HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. DINSDAG 5 JULI 1910 OM ONS HEEN No. 1164. BrusselSGhe Indrukken. In -vorige artikelen heb ik eentg en alleen verteld van Brusselsche plaat sen waar het druk was. Bij deze gele genheid wil ik ook eens vertellen van een plaats, waar het stil was en die de ondernemers toch waarlijk niet zoo bedoeld haddon. Vlak bij het Zuiderstation had K h i T a 1 f y, een ondernemende Amerikaan, er op rekenende dat de zen zomer om de tentoonstelling Brussel door tienduizende vreemde lingen zal worden bezocht, die 's avonds naar uitspanning verlan gen, een grootc amusements-gelegen- hcid opgeslagen. Een soort van ker mis, maar wel zesmaal zoo groot als de Ilaarlemsche en waar de nieuwste „attracties" en vermakelijkheden waren opgesteld, hoeveel heb ik niet nagegaan, maar ettelijke tientallen, klein en groot. De reuzen-reclame figuur aan 't hek. een adelaar van siuc, was in een wolk van electrisch licht gehuld, maar in weerwil daar van wisten we, dat. het der onderne ming niet naar den vleesche ging. Op de bonte aanplakbiljetten stond namelijk als toegangsprijs één franc opgegeven en aan het hek moesten we maar de helft daarvan betalen, wat ons een veeg teekeu toescheen. Langs ©en laan, die eveneens kwis tig met electrisch licht beschenen werd, kwamen we op het feestterrein zelf. Het had pas heftig geonweerd en daarbij geplas regend, zoodal we voor de plassen moesten uitwijken, voor de mensohen niet. Inderdaad was er zóó weinig publiek, dat we die eigen aardige heklemming voelden van uienschen, die met hun twintigen in den schouwburg zitten te wachten op het ophalen van het doek, en weten, dat er geld bij moet. Hier en daar stonden voor de tenten de lieden, die belast zijn met de taak om het pu bliek te lokken en riepen de verdien sten van hun vertooning uit, voor ons beiden. Onze handen werden volge stopt met papiertjes, we voelden ons als eenzamen overgeleverd aan al die spullebazeii, die ons in hun in richting wenschten en huiverden bij de gedachte, dat van ons een bezoek aan al die merkwaardighedeu, op de rij ai, zou worden verwacht. In een lokaal speelde een muziek korps lustige deunen, waarnaar nie mand luisterde, om de eenvoudige reden, dat er niemand was. Het was een verlichting, toen we nog vier andere menschen, twee aan iwee, over het terrein zagen zwerven. Maar op ..oze uitgestrektheid telde een dergelijk getal niet mee, zoodat we besloten afleiding te zoeken in eou van de tenten, waar de zoogenaamde doodenrit zou worden vertoond ik herinnerde me 't geval van jaren geleden uit de Sociëteit Vereeniging, een vertooning van wielrijders en motorfietsers tegen een soort van op- staanden vloer, waarvan ik den in druk had gekregen, dat het niet zoo heel gevaarlijk kon zijn, omdat een wielrijder in vaart gemakkelijk door een steile helling gaat, zooals in de bochten op de wielerbanen duidelijk is te zien. Daar zaten we in de armelijke tent. Met ons heiden. En het werd duide lijk, dat de voorstelling vooreerst nog niet zou beginnen, want de spulle- man moest vooraf een redelijk pu bliek bij elkaar schreeuwen. Maar 't duurde, 't duurde I Eindelijk drup pelden er een paar binnen, toen kwam er in lang weer niets, uitgezon derd de baas van 't zaakje, die poogde ons geduld in te gieten met de mede- deeling, dat hot wat lang duurde, om dat er benzine voor de motorfiets moest worden gehaald, een verkla ring. die, indien ze waar was weest, toch wel een sterk bewijs van gebrek aan voorzorg had moeten heeteiL Intusschen kwamen er nog wat mensohen, wat Jongens en een geën gageerd