NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
28e Jaargang; No. 8322.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. donderdag 11 augustus 1910 a
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AD VERTE NT IËN:
per drie maanden: -<$ Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlemƒ1.20 VHaarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1-30 V Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland„1.65 (gy 4T 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant.
oKSd Zondagsblad, vo'or HaVem a37M Redaclie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Cosfer. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Tejephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
VRIJDAG 12 AUGUSTUS.
Hillegom: Raadsvergadering,
OM ONS HEEN
No. 1182.
Veertig jaar gelsden.
Veertig jaar is het geleden, dat de
Fransch-Duitsche oorlog uitbrak.
Midden Europa heeft al dien tijd
ronder onderlingen oorlog gpleefd
En wat dat beteekent, hoe dankbaar
we daarvoor mogen wezen, blijkt ons
het best wanneer we over die eerste
dagen van den Fransch-Duitschen
oorlog lezen.
Ernest Laut heeft eenige herinnerin
gen uit dien tijd opgehaald, naar
aanleiding van het feil, dat een
Duitsch officier een krans is komen
leggen op het gedenkleeken, dat op
gericht is ter eere van den eersten
Franschman. die in dezen oorlog viel,
den fourier Pagnier. Bij dat eerste
treffen was de Duitscher tegenwoor
dig geweest en nu nog, na veertig
jaar, werd hij door zijn aandoening
zóo overweldigd, dat hij maar enkele
woorden uiten kon.
Geen wonder. Die eerste dagen moe
ten de vreeselijkste zijn geweest. Na
derhand, toen broeders en vrienden
gedood of gewond waren, kwam de
wraakzucht boven, waardoor iedere
Franschman den Duitscher een per
soonlijke vjjand scheen. In den begin
ne, toen de hoofden nog koel waren,
moet de Franschman, die op oen
Duitscher schoot en de Duitscher, die
een Franschman doorstak, in zijn
eigen oogen een moordenaar hebben
geleken.
Laut heeft nagesnuffeld, dat Pag
nier in werkelijkheid het eerste
slachtoffer niet geweest is, maar liet
vijfde. Natuurlijk doet er dat weinig
toe. Feitelijk herinnert het gedenkte
ken te Schirlenhoff minder aan een
rnensch, dan aan een moment, dat
van het uitbreken der vijaiM-dtikhe-
den, die een zoo ontzaglijk leed zou
den brengen aan overwinnaars en
overwonnenen te zamen.
Maar keei/en we tot de historie te
rug. Het eerste slachtoffer aan Fran-
sche zijde was een soldaat, die bij
vergissing viel door een kogtl van
zijn eigen laudgenooten, de tweede
een soldaat, wiens naam vergelen is,
de derde de jager Goudarl, de vierde
Mouty, eens grenswachter, die nadat
hij zijn zeven jaar in 't leger had uit
gediend, bij de douane gekomen was.
Ziehier het verbaal van den dood
van Mouty. Met een kameraad had
hij den 23stcn Juli 1870 dienst bij
Schreckling, toen twee Duitsche
uhlanen uit de richting van Snnr-
louis naderden. De twee douanen
zonden hun een geweerkogel te ge-
moet; waarna de uhlanen rechtsom
keert maakten. Maar 's avonds kwa
men de Duitschers terug, nu met een
geheel peloton. Mouty was nog op
post, maar had een anderen kame
raad gekregen. Opnieuw gaven zij
vuur, de Duitsche aanvoerder wankel
de en viel uit den zndel, de uhlanen
gaven een salvo af, dat de twee Fran-
schen deed neerstorten. De uhlanen
naderden toen, stegen van het paard
en trachtten de twee Franschen af te
maken. Mouty kwam om, maar zijn
makker Lejust wist zich, met negen
tien wonden bedekt, naar Schreckling
to slepen, waar hij verpleegd werd en
genas.
Ook Mouty heeft zijn monument ge
kregen. op het kerkhof van Chateau
Rouge.
