NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. 28e Jaargang; No. 8322. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. donderdag 11 augustus 1910 a HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN AD VERTE NT IËN: per drie maanden: -<$ Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlemƒ1.20 VHaarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1-30 V Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door Nederland„1.65 (gy 4T 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant. oKSd Zondagsblad, vo'or HaVem a37M Redaclie en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Cosfer. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Tejephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA VRIJDAG 12 AUGUSTUS. Hillegom: Raadsvergadering, OM ONS HEEN No. 1182. Veertig jaar gelsden. Veertig jaar is het geleden, dat de Fransch-Duitsche oorlog uitbrak. Midden Europa heeft al dien tijd ronder onderlingen oorlog gpleefd En wat dat beteekent, hoe dankbaar we daarvoor mogen wezen, blijkt ons het best wanneer we over die eerste dagen van den Fransch-Duitschen oorlog lezen. Ernest Laut heeft eenige herinnerin gen uit dien tijd opgehaald, naar aanleiding van het feil, dat een Duitsch officier een krans is komen leggen op het gedenkleeken, dat op gericht is ter eere van den eersten Franschman. die in dezen oorlog viel, den fourier Pagnier. Bij dat eerste treffen was de Duitscher tegenwoor dig geweest en nu nog, na veertig jaar, werd hij door zijn aandoening zóo overweldigd, dat hij maar enkele woorden uiten kon. Geen wonder. Die eerste dagen moe ten de vreeselijkste zijn geweest. Na derhand, toen broeders en vrienden gedood of gewond waren, kwam de wraakzucht boven, waardoor iedere Franschman den Duitscher een per soonlijke vjjand scheen. In den begin ne, toen de hoofden nog koel waren, moet de Franschman, die op oen Duitscher schoot en de Duitscher, die een Franschman doorstak, in zijn eigen oogen een moordenaar hebben geleken. Laut heeft nagesnuffeld, dat Pag nier in werkelijkheid het eerste slachtoffer niet geweest is, maar liet vijfde. Natuurlijk doet er dat weinig toe. Feitelijk herinnert het gedenkte ken te Schirlenhoff minder aan een rnensch, dan aan een moment, dat van het uitbreken der vijaiM-dtikhe- den, die een zoo ontzaglijk leed zou den brengen aan overwinnaars en overwonnenen te zamen. Maar keei/en we tot de historie te rug. Het eerste slachtoffer aan Fran- sche zijde was een soldaat, die bij vergissing viel door een kogtl van zijn eigen laudgenooten, de tweede een soldaat, wiens naam vergelen is, de derde de jager Goudarl, de vierde Mouty, eens grenswachter, die nadat hij zijn zeven jaar in 't leger had uit gediend, bij de douane gekomen was. Ziehier het verbaal van den dood van Mouty. Met een kameraad had hij den 23stcn Juli 1870 dienst bij Schreckling, toen twee Duitsche uhlanen uit de richting van Snnr- louis naderden. De twee douanen zonden hun een geweerkogel te ge- moet; waarna de uhlanen rechtsom keert maakten. Maar 's avonds kwa men de Duitschers terug, nu met een geheel peloton. Mouty was nog op post, maar had een anderen kame raad gekregen. Opnieuw gaven zij vuur, de Duitsche aanvoerder wankel de en viel uit den zndel, de uhlanen gaven een salvo af, dat de twee Fran- schen deed neerstorten. De uhlanen naderden toen, stegen van het paard en trachtten de twee Franschen af te maken. Mouty kwam om, maar zijn makker Lejust wist zich, met negen tien wonden bedekt, naar Schreckling to slepen, waar hij verpleegd werd en genas. Ook Mouty heeft zijn monument ge kregen. op het kerkhof van Chateau Rouge. Pagnier sneuvelde twee dagen la ter, toen de oorlog verklaard was, want de vier slachtoffers bovengen noomd waren gevallen, vóórdat de of ficieels verklaring geschied was. Do 24ste Juli was een Zondag. Een deta