RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
De hygiëne van het
wandelen.
Da Lelpz. pop. Z. ftlr Hom. schrijft
iO.a.:
„Alles zou veel beter gaan, als de
menschen maar wat meer liepen,
heeft eens een groot toerist gezegd.
Dat is wel wat overdreven, maar
toch ligt er veel waars in, vooral uit
een gezondheids-oogpunt De meest
bekende autoriteiten op medisch ge
bied stemmen met de zoogenaamde
natuunartsen overeen, dat zij aan
(voettochten een zeer giroote hygiëni
sche boteekenia toekennen. Door het
wandelen wordt het natuurlijke weer
standsvermogen van het lichaam te
gen toekomstige ziekten en. de geest
kracht tevens verhoogd; het is een
der beste voorbehoedmiddelen tegen
ziekte. Daarvoor ia het echter vol
strekt niet noodlg de toppen der Al
pen te beklimmen. Hierbij tracht
vaak de een dan ander te overtreffen
In het volbrengen van gevaarlijke en
hoogst inspannende toeren, waarbij
men de lichaamskracht overspant en
het tegendeel bewerkt van hetgeen
men wenscht.
De moderne Ai penspart is veelal
ontaard in een ziekelijken lust am
tochten te doen, waarover men later
bluffen kan. Of door zulke alpen be-
klimmer» veel van de natuur genoten
wordt, valt zeer te betwijfelen; als ze
maar dezen of genen moeilijken berg
top hebben .bedwongen", is al hun
verlangen bevredigd. Maar als men
werkelijk voor zijn gezondheid op
reis gaai en zich voor overdrijving
hoedt, is juist het bergbeklimmen uit
een gezondheidsoogpunt het beste
wandelen, dat er is, beter nog dan
het marcheeren op het vlakke land.
Juist het telkens afwisselende van
lnHmmen en dalen brengt alle spieren
van het llcliaam In beweging, terwijl
liet loopen over oen vlakte allicht
wat eentonig wordt. Ook voor dan
goest is oen matig bergbeklimmen 't
meest verlrisschende en opwekkende.
Telkens nieuwe vergezichten liouden
den wandelaar bezig en onttrekken
zijn gedachten aan de „zaak" of an
dere zorgen, die hij "thuis heeft ach
tergelaten.
Het meest versterkende voor li
chaam en geest is dan ook wel een
tocht door een middelgebergte, zoo
als: Taunus, Harz, Zwarte Woud,
Thüringen, meer nog dan een alpen
klimpartij.
Maar niet ieder kan zich de weelde
van zulk een tochtje veroorloven, hij
moet dichter bij huis blijven, daar
zijn beurs de dure reis niet toelaat.
Deze late zich echter zijn voettoeren
niet ontnemen. Wandelen en trekken
door bosch en veld is ook gezond, al
is het niet zóó heerlijk als bergbeklim
men. Wie een dag of veertien mar
cheert, door veld en wei, over duin
en hei, ai is de streek nog zoo saai en
weinig hledend, hij verzamelt een
schat van kracht voor het heele jaar,
nieuwe frischheid voccr den geest,
nieuwe sterkte voor de zenuwen.
De voornaamste factor bij voettoch
ten is het voortdurend verkeeren in
de frissche buitenlucht. De longen, die
thuis, vooral 's winters dikwijls ge
noeg lucht van zeer twijfelachtige sa
menstelling inademen, worden nu
verzadigd met zuurstofrijke spijzen.
Maair hierbij komt nog iets, oen stede
ling, die zich zelden of nooit lichame
lijk behoeft In te spannen, ademt ge
woonlijk slechts zeer ondiep. Hij
noornt bij elke ademhaling slechts een
klein gedeelte van de lucht op, die
zijn longen kunnen bevatten, zoodat
in een deel hiervan de oude, bedor
ven lucht blijft hangen. Daardoor ont
vangen de roode bloedlichaampjes te
weinig van hun voedsel de zuur
stof, zoodat de stofwisseling ver
mindert, maar tevens schrompelen de
longblaasjes, vooral aan de longtop
pen, langzamerhand in, daar ze niet
gebruikt worden. Ze verliezen him
weerstandsvermogen en vormen een
goeden voedingsbodem voor micro
organismen, die bekende, hevige ziek
ten veroorzaken als longontsteking,
tering en andere.