Pagnier sneuvelde twee dagen la
ter, toen de oorlog verklaard was,
want de vier slachtoffers bovengen
noomd waren gevallen, vóórdat de of
ficieels verklaring geschied was. Do
24ste Juli was een Zondag. Een deta
chement, bestaande uit een luitenant
van de Reiersche dragonders, twee
•luitenants van d° garde en vijf dra
gonders, was op verkenning onder be
vel van kapitein Graaf Zeppelin, die
later als luchtvaarder beteren dan
krijgsroem oogsten zou.
Do kleine troep had eenige dorpen
doorgedraafd, de boeren en boerin
nen in het Zondagspak zagen hen met
meer nieuwsgierigheid dan vrees
voorbijgaan en Zeppelin deed trou
wens niets, dat hen kon verschrikken.
Alleen ledigde hij de brievenbussen
en sneed de telegraafdraden door. De
tocht had meer het aanzien van een
pretje door balddadige militairen,
dan van een oorlogsdaad. Zoo zelfs,
dat toen de dragonders aan het sta
tion Huuspach de telegraafdraden
doorsneden, de overwegwachter ver
ontwaardigd toeschoot en dreigde
met proces-verbaal
Slechts éeu ernstig incident deed
zich voor. De kleine troep ontmoette
een gendarme, die een militaire bood
schap 'overbracht Zeppelin maakte
zich daarvan meester, maar niet dan
nadat de gendarme zich stevig verzet
had daarna liet hij den man loopen.
's Avonds maakte Zeppelin rapport
van zijn tocht en zond dat met de in
beslag genomen correspondenties aan
zijn chef. Een luitenant, geëscorteerd
door twee dragonders, werd met do
overbrenging belast, en de rest van
het troepje kwam'den volgenden mor
gen te Schirlenhoff en nam zijn wel
verdiende rust in de herberg.
Terwijl de officieren rustig ontbe
ten en de manschappen de uitgeputte
paarden verzorgden, naderden de
Franschen, die hen zouden verrassen.
Toen zij des Zondags door het dorpje
Wörth trokken, had de burgemeester
daarvan bericht gezonden aan gene
raal de Bernis, die met tiet 12de jager
regiment te Niederbronn kampeerde.
Onmiddellijk waren detachementen
uitgezonden om de Duitsche patrouil
le op te zoeken. Luitenant de Chabot,
die hun spoor gevonden had, volgde
dat met den fourier Pagnier en acht
tien manschappen.
Aan de deur van de herberg was
een Badensche dragonder op post ge
zet. Plotseling verscheen Pagnier op
den hoek van de straal en trachtte
hem met zijn sabel te doorsteken. De
Duitscher antwoordde met een ge
weerschot, dat hem dood uit den za
del vallen deed. De Duitsche officieren
sprongen van tafel op, grepeii hun
wapens, hunne manschappen kwa
men toeschieten, maar het was te
laat. Luitenant de Chabot en zijn 18
man waren reeds voor de herberg.
Luitenant Winsloe viel met de sabel
in de vuist op den Franschen offi
cier aan, maar deze antwoordde met
een revolverschot, dat hem deed neer
storten, doodelijk gewond. De beide
andere Duitsche luitenants, door sa
belhouwen gekwetst, moesten zich
met hünne manschappen overgeven.
Toen von Zeppelin zag, dat de strijd
verloren was, had hij de vlucht geno
men, was op het paard van Pagnier
gesprongen, dat zonder meester rond
dwaalde en wist het bosch tc berei
ken, waar hij een schuilplaats vond
bij een Elzasser houthakker, wienhij
wijs maakte, dat hij een Fransch of
ficier was, vervolgd door Duitsche
verkenners. De eenvoudige man ver
borg hem met al den geestdrift van
zijn vaderlandsliefde
Zóo snel was de komst van de
Fransehen in haar werk gegaan, dat
de nieuwsgierigen, die vóór de her
berg naar de Duitsche officieren ston
den te kijken, niet eens ltadden kun
nen vluchten. Een klein meisje bleef
beangst staan te midden van de ja
gers on evenals dezen, blootgesteld
aan de kogels van de Duitschers, die
uit liet huis schoten. Eén van de ja
gers nam het kind bij de hand,
bracht het naar de doodelijk beang
ste moeder en keerde toen naar het
gevecht terug.
