouwen, moet lk iemand hebben om alle3 In orde te brengen. Ik dacht, dat, als ik eens begon met f 130 per maand te geven. De heer Kibble keek hem aan Als als U wilt toch niet zeggen, dat u zelf er lust in hebt vroeg mijnbeer Es sington, blijkbaar verheugd. Waarde heer, uls dat zoo is, zal ik er 200 van maken. Van het eerste oogenblik af zag lk, dat u bij het onderwijs waart geweest, op rnijr. woord. En aldus werd besloten, en de heer Ribble zag zijn hartewensch vervuld. En tuea hij 's middags thuis kwam, en al'es aan Marie vertelde, toen was het alsof een verhaal van Dickens aangevuld was met het sprookje. En Jubkin kan voor mijn part naar den di ommel loopen, lieve 1 zei de heer Ribble. Dichter ea schoenmaker Het was in de gemoedelijke stad Berlijn. De jonge man maakte met zenuw achtige opgewondenheid tollet Nog een laatsten koenen zwaai met kam en borstel, nog eenmaal de punten van den knevel opgedraaid; daarna trok hij zijn rok Ran en iegde hij dan knoop In zijn da? Met gloeiende oogen en bleeke trekken staarde zijn ibeeld In den spiegel hem aan, terwijl hij rich met zijn du» onledig hield. Het was geen kleinigheid, wat hem wachtte; een gewichtig oogenblik in zijn nog jeugdig leven Zijn eerste tuk zou dien avond worden opge- oerd. Zou het vreugde boren of smart? Als men hem nu reeds ant woord had kunnen seven op die vraagl Eindelijk was het volvoerd, dat. aarnaar hij zoolang gesmacht had sedert hij zich had gevestigd In de hoofdstad. Het was nu wel maar een blijspel in één bedrijf in zijn schrijftafel lag «r een van dri® an een tooneelspal van rter bedrijven - maar alle begin is moeilijk en de di recteur van „zijn" theater had hem In ultzieht gesteld, ook die werken op to voeren, in bet geval dat zijn te pogen mat succes bekroond werd. Nu nam Gromann een rijtuig en liet zich brengen naar den friseur, die de laatste kunstenaarshand moest leggen aan zijn lokkenpracht, en daai na naar den schoenmaker, dien bij een paar fijne verlakte schoenen had laten aanmeten voor deze feeste lijke gelegenheid, welk schoeisel na tuurlijk nog niet thuis bezorgd was. Gelukkig stonden ze gereed De Jongen zou ze dadelijk hebben ge- bruchtl met deze woorden werd de toorn bedwongen en zij pasten uitste kend. BIJ uitzondering werden ze con tant betaald hij was in galohu- rneur an reeds wilde hij weder in bet voertuig stappen, toen hem te binnen viel, dat hij nog een vrijbiljet in zijn zak had, waarmee hij nog nie- maud had gelukkig gemaakt, en het was alleen dien avond geldig. Meeat er Knieriem was een kloek go- houwde jonge man, die er in zijn Zon dagse bepak niet onvonrdeelig uitzag. Zeg, heb Je lust, van avond mijn srtuk U zien? Je weet, dat het voor het eerst wordt opgevoerd. O, mijnheer Gromann o is al te goedj Nu, maar kleed je op je Zon dag» bet Is een plaats ln het par quet Maar haast je wat, andera kom Je te laat. Je moogt ook wel ln je banden klappen En als er niet ge floten wordt, kunt ge, als het scherm valt. ook wel mijn Doam roepen. Als Hij wou zeggen al» er één schaap over d» brug is maar bedacht rich. Last dat maar genist Aan mij rtr, waarde beer! Mijn vriend Leh- mann heeft me ook eens voor zoo Iets meegenomen: dat was In he4 Natto naaJ theater. Hem hebben we ook vot 't voetlicht geroepeDl Zeg. kijk ms die banden! Zij waren voor klappen geschapen. Mooi zoo maar voorzichtig! Weer maar nle' bezorgd, Lk