HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 2 JULI 1910
Haarlemsche
Handelsvereeniging
Goedgek. bij Kon. Bral. van 12 Nov. lö'jy.
De Haarlemsche Handelsvereenl-
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waurdeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel «ïeer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelïs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, ais doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni-
giug bemoeit zich In de eerste plaats
er uiede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor hen in te
winnen, bovendien hebber) de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook "in procedures en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel eu hel bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
l\an 1 November tot en met 30 April)
ad 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de beeren Mrs. Th. de
liaan llugenhoitz en A. 11. J. Menens,
fcpaame 'J4, alhier, die .voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Hel bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jausweg 11.
Voor incasso s door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
Btoeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten \an informatiën naar
hui ten de stau woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informs^
tien naar binnen de stad wonende
personen worden gratiB verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
vergoed mg is toegevoegd.
Rum» 17-18 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden Sn het af-
geloopen jaar gegeven.
In April en Mei 1910 zijn 55 vorde
ringen tot een bedrag van 1768.18 1/2
betuald; 18 vorderingen worden afbe
taald, 14 vorderingen zijn uitgesteld
Volgens art. 7 disct het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
Beert aan liet Bureau, dat geopend is
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
«oms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsclie Brieven
ccxxx.
AI drié vier weken lang ondergaan
wij hier de ziekte, die ik, uit hoofde
van haar zotte symptomen, de Caru-
sotterie zou willen noemen. Oh la la,
welk een ziekte 1
Wij hebben in het Théfttre du Chè-
telet, den grootstcn schouwburg van
Parijs, „la saison itallenne", een sei-
zoentje Italiaansche Opera, die van
Conried's Metropolitan te New-York,
met diverse beroemdheden, waaron
der Caruso, de groote, wereldberoem
de Caruso, de unieke Caruso.
Caruso, Carusots, Carusotterle I
Emma Nevada zei me eens „Un
ténor est dès sa naissance un enfant
g'Até." Dank zij mijn beroep, heb ik
veel in de wereld der artisten ver
keerd, en ik moet erkennen, dat over
het algemeen genomen, de woorden
der Californische zangeres waar zijn,
treurig, maar waar.
Treurig
Te drommel, ja 1
Weet ge, wat Caruso per avond op
strijkt
Schrikt niet, hongerlijders in Hol
land en overal elders 1
Schrikt niet, Hollandsche krnnten-
mcnschen, die blij moogt zijn, indien
ge voor een artikel, dat go in het
zweet nws aanschijns hebt geschreven
en derhalve zoo zwaar-op-de-handsch
mogelijk hebt gemaakt wij hebben
immers degelijke raseigenschappen
eon tientje ontvangt.
Caruso ontvangt.... 12.500 francs
per avond
Ik zal billijk zijn.
Caruso heeft een heel mooi tenor
geluid, dat goed geschoold en metaal-
klankig iseen stem, die in alle re
gisters gelijkmatig ontwikkeld is en
zoo in de hoogste als in de laagste to
nen vol en sonoor klinkt; een orgaan,
dat zich onderscheidt door natuurlij
ke soepelheid en natuurlijke warmte
Kortom, een stem uit millioenen,
en een, die de gelukkige bezitter „on
nc peut plus'' bewerkt heeft.
Maar is dat alles, zelfs al ware hij
een groot kunstenaar buitendien, vol
doende om dat enorme honorarium te
rechtvaardigen? Men behoeft waar
lijk geen socialist te zijn om dergelij
ke „cachets" abnormaal te vinden.
Daar komt bij en dat doet de
deur toe dat Caruso géén groot
artiest is! Moeder Natuur heeftdien
man, behalve zijn buitengewone stem,
hoegenaamd, niets artistieks geschon
ken, althans niet op vocaal-drama
tisch gebied. Deze zanger met woreld-
reputatie, wiens tonen stuk voor stuk,
zooais de oeconomen zich uitdrukken,
op goudpenningen „waardeerbaar"
zijn, is geheel talentloos.