Na afloop daarvan scholden do ja
gers, verwoed over den dood van
Pagnier, de Duitsche gevangenon
uit. Een der lvjitenants ginc op een
hunner toe en zeide in 't Fransch
„Waarom bcleedig je mij Ik ben
ook soldaat en bovendien een supe
rieur. Breng het saluut
De jager, de les gevoelende, sloeg
de hielen tegen elkaar en bracht den
militairen groet.
Een komisch incident was, dat do
hótel houder, toen de troep zou ver
trekken, klagend, uitriep
„En wie betaalt de rekening
Luitenant Chabot haalde glimla
chend een goudstuk uit zijn zak en
gaf het den man. De overwinnaar be
taalde het gelag.
Een vreemde gewaarwording van
beklemming overvalt ons, als we le
zen van die vredige bevolking in 't
Zondagspak, dat kind midden tus-
schen de strijders en die twee slacht
offers, die daar plotseling vallen.
Naderhand vielen ze wel bij dui
zenden, maar dit was het diep aan
doenlijk begin
J. C. P.
Stadsnieuws
BERICHTEN INPLAATS VAN
A DYERTENTIêN.
Indertijd hebben wij er op gewezen,
dat ook in de Ycrceniging van Direc
teuren van dagbladen, die meer dan
5U leden telt. conclusies zijn aange
nomen tegen het plaatsen van berich
ten, die feitelijk advertentiën zijn.
Hoe algemeen dit kwaad gevoeld
wordt, blijkt wel hieruit, dat dezer
dogen ook in de Ned. R.-K. Jourim-
listenvereeniging dezelfde zaak werd
behandeld. In een bespreking kwam
een voorstel van den heer Hehner,
redacteur van „De Tijd", om zich te
wenden tot de redactiën van alle R.K.
nieuwsbladen met een afgerond voor
stel om een einde te maken aan liet
Dluatsen van communiquó's, die het
uiterlijk en ook de strekking hebben
van reclame-berichten.
Na een zeer geanimeerde discussie
werd met algemeene stemmen de vol
gende motie aangenomen
De vergadering,
gehoord de discussiën,
betreurende, dat in toenemende ma
te de gastvrijheid der katholieke cou
ranten verlangd wordt voor allerlei
berichten, oie het karakter van ad
vertentiën dragen,
snreekt den wensch uit, dat bij de
redacties der katholieke bladen meer
overeenstemming worde gewekt, om
op dit gebied misbruiken tegen te
gaan.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 3 tot en met 9 Au
gustus kwamen ter kennis van den
Centralen Gezondheidsraad o.m. 1
geval van roodvonk te Haarlem en
1 geval van typhus te Velseu.
11ET WERKLOOZENFONDS.
Aan het jaarverslag van het Ge
meentefonds ter bevordering van de
verzekering tegen de geldelijke gevol
gen van Werkloosheid (1 Mei 1909
30 April 1910) zij 't volgende ontleend:
Van de drie algemeene verzeke-
ringsvereeuigingen hebben twee met
veel moeite de Kon. goedkeuring op
haar statuten kunnen verkrijgen.
Aan de derde vereeniging werd de
rechtspersoonlijkheid opnieuw gewei
gerd. Het fonds heeft nu de vereeni-
gingen aangeschreven, dat zij op 1
Augustus 1910 rechtspersoonlijkheid
moeten bezitten.