Daarom begint ook een longtering
bijna altijd in de longtoppen, d» uit
einden der leng, waar de longblaas
jes door 't niet gebruiken verschrom
peld zijn. Het beste wat men hier te
gen doen kan, is diep ademhalen, en
dit diepe ademhalen brengt men bij
marcheeren, en vooral bij bergbestij-
gen onbewust in toepassing. Zoo in
eens lt.'in m/ui langen tijd in unhmik
geraakte longtoppen niet weer in
werking zetten. Dat moet langzamer
hand gaan. Men stelle zich de long
voor als een droge spons, waarvan
een gedeelte met lijm is aaneenge
kleefd. Brengt men zulk een spons in
water, dan zuigt zij dit snel op, maar
toet aaneengokleefde deel doet dlit
niet, slechts langzaam loet de lijm
zich op eu kan het water binnendrin
gen. Zoo is het ook met de long. Bij
het gewone dagelij ksche ademhalen
vullen zich telkens weer dezelfde
blaasjes met lucht, terwijl de andere
werkeloos blijven.
Gaat men nu dieper ademen, dan
nemen de aan aangekleefde longblaas
jes het een na het ander, lucht op,
zoodat telkens een grooter deal van
de long gaat ademen. Men bemerkt
dit op den tocht dan ook zeer goed.
Den eersten da glijden kantoor- en
huismenschen aan luchtgebrek. Zij
moeten telkens eens diep ademhalen,
hun borst lijkt hun te eng. Dit komt
doordat zij Lij het wandelen meer.
zuurstof dan anders noodlg nebben,
en hun gebrekkige long nog niet vol
doende lucht kan opnemen. Maar met
den" dag wordt dit beter; de long
schijnt steeds ruimer te worden, de
baret steeds vrijer. Daarom is eanige
weken toeren de beste langangym-
nastiek, die er is en het beste wapen
tegen aandoeningen van dit orgaan.
"Maar naast da long trekt ook het
hart, diit uiterst gewichtige orgaan,
veel nut uit voettochten. Met de hart
spier gaat het al evenzoo als met al
le andaren spieren van het lichaam:
hoe moer arbeid ze verrichten, hoe
sterker zo worden. Men kan echter
to.v. armspieren niet plotseling sterk
maken door zware halter-oefeningen.
Hiervoor is noodig langdurig en
dagelijks werken met deze spieren,
waarbij men steeds zwaardere ge
wichten of halters gebruiken kan; zoo
gaat het ook met de hartspier bij het
wandelen. Toeristen met een „zwak
hart" lijden in den eersten tijd, voor
al bij liet bestijgen van bergen, vaak
aan hartkloppingen, di6 ontstaan
door overspanning van het hart Men
doet dan verstandig, even te rusten,
tot de hartklopping, over is. Maar
langzamerhand blijkt het, dat men
grootere tochten doen kan, hoogere
en steilere bergen kan beklimmen.
Het hart wordt gaandeweg sterker en
meer geoefend.
Iemand met een zwak hart, dat dus
onvoldoende „pompt", lijdt vaak aan
bloedstuwing ln de aderen. Hiervan
zijn ontstekingen, aambeien, spat
aderen, waterzucht enz. het gevolg.
Zooals het water van een beek, als
men de afvloeiing belemmert, zich
verspreidt over de velden en lande
rijen, zoo dringt ook het bloed, als
het in de aderen wordt gestuwd, in
de aangrenzende weefsels en li
chaamsholten. Indien nu het hart
door een voettoer versterkt wordt,
begint het sterker te pompen en te
zuigen, zoodat het zelfs de in de
weefsel» uitgetreden vloeistof weer
vermag op te zuigen. Een steun on
dervindt liet hart hierbij nog in het
sterke zweeten, dat bij het marchee
ren en klimmen gewoonlijk optreed*
en door de verhoogde nierwerking,
waarbij het lichaam vanzelf veel over
tollig water kwijt raakt. Voor Iemand
met een zwak hart, als hij geen be
paald hartgehrek heeft, is dan ook
een lange, matige voettocht het bests
middel.