Voor den drommel 1 is het operabe-
zoekende publiek af en toe niet wel
bij het hoofd
„Manon Lescaut" van Puccini, met
Caruso in de mannelijke hoofdrol
Prijzen loge van 8 personen.... 500
francs fauteuil de balcon, per per
soon.... 60 francs. De rest naar ver
houding. De goedkoopste plaatsen
in den engelenbak u 2 francs, zijn
in handen van wederverkoopers, die
er munt uit weten te slaan, en hoe 1
De voorstelling heet om 81/4 uur te
beginnen. Tegen 6 uur maken reeds
honderden personen „queue" voor de
diverse loketten. Ik bewonder het ge
duld dier martelaren, waarvan ette
lijke per slot van rekening nog onver
richter zake huiswaarts moeten kee-
ren, wegens plaatsgebrek. Verdrie
dubbelde politiewacht, teneinde ge
drang en andere ongeregeldheden te
verhoeden. Ze vinden tóch plaats, die
onregelmatigheden.
We komen do zaal binnen. Stopvol,
stampvol. Méér, erger dan dat zelfs.
Want het is een Amerlkaansch-Itali-
aansche onderneming, en zoo'n „en-
treprise" houdt geen rekening met 't
aantal beschikbare plaatsen. Ge
wordt don ook gewaar, dat er meer
biljetten zijn verkocht dan er zitplaat
sen zijn. In de „hoogere" rangen ziet
ge tallooze menschen staan. Ettelij
ken zitten dwars op beschotten, met
de kans, bij een enkele onvoorzichti
ge beweging een gevaarlijke tuime
ling te maken. N'importel Zulke din
gen moet men voor Caruso over heb
ben.
Na groote teekenen van ongeduld
van het nokkerige publiek, dat af en
toe rumoerig doet, gaat eindelijk, te
gen kwart voor negen, dus ongeveer
een half uur te laat, het scherm op.
Niet dadelijk treedt Caruso op. In
een behoorlijke opera krijgt men
nooit dadelijk dc hoofdpersonen te
zien. Elke verrassing moet worden
voorbereid, niet waar?
Ternauwei-nood leent men een wil
lig oor aan de koren, die zich voor
treffelijk van hun taak kwijten, en
aan de personen, die tweede róllen
vervullen, óók heel goed. Men haakt
naar Caruso. „Beid uw tijd", zegt de
Nieuwe Beurs te Amsterdam.
Tusschen twee haakjes: wat een
prachtig orkest 1 Zoo vol van klank,
zelfs in de fijnste pianissimo's, zoo
subtiel in de schakceringen en zoo ge-
ëvenredigd, zoo harmonisch ln de ver
schillende klankverhoudingen. En
welk een dirigent is Toscanini! Alles,
alles geeft hij aan, met besliste bewe
gingen. Hij dirigeert uit het hoofd.
Ruim dertig opera's kan hij uit het
hoofd dïrigeeren. Dat zijn toch maar
de beste opera-dir.genten, de Italia
nen. Zelfs VVeingaxtner en Mahfer
hebben het gezegd ik ben benieuwd
of Mengelberg het óók zegt Welk
een verve! Ik gloei. Ewiva Toscanini.
Voorshands zeg ik het niet luid
slechts in me zelf. Ook dó geestdrift
heeft haar graden, en ik weet, dat
het hoogtepunt straks komt.
Daar komt signora Bori als Manon
Lescaut op. Une vraie artiste, une
grande artiste, cellc-lèl Niet zoo groot
nog als Gumma Beilincioni, maar
toch buitengowoon, niet slechts in
stemuiting, doch mede in rol uitbeel
ding. Het groote publiek luistert en
kijkt aandachtig, doch het is alras te
merken, dat men hunkert naar de
verschijning van Cavuso en voorals
nog zuinig is op zijn enthousiasme.
Dat maakt me wat kregelig. Sapristi!