zal er niet voor spek en booneu zittecJ Met een vriendelijkea groet veriiet i tooneelschrijver des schoenmakers winlteL Het blijspel in 1 bedrijf van Gro mann; „Haar klein geheim" waa af gespeeld; het gordijn vlei. De toe schouwera hadden zich tamelijk wei vermaakt. Men had gelachen en er werd dan ook geapplaudisseerd. Ja, met behulp van eenige vrienden van directie en schrijver werd Gromann zelfs voor het voetlicht geroepen. Directeur en tooneelspelers (krikten hem gelukwensctiend de hand, en zoo hij met een zalig gevoel plaats in de kleine zijloge, om het nu vol gend grootere blijspel met welbeha gen te genieten. Het was een oud bekend stuk van een iederï lang overleden schrijver, dat men opnieuw Ingestudeerd had. Ook dit beproefd tooneelwcrk viel we der ln den smaak; man riep de ac teur» terug, ook aan het slot Juist verminderde het applaus wie nu zal zich voor een jaeds lang overleden auteur warm maken! ee nige toeschouwers hadden de logedeu ren al geopend, toen eensklaps een lange, eenvoudig gekleed® man, die verwoed ln de handen geklapt had. In zijn volle lengte zich ophief en met oen ware stentorstem door de zap brulde; Gromann, Gromann de schrij ver de dichter' Meteen verstomden de toejuichin gen; tij, die wildeu ve-trekken, wend den zich weer om. Wat is dat nul riep verschrikt en vertoornd de directeur. Gromann streek wanhooig door de dichterlokken. Mijn schoenmaker is t, dien ik een vrijkaartje gegeven had. Dat on- geluksmensch heeft, zoolang mTJn stuk speelde, geslapen, nu schijnt hij te zijn ontwaakt en denkt: dat oude blijspel Is van mijt Den volgenden dag lachte heel Ber lijn om den dichter en zijn schoenma ker. en betere reclame had hij niet kunnen wenschen. CH1NEEZEN MOETEN MET CHI- NEEZEN TROUWENI De Voss. Zeitung deelt mede, dat aan de diplomatieke vertegenwoordigers China in het buitenland is opge dragen aan de m Europa en Amerika studeerende Chmeezeu mede te dea len, dat bet ministerie van onderwijs (ie bepaling heeft uitgevaardigd, dat ij niet met bu tenlandsche vrouwen ui het huwehjk mogen treden. De Chineesche xegeering kan na- urlijk de studenten, die in het bui tenland blijven, met dwingen zich aan bet verbod te houden, maar zij ie van plan zijn terug te keeren, zullen wel genoodzaukt zijn eventuee- le huwelijksplannen uiet Europeesche of Amei ikaansclie dames op te geven, ar hun anders de schitterende loop- an, waarvan zij gediroomd hebben, afgesneden, wijl zij in het ilemei- sche Rijk met uieer worden toegelar eu, als zij in het buitenland een hu welijk hebben aangegaan, terwijl bo- endien degenen, die op rijkskosten nebben gestudeerd, eu dat is met het ineereudeel hel geval, de voorgescho ten gelden zullen moeten restiluee- ren. EEN HULPVAARDIGE KONING. Men leest in de Nieuwe Gazet: Voor een paar dagen kwam een wugonvoerder van de Brussclsche trams, die des morgens in de vroeg te zijn dienst moest hernemen, te laat aan de standplaats, waar hij het tramrijtuig kon aantreffen dat hem ter bestemming moest brengen. Wat te doen? Te laat komen voer het her nemen van den dienst wordt streng gestraft. De mau wilde te voet naar liet depot gaan, ongeveer 4 K.M. ver, toen hij een automobiel zag, gevoerd door een chauffeur die een breeden ledereu bril droeg. De trambedieude meende met een gewonen automobiel- bestuurder te doen te bebbeu. Hij wenkte. De auto stopte De chauffeur