Daarom met den ransel op den rug
de vrije natuur in, de eeuwige en
nooit verdrogende bron van gezond
heid voor lichaam en geest! Dat ver
wekt nieuwe levenskracht en levens
vreugd!
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle Inge
zonden door jongens en meisjes,
die „Voor Onze Jeugd" lezen. De
namen der kinderen, die mij vóór
Donderdagmorgen goede oplos
singen zenden, worden in het vol
gend nummer bekend gemaakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
In verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
De prijs voor de raadsels in da
maand Juli ls ten deel gevallen aan
NANNE NAUTA,
die zijn prijs Woensdagmiddag tus
schen 1 en uur mag komen halen.
1. (Ingezonden door IJda en Tho
mas van Beem).
Tweebeen zat op driebeen met één
been op zijn knie vierbeen komt in
de werkplaats en loopt weg met één
been tweebeen grijpt driebeen, om
vierbeen mee te gooien. Nu grijpt
vierbeen tweebeen bij een been twee
been staat op één been en vierbeen
loopt weg met één been.
Wie raadt wat dit is
2. (Ingezonden door Pauliena Koe
lemeij).
Mijn eerste zit aan kleedingstuk-
ken.
Mijn tweede is een lichaamsdeel.
Mijn geheel is een ruimte, waarin
gewerkt wordt.
3. (Ingezonden door Zus Ba&ij).
Mijn eerste deel is hard soms har
der zelfs dan glas.
Mijn tweede een voedingsstof, door
velen graag gegeten.
Soms lis dit geel van kleur, soms
wel zoo groen als gras.
Of rood, of bont, of wit Nu zult ge
T licht al weten.
Zoo niet, dan nog slechts ditpik
zwart ia mijn geheel,
En nuttig voor den mensch. dit eer
ste en tweede deel.
4. (Ingezonden door Bertha Clau
sing).
Ik ben ln de kachel,
En ook in het vuur.
Ook bij een brandenden fakkel.
Kom, raadt nu geen uur I
5. (Ingezonden door Elsje Hoender
dos).
Zet onder elkaar
Een plaats in Spanje.
Een rivier in Duitse Wand.
Een plaats in Amerika.
Een plaats in Groot-BrittanniS.
Een plaats in Italië.
Een eiland ln Europa
Een plaatsje in Noord-Holland.
De beginletters vormen den naam
Van een stad ln Italië.
6. (Ingezonden door Jan Bos),
Mijn eerste deel is een andere naam
Voor moeder.
Mijn tweede deel ls een verkorte
meisjesnaam.
Mijn derde is onzichtbaar.
Mijn vierde deel is een voertuig.
Mijn geheel is een eiland in den In
disch en Oceaan.
7. (Ingezonden door Joh an W. Raat
gever).
Ik besta uit 10 letters en ben een
klein diertje.
8 10 2 5 4 is een treurspel.
3 9 7 6 ia eeu rivier in Azië.
Op de 84713Ö1 beweegt men
ïich op de. maat der muziek.
Een 10 6 2 5 vindt men aan ieder
huis.
8. (Ingebonden door Jen tien Been).
Van de wil leer sin
Kan le tde lik eer.
De de ter kat om..
9. (Ingezonden door Aaltje Hui-
tinga).
Ik ben een klein, kruipend diertje.
Zet er één letter achter en ik ben
een stad.
10. (Ingezonden door Piër Heidweil
ler).
GEN GEN GEN
GEN GRON GEN
GEN GEN GEN
Wat leest gij hieruit 7
11. (Ingezonden door
Mijn geheel bestaat uit 13 letters en
is een plaats in Nederland.
8 2 3 is een noot uit de muziek.
10 11 8 en 12 13 zijn belde de derde
persoon enkelvoud van den verleden
tiid van twee werkwoorden.
8 9 11 is een badplaats.
1 4 is een verkorte Jongensnaam.
6 5 5 6 gebruikt de landbouwer.