„comparaison n est pas raison". En
dan nog...
Ahl daar komt hij aangestapt, de
Groote, de Unieke, do Zesduizend-
gulden-per-avond-verdienendel Een
uitbundig en langdurig applaus be
groet zijn „entree". Eenige Italia
nen, van beiderlei kunno, laten een
onstuimig „Ewiva Carusol" hoor en.
Ik sta een oogenblik paf. Is dat nu
Caruso? Moet die vloozige, dikkige
man, die zich met elefantische elegan
tie beweegt, den soepelen, svelten
chevalier Des Grieux voorstellen?
Komaan 1
Hij doet zijn kostelijken, kostbaren
kostwinnenden mond open. Bij Caeci-
lia! wat is zijn stem mooi! Hoe smij
dig en buigzaam is ze, en hoe groot
en volumineusl Enfinzie boven.
Gretig drinken mijn ooren zich de
schoone klanken in. Ik ben, tijdelijk,
in een genotsroes. Bravo! beroemde,
gelukkige Transalpijner. Na ufloop
van zijn eerste aria barst een dave
rend applaus los. De tallooze Italia
nen, die In de zaal zijn, brullen van
extase en patriottisme.
Ik luister verder naar zijn zang,
hoogst aandachtig. En... de bekoring
wordt geringer en geringer. Want ik
hoor niets dan schoone klanken, en
nooit, niet éénmaal, straalt mij uit
zijn zong wat ontroering, wat vervoe
ring legen. Voélt die kerel dan niets
van al hetgeen hij zingt? En wat ak-
tcert hij beroerd 1 Stijf als een hark,
ongevoelig als een vetgemest varken.
Altijd dezelfde houterige en trage be
wegingen; altoos dezelfde leelijke ge
baren, waaronder het symetrisch ope
nen van beide armen en het brengen
van bei zijn vleezige handen naar bel
zijn mollige wangen. Op zijn gelaat
valt hoegenaamd niets te lezen, tenzij
een zekere stomme geluksstaat.
Hij verklaart zijn liefde aan Ma
non Lescaut signora Bori zingt en
speelt bij uitstek goed en ik lees op
2ijn ronde gelaatstrekken „Manon
Wat zal ik er me druk om maken?"
Wat "n vent I Hij begint me te ver
velen en zelfs antipathiek te worden.
Onderwijl geven Toscanini en zijn
orkest het mooiste ensemble te hoo
ren, dat men zich denken kan. Dat
is hooge, dat Is eerste-rangs-kunst
In do derde akte, bij het afscheid
van Manon, huilt Caruso. Zelden in
mijn leven heb ik zoo iets leelijks, zoo
iets onaesthctisch gehoord. In zijn
zang lascht hij zoogenaamde snik
ken, niet ongelijk aan koeiengeloei.
Niet bij machte, droeve verslagenheid
in den klank van zijn stem te leggen,
bootst hij, en op de erbarmelijkste
wijze, de realiteit na. Het is afgrijse
lij k%en lachwekkend tevens. En toch
Die Knechtenschaar ihm Bcifall
bröllt. Want de groote zanger heeft
aan het slot van de aria een driege
streepte c i s doen hooren. die lioel
lang werd aangehouden en klonk ais
een klok. Die bar hooge noot staat
wel niet in de partituur, doch een
Caruso is het immers wel vergund,
de componisten metterdaad te corri
geeren.
Het scherm wordt wel twintigmaal
op- en ncérgehaald. liet publiek joelt,
schreeuwt, brult. De Transalpijnen
galmen gansche zinnen uit. Dames
en heeren van den hoogst en stand
slaan overeind, klappen zich de han
den rood, slaken fatsoenlijke kreten
van bewondering Er wordt met hoe
den en zakdoeken gewuifd. Een reu
zen krans wordt er op het tooneel den
held van den avond aangedragen. De
geestdriftigstc dames werpen hem ro
zen en andere bloemen toe.
