BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ADH^KTR^nE GROOTE HOUTSTRAAT 5.5.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
tie Jaugug.
Ho. 8284
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEMT9 DAGBLAD KOST
ruo PER t MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENnEN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Rubriek voor Vrouwen
De Invloed de>r sport op do
mode. Tollarmado-ooe-
tuums. Huisjaponnen.
De sport speelt in ouzo tegenwoor
dige modo een grooteer rol dan menig
eeui zou deuken, want de meeste
derne wandeltoiletten zijn berekend
op wedrennen voclbalmatches
dergelijken. De tSjrl is voorbij,, dat de
élégante vrouw zich in een mooi
nierjapoiiuetje op straat vertoont; - al
die gekleode toiletten worden slechts
binnenshuis, in kur- en concertzaal
gedragen, doch op de wandeling ziet
men bijna uitsluitend het tailor-made
costuum il zijn volmaaktsten vorm.
Deze mode lieelt voor bescheiden beur
zen 'een groot voordeel, want de tal-
lor-mode mostuunis zijn weinig aan
modeveranderingen onderhevig en
wanneer men bij zoo'n costuum
paar verse trillende blouses Iieeft,
men voor de straat en het afleggen
.van dagelijksche bezoeken, geheel
„comrne il faut" gekleed.
De laatste nouveauté, die zeer veel
besproken werd, is do mode van de
nauwe rokken. Er is om gelachen
gespot, doch dat alles noemt niet
weg, dat ze aangenomen zijn en voor
het oogieohllfc gedragen worden, zij
het dan ook min of me«r gewijzigd.
Reeds vroeger heb ik er op gewe
ten, dat de moderne rokken op ver
schillende wijzen kunnen worden in
gericht. Voor luxetoiletten, wordt de
onderrand meestal van liberty, fou
lard of duchesso genomen, doch voor
de vrouw, d.ie over bescheiden midde
len bos.'hi kt en «Ach niet kan veroor
loven de modes op den voet te vol
gen, is liet beter den nauwen rok te
simuleeren, door over do plooien een
biais aan te brengen, die indien
nooaig wederom verwijderd kan
warden, zonder schade te doen
hot oorspronkelijk model.
Vrouwen, dae veel uitgaan, zullen
tóch voor het warme seizoen een tail-
leur-cost-iuni van linnen, tussor of
lawn-tennis flanel aanschaffen; deze
costuums zijn zeer clnc en naar vi
houding niet duur, doch men beden
ke wel dat ze uitsluitend bij mooi,
zonnig zomerweder gedragen kunnen
worden.
Daarom is het voor een eenvoudige,
practiscbe vrouw meer aan te beve
len een tailor-made costuum van don
ker grijze fantasie-stof, of inuriue-
blauwe serge te nemen, dat zij het
grootste gedeelte van het jaar kan
doordragen. Als zij voor de winter
maanden een manteloostuum van
zwart laken neemt met een mooi
bontgarnituur, dan is liare garde-robe
oompleet voor zoover het de wandel
toiletten betreft.
Voor gekleed, gaat or niets boven
een zwarte japon, hetzij van fijne ca-
chemire de soio, zijden voile of éolien-
•ne. De nauwe rokken, waarover we
foierbover. spraken, worden ook voor
gokleede toiletten in toepassing go-
bracht. doch voor gezette figuren ls
do sleeprok veel meer aan te raden.
Zeer zeker zijn ook do sleeprokken
veel nauwer geworden dan vroeger
het geval was, en de moderne soepele
stoffen dragen er niet. weinig toe bij
om den modernen indruk te veirhoo-
gen; doch waar men do sleepjaponnen
met sierlijke tuniques en draperieën
garneert, kleoden ze do gezette vrouw
meer flatteus dan de nauwe voetvrije
rokken.
De tailles zijn weinig veranderd, en
men kan te dien opzichte zijn eigen
fantasie den vri.en loop laten De
mouwen wordvi lang en half lang
gedragen, doch van pouffen is nog
weinig of geen sprake.
Een nieuw snufje, dat zich voar
eeai gekleed toilet uitstekend leent,
zag ik dezer- dagen in 'n le klas mode
atelier tentoongesteld. -Het toilet was
vervaardigd uit 4 meter donker blau
we crêpe de chine van 12ü c.M. breed
te. De eenvoudige gladde taille met
aangesneden hall iauge mouwen, was
van onderen met een weinig ruimte
Ingericht; daaraan had men den drie
hanen ;rok met korten sleep genaaid.
Een zijdan galon in dezelfde kleur ge
verfd, was op zóó eigenaardige wijze
aangebracht, dat men een buitenge
woon fraaie garneering kreeg. Dit
galon liep van de taille uit over do
schouders. kruiste zich in deu rug en
liep van achter ongeveer 50 c.M. door
op den rok, was dan in een rechten
hoek gelegd en links naar voren over
den rok gebracht, waardoor een mo
derne tvmique gevormd werd. Te be
ginnen waar de galons zich in den
rug kruisten, was aan het galon een
xJjden franie genaaid; vorder was het
zelfde galon om het halsboord en die
mouwen gewerkt
Ten slotte wil ik mijn geachte leze
ressen nog even opmerkzaam maken
op de gekleeds huisjaponnen, die voor
elke verstandige vrouw van onschat
bare waarde zijn. Er zijn er hélaas
velen onder ons, die aan haar straat
toiletten do grootst mogelijke zorg be
steden, doch in huis haar kleeding
min of meer verwoarloozen; of beter
gezegd, alles goed genoeg vinden om
in huls ai te dragen. Men moet ech
ter bedenken, dat men op straat
3lechts in het voorbijgaan wordt op
gemerkt, terwijl wij In huis mee
vran nabij gadegeslagen worden.
Daarom moeten wij aan onze huisja
ponnen de noodige zorg besteden,
zo behooren er Iriach en eenvoudig
uit te zien met weinig kostbare gar
neersels, vooral ,,de robe princess©"
van hot vorige jaar leent er zich bij
zonder goed toe, om met weinig kos
ten, als gokleede huisjapon te wor
den Ingericht.
MARIE VAN AMSTEL.
Het Rijke Natuurleven
EEN NUTTIGE EN EEN SCHADE
LIJKE KEVER.
Als in dezen tijd het weer wat mee
werkt, dan worden wij 's avoiidi
onzen tuin of op de wandeling vaak
opgeschrikt dooi- eeoi zwaar zoemend
geluid, veel gelijkend op dat, wat de
meiikovetr maakt als hij in zijn korte
leventje boven den grond een uitstap
je maakt en dan plotseling te dicht
hij ons komt.
Het diertje, dat ons nu op dit m<
toon gebrom trakteert is minder be
kend, mimler gehaat en kleiner
aantal dan de bruine vijand van het
jonge groen, maar toch komt hij wel
zoo menigvuldig voor, dat ieder hem
wel eens heeft gezien.
Ik bedoel de zwaarlijvige Juli kever.
Het pakje dat het dier draagt is zoo
bijzonder, dat wij hem dadelijk her
kennen zonder dat wij moeilijk te vol-
ge ndetermineerlijsten noodiig heb
ben.
De boveuvleugels zijn n.l. zwart
bruin met witte onregelmatige vlek
jes, zoodat het dier er eeaiigszins ge
marmerd uitziet.
Het borststuk heeft eon overlang-
sche geelwitte streep en do lange bo
venlip is eveneens licht getint.
Men ziet het dadelijk, dat het dier
tje heel gemoedelijk au weinig moord
lustig is.
Zijn licele model stempelt hom tot
aan plauteneter. Hij is log, uik, lui
en droouierig en hij laat het zich aan
zien, dat inj niet hard hoeft te strij
den om aan den kost te komen.
Do vegetariërs ondeu- de menschen
beweren vaak, dat zij geen last van
gejaagdheid hebben en al zou ik de
zooeven opgesomde kwaliteiten niet
graag ook op hen laten slaan, dan
komen zij toch met de plantenctonde
dieren overeen in kalmte en rust.
Vergelijk 6en suoek met een karper,
een leeuw met een schaap, een inoike-
met een poppenroover en gij zult
in het oog loopande verschillen zien.
Ook onze Julikevor hoort tot de vre-
delievenden. Als larve reeds voedt hij
zich mot wortels van verschalende
grassen.
Stevige kaken helpen het vuil-wltte
dier dun hij het verwerken van het
oedsel.
Dit ondergrond6che leven Ls ook
voor de Julikevers het belangrijkst.
De volwassen dieren komen slechts
boven don grond om uitstapjes te
makon, trouwplannen ten uitvoer te
brengen en weer te verdwijnen voor
het leggen der witte eieren.
Do mannetjes hebben in do sjirieten
een sieraad meer dan de wijfjes, het
geen hen bij het opsparen der klein-
sprietige sekse waarschijnlijk te hulp
komt. Geen enkele van onze lnland-
he kovers heeft zulke groote voel
horens. In rust hangen ze op den
grond. Zij bereiken de respectabele
lengte van 7 m.M., zijn gekromd en
bruin gekleurd.
De alarmkreet die de dieren bij de
muist© aanraking laten hooa'en is op-
allend.
Zij doen dit met vleugels en ach
terlijf, terwijl dit op en neer wordt
bewogen en het geluid is zoo door
dringend, dat wij onze handen direct
terug trekken.
Dit is eciiter het eenige verdedi
gingsmiddel van het weeaiooze dier,
ofsohbon heel wat kevers het mot nog
minder moeten «tellen.
Natuurlijk laten niet alle dieren er
zich door afschrikken!, maar zeker ib
het dut b.v. een musch, die overdag
een rustenden kever ziet, niet veel
lust tot aanvallen hoeft te toonen,.of
hij wordt onmiddellijk door liet on
heilspellend geblaas afgeschrikt.
Veel wilder en rootzuchtiger zijn de
loopkevers. Doze ontmoeten wij ook
vaak Ln den tuin, als zij met de
grootst mogelijke snelheid van het
een© hoekje naar het andere over
steken.
De kleur dezer dieren is weinig op
vallend. Alleen die van den gouden
loopkever, dien wij hier ook nog al
eens kunnen aantreffen ls wat leven-
dig.
Woester moordenaars treffen wij
op liet Land ondea- de kevers niet aan
en in het water worden zij in moerd
en rooflust slechts overtroffen door de
bekende iruggezwemmers en de be
ruchte geelgoraude.
De goedmoedigheid en de welgeda
ne vormen van den Juli kever treffen
wij bij deze dieren niet aan.
Het lichaam is veel scherper van
vorm, plat en beter tot den strijd in
gericht. Een zestal krachtige pooten
dragen het rank elichaam vlug over
al heen.
Do meest voorkomende is die soort,
waarvan de dekschilden naast el
kaar staande rijen van kleine etippel-
kuiltjcs vartooncna Hebt gij deze die
ren ib den tuin, dan doet gij goed als
gij ze laat leven, want het zijn flinke
bondgonooten m den strijd tegen
slakken, wormen en insecten.
Deze worden met groote woede door
hen vervolgd en verwerkt en tot loon
voor zooveel steunniootou do dieren in
den regel lfcnnis maken met onze
schoenzolen, welke kennismaking na
tuurlijk in hun nadeel uitloopt.
W ij zijn nog veel te gauw klaar o:u
alles wat wij mei kennen en griezelig
vinden, te dooden en vooral de loop- j
kevers lijden daaronder, daar zij op
enkele uitzonderingen na, bijna al
tijd op den grond leven.
Om een vliegend insect dood te
trappen zijn er noodzakelijk drie han
delingen noodig: vangen, op den
gron dgooieu en verpletteren en
moostal blijft dan dit laatste achter
wege, omdat het een onzer eigen
schappen is dat wij iets, dat met ee
nige moeite is verkregen, willen be
houden.
Mot liet loopend gedierte gaat het
in twee tempo's.
„Daar loopt een groot beest, grieze
lig, pats de zool er op."
Óch, stel dat toch eens even uit als
gij zoo'n vlug looportje ziet, bekijk het
dier eerst eens goed, tien tegen een
dat gij zult eindigen met het interes
sant te vinden, al let gij alleen maar
op de mooie overeenstemming tus-
schon lichaamsvorm en levenswijze.
De loopkevers hebben sterke kaken,
die veel beter ontwikkeld zijn, dan
die bij de Julikevers. Een enkele
soort leeft vun zaden, maar deze
komt bij ons alloon in Limburg voor,
dus daarover behoeven wij ons niet
ongerust te maken.
Alles wat maar leeft op den grond
wordt door deze dieren vervolgd.
Het liefst gaan zij 's nachts op roof
uit, overdag houden ze zich schuil tus
sciien steenen, achter het klimop of
onder dorre bladeren. De gotiden loop
kever houdt echter veel van een zon
netje.
VLiogen doen ze maar heel weinig
en er zijn zelfs soorten, die het vlieg-
vernlogen totaal missen. Wel hebben
gij zoo'n vlug loopertje ziet,' bekijk t
zjj do stevige dekschilden, maar de
vhesvleugels zijn of heel klein of in
liet geheel niet ontwikkeld.
Alleen in het voorjaar vliegen som
mige soorten rond. De eitjes komen
spoedig uit en do larven die donker
der zijn gekleurd dan die dor pkinten-
etar9 voeden zich bok reeds met dier
lijk voedsel. Meestal loopt de geheele
levenscyclus in een jaar af.
In hetzelfde jaar dat de larven zijn
gebaren, verpoppen ze zich en de ke
ver die dan te voorschijn komt over
wintert, om in het voorjaar eitjes te
leggen.
En larve èn volwassen Insect zijn
onze bondgonooteii, die meer donk
verdienen dan zij in den regel krij
gen.
Verdeigt gij Mei- of Julikevers dan
ls dat te verklaren, maar de veraf
schuwde loopkevers verdienen een be
tere behandeling.
H. PEUSENS.
Meisje.
Het was zomer.
Lichtgroene berken stonden aan den
rand van het bosch, aan deu oever
van het meer boog liet riet zich fluis
terend voorover en de hemel daarbo
ven was helder biuuw.
Het paleis van den prins lag als
het kasteel van Doornroosje aan den
rand van het bosch. De muren van
het park waren dichtbezet rnet klim
op, waartusschen zich ranken van
wilde rozen slingerden. Waar de
knoppen reeds de eerste lichtrood©
bloesems lieten zien, was de ingang
van het park, en daar bevond zich het
schildwachthuisje, waarin de soldaat,
die de wacht had, geleund stond.
Hij scheen moe te zijn geworden
van het staan en het kijken. Ook
bracht wellicht de wind al te bonte en
schoone droornen want de Jonge man
staarde pcinzendglimlaehend naar de
boschwegcn, welk© zich langs het
park slingerden. Feestelijk gekleede
menschen liepen daar. Hier hand in
hand een meisje met haar jongen,
daar een heel© familie. Gczung weer
klonk, geroep, gelach... <ie heldere
lach van de vrijheid en blijheid.
De soldaat op wacht hoorde het
niet alleen.
Achter de muren van het park,
daar waar boven het grooto, welver
zorgde grasveld de witte vlier bloeide
en de gouden regen, stond een lichte
figuur. Jong was ze en slank als een
den in het witte omhulsel vim kostba
ren kant. Trots en nieuwsgierigheid
lagen er in haar oogen. De blik tracht
te door het dichte bladenverk voorde
ijzeren poort te dringen, vond een
smal openingetje en zag ten slotte
hetzelfde als de soldaatfeestelijk ge
kleede menschen, die daar buiten in
vrijheid en blijheid leefden
Maria Louise had vandaag' in het
park een stuk courant gevonden. Zij
wist niet of een tuinmansjongen het
daar had verloren, dan wel of de
wind het er heen gewaaid had. Lang
■dacht zij hierover trouwens ook niet
na, toen z© het opraapte. Zij las en
zag plaatjes öp dit blad, welke aan
de prinses nooit werden getoond, ver
halen over den heerlijken zomer, over
do wijze, waarop de menschen dan
hun Zondagen buiten doorbrengen.
Dc geïllustreerde lectuur boeide
..aar. Rij deu lunch in de ridderzaal,
waar het koel en donker was, werd
Mei wijn geschonken. Zij moest wel te
veel er urn gedronken hebben, want
haar bloed stroomde alf vloeibaar
vuur door do aderen en toen men
baar herinnerde aan den afgesproken
autotocht met haar ouders en broe
ders. zeide zij, dat zij liever met de
oude gravin Flox en de tweede hofda
me iu het park zou willen wandelen.
Gelukki" had de gravin hoofdpijn
gekregen van den ongewoncn Mei-
wijn Zij verzocht haar vertrekken te
mogen houden, en liet alleen juffrouw
van Gelderen met de prinses uit
gaan, die steeds zoo angstig on .on
derdanig was, dat Maria Louise
slechts met de oogen behoefde te
wenken om alleen te zijn.
Alleen terwijl de witte vlier be
dwelmend geurde en de menschen
aan gene zijde van den muur vreug
de in" het leven schepten. Eens een
maal te mogen meedoen, vogelvrij,
geen prinses te zijn en geen hoflucht
in te ademen.... dat zou als in een
sprookje wezen Maria Louise zag
n&ar haar kostbaar toilet en de
schitterende edelgesteenten, welke zij
droeg. 7.ii maakte rechtsomkeert,
wandelde snel naar het slot en was
blij, dat zij geen der kameniers tegen
kwam, die anders altijd op dc gangen
liepen. Ze was weldra alleen in haar
kleedkamer, zocht en vond eindelijk
wat ze hebben moest. De witte tennis-
blouse. dc blauw© lakenscho rok en
bruine laarsjes, dan een eenvondig
Engelsch hoedje.... ja, zoo wandelen
ook wel die anderen aan gindschen
kant van den muur.
Meisje wezen, geen prinses.. - mei*,
je, als duizenden, milliocneu ande
ren
Een kwartier daarna liep Maria
Louise in den voetvrijen rok door het
open parkdeurtj© in het bosch.
Wat was dat heerlijk
Hi-v en daar zaten hcele families
onJer de booruen. Grappig, zij aten
uit meegenomen groote zaïiken eieren
en boterhammen, kleine kinderen lie
pen op hun mollige naakte, beentjes op
het mos tapijt. Maria Louise had zich
wel willen bukken om de kleinen te
pakken, lien in de lucht te heffen en
hen dan in het gezicht toe te jui
chen kijk mij nu eens aan, Ik ben
even vrij als jullie.
liet volgend© oogenblik schrok ze.
Zij /air midden op den weg ©en paar
tje staan, ©en Jongmensen en een
meisje. Het meisje zag er waarlijk hij-
na precies zoo uit als zij, droeg een
zelfde witte blouse en voetvrijen rok
De oogen waren gesloten, alsof hot
Jonge meisje droomde
Maria Louise draaide zich suel om.
Zij wandelde denzelfden weg, welken
zij gekomen was. Of was het niet de
zelfde? Zij stond plotseling voor een
meer, omzoomd door berken. Booten
voeren over hot water en aan een
daarvan was muziek aan boord... Ma-
ila Louise had. als ©en kind. de ar
men wel willen uitstrekken naar dat
tooneel van ontwakende levenslust.
Neen, neen, zij was geen prinses
een meisje was zij.... ©en meisje
Dat lied, wat was het voor een lied,
dat over het meer klonk Zij had hel
wel eens eerder gehoord. Haar lip
pen neurieden het mee en met haar
voeten sloeg ze de maat.
Bravo, zeide een stem in haar
nabijheid. Dut is heel goed Alleen
het slot deugd© niet, Het had zóó moe
ten 'Zijn....
En iemand achter haar floot het
wijsje, floot, zooals zij nog nimmer
in haar leven had hooren fluiten.
Zij wendde zich om en keek den
vreemdeling aan Hij was jong en
rijzig, had eon bruin gelaat en een
kort geknipt snorretje, droeg een
eenvoudig blauw tricot eu een witte
liet.
Loop weg, dacht Maria Louise,
toen ze zijn oogen zag. Zoo mag geen
man je aanzien, zoo heeft nog nooit
een man je aangezien. Maar het is
slechts een man, geen prins, dacht ze
hij zich zelf. En Je wou immers meis
je wezen....
Zij liep niet weg en zei
Wal fluit u prachtig I
Hij lachte.
ik ben kunstfluiter in een panop
ticum geweest
Panopticum Wat was dat Noou
van gehoord.
Hij lachto nog meer toen hij haar
aankeek.
Wees maar niet bang. juffrouw,
kunstfluiter is lang niet zoo erg als
leeuwentemmer of slaugenmensch.
Blijft u maar gerust hier. Kijk, daar
ginder zijn booten te huur. Zullen we
ecu klein tochtje maken Ten minste
als u kunt sturen...
Zij stemde knikkend toe. Tijdens 't
laatste bezoek bij haar oom den her
tog had zij vaak aan het roer gezeten,
toen zij met de prinsen op het meer
roeide. Maar die droegen nog korte
broeken en hadden matrozenhoeden
op en dan wus er altijd een vervelen
de huisonderwijzer of een zeurende
hofdame dij geweest...
Toen zij hij hel water kwamen,
wendde hij zich tut haar - Val niet, zei-
de hij, daar ligt een anker in liet
zand. En voorzichtig zijn bij het in
stappen.... hoppla....
Met één sprong stond zij' naast hem
en vol be wondering koek hij haar
aan.
Zij was gaan zitten en wondde het
hoofd terzij zoodat hij haar oogen
niet. kon zien.
Hij roeide goed De boot gleed als
een pijl over hel stille water.
- Bent u bang voor mo vroeg hij
Ben korte pauze.
Waarom
Omdat u voortdurend den ande
ren kant uitkijkt. Wie er zoo uit ziet
ala u. behoert dat. niet te doen.
Ik ben nooit bang voor men
schen, zeide zij. Alleen voor een
zaamheid en dwang, maar hier Is vrij
heid.
ZoiQer is het, zeide hij zachtjes.
Licht in het leven van den dag. Is uw
dagelijbsch loven moeilijk?
Zij knikte.
Iu ecu zaak
Zij knikte weer. Het was immers
hetzelfde, wat hij van haar dacht.
Waar hebt u dan zoo uitstekend
sturen geleerd U lijkt wel een er
varen zeerot.
Zij schrok niet eens van zijn driest
-ptreden. liet kwam er immers van
daag weinig op aan.
O, zoo 's Zondags met mijn
broers.' dio allen lid zijn van da rocl-
vereeniging. Kijk.... daar is reeds do
oever.
Haar blik dwaalde naar het donke
re bosch, waarboven torens van wit
ten zandsteen met bronzen koepels uit
staken.
Ja, zcido hij onverschillig, datis
een paleis van een prins of zoo iets.
Zog, kleintje, beu jij blij, dat jij geen
prinses bent.
Ik weol het niet.
Ik wel een prinses, die ziet er
geheet anders uit dan jij, spreek; ou
ders, beweegt zich anders. Ik ben blij,
dat jij er geen bent....
Maria Louise stuurde met een snel
len ruk de boot naar den valkant.
Jij had dio vreemdeling tegen haar
gezegd het werd dus tijd, dat er
©en "eind aan hot tochtje kwam. Zij
begon te beven, werd angstig -— was
zij niet reeds niet te ver gegaan niet
haar vrijheidsgrief
- Nu vroeg hij. Gij hebt er genoeg.
Zijt ge boos op me? Zij schudde
het hoofd.
Dat niet, maar ik moet naar
huis. Wat u daar van een prinses
heeft gezeerd is echter niet, waar. Ik
ben wel eens aan liet hof geweest...
Een heldere lach weerklonk.
Op een boerenhof zeker.
Zijn spot wond haar op. Zij begon
bijna te schreien. Wat was het toch
Zoo zenuwachtig was zij bi haar hee-
le leven nog nooit geweest.
Zooals u wilt. Mijn grootvader
was nnders tuinman op een kasteel
en in de vacantie heb ik weleer,s bij
hem gelogeerd en toen genoeg prin
sen en prinsessen gezien, Maar dat
zijn ook maar menschen van vleesch
en bloed,
Natuurlijk, zeide hij ironisch,
van was zeker niet Anders waren zij
immers in een panopticum en niet
in een kasteel I Maar kom, beschrijf
u ze ©ens. Hoe ziet bijvoorbeeld cec
prins er wel uit
Zij keek hem in zijn mooi bruin ge
laat, hoorde zijn gulle lach en sloeg
de oogen neer voor zijn blik.
Een prins, dat is heel iets an
ders dan u, spreekt anders, beweegt
zicli anders, kleedt zich anders, heel
inders.... toen stokte zij. D© bcot,
die z© naar den oever had gestuurd,
was tegen do landingsbrug gestoo-
ten.
Haltriep hij, toon zij dadelijk
ip sprong en wilde wegloopen. Zo©
zijn we niet getrouwd. Wacht eerst
eens, totdat ik den man betaald heb.
Zoo.... en nu gaan we samen.
Zij schudde angstig het hoofd.
Neen toch.
Ja toch.