paartje, waarvan het meisje do vertooning, nog vóór dat ze begon nen was, zoo „schril" vond, dat ze telkens naar den uitgang stapte en dan weer naar haar plaats werd te ruggeleid of teruggevleid door haar cavalier. Toen er eindelijk, zeker na drie kwartier wachten, begonnen werd, verdwenen ze tocli. De vertooning liep zonder tegen spoeden af, zooals ze zeker al wel duizende malen had gedaan en ook wel duizénde malen doen zou, maar het geheel, de armelijke tent, de jonge kerels, die niets beters weten uit te voeren, dan eenige koeren daags kun sten te maken per fiets, de snurke- rige verklaring van den directeur der onderneming, alles te zamen maakte, dat we na den afloop met genot de frissche buitenlucht inademden. Er waren nu wat meer menschen gekomen, die allen in dezelfde rich ting gingen, totdat ze eindelijk ble ven staan bij een ding, dat er uitzag als een kinder-vischvijver. Het was een gemetselde hak met water, naar schatting een meter of vier lang en een paar meters breed. De randen •en afgezet met gloeilampjes. Om een hek heen wachtten twee rijen menscuen op de dingen, die komen zouden. Wat dat was hoorden we van den uitlegger, die op een tra.p klom en daar zijn rede afstak. De beroemdste duiker van de wereld, Cormack, oud acht-en-twintig jaar, zou aanstonds van een hoogte van vijf-en-twintig meters duiken in dit bassintje, dat maar twee meiers diep was. „Dat kan niet", zei mijn reisge noot, die iels van zwemmen beweert te weten en levendig betoogde, dat wie van zoo'n hoogte springt in een bassin van zoo geringe diepte, nood wendig den hals moet breken. En terwijl hij bijzonderheden gaf over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de duikkunst, verscheen op eens de groote man zelf in den licht kring van de gloeilampjes, een lange, bleeke figuur in een grooten bad mantel. Hij liep eens om zijn bassin heen, voelde de temperatuur van het water, deed toen zijn mantel af, waar onder hij een tricot droog, cn klom langzaam, stap voor stap, do hooge ladder op, die recht overeind stond en eindigde in een klein platform. En hij klom maar, klom, alsof er geen einde aan kwam, totdat hij, heel hoog, op het platform was aangeko men en de lange figuur klein leek voor de moeilijk naar boven turende toeschouwers. Toch sprong hij nog niet dadelijk. Het publiek moest in spanning wor den gehouden, met aanplakbiljetten, waarop het verzoek ora gedurende de voorstelling stil te wezen, was het trouwens al in spanning gebracht. En nu nam hij daarboven allerlei houdingen aan, alsof hij zocht naar de juiste manier, om den gevaarlij ken sprong te doen.... totdat het me te machtig werd en ik den moed niet meer had naar boven te blijven tu- Nóg enkele secondentoen zei iemand naast me „daar komt hij I" en orimiddellijk daarop schoot het vallende lichaam door den lichtkring heen in het water. Eén oogenblik was er niets te zien, daarna kwam hij bo ven en klom uit hot bassin, onder de 'toejuichingen van het publiek. De tragiek van het geval was ge ëindigd, do komische kant viel uu in het oog, daar de eerste rij van kij kers door den geweldigen plons deer lijk bespat was geraakt. Langzaam wandelden we weg, ve len van ons zeker met dat eigenaar dig gevoel vau onbevredigdheid, ik zou haast zeggen van schaamte, dat je bevangt na het zien van een ver tooning, die op zichzelf noch mooi, noch nuttig, alleen maar gevaar lijk is. En terwijl we tusschen do nog el- tijd schaars voorhanden menschen door naar den fel verlichten uitgang wandelden, aangeroepen weer van alle kanten door vertooners van al lerlei amusement, dachten we, dat Khiralfy geen zaken zal doen, zelfs niet op dit drukke punt van t drukke Brussel, omdat de menschen zich op de tentoonstelling gaan vermaken. Maar niettemin klonken ons, nog buiten het hek, do tonen na van de muziek, waarmee getracht werd, toch maar publiek te lokken.. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht IN DEN BALKAN* lel een variant op De Genestet zou men kunnen wensehen Verlos ons van den Balkantwist, Zoodat men er geen rust meer mist. Nu is de rust en de vaste bestendig heid er niet te vinden. Integendeel, al les is in onrust en in voortdurende vervorming. Door de Kreteuser quaestie heeft reeds meermalen wapengeweld ge dreigd. Dit oorlogsgevaar is nu weer voor even (dat 't terugkomt is wel ze ker I) geweken, maar daarmee is ook precies alles gezegd. Nu hebben, zooals men weet. de beschermende mogendheden een voor- loopige oplossing gevonden, doch nu zijn de Kretenscrs 't onder elkaar gloeiend oneens, of ze de Buropeesche eischen zullen inwilligen. Wel begrij pen de protesteerende eilandbewo ners, dat bij een weigering de mo gendheden krachtige middelen zullen gebruiken, om hun wil door te zetten waarvoor liggen er anders acht oorlogsschepen in de Soeda-baai? maar voor deze bedreigingen zijn ze niet bang. 't Is juist hun politiek om zulke geweldmiddelen uit te lokkeu. De meer beraden Kretenser's vin den dit spelen met vuur niet raad zaam en verzetten zich dan ook daar tegen. Zoodoende liggen de eilandbe woners dus met eikaar overhoop. In de Kretenser volksvertegenwoordi ging vindt men denzelfden strijd. Daar Michelidakos, de leider der op positiepartij en zijn aanhangers ge weigerd hebben in te gaan op het voorstel om den Mohammedaanschen afgevaardigden vrijstelling te verlee- nen van het afleggen van den eed van trouw aau den Koning van Grieken land, hebben Veniselos de leider vein 't Uitvoerend bewind en de zij nen besloten, ten einde rumoerige Kamerzittingen te vermijden, voor- loopig niet aan de vergaderingen deel te nemen. Daardoor wordt dan de Kamer onvoltallig, zoodat zij geen be sluiten kan nemen en Venesilos zou don namens z'n eigen volgelingen, die anders een meerderheid in de Ka mer vormen, aan de beschermende mogendheden mededeelen, dat de Kre tenser regeering het voorstel om de Mohamedanen van de verplichting tot het afleggen van den eed te ont slaan, aanneemt. Het tegenwoordig uitvoerend be wind zou dan aan het bestuur blijven, de bogrooting worden verlengd en de Kamer eerst weder bijeengeroepen worden, wanneer de gemoederen toi kalmte zullen zijn gekomen. Het is evenwel aan gegrouden twij fel onderhevig, of dit plan zal kunnen worden uitgevoerd, daar, naar het heot, een aantal vroegere vrienden vau Veniselos naar de oppositie zijn overgeloopon, zoodat nu Michelidakos de meerderheid eu ook de macht in de Kamer heeft. Hij zou uu van zins zijn Veniselos en z'n vrienden tot aftreden te dwingen en dan aan de mogendhe den meoeileeleu, dat ni£n blijft vol harden bij den eisch, dat alle Kamer leden, onverschillig vun welk geloof, den eed zullen afleggen. Eu hij is van meening, dat de mogendheden wel zullen toegeven, al ware het alloou maar om de consequentie, daar zij sedert 1903 hebben toegelaten, dat de Moslim van de Kretensische militie op den Koran den eed van trouw aan den Koning van Griekenland afleg den, en wijl bovendien het besluit tot vrijstelling der Moslim ernstige on lusten op het eiland ten gevolge zou hebben. Wij zouden dit vertrouwen niet dur ven ondersteunen. Voor de eilandbe woners zal 't daarentegen wel 't ver standigste zijn de eiachen der mo gendheden