HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE EL AR
ZATLRDAG 30 JULI 1910
ttaarlemscne
Handelsvereenigin"
Qoedgck. bij Kon. B«al. vao 13 Hot. 189».
De Haarlemsche HaivVixvereenl-
ging hier ter stede, opir-leh' 10 Mei
18U2, heelt in den loop van den tijd
wei haar recht van butaan bewezen.
In zeer vele gevallen *a<en van ver-
•chilleuden aard De treffend, m zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geelt, dit te
waard eer en, door ais lid der Vereeni-
ging toe te treden- Et zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat Is niet vol
doende Elk handelaar, neringdoen
de, ju zells particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men hei werk op prijs stelt,
dat do Haarlemsche Handelsvereenl-
ging steeds opn-emt, als doende, wat
bare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groots
tegenuver ie geringe Jaarlijksche
contributie van 3.5U, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Haudelsvereenl-
gmg bemoeit zicb ln de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
mauen en mforuiaiiëu voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
bet recht, het bUD gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half Jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tol en met 30 April)
ad 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de beeren Mrs. Th. de
Haan Hugenhoiu en A. H. J. Merens,
Spaarae 04, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeiwging wordt een vast
recht van 5 pet der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
ateeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van lnformatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per Informatie, plus
'vijf cents porto-vergoedlug. Jnforma-
'tlën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad
bende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 lnformatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In April en Mei 1910 zijn 55 vorde
ringen tot een bedrag van f 1768.18 1/2
betaald; 18 vorderingen worden afbe
taald, 14 vorderingen zijn uitgesteld
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seert aan liet Bureau, dat geopend is
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
6oms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V toch van haar infor-
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
lnformatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor lnformatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
ccxxxrv.
Nederland heeft geen beeldhouwers
van beteekenis laat mij de uitdruk
king verzachten en zeggenvan gxoo-
be teekenis.
Hoe wil het ook anders
Er is uiteraard een nauw verband
tusschon de landelijke gesteldheid en
de kunst van het desbetreffend \olk.
Zoo heeft Nederland zijn schilders
van beteekenis, doordat het een land
van tonen en tinten is tonen, voor
zoover ze op kleur en niet op de ge
in id si eer betrekking hebben.
Dooh het heeft geen behoorlijke klei
eu geen marmer en geen steen. Alxoo:
geen beeldhouwers. Hoe zou je ook
een beeld willen vervaardigen mat de
stukjes en brokjes van de modder-
korst,. die Holland's bodem uitmaakt?
Dat gaat niet, neen, dat gaat niet.
Holland vertoont, door zijn nevel
achtige atmosfeer, geen scherpe vast-
liinige omtrekken Alzoo wederom
geen beeldhouwers. Grappenmakers
hebben wel eens beweerd, dat beeld
houwkunst de gemakkelijkste kunst
is, aangezien ze hierin bestaat, dat
men een stuk klei of een stuk marmer
neemt en het overtollige wegkapt Hoe
wil je nu het overtollige wegkappen,
als je, dank zij Neërland's dampige
lucht, met je bloote oog op geen stuk
ken na kunt onderscheiden, wat wèl
en wat niet overtollig is
Ouod erat demonstrandum.
Rembrandt op het Rembrandts-
Dlein te Amsterdam, lijkt een wegge-
loepen operadield. Thorbecke in de
zelfde „benarde veste" heeft iets weg
van een aangetakeld skelet. Naatje
von den Dam is denkelijk we] het
leelijkste, wanstaltigste beeld op aar
de. Enzoovoort Het is armelijk.
Er zijn op aarde nog wel een paar
hoogst verdienstelijke beeldhouwers,
doch dezen hebben in den vreemde
hun opleiding genoten en zijn, zoo in
denken als in voelen, verbnlten-
landsqtiL
Frankrijk daarentegen heeft door
alle eeuwen heen zijn beeldhouwers
van naam geleverd. Oorzaak hier
boven aangeduid.
Vandaar, dat Frankrijk, en „notam-
ment" Parijs, vol monumenten en
standbeelden is. die in meerdere of
mindere mate onzen schoonheidszin
streelcn.