Een 8 9 6 10 doet men graag.
5 6 6 10 ls een kleur.
12. (Ingezonden door Willem O ver
meer).
Ik ben een vogel. Verander de eer
ste letter en ik ben een hemel
lichaam.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Paleis voor Volksvlijt Ivoor,
sla, vla, voor, polka, lijst, Velp,
sijs.
2. Hoor I pakt u eigen leed in *t
hart
(Miis dat het niet zij eigen sohuld),
Pak 't flink weérom werp uit de
smart
Of lukt dat niet draag met ge
duld t
Doch was het eigen schuld zoo
huig
In ootmoed en in boete neër,
En sta gesterkt weêr op en juich:
'k Doe dubbel goed een and'ren
keer I
8. Koek doek.
4. Een hoed is een hoofdzaak een
bijenkorf ls een bijzaak, en die
erfenis is een nevenzaak.
5. Lorenzo Perea. Peer. loopen,
voor, ezel, ooren, Azor.
6. Vlijt brengt brood, maar traag
heid nood.
7. Mijn naam.
8. Garnizoensnachtlegermagazijn. -
Ar, trom, hars, negen, negen
tien, zoon, cor, ijs, gal, zoet
9. Vuurtoren.
10. Parijs.
11. Klaaswaal.
12. Orgelbespeling. Orgel, ring,
polo, pop, bel, lepel, soep.
RAADSELOPLOSSINGEN.
Goede oplossingen van de drie laat
ste couranten ontvangen van
Jan Bos 12.
Tal lien a Stuit 11 10.
Jansje van Dijk 12 12 11.
Marietje van Koningsbruggen 11
9 11.
Jo v. Koningsbruggen 11 9 11.
Nelly Sanders 12 12.
Zonder naam 12.
Zus Duursma 12 12 11.
Ilettie en Jaantje Lams 10.
Cornelia v. d. Houten 4 7.
Jan Hendrik Bruijn 11.
Bertha Clausing 11 9.
Bertus en Dina van Putten 12
11 11.
Willem Dreijer 6.
Joh. W. Raatgever 10 11 9.
Nanne en Cor Nauta 11 12 11.
Willem Plantjé 10.
Machiel van Marsbergen 10 7.
Ernst Moolenaars 10 12.
Jentien Been 12
Zus Baaij 12 11 8.
Willem Overmeer 12.
Piër Heidweiller 11 10.
Willem Plantjé 10.
Aaltje- Huizinga 10 12.
Neli en Hendrik Bouman 12 11.
Jo en Lucia Lembeck 12.
Willie Huber 12.
Jan Hendrik Bruijn 11 11.
Pauliena Koelemeij 7.
IJda en Thomas v. Beem 9 11.
Willem Overmeer 11 12.
Martinus Hubers 10.
Jo en Frans van Egmond 7.,
Willy Germeraad 11.,
lierman Bonke 11.
STRIKVRAGEN.
Antwoorden.
1. Wie het hart op de tong draagt.
2. Erfgenaam.
3. Brompot.
4. Dat de M geen Z is.
5. Omdat het buitenland niet naar
hen toekomt.
6. Op zijn kop.
7. Een schooi haringen.
8. De spiegel der zee.
9. Ijsbloemen.
10. In oude couranten.
Goede antwoorden ontvangen yaa
Jan Bos 15.
Talliena Stuit 9 14.
Jansje v. Dijk 15 14 lOu
Nelly Sanders 15 14.
Zus Duursma 15 14 10.
Heltie en Jaantje Lams 15.
Bertha Clausing 15.
Joh. W. Raatgever 15 14 10.
Nanne en Cor Nauta 11 14 9.
Willem Plantjé 15 14.
Mac hiel v. Marsbergen 15 14.
Jentien Been 15.
Zus Baaij 13 14.
Bertus en Dina v. Pulten 15 9.
Willem Overmeer 14 15.
Pier Heidweiller 15 14.
Aaitje Huizinga 14.
Neli Bouman 1514.
Jo en Lucia Lembeck 14.
Willis Huber 14
Pauliena Koelemeij 15.
Willem Overmeer 10.