in te willigen. Wie gaat tegen de bierkaai vechten? Intusschen wil men in Turkije het agiteeren tegen de Grieken nog niet opgeven, 't Boycot-comité te Salonika heeft o. a. geweigerd in te gaan op de aanschrijving van het Turksche ministerie waarin werd verzocht een einde te maken aan den boyc<4 van Grieksche schepen en goederen. Het zal den boycot volhouden tot dat de Kretensische quaestie defini tief ten gunste van Turkije geregeld Dit besluit zal de Grieken natuur lijk weer zeer ontstemmen, 't Gevolg is dan weerdiplomatieke betoo gingen, die overal toe kunnen leiden. Ook IN SPANJE IS DE TOESTAND SPANNEND, do or den strijd om de scheiding tus schen kerk en staat. In verschillende steden hebben Zondag betoogingen laats gehad, die belegd waren, om e politiek van 't ministerie te steu- jn. Over de betooging te Madrid wordt aan de Fransche Matin geschreven Veel meer dan honderdduizend menschen deden mee. Een groot do zijn politie-agenten te paard aan het hoofd van den stoet waren voldoende, om de orde te bewaren. Vooraan in den stoet liepen liberalen en republi keinen bijeen Moret naast Perez Gal dos, Aguilpra, oud-liberaal minister, arm in arm met Lerroux, een jaar ge leden verantwoordelijk gehouden voor de revolutie te Barcelona. Men zag in den stoet vaders hun kind op de schouders dragende en dit met de vrijheidsmuts gedekt Er was geen wanorde, geen kreten, geen gezang zelfs. Het wachtwoord waszich kalm houden Het adres van antwoord op de troonrede, dat hodeu in de Cortes in behandeling komt, bevat o. a. de vol gende zinsnede in verband met de quaestie „Het parlement is bezield met het oprechte verlangen en koes tert dezelfde verwachting als de re geering, om de betrekkingen tus schen den Staat cn den Heiligen Stoel op den bestaanden voet gehandhaafd te zien. Zonder nochtans uit het oog te verliezen, dat het heerschende stel sel het concordaat erkent, evenals de juridische positie der kerk in Spanje, geeft toch de Cortes uiting aan den beslisten wensch van het volk, een einde gemaakt te zien aan den toe stand, geschapen door de bovenmati ge toeneming der religieuse orden en congregaties, door onderwerping van deze instellingen, zonder haar geeste lijk karakter te kort te doen, aan de bestaande regeling van het vereeni- gingsrecht. Ook verlangt de Kamer, dat de met den Heiligen Stoel aan geknoopte onderhandelingen betref fende de opheffing van die kloosters en godsdienstige gestichten, welke niet onmisbaar zijn voor de behoeften der diocesen, spoedig tot een ge- wenschte beslissing zullen leiden, ter wijl zij zich bereid verklaart tot me dewerking aan een wijziging dej- be treffende wet. Zonder eenig voorbe houd juicht zij het aangekondigde wetsontwerp toe. waarbij de vestiging van nieuwe congregaties, zonder machtiging van den staat, verboden wordt. Ten slotte wenscht de volks vertegenwoordiging der regeering ge luk, dat zij artikel 11 van de grondwet zoo ruim, als de tekst slechts toelaat, heeft uitgelegd en de volstrekte eerbie diging heeft geproclameerd van de geloofsvrijheid en de uitoefening van andere godsdiensten, beginselen ove rigens, in geheel de beschaafde we reld als axioma's geldende." 