Hot bestuur heeft overwogen of die
eiseh omtrent de rechtspersoonlijk
heid der aangesloten veiccmgingun
niet zou kunnen vervallen. Het meent
echter geen voorstel daartoe te mo
gen noen.
Nieuwe vereenigingen werden met
toegelaten. De afd. Haarlem van den
Alg. Ned. Typografenbond werd niet
aangenomen, omdat men de statuten
niet wilde herzien in overeenstem
ming met het foudsregleinent.
Er zijn nu vijf aangesloten vereeni
gingen, nl. Door Eendracht verbete
ring met 74 leden, tegen 74 verleden
jaar, de Mctaalbewerkersbond met 88
tegen 77 leden 't vorige jaar, de Alg.
Huarl. Vereen, tot bestrijding van
erkluosheid met 320 legen 434
ledeu, de Christ. Vereen. „Bestrijding
van Werkloosheid" met 145 tegen 141
leden en de Neutr. Vereen, tot be
strijd. van gedwongen Werkloosheid
met 37 leden tegen 't vorige jaar 145
leden.
De vakvereenigingen zijn dus niet
of weinig gegroeid en van de algemee
ne vereenigingen zijn de ledentallen
tcruggeloopen.
In Haarlem werd een bijslag gege
ven van i203,25 gedurende 3475
werlcloozendagen.
Arnhem, waar alleen vakvereeni
gingen aangesloten zijn, werd
2839,32 1/2 uitgekeerd over 6752
werkloozendagen.
Groningen, dat in dezelfde omstan
digheden verkeert, gaf ƒ1772,90 bij
slag over 3G39 dagen.
Uitgekeerd werd in Haarlem aan
„D. Et V." 179,25Metaalbewerkers
ƒ54, Alg. Vereen, ƒ1038.50; Christ.
Vereen, 578.02 1/2 en de Neutrale
Vereen, f 322.50. Door de Gemeente
werd betaald 2172.27 1/2.
De algemeene vereenigingen keeren
alleen in den winter uit, maar de
Christ. Vereen, gaat *nu ook alle
maanden uitkeeren, doch verkort den
uitkeeringstijd op 30 dagen.
Als men de cijfers vergelijkt met
die van 't vorige jaar, blijkt, dat de
zachte winter zeer gunstig voor de
werkloozenkassen is geweest.
Opvallend wordt genoemd, dat ,,D.
E. V." het grootste aantal werkloo-
zen had in Juli en Augustus. De villa-
bouw in de omstreken van Haarlem
en te Zandvoort gaf 'tminst arbeid aan
de timmerlieden. Door nalatigheid
van een cewezen bestuurslid der Neu
trale Yp-ecnieing ontbrak in de kas
een som van 120. Hij zuivert dit be
drag echter elke week aan.
lii Maart en April werden geen uit-
keeringen gedaan aan „D. E. V.",
daar de leden zich niet wilden laten
inschrijven bij de Arbeidsbeurs. De
leden weigerden dit, omdat h. i. de
Beurs onderkruipers levert, aan par
ticulieren werklieden verschaft, be
neden bet loon wil laten werken, lat>-
tige vragen stelt, enz.
Een werkloozcn telling werd niet
practisch uitvoerbaar geacht, tenzij
men groote kosten maakte.
Gaarne zou 't fonds samenwerken
met de Gemeente Schoten. Een po
ging om de losse arbeiders te vereeni-
gan in een \Yerkloozenkas zijn mis
lukt. Na de invoering van 't herziene
reglement hoopt men op toetreding
van meerdere vereenigingen.
Een leeraar In de Zomervacantle
Dr. P. M. Heringa, een van de
leeraren aan onze H. B. S. met 5-jaaü-
gen cursus, is te W armond in de
S o m in e r f r i s ch e en gaat
daar op het meer zeilen en visschen.