Vandaar, dat elke „Salon" een con
tingent aan beeldhouwwerken ople
vert, dat het aantal beelden over
gansch Nederland verre overtreft
Vandaar, dat het onthullen van
standbeelden en monumenten hier tot
de feestelijkheden behoort, die ttelij-
ke malen per jaar plaats vinden.
Vandaar, dat de „descendant de
statue", waarover ik in een mijner
vorige brieven heb geschreven, een
niet onvoondeelig beroep heeft, waar
van de bestaansmogelijkheid in Hol
land nul komma nul le.
In minder dan een maand tpd heb
Ik drie standbeelden zien onthullen
de buste van de comtesse de Bégur
Rostopchine, in den Jardin du Luxem
bourg het monument van Waldeck-
Rousseau, in den Jardin des Tuilc-
ries het monument van Alfred de
Musset, op den hoek van Cours-la-
Reine en de Avenue d'Antin.
De laatste inauguratie was hoogst
belangwekkend, omdat er niet slechts,
als bij alle andere onthullingen, bij
gesproken werd, doch drie artiesten
van de Comédie Francaise, met name
madame Bartet, MounetSally en
mademoiselle Provost, er hun voor
diachtskunst „hors ligne" ten beste
gaven de eerste droeg „La dornió
re Nuit" van Maurice Magie, presi
dent der „Mussettistes" voorMou
net—Sully reciteerde op zijn meester
lijke wijze „Line Soirée perdue", en
mademoiselle^ Provost „Les Lonseiis
A une Marquise" van Alfred de Mus
set.
Andere onthullingen van standheel
den en monumenten zullen eerlang
plaats vinden.
Het regime van de Terre verniel
de, in zijn „furia" van gelijiuieid, alle
toenmalige standbeelden. Sinds dien
scheen Parijs zich tot taak gesteld te
hebben, die ontvolkte wereld te her-
bevolken.
Tallooze en tallooze standbeelden
zijn er sedert verrezen, en bijna geen
tak \an menschelijke werkzaamheid
is daar bij over het hoofd gezien. Hen
clrik IV, Lodewijk XIV vertegenwoor
digen de vorstelijkheid; Karei de
Groote, Jeanne d'Arc, Napoléon,
prins Eugemus, maarschalk Ney,
Moncey, enz., de krijgsmanswoarde;
Gutenberg géén Franschman, let
wel Bernard Palissy, Pascal,
Francois Ar ago, Claude Bernard,
Charcot, Pasteur enz. de wenmscimp
en de zege der gedacnie; Bichut, Pi-
nel, Larrey enz. de goueeskunae; ue-
druKelim, Gauibeua, Jules bnuon
enz. de polities; iabüë de 1 Epée, AUi-
lesuerhes, Hauy, lierryer de philan-
U erop ie en de weispre&eudheid! .vio
liexe, Voltaire, bidexot, Lamarune,
Biuzuc, Vicior Hugo, Alfred de Mus-
öilz. enz. te dozen opeucine zou
de opsomming gans one nlaUZijdeu oe
lielzou de scnoone letteren; V» at
teau, Hcrtrl Regnaull, Eugene Dela
croix, Meissomer, Alphonse de Neu-
viiie, Barye enz. beoiuende kunsten;
Berlioz, Chopin ook geen Frouscii-
i enz. de muziek. Het is overstel
pencL
Veilig kan gezegd worden, dat de
Franscue beeldhouwkunst der negen
tiende en van liet begin der twintigste
v voor een goed deel haar kunst
vaardigheid ten dienste heeft gesteld
tot het glorifieeren van Frankrijke
groote mannen op elk gebied. En bel
behoeft geen verwondering te baren,
tint „Les Francais illustres" een
boek is zooais er, met den besten wil
der wereld, geen in Holland zou kun-
worden samengesteld: het be
slaat uitsluitend uit redevoeringen,
gehouden bij onthullingen, in de
laatste jaren, van standbeelden en
monumenten.