'T KIESRECHT IN FRANKRIJK De Fransche Kamer heeft gisteren een voorstel van Breton aangenomen, tot benoeming van een commissie van 44 l6den voor het algemeen kiesrecht, gekozen volgens den scrutin de liste met evenredige vertegenwoordiging en een aanvuüingsvoorstcl vau Jau- rès tot openbaarmaking van de stuk ken, betrekking hebbende op de be noeming dier commissie. Het doel van Breton is de fouten aau te toonen, die het stelsel van evenredige vertegenwoordiging aan kleven. Men heeft in DENEMARKEN EEN NIEUW MINISTERIE. De Koning heeft de volgende, hem door Claus Berntsen aangeboden hj&. van ministers goedgekeurd Berut- sen, lid van het Fulketiug, minister president. minister van landswruedi- giug en ad interim van «eredienst graaf Ahlefeld-Laurvig, minister van buitenlandscho zaken Anders Niel sen, lid van het Folketing, minister van landbouw; afgevaardigde Tho mas Larsen, minister van openbare werken Irsen Soenderup, directeur der hypotheekbank van het konink rijk, minister van binnenlandsche za ken Bülow, advocaat bij den beogen raad, minister van justitiegroothan delaar Mus, minister van handel en scheepvaart. Voor het ministerie van ©eredienst wordt eerstdaags nog een titularis be noemd. 't Is uit met DE VRIJHEID DER FINNEN. De Tsaar heeft gisteren de knech- tingswet, door de Doema en den Rijks raad aangenomen, met zijn handtee- kening bekrachtigd. Bekend is, dat de bewoners van 't land der 1000 me ren niet geneigd zijn hun rechten zon der strijd to laten ontnemen. Een wa- penstrijd is onmogelijk, maar een re volutionaire beweging zou niet onverwacht komen. Zeker is, dat de Finlandsche volksvertegenwoordiging gewoon zal doen, of de knechtingswet in Rusland nog niet bestaat. In Petersburg zal men daarmee na tuurlijk geen genoegen nernen en mis schien wel een paar regimenten ko zakken naar Finland sturen, om de protesteerende provincialen tot reden te brengen. Maar zoo'n troepenzen ding zou 't revolutie-govaar zeker ver grootten. EEN VERSCHRIKKELIJKE BRAND. heeft, zooals men gisteren onder de telegrammen kou lezen, hel Ilongaar- sche dorp Jaszo-Ujalu verwoest. Aan gewakkerd door den hevigen wind, grepen de vlammen met ijzingwek kende snelheid om zich heen De be woners ontvlurhtten in de grootste haast half gekleed hunne huizen en in buitengewoon korten tijd lag het ge- heele dorp in de nsch. Er zijn tot dusverre 20 lijken onder de rookende puinhoopen vandaan ge haald. Men gelooft evenwel, dat er helaas nog veel meer personen omge komen zijn. In Ohio is 't EEN TREINBOTSING. die ellende veroorzaakt heeft. 2b mij len bezuiden Dayton kwamen een sneltrein en een goederentrein in bot sing .Er moeten minstens 25 dooden en 75 gewonden zijn, maar de juiste cijfers zijn nog niet op te geven. Stadsnieuws Rubriek voor Vragen Geabonneerden hebben het voorrecht, ragen op verschillend gebied, mils voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Heduotie van Haarlem's Dagblad, Groote Houutiaut 53. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en soo spoedig inogelyk. Aan vragen, die niet volledig naam en woonplaats van den inzender vormeiden wordt geen aandacht geschonken. VRAAG: Indien een meisje met Au gustus van betrekking wil verande ren, is men dan verplicht haan- een of meer avonden vrij te geven om op diensten af te gtianf ANTWOORD: In de wet staat dat niet met roude woorden; maar eenige gelegenheid dient toch wel te war den gegeven, daar de billijkheid en hot gebruik zulks medebrengen. Het mag natuurlijk niet overdreven wor den. VRAAG: Als mevrouw nu echter weigert en het meisje gaat toch, heeft mevrouw dan het recht om haar hui len de deur te sluiten zonder beta ling? ANTWOORD: Wanneer mevrouw bepaald weigerde om het meisje e e- n i g e gelegenheid te geven om liaire diensten eiders te verhuren, dan ge- looven wij dat mevrouw het pleit voor den rechter verliezen zou. In d a t vol zouden wij niet aarzelen de han deling van mevrouw onwettig te noe men en haar daarom tot schadeloos stelling verplicht achten. VRAAG: Ik heb op oene adverten tie geschreven en mijn getuigschrift daarbij ingesloten met een postzegel van 5 couta Ik ontving bet echter niet terug. Ileb ik er nu nog recht op? ANTWOORD: Zeker; als u iiet adres weet» ga er dan heen of schrijf nog eens. Kent u den imam niet, hebt u b.v. op letters geschreven, dan is do naam toch bekend bij de directie van het blad waarin de annonce stond. Deze mag u den naam wel niet noemen, maar wil u misschien toch wel op andere wijze helpen. Ga daar' dus eens heen. (Wij wensehen aan dit antwoord van onzen medewerker toe te voegen, dat het zeer onverstandig is, oor spronkelijk© getuigschriften in brie ven van sollicitatie te zenden. Af- sclu'iften zijn even goed. Het is veel juister, dat de sollicitant de moeite van het overschrijven doet, dan dat, hij later do administratie van de cou rant, die er toch ook weinig of niets aan doen kan, komt lastig vallen om zijn getuigschrift terug te krijgen. Red. H.'s D.) VRAAG: Eenigen tijd geleden miste ik goed uit drie wasscheu én heb de wasch niet meer meegegeven. De bleekor beweert nu dat ik het bewuste goed terug ontvangen heb. Wal moet ik daaraan doen? ANTWOORD: Dat zijn altijd .001- lijke quacstics. U kunt tot schad ver goeding dagvaarden, maar de u.siag van zulk eeu proces is door niemand met zekerheid te voorspellen, omdat de voldoende bewijzen meestal ui terst moeilijk te leveren zijn. VRAAG: ls het bij de wet bepaald, dat men op een fiets met freehweel verplicht is een rem le hebben? ANTWOORD: De door u be -i,t0 fiets moet voorzien zijn van nu. ons één rem, waarmede het rijwiel elk oogenblik tot stilstand kan wx.den gebracht* Uit de Omstreken ZANDVOORT, VAN DEN' RAAD. Maandagavond \eic..ueixie <ie Zaudvoortsciie raad under leiding van burgemeester Beeckinau. De lieer Toombergen was afwezig, van Uoü. Stuieu zijn teruggekomen erschiileude goedgekeurde raadsbe sluiten ueze medeueeiing wordt voor kennisgeving aangenomen. Zonder bespreknig worden vervol gens goedeekeurd een suppletoir© be- giootuig over 1910, sluitende m ont vangst en uitgaaf met ©en bedrag vau /327U, betalingen uit de onvoorziene uitgaven tot een uodrag van ƒ337.53 1/2 en een staat van af- en overschrijving tot een bedrag van f 1378.931/2. Op B. en W.'s voorstel wordt aan het plaatsvervaugénde hoofd een gra tificatie van l 5ti 'i-gekeiK., vuur zijn langdurig vervangen van het hoofd. Dij de hc-paling dezer grulificatia Ls zooveel mogelijk de regeling van Haarlem gevolgd. J. Kemp vraagt 10 strekkende ma lers strand, om daarop stoelen ie plaatsen. Dit verzoek wordt toege staan tot <ie competentie van B. en W. behoort t aanwijzen van d© plaats voor Kemp s strandstoelen. Aan de orde is vervolgens bat stra tenplan. De heer V. d. PLA8 vraagt, waarom met het bouwplan geen plan van be bouwing is ingediend. De VOORZITTER deeit mede, dat dit aun B. eu W.'s aan..uchi uuisuapt is. Het is center niet noodzakelijk. De heer CÜLLOi D'höCUKï vraagt uarom net rioleern.gainau niet door de Gemeente wurul opgemaakt De S/OOitZITibR 11^., uat nel rio- leeringspian toch uoor uei Uc.ieenie- bestuur moet women goedgekeurd. De heer COLLO 1 D'EbuURÏ is niet overtuigd als lic-t riolceringspluu i niet door de Gemeente guu-age keurd werd, zouuöu er veel moeite en kosten verloren zijn. liet betreffende urtïkei wordt daar op volgens^aeu wensch van den heei d'Escury gewijzigd. Na nog ©enige kleine redaciiewijzi- gingen wordt het door B. en W. inge diende advies goedgekeurd. Tengevolge vau gclioudcu confereiv lies met deu arroiidissements- cn dis trictsschoolopziener, is 't B. en VV. go- bleken, dat 't in verband met t aantal leerlingen iD de gemeente noodig is, dat oen derde schooi gebouwd wordt, groot 8 klassen en een gymnastiek lokaal. De zes eerste klussen zouden aansluiting geven aan de eerste klas se van een II. B. 6. of Gymnasium. Do FEUILLETON mo» ja. Naar het Engelsch door CHARLES GARVICE. 