Wat niet belet, dat hij toch aan zijn
vak denkt en aan zijn werk te Haar
lem, zooals blijkt uit een ingezonden
stuk in het Handelsblad van VVoens
dagavond, waaraan ik het volgende
ontleen:
,lk zit hier wat op mijn verhaal te
komen van het geleer aan de H. B.
waaraan ik de Natuurkunde do
ceer, maar terwijl ik hier, hoewel de
boeren den regen om zich heen zien
plassen, opgewekte menschen zie,
noor ik van een H. B. S. om mij heen
niet anders dan geklaag over het
weinige resultaat van al het onder
wijs. Men laat de zon der wetenschap
toch zoo overvloedig schijnen in die
hersenen en wat blijft er van zitten,
mijnheer: Ze kunnen me puulori niet
eens dat eenvoudige vraagstuk ma
ken; daar laten ze me waarachtig
die n weer weg; van de datums der
Fransclie revolutie weten ze niets
meer; die post is toch weer fout ge
boekt; ze doen totaal niets aan de
scheikunde en de eenheden van
kracht, massa en versnelling haspe
len ze nog door mekaar en dat ter
wijl het eind-examen voor de deur
slaat. Ik zal wel zorgen dat bij dcu
overgang van de 4de naar de 5de, die
sukkels er niet meer door sluipen,
enz. enz. en zoo hoort men steeds al
lerlei klaagliederen, welke klaaglie
deren ieder jaar erger worden, want
men laat de zon der wetenschap
steeds meer schijnen; terwijl wij ons
bezorgd maken dat de warmte van
de echte zon afneemt, neemt toch de
warmte van de wetenschappelijke zon
toe; langzaam maar zeker, 't aantal
vraagstukken dat gemaakt moet wor
den, het aantal begrippen dat er in
gewerkt moet worden, het aantal ver
gelijkende studietjes op aardrijks
kundig gebied eD op geschiedkundig
gebied, de taalkundige moeilijkheden,
de letterkundige bijzonderheden, al
les neemt toe.
En in plaats van zooals de land
bouwer kalm alles te laten afhangen
van wat de natuuT doet, en opge
ruimd af te wachten wat er van
komt, zet men bij den groei der jeugd
d© natuur veelal op zij en brengt al
lerlei elecbriscbe zonnetjes aan om
hel toch maar welig te doen groeien.
Met dat gevolg, dat men aardig bezig
is met verschroeien.
En toch, evenmin als het gras, dat
in do tijden van Pharao groeide een
ander soort gras is dan dat er nu
groeit, evenmin zijn de hersenen van
don normalen mensch van nu an
ders dan in die pud Egyptische tij
den.
Men beweert wel, dat do maatschap
pij meer eischt; ik ben het er niet mo
de eens. Dé maatschappij eischt flin
ke, klaxe menschen, die zich zooveel
mogelijk zelfstandig ontwikkeld heb
ben en die zooveel weten, dat zij, als
zij in hun speciaal hoekje komen,
daarop kunnen voortbouwen; in ste
de daarvan kweeken wij door elkaai
genomen veel spichtig gros. waar
weinig karakter in zit."
En dan wijst Dr. Heringa er op,,
hoe noodig het is, degelijke karakters
aan te kweeken, „in deze tijden,
waarin het van grooten invloed zou
de zijn, als men troost vond in een
naar krachten aangename levens
taak, waarbij men inzag, dat wat
men deed nuttig was voor zichzelf en
voor zijn omgeving, en men zich vol
komen berekend voelde voor Jie taak.
Maar in plaats daarvan is het gros
van wat onderwijs krijgt zoo weinig
thuis in wat gedoceerd wordt, dat bij
hen weiu g zelfvertrouwen wordt
aangekweekt.
Men klaagt wel in onderwijskringen
dat de sport, de vele vermaken in
deze veel kwaad doen en de lust en
ijver wegnemen, maar men vergeet,
dat wij docenten door de veelheid de
jeugd dwingen, afleiding te zoeken in
die sport, in die vermaken. Boven
dien aan deze excesses van de sport
doen e-r niet veel mede, de meerder
heid is te traag om de noodige li
chaamsbeweging te nemen en het
wordt hoog tijd. dat in plaats van de
traditioneel© 2 uur gymnastiek per
weok minstens een uur per dag de
jeugd gedwongen wordt lichaamsbe
weging te nemen."