Eon paar stemmen, waaronder de
mijne, roepen „Ewiva Toscanini 1"
En de kranige, geniale dirigent mag
in de hulde deelen.
In het laatste bedrijf komt, in de
sterfscène van Manon, Caruso's
hoogst gebrekkige actie het sterkst
uit. Hij wordt eenvoudig ridikuul.
Zijn mooie stem laat mij nu volsla
gen koud. Ten leste alwéér dat inge-
laschte geliiksnlk, dat angstige
koeiengeloei. Ik tracht mijn ooren toe
te stoppen. Te vergeefs 1 Dat goedge
schoolde volumineuze geluid dringt
overal door. Wéér een héél hooge
noot, aangehouden met den adem
van een reus, tenato.
Hetzelfde reusachtige succes.
Hetzelfde applaus, hetzelfde gebrul,
gegalm, gewuif, bloemengegooi. De
zelfde Transalp ijnsche toespraken,
getuigende van groote vervoering en
groot patriottisme.
J3rrr 1 wat 'n Carusotterie 1 Die
man, beste mcnschen, verdient 12.500
francs per avond en geeft daarvoor
iets bijzonder ongeëvenredigd kleins
terug. Die man is géén groot, zelfs
geen goed kunstenaar. Ruim zesdui
zend gulden per avond voor de ge-
voellooze verrichtingen van een on-
oiltwikkelden vocaJist, dien do muzen
die zich meermalen schijnen te
vergissen begiftigd hebben met
een buitengewoon klankrijke zang
stem, zonder meer, zonder meer....
Vergelijk daarbij eens, èn uit een
oogpunt van kunst èn uit een stand
punt van geldelijke verdiensten, Lud-
wig Wüilner, die, in weerwil van zijn
stroef en verre van fraai zangorgaun,
je wél tot in de diepste diepten der
ziel weet te ontroeren....
Iloe ,te drommel, komt men aan
die Carusotterie Is het groote pu
blick dan wérkelijk zoo dom als som
migen beweren
Daar lees ik, dat de directeur van
een variëteiten-theater het volgende
telegram van een impressario heeft
ontvangen
„Zijl gij bereid, voor 10.000 francs
per avond een sensationneele attrac
tie te engagceren, de levende Doodo,
een vrouw, ten aanschouw© va») het
publiek in stukken gesneden on weer
in het leven geroepen 9"
Ik geloof, dat ik de Carusotterie
begin te begrijpen.
OTTO KNAAP.
Tan de Residentie en haar
bewoners.
LXIIL
De herbenoeming van baron
Sweerts tot burgemeester van Den
Haag heeft in de Staatscourant go-
staan en slechts weinigen zullen zich
daar niet over verheugen.
De burgemeester heeft hier tegen
standers, zeker. Velen hebben zijn
overgaan van gematigd-onverschillig
naar rechts kwalijk genomen; ande
ren vvenschen een persoonlijker fi
guur aan het hoofd van de gemeen
te, een man, die meer doorzet, strijd
lustiger is, maar zij vergeten dat in
de residentie, waar kalm optreden
geboden en heftig ingrijpen zoo heel
zwaar veroordeeld wordt, een burge
meester alleen dan zijn aanzien kan
doen vergrootcn, als hij zeilend langs
vele klippen en laveerend door vele
winden, het doel weet te bereiken.
Wat zou het rustige wereldje van
gepensioneerden, ambtenaren en mi
litairen niet op zijn grondvesten
schokken als in den raad de burge
meester eens een voorstel heftig af
hamerde en den spreker door hard
optreden tot zwijgen bracht! Kalmte
behoort in den Haag, kalmte in den
raad em in het bewaren van deze
rust, in het leiden van de debatten,
zonder heftigheid, is onze burgemees
ter volleerd.
Met grofheid bereikt men hier
niets, en Is er nu iemand, die beter
da® baron Sweerts, bij evengroot©
wellevendheid grooler hatelijkheden
kou laten glippen als een spreker aan
het hollen gaat over een futiliteit, en
dat op een laten achtermiddag?