13) En toch is het zoo'n klein meisje, dat ik haar gemakkelijk op zou kunnen nemen en over de rivier gooien, en ais zij mij aankijkt met haar grijze oogen ik geloof ten minste, dat zij grijs zijn dan voel ili mij als een schooljongen, die betrapt wordt op liet stelen van appelen. Het is eigenlijk al te dwaas, als je er over denkt. Ik heb in hoeken wel dikwijls over die dingen gelezen, maar ik ge loofde niet, dat het waar was. Te den ken, dat eon groote, parmantige jon gen zooals ik belooft om dien kerel niet af le ranselen, omdat zoo'n klein meisje mij dat vraagt Ja, het is vreemd ik begrijp het niet. Iels der gelijks heb ik nooit meer gevoeld. En peinzende over dien vreemden invloed waarvan veel oudere men schen dan Eliot Graham zich geen re kenschap nebben kunnen geven, reed hij het dal door cn achter de Hall om Jjaar het kleine huisje, waarin hij woonde, naast de stallen, waarin zijn beminde paarden verblijf hielden. Voor zoover zijn begrensd domein zich uitstrekte, was hij meester over al wat er bij behoorde er stonden drie man onder hem, cn ofschoon hij eerst wat moeite met hen had ge had, had hij ze spoedig aan zich on dergeschikt gemaakt, en hun iets van de behandeling van paarden geleerd, waarvan hij zelf uitstekend op de hoogte was. In eenige opzichten zijn paaiden gelijk aan menschen en als men paarden kaï behandelen, kon men ook dikwijls goed met menschen omgaan. Voor zoo'n jongen man als Eliot Graham nog was, kon hij bij zonder goed overweg met zijn onder geschikten hij had een bijzonder goed humeur en veel zelfbeheer- sching c*> hij had ook tegenover zijn ondergeschikten iets kameraadschap pelijks. Hij gaf nooit anders een he vel dan op vriendelij ken toon en om zoo te zeggen nam hij altijd zijn men schen in liet vertrouwen, terwijl hij Dien niet zelden bekend maakte met de reden, die hem liet hevel ingaf maar wee den man, die door onver schilligheid of zorgeloosheid een be vel niet uitvoerde. Met zoo iemand maakte Eliot Graham korte metten, die ongehoorzaamheid en onverschil ligheid dadelijk den kop indrukte, eu zoo werd de vriendschappelijke ver houding tusschen hem en Eliot niet verstoord. Natuurlijk waren de kleinste bijzon derheden met betrekking tot behan deling van paaiden voor Eliot vau groot belang, en hij drong er met ernst op aan, dat zijn orders letter lijk werden uitgevoerd. Iemand die tegelijk vriendelijk en flink is, krijgt gewoonlijk wat hem toekomt en Eliot werd goed bediend. Hij ging de stallen rond, zag dat de paarden voor den nacht goed ver zorgd waren, hield de gewone be spreking met Jim, een Ier met bij zonder kromme beenen, en ging naar zijn huisje, waar zijn souper al lang op hem wachtte, toen hij een wagen tje zag, dat, getrokken door een Exmoor pony, de smalle laan door kwam. In het wagentje zat een dame, die hij door haar overvloed van goud blond haar herkende als juffrouw Flo rence Bartley. Zij was elegant ge kleed met een golf-cape losjes over haar schouders geworpen, en een boek lag met het opengeslagen ge deelte naar beneden op de bank naast haar. Exmoor ponies, zelfs als zij twintig jaar oud zijn, geven hun rij ders niet veel gelegenheid tol lezen, en juffrouw Florence zag er uit,- alsof zij hot veel te volhaudig had gehad 0111 eeu novelle over het laatsto maat