HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
DINSDAG 5 JULI 1910
OM ONS HEEN
No. 1164.
BrusselSGhe Indrukken.
In -vorige artikelen heb ik eentg en
alleen verteld van Brusselsche plaat
sen waar het druk was. Bij deze gele
genheid wil ik ook eens vertellen van
een plaats, waar het stil was en die
de ondernemers toch waarlijk niet
zoo bedoeld haddon.
Vlak bij het Zuiderstation had
K h i T a 1 f y, een ondernemende
Amerikaan, er op rekenende dat de
zen zomer om de tentoonstelling
Brussel door tienduizende vreemde
lingen zal worden bezocht, die
's avonds naar uitspanning verlan
gen, een grootc amusements-gelegen-
hcid opgeslagen. Een soort van ker
mis, maar wel zesmaal zoo groot als
de Ilaarlemsche en waar de nieuwste
„attracties" en vermakelijkheden
waren opgesteld, hoeveel heb ik niet
nagegaan, maar ettelijke tientallen,
klein en groot. De reuzen-reclame
figuur aan 't hek. een adelaar van
siuc, was in een wolk van electrisch
licht gehuld, maar in weerwil daar
van wisten we, dat. het der onderne
ming niet naar den vleesche ging.
Op de bonte aanplakbiljetten stond
namelijk als toegangsprijs één franc
opgegeven en aan het hek moesten
we maar de helft daarvan betalen,
wat ons een veeg teekeu toescheen.
Langs ©en laan, die eveneens kwis
tig met electrisch licht beschenen
werd, kwamen we op het feestterrein
zelf. Het had pas heftig geonweerd en
daarbij geplas regend, zoodal we voor
de plassen moesten uitwijken, voor
de mensohen niet. Inderdaad was er
zóó weinig publiek, dat we die eigen
aardige heklemming voelden van
uienschen, die met hun twintigen in
den schouwburg zitten te wachten op
het ophalen van het doek, en weten,
dat er geld bij moet. Hier en daar
stonden voor de tenten de lieden, die
belast zijn met de taak om het pu
bliek te lokken en riepen de verdien
sten van hun vertooning uit, voor ons
beiden. Onze handen werden volge
stopt met papiertjes, we voelden ons
als eenzamen overgeleverd aan al
die spullebazeii, die ons in hun in
richting wenschten en huiverden bij
de gedachte, dat van ons een bezoek
aan al die merkwaardighedeu, op de
rij ai, zou worden verwacht.
In een lokaal speelde een muziek
korps lustige deunen, waarnaar nie
mand luisterde, om de eenvoudige
reden, dat er niemand was.
Het was een verlichting, toen we
nog vier andere menschen, twee aan
iwee, over het terrein zagen zwerven.
Maar op ..oze uitgestrektheid telde
een dergelijk getal niet mee, zoodat
we besloten afleiding te zoeken in eou
van de tenten, waar de zoogenaamde
doodenrit zou worden vertoond
ik herinnerde me 't geval van jaren
geleden uit de Sociëteit Vereeniging,
een vertooning van wielrijders en
motorfietsers tegen een soort van op-
staanden vloer, waarvan ik den in
druk had gekregen, dat het niet zoo
heel gevaarlijk kon zijn, omdat een
wielrijder in vaart gemakkelijk door
een steile helling gaat, zooals in de
bochten op de wielerbanen duidelijk
is te zien.
Daar zaten we in de armelijke tent.
Met ons heiden. En het werd duide
lijk, dat de voorstelling vooreerst nog
niet zou beginnen, want de spulle-
man moest vooraf een redelijk pu
bliek bij elkaar schreeuwen. Maar 't
duurde, 't duurde I Eindelijk drup
pelden er een paar binnen, toen
kwam er in lang weer niets, uitgezon
derd de baas van 't zaakje, die poogde
ons geduld in te gieten met de mede-
deeling, dat hot wat lang duurde, om
dat er benzine voor de motorfiets
moest worden gehaald, een verkla
ring. die, indien ze waar was
weest, toch wel een sterk bewijs van
gebrek aan voorzorg had moeten
heeteiL
Intusschen kwamen er nog wat
mensohen, wat Jongens en een geën
gageerd paartje, waarvan het meisje
do vertooning, nog vóór dat ze begon
nen was, zoo „schril" vond, dat ze
telkens naar den uitgang stapte en
dan weer naar haar plaats werd te
ruggeleid of teruggevleid door haar
cavalier. Toen er eindelijk, zeker na
drie kwartier wachten, begonnen
werd, verdwenen ze tocli.