Alles heeft echter zijn keerzijde.
l>e heer Le Corbeiller, gemeente
raadslid van Parijs, maakt zich be
nauwd over de groote toeneming van
standbeelden en spreekt de volgende
wijze woorden:
Parijs, zegt hij, wordt overstelpt
door standbeelden, ln bet pnjzens-
aardig verlangen den groot en man
van hun keuze te eeren, hebben de
talrijke comité's zich op de meest on
bescheiden wijze geworpen op onze
parken, pleinen en lanen, en de be-
•oegde machten hebben te hunnen
opzichte de meest onverschoonbare
inschikkelijkheid betoond. Er is mets
doordachts ln die invasie. Menig
standbeeld is eeu terging van het ge
zond verstand, zoo het geen ergernis
r de publieke meening ls. Bijna
alle zijn op goed geluk af geplaatst,
buiten alle aesthetische of logische
bekommernis om. Behalve het stand
beeld van Etlenne Marcel in het
Stadhuis en dat van Jeanne d'Arc op
de Place des Pyramides, is er geen
enkel modem monument, dat goed
geplaatst is en Parijs verfraait.
Wat komt Shakespeare op den
Boulevard Hausmann doen; Henry
Becque op een trottoir van de Ave
nue do Villiers? Wat de „Penseur"
van Rodin op de treden van het Pan
theon? Waarom drie standbeelden
van Alfred de Musset? Hoeveel moet
Victor Hugo er hebben?
En eiken dag vragen nieuwe oomi-
té's nieuwe ruimten voor nieuwe
groote mannen Spoedig zal elke
straatheek, elk kruispunt ingenomen
zijn door eeu voetstuk, waarop een
bronzen beeld. En zelfs de vluchtheu-1
veis zullen niet meer toegankelijk
zijn voor vluchtende voetgangers,
voor wie ze toch bestemd zijn.
Het wordt tijd, aan al die onge
rechtvaardigde luutusieèn paal en
perk te stellen en te bepalen, dat
voorlaan geen enkel emplacement zal
worden afgestaan voor welk stand
beeld ook.
De gelegenheid is overigens zeer
schoon; de stad Parijs zal eerlang
groote en prachtige turnen aanleggen
op de plaats der geslechte vestingwer
ken. Al die boomgroepen en grasper
ken vragen, door standbeelden ver
sierd te worden. Dat de nieuwe groo
te mannen dus eeu weinig geduld
hebben...
Tot zoover de heer Le Corbeiller,
niet wiens denkbeelden de „service
des beaux-arts" zich thans bezighoudt
Er is veel waars in zijn bewering,
voor zoover hel de aastbeiiek betreft.
Overigens is hij wel wat al te som-
ber. Mij persoonlijk althans heeft
nog geen enkel standbeeld hier in den
weg geslaan.
OTTO KNAAP.
Tan de Residentie en haar
bewoners.
LXVÏL
Begin Augustus worden op ie ba
nen van Ockenburg, bij l..«islainen,
de schietkampioenscliappen uitge
vochten. Acht landen zullen er aan
deelnemen.
Aanvankelijk zouden ze niet in Hol
land plaats hebben ze waren eerst
toegewezen aan Argentinië, dat met
graagte op zich nam, voor een goede
regeling te zorgen. Tijdens de vorige
kampioenswedstrijden kwamen de Ar
gentijnen wonder wat meedeelen om-
ti ent ontvangst van de vreemde schut
ters.
Een oorlogsschip zou naar eene
Europeesclie haven komen, daar de
schutters afhalen en later ook weer
terugbrengen. In Argentinië zouden
ze doorloopend de gasten zijn, door
de regeering ontvangen worden, enz.
Men geloofde dithad geen enkele
reden om het niet te doen, maar
toen de tijd langzaam naderde, dat
wat van alle voorbereiding bekend
moest worden, hoorde niemand iets
meer.
Brieven werden niet beantwoord en
eindelijk liet men een onderzoek h>
stellen. Wat bleek
Van het zenden van een oorlogs
schip, ontvangst door de regeering,
was niets waar Festiviteiten /ouden,
voor zoover bekend, niet op grootsche
schaal plaats vinden, ja zelfs voor
goede banen was nog niet eens ge
zorgd.