M. Hubers 15.
Jo en Frans van Egmond 15.
Willy Germeraad 14.
WEDSTRIJD-BERICHT.
Inzendingen ontvangen van i
Marietje v. Koningsbruggen.
Zus Duursma.
G. A. Wiersma.
Cornelia v. d. Houten.
Jon Hendrik Bruijn.
Annie M. Rozenhart
Jansje van Dijk.
Annie Schinkel.
Marie en Loukl Vink.
Frans Geylvoet.
Corry Vreugdenhil.
Frans van Egmond.
Jo van Egmond.
Een Vacaatie-urechtrijd
Dit is een wedstrijd, om Jullie in de
vacantie, wat te doen te geven want
al zijn er veel jongens en meisjes die
uit logeeren gaan, degenen, die thuis
blijven, hebben juist extra den tijd
voor onze rubriek. Maar het is zomer
en jullie moogt niet altijd in huis zit
ten.
Daarom geef ik jullie op
MAAK EEN VERZAMELING VAN
GEDROOGDE BLADEREN,
of
TREK DE OMTREKKEN VAN BLA
DEREN NA EN MAAK EEN VER
ZAMELING VAN GETEEKENDE
BLADVORMEN.
Wie dus netjes tusschen vloeipapier
drogen kan, gaat naar buiten en
zoekt een caaf exemplaar van zooveel
mogelijk verschillende soorten blade
ren Heb je ze netjes gedroogd, dan
plak je ze voorzichtig met reepjes pa
pier in een oud hoek, of schrift, of
op eenige velletjes papier en schrijft
er de namen bij en de plaats, waar je
ze gevonden hebt.
Ook mag je ze op een groot vel pa
pier in den vorm van een rand of fi
guur, of bouquet opplakken. Maar
dan ook weer de namen er bij, of aLs
je die niet weet, alleen de plaats, waar
je ze gevonden hebt.
Wie niet veel van drogen houdt, of
er veel moeite mee heeft, mag ook de
bladeren plat op een stuk papier leg
gen. de omtrekken voorzichtig natrek
ken. het blad wegnemen, de nerven
er in teekenen en dan ook de namen
en de plaats, waar je ze gevonden
hebt, er bij schrijven.
Ik ben nieuwsgierig, wie mij de
aardigste verzameling zendt.
Behalve de bekroonde, mag ieder
na afloop van den wedstrijd zijn (of
haar) verzameling terug komen ha
len. want het is misschien aardig voor
jullie, om ze x-aderhand nog eens
wat uit te breiden, of aan te vullen.
De 1ste prijs is
EEN PLANTENPERS
OF HERBARIUM.
De 2de Drijs bestaat uit
EEN BOTANISEERTROMMEL
OF TUBEVERFDOÜS.
Er is dezen keer maar één afdee-
llng, want de grooteu, zoowel als de
kleintjes kunnen hieraan meedoen.
Iedere inzending moet voorzien zijn
van naam, leeftijd en adres van den
inzender of de inzendster.
Rij de inzending moet vermeld zijn,
of het werk met of zonder hulp ge
maakt is.
Alle inzendingen moeten in mijn be
zit zijn, vóór of op 7 September 1910.
Een Qanzenhiitorie.
(Vervolg).
„T Is zoo", beaamde moeder kip.
„Ze zijn een beetje ondankbaar, maar
dat zal wel beier worden als ze ouder
en verstandiger zijn, en de kindertjes,
die nu komen, kan lk beter in toom
houden ook. We krijgen nu een mooi,
warm hok voor ons alleen; dan ko
men ze niet meer met al dat andere
tuig in aanraking. Och, buurvrouw,
laat ik het maar bekennen, ik vmd
het wel leuk, dat ik weer wat klein
tjes krijg, om voor te zorgen."
„Nou, buurvrouw, ik benijd je niet",
verklaarde Lieze uit den grond van
haar hart. lk zou voor zoo'n leven
passeu, hoor I Neen, dan verwacht ik
wat anders."