chement, bestaande uit een luitenant van de Reiersche dragonders, twee •luitenants van d° garde en vijf dra gonders, was op verkenning onder be vel van kapitein Graaf Zeppelin, die later als luchtvaarder beteren dan krijgsroem oogsten zou. Do kleine troep had eenige dorpen doorgedraafd, de boeren en boerin nen in het Zondagspak zagen hen met meer nieuwsgierigheid dan vrees voorbijgaan en Zeppelin deed trou wens niets, dat hen kon verschrikken. Alleen ledigde hij de brievenbussen en sneed de telegraafdraden door. De tocht had meer het aanzien van een pretje door balddadige militairen, dan van een oorlogsdaad. Zoo zelfs, dat toen de dragonders aan het sta tion Huuspach de telegraafdraden doorsneden, de overwegwachter ver ontwaardigd toeschoot en dreigde met proces-verbaal Slechts éeu ernstig incident deed zich voor. De kleine troep ontmoette een gendarme, die een militaire bood schap 'overbracht Zeppelin maakte zich daarvan meester, maar niet dan nadat de gendarme zich stevig verzet had daarna liet hij den man loopen. 's Avonds maakte Zeppelin rapport van zijn tocht en zond dat met de in beslag genomen correspondenties aan zijn chef. Een luitenant, geëscorteerd door twee dragonders, werd met do overbrenging belast, en de rest van het troepje kwam'den volgenden mor gen te Schirlenhoff en nam zijn wel verdiende rust in de herberg. Terwijl de officieren rustig ontbe ten en de manschappen de uitgeputte paarden verzorgden, naderden de Franschen, die hen zouden verrassen. Toen zij des Zondags door het dorpje Wörth trokken, had de burgemeester daarvan bericht gezonden aan gene raal de Bernis, die met tiet 12de jager regiment te Niederbronn kampeerde. Onmiddellijk waren detachementen uitgezonden om de Duitsche patrouil le op te zoeken. Luitenant de Chabot, die hun spoor gevonden had, volgde dat met den fourier Pagnier en acht tien manschappen. Aan de deur van de herberg was een Badensche dragonder op post ge zet. Plotseling verscheen Pagnier op den hoek van de straal en trachtte hem met zijn sabel te doorsteken. De Duitscher antwoordde met een ge weerschot, dat hem dood uit den za del vallen deed. De Duitsche officieren sprongen van tafel op, grepeii hun wapens, hunne manschappen kwa men toeschieten, maar het was te laat. Luitenant de Chabot en zijn 18 man waren reeds voor de herberg. Luitenant Winsloe viel met de sabel in de vuist op den Franschen offi cier aan, maar deze antwoordde met een revolverschot, dat hem deed neer storten, doodelijk gewond. De beide andere Duitsche luitenants, door sa belhouwen gekwetst, moesten zich met hünne manschappen overgeven. Toen von Zeppelin zag, dat de strijd verloren was, had hij de vlucht geno men, was op het paard van Pagnier gesprongen, dat zonder meester rond dwaalde en wist het bosch tc berei ken, waar hij een schuilplaats vond bij een Elzasser houthakker, wienhij wijs maakte, dat hij een Fransch of ficier was, vervolgd door Duitsche verkenners. De eenvoudige man ver borg hem met al den geestdrift van zijn vaderlandsliefde Zóo snel was de komst van de Fransehen in haar werk gegaan, dat de nieuwsgierigen, die vóór de her berg naar de Duitsche officieren ston den te kijken, niet eens ltadden kun nen vluchten. Een klein meisje bleef beangst staan te midden van de ja gers on evenals dezen, blootgesteld aan de kogels van de Duitschers, die uit liet huis schoten. Eén van de ja gers nam het kind bij de hand, bracht het naar de doodelijk beang ste moeder en keerde toen naar het gevecht terug. Na afloop daarvan scholden do ja gers, verwoed over den dood van Pagnier, de Duitsche gevangenon uit. Een der lvjitenants ginc op een hunner toe en zeide in 't Fransch „Waarom bcleedig je mij Ik ben ook soldaat en bovendien een supe rieur. Breng het saluut De jager, de les gevoelende, sloeg de hielen tegen elkaar en bracht den militairen groet. Een