schappelijk vraagstuk door te lezen. Terwijl Eliot zijn pet afnam, reed hij voorbij maar zij keek hem scherp aan, hield haar paard in en zei Gaat deze wett naar de Hall Neen, dat doet hij niet, zeide Eliot op zijn besliste manier, u gaat juist den anderen kant uit. U moet terugkeeren, tot u hij den zij weg links komt O, dank u, zei ze langzaam maar zonder dat hij het zelf merkte, bekeken haar scherpe oogen hem van het hoofd tot de voeten. Zij was een goede beoordeelaarster van manne lijk schoon, deze voorname Londen- sche dame, zooals Eliot haar ge noemd zou hebben, en zij zag de flin ke houding, zijn beschaafde manie ren, en het knappe jongensachtige Zij herinnerde zich zijner plotse ling, herinnerde zich ook het meisje, in wier gezelschap zij hem gezien had, en half onbewust hinderde het haar, dat zoo'n gelaat en gestalte door een boerenmeisje niet genoeg gewaardeerd zouden worden. Boven dien had de stem, waarmee hij haar vraag lieantwoord had, den indruk van zijn persoonlijke verschijning nog vergroot. Ik ben verdwaald geraakt, zei ze met een soort van pathos en om zijn medegevoel op te wekken, een middel dat zij altijd met veel succes had aangewend tegenover wat men gewoon is de sterkere sekse te noe men. Ik begon mij te vervelen op de Hall, en ik vroeg of ik deze pony en dit wonderlijke wagentje mocht leenen ora alleen uit rijden te gaan. Ik dacht een kalm wandelritje te hebben maar dit kleine dier schijnt zich alleen gelukkig te voelen, alshij draven kan. Wij zijn de halve wereld om geweest, en hij wou alleeu stil blijven staan, toen hij op dozen weg gekomen was. Hij kent deze plaats kent mij, zei Eliot, terwijl hij de pony bij den kop greep en heni hartelijk tegen zich aandrukte. Hij komt dikwijls hier als hij naar buiten gestuurd wordt om te grazen, ou ik heb de gewoonte aangenomen om hem een klontje te geven. Eliot droeg altijd eenige klontjes in oen van zijn zakken, nu nam hij er ook eon en stak het in den bok van de pony. Ja, hij kent mij. Dan is hij verder heen dan ik, zei juffrouw Florence vriendelijk. Hoe is uw naam Eliot Graham, zei hij op zijn beslisten loon. Wel vreemd was het, maar hij voelde nu heelemaal niets van dlc zenuwachtige verlegenheid, die hem tegenover Nora dadelijk beving. Dat is wel een mooie naam, zeide juffrouw Florence, terwijl zij haar oogleden ophief, en hem vr~ onder liaor lange oogharen na keek. En wie is u Ik bedoel, wat is uw beroep Ik ben een eoort van stalmeester, zei Eliot, en ik houd het opzicht over een gedeelte van de paarden van Sir Jozef. O, hoe interessant 1 zei ze. Ik houd bijzonder veel van paarden. Hè, wat is het toch warm vandaag, het lijkt wel zomer 1 Dat is dikwijls zoo in April, zei Eliot. Zou u mij ook iets te drinken kunnen geven Y vroeg zij. Er is niets dan water, zei hij. O, dat is uitstekend, ant woordde zij minzaam. Hij ging zijn huisje binnen en bracht haar een glas water. Hij bracht het op een schoielje, eu toen zij het glas aannam, keek zij hein blijkbaar vol belangstelling en nieuwsgierigheid aan. Zij proefde van het water het behoeft nauwoliÜü gezegd, dat zij heclemaal niet dorstig was en onder het langzaam pro© ven door waren haar oogen nog op zijn gelaat gevestigd. Dank u, zei zeik zou wel graag uw paarden willen zien, mag Zeker, zei Eliot, maar zonder veel enthousiasme, want zijn souper stond te wachten en hij was org hon* Terwijl hij de pony aar» het hek voor zijn huisje vastbond, vroeg zij zich af, hoe hij, blijkbaar ©en gentle man in deze ondergeschikte positi» kou zijn gekomen (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5