Daarbij, de burgemeester is wel het
hoofd, maar daarom nog geen eerste
Inwoner van den Haag. Velen dringen
zich, terecht of te onrecht, boven hem
en voor het blijven van een persoon
lijkheid onder zulke omstandigheden
en het zich doen gevoelen als het uoo-
dig is, is niet alleen heel veel tact,
maar ook moed noodig.
Burgemeester Sweerts ia steeds bur
gemeester gebleven en dat maakt dat
personen, die zeker niet tot zijn me
destanders behooren, zijn herbenoe
ming toch met genoegen zullen ver
nemen.
Hopen we één ding! De burgemees
ter ging met zes maanden verlof om
dat hij rust noodig had. Ingespannen
werk en zeker ook voortdurende er
gernis waren daar de oorzaak van.
Laten nu allen, die tot het laatste
aanleiding gaven, eens nagaan wat
ze met hun eindeloos gewauwel in
den Raad tot stand gebracht hebben.
Dan zullen ze misschien, heel mis
schien, voortaan een klein beetje min
der te onpas redeneeren. De zenuwen
van den voorztter zullen er wel bij
varen en het algemeen belang wordt
heusch niet geschaad al3 sommige
raadsleden hun wijsheid voor zich
houden.
Een benoeming, die minder instem
ming zal vinden is die, welke van Ba
ron Van de Cappellen te verwachten
is, n.L die tot goneraal-majoor, in
specteur van de cavalerie.
Militaire eer en dito rechtvaardig
heid zijn dingen, waar een niet mi-
litairistisch angehaucht mensch in
den regel niet bij kan en gaat hij met
een civiel begrip en gevoel voor recht
te werk, dan komt hij tot zonderliu-
conclusies, wat echter natuurlijk
niet aan de militaire begrippen, maar
aan zijn onontwikkeld denkvermogen
ligt.
Baron Van der Cappellen heeft ge
duelleerd. wordt door den burgerlij
ken rechter tot drie dagen gevange
nisstraf veroordeeld, zit die uit en
zal in dienst bevorderd worden.
Voor een gewoon burger is dat vrij
onbegrijpelijk een militair, die- in
vredestijd probeert om 'n ander over
hoop te steken wordt bevorderd
In de militaire wereld telt een von
nis. door een burger gewezen, na
tuurlijk niet mee en het feit. dat
baron v. d. C. overste Römer het lel
letje van een oor afsloeg, is vermoede
lijk een gj-oote verdienste en mis
schien wel bevorderlijk geweest aan
deze promotie.
Wat alleen bedenkelijk voorkomt, is
dat het duel thans officieel gesanctio
neerd werd en als de hooge oonics hc-t
voorbeeld geven
Enfin we zijn immers langzaam aai
op weg naar de doodstraf en waarom
dan geen duel toegestaan? Bij do
guillotine staan velen tegen één, die
nog gebonden wordtin een duel
gaat het man tegen man.
Het winterseizoen is thans hier ge
heel en al dood. „Scala", waar Ter
Hall's revue nog een tijdlang mcn
schen trok, heeft de deuren eindelijk
gesloten en de rolschaatsenbaan in
het „Gebouw" is er ook geweest. Hoe
veel geld die onderneming gekost
heeft, is me niet bekend, maar. gezien
de fraaie aankleeding van de zaal en
de grootsche opzet van exploitatie-,
moet het heel wat geweest zijn. Vol
Is het er nooit en druk slechts zelden
geweest
Hoe een handig impressario als dé
heer De Ilondt heeft kunnen raeenen
in den zomer publiek van Schevenin-
gen af te kunnen trekken, is me een
raadsel. Scheveningen is immers
voor de Hagenaars een dorado, een
plaats, waar je je fatsoenlijk kunt
vervelen, voor 15 cent een paar uur
zeelucht met ecu stoel en een biertje
te krijgen is, waar je dochters ecu
man, je zoons een vrouw vinden, en
de ouders uitslapen van de vermoeie
nissen des daags.