komisch incident was, dat do hótel houder, toen de troep zou ver trekken, klagend, uitriep „En wie betaalt de rekening Luitenant Chabot haalde glimla chend een goudstuk uit zijn zak en gaf het den man. De overwinnaar be taalde het gelag. Een vreemde gewaarwording van beklemming overvalt ons, als we le zen van die vredige bevolking in 't Zondagspak, dat kind midden tus- schen de strijders en die twee slacht offers, die daar plotseling vallen. Naderhand vielen ze wel bij dui zenden, maar dit was het diep aan doenlijk begin J. C. P. Stadsnieuws BERICHTEN INPLAATS VAN A DYERTENTIêN. Indertijd hebben wij er op gewezen, dat ook in de Ycrceniging van Direc teuren van dagbladen, die meer dan 5U leden telt. conclusies zijn aange nomen tegen het plaatsen van berich ten, die feitelijk advertentiën zijn. Hoe algemeen dit kwaad gevoeld wordt, blijkt wel hieruit, dat dezer dogen ook in de Ned. R.-K. Jourim- listenvereeniging dezelfde zaak werd behandeld. In een bespreking kwam een voorstel van den heer Hehner, redacteur van „De Tijd", om zich te wenden tot de redactiën van alle R.K. nieuwsbladen met een afgerond voor stel om een einde te maken aan liet Dluatsen van communiquó's, die het uiterlijk en ook de strekking hebben van reclame-berichten. Na een zeer geanimeerde discussie werd met algemeene stemmen de vol gende motie aangenomen De vergadering, gehoord de discussiën, betreurende, dat in toenemende ma te de gastvrijheid der katholieke cou ranten verlangd wordt voor allerlei berichten, oie het karakter van ad vertentiën dragen, snreekt den wensch uit, dat bij de redacties der katholieke bladen meer overeenstemming worde gewekt, om op dit gebied misbruiken tegen te gaan. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 3 tot en met 9 Au gustus kwamen ter kennis van den Centralen Gezondheidsraad o.m. 1 geval van roodvonk te Haarlem en 1 geval van typhus te Velseu. 11ET WERKLOOZENFONDS. Aan het jaarverslag van het Ge meentefonds ter bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevol gen van Werkloosheid (1 Mei 1909 30 April 1910) zij 't volgende ontleend: Van de drie algemeene verzeke- ringsvereeuigingen hebben twee met veel moeite de Kon. goedkeuring op haar statuten kunnen verkrijgen. Aan de derde vereeniging werd de rechtspersoonlijkheid opnieuw gewei gerd. Het fonds heeft nu de vereeni- gingen aangeschreven, dat zij op 1 Augustus 1910 rechtspersoonlijkheid moeten bezitten. Hot bestuur heeft overwogen of die eiseh omtrent de rechtspersoonlijk heid der aangesloten veiccmgingun niet zou kunnen vervallen. Het meent echter geen voorstel daartoe te mo gen noen. Nieuwe vereenigingen werden met toegelaten. De afd. Haarlem van den Alg. Ned. Typografenbond werd niet aangenomen, omdat men de statuten niet wilde herzien in overeenstem ming met het foudsregleinent. Er zijn nu vijf aangesloten vereeni gingen, nl. Door Eendracht verbete ring met 74 leden, tegen 74 verleden jaar, de Mctaalbewerkersbond met 88 tegen 77 leden 't vorige jaar, de Alg. Huarl. Vereen, tot bestrijding van erkluosheid met 320 legen 434 ledeu, de Christ. Vereen. „Bestrijding van Werkloosheid" met 145 tegen 141 leden en de Neutr. Vereen, tot be strijd. van gedwongen Werkloosheid met 37 leden tegen 't vorige jaar 145 leden. De vakvereenigingen zijn dus niet of weinig gegroeid en van de algemee ne vereenigingen zijn de ledentallen tcruggeloopen. In Haarlem werd een bijslag gege ven van i203,25 gedurende 3475 werlcloozendagen. Arnhem, waar alleen vakvereeni gingen aangesloten zijn, werd 2839,32 1/2 uitgekeerd over 6752 werkloozendagen. Groningen, dat in dezelfde omstan digheden verkeert, gaf ƒ1772,90 bij slag over 3G39 dagen. Uitgekeerd werd in Haarlem aan „D. Et V." 179,25Metaalbewerkers ƒ54, Alg. Vereen, ƒ1038.50; Christ. Vereen, 578.02 1/2 en de Neutrale Vereen, f 322.50. Door de Gemeente werd betaald 