Wilde van de wedstrijden nog iet?
terecht komen, dan moesten ze in
een ander land gehouden worden, en
toen Nederland zich bereid verklaar
de. kreeg het de regeling
Op Ockenburg zullen dus nu de
kampioenschappen verschoten wor
den. De banen zijn er goed, kunnen
soms alleen veel te lijden hebben van
den zeew ind en de middelen van ver
veer er heen zijn uiterst primitief.
Een zijlijntje naar Kijkduin van de
tram Den HaagLoosduinen- ifoek-
van-Holland voert tot voor Ocken
burg. maar wie ooit in de hobbelwa
gentjes van deze maatschappij heeft
gezeten, zal het toestemmen, dat voor
eeu groot concours deze verbmdiug
op zijn zachtst uitgedrukt primitief te
noemen is.
De belangstelling is echter groot en
de panen goed van een succes is men
dus al verzekerd.
Kijkpublies is er echter niet veel te
verwachten Scheveningen is nu in
vol seizoen en dan moet er al heel
wat bijzonders zijn, wil het de men-
schen uit Kurhaus en omgeving weg
halen.
Het is een niet onvermakelijke be
zigheid, thans 's avonds op dezelfde
uren eens langs de haltes te loopen
voor de trams naar Scheveningen. De
zelfde menschen zijn er steeds te vin
den.
De ouderen met knorrige, de jon
gere edities soms met stralende ge
zichten.
We vinden er geheele families, keu
rig gekleed, van pa tot den Jongsten
spruit, die nog in de korte broek is,
maar een onberispelijk boordje bo
ven een ongekreukt sporthemd draagt,
een hoed op drie haartjes.
Bij anderen ls de gala meer ver
deeld. De dochters steeds tip top
voor haar is do gang hoofdzakelijk
ze zijn nog altijd vrij, och raakte ik
er maar eentje kwijt ma wat min
de rmooi, maar toch nog heel goed
toonbaar. Pa valt beslist buiten het
kader. Een liggende boord wie
draagt nu een liggende boord ln de
zen tijd van reclameschuttingen
een niet geheel meer zwarte hoed, col
bertje, dat kantooruren verraadt
geen handschoenen.
Eigenlijk geneeren dochters en ma
zich een beetje, maar pa heeft de
porlewouuaie en gaat hij niet inee,
dan moeten ze loopen.
H ij ging Liever metvindt dat ge
sjouw naar het Kurhaus heel verve
led, maar het moet nu eenmaal. Je
moet je laten zien als je dochters hebt
en daar in Scheveningen komen nog
wel eens geschikte cundidaten
vrouw zoeken.
Er zijn ook gezelschappen zonder
pa'sma voert dan óf geheel het ge
zag, óf heeft niets in te brengen, moet
mee, omdat de dochters niet alléén
kunnen gaan. Want gaan je wel al
leen, dan is dat niet fatsoenlijk, ten
zij de meisjes wat ver in de dertig ra
ken, en daar ze de drie kruisjes niet
halen, tenzij ze boven de veertig zijn,
moet ma mee.
Zoo zweeft eiken avond een leger
van uitgaaumenschen de trams bin
nen. Aan een beschrijving van den
inventaris van modemagazijnen, die
ze aan bel lijf dragen, zal ik me niet
wagen de vaktechnische kennis ont
breekt me daartoe, maar dat deze
mode- en couventiepoppen zich ge
heel onderworpen Lebben aan alle
excentrieke eischen van mevrouw Mo
de zal ieder graag gelooven.
Ook gaan wei muziekliefhebbers
naar Scheveningen ,ooch ze verdwij
nen en door eenvoud en door getale j
deze geparfumeerde, gezijde-bluu-
seerde, gereuzenhoede massa
Bij het aanschouwen van de kranig
uitgedoste schaar van Jongedochte-
ren en van wat daarvoor doorgaat
is de zucht van den vader met een
beperkt Inkomen te begrijpen, -lie
wenschte, dat het nooit zomer werd.
I-loe opvallend dn gedraaf naar
Schevewngen is, blijkt nogal aardig
uil het volgende voorval.
Eeu paar jaar geiedeji ging ik eens
<len openingsavond van het Kurhaus
naar Ecbeveningen; de tram vul met
dames onder haar mooiste tuig.
De wagenvoeruer, die zag dat ik
die tentoonstelling van kleeren zat
op te nemen, zei plotseling:
,Ju mijnheer, nu begint het lieve
leven weer. Ma en de dochters krij
gen het nu druk.
Ik kan toch zoo'n meelijden met
ze hebben nu kijken ze vriendelijk,
die ma daar met haar vier dochters,
maar hoe meer het seizoen opschiet
hoe boozer ze zien dat heb ik al
jaren lang opgemerkt, ten minste aJs
niemand aan den haak slaan.
Lukt dat, dan lachen er twee: de ma
de dochter, die iemand gevangen
heeft, de andere zien spin, mijnheer,
spui gewoonweg.
is ze naar Scheveningen gaan,
dan kan het er nog mee door, maar
aLs ze terugkomen! Dan kijken ze
toch zoo vriendelijk en om het minste
hebben ze ruzie.
Het vs me het beroepje wel, Tis-
schea daar op de huwelijksbeurs en
wat vang je soms nog? Bot, en nog
ms bot."
Een paar maanden geleden is bij
den gemeenteraad het voorstel inge
diend om de stad te voorzien van
electrische klokken, waarvoor ruim
een 60 000 werd aangevraagd. De
oppositie tegen dit geld uitgeven Ls
niet zoo bijster groot, zoodat wel te
verwachten is dat we over een paar
Jaren de Raad werkt niet vlug
die klokken in de straten zullen heb
ben.
Nu is er echter een eigenaardig be
zwaar tegen opgedoken, eigenaardig
omdat dit bezwaar velen hier wonen-
den gunstig voor due uurwerken zal
stemmen. Bij een onweer te Arnhem,
waar dergelijke klokken zijn aange
bracht, stonden ze alle plotseling stil
en het is te verwachten dat we der
gelijke grapjes hier mettertijd ook
zullen meemaken. Voor een zeker
deel van de menschheid hier, die hun
tijd doorbrengen met slapen m hun
bed of op hun bureaustoel, maar die
het eerste als het gemakkelijkste
verkiezen, zal dit klokkeneuvel met
blijdschap begroet worden.
Immers als het 's nachts onweert
kunnen de meeste mensclien niet sla
pen en als nu alle „officieele" klok
ken den volgenden morgen stilstaan,
weet niemand hoe laat het is en kan
men zich rustig nog voor een paar
uurtjes omdraaien, zonder kans voor
onaangenaamheden op bureau. Men
weet toch niet hoe laat het is.
Van „zekere" zijde en die is hier
niet de minst machtige is dus een
ijveren voor die klokkenmanie
wachten en we zullen dus wel al vast
kunnen zeggen: Adieu 60.0000. En
fin dat geld zal de gezondheid van
Hagenaars bevorderen en in zoover
is het dus niet weggegooid.
SINTRAM.
Stadsnieuws
Ovtr de Kermis.
Nóg spannen strak en grauw rond
de tenten, die straks, te beginnen
met overmorgen, brandpunten zullen
worden van laaiende vreugd en jui
chend vermaak, de linnen doeken, en
sluiten of al die schilierige heerlijk
heden voor de jeugaig-begeerige
blauwe en bruine kijkers, die turen,
aarzel-echuw, maar ook diep-verlan
gend, door de zeilspleten in de dof-
schaduwende tentruimten, waarbin
nen is gezwoeg en gedraaf \an man
nen en touwen, die ui-te-xnam arbei
den, om, vullen straks, onder 't roe-
Den der m.-talen klokkesteminen van
de oude Bt Bavo, ue windselen, ons,
Spaarne stedelingen, te verblinden
niet 'n felle bLakerende kleuren
pracht, en ie verlokken tot hoopen
Nóg staan de kraam en spel-licha-
men daar vormloos-dood, verstijfd
onder de grijze of rood-wit-gestreepte
Dakken. maar daaronder schuilt tocii
al 't leven, gereed zich in één groo
ten jubel te openbaren, zoodra 'i sein
m-aanvang slechts geklonken hoeft
Kén waarheid dringt zich onmis
kenbaar aan den toeschouwer op er
is minder dan verleden jaar. Nief
veel, nruor toch is liet aantal kwa
draat-meters, dat de kermis verleden
jaar besloeg, wederom afgenomen.
Maar, laten de kermisgangers zich
gerust stellen. Genoeg is nocr over, om
zich een week zonder verveling te
kunnen vermaken. En mocht al iedei
tentje van het eigenlijke kermister
rein zijn bezocht, welnu, dan zijr,
daar het Brongebouw, de Vereeni
ging, de Kroon, de Schouwburg, Stoei
en Spree, om nieuw en bijna niet-u't
te-Dutten vermaak te bieden.
Ter Groote Markt valt dadelijk op
de caroussel-salon von L. van Bei-
gen. die, als stoomdraaimolen, wel
niet dien indruk mankt als de inrich
ting van Tewe dat Indertijd deed,
maar die cr toch wel zijn mag. Er
naast is Victor Coosacl, die nu een
«je tegenover de Kroon gevon
den heeft, verdrongen door het .Eta
blissement" van J. H. Bongers.
En zijn wafelen én de „Véritabiei
beignets aux pommes" van Consaet
zullen den feestenden zeker wèl sma
ken.
Een fotografie- en schiettent heb
ben tegenover Brinkmaan een plaats
gevonden.
Het hooge schiller-kleurige bouw
sel tegenover 't Bioscope-theater is
iets nieuws, en wel een „American
Cake-Walk Road", die de pas-popu
luir geworden toboggan al weer ver
drongen heeft. Sic transit!... Intus
sctieu, die Cake-walk Road, waarin'
men dansen moei, of men wil of niet,
belooft n heele attractie te worden
eui zal waarschijnlijk Prof. Muilen?
dochter, wier Kou. Spiritistische log<
de tenienreeks ter Groote Markt af.
sluit, n zware concurrentie aandoen.
'n Brondlijn van feestigheid van
'n brandpunt kan men hier moeilijk
spreken zal ook de O. Gracht zijn.
Beginnen we hij de Zijlstraat dan ko
men we aan heel wat kraaien waarin
vooral 't artikel „nougal de Montéli-
mart'" een overwegende rol speelt.
Willem en Jacob en andere StuvéT
wisselen elkaar af, en de tusschen-
ruimten worden aangevuld door koek
suikergoede en speelgoed-kramen. Da
reeks poffei-ijes-ieuten langs het Oude
Gracht gedeelte tusschen Jacobijne
eu Koningstraat is ook nu weer pre
sent.
Toch, als men denken zou, dat niea
ter Oude Gracht alleen maar eten
kan, zou mcu blijk geven niet op dt
hoogte te zijn.
Bij de Zijlstraat en bij 't Spaarae,
dus aan begiu- en eindpunt „verhef
fen zich" twee Turksche schommels,
die de namen van hun schuitjes ge
heel gemoderniseerd hebben. Nu leest
men er: Latham, Blériot, Zeppelin»
Paulhan en namen van andere vogel
mensdien. Tevens treft men tusschen
Jacobijne- en Zijlstraat aan in
volgorde: eeu cents-draaimolen, eea
tent waarin men de „edele" werp-
sport beoefenen kan, eea „The&tre
des Nouveauté s', en eeu Muséa in
ternational, anders gezegd een w us-
san-beelden-g&lertj.
Met 't front naar 't Verwulft heeft
men de stoom-draaimolen van Piet
Xhaflaire, die met zijn collega op de
Groote Markt in alles wedijvert bij
de Schagchclslraat treft men nog de
„blauwe" tent van de afdeeling Haar
lem van den Ned. Christ- Gelieel-ont-
houdersbond aan.
De Botermarkt zal ook niet zonder
kermisvreugde zijn. Ook hier vinden
we een „American Cake Waik-roud
naast een snipper- en aucade-bollen-
tentzoowel de een als de audere in
richting ral zich waarschijnlijk in eea
druk bezoek verheugen mogen.
„Stcffens" dochter", de dame, die uw
verleden, heden, en toekomst zegt en
er 'n wonderbaarlijkcn spiegel op na
houdt, is van de Groote Markt ook
hierheen verhuisd. Aan dit orakel
tentje paalt het „Palace Théètre" van
L. le Riclie, een spécialitéiten-gezcl-
FEUILLETON^
OR,ik
Naar het Engelsch
door
CHARLES GARVICB.
Hij was verlangend naar nieuws
Van het land. Hij had gehoord van
den oorlog in Zuid-Afrika, maar wist
nog niets van het resultaat, dut toch
al lang bekend was. Er kwam zoo nu
en dan maar eens een courant op
Lonavvay en Nora had druk werk om
te vertellen van alles, wat er in den
laatsten tijd gebeurd was.
Terwijl zij vertelde en Mr. Hodges
bedaard luisterde, alleeu zoo nu en
dan eeu„Och kom 1 ls 't waar 1" la
tende hooren. zat Margery naast het
vuqr, haar poiccleiublauwe oogen op
den spreker gevestigd.
Toen Nora uitgepraat was, merkte
Mr. Hodges op
Je hebt zeker ook wel papieren
le brengen hij Shuffley aan de steen
groeve. Zoo ja, ga cr dan nu heen,
dat is nog juist zoo'n wandelingetje
Voor het avondeten.
Avondeten I riep Nora lachend
uit- Tk eeloof niet dat Ik na dit alles
vanavond nog iets zal kunnen eten.
Hodges lachte alsof dit een heerlij
ke grap was.
Ik kan wel zien, dat je vreemd
bent in Lonaway, jonge man, zei hij.
Er is hier geen tijd van den dag,
waarop je niet kunt eten. Ben je
daar, Margery Ga JIJ dan met dit
jonge mensch mee om hem den weg
te wijzen naar Shuffley.
Maar Nora had liever geen gezel
schap, en verklaarde, dat zij den wog
wel alleen kon vinden. Dat was niet
moeilijk. Shuffley scheen den man te
zjjn, die de steengroeve pachtte en
zijn huisje was van een heuveltje
dicht bij de boerderij van Hodges af
te zien.
Nora liep het pad af en vond den
man van de steengroeve voor zijn hut
zitten. Hij was een magere, melancho
lieke man, maar hij nam de aanma
ning doodbedaard aan en merkte op,
dat hij zijn best zou doen het geld bij
elkaar te schrapen en nadat Nora
voor zijn aanbod tot gastvrijheid be
dankt had, ging zij een wandelingetje
maken.
Er schenen geen andere woningen
op het eiland te zijn behalve de twee,
die zij gezien had. Ofschoon Jacob het
totaal niet met haar eens was. had
dit plekje grond voor Nora iets bijzon
der bekoorlijks. De stilte, de eenzaam
heid, de atmosfeer van vrijheid en
ruimte hadden iets bekoorlijks voor
haar jonge geest en zij hoopte van
harte, dat de tweo pachters met het
betalen van hun pacht zoo lang mo
gelijk zouden wachten.
De zeemeeuwen vlogen hier bij dui
zenden rond en schreeuwden als ver
loren zielen, die rust zochtende
sterren kwamen op en werden weer
kaatst in het water van de baai,
waarin zij geland was.
Zij had een gevoel of zij alleen was
In een nieuwe, en toch oude, vreemde
wereld; haar verleden lag achter
haar het meisje, Nora Ryall, was
verdwenen of gestorven en had plaats
gemaakt voor den jongen, Cyril Mer-
ton. Die Indruk bleef haar bij, toen
zij in haar eenvoudig slaapkamertje
onder de pannen wakker lag want
niemand scheen er aan te twijfelen,
of zij was een jongen.
Het weer was prachtig, do lucht
zoo zacht en toch zoo prikkelend, ter
wijl zij recht van Labrador kwam
overwaaien, dat Nora in een opge
wekte stemming kwam en zich best
amuseerde.
De dagen gingen eentonig voorbij.
Noch Shuffley noch Hodges scheen
ocnigszius plan te hebben om zijn
huur te botalen en in plaats van No-
ra als een noodzakelijk kwaad te be
schouwen, werden zij voortdurend
vriendelijker tegenover haar. Voor
tijdpasseerlng begon Nora met eieren
te verzamelen. Eerst vond zii het zoe
ken daarvan wel wat al te moeilijk;
de nesten lagen dikwijls op bijna on
toegankelijke plaatsen zij moest over
de rotsen klimmen maar gelukkig
had zij een sterk hoofd en niet minder
sterke zenuwen, en spoedig was zij
in staat haar voeten een steuntje te
geven op de smalle randen.