Er zijn ook nog concerten van het
Phil harmonisch orkest, maar „men'
is 's zomers uit stad en dr. Kuuwuld
is geen erg interessante man. Onder
de orkestleden zijn wel lievelingen van
de naloopdames, maar er is weinig
mutatie en het verveelt zoo, elk sc
reen met denzelfden kunstenaar ie
dwepen. Dat stóal niet e:i daarmee
houdt hier alles op.
Het vervangen van de Berlijners
door een Hollandsch orkest zou op het
bezoek zeker van invloed zijn en hc-t
lijkt me dan ook lang niet onmogelijk,
dat we bet Philharmonisch zullen
zien verdwijnen, uit het Kurhaus dan
altijd. De prestaties van dit orkest
waren het jongste seizoen zeker niet
boven kritiek verheven en voor 80.000
voor 4 maanden kan toch wel wat
goeds verlangd worden.
Het orkest, heeft echter steeds een
zware wintercainpagne achter den
rug en Scheveningen wordt min of
meer eer als ontspanningsplaats voor
de leden beschouwd. Niet dat iemand
aan de wakkere Berlijners een ver-
diende rust misgunt, maai- de beta-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
We leven toch wel in een eigenaar
dige»] tijd. Vroeger hadden bij verkie
zingen dc zittende leden nog iets voor,
bet was een zeldzaamheid wanneer ze
gewipt werden, er moesten wel ern
stige redenen vim afkeuring ten op
zichte van hun beleid voor bestaan.
En vooral de voornaamste figuren
konden, wanneer ze hun taak op ver
dienstelijke wijs uitvoerden, op her
kiezing rekenen.
Met dit alles hebben we afgedaan,
zooals uit de verkiezing voor Provin
ciale Staten is gebleken. Zelfs do
aftredende leden van Gedeputeerde
Staten zitten niet vast meer op hun
zetel. Hetzelfde lid, dat een jaar of
wat geleden eerst gekozen werd, toen
Mr. 't Hooft hem zijn plaats afstond,
zou dezen keer wéér gevaar gcloopcn
hebben, wanneer Dr. Timmer zich niet
teruggetrokken had. Toch moet Jhr.
G. S. Boreel een verdienstelijk lid van
Gedeputeerde Staten wezen.
Het geval doet me denken aan de
klacht van een kegel, die in 't spel
Vlak bij den koning placht te staan,
p't Is eervol", zuchtte hij, „maar ge
vaarlijk, wa»it als hij valt, ben !k
pieestal ook mijn plaatsje kwijt."
Te Amsterdam werd de heer Röell
niet herkozen en te Zaandam de heer
Van Tienen niet, beiden leden van
iet College van Gedeputeerden. In de
plaats van den laatste komt nu de
heer Duijs, de vermaarde, die als iid
van den Raad van Zaandam begon
nen, weldra tot Kamerlid bevorder
werd en nu dan ook in het provin
ciaal bestuur gekomen is. Ik weet
niet, of voor een bijzonder militant
man het lidmaatschap van Provincia
le Staten wel groote bevrediging op
levert. Er is, heb ik altijd gedacht,
een zekere gemoedelijkheid voor noo
dig om er behagen in te vinden, dat
je tweemaal per jaar, eens in het zo
mer- en eens in het winterseizoen, ge
roepen wordt om te handelen over be
langen, die door Gedeputeerde Staten
zoo grondig zijn voorbereid, dat er in
den regel weinig aan te veranderen
valt, terwijl de overige 359 dagen van
het jaar de provincie door Gedepu
teerde Staten uitnemend wordt be
heerd, zonder dat het College je daar
bij noodig heeft.
Hoe zal de heer Duijs dit geval vin
den De toekomst zal liet zeggen.