En verder:
„(ik) lach wat met de collega's, die
zich In liet eind examen zitten af te
tobben om veer nieuwe combinaties
van goniometrische formules te vin
den, waarmede zij de jeugd hopen te
vangen.
Ik hoop maar, dat zij eens in zul
len zien. dat zij op den verkeerden
weg zijn en dat er goede ouders zijn,
die hun kinderen bewaken en als zij
zien, dal de zon te fel brandt zo er
uit zullen halen en dat de overigen,
als zij door den broed-oven heen
zijn zich wat afschudden en zoo blij
moedig mogelijk verder trekken."
Tot zoover Dr. Heringa, wiens ont
boezeming wij met groote instem
ming hebben gelezen, al kunnen
nog niet begrijpen wat hij er voor
voordeel in ziet, dat de ineenschake-
lingscommissie voorstelt, het eind
examen te wijzigen en daarvan meer
een schoolexamen te maken.
Daarin, meen en we, schuilt de
voornaamste fout van de H. B. S.
met 5-jangon cursus niet.
Maar Dr. Heringa belooft zijn opi
nie nader toe te lichten. En wij ho
pen, hoewel we hem veel mooi weer
voor zeil- en vischtochten toewen-
schen, dat hij die belofte 6poedig in
lossen zal.
Poging tot moord.
Door de Justitie wordt een geval
van poging tot moord onderzocht, ge
pleegd door een vrouw op haar man.
Zij knipte n.l. eenige lokken haar
van het Jioofd van een harer doch-
j tertjes en legde dit haar nu evenwel
zeer fijn geknipt, op de bote i li am
van haren man.
Deze heeft dit bemerkt en een
klacht bij do politie ingediend. De
vrouw moet reeds bekend hebben
haar man, die volgens haar bewe
ring goed voor haar was, doch van
wien zij niet hield, te willen ver
moorden.
Haar man had haar verteld, dat
men in lndië dergelijke middelen te
baat nam.
De vrouw is door de politie to Lis-
se, alwaar zij woont, naar Haarlem
overgebracht.
Verdronken.
Gistermiddag is in een sloot
den Oudenweg verdronken het ^-ja
rig zoontje van den heer Pik, woon
achtig in liet Amsterdamsch kwar
tier. Het werd al eeiiigen tijd ver
mist, zoodat de politie reeds aan bet
dreggen was, toen zijn 5 jarig broer
tje werd opgemerkt, die aan den an
deren kant van den weg stond te
huilen, bij de plaats waar de kleine
voorover in die moddersloot log.
In de politiepost binnengebracht
werd te vergeefs getracht de levens
geesten weer op te wekken.
(Zie verder Stadsnieuws onder laat
ste berichten).
Uit de Omstreken
SCHOTEN.
Gisteravond om 8 1/2 uut werd ten
huize van den opzichter-machinist
der II. IJ. S. M., den heer Bouman
alhier, door de muziekvereeniging
„Crescendo", onder leiding van den
directeur den heer v. Tienen, een se
renade gebracht wegens het 25-jarig
jubileum van den heer Bouman bij
de H. IJ. S M.
Binnenland
\YEER EEN GESNAPT.
De politie te 's-Gravenhage heeft
nog een vierden persoon aangehou
den, verdacht van medeplichtigheid
uun de ben. ving van een kleermaker
Zaterdagnacht
Thans is de derde beruchte „club
van Jan de Graaf, die het winke
liers en publiek in de omgeving van
hel Spui, vooral op den laten avond,
zeer Lastig maakte en waarover her
haaldelijk bij de politie klachten in
kwamen, achter slot en grendel.