De vertooning liep zonder tegen
spoeden af, zooals ze zeker al wel
duizende malen had gedaan en ook
wel duizénde malen doen zou, maar
het geheel, de armelijke tent, de jonge
kerels, die niets beters weten uit te
voeren, dan eenige koeren daags kun
sten te maken per fiets, de snurke-
rige verklaring van den directeur der
onderneming, alles te zamen maakte,
dat we na den afloop met genot de
frissche buitenlucht inademden.
Er waren nu wat meer menschen
gekomen, die allen in dezelfde rich
ting gingen, totdat ze eindelijk ble
ven staan bij een ding, dat er uitzag
als een kinder-vischvijver. Het was
een gemetselde hak met water, naar
schatting een meter of vier lang en
een paar meters breed. De randen
•en afgezet met gloeilampjes. Om
een hek heen wachtten twee rijen
menscuen op de dingen, die komen
zouden.
Wat dat was hoorden we van den
uitlegger, die op een tra.p klom en
daar zijn rede afstak. De beroemdste
duiker van de wereld, Cormack, oud
acht-en-twintig jaar, zou aanstonds
van een hoogte van vijf-en-twintig
meters duiken in dit bassintje, dat
maar twee meiers diep was.
„Dat kan niet", zei mijn reisge
noot, die iels van zwemmen beweert
te weten en levendig betoogde, dat
wie van zoo'n hoogte springt in een
bassin van zoo geringe diepte, nood
wendig den hals moet breken. En
terwijl hij bijzonderheden gaf over de
mogelijkheden en onmogelijkheden
van de duikkunst, verscheen op
eens de groote man zelf in den licht
kring van de gloeilampjes, een lange,
bleeke figuur in een grooten bad
mantel. Hij liep eens om zijn bassin
heen, voelde de temperatuur van het
water, deed toen zijn mantel af, waar
onder hij een tricot droog, cn klom
langzaam, stap voor stap, do hooge
ladder op, die recht overeind stond
en eindigde in een klein platform. En
hij klom maar, klom, alsof er geen
einde aan kwam, totdat hij, heel
hoog, op het platform was aangeko
men en de lange figuur klein leek
voor de moeilijk naar boven turende
toeschouwers.
Toch sprong hij nog niet dadelijk.
Het publiek moest in spanning wor
den gehouden, met aanplakbiljetten,
waarop het verzoek ora gedurende de
voorstelling stil te wezen, was het
trouwens al in spanning gebracht.
En nu nam hij daarboven allerlei
houdingen aan, alsof hij zocht naar
de juiste manier, om den gevaarlij
ken sprong te doen.... totdat het me
te machtig werd en ik den moed niet
meer had naar boven te blijven tu-
Nóg enkele secondentoen zei
iemand naast me „daar komt hij I"
en orimiddellijk daarop schoot het
vallende lichaam door den lichtkring
heen in het water. Eén oogenblik was
er niets te zien, daarna kwam hij bo
ven en klom uit hot bassin, onder de
'toejuichingen van het publiek.
De tragiek van het geval was ge
ëindigd, do komische kant viel uu in
het oog, daar de eerste rij van kij
kers door den geweldigen plons deer
lijk bespat was geraakt.
Langzaam wandelden we weg, ve
len van ons zeker met dat eigenaar
dig gevoel vau onbevredigdheid, ik
zou haast zeggen van schaamte, dat
je bevangt na het zien van een ver
tooning, die op zichzelf noch mooi,
noch nuttig, alleen maar gevaar
lijk is.
En terwijl we tusschen do nog el-
tijd schaars voorhanden menschen
door naar den fel verlichten uitgang
wandelden, aangeroepen weer van
alle kanten door vertooners van al
lerlei amusement, dachten we, dat
Khiralfy geen zaken zal doen, zelfs
niet op dit drukke punt van t drukke
Brussel, omdat de menschen zich op
de tentoonstelling gaan vermaken.
Maar niettemin klonken ons, nog
buiten het hek, do tonen na van de
muziek, waarmee getracht werd, toch
maar publiek te lokken..