Maar er blijkt weer uit, dat de men-
schelijlie eerzucht en niot bij Duijs
alleen precies als de goeie dingen
bestaat in drieën. Je begint met den
Raad, daarmee nader je al do Provin
ciale Staten en het eind is de Tweede
Kamer. Ook kan de volgorde, precies
als bij een diner, gewijzigd worden.
Maar dat iemand als Kamerlid begon
cn met het Raadslidmaatschap ein
digde, is even onwaarschijnlijk als
dat een feestmaal aanvangt met de
ossenhaas en afloopt met de soep
het zij zonder overdrachtelijke betoe-
kenls gezegd.
En hiermee stap ik van dit onder
werp af, waarin ik me maar zelden
verdiep. Hoe zou ik evenwel van de
verkiezingen kunnen zwijgen, wan
neer we in den tijd van één week twee
maal naar de stembus geroepen zijn l
•Een onder onderwerp van actueel©
beteekenis is het jubiló van de roei
en zeil vereeniging Het Spaarne,
dat eigenlijk wel valt op den ISden
Juli, maar vandaag en moi'gen, dun
zoowat veertien dagen vroeger, wordt
gevierd, een vervroeging, die je bij
een bol wèl en bij het jubilé van een
persoon niet kunt toepassen.
Ik ben des te meer verheugd, dat
de vereeniging dit jubilé mag vieren,
omdat ik me nog duidelijk een andere
periode herinner, toen drie personen
bij elkaar zaten om over de liquidatie
van de vereeniging to beraadslagen.
Het ging niet meer, de leden waren
weinig, de verplichtiugcn des te meer
in aantal. Toen do drie een poosje
over hun sombere taak gebogen had
den gezeten, besloten zij eens een ad
vocaat to raadplegen, die hun vertel
de, dat zij totaal op den verkeerden
weg waren. Ja, als ik mij goed herin
ner, zouden zij op dit pad voort
gaande aansprakelijk kunnen wor
den gesteld: met hun particulier be
zit, voor wat aan do crediteuren even
tueel niet zou worden uitgekeerd.
De schrik van do drie, die met de
beste bedoelingen gemeend hadden de
zaak nu eens huiselijk te kunnen re
gelen, was groot. Grooter nog, dan
de achterstand in de vereeniging. En
daar een verstandig mensch altijd
van twee kwaden het minste zal kie
zen, legden ze hun mandaat neer en
lieten de vereeniging wat ze was. Die
lag, zooals men begrijpen kan, zwaar
ziek, maar zooals naderhand bleek
toch niet ziek genoeg om dood te
gaan. Zoodra liet drietal haar aan
zichzelf had overgelaten, krabbelde
ze weer een beetje bij, kreeg een
nieuw bestuur en viert nu in wel
stand haar kwarteeuws bestaan.
Wel hangt ook het leven van ver-
eenigingen soms aan een zijden
draadje. Ilad er dadelijk in de liqui
datie-commissle een jurist gezeten, die
wist welke formaliteiten in acht dien
den te worden genomen, dan zou de
zaak destijds haar gewonen loop heb
ben gehad en de roeivereeniging in
dubbelen zin zijn uitgeroeid.
Voor de Haarlemsche jeugd zou dit
een. amusement minder zjjn geweest.
Een van de weinige gelegenheden om
ja, ik kan het onfiissche woord tot
mijn smart niet verzwijgen om te
spuwen zou dan meteen verdwe
nen zijn. In de tram naar Amsterdam
mag je om het andere raampje niet
spuwen, van de vereeniging tot be
strijding der tuberculose mag het In
't geheel niet en de leden van de roei
en zeilvereeniging vinden liet ook
wel niet goed, maar de kwajongens
doen het toch maar en spuwen wat ze
kunnen op de roeiers, wanneer die
onder dc bruggen vandaan komen.
Zóo snel gaat zelfs niet wat In 't da-
gelijksch leven een „hprdroeier" ge
noemd wordt, of hij heeft altijd nog
wat tijd noodig, om uit de omgeving
van de brug weg te komen. Van dat
moment maken de jongens gebruik.