2172.27 1/2. De algemeene vereenigingen keeren alleen in den winter uit, maar de Christ. Vereen, gaat *nu ook alle maanden uitkeeren, doch verkort den uitkeeringstijd op 30 dagen. Als men de cijfers vergelijkt met die van 't vorige jaar, blijkt, dat de zachte winter zeer gunstig voor de werkloozenkassen is geweest. Opvallend wordt genoemd, dat ,,D. E. V." het grootste aantal werkloo- zen had in Juli en Augustus. De villa- bouw in de omstreken van Haarlem en te Zandvoort gaf 'tminst arbeid aan de timmerlieden. Door nalatigheid van een cewezen bestuurslid der Neu trale Yp-ecnieing ontbrak in de kas een som van 120. Hij zuivert dit be drag echter elke week aan. lii Maart en April werden geen uit- keeringen gedaan aan „D. E. V.", daar de leden zich niet wilden laten inschrijven bij de Arbeidsbeurs. De leden weigerden dit, omdat h. i. de Beurs onderkruipers levert, aan par ticulieren werklieden verschaft, be neden bet loon wil laten werken, lat>- tige vragen stelt, enz. Een werkloozcn telling werd niet practisch uitvoerbaar geacht, tenzij men groote kosten maakte. Gaarne zou 't fonds samenwerken met de Gemeente Schoten. Een po ging om de losse arbeiders te vereeni- gan in een \Yerkloozenkas zijn mis lukt. Na de invoering van 't herziene reglement hoopt men op toetreding van meerdere vereenigingen. Een leeraar In de Zomervacantle Dr. P. M. Heringa, een van de leeraren aan onze H. B. S. met 5-jaaü- gen cursus, is te W armond in de S o m in e r f r i s ch e en gaat daar op het meer zeilen en visschen. Wat niet belet, dat hij toch aan zijn vak denkt en aan zijn werk te Haar lem, zooals blijkt uit een ingezonden stuk in het Handelsblad van VVoens dagavond, waaraan ik het volgende ontleen: ,lk zit hier wat op mijn verhaal te komen van het geleer aan de H. B. waaraan ik de Natuurkunde do ceer, maar terwijl ik hier, hoewel de boeren den regen om zich heen zien plassen, opgewekte menschen zie, noor ik van een H. B. S. om mij heen niet anders dan geklaag over het weinige resultaat van al het onder wijs. Men laat de zon der wetenschap toch zoo overvloedig schijnen in die hersenen en wat blijft er van zitten, mijnheer: Ze kunnen me puulori niet eens dat eenvoudige vraagstuk ma ken; daar laten ze me waarachtig die n weer weg; van de datums der Fransclie revolutie weten ze niets meer; die post is toch weer fout ge boekt; ze doen totaal niets aan de scheikunde en de eenheden van kracht, massa en versnelling haspe len ze nog door mekaar en dat ter wijl het eind-examen voor de deur slaat. Ik zal wel zorgen dat bij dcu overgang van de 4de naar de 5de, die sukkels er niet meer door sluipen, enz. enz. en zoo hoort men steeds al lerlei klaagliederen, welke klaaglie deren ieder jaar erger worden, want men laat de zon der wetenschap steeds meer schijnen; terwijl wij ons bezorgd maken dat de warmte van de echte zon afneemt, neemt toch de warmte van de wetenschappelijke zon toe; langzaam maar zeker, 't aantal vraagstukken dat gemaakt moet wor den, het aantal begrippen dat er in gewerkt moet worden, het aantal ver gelijkende studietjes op aardrijks kundig gebied eD op geschiedkundig gebied, de taalkundige moeilijkheden, de letterkundige bijzonderheden, al les neemt toe. En in plaats van zooals de land bouwer kalm alles te laten afhangen van wat de natuuT doet, en opge ruimd af te wachten wat er van komt, zet men bij den groei der jeugd d© natuur veelal op zij en brengt al lerlei elecbriscbe zonnetjes aan om hel toch maar welig te doen groeien. Met dat gevolg, dat men aardig bezig is met verschroeien. En toch, evenmin als het gras, dat in do tijden van Pharao groeide een ander soort gras is dan dat er nu groeit, evenmin zijn de hersenen van don normalen mensch van nu an ders dan in die pud Egyptische tij den. Men beweert wel, dat do maatschap pij meer eischt; ik ben het er niet mo de eens. Dé