„Ja, juffrouw Lieze, wat zou er
toch uog wel eens van u terecht ko
men
„'k Wou. dat ik dat wist, buur
vrouw. Tot dusver is alles schitterend
gegaan, hoorMen verzorgt me als
een prinses. Het eten wordt met den
dag beter. Elkeó ochtend komt de
vrouw me streeicn, en dan zegt ze
„Je moet nog mooier en nog vetter
worden."
„Misschien beut u wei een prinses",
veronderstelde de kip.
„Ja, dat heb ik ook wel eens ge
dacht", antwoordde de gans, zeer ge
vleid, „en als dat nu zoo was, wat
denkt u. dat er dan met me zou ge-
beureu
„Dat weet ik niet, hoor, 'k heb tot
dusver nog nooit een prinses ontmoet;
maar ik zou zoo zeggen, dat je dan
wei in een paleis zuil belanden, waar
het andere gevogelte je nooit van 't
voer weg mag duwen en ook je kinde
reu niet ondeugend mag maken."
„Dat paleis lijkt me wel", zei Lie
ze. „Maar eieren uitbroeden en op de
kinderen passen, laat ik over aan m'n
onderdanen, dit is geen prinsesse-
werk."
Na dit gesprek werd Lieze nog veel
trotscher dan te voren. Als ze in de
vijver zwom. keek ze voortdurend
naar haar eigen portret in het water
dan snaterde ze zachtjes„Zoo
ziet een prinses er uit, en wie weet,
wat er nog meer van me wordt".
Met de audere badgasten sprak ze
bijna nooit. Die vond ze lang niet
voornaam genoeg. Do eenige, met
wie ze zich nog wel eens bemoeide,
was de kip, eu ais ze daarmee praat
te, was het altijd over haar eigen
toekomst.
Toen do kip klaar was met broeden,
ging ze met de kleintjes wandelen,
woelde uren in den grond en deed
heelemaal als van ouds.
Op een mooien Octoberochtend ont
moette ze haar voorname buurvrouw,
die haar al van verre toesnaterde
„Vandaag is er iets bijzonders ge
beurd. Eeu heel deftige dame is bij me
op visite geweest. Ze heeft me beke
ken, gestreeld en honderd compli
menten gemaakt. Ik denk, dat ze van
't hof kwam."
Vol bewondering keek Moeder kip
de spreekster aan, toen zei ze be
scheiden „Zul je me niet vergeten
jufrouw Lieze, ais ze een prinses van
je gemaakt hebben?"
Lieze zei, dat ze er nog eens over
moest denken en waggelde meteen
verder.
Den veleenden ochtend zag de kip
een dikke wouw, met een schort aan,
voor Lieze's villa staan ook de wedu
we kwam er bij en die tilde de gans
één. twee, drie in een mand met wol
gevoerd.
„De pret begint", snaterde Lieze
opgewonden, „nu zal ik merken, wat
me te wachten staat."
Trolsch keek ze van haar mand uit
neer op de kippen en eenden, die ze
voorhij kwam.
„Zie jullie wel, dat ik niet eens
meer loopen mag I" riep ze hun toe.
„Dit is het begin van de heerlijkheid."
Moeder kip moest er meer van heb
ben, ze wou weten, waar haar defti
ge vriendin heenging en wandelde
achter de mand aan, maar ze kon
niet zoo gauw meekomen, omdat haar
kinderen aan haar grauw kleed hin
gen. en zoo kon ze alleen maar uit de
verte zien, dat de vrouw met de mand
achter een groote poort verdween. Ze
sukkelde verder en zag 't huis van
den Burgemeester. „Waar is juffrouw
Lieze nou gebleven zei ze bij zich
zelf.
Op 't zelfde oogehblik hoorde ze eeu
verwoed geschreeuw en toen ze zich
vlug omdraaide naar de plek van
waar het kwam, zag ze, hoe de vrouw
met de witte schort een groot, scherp
mes langs Lieze's hals streek.
Den volgenden Zondag at men
bij dan Burgemeester gebraden gans.
Maar moeder kip met haar kuiken
tjes zat in den nieuwen, warmen stal
en fluisterde „Kinderen, wat zitten
we hier toch knus op ons gemak 1"
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
do Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Me
vrouw Venema-Van Doorn,
Wagenweg no. 88, Haar
lem).
TIN US B. Wel, wat is die tijd in
L. gauw voorbijgegaan, Tinusl Maar
het is hier in Haarlem gelukkig ook
mooi om te wandelen I En nu kon je
nog net wat van de kermis zien ook.
Zou dit het laatste jaar voor je in L.
geweest zijn
HERMAN B. Wat hebben we nu
in een langen tijd niets van elkaar
gehoord I Hoe is het met de duizend-
schoenen Zijn ze al uitgebloeid
Heb je in de vacantie nog voel toch
ten gemaakt En hen je alweer eens
naar de V eiser pont geweest? Of maak
je zulke verre tochten niet meer
SIMON M. Dank voor je prach
tige kaart. Wat zal het daar heerlijk
zijn Hebben jullie veel pleizier
WILLY H. Hel is best als je
voortaan met ons meedoet. Lees Je de
„Zaterdagavond" al lang
PAULIENA K. De ingezonden
raadsels zijn goed. Ja. het is soms
niet gemakkelijk om de namen te
weten te komen, maar verscheidene
weet je zeker uit je zelf wel. Ben je
al met drogen begonnen
THOMAS en UDA v. B. Het nieu
we raadsel is goed. Zijn jullie blij,
dat er weer briefjes in de courant
staan En doen jullie met dezen
wedstrijd ook nog mee Hoe lang
duurt de vacantie op de school
WILLEM O. Het tweede raadsel
is niet goed, want de naam van dien
drank wordt met een h geschreven.
De strikvraag is goed. Heb je Vrij
dag eu Zaterdag prettige dagen ge
had Verjaardagen zijn toch altijd
maar heerlijk, vind je niet?
HENDHLK B. Het is best. als jij
het zoo lang voor Je zusje waarneemt
Lpe jij anders ook wal eens op
AALTJE eu SIEBE H. Heb je
veel pleizier Je bent zeker den ge-
heelen dag buiten I Heerlijk, dat je
misschien nog naar Den Haag gaat
Tot hoe lang blijf je nu weg
MARIE en LOUKI V. Het inge
zonden raadsel begrijp ik niet goed.
Schrijf me maar eens, hoe bet eigen
lijk is.
FRANS G. Het is best, als je
weer wat geregelder mee gaat doen,
maar zoo lang het mooi weer is speei
je zeker nog veel buiten I
ZUS B Breng het dan maar op
een ander keertje, goed ingepakt Als
ik dan niet thuis ben, krijg ik het
toch wel. Wat een heerlijke tochten
heb je gemaakt Is je Tante er nog
en gaan jullie dikwijls naar Bloe-
mendaal, of de duinen Ja, zoo'n
reisje op de boot is erg prettig, maar
dan moet bet ook heel mooi weer
zijn lk ben blij, dat je het zoo goed
getroffen habt 1 Het nieuwe raadsel
is goed.
JO en FRANS VAN E. Krijg je
nog steeds muziekles, of oefen je je
alleen verder Wat heeft Jo een
heerlijk lange vacantieHij speelt
zeker den geheelen dag buiten. Doen
jullie turn dezen wedstrijd ook weer
mee
WILLY G. Dat was een heerlijke
dag. hoor 1 Jammer, dat die maar
ééns in het Jaar komt, vind je niet?
Tot wanneer heb je vacantie, en heb
je nog meer prettigs in het vooruit
zicht Ben jo ook druk naar de ker
mis geweest
CORRY V. Hoe is het met al het
overgaan algeloopen Zijn jullie er
alle drie Ga je ook nog de stad uit,
of blijven Jullie alle drie thuis, en
gaan jullie veel wandelen
ZONDER NAAM. Ik weet
heusch niet van wie het keurige brief
je met zee oplossingen was. Schrijf
hst me maar eens
NANNE en COR N Aardig, dat
uilie weer aan dezen wedstrijd
meedoen. Het is gelukkig mooi weer
en ie kunt buiten dus flink zoeken.
De strikvragen zijn goed
BEPPIE M. Ja, T zou saai zijn,
s er nu weer geen briefje voor je
was I Heb je een preltigen dag gehad
in Zandvoort en waren de jongens
niet blij. toen ze jullie zagen Wat
treffen ze heerlijk weer, hè Waren
ze al wat verbrand
JOH. W. R. Wie had dat too
prettig bedacht met het spelden «n-
trée En wat deed je daar toen mee
Ja, je m a g de bloem er wel b:» doen.
maar het behoeft niet voor den wed
strijd. Heb je ze tusschen vloeipapier
gelegd
BERTUS en DINA VAN P. Heb
ben jullie veel pleizier gehad Donder
dag Nog wel gefeliciteerd, hoor I Dr
denk, dat jullie het prettig vinden,
als Vader de courant opstuurt, maar
of je daar nog tijd voor de raadsels
hebt, ja, dat moet je zelf maar eens
zien 1 lk wensch je een prettigen tijd.
hoor I
MARIETJE en JOPIE v. K. Heer
lijk. om vacantie te hebben, vind J*
niet? Verveel je je nooit? Wat voe
ren jullie den geheelen dag uit? Doen
jullie ook nog aan dezen wedstrijd
mee Hebben jullie Woensdag veel
pleizier gehad op de kermis 9
ZUS D. Ik denk, dat bet voor
menschan, die rust noodig hebben,
heerlijk zal zijn in B. a. Z maar Jij
vond het er zeker wel wat erg stil I
Vind je het niet jammer, dat de avon
den nu al merkbaar korter worden,
en hebben jullie nog dikwijls des
avonds buiten kunnen zitten Ja,
deze wedstrijd zal wel net iets voor
jou zijn Heb je vroeger ook veel
bladeren gedroogd en verzameld Ja,
het is bij ons ln de buurt ook mooi
Kom je hier niet dikwijls?
EEN FRIESCH VRIENDJE. Wal
heerlijk, dat je bet hier zoo prettig
vindt 1 Nu. ik kan het me best begrij
pen. hoor De omgeving hier Is ook
prachtig. Ben Je al dikwijls naar
Zandvoort geweest En waar roeien
iullie meestal Tot wanneer hebben
jullie vacantie
ERNST M. Ja, hij is erg bewer
kelijk en 's wintersavonds heb Je al
tijd wat meer tijd. Ik hoop, dat hij
mooi wordt. Koor I
ANNIE S. Ik vind het aardig,
dat ik nu ook een vriendinnetje ln
Baarn heb gekregen. Heb je vroeger
ln Haarlem gewoond en lezen julli*
onze „Zaterdagavond" ei lang
PIëR H. Wat beb je in de vacan
tie al zoo uitgevoerd Heb Je veel
uleizier
JAN B. Het nieuwe raadsel h
goed.
TALLIENA S. Ja, dan is het
voor jou prettig, om E. ;e loeren, en
als J. je dan wat helpt, zal je het
gauw goed kennen ook, denk ik.
COR en JAN H- Wil je .Moeder
bedauken voor haar mooie kaart?
Wanneer komt Moeder weer thuis
JANSJE VAN D. Je kaart lieh ik
ontvangen. Wel bedankt er voor l
Heerlijk, dat je zooveel pleizier hebt
gehad. Ja, die klok lijkt me erg aar
dig 1 Gezellig, dat je de oouranl toch
geregeld kreeg, hè Het is ook best,
als je den lQdon komt
ANNIE M. R. Het is best, als je
zoo nu en dan eens meedoet. Het
huiswerk mag er ook niet onder lij
den. eu er moet nog wat tijd om te
6Delan ook overblijven, vind je niet
BERTHA C. De nieuwe raadsels
en begraven plaatsen zijn goed. Heer
lijk. dat je er door herd I Hartelijk
gefeliciteerd, hoor I Wat een prettige
vacantie zal je nu hebben. Ben je al
in die tent geweest
WILLEM P. Heb Je nu in ds
vacantie wat meer tijd En maken
jullie weer groote tochten naar de
duinen Het is geluskig dikwijls
mooi weer, om naar buiten te gaan I
Mevr. VENEMA-sT. DOORN*
6 Augustus 1910.