Op zekeren dag was zij daarmee
bezig en zag van haar verheven stand
punt do „Happy Lucy" de haven bin
nenkomen. Haar slanke gestalte stijl
tegen de rots aangedrukt, kon van 't
dek van het scheepje af niet opge
merkt worden eu glimlachend stond
zij op het punt kapitein Marks iets
toe le roepen en hem zoo in verba
zing te brengen, toen zij zag. dat er
een passaeier aan boord was. Het
schip was nog te ver weg om de aan
gezichten duidelijk te onderscheiden
en juist maakte het een bocht en was
zoo uit haar gezicht. Zij klom boven
op de rots, en ging naar bonedon om
den kapitein bij de landingsplaats te
ontmoeten. Zij was halverwege naar
beneden, toen de „Happy Lucy" al
ankerdeen zij versnelde haar pas
tot een draf, toen zij plotseling staan
bleef, haar het bloed naar het gelaat
stroomde om dadelijk daarop weer
doodsbleek te worden.
De tweede gestalte in do boot was
opgestaan en stond nu rechtop met
zijn gelaat naar het eiland gekeerd.
Met eeu nevoel had zil een
stuk in de keel, zonk Nora op den
grond en zat daar een oogenblik ang
stig rondkijkend. Toen stond zij op
en vluchtte, niet in de richting van
de boerderij, maar weg naar het verst
verwijderde deel van het eiland.
HOOFDSTUK XIV.
Een Ontmoeting met
Mr. Strlpley.
Eliot wandelde weg van de pic-nic,
nauwelijks wetend waar zijn voeten
hem heenbrachten .De hemel scheen
plotseling donker te zijn geworden,
de warme lucht kil en dreigend. Hoe
zeer de jeugd ook in staat is tot vreug
de, nog scherper is haar aanleg om
te lijden. Op dat oogenblik had Eliot
een gewaarwording of het leven alle
waarde voor hem had verloren, zijn
liefde voor Nora was zoo groot, hij
beminde haar zoo hartstochtelijk en
de slag was zoo plotseling gevallen,
dat hij zich half verdoofd en vernie
tigd voelde. De woorden van Mevr.
Ryall klonken in zijn ooren en zijn
hart als de vernietiging van al zijn
hopen van zijn eenigen levenswensen.
Het kwam niet bij hem op aan haar
bewering te twijfelen, en hij vond da
delijk nog meej- aanleiding om er ge
loof aan te slaan, toen hij dacht aan
Nora's manieren en woorden, nadat
hü haar in het boschje zUn liefde had
beleden. Zij had gezegu „U moet dat
niet doen 1" zij had hem weggeduwd,
en was eindelijk wcggeloopen alsof
zij het betreurde naar hem geluisterd
te hebben en zich te hebben laten kus
sen. Ja het was heel duidelijk zij
had zich een oogenblik laten meeno
men door de kracht van zijn harts
tochtelijke bekentenis, en de moed
had haar ontbroken heni te vertellen,
dat zij al verloofd was of ten minsts
zoo goed al» verloofd met een ander.
Misschien was het niet alloen ge
brek aan moed maar ook medelijden
met hem, die haar had doen zwijgen.
Zij was zoo Jong, zoo onschuldighrj
had haar zoo plotseling overvallen,
haar doen schrikken. O Ja, het was
heel duidelijk, heel begrijpelijk, liij
zweeg en keek wanhopig rond.
De omgeving was plotseling aller
onaangenaamst voor hem geworden;
met do aanwezigheid van Nora was
het een aardsch l'uradijs geweest
zonder haar was het een eenzame,
verlaten plaats, die hij wilde ontvluch
ten. Zelfs zijn beminde paarden kon
den hem niet opwekken of zijn ge
dachten verstrooien.
Een vrouw, die in 't hart gewond i?,
kan bedaard blijven maar ecu man
wordt onrustig en ongeduldig, ca
wil vluchten van do plaats, waar hij
geleden heeft.
<Wordt vervolgd).