Ik steek er den gek mee, maar dat
Is alleen om mijn boosheid te verber
gen. Want hoewel ik anders op straat
alleen de beenen beweeg en de armen
ln rust laat, als ik ooit zoo'n vuile
spuwerij kom bij té wonen, dan zullen
er oorvegen vallen als malschen re
gen. Ik heb nu naar behooren ge
waarschuwd.
Met muziek zal het jubileum ge
vierd worden, daar zonder muziek
eenmaal geen feest denkbaar is.
Waaruit lang niet altijd volgt, dat
daar waar muziek gemaakt wordt,
nu ook iedereen in een feestelijke
stemming verkeert. Althans zeker
niet de bewoner van Heemsledes ste
delijk gedeelte, dien ik op een mor
gen te omstreeks tien uur ontmoette.
„Ik wou", zei hij, „dat je te Heeroste-
ste woonde, misschien zou je er dan
iets aan willen helpen doen. Dezen
morgei» heb ik al twee orgels cn do
groene muzikanten voor mijn deur
gehad. Er is in Heemstede te veel
straatmuziek, ik kan er niet van wer
ken. Mijn dochter zegt let er niet op,
maar ik kan er niet niet op letten.
Treinen, die langs je huis rollen, hoor
je niet meer, omdat ze onophoudelijk
gaan, maar daarvoor komt de straat
muziek nu weer niet geregeld ge
noeg."
,,'t Zou misschien goed wezen om
den burgemeester te gaan opzoeken",
opperde ik.
Dat had de klager al gedaan, maar
zonder succes. De burgemeestor had
medelijden met de menschcn, die
met straatmuziek een broodje moeten
verdienen. „En dat heb ik ook", ver
klaarde de klager. „Ik wil aan de
menschel» met plezier een bijdrage
geven, als zo dan maar niet muziek
maken Als dat gewoonte wordt,
vrees ik alleen, dat er zoovéél liefheb
bers zullen komen, die geld wenschen
te hebben voor muziek, die ze niet
Het zou onwetend zijn geweest, de
juistheid van deze beschouwing niet
ln te zien Misschien is het eenige red
middel, dat de heele buurt niet
meer ceefl. Ik bedoel wanneer er wel
muziek wordt gemaakt. Maar van de
uitwerking stel ik me op den duur
weinig voor. De mensch heeft van
aard een gevoelig hart. Hij kan cdat
voor een poosje wel verharden, maar
een heele buurt houdt dat op den
duur niet uit en zoodra er één kink
in den kabel is gekomen, deugt hij
heelemaal niet meer.
Denkelijk zal dus de bewoner an
Heemstede zijn lot moeten dragen en
de üngewenschte klanken rustig on
dergaan, bijwijze van uitwisseling te
gen het schoone gezang van naclite-
I en lijster, dat hij dan toch kan
genieten en dat ons stedelingen ten
«enenmale ontgaat
Nog maar een paar dagen geleden-
is ook op andere manier gebleken, dat
llee-mstedes gemeentebestuur gevoel
heeft voor muziek, ook voor betere
dan die van draaiorgels en groenjas-
sen. De Raad heeft namelijk beslo
ten, eenige lantarens te plaatsen bij
de muziektent in den Hout, met de
hoop, dat daardoor het lawaai er wat
minder en de aandacht wat grooter
zal worden. Ik hóóp van den inaati e-
gel het beste, maar betwijfel of hij uf-
doend wezen zal. Als één plek goed
verlicht is. dan zal het wei de Groots
Markt wezen en luister eens. hoeveel
rumoer daar gemaakt wordt tijdens
een muziekuitvoering.
Wat beter verlicht moest we
zen, dat zijn de hersens van die
schreeuwers. Maar door hun dikke
hersenpan dringt zelfs' het electrisch
licht niet heen.
PIDELIÖ.