Hij liep, alsof dat van zelf sprak,
naast haar.
Wees toch het verstandige meis
je, waarvoor ik je houd. D© dag is
nog zoo lang en de zon staat nog zoo
hoog
Nu weende zij werkelijk.
Ik mag niet. ik wil niet... men
wacht thuis op mij.
Hij luisterde niet naar haar
Aan den eenzamen boschweg, wel.
ke naar het paleis leidde, bloeiden
blauwe bloemen. Hij plukte een tuil
tje en overhandigde dit Maria Louise.
Wees nu niet dom, meisje, fluis
terde hij.
Zij wist niet wat er gebeurde, be
gon plotseling heftig te weenen.
Hij liep een paar passen achteruit.
Ik heb u niets willen doen, zeid©
hij lachend on nog nooit een nieisj©
gedwongen lief voor mij te ziin. Als
u wilt gaan, als 't u belieft... de weg
is vrij.
Hij boog ©ventjes en nam zijn pet
af.
Maria Louise vond het aangenaam,
dat hij haar als ©en dame behandel
de, Zij stak hem verlogen de hand to©
en zeide
Vergeet ine even snel als u mi)
hebt loeren kennen. Denk slechts, dat
het een stukje zomer-geluk was, wat
ik zocht en anders niets
En anders niet, fluisterde hij
haar na. llij bleef nog even staan, zag
hoe z© snel den weg afliep, schudde
tiet hoofd en liep in tegengesteld©
richting weg.
Maria Louise sliep dien nacht niet
Bij het ontklceden had de kamenier
een paar verwelkte mat-blauwe bloe
men van het tapijt opgeraapt, die d©
prinses had laten vallen. Maria Loui
se had ze woest uit haar handen ge
rukt op een wijze, welke haar onder
geschikten anders niet van haar ge-
end waren.
De kamenier haalde de schouders
op, toen zij zich verwijderde.
Den volgenden dag zou prms Max
in het paleis komen, de jonge prins,
van wien werd gefluisterd, dat hij
zich een bruid ging zceken. 'sMiddags
was er receptie op het kasteel. Op het
kiezel rolden equipages en auto's, dc
parterre-vertrekken waren in een
bloemenzee veranderd.
De met goud doorweven sleep
ruisebte achter haar aan en de moe
der, die rechts van haar schreed,
st reelde rnet den waaier over het mat
te jonge gelaat
Kijk toch niet zoo strak, kind, Je
weet, prins Max....
Ik weet het, zeide Maria Louise
gehoorzaam, maar huiverend. Zij had
maar één gelaat voor oogen. Ge
bruind en jong, lachend en vroolijk..
En toen begon de ontvangst. Er
werd gegroet en gebogen, voorgesteld
en gebabbeld-
Op het laatste oogenblik kwam er
„nog een auto. Men hoorde het getoe
ter en wist wie er kwam. Maria Loui
se wankelde onwillekeurig. Zij wist
ook, wat dat te betookonen had. Zij
had prins Max nooit gezien. Hij was
pas terug van een wereldreis. Maar
zijn bezoek was sinds lang aangekon
digd en men had over hem gespreken
als over een toekomstig gemaal, had
haar echter nimmer gevraagd, of zij
hot ook seed vond.
Zij luisterde naar d© haastige
schreden op het parket.
Zijne Hoogheid prins Max, Loui
se, zeide haar vader.
Zij keek op en zou gevallen zijn,
als haar vader haar niet had ge
steund.
De gasten werden zenuwachtig, do
moeder schrok, de hofdames ijlden
toe.
Het is niets, zeid© Maria Louise
hijgend, de hitte in de zaal, pur-
don
Vóór haar boog de jonge, slank©
prins met het gebruinde gelaat en do
goedzittend© uniform, diep.
Ben je 't of ben je 't niet, vroe
gen zijn oogen. Heb jij gisteren mis
schien ook voor een kort oogenblik]©
measch willen zijn, op dezen heerlij
ken Mei-dag slechts meisje willen we
zen, zooals ik jonge man....
Maria Louise lachte. Zij stak hem
de hand toe.
Meisje, zeide zijn oogen. terwijl
zijn lippen vol eerbied de hand dor
prinses kusten.
Bn naast elkaar en voor elkaar be
stemd wandelden zo naar de eetzaal.
(P. Nbr. CD