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
IN DEN BALKAN*
lel een variant op De Genestet zou
men kunnen wensehen
Verlos ons van den Balkantwist,
Zoodat men er geen rust meer mist.
Nu is de rust en de vaste bestendig
heid er niet te vinden. Integendeel, al
les is in onrust en in voortdurende
vervorming.
Door de Kreteuser quaestie heeft
reeds meermalen wapengeweld ge
dreigd. Dit oorlogsgevaar is nu weer
voor even (dat 't terugkomt is wel ze
ker I) geweken, maar daarmee is ook
precies alles gezegd.
Nu hebben, zooals men weet. de
beschermende mogendheden een voor-
loopige oplossing gevonden, doch nu
zijn de Kretenscrs 't onder elkaar
gloeiend oneens, of ze de Buropeesche
eischen zullen inwilligen. Wel begrij
pen de protesteerende eilandbewo
ners, dat bij een weigering de mo
gendheden krachtige middelen zullen
gebruiken, om hun wil door te zetten
waarvoor liggen er anders acht
oorlogsschepen in de Soeda-baai?
maar voor deze bedreigingen zijn ze
niet bang. 't Is juist hun politiek om
zulke geweldmiddelen uit te lokkeu.
De meer beraden Kretenser's vin
den dit spelen met vuur niet raad
zaam en verzetten zich dan ook daar
tegen. Zoodoende liggen de eilandbe
woners dus met eikaar overhoop. In
de Kretenser volksvertegenwoordi
ging vindt men denzelfden strijd.
Daar Michelidakos, de leider der op
positiepartij en zijn aanhangers ge
weigerd hebben in te gaan op het
voorstel om den Mohammedaanschen
afgevaardigden vrijstelling te verlee-
nen van het afleggen van den eed van
trouw aau den Koning van Grieken
land, hebben Veniselos de leider
vein 't Uitvoerend bewind en de zij
nen besloten, ten einde rumoerige
Kamerzittingen te vermijden, voor-
loopig niet aan de vergaderingen deel
te nemen. Daardoor wordt dan de
Kamer onvoltallig, zoodat zij geen be
sluiten kan nemen en Venesilos zou
don namens z'n eigen volgelingen,
die anders een meerderheid in de Ka
mer vormen, aan de beschermende
mogendheden mededeelen, dat de Kre
tenser regeering het voorstel om de
Mohamedanen van de verplichting
tot het afleggen van den eed te ont
slaan, aanneemt.
Het tegenwoordig uitvoerend be
wind zou dan aan het bestuur blijven,
de bogrooting worden verlengd en de
Kamer eerst weder bijeengeroepen
worden, wanneer de gemoederen toi
kalmte zullen zijn gekomen.
Het is evenwel aan gegrouden twij
fel onderhevig, of dit plan zal kunnen
worden uitgevoerd, daar, naar het
heot, een aantal vroegere vrienden
vau Veniselos naar de oppositie zijn
overgeloopon, zoodat nu Michelidakos
de meerderheid eu ook de macht in de
Kamer heeft. Hij zou uu van zins zijn
Veniselos en z'n vrienden tot aftreden
te dwingen en dan aan de mogendhe
den meoeileeleu, dat ni£n blijft vol
harden bij den eisch, dat alle Kamer
leden, onverschillig vun welk geloof,
den eed zullen afleggen. Eu hij is van
meening, dat de mogendheden wel
zullen toegeven, al ware het alloou
maar om de consequentie, daar zij
sedert 1903 hebben toegelaten, dat de
Moslim van de Kretensische militie
op den Koran den eed van trouw aan
den Koning van Griekenland afleg
den, en wijl bovendien het besluit tot
vrijstelling der Moslim ernstige on
lusten op het eiland ten gevolge zou
hebben.
Wij zouden dit vertrouwen niet dur
ven ondersteunen. Voor de eilandbe
woners zal 't daarentegen wel 't ver
standigste zijn de eiachen der mo
gendheden in te willigen. Wie gaat
tegen de bierkaai vechten?
Intusschen wil men in Turkije het
agiteeren tegen de Grieken nog niet
opgeven, 't Boycot-comité te Salonika
heeft o. a. geweigerd in te gaan op
de aanschrijving van het Turksche
ministerie waarin werd verzocht een
einde te maken aan den boyc<4 van
Grieksche schepen en goederen.