maatschappij eischt flin ke, klaxe menschen, die zich zooveel mogelijk zelfstandig ontwikkeld heb ben en die zooveel weten, dat zij, als zij in hun speciaal hoekje komen, daarop kunnen voortbouwen; in ste de daarvan kweeken wij door elkaai genomen veel spichtig gros. waar weinig karakter in zit." En dan wijst Dr. Heringa er op,, hoe noodig het is, degelijke karakters aan te kweeken, „in deze tijden, waarin het van grooten invloed zou de zijn, als men troost vond in een naar krachten aangename levens taak, waarbij men inzag, dat wat men deed nuttig was voor zichzelf en voor zijn omgeving, en men zich vol komen berekend voelde voor Jie taak. Maar in plaats daarvan is het gros van wat onderwijs krijgt zoo weinig thuis in wat gedoceerd wordt, dat bij hen weiu g zelfvertrouwen wordt aangekweekt. Men klaagt wel in onderwijskringen dat de sport, de vele vermaken in deze veel kwaad doen en de lust en ijver wegnemen, maar men vergeet, dat wij docenten door de veelheid de jeugd dwingen, afleiding te zoeken in die sport, in die vermaken. Boven dien aan deze excesses van de sport doen e-r niet veel mede, de meerder heid is te traag om de noodige li chaamsbeweging te nemen en het wordt hoog tijd. dat in plaats van de traditioneel© 2 uur gymnastiek per weok minstens een uur per dag de jeugd gedwongen wordt lichaamsbe weging te nemen." En verder: „(ik) lach wat met de collega's, die zich In liet eind examen zitten af te tobben om veer nieuwe combinaties van goniometrische formules te vin den, waarmede zij de jeugd hopen te vangen. Ik hoop maar, dat zij eens in zul len zien. dat zij op den verkeerden weg zijn en dat er goede ouders zijn, die hun kinderen bewaken en als zij zien, dal de zon te fel brandt zo er uit zullen halen en dat de overigen, als zij door den broed-oven heen zijn zich wat afschudden en zoo blij moedig mogelijk verder trekken." Tot zoover Dr. Heringa, wiens ont boezeming wij met groote instem ming hebben gelezen, al kunnen nog niet begrijpen wat hij er voor voordeel in ziet, dat de ineenschake- lingscommissie voorstelt, het eind examen te wijzigen en daarvan meer een schoolexamen te maken. Daarin, meen en we, schuilt de voornaamste fout van de H. B. S. met 5-jangon cursus niet. Maar Dr. Heringa belooft zijn opi nie nader toe te lichten. En wij ho pen, hoewel we hem veel mooi weer voor zeil- en vischtochten toewen- schen, dat hij die belofte 6poedig in lossen zal. Poging tot moord. Door de Justitie wordt een geval van poging tot moord onderzocht, ge pleegd door een vrouw op haar man. Zij knipte n.l. eenige lokken haar van het Jioofd van een harer doch- j tertjes en legde dit haar nu evenwel zeer fijn geknipt, op de bote i li am van haren man. Deze heeft dit bemerkt en een klacht bij do politie ingediend. De vrouw moet reeds bekend hebben haar man, die volgens haar bewe ring goed voor haar was, doch van wien zij niet hield, te willen ver moorden. Haar man had haar verteld, dat men in lndië dergelijke middelen te baat nam. De vrouw is door de politie to Lis- se, alwaar zij woont, naar Haarlem overgebracht. Verdronken. Gistermiddag is in een sloot den Oudenweg verdronken het ^-ja rig zoontje van den heer Pik, woon achtig in liet Amsterdamsch kwar tier. Het werd al eeiiigen tijd ver mist, zoodat de politie reeds aan bet dreggen was, toen zijn 5 jarig broer tje werd opgemerkt, die aan den an deren kant van den weg stond te huilen, bij de plaats waar de kleine voorover in die moddersloot log. In de politiepost binnengebracht werd te vergeefs getracht de levens geesten weer op te wekken. (Zie verder Stadsnieuws onder laat ste berichten). Uit de Omstreken SCHOTEN. Gisteravond om 8 1/2 uut werd ten huize van den opzichter-machinist der II. IJ. S. M., den heer Bouman alhier, door de muziekvereeniging „Crescendo", onder leiding van den directeur den heer v. Tienen, een