HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
DONDERDAG II AUGUSTUS 1910
Buitenlandsch Overzicht
Bii den
MOORDAANSLAG OP BURGEMEES
TER GAYNOR VAN NEW-YORK
schijnt geen politiek in het spel te
ziin.
Do dader heet Jules James Gal-
lacrher. die tot voor kort bij den ge
meentelijken dienst was ontslagen.
De man schijnt dat ontslag te hebben
geweten aan Gaynor, dezen althans
daarvoor te hebben verantwoordelijk
«esteld.
Do toedracht van den aanslag
Bchijnt ongeveer als volgt te zijn ge
weest. Gaynor had zich t»t hot maken
van een vacantie-reis naar Europa
aan boord beseven van de „Kaiser
Wilhelm der Grosse". Tal van nota
belen hadden den vertrekkenden bur
gervader uitgeleide gedaan. Nog op
bet laatste moment zou een fotografie
worden genomen van den mayor. Hij
stond tot dat doel blootshoofds en stil
te wachten, toen de dader op hem
toetrad en achtereenvolgens 3 of 4
schoten loste, van welke er één doel
trof. Gallagher werd onmiddellijk
door een politieagent tegen den grond
geslagen. Dodelijk vlogen de omstan
ders on hem aan en hij werd door «ie
verwoede menigte danig toegetakeld.
Op het politiebureau werd hij onder
vraagd. Maar als eenige verklaring
van zijn daad zeide hij, „dat Gaynor
hom het brood uit den mond had ge-
stooten."
Nog inoet Gallagher bij het eerste
verhoor hebben erkend, dat hem ter
oore was gekomen, dat Gaynór een
pleizïerreisje ging maken, terwijl hij,
Gallagher, door Gaynor's schuld in
ellende was geraakt. Dat had hom tot
den aanslag gebracht.
Niet enkel Gaynor is gewond. Een
van de kogels trof den directeur van
den New-Yorkschen stadsreinigings-
dienst Edwards, die naast Gaynor
stond, in den arm. Onder de omstan
ders. die van vlak nabij den aanslag
zagen plegen, was ook de president
van Chili, Montt.
Over de identiteit van den dader is
men nog niet voldoende ingelicht.
Volgens sommige couranten is de man
een Ier. De man moet het slachtoffer
ziin geweest van bezuinigingsmaat
regelen. door of op last van Gaynor
genomen. Al weken lang zwierf hij
om het stafihuis. met het oogmerk tot
Guvnor door te dringen.
De ontroering in heel de Vereenig-
de Staten is groot. Te meer, omdat
de getroffene veel genoemd werd als
waarschijnlijke candidaat van de De
mocraten voor het presidentschap in
1912.
William J. Gaynor was vóór zijue
verkiezing tot burgemeester van
Grooter New-York rechter in
stad, na journalist en advocaat te zijn
geweest in Boston. Eerst als journa
list en later als advocaat en rechter,
trad hij met niets ontziende felheid
op tegen misbruiken en cijTruptie,
waar hij die ook vond. Daarbij spaar
de hij hooit zijn eigen partij, die der
democraten. Om zijn eerlijkheid stond
hu zoo hoog in aanzien, dot hij in
1893 tol rechter in het hooggerechts
hof van New-York werd gekozen mei
den steun van Republikeinen en On
afhankelijke Democraten. Vooral te
gen de 1 ammany-organisatie trad hij
met kracht op en daarom wekte net
groote verbazing, toen Gaynor m Oc
tober juist als Th in many-candid aai
tiekozen werd tot burgemeester van
Grooter New-York.
In den laatsten tijd gebeuren or in
Duilschland zonderlinge dingen. Op
verschillende plaatsen worden er
AANVALLEN GEDAAN OP SCHILD
WACHTEN.
De eenige verklaring, die men er
voor het oogenblik van kan geven, is
dut vreemde verspieders zich in het
bezit vuil Duitsch kruit en Duitsche
wapens hebben willen stellen.
Het opmerkelijkste geval van dien
aard is oen aanval op een schildwacht
bii het kruithuis tusschen Fahrland
en Satzkorn, in de buui-t van Pots
dam, geweest. Daar stond Maandag
avond tusschen achten en tienen do
kanonnier Szelag van de gauxle-veld-
arUlIerje op post Tegen kwart voor
tienen bemerkte hij plotseling hij den
kant van liet Fahrlander meer drie
mannen, die naderbij kwamen
hem „hall I" toeriepen. Hij riep toen
eveneens„Halt, wie daar Ik
schiet 1". en opende den grendel van
ziin karabijn. Nu wierpen do drie
mannen zich snel op den grond. Plot
seling floot den schildwacht ecu kogel
vlak langs het rechter oor. Szelag
antwoordde met twee schoten, maar
kon in de duisternis niets ontwaren.
Terwijl de schildwacht snel naar de
schel liep, om de wacht, die op 200 M.
afstand is, te alarnieeren, naderde
hem weer een van de drie, op wien
Szelag nog eens schoot. Toen nu twee
kanonniers van de wacht waren aan
gekomen, begonnen dezen zorgvuldig
den omtrek af te zoeken. Zij kondon
echter niets ontdekken. Voorzichtig-
heidshalve zette de "brigadier van de
wacht tot drie uur 's ochtends dub
bele schildwachten ulL
Toen de dag begon aan te breken,
en alles rