NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 28« Jaargang. No. 8314 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon. en Feestdagen. DINSDAG 2 AUGUSTUS 1910 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN «fe, ^SSl^P'A AD VERTENTIËN: PER DRIE MAANDENi Msg* Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1.20 Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland'Ug 50 Cts. voor 3 plaatsingen i contant. Afzonderlijke nummers n'o?l/ f C. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 a t<yy «t j n a cnn a u -mj B de omstreken en franco per posj „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de nlaatsinn van advertentign en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. T^lephoon interc. 6229. Buitenlandsch Overzicht In den laalaten tijd hebben we reeds meermalen beschouwingen gewijd aan 'T VBREENIGD ZUID-AFRIKA. Ook nu is er aanleiding <yn even 'den blik te laten dwalen naar 't ver re Zuiden, waar onze stambroeders leven. Men zit er nu druk in de voorberei dingen van den grooten verkiezings strijd. Met spanning wordt de uit spraak van de stembus verwacht, want ze zal beslissen over de samen stelling van 't algemeen lands- en ook van 't provinciaal bestuur. Voor de verkiezingen zijn er twee groote partijen. De zg. Zuid-Afrikaari sche Nationale partij, dat is de partij van Lojiis Botha, waarin zich de Hol- landsch-Afrikaansche politieke orga nisaties zullen oplossen. De andere groep is ae zg. Unionistische partij, welke de vereeniging zal zijn der groepen, die zich vóór dezen in Trans vaal, Vrijstaat en Kaap-kolonie tooi den met den naam van „progressie ven". De tegenstelling dezer partijen is In hoofdtrekken nog altijd er een van „ras"het Hollandscbe element te genover het Engelsche, maar daar naast ook een tegenstelling van den landbouwenden boer tegenover den lnduötrieelen uitlander, van den blij- venden bewoner van 't land tegenover den tijdelijken en tevens in algemee- nen zin van 't op sociaal terrein meer vooruitstrevende tegenover het be houdende element. Belde partijen hebben thans haar vorkiezings- en werkprogram gepu bliceerd, waarin zij zoowel op sociaal als economisch, maar vooral op on derwijsgebied tegenover elkaar staan. Belangrijk in dezen verkiezings strijd en daardoor belangrijk voor do geheelo toekomst van Zuid-Afrika is de rede, dezer dagen door den minister-president der Unie, ex-gene- xaal Louis Botha, gehouden. Hij be schreef 't algemeené karakter, dat hij door de nieuwe Zuid-Afrikaansche partij, mede door hem gesticht, wil laten dragen. De rede stond in 'tteeken der ver zoening. W illen we in en om Zuid- Afrika een gelukkige, bloeiende en te vreden bevolking, dan moeten we zoo zei Z. Excellentie met een schoon blad beginnen. Dan moet 't uit zijn met den rassenhaat De bel de rassen Engelschen en Afrikaan- ders moeten samen werken, zoo- als reeds in de vroegere partij, „Het Volk" En?elschen en Afrikaanders hebben samengewerkt. Ik zou eiken rassenhater tot het bittere einde be vechten. Het Engelsche volk en de Engelsche regeering hebben door Z. Afrika zelfbestuur te verleenen, een groote verantwoordelijkheid op de schouders onzer politieke leiders ge- legddaarom werd van ieder ver wacht, dat hij zijn plicht zou doen, opdat deze verantwoordelijkheid niet zou blijken op de schouders van on- waardigen te zijn gelegd. Ik zelf zal, wanneer mijn partij de meerderheid blijkt te bezitten, alles doen wat in mijn macht staat, om door rechtvaar digheid bij *t gebruiken dier meerder heid den Engelschen alle gerechte re den tot grief bij voorbaat te ontnemen en aldus het ideaal te verwezenlijken: het scheppen van een nieuwe natie uit de verschillende nationaliteiten van Z.-Afrika. Of dit ideaal inderdaad te verwe zenlijken is Botha verwees naar hetgeen hij in de drie jaar van zijn bestuur in Trans vaal reeds tot stand gebracht heeft en dat ook eerst voor onbereikbaar ideaal had gegolden hoe hij met na me de Chineesche arbeidskr achten uit het land had gekregen, zonder dat de naar het heette, onvermijde lijke catastrofe in de mijnindustrie was gekomen. Integendeel er Is thans overvloed van blanke en zwar te werkkracht en de mijnindustrie bloeit sterker dan ooit to voren. Vervolgens kwam Botha op de ver houding van zijn partij tot Engeland. „Wij moeten niet vergeten, dat de Britsche Regeering een bron van kracht voor ons ls, omdat zoolang wij haar bescherming genieten er voor ons geen gevaar te vreezen ls. Een Fransch schrijver hnalde onlangs een gesprek aan met wijlen koning Eduard, waarin Z. M. zou gezegd hebben „The Boers are gentlemen and we must trust them as gentle men". Ik verzeker u, dat dit de geest is. die onder het Engelsche volk te genover ons heerscht en daarom ben ik van opinie, dat het ongelukkig ver leden ohs niet moet weerhouden, om de Britsche bevolking in vele punten tegemoet te komen, omdat vandaag bij hen verdwijnt do afgunst, die ook bij ons verdwijnen moet. Wat ls ple zieriger om te zien, dan dat onder beide rassen de vriendschap wordt bevorderd en wat is plezieriger om te zien, dan dat een groot Zuid-Afri- kaansch leger in 't leven wordt geroe pen. waarbij misschien een Engelsch officier het bevel heeft over troepen uit Boeren bestaande of een Boeren- officier een Engelsche troep comman deert Dat ls een ideaal, dat wij al len moeten trachten te verwezenlij ken." Of dan de Afrikaners Engelschen moeten worden Natuurlijk neen I Elk der beide naties blijft een zelf standige natie, doch aamenwerkend voor een gemeenschappelijk doel Zuid-Afrika's bloei. Botha wist zijn bedoeling niet beter te illuslreeren, dan door te wijzen op de Schotten men zal nooit een Schot ontmoeten, die erkent, dat hij een Engelschman is maar zijn loyauteit aan de En gelsche kroon is onbetwistbaar 1 Tot zoover een zeer korte samenvat ting van generaal Botha's rede. Wat er van te zeggen Het doet voor ons, Nederlandera, die nog herinnering hebben aan de bange worsteling van 10 jaar hèr, vreemd aun, dat nu zoo geheel in het Engelsche regime berust wordt Waarom is dan destijds toch de oor log begonnen, als men het nu zoo best onder de Engelsche overheersching kon stellen Niet dat we het onder de gegeven omstandigheden afkeuren, dat men in een goede verstandhouding tot de Engelschen den bloei van het land wil bevorderen, maar toch, de ma nier waarop nu alles gaat, wekt wel eenige verwondering. Wat zou Oom Paul, wat zouden an dere gestorven Zuid-Afrikaansche hel den, die op het veld van eer gestreden hebben voor „het eigen volksbe staan", wel zeggen en deuken, als ze nog eens konden zien, hoe nu alles toegaat.... Te Stockholm is geopend, waaraan 600 gedelegeerden uit 24 landen deelnemen, benevens het corps diplomatique. Uit naam der Zweedschc regeering riep de minister van buitenlandsche zaken den congressisten het welkom toe. De Belgische senator Lafontaine dankte namens het congres. Telegrammen van hulde werden gezonden aan den koning van Zwe den, aan Passy, Bertha von Suttner, Tolstoi en anderen. Moge dit congres werkelijk bevor derlijk zijn aan de vredes-idee wordt nog steeds scherper. De Spaan- ache gezant bij het Vaticaan is thans naar zijn land teruggekeerd, wat blijkbaar een afbreking der onder handelingen beteekent. Zondag hadden de Katholieken een betooging georganiseerd, die evenwel door de regeering verboden is gewor den. Daarop werden twee telegram men verzonden. Een aan den minister-president, luidend ..Honderdduizend Basken, behoo- rende tot de anti-liberale, katholieke partijen, vereenigd ter krachtige be scherming van de rechten der Kerk, en steunende op de instemming van 110 der 120 gemeenten in de provincie Biscaye, op de medewerking van alle godsdienstige vereenigingen en con gregaties en den zegen van 52 prela ten, protesteeren tegen de houding van de regeering, die een aanslag pleegt op de democratische beginse len, welke zij den grondslag barer politiek noemt. Door haar verbod toont deze zich te laten beïnvloeden door de vrees, dat de katholieke elementen in de Baskische provinciën openlijk de par tij zullen kiezen van het Vatikaan, en zich tot verdedigers zullen opwer pen der rechten, welke miskend wor den. Wij wenschen Uwe Excellentie mo de te deelen, dat wij de voorgenomen betooging beschouwden als een zwak middel tot bestrijding van het anti katholicisme en dat wij besloten heb ben thans op andere wijze op te tre- len, hoewel wij ons rekenschap ge ven van de mogelijke gevolgen daar van." Aan Z. H. den Paus „Op het punt staande door eene grootsche betooging den feestdag van den Heiligen St. Ignatius te vieren, ontvangen wij een verbodsbevel van de regeering, op den enkelen grond sloten zijn alles op het spel te zetten tegenover de houding der regeering. In naam van honderdduizend katho lieken hernieuwen wij do verzekering van onzen onvoorw aardel ij ken trouw en aanhankelijkheid aan Uwe Hei ligheid. Gereed ons leven en bezittin gen in den strijd te geven, verzoeken wij uw zegen voor deze aan de kerk zoo getrouwe landstreek." EEN TREINONGELUK. Bij een botsing tusschen een goede rentrein en een passagiers trein in de nabijheid van Tlelat in Oran, werden 20 personen gedood en 40 gewond. De meeste slachtoffers zijn Spaansche of inlandsche maaiers. Stadsnieuws DE KERMIS. De eerste kermisdag is, wat 't weer aangaat, vermaak-biedenden en ver- maak-zoekenden niet ongunstig ge weest. Wel viel er in den middag zoo'n 6tug buitje, dat ineens de straat leeg- volkt, maar nog vielen de druppels gestadig, toen weer uit alle schuil- gelegenheden het kermisterrein vol werd. En 's avonds bleef het weder goed een mooie zomeravond, die veel men- schen op de been bracht Tot twee uur verliep alles vrij orde lijk. maar na het sluiten der kramen is er 't een-en-ander voorgevallen, waardoor de kermls-inzet tot een 6lechten werd gemaakt. Men zie daar voor de rubriek Stadsnieuws In het Eerste Blad van beden. Hieronder volgt een verslag van de feest-voorstellingen in de gebouwen. SOCIËTEIT VEREENIGING. Henri ter Halls Revue-gezelschap geeft deze week in de Sociëteit Veree niging de revue-operette in drie be drijven van Ter Hall zelf, getiteld Hebt u niets vergeten? Als de schrijver van dit verslag moet zeg gen waarom die revue zoo heet, dan ls hij tot zijn leedwezen verplicht, al stond de dood er op, te erkennen, dat hii het niet weet. Dc eenige verkla ring, die hi] van den titel kan geven, is deze. dat de acteur Ter Hall, hoofd persoon in de revue, aan den schrij ver van het stuk vraagt „hebt u niets vergeten want honderd en een onderwerpen passeeren er, men moet het nu of nooit zeggen, de revue. Hot begint met de loterijzaal in Den Haag, vervolgens komt een tocht door het Westland, het veorfraeiïngsplan dezer stad, Amerika, o. ze badplaat oen aan de Noordzee, het Paleis voor Volksvlijt, de Noordpool, de vrouwe lijke rechtbank, het Haagsche Bosch, apotheose. Als Iemand schrijver dezes vraagt„hebt u niets vergeten dan antwoordt hij „waarschijnlijk wel". Als Ilenri ter Hall deze bonte ver zameling bij elkaar heeft gedacht, dan schrijft hii dialogen, waarin hij zichzelf de mooiste rol toebedeelt, strooit daar aardigheden over uit, die hil maar voor het oprapen schijnt te hebben (vandaar denkelijk, dat ze we! eons wat laag bij den grond zt haalt ean kapelmeester voor de mu ziek vam de coupletten, die hij dicht, en een costumier voor de costumes wat zeg ik 1 één costumier, neen twee, drie, vier misschien, want Ieder ooeenblik moeten de dames en heeren van 't koor ln andere pakjes tusschen de coulissen te voorschijn komen, zet vervolgens den decoratieschilder aan 't werk, die een knappe kerel is, en wanneer dat alles klappt, zooals het in de tooneeltaal heet, strooit hij over het heele product een sausje van gevoel en vaderlandsliefde, en zet de kermiskoek zóó aan 't publiek voor. Er in happen zullen de menschen, dat voorspelt schrijver dezes, in de kleur, in den klank, in de moppen van Ter Heil, waarvan deze de beste is„Wat zeg Je in 't Duitsch tegen een lantarenpaal En als dan de an der het antwoord schuldig blijft „daar zeg Je niets tegen, dien loop je voorbij." Smullen zullen ze ook van de malle fratsen van Nieuwenhuyzen Jr., die werkelijk heel aardig is. De plaatse lijke toespelingen zullen ze laten voorbijgaan, omdat ze niet veel be duiden, voor de regie, die in een oog wenk bij open doek de tooneelen ver wisselt. zullen ze respect krijgen, en wanneer ze, na gelachen en geapplau disseerd te hebben, thuis komen, zul len ze er niets van weten na te ver tellen. wat precies uitkomt met de be doelingen van Ter Hall, die maar liever heeft, dat de menschen in de zaal van de Vereeniging de revue komen hooren. Dat zullen ze ook wel doen. BRONGEBOUW, Een goed begin van de kermïsweek voor hel gezelschap, dat in de Bron voorstellingen geeft I Want er was gisteren al dadelijk een goedgevulde zaal. om te zien en te beluisteren wat impressario, de heer B. Gosschalk, bijeen had gebracht. Zoo'n impressario is een merkwaar dig man, iemand als 'n hovenier, die z'n tuinen doorloopt en hier 'n roos, daar een trosje seringen, elders een anjelier wegplukt, en die met een takje fijn aspergegroen tot een bloe- mentuiltje te zamen bindt. Zoo speurt ook een impressario de weelderig-begroeide akkers van de soecialiteiten-artisten langs, om tus schen het onkruid, uit er is daar veel onkruid wat bijeen te zame len. dat het publiek behagen kan. De heer Gosschalk ls daarin vrij goed geslaagd. Noemen we het orkest aspergegroen in den ruiker, dan kunnen we zeggen, dat het groen wat overdadig is, al geldt onze aanmer king op de quahtiteit niet tevens de dualiteit. Van de bijeengebundeldc bloemen wil ik over het algemeen niets kwaads zeggen. Over 't algemeen 1 Daaronder valt niet het nummer van mej. Sophie Davids. We gelooven niet, dat het pu bliek. ook niet het kermispuhliek, be hagen heeft in de liedjes, die zij gis teravond zong, in de liedjes noch in de wijze, waarop zij die voordroeg. Misschien andere steden, andere ze den. maar hier in Haarlem zien we haar naam niet gaarne op één pro gramma met dien van Speenhoff. Want de impressario is zoo fortuin lijk. den dichter-zanger met zijn echt- genoote in de Bron te doen optreden. De liedjes, die zij zingen, zijn wel het mooist, wat er op het programma vermeld wordt. Sj>eenhoff zong vier liedjes op de zuiver-eenton-ige en onaandoenlijke couplet-melodietjes, met er onder fijn- geluidend de echt-Speenhoffsche refreinen, ineest weemoed-zangerig zijn stem, die zoo ijl-hoog weg kan gaan met een klankloozen snik, maar zoo niet-hoorbaar, toch aanvoelbaar, omdat in die refreinen en liedjes iets uit een menschenziel trilt. Spaarzamelijk aangetoetst met een lichte guitaaa-aanstrijking, liier-en- daar. maakt de verszanggang en het fijn-rake, vaak verrassen d-van-geest- oDlichtende woord iets van het ver wante in je ziel los. Zoo kwam b.v. z'n „Bloed op straat" tot ons. waarin hij zoo diep-treffend vertelt, hoe elk bloedplasje op straat Speenhoff woont in een groote stad Rotterdam weer een open baring is van den strijd van het leven tegen levens-ellende 'n overreden kindje, een vechtpartij, een doodzieke sukkel.... Luchtiger en lustiger was z'n „Len telied" en de meer bekende „Onze Hollandscbe vloot" en het pleidooi voor Dr. Kuyper. Mevrouw Caesarine Speenhoff Prins zong heel lief, maar nog met een overdreven tikje gemaniëreerd heid, als vroeger, van „Hun eerste kindje" en 't heel fijn-gevoelige „Slaapliedje". Haar „Brief van Piet aan zijn tante" hadden we al- eens meer gehoord. De avond was aangevangen met een dwaas dingetje „Een nachtelijke visite of een kop thee", waarin de echtparen Gosschalk en Lommers het publiek vermaakten. Maupie Staal gaf geestige liedjes en een leuke nabootsing van een fono graaf. De Amsterdarnsche „Master" Charlton en eveneens hoofdstadsche „Miss" Mary behaalden met huil mu- ziek-potsen veel bijval. Die bijval was meer echt, dan hun voorgewende En- gelschachtigheid. Lilly en Willy zongen een aardige de „Ringeireih'n" en de jongejuf frouw Guldenmond vergastte ons met natuurlijke naifheid op ecu drietal kunstige muzieknummers, o. a. op de xylophoon of claquebois. 't Na-de-pauze-gedeelte werd geheel ingenomen door de revue „Haarlem in vogelvlucht", verhalend van het bezoek van Roosevelt aan Haarlem, waarbij natuurlijk verschillende Haarlemsche aangelegenheden be handeld worden. De stadsomroeper Rust dus met een t leidt den heer Roosevelt rond. Maar vóór hij ten tooneele komt wordt al 't een-en-ander over Haar- le mbeweerd. Natuurlijk is de revue voor ona pas-klaar gemaakt. Daarom krijgen hier ook te hooren de verzuchting over de steeds stijgende belasting, een grap. die nu wel wat oudbakken is, en bovendien hier niet geheel juist is, daar de Wethouder van Financiën een lager percentage becijfert voor 't ko mend belastingjaar. Dan moet de Gasfabriek een veer la ten. 't Heet: Want wat klaagt men hier en te recht De gascokes duur was en slecht, Terwijl een handelaar het bood aan 't publiek Elf cent nog goedkooper al? van de fabriek. Waarom of dit nu van gemeente wege ook niet kan. Daar snapt geen Haarlemmer wat Dan i Reinheid was altijd een Holland- sche deugd, Dat ls waarlijk genoegzaam bekend, En in onze stad constateert men met vreugd, Daar is men er ook aan gewend. Het tonnenstelsel wel kom aan Verwijst men alras naar de maan. En als straks een Frans Hals-mu seum is klaar, 'n Overdekte badplaats hier ook komt; voorwaar Dan roemt men wis eenmaal a!i huldebewijs Ons Haarlem als aardsch paradijs. De Haarlemmer-olie wordt bezon gen als Een beroemd medicament. Dat geneest je maar zoo in een wip, Ben je gezond of wel ziek. Heb je koorts, rheumatiek, Ben je bont, ben je blauw. Heb je 't zuur, ben je flauw, Ben je scheef van gezicht. Heb je 't pootje of jicht, Gebruik ze en je bent verlicht Herinnerd wordt aan de beroovin- geu door vrouwen. Heel aardig is een stelletje Velen- dammers, die Roosevelt en de „bolle tjes" komen zien. De vrouwtjes gaan inkoopen doen in de stad en komen zoo in de gele genheid om reclame te maken voor tal van Haarlemsche firma's Nu wordt „Spuit X" geprezen. Het schoonste corps van Haarlem, Dat is gewis Spuit Tien, Ze kennen geen gevaren. Steeds klaar om hulp te bien, Zijn kwiek en bij de pinken. Zijn voor geen vuurgloed bang. Bij blusscheu en bij redden. Daar klinkt steeds onze zang Hoera, voor de Spuit Tien. Allen dapper spuiten, pst, pst, pst, Om het vuur te stuiten, st, pst. pst, Tegen 't woedend element, st, pst, pst. Wij zijn aan 't vuurwerk gewend, pst, pst, pst. FEUILLETON MT ORA Naar bet Engelsch door CHARLES GARVICE. Maar, of u mij gelooven wil of niet, ging Stripley voort, ik heb zijn geest niet doorgrond. Hij is geweldig, ongelooflijk I Er is niets voor hem te groot, en niets niets te klein. Een van do voornuamste mannen in de city is Sir Jozef en een sieraad daar van. Maar ik behoef u ook niet te ver tellen, wat hij is, u kent hem, ugaat om zoo te zeggen dagelijks met hem om. Over Australië sprekend- El iot, die niet heel aandachtig had ritten luisteren, werd nu gewekt uit zijn gepeins en keek op. Mr. Stripley ving dén belangstellenden blik van de ernstige oogen op en begon te hoes ten. De deur ging open en het hoofd van de grootmoeder verscheen, bene vens haar hand met een kan frisch water en een vragenden blik in haar oogen. Stripley stuurde haar een beetje ongeduldig weg en nadat het hoofd verdwenen was even plotseling als het was verschenen, ging hij voort Wij spraken over Australië, niet waar zei hij. Deden wij zei Eliot veront schuldigend. Ik vrees, dat ik niet met volle attentie luisterde Ja zeker, zeide Stripley met klem. Ik stel heel veel belang in Australië een merkwaardig land, zooals ik al opmerkte, toen ik voor het eerst de eer en het genoegen had miin beenen onder uw tafel te steken in uw bekoorlijke villa in Devonshire. Och ja, zoo komt men van de eene gedachte op de andere, en zoo schie ten je weer allerlei dingen te binnen! Wij hebben op ons bureau zaken ge daan met Australië en ik meen, dat ik mij den naam nog herinner. Ver gis ik mij zoo, of heeft u ooit ln be trekking gestaan tot eon plaats, Wal- ly Hollow geheeten Eliot kreeg eon kleur en keek nu met de grootste belangstelling op toen zonk hij weer met een zuoht achterover ln zijn stoel. Ja. zei hij, dat was de plaats van mijn vader. Wij hadden daar een schapenfokkerij. Hij zweeg even, toen ging hij ern stig voort Daarin heeft mijn vader zijn fortuin verloren. Er hoerschte lang durige droogte, de schapen stierven bij duizenden, mijn vader geraakte in moeilijkheden. Mr. Stripley vergat zijn pijp in den mond" te steken, en leunde voorover met onderdrukte belangstelling. Och, och 1 zei hij vol sympa thie. en hoe liep dat af Eliot keek somber voor zich. Mijn vader werd geruïneerd wij zouden bankroet, onteend zijn, muor Sir Jozef kwam ons te hulp. Hij kon ons geld niet meer redden, maar onzen goeden naam wist hij hoog te houden. Stripley leunde op zijn stoel voor over, iot hij gevaar liep er af te vol len, Precies iets voor hem, Ja, pre cies iets voor hem I zet hij vol vuur hij is zoo goedhartig, altijd bereid om een vriend te helpen. Nu, en e, wat deed hij toen Ver geef mij mijn nieuwsgierigheid, Mr. Graham, maar ik hoor altijd zoo graag over de goede daden van Sir Jozef. Hij nam de verbintenissen van miin vader over en betaalde onze schulden. Mijn vader was toen ziek, en hij stierf spoedig daarna tenge volge van alle zorgen, oneer en schande. Mr. Stripley liet kreten van groote sympathie hooren. En e het landgoed T vroeg hij. Eliot haalde de schouders op. Ik weet niet wat daarvan ge worden is, zei hij. Ik denk, dat Sir Jozef het overnam met alle schul den en verplichtingen. -- Ja, natuurlijk deed hij dat I mompelde Stripley, met een steel- schen blik in zijn waterige oogen. Ik bedoel, dat was het natuurlijk ge volg. Weet u toevallig ook, welke soort vau overeenkomst uw vader toekende Ik vraag u dat louter uit nieuwsgierigheid, Mr. Graham uw verhaal is zoo zoo interessant en zoo karakteristiek voor Sir Jozef hij heeft zoo'n goed hart, zoo'n goed hart. Mr. Graham i dat ik e Eliot dacht een oogenblik na. Ja, ik herinner het mij, zei hij. Mijn vader toekende een over eenkomst, dat het landgoed van Sir Jozef zou zijn, tot de schulden be taald waren. Juist, juist I zei Mr. Stripley. Precies iets voor Sir Jozef I De meest zelfopofferende man ter wereldi Nu zie ik alles duidelijk voor mij. U heeft veel verplichting aan Sir Jozef, als ik zoo zeggen mag, Mr. Graham. Een nobel man I Zoo onzelfzuchtig Mijn vader was een oud vriend van Sir Jozef, zei Eliot. Precies I riep Stripley uit. Niets maakt Sir Jozef zoo gelukkig als e als een oud vriend helpen. Nu heeft u zeker wel lust gekregen, uw bed op Te zoeken? Mag ik u voor gaan, mijnheer HIJ stak een kaars aan. en ging Eliot voor naar zijn kamer, toen ging hij haastig de deur uit en richt te zijn schreden naar het bureau op den Tottenham Courtweg, en zocht daar koortsachtig onder de papieren. Hij vond wat hij noodig had, ging aan de tafel zitten met zijn klauw achtige handen in zijn sluik haar, en bestudeerde de documenten, die hij had uitgekozen. Daarop riep hij met een vampyrachlig lachen uit Een wijs man, die Sir Jozef I Wijs Wijs I Merkwaardig man Hij heeft Wally Hollow weten te bemach tigen. Het moet minstens 50.000 pond waard zijn, zelfs nadat de verplich tingen zijn afbetaald. En het behoort aan dien jongen man boven maar hii weet het niet. En hij zal het nooit weten, als Sir Jozef er iets aan doen kan. O, wat een merkwaardig man toch. die Sir Jozef I Den volgenden morgen behandelde Mr. Stripley Eliot met zooveel on derscheiding en nederigheid, en toon de zóóveel verlangen, om hem van dienst te zijn, dat Eliot geheel over bluft was door zooveel bewijzen van goedhartigheid en de grootste moei te had, om op het verzoek van Strip- ley.om zijn huis, zijn buitenverblijf zooals hij het weidsch betitelde als zijn tijdelijke woning in Londen te beschouwen, een weigerend ant woord te geven. Ofschoon Eliot volkomen onbewust was van het feit, behandelde Stripley hein met de zorg en voorzlch- I tigheid van een slager, die een lam wil vetmesten om er later voordeel van te trekken. Hij maakte er Eliot telkens op opmerkzaam, om heel voor zichtig te zijn bij het oversteken van de drukke kruispunten in Londen, bij het in- en uitstappen van omnibus sen. iu het gebruik van huurrijtuigen en het loopen over kelderluiken te ermljden. Uw leven is zeer kostbaar, jonge man, merkte hij vol geestdrift op, en ge kunt werkelijk niet te voor zichtig zijn. Pas als 't u blieft op, wees voorzichtig En u moet mij er van op de hoogte houden, waar uw adres ls. Wij moeten elkaar nog eens meer ontmoeten. Ik kan u een gele genheid aanwijzen dat zal mij een groote eer zijn waar u een biefstuk kan krijgen, een echte biefstuk, malsch. sappig en vol geur. Dat zal ons herinneren aan uw prachtigen lamsbout in Devonshire. En u zal hier komen altijd wanneer u er lust in beeft, waarde jonge man, ls T niet Werkelijk, ik verlies u liever niet uit het oog. Zoo'n kostbaar leven Dat ben ik niet met u eens, zei Eliot bijna boos. terwijl hij Mr. Stripley voor zijn vriendelijkheid be* dankte. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5