se renade gebracht wegens het 25-jarig jubileum van den heer Bouman bij de H. IJ. S M. Binnenland \YEER EEN GESNAPT. De politie te 's-Gravenhage heeft nog een vierden persoon aangehou den, verdacht van medeplichtigheid uun de ben. ving van een kleermaker Zaterdagnacht Thans is de derde beruchte „club van Jan de Graaf, die het winke liers en publiek in de omgeving van hel Spui, vooral op den laten avond, zeer Lastig maakte en waarover her haaldelijk bij de politie klachten in kwamen, achter slot en grendel. Ook de vierde is ter beschikking van de justitie gesteld en in het huis van bewaring opgesloten. EEN STIERENGEVECHT. In het „Hbld.' geeft Jan Feith de volgende humoristische beschrijving van een stierengevecht, dat plaats heeft gehad op de Scheveningsche Wielerbaan Dit jaar 1910 zal men later noemen als het tijdstip, waarop de stier in onze Nedctlandsche sportwereld zijn intrede heeft gedaan. Gisteren heeft op de Schevening sche wielerbaan het eerste stieren gevecht plaats gehad. Doch een stierengevecht, zooals w ij het ons kleurig en bloedig kunnen voorstellen uit de beschrijvingen van ieder, die in Spanje is geweest zij het Jac. van Looy, of de on-lettei k jn- diaste prcnt-briefkaartschrijver is dit Ilaagsche niet geweest Het middeu-terrein van de houten wielerbaan leek al heel weinig p een arena de piccadores, matado- res en toreadores waren vervangen door één verwaarloosden cowboy, die steenkool-Engelsch sprak en wc!! t weinig weet had van de onmetei j'-:- heid van den Far \Yest. De stier was een volbioed Holla n J- sche. Deze laatste factor beeft het stie rengevecht te Scheveningen gemaakt tot een groot nationaal succes. Want zij is overheerlijk, de natio naliteit van ons Hollandsche vee, óf het zich als kalf den rug krauwt aan reclame-borden, die auto's voorstel len. óf het als koe wijsgeerig te her kauwen ligt, öf het als stier"het mid denterrein van een wielerbaan be treedt. Het middenterrein van de Scheve ningsche wielerbaan is met gras be groeid. De Hollandsche stier, die nu eenmaal van gras houdt, snoof be haaglijk en begon rustig te grazen. Het publiek joelde en de lawaaiige cowboy riep ,.kss I" De stier begreep er uit, dat het ver boden was daar te grazen, waarom liii de houten wielerbaan betrad, om tc weten, waarom al die menschen ten halven lijve over de schutting keken. Daarop joelden de menschen nog harder; een stuk schutting bi ik er van. de menschen tuimelden voor uit. en de stier stak zijn staart recht in de hoogte en draafde voorzichtig van deze gevaarlijke plok weg. Doch iets verder boog de baan zich omhoog tot steile hoogte. En de stter, gemoedelijk op zijn eigen biefstuk ge zeten. zeulde van boven naar bene-' den Hij keek van omlaag de hougo bocht aan En wilde gaan grazen. Doch weer was daar de cowboy, die hem op het ongeoorloofde daar van kwam wijzen. De cowboy zat te paard, hij had een slappen filteu hoed op, een rood hemd aan. en stak in een rijbroek van schapenhuid. Daardoor leek hij zoo weinig op een Hollandschen boe renknecht, dat de stier, ditmaal waariijk geschrokken, in ealop-tem- po. maakte dut hij wegkwam. De eenige vluchtplaats op het mid den-terrein bestond uit een jury tentje. De heeren van de jury hier, cezcten in plaats van de Grandes uui Spanje zagen den stier aanko men. Het beest deed niet wild. Inte gendeel. Hij was een goedige, doge- hike Hollandsche stier, die niets lie ver verlangde dan ongestoord te gra zen. cn van dien brutalen cowboy, niets weten wilde. Hij swam in een kort galopje op het tentje toe. De voorzitter-kamprechter was do eenige, die gewapend was.... meteen revolver, die met losse patronen gé- laden is, om bij wielersport aan wiel renners het gebiedend teeken vnn vertrek te geven. Er was nog een offi cieel persoon, die een scheepsroepep

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 1