vernam wat dan train bediende over komen was, en liet hem in de auto. Hij zei dat de auto toch voorbij hot depot van de bram moest. Ter bestem ming gekomen wilde de üamnian den vriendelijken chauffeur verzoeken ,er eentje mee u pakken," toen de ze laatste zijn bril afnam eu den man bet lachend gelaat van... koning Al- bert toondel AAN DIERENVRIENDEN. Dr. X. schrijft aan 't xiDld. Dezer dagen zag ik een musch, welke een stuk van een zijner pooien miste eu die op één poot en een stompje rondhuppelde, ijverig bozig, zoo goed eu zoo kwaad als het ging, voor zijn jongen wat voedsel te ver zamelen. Daar ik veronderstel, dat ook deze weer een slachtoffer van die verwensehtö musschenknippen is, waar sommige jongens rich helaas nog altijd mee „vermaken", zou ik door deze alle dierenvrienden, welke daartoe in de gelegenheid zijn, nog eeu3 gaarne willen opwekken, dit ou- tuig af te nemen eu onschadelijk te maken. Ziet men boven een zand- boopje of anderzins een stukje brood uitsteken en één of meer jongens ln de nabijheid, die er naar kijken, schop er dan even tegen en de knip komt te voorschijn. Zoolang de jon gens zelf niet het wreede en laffe van hun daad inzien, is er geen andere weg dan dat wij dierenvrienden den strijd er tegen aanbinden en hopen wij ie moaen rekenen op de hulp van ouders, onderwijzers en politie. Voor al in dezen tijd nu de vogels jongen hebben, waar ze met groote moeite voedsel voor zoeken, is het zoo dub bel hard als die beesten worden ge vangen of verminkt en die jongen moeten verhongeren ln het nest. Hebt ge daar wel eens aan gedacht, jon gens? Een inwoner van St Louis, David J. Rankin, die een fortuin van 71/2 milloen gulden met grond- en beurs speculaties bad verdiend, heeft al zijn geld, op een jaarrente van 7500 gul den na, weggeschonken aan een am bachtsschool, die hij vroeger voor de opleiding van arme jongens gesticht had. DAMRÜBR'llX HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat Si. Telepboou 1543. PROBLEEM No. 1G3, van M. C o e. (De laatste zet van zwart was 2® 47.) Iwart |M i§ ■ÉS ■L H 11 s §j m S §j 3 s m p|j m\ II s Zwart. Schijven op 7. 8, 13, 15, 16, 20 eu dam op 47. Wit Schijven op 22, 24, 27, 32, 35, 40, 41, 43 en 45. PROBLEEM No. 164, van een 14-jarige. ifc i 5 9 M Hs s 1 6a ÉS pi Zwart Schijven op 1, 3, 5, 10, 13, 16, 19, 23, 28, 30. 33 en 38. Wit. Schijven op 12, 14, 17, 22, 26, 36, 37, 40, 44. 46, 48 en 49. Oplossingen van beide probleema 01 ileu ingewacht aan bovengenoemd adres, uiterlijk Dinsdag 5 Juli l'JlO. Oplossing, van probleem No. 159 van den auteur: Wit 38 - 32, 48 - 43, 34 - 29, 27 - 22, 21 1, 1 3! slaat 8 schijven over, 13, 20, 10, 9, 14, 44, 27 eu 8. Goede oplossingen ontvangen van 2 hoeren W. van Daalen. P. J. Eype, Jacobson Azn., J. Lycklama en W. J. A. Matla. PARTIJ uit den internationalen wedstrijd van Marseille, Mei 1910, gespeeld door Sonier, met wit, en Moümard, met zwart „Le Darnier Universal". Wij nemen deze partij hoofdzake lijk op, om eens te doen zien, dat over het algemeen het Fransche spe' veel losser wordt opgezet dan het HollancLsche, en er meer kracht wordt gezocht in het eindspel dan wel in de opening. Wij meenen even wel, dat een krachtige opening ont wikkolen, waaruit hij na vanzelf een sterk eindspel ontstaat, meer de voor keur verdient „ONREGELMATIGE OPENING" Wit 1. 33-28 2 39-33 3. 31-27 4. 37-31 5. 44 - 39 6. 