Ook de vierde is ter beschikking
van de justitie gesteld en in het huis
van bewaring opgesloten.
EEN STIERENGEVECHT.
In het „Hbld.' geeft Jan Feith de
volgende humoristische beschrijving
van een stierengevecht, dat plaats
heeft gehad op de Scheveningsche
Wielerbaan
Dit jaar 1910 zal men later noemen
als het tijdstip, waarop de stier in
onze Nedctlandsche sportwereld zijn
intrede heeft gedaan.
Gisteren heeft op de Schevening
sche wielerbaan het eerste stieren
gevecht plaats gehad.
Doch een stierengevecht, zooals w ij
het ons kleurig en bloedig kunnen
voorstellen uit de beschrijvingen van
ieder, die in Spanje is geweest zij
het Jac. van Looy, of de on-lettei k jn-
diaste prcnt-briefkaartschrijver is
dit Ilaagsche niet geweest
Het middeu-terrein van de houten
wielerbaan leek al heel weinig p
een arena de piccadores, matado-
res en toreadores waren vervangen
door één verwaarloosden cowboy, die
steenkool-Engelsch sprak en wc!! t
weinig weet had van de onmetei j'-:-
heid van den Far \Yest.
De stier was een volbioed Holla n J-
sche.
Deze laatste factor beeft het stie
rengevecht te Scheveningen gemaakt
tot een groot nationaal succes.
Want zij is overheerlijk, de natio
naliteit van ons Hollandsche vee, óf
het zich als kalf den rug krauwt aan
reclame-borden, die auto's voorstel
len. óf het als koe wijsgeerig te her
kauwen ligt, öf het als stier"het mid
denterrein van een wielerbaan be
treedt.
Het middenterrein van de Scheve
ningsche wielerbaan is met gras be
groeid. De Hollandsche stier, die nu
eenmaal van gras houdt, snoof be
haaglijk en begon rustig te grazen.
Het publiek joelde en de lawaaiige
cowboy riep ,.kss I"
De stier begreep er uit, dat het ver
boden was daar te grazen, waarom
liii de houten wielerbaan betrad, om
tc weten, waarom al die menschen
ten halven lijve over de schutting
keken. Daarop joelden de menschen
nog harder; een stuk schutting bi ik
er van. de menschen tuimelden voor
uit. en de stier stak zijn staart recht
in de hoogte en draafde voorzichtig
van deze gevaarlijke plok weg.
Doch iets verder boog de baan zich
omhoog tot steile hoogte. En de stter,
gemoedelijk op zijn eigen biefstuk ge
zeten. zeulde van boven naar bene-'
den Hij keek van omlaag de hougo
bocht aan En wilde gaan grazen.
Doch weer was daar de cowboy,
die hem op het ongeoorloofde daar
van kwam wijzen.
De cowboy zat te paard, hij had
een slappen filteu hoed op, een rood
hemd aan. en stak in een rijbroek
van schapenhuid. Daardoor leek hij
zoo weinig op een Hollandschen boe
renknecht, dat de stier, ditmaal
waariijk geschrokken, in ealop-tem-
po. maakte dut hij wegkwam.
De eenige vluchtplaats op het mid
den-terrein bestond uit een jury
tentje. De heeren van de jury hier,
cezcten in plaats van de Grandes uui
Spanje zagen den stier aanko
men. Het beest deed niet wild. Inte
gendeel. Hij was een goedige, doge-
hike Hollandsche stier, die niets lie
ver verlangde dan ongestoord te gra
zen. cn van dien brutalen cowboy,
niets weten wilde. Hij swam in een
kort galopje op het tentje toe.
De voorzitter-kamprechter was do
eenige, die gewapend was.... meteen
revolver, die met losse patronen gé-
laden is, om bij wielersport aan wiel
renners het gebiedend teeken vnn
vertrek te geven. Er was nog een offi
cieel persoon, die een scheepsroepep