HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE EL AR ZATLRDAG 30 JULI 1910 ttaarlemscne Handelsvereenigin" Qoedgck. bij Kon. B«al. vao 13 Hot. 189». De Haarlemsche HaivVixvereenl- ging hier ter stede, opir-leh' 10 Mei 18U2, heelt in den loop van den tijd wei haar recht van butaan bewezen. In zeer vele gevallen *a<en van ver- •chilleuden aard De treffend, m zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geelt, dit te waard eer en, door ais lid der Vereeni- ging toe te treden- Et zijn wel meer dan 600 leden, maar dat Is niet vol doende Elk handelaar, neringdoen de, ju zells particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men hei werk op prijs stelt, dat do Haarlemsche Handelsvereenl- ging steeds opn-emt, als doende, wat bare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groots tegenuver ie geringe Jaarlijksche contributie van 3.5U, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Haudelsvereenl- gmg bemoeit zicb ln de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te mauen en mforuiaiiëu voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden bet recht, het bUD gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half Jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tol en met 30 April) ad 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de beeren Mrs. Th. de Haan Hugenhoiu en A. H. J. Merens, Spaarae 04, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeiwging wordt een vast recht van 5 pet der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port ateeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van lnformatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per Informatie, plus 'vijf cents porto-vergoedlug. Jnforma- 'tlën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad bende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto- vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 lnformatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af- geloopen jaar gegeven. In April en Mei 1910 zijn 55 vorde ringen tot een bedrag van f 1768.18 1/2 betaald; 18 vorderingen worden afbe taald, 14 vorderingen zijn uitgesteld Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seert aan liet Bureau, dat geopend is verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men 6oms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V toch van haar infor- matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging lnformatiën door haar worden ver strekt, en dat voor lnformatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Parijsche Brieven ccxxxrv. Nederland heeft geen beeldhouwers van beteekenis laat mij de uitdruk king verzachten en zeggenvan gxoo- be teekenis. Hoe wil het ook anders Er is uiteraard een nauw verband tusschon de landelijke gesteldheid en de kunst van het desbetreffend \olk. Zoo heeft Nederland zijn schilders van beteekenis, doordat het een land van tonen en tinten is tonen, voor zoover ze op kleur en niet op de ge in id si eer betrekking hebben. Dooh het heeft geen behoorlijke klei eu geen marmer en geen steen. Alxoo: geen beeldhouwers. Hoe zou je ook een beeld willen vervaardigen mat de stukjes en brokjes van de modder- korst,. die Holland's bodem uitmaakt? Dat gaat niet, neen, dat gaat niet. Holland vertoont, door zijn nevel achtige atmosfeer, geen scherpe vast- liinige omtrekken Alzoo wederom geen beeldhouwers. Grappenmakers hebben wel eens beweerd, dat beeld houwkunst de gemakkelijkste kunst is, aangezien ze hierin bestaat, dat men een stuk klei of een stuk marmer neemt en het overtollige wegkapt Hoe wil je nu het overtollige wegkappen, als je, dank zij Neërland's dampige lucht, met je bloote oog op geen stuk ken na kunt onderscheiden, wat wèl en wat niet overtollig is Ouod erat demonstrandum. Rembrandt op het Rembrandts- Dlein te Amsterdam, lijkt een wegge- loepen operadield. Thorbecke in de zelfde „benarde veste" heeft iets weg van een aangetakeld skelet. Naatje von den Dam is denkelijk we] het leelijkste, wanstaltigste beeld op aar de. Enzoovoort Het is armelijk. Er zijn op aarde nog wel een paar hoogst verdienstelijke beeldhouwers, doch dezen hebben in den vreemde hun opleiding genoten en zijn, zoo in denken als in voelen, verbnlten- landsqtiL Frankrijk daarentegen heeft door alle eeuwen heen zijn beeldhouwers van naam geleverd. Oorzaak hier boven aangeduid. Vandaar, dat Frankrijk, en „notam- ment" Parijs, vol monumenten en standbeelden is. die in meerdere of mindere mate onzen schoonheidszin streelcn. Vandaar, dat elke „Salon" een con tingent aan beeldhouwwerken ople vert, dat het aantal beelden over gansch Nederland verre overtreft Vandaar, dat het onthullen van standbeelden en monumenten hier tot de feestelijkheden behoort, die ttelij- ke malen per jaar plaats vinden. Vandaar, dat de „descendant de statue", waarover ik in een mijner vorige brieven heb geschreven, een niet onvoondeelig beroep heeft, waar van de bestaansmogelijkheid in Hol land nul komma nul le. In minder dan een maand tpd heb Ik drie standbeelden zien onthullen de buste van de comtesse de Bégur Rostopchine, in den Jardin du Luxem bourg het monument van Waldeck- Rousseau, in den Jardin des Tuilc- ries het monument van Alfred de Musset, op den hoek van Cours-la- Reine en de Avenue d'Antin. De laatste inauguratie was hoogst belangwekkend, omdat er niet slechts, als bij alle andere onthullingen, bij gesproken werd, doch drie artiesten van de Comédie Francaise, met name madame Bartet, MounetSally en mademoiselle Provost, er hun voor diachtskunst „hors ligne" ten beste gaven de eerste droeg „La dornió re Nuit" van Maurice Magie, presi dent der „Mussettistes" voorMou net—Sully reciteerde op zijn meester lijke wijze „Line Soirée perdue", en mademoiselle^ Provost „Les Lonseiis A une Marquise" van Alfred de Mus set. Andere onthullingen van standheel den en monumenten zullen eerlang plaats vinden. Het regime van de Terre verniel de, in zijn „furia" van gelijiuieid, alle toenmalige standbeelden. Sinds dien scheen Parijs zich tot taak gesteld te hebben, die ontvolkte wereld te her- bevolken. Tallooze en tallooze standbeelden zijn er sedert verrezen, en bijna geen tak \an menschelijke werkzaamheid is daar bij over het hoofd gezien. Hen clrik IV, Lodewijk XIV vertegenwoor digen de vorstelijkheid; Karei de Groote, Jeanne d'Arc, Napoléon, prins Eugemus, maarschalk Ney, Moncey, enz., de krijgsmanswoarde; Gutenberg géén Franschman, let wel Bernard Palissy, Pascal, Francois Ar ago, Claude Bernard, Charcot, Pasteur enz. de wenmscimp en de zege der gedacnie; Bichut, Pi- nel, Larrey enz. de goueeskunae; ue- druKelim, Gauibeua, Jules bnuon enz. de polities; iabüë de 1 Epée, AUi- lesuerhes, Hauy, lierryer de philan- U erop ie en de weispre&eudheid! .vio liexe, Voltaire, bidexot, Lamarune, Biuzuc, Vicior Hugo, Alfred de Mus- öilz. enz. te dozen opeucine zou de opsomming gans one nlaUZijdeu oe lielzou de scnoone letteren; V» at teau, Hcrtrl Regnaull, Eugene Dela croix, Meissomer, Alphonse de Neu- viiie, Barye enz. beoiuende kunsten; Berlioz, Chopin ook geen Frouscii- i enz. de muziek. Het is overstel pencL Veilig kan gezegd worden, dat de Franscue beeldhouwkunst der negen tiende en van liet begin der twintigste v voor een goed deel haar kunst vaardigheid ten dienste heeft gesteld tot het glorifieeren van Frankrijke groote mannen op elk gebied. En bel behoeft geen verwondering te baren, tint „Les Francais illustres" een boek is zooais er, met den besten wil der wereld, geen in Holland zou kun- worden samengesteld: het be slaat uitsluitend uit redevoeringen, gehouden bij onthullingen, in de laatste jaren, van standbeelden en monumenten. Alles heeft echter zijn keerzijde. l>e heer Le Corbeiller, gemeente raadslid van Parijs, maakt zich be nauwd over de groote toeneming van standbeelden en spreekt de volgende wijze woorden: Parijs, zegt hij, wordt overstelpt door standbeelden, ln bet pnjzens- aardig verlangen den groot en man van hun keuze te eeren, hebben de talrijke comité's zich op de meest on bescheiden wijze geworpen op onze parken, pleinen en lanen, en de be- •oegde machten hebben te hunnen opzichte de meest onverschoonbare inschikkelijkheid betoond. Er is mets doordachts ln die invasie. Menig standbeeld is eeu terging van het ge zond verstand, zoo het geen ergernis r de publieke meening ls. Bijna alle zijn op goed geluk af geplaatst, buiten alle aesthetische of logische bekommernis om. Behalve het stand beeld van Etlenne Marcel in het Stadhuis en dat van Jeanne d'Arc op de Place des Pyramides, is er geen enkel modem monument, dat goed geplaatst is en Parijs verfraait. Wat komt Shakespeare op den Boulevard Hausmann doen; Henry Becque op een trottoir van de Ave nue do Villiers? Wat de „Penseur" van Rodin op de treden van het Pan theon? Waarom drie standbeelden van Alfred de Musset? Hoeveel moet Victor Hugo er hebben? En eiken dag vragen nieuwe oomi- té's nieuwe ruimten voor nieuwe groote mannen Spoedig zal elke straatheek, elk kruispunt ingenomen zijn door eeu voetstuk, waarop een bronzen beeld. En zelfs de vluchtheu-1 veis zullen niet meer toegankelijk zijn voor vluchtende voetgangers, voor wie ze toch bestemd zijn. Het wordt tijd, aan al die onge rechtvaardigde luutusieèn paal en perk te stellen en te bepalen, dat voorlaan geen enkel emplacement zal worden afgestaan voor welk stand beeld ook. De gelegenheid is overigens zeer schoon; de stad Parijs zal eerlang groote en prachtige turnen aanleggen op de plaats der geslechte vestingwer ken. Al die boomgroepen en grasper ken vragen, door standbeelden ver sierd te worden. Dat de nieuwe groo te mannen dus eeu weinig geduld hebben... Tot zoover de heer Le Corbeiller, niet wiens denkbeelden de „service des beaux-arts" zich thans bezighoudt Er is veel waars in zijn bewering, voor zoover hel de aastbeiiek betreft. Overigens is hij wel wat al te som- ber. Mij persoonlijk althans heeft nog geen enkel standbeeld hier in den weg geslaan. OTTO KNAAP. Tan de Residentie en haar bewoners. LXVÏL Begin Augustus worden op ie ba nen van Ockenburg, bij l..«islainen, de schietkampioenscliappen uitge vochten. Acht landen zullen er aan deelnemen. Aanvankelijk zouden ze niet in Hol land plaats hebben ze waren eerst toegewezen aan Argentinië, dat met graagte op zich nam, voor een goede regeling te zorgen. Tijdens de vorige kampioenswedstrijden kwamen de Ar gentijnen wonder wat meedeelen om- ti ent ontvangst van de vreemde schut ters. Een oorlogsschip zou naar eene Europeesclie haven komen, daar de schutters afhalen en later ook weer terugbrengen. In Argentinië zouden ze doorloopend de gasten zijn, door de regeering ontvangen worden, enz. Men geloofde dithad geen enkele reden om het niet te doen, maar toen de tijd langzaam naderde, dat wat van alle voorbereiding bekend moest worden, hoorde niemand iets meer. Brieven werden niet beantwoord en eindelijk liet men een onderzoek h> stellen. Wat bleek Van het zenden van een oorlogs schip, ontvangst door de regeering, was niets waar Festiviteiten /ouden, voor zoover bekend, niet op grootsche schaal plaats vinden, ja zelfs voor goede banen was nog niet eens ge zorgd. Wilde van de wedstrijden nog iet? terecht komen, dan moesten ze in een ander land gehouden worden, en toen Nederland zich bereid verklaar de. kreeg het de regeling Op Ockenburg zullen dus nu de kampioenschappen verschoten wor den. De banen zijn er goed, kunnen soms alleen veel te lijden hebben van den zeew ind en de middelen van ver veer er heen zijn uiterst primitief. Een zijlijntje naar Kijkduin van de tram Den HaagLoosduinen- ifoek- van-Holland voert tot voor Ocken burg. maar wie ooit in de hobbelwa gentjes van deze maatschappij heeft gezeten, zal het toestemmen, dat voor eeu groot concours deze verbmdiug op zijn zachtst uitgedrukt primitief te noemen is. De belangstelling is echter groot en de panen goed van een succes is men dus al verzekerd. Kijkpublies is er echter niet veel te verwachten Scheveningen is nu in vol seizoen en dan moet er al heel wat bijzonders zijn, wil het de men- schen uit Kurhaus en omgeving weg halen. Het is een niet onvermakelijke be zigheid, thans 's avonds op dezelfde uren eens langs de haltes te loopen voor de trams naar Scheveningen. De zelfde menschen zijn er steeds te vin den. De ouderen met knorrige, de jon gere edities soms met stralende ge zichten. We vinden er geheele families, keu rig gekleed, van pa tot den Jongsten spruit, die nog in de korte broek is, maar een onberispelijk boordje bo ven een ongekreukt sporthemd draagt, een hoed op drie haartjes. Bij anderen ls de gala meer ver deeld. De dochters steeds tip top voor haar is do gang hoofdzakelijk ze zijn nog altijd vrij, och raakte ik er maar eentje kwijt ma wat min de rmooi, maar toch nog heel goed toonbaar. Pa valt beslist buiten het kader. Een liggende boord wie draagt nu een liggende boord ln de zen tijd van reclameschuttingen een niet geheel meer zwarte hoed, col bertje, dat kantooruren verraadt geen handschoenen. Eigenlijk geneeren dochters en ma zich een beetje, maar pa heeft de porlewouuaie en gaat hij niet inee, dan moeten ze loopen. H ij ging Liever metvindt dat ge sjouw naar het Kurhaus heel verve led, maar het moet nu eenmaal. Je moet je laten zien als je dochters hebt en daar in Scheveningen komen nog wel eens geschikte cundidaten vrouw zoeken. Er zijn ook gezelschappen zonder pa'sma voert dan óf geheel het ge zag, óf heeft niets in te brengen, moet mee, omdat de dochters niet alléén kunnen gaan. Want gaan je wel al leen, dan is dat niet fatsoenlijk, ten zij de meisjes wat ver in de dertig ra ken, en daar ze de drie kruisjes niet halen, tenzij ze boven de veertig zijn, moet ma mee. Zoo zweeft eiken avond een leger van uitgaaumenschen de trams bin nen. Aan een beschrijving van den inventaris van modemagazijnen, die ze aan bel lijf dragen, zal ik me niet wagen de vaktechnische kennis ont breekt me daartoe, maar dat deze mode- en couventiepoppen zich ge heel onderworpen Lebben aan alle excentrieke eischen van mevrouw Mo de zal ieder graag gelooven. Ook gaan wei muziekliefhebbers naar Scheveningen ,ooch ze verdwij nen en door eenvoud en door getale j deze geparfumeerde, gezijde-bluu- seerde, gereuzenhoede massa Bij het aanschouwen van de kranig uitgedoste schaar van Jongedochte- ren en van wat daarvoor doorgaat is de zucht van den vader met een beperkt Inkomen te begrijpen, -lie wenschte, dat het nooit zomer werd. I-loe opvallend dn gedraaf naar Schevewngen is, blijkt nogal aardig uil het volgende voorval. Eeu paar jaar geiedeji ging ik eens <len openingsavond van het Kurhaus naar Ecbeveningen; de tram vul met dames onder haar mooiste tuig. De wagenvoeruer, die zag dat ik die tentoonstelling van kleeren zat op te nemen, zei plotseling: ,Ju mijnheer, nu begint het lieve leven weer. Ma en de dochters krij gen het nu druk. Ik kan toch zoo'n meelijden met ze hebben nu kijken ze vriendelijk, die ma daar met haar vier dochters, maar hoe meer het seizoen opschiet hoe boozer ze zien dat heb ik al jaren lang opgemerkt, ten minste aJs niemand aan den haak slaan. Lukt dat, dan lachen er twee: de ma de dochter, die iemand gevangen heeft, de andere zien spin, mijnheer, spui gewoonweg. is ze naar Scheveningen gaan, dan kan het er nog mee door, maar aLs ze terugkomen! Dan kijken ze toch zoo vriendelijk en om het minste hebben ze ruzie. Het vs me het beroepje wel, Tis- schea daar op de huwelijksbeurs en wat vang je soms nog? Bot, en nog ms bot." Een paar maanden geleden is bij den gemeenteraad het voorstel inge diend om de stad te voorzien van electrische klokken, waarvoor ruim een 60 000 werd aangevraagd. De oppositie tegen dit geld uitgeven Ls niet zoo bijster groot, zoodat wel te verwachten is dat we over een paar Jaren de Raad werkt niet vlug die klokken in de straten zullen heb ben. Nu is er echter een eigenaardig be zwaar tegen opgedoken, eigenaardig omdat dit bezwaar velen hier wonen- den gunstig voor due uurwerken zal stemmen. Bij een onweer te Arnhem, waar dergelijke klokken zijn aange bracht, stonden ze alle plotseling stil en het is te verwachten dat we der gelijke grapjes hier mettertijd ook zullen meemaken. Voor een zeker deel van de menschheid hier, die hun tijd doorbrengen met slapen m hun bed of op hun bureaustoel, maar die het eerste als het gemakkelijkste verkiezen, zal dit klokkeneuvel met blijdschap begroet worden. Immers als het 's nachts onweert kunnen de meeste mensclien niet sla pen en als nu alle „officieele" klok ken den volgenden morgen stilstaan, weet niemand hoe laat het is en kan men zich rustig nog voor een paar uurtjes omdraaien, zonder kans voor onaangenaamheden op bureau. Men weet toch niet hoe laat het is. Van „zekere" zijde en die is hier niet de minst machtige is dus een ijveren voor die klokkenmanie wachten en we zullen dus wel al vast kunnen zeggen: Adieu 60.0000. En fin dat geld zal de gezondheid van Hagenaars bevorderen en in zoover is het dus niet weggegooid. SINTRAM. Stadsnieuws Ovtr de Kermis. Nóg spannen strak en grauw rond de tenten, die straks, te beginnen met overmorgen, brandpunten zullen worden van laaiende vreugd en jui chend vermaak, de linnen doeken, en sluiten of al die schilierige heerlijk heden voor de jeugaig-begeerige blauwe en bruine kijkers, die turen, aarzel-echuw, maar ook diep-verlan gend, door de zeilspleten in de dof- schaduwende tentruimten, waarbin nen is gezwoeg en gedraaf \an man nen en touwen, die ui-te-xnam arbei den, om, vullen straks, onder 't roe- Den der m.-talen klokkesteminen van de oude Bt Bavo, ue windselen, ons, Spaarne stedelingen, te verblinden niet 'n felle bLakerende kleuren pracht, en ie verlokken tot hoopen Nóg staan de kraam en spel-licha- men daar vormloos-dood, verstijfd onder de grijze of rood-wit-gestreepte Dakken. maar daaronder schuilt tocii al 't leven, gereed zich in één groo ten jubel te openbaren, zoodra 'i sein m-aanvang slechts geklonken hoeft Kén waarheid dringt zich onmis kenbaar aan den toeschouwer op er is minder dan verleden jaar. Nief veel, nruor toch is liet aantal kwa draat-meters, dat de kermis verleden jaar besloeg, wederom afgenomen. Maar, laten de kermisgangers zich gerust stellen. Genoeg is nocr over, om zich een week zonder verveling te kunnen vermaken. En mocht al iedei tentje van het eigenlijke kermister rein zijn bezocht, welnu, dan zijr, daar het Brongebouw, de Vereeni ging, de Kroon, de Schouwburg, Stoei en Spree, om nieuw en bijna niet-u't te-Dutten vermaak te bieden. Ter Groote Markt valt dadelijk op de caroussel-salon von L. van Bei- gen. die, als stoomdraaimolen, wel niet dien indruk mankt als de inrich ting van Tewe dat Indertijd deed, maar die cr toch wel zijn mag. Er naast is Victor Coosacl, die nu een «je tegenover de Kroon gevon den heeft, verdrongen door het .Eta blissement" van J. H. Bongers. En zijn wafelen én de „Véritabiei beignets aux pommes" van Consaet zullen den feestenden zeker wèl sma ken. Een fotografie- en schiettent heb ben tegenover Brinkmaan een plaats gevonden. Het hooge schiller-kleurige bouw sel tegenover 't Bioscope-theater is iets nieuws, en wel een „American Cake-Walk Road", die de pas-popu luir geworden toboggan al weer ver drongen heeft. Sic transit!... Intus sctieu, die Cake-walk Road, waarin' men dansen moei, of men wil of niet, belooft n heele attractie te worden eui zal waarschijnlijk Prof. Muilen? dochter, wier Kou. Spiritistische log< de tenienreeks ter Groote Markt af. sluit, n zware concurrentie aandoen. 'n Brondlijn van feestigheid van 'n brandpunt kan men hier moeilijk spreken zal ook de O. Gracht zijn. Beginnen we hij de Zijlstraat dan ko men we aan heel wat kraaien waarin vooral 't artikel „nougal de Montéli- mart'" een overwegende rol speelt. Willem en Jacob en andere StuvéT wisselen elkaar af, en de tusschen- ruimten worden aangevuld door koek suikergoede en speelgoed-kramen. Da reeks poffei-ijes-ieuten langs het Oude Gracht gedeelte tusschen Jacobijne eu Koningstraat is ook nu weer pre sent. Toch, als men denken zou, dat niea ter Oude Gracht alleen maar eten kan, zou mcu blijk geven niet op dt hoogte te zijn. Bij de Zijlstraat en bij 't Spaarae, dus aan begiu- en eindpunt „verhef fen zich" twee Turksche schommels, die de namen van hun schuitjes ge heel gemoderniseerd hebben. Nu leest men er: Latham, Blériot, Zeppelin» Paulhan en namen van andere vogel mensdien. Tevens treft men tusschen Jacobijne- en Zijlstraat aan in volgorde: eeu cents-draaimolen, eea tent waarin men de „edele" werp- sport beoefenen kan, eea „The&tre des Nouveauté s', en eeu Muséa in ternational, anders gezegd een w us- san-beelden-g&lertj. Met 't front naar 't Verwulft heeft men de stoom-draaimolen van Piet Xhaflaire, die met zijn collega op de Groote Markt in alles wedijvert bij de Schagchclslraat treft men nog de „blauwe" tent van de afdeeling Haar lem van den Ned. Christ- Gelieel-ont- houdersbond aan. De Botermarkt zal ook niet zonder kermisvreugde zijn. Ook hier vinden we een „American Cake Waik-roud naast een snipper- en aucade-bollen- tentzoowel de een als de audere in richting ral zich waarschijnlijk in eea druk bezoek verheugen mogen. „Stcffens" dochter", de dame, die uw verleden, heden, en toekomst zegt en er 'n wonderbaarlijkcn spiegel op na houdt, is van de Groote Markt ook hierheen verhuisd. Aan dit orakel tentje paalt het „Palace Théètre" van L. le Riclie, een spécialitéiten-gezcl- FEUILLETON^ OR,ik Naar het Engelsch door CHARLES GARVICB. Hij was verlangend naar nieuws Van het land. Hij had gehoord van den oorlog in Zuid-Afrika, maar wist nog niets van het resultaat, dut toch al lang bekend was. Er kwam zoo nu en dan maar eens een courant op Lonavvay en Nora had druk werk om te vertellen van alles, wat er in den laatsten tijd gebeurd was. Terwijl zij vertelde en Mr. Hodges bedaard luisterde, alleeu zoo nu en dan eeu„Och kom 1 ls 't waar 1" la tende hooren. zat Margery naast het vuqr, haar poiccleiublauwe oogen op den spreker gevestigd. Toen Nora uitgepraat was, merkte Mr. Hodges op Je hebt zeker ook wel papieren le brengen hij Shuffley aan de steen groeve. Zoo ja, ga cr dan nu heen, dat is nog juist zoo'n wandelingetje Voor het avondeten. Avondeten I riep Nora lachend uit- Tk eeloof niet dat Ik na dit alles vanavond nog iets zal kunnen eten. Hodges lachte alsof dit een heerlij ke grap was. Ik kan wel zien, dat je vreemd bent in Lonaway, jonge man, zei hij. Er is hier geen tijd van den dag, waarop je niet kunt eten. Ben je daar, Margery Ga JIJ dan met dit jonge mensch mee om hem den weg te wijzen naar Shuffley. Maar Nora had liever geen gezel schap, en verklaarde, dat zij den wog wel alleen kon vinden. Dat was niet moeilijk. Shuffley scheen den man te zjjn, die de steengroeve pachtte en zijn huisje was van een heuveltje dicht bij de boerderij van Hodges af te zien. Nora liep het pad af en vond den man van de steengroeve voor zijn hut zitten. Hij was een magere, melancho lieke man, maar hij nam de aanma ning doodbedaard aan en merkte op, dat hij zijn best zou doen het geld bij elkaar te schrapen en nadat Nora voor zijn aanbod tot gastvrijheid be dankt had, ging zij een wandelingetje maken. Er schenen geen andere woningen op het eiland te zijn behalve de twee, die zij gezien had. Ofschoon Jacob het totaal niet met haar eens was. had dit plekje grond voor Nora iets bijzon der bekoorlijks. De stilte, de eenzaam heid, de atmosfeer van vrijheid en ruimte hadden iets bekoorlijks voor haar jonge geest en zij hoopte van harte, dat de tweo pachters met het betalen van hun pacht zoo lang mo gelijk zouden wachten. De zeemeeuwen vlogen hier bij dui zenden rond en schreeuwden als ver loren zielen, die rust zochtende sterren kwamen op en werden weer kaatst in het water van de baai, waarin zij geland was. Zij had een gevoel of zij alleen was In een nieuwe, en toch oude, vreemde wereld; haar verleden lag achter haar het meisje, Nora Ryall, was verdwenen of gestorven en had plaats gemaakt voor den jongen, Cyril Mer- ton. Die Indruk bleef haar bij, toen zij in haar eenvoudig slaapkamertje onder de pannen wakker lag want niemand scheen er aan te twijfelen, of zij was een jongen. Het weer was prachtig, do lucht zoo zacht en toch zoo prikkelend, ter wijl zij recht van Labrador kwam overwaaien, dat Nora in een opge wekte stemming kwam en zich best amuseerde. De dagen gingen eentonig voorbij. Noch Shuffley noch Hodges scheen ocnigszius plan te hebben om zijn huur te botalen en in plaats van No- ra als een noodzakelijk kwaad te be schouwen, werden zij voortdurend vriendelijker tegenover haar. Voor tijdpasseerlng begon Nora met eieren te verzamelen. Eerst vond zii het zoe ken daarvan wel wat al te moeilijk; de nesten lagen dikwijls op bijna on toegankelijke plaatsen zij moest over de rotsen klimmen maar gelukkig had zij een sterk hoofd en niet minder sterke zenuwen, en spoedig was zij in staat haar voeten een steuntje te geven op de smalle randen. Op zekeren dag was zij daarmee bezig en zag van haar verheven stand punt do „Happy Lucy" de haven bin nenkomen. Haar slanke gestalte stijl tegen de rots aangedrukt, kon van 't dek van het scheepje af niet opge merkt worden eu glimlachend stond zij op het punt kapitein Marks iets toe le roepen en hem zoo in verba zing te brengen, toen zij zag. dat er een passaeier aan boord was. Het schip was nog te ver weg om de aan gezichten duidelijk te onderscheiden en juist maakte het een bocht en was zoo uit haar gezicht. Zij klom boven op de rots, en ging naar bonedon om den kapitein bij de landingsplaats te ontmoeten. Zij was halverwege naar beneden, toen de „Happy Lucy" al ankerdeen zij versnelde haar pas tot een draf, toen zij plotseling staan bleef, haar het bloed naar het gelaat stroomde om dadelijk daarop weer doodsbleek te worden. De tweede gestalte in do boot was opgestaan en stond nu rechtop met zijn gelaat naar het eiland gekeerd. Met eeu nevoel had zil een stuk in de keel, zonk Nora op den grond en zat daar een oogenblik ang stig rondkijkend. Toen stond zij op en vluchtte, niet in de richting van de boerderij, maar weg naar het verst verwijderde deel van het eiland. HOOFDSTUK XIV. Een Ontmoeting met Mr. Strlpley. Eliot wandelde weg van de pic-nic, nauwelijks wetend waar zijn voeten hem heenbrachten .De hemel scheen plotseling donker te zijn geworden, de warme lucht kil en dreigend. Hoe zeer de jeugd ook in staat is tot vreug de, nog scherper is haar aanleg om te lijden. Op dat oogenblik had Eliot een gewaarwording of het leven alle waarde voor hem had verloren, zijn liefde voor Nora was zoo groot, hij beminde haar zoo hartstochtelijk en de slag was zoo plotseling gevallen, dat hij zich half verdoofd en vernie tigd voelde. De woorden van Mevr. Ryall klonken in zijn ooren en zijn hart als de vernietiging van al zijn hopen van zijn eenigen levenswensen. Het kwam niet bij hem op aan haar bewering te twijfelen, en hij vond da delijk nog meej- aanleiding om er ge loof aan te slaan, toen hij dacht aan Nora's manieren en woorden, nadat hü haar in het boschje zUn liefde had beleden. Zij had gezegu „U moet dat niet doen 1" zij had hem weggeduwd, en was eindelijk wcggeloopen alsof zij het betreurde naar hem geluisterd te hebben en zich te hebben laten kus sen. Ja het was heel duidelijk zij had zich een oogenblik laten meeno men door de kracht van zijn harts tochtelijke bekentenis, en de moed had haar ontbroken heni te vertellen, dat zij al verloofd was of ten minsts zoo goed al» verloofd met een ander. Misschien was het niet alloen ge brek aan moed maar ook medelijden met hem, die haar had doen zwijgen. Zij was zoo Jong, zoo onschuldighrj had haar zoo plotseling overvallen, haar doen schrikken. O Ja, het was heel duidelijk, heel begrijpelijk, liij zweeg en keek wanhopig rond. De omgeving was plotseling aller onaangenaamst voor hem geworden; met do aanwezigheid van Nora was het een aardsch l'uradijs geweest zonder haar was het een eenzame, verlaten plaats, die hij wilde ontvluch ten. Zelfs zijn beminde paarden kon den hem niet opwekken of zijn ge dachten verstrooien. Een vrouw, die in 't hart gewond i?, kan bedaard blijven maar ecu man wordt onrustig en ongeduldig, ca wil vluchten van do plaats, waar hij geleden heeft. <Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5