Het zal den boycot volhouden tot
dat de Kretensische quaestie defini
tief ten gunste van Turkije geregeld
Dit besluit zal de Grieken natuur
lijk weer zeer ontstemmen, 't Gevolg
is dan weerdiplomatieke betoo
gingen, die overal toe kunnen leiden.
Ook
IN SPANJE IS DE TOESTAND
SPANNEND,
do or den strijd om de scheiding tus
schen kerk en staat. In verschillende
steden hebben Zondag betoogingen
laats gehad, die belegd waren, om
e politiek van 't ministerie te steu-
jn.
Over de betooging te Madrid wordt
aan de Fransche Matin geschreven
Veel meer dan honderdduizend
menschen deden mee. Een groot do
zijn politie-agenten te paard aan het
hoofd van den stoet waren voldoende,
om de orde te bewaren. Vooraan in
den stoet liepen liberalen en republi
keinen bijeen Moret naast Perez Gal
dos, Aguilpra, oud-liberaal minister,
arm in arm met Lerroux, een jaar ge
leden verantwoordelijk gehouden voor
de revolutie te Barcelona. Men zag in
den stoet vaders hun kind op de
schouders dragende en dit met de
vrijheidsmuts gedekt Er was geen
wanorde, geen kreten, geen gezang
zelfs. Het wachtwoord waszich
kalm houden
Het adres van antwoord op de
troonrede, dat hodeu in de Cortes in
behandeling komt, bevat o. a. de vol
gende zinsnede in verband met de
quaestie „Het parlement is bezield
met het oprechte verlangen en koes
tert dezelfde verwachting als de re
geering, om de betrekkingen tus
schen den Staat cn den Heiligen Stoel
op den bestaanden voet gehandhaafd
te zien. Zonder nochtans uit het oog
te verliezen, dat het heerschende stel
sel het concordaat erkent, evenals de
juridische positie der kerk in Spanje,
geeft toch de Cortes uiting aan den
beslisten wensch van het volk, een
einde gemaakt te zien aan den toe
stand, geschapen door de bovenmati
ge toeneming der religieuse orden en
congregaties, door onderwerping van
deze instellingen, zonder haar geeste
lijk karakter te kort te doen, aan de
bestaande regeling van het vereeni-
gingsrecht. Ook verlangt de Kamer,
dat de met den Heiligen Stoel aan
geknoopte onderhandelingen betref
fende de opheffing van die kloosters
en godsdienstige gestichten, welke
niet onmisbaar zijn voor de behoeften
der diocesen, spoedig tot een ge-
wenschte beslissing zullen leiden, ter
wijl zij zich bereid verklaart tot me
dewerking aan een wijziging dej- be
treffende wet. Zonder eenig voorbe
houd juicht zij het aangekondigde
wetsontwerp toe. waarbij de vestiging
van nieuwe congregaties, zonder
machtiging van den staat, verboden
wordt. Ten slotte wenscht de volks
vertegenwoordiging der regeering ge
luk, dat zij artikel 11 van de grondwet
zoo ruim, als de tekst slechts toelaat,
heeft uitgelegd en de volstrekte eerbie
diging heeft geproclameerd van de
geloofsvrijheid en de uitoefening van
andere godsdiensten, beginselen ove
rigens, in geheel de beschaafde we
reld als axioma's geldende."
'T KIESRECHT IN FRANKRIJK
De Fransche Kamer heeft gisteren
een voorstel van Breton aangenomen,
tot benoeming van een commissie van
44 l6den voor het algemeen kiesrecht,
gekozen volgens den scrutin de liste
met evenredige vertegenwoordiging
en een aanvuüingsvoorstcl vau Jau-
rès tot openbaarmaking van de stuk
ken, betrekking hebbende op de be
noeming dier commissie.
Het doel van Breton is de fouten
aau te toonen, die het stelsel van
evenredige vertegenwoordiging aan
kleven.
Men heeft in
DENEMARKEN EEN NIEUW
MINISTERIE.
De Koning heeft de volgende, hem
door Claus Berntsen aangeboden hj&.
van ministers goedgekeurd Berut-
sen, lid van het Fulketiug, minister
president. minister van landswruedi-
giug en ad interim van «eredienst
graaf Ahlefeld-Laurvig, minister van
buitenlandscho zaken Anders Niel
sen, lid van het Folketing, minister
van landbouw; afgevaardigde Tho
mas Larsen, minister van openbare
werken Irsen Soenderup, directeur
der hypotheekbank van het konink
rijk, minister van binnenlandsche za
ken Bülow, advocaat bij den beogen
raad, minister van justitiegroothan
delaar Mus, minister van handel en
scheepvaart.
Voor het ministerie van ©eredienst
wordt eerstdaags nog een titularis be
noemd.
't Is uit met
DE VRIJHEID DER FINNEN.
De Tsaar heeft gisteren de knech-
tingswet, door de Doema en den Rijks
raad aangenomen, met zijn handtee-
kening bekrachtigd. Bekend is, dat
de bewoners van 't land der 1000 me
ren niet geneigd zijn hun rechten zon
der strijd to laten ontnemen. Een wa-
penstrijd is onmogelijk, maar een re
volutionaire beweging zou niet
onverwacht komen. Zeker is, dat de
Finlandsche volksvertegenwoordiging
gewoon zal doen, of de knechtingswet
in Rusland nog niet bestaat.
In Petersburg zal men daarmee na
tuurlijk geen genoegen nernen en mis
schien wel een paar regimenten ko
zakken naar Finland sturen, om de
protesteerende provincialen tot reden
te brengen. Maar zoo'n troepenzen
ding zou 't revolutie-govaar zeker ver
grootten.
EEN VERSCHRIKKELIJKE
BRAND.
heeft, zooals men gisteren onder de
telegrammen kou lezen, hel Ilongaar-
sche dorp Jaszo-Ujalu verwoest. Aan
gewakkerd door den hevigen wind,
grepen de vlammen met ijzingwek
kende snelheid om zich heen De be
woners ontvlurhtten in de grootste
haast half gekleed hunne huizen en in
buitengewoon korten tijd lag het ge-
heele dorp in de nsch.
Er zijn tot dusverre 20 lijken onder
de rookende puinhoopen vandaan ge
haald. Men gelooft evenwel, dat er
helaas nog veel meer personen omge
komen zijn.
In Ohio is 't
EEN TREINBOTSING.
die ellende veroorzaakt heeft. 2b mij
len bezuiden Dayton kwamen een
sneltrein en een goederentrein in bot
sing .Er moeten minstens 25 dooden
en 75 gewonden zijn, maar de juiste
cijfers zijn nog niet op te geven.
Stadsnieuws
Rubriek voor Vragen
Geabonneerden hebben het voorrecht,
ragen op verschillend gebied, mils voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Heduotie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houutiaut 53.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en soo spoedig inogelyk.
Aan vragen, die niet volledig naam en
woonplaats van den inzender vormeiden
wordt geen aandacht geschonken.
VRAAG: Indien een meisje met Au
gustus van betrekking wil verande
ren, is men dan verplicht haan- een
of meer avonden vrij te geven om op
diensten af te gtianf
ANTWOORD: In de wet staat dat
niet met roude woorden; maar eenige
gelegenheid dient toch wel te war
den gegeven, daar de billijkheid en
hot gebruik zulks medebrengen. Het
mag natuurlijk niet overdreven wor
den.
VRAAG: Als mevrouw nu echter
weigert en het meisje gaat toch, heeft
mevrouw dan het recht om haar hui
len de deur te sluiten zonder beta
ling?
ANTWOORD: Wanneer mevrouw
bepaald weigerde om het meisje e e-
n i g e gelegenheid te geven om liaire
diensten eiders te verhuren, dan ge-
looven wij dat mevrouw het pleit voor
den rechter verliezen zou. In d a t
vol zouden wij niet aarzelen de han
deling van mevrouw onwettig te noe
men en haar daarom tot schadeloos
stelling verplicht achten.
VRAAG: Ik heb op oene adverten
tie geschreven en mijn getuigschrift
daarbij ingesloten met een postzegel
van 5 couta Ik ontving bet echter
niet terug. Ileb ik er nu nog recht
op?
ANTWOORD: Zeker; als u iiet
adres weet» ga er dan heen of schrijf
nog eens. Kent u den imam niet, hebt
u b.v. op letters geschreven, dan is
do naam toch bekend bij de directie
van het blad waarin de annonce
stond. Deze mag u den naam wel niet
noemen, maar wil u misschien toch
wel op andere wijze helpen. Ga daar'
dus eens heen.
(Wij wensehen aan dit antwoord
van onzen medewerker toe te voegen,
dat het zeer onverstandig is, oor
spronkelijk© getuigschriften in brie
ven van sollicitatie te zenden. Af-
sclu'iften zijn even goed. Het is veel
juister, dat de sollicitant de moeite
van het overschrijven doet, dan dat,
hij later do administratie van de cou
rant, die er toch ook weinig of niets
aan doen kan, komt lastig vallen om
zijn getuigschrift terug te krijgen.
Red. H.'s D.)
VRAAG: Eenigen tijd geleden miste
ik goed uit drie wasscheu én heb de
wasch niet meer meegegeven. De
bleekor beweert nu dat ik het bewuste
goed terug ontvangen heb. Wal moet
ik daaraan doen?
ANTWOORD: Dat zijn altijd .001-
lijke quacstics. U kunt tot schad ver
goeding dagvaarden, maar de u.siag
van zulk eeu proces is door niemand
met zekerheid te voorspellen, omdat
de voldoende bewijzen meestal ui
terst moeilijk te leveren zijn.
VRAAG: ls het bij de wet bepaald,
dat men op een fiets met freehweel
verplicht is een rem le hebben?
ANTWOORD: De door u be -i,t0
fiets moet voorzien zijn van nu. ons
één rem, waarmede het rijwiel elk
oogenblik tot stilstand kan wx.den
gebracht*
Uit de Omstreken
ZANDVOORT,
VAN DEN' RAAD.
Maandagavond \eic..ueixie <ie
Zaudvoortsciie raad under leiding
van burgemeester Beeckinau. De lieer
Toombergen was afwezig,
van Uoü. Stuieu zijn teruggekomen
erschiileude goedgekeurde raadsbe
sluiten ueze medeueeiing wordt voor
kennisgeving aangenomen.
Zonder bespreknig worden vervol
gens goedeekeurd een suppletoir© be-
giootuig over 1910, sluitende m ont
vangst en uitgaaf met ©en bedrag vau
/327U, betalingen uit de onvoorziene
uitgaven tot een uodrag van ƒ337.53 1/2
en een staat van af- en overschrijving
tot een bedrag van f 1378.931/2.
Op B. en W.'s voorstel wordt aan
het plaatsvervaugénde hoofd een gra
tificatie van l 5ti 'i-gekeiK., vuur zijn
langdurig vervangen van het hoofd.
Dij de hc-paling dezer grulificatia
Ls zooveel mogelijk de regeling van
Haarlem gevolgd.
J. Kemp vraagt 10 strekkende ma
lers strand, om daarop stoelen ie
plaatsen. Dit verzoek wordt toege
staan tot <ie competentie van B. en
W. behoort t aanwijzen van d©
plaats voor Kemp s strandstoelen.
Aan de orde is vervolgens bat stra
tenplan.
De heer V. d. PLA8 vraagt, waarom
met het bouwplan geen plan van be
bouwing is ingediend.
De VOORZITTER deeit mede, dat
dit aun B. eu W.'s aan..uchi uuisuapt
is. Het is center niet noodzakelijk.
De heer CÜLLOi D'höCUKï vraagt
uarom net rioleern.gainau niet door
de Gemeente wurul opgemaakt
De S/OOitZITibR 11^., uat nel rio-
leeringspian toch uoor uei Uc.ieenie-
bestuur moet women goedgekeurd.
De heer COLLO 1 D'EbuURÏ is
niet overtuigd als lic-t riolceringspluu
i niet door de Gemeente guu-age
keurd werd, zouuöu er veel moeite en
kosten verloren zijn.
liet betreffende urtïkei wordt daar
op volgens^aeu wensch van den heei
d'Escury gewijzigd.
Na nog ©enige kleine redaciiewijzi-
gingen wordt het door B. en W. inge
diende advies goedgekeurd.
Tengevolge vau gclioudcu confereiv
lies met deu arroiidissements- cn dis
trictsschoolopziener, is 't B. en VV. go-
bleken, dat 't in verband met t aantal
leerlingen iD de gemeente noodig is,
dat oen derde schooi gebouwd wordt,
groot 8 klassen en een gymnastiek
lokaal. De zes eerste klussen zouden
aansluiting geven aan de eerste klas
se van een II. B. 6. of Gymnasium. Do
FEUILLETON
mo» ja.