41-37 7. 49-44 8. 34-29 Zwart 18-23 12-18 7-12 20-24 14-20 10-14 2-7 Minder sterk, wijl hiermede onnoo- dig de korte vleugel verzwakt wordt Beter was. met 34 30 en, op Zw. 20 - 25, met 39 - 34. 44 - 39 en 50 - 44 voort te gaan, zooals de „Gewijzigde Centrum-opening" aangeeft 40:29 29 :18 44-40 47-41 40-34 23:34 16-23! 12 :23 Beter is, met 50 - 4-4, de beantwoor ding van zwart af te wachten. Speelt deze dan 12 -18, zoo kan 27 - 22 vol gen of, op een anderen zet van zwart, 31 - 26 met uitstekend speL 24 - 29? 20 :40 15-20 17 :28 16 :27 10-15 13- 14 33:24 15. 35 44! 16. 28-22 17. 27-21 18. 31 33 19. 36 - 31 Veel beter ls, met 33 - 28 het cen trum in te nemen, en de vrije zetten zooveel mogelijk te bewaren. 1912 -18 20. 41 -36 20 - 24 21. 44 - 40 14 - 20 22. 46 - 41 5 -10! 23. 32-28 Deze afruiling leidt slechts tot ver zwakking van het eigen spel. Daar tegenover zou 31 - 27, 36 - 31 en 41 - 36 tot een goed aanvallend 9pel voeren, vooral als ook het veld 28 tijdig wordt ingenomen met schijf 33. zoo snel mogelijk op zwart'» korten .leugel aan te dringen, teneinde eeu kleinen voorsprong te krijgen. Met 40 - 35 wordt de korte vleugel nog meer verzwakt, en tevens een gevaar lijke stand ingenomen. 28. 14-201 29. 42 - 37 7 - 12 30. 37 - 31 11 -16! 31. 27-22 Wederom een nuttelooze zet 31 - 26, en daarua 50 - 44 en 44 - 40 gaf nog iets. En, ware de schijf niet op 35 ge bracht, dan zon 31 -26, 27 - 21 enz., zelfs uitstekend zijn geweest Nu knn echter die voortzetting niet geschie den, wegens het bezetten van ruit 35. 31. 32. 45 - 40 33. 31 22 12-18 18:27 16-21 Zwart profiteert op uitstekende wijze van het zwak tegenspel. STAND NA DEN 33on ZET VAN ZWART. Zwart3, 6. 8-9, 13, 15, 19-21, 23-25. Wit 22, 28, 32-33, 35-36, 38—10, 43. 48, 50. 34 50-45 9-14 Een van die meesterzetten, om wit te dwingen, zijn kroonschijf te spelen. <V 6-11 zou nog kunuen volgen w. 32 - 27. Slaat zwart nu 23 32, dan krijgt hij wel dam, maar zonder voor deel, omdat wit te ver vooruitgedi-on- gen staat. Zou daartegenover zwart 21 32 slaau, dan won hij een echijL Echter, de schijf winst kon wit toch moeilijk meer coupeeren, wegens de zoo juist toegepaste zet z. 9-14 35. 48 - 42 gedw. 6 -11 36. 42 - 37 11 -16 37. 40 - 34 Eigenaardig, indien wit den lok-zet 39 - 31 speelt, en zwart te begeerig is, en „dam" neemt, b.v. w. 39-31, zw. 24 - 29 of 30, w. 33 of 35 - 24, zw. 19 48, w. 28 10, zw. 48 18, w. 10 - 4. Simt zwart nu het veld met den zet 3 - 9, dan volgtw. 40 - 34 en 45 34, en zwart is niet bij machte de remise te keeien. Speelt zwart 18 -1, in- plaats vin 3 - 9, dan wit 4-22 met zeer goed spel 1 37. 24-29 23-29 en 2430 kan niet, ««uouo zwart 28 - 23 enz., hetgeen hierna zou 37 28 41-37 37-32 31-27 40-35 23 :32 10-14 18-23! 1 -7 20-25 Meer en meer komt het zwakkere, waarop wij hierboven reeds wezen, te voorschijn. Beter was dan ook. nog 38 33 24 20 40 39. 45 34? 35 44! 15 - 20 40. 34 - 30 Niet sterk. 38 - 33 en, op zw. 20-24 of 34 - 30 en 39 30, gaf nog aardig spel. 40. 25:34 41. 30 8 -1211 42. 38 - 33 te laat 12 -17 43. 22 11 16 7 44. 36-31 20 - 24! 45. 43-38 21-26 46. 31-27 7-11! 47. 27 - 22? 2 -22! 11 - 16t 48. 22-18 23-12! 49. 28-23 19-39 50. 30 17 16-21 51. 35 30 21 12 52. 38-33 39:28 53. 32 23 12 -171 54. 30-24 17-22 55. 24 - 191 14-20 56. 19-13 22 - 271 57. 23-18 27-31

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 12