Naar het Engelsch
door
CHARLES GARVICE.
13)
En toch is het zoo'n klein
meisje, dat ik haar gemakkelijk op
zou kunnen nemen en over de rivier
gooien, en ais zij mij aankijkt met
haar grijze oogen ik geloof ten
minste, dat zij grijs zijn dan voel ili
mij als een schooljongen, die betrapt
wordt op liet stelen van appelen. Het
is eigenlijk al te dwaas, als je er over
denkt. Ik heb in hoeken wel dikwijls
over die dingen gelezen, maar ik ge
loofde niet, dat het waar was. Te den
ken, dat eon groote, parmantige jon
gen zooals ik belooft om dien kerel
niet af le ranselen, omdat zoo'n klein
meisje mij dat vraagt Ja, het is
vreemd ik begrijp het niet. Iels der
gelijks heb ik nooit meer gevoeld.
En peinzende over dien vreemden
invloed waarvan veel oudere men
schen dan Eliot Graham zich geen re
kenschap nebben kunnen geven, reed
hij het dal door cn achter de Hall om
Jjaar het kleine huisje, waarin hij
woonde, naast de stallen, waarin zijn
beminde paarden verblijf hielden.
Voor zoover zijn begrensd domein
zich uitstrekte, was hij meester over
al wat er bij behoorde er stonden
drie man onder hem, cn ofschoon
hij eerst wat moeite met hen had ge
had, had hij ze spoedig aan zich on
dergeschikt gemaakt, en hun iets van
de behandeling van paarden geleerd,
waarvan hij zelf uitstekend op de
hoogte was. In eenige opzichten zijn
paaiden gelijk aan menschen en als
men paarden kaï behandelen, kon
men ook dikwijls goed met menschen
omgaan. Voor zoo'n jongen man als
Eliot Graham nog was, kon hij bij
zonder goed overweg met zijn onder
geschikten hij had een bijzonder
goed humeur en veel zelfbeheer-
sching c*> hij had ook tegenover zijn
ondergeschikten iets kameraadschap
pelijks. Hij gaf nooit anders een he
vel dan op vriendelij ken toon en om
zoo te zeggen nam hij altijd zijn men
schen in liet vertrouwen, terwijl hij
Dien niet zelden bekend maakte met
de reden, die hem liet hevel ingaf
maar wee den man, die door onver
schilligheid of zorgeloosheid een be
vel niet uitvoerde. Met zoo iemand
maakte Eliot Graham korte metten,
die ongehoorzaamheid en onverschil
ligheid dadelijk den kop indrukte, eu
zoo werd de vriendschappelijke ver
houding tusschen hem en Eliot niet
verstoord.
Natuurlijk waren de kleinste bijzon
derheden met betrekking tot behan
deling van paaiden voor Eliot vau
groot belang, en hij drong er met
ernst op aan, dat zijn orders letter
lijk werden uitgevoerd.
Iemand die tegelijk vriendelijk en
flink is, krijgt gewoonlijk wat hem
toekomt en Eliot werd goed bediend.
Hij ging de stallen rond, zag dat de
paarden voor den nacht goed ver
zorgd waren, hield de gewone be
spreking met Jim, een Ier met bij
zonder kromme beenen, en ging naar
zijn huisje, waar zijn souper al lang
op hem wachtte, toen hij een wagen
tje zag, dat, getrokken door een
Exmoor pony, de smalle laan door
kwam. In het wagentje zat een dame,
die hij door haar overvloed van goud
blond haar herkende als juffrouw Flo
rence Bartley. Zij was elegant ge
kleed met een golf-cape losjes over
haar schouders geworpen, en een
boek lag met het opengeslagen ge
deelte naar beneden op de bank naast
haar. Exmoor ponies, zelfs als zij
twintig jaar oud zijn, geven hun rij
ders niet veel gelegenheid tol lezen,
en juffrouw Florence zag er uit,- alsof
zij hot veel te volhaudig had gehad
0111 eeu novelle over het laatsto maat
schappelijk vraagstuk door te lezen.
Terwijl Eliot zijn pet afnam, reed
hij voorbij maar zij keek hem scherp
aan, hield haar paard in en zei
Gaat deze wett naar de Hall
Neen, dat doet hij niet, zeide
Eliot op zijn besliste manier, u
gaat juist den anderen kant uit. U
moet terugkeeren, tot u hij den zij
weg links komt
O, dank u, zei ze langzaam
maar zonder dat hij het zelf merkte,
bekeken haar scherpe oogen hem van
het hoofd tot de voeten. Zij was een
goede beoordeelaarster van manne
lijk schoon, deze voorname Londen-
sche dame, zooals Eliot haar ge
noemd zou hebben, en zij zag de flin
ke houding, zijn beschaafde manie
ren, en het knappe jongensachtige
Zij herinnerde zich zijner plotse
ling, herinnerde zich ook het meisje,
in wier gezelschap zij hem gezien
had, en half onbewust hinderde het
haar, dat zoo'n gelaat en gestalte
door een boerenmeisje niet genoeg
gewaardeerd zouden worden. Boven
dien had de stem, waarmee hij haar
vraag lieantwoord had, den indruk
van zijn persoonlijke verschijning
nog vergroot.
Ik ben verdwaald geraakt, zei
ze met een soort van pathos en om
zijn medegevoel op te wekken, een
middel dat zij altijd met veel succes
had aangewend tegenover wat men
gewoon is de sterkere sekse te noe
men. Ik begon mij te vervelen op
de Hall, en ik vroeg of ik deze pony
en dit wonderlijke wagentje mocht
leenen ora alleen uit rijden te gaan.
Ik dacht een kalm wandelritje te
hebben maar dit kleine dier schijnt
zich alleen gelukkig te voelen, alshij
draven kan. Wij zijn de halve wereld
om geweest, en hij wou alleeu stil
blijven staan, toen hij op dozen weg
gekomen was.
Hij kent deze plaats kent mij,
zei Eliot, terwijl hij de pony bij den
kop greep en heni hartelijk tegen zich
aandrukte. Hij komt dikwijls hier
als hij naar buiten gestuurd wordt
om te grazen, ou ik heb de gewoonte
aangenomen om hem een klontje te
geven.
Eliot droeg altijd eenige klontjes
in oen van zijn zakken, nu nam hij
er ook eon en stak het in den bok
van de pony.
Ja, hij kent mij.
Dan is hij verder heen dan ik,
zei juffrouw Florence vriendelijk.
Hoe is uw naam
Eliot Graham, zei hij op zijn
beslisten loon.
Wel vreemd was het, maar hij
voelde nu heelemaal niets van dlc
zenuwachtige verlegenheid, die hem
tegenover Nora dadelijk beving.
Dat is wel een mooie naam,
zeide juffrouw Florence, terwijl zij
haar oogleden ophief, en hem vr~
onder liaor lange oogharen na
keek. En wie is u Ik bedoel, wat
is uw beroep
Ik ben een eoort van stalmeester,
zei Eliot, en ik houd het opzicht
over een gedeelte van de paarden
van Sir Jozef.
O, hoe interessant 1 zei ze.
Ik houd bijzonder veel van paarden.
Hè, wat is het toch warm vandaag,
het lijkt wel zomer 1
Dat is dikwijls zoo in April,
zei Eliot.
Zou u mij ook iets te drinken
kunnen geven Y vroeg zij.
Er is niets dan water, zei hij.
O, dat is uitstekend, ant
woordde zij minzaam.
Hij ging zijn huisje binnen en
bracht haar een glas water. Hij
bracht het op een schoielje, eu toen
zij het glas aannam, keek zij hein
blijkbaar vol belangstelling en
nieuwsgierigheid aan. Zij proefde van
het water het behoeft nauwoliÜü
gezegd, dat zij heclemaal niet dorstig
was en onder het langzaam pro©
ven door waren haar oogen nog op
zijn gelaat gevestigd.
Dank u, zei zeik zou wel
graag uw paarden willen zien, mag
Zeker, zei Eliot, maar zonder
veel enthousiasme, want zijn souper
stond te wachten en hij was org hon*
Terwijl hij de pony aar» het hek
voor zijn huisje vastbond, vroeg zij
zich af, hoe hij, blijkbaar ©en gentle
man in deze ondergeschikte positi»
kou zijn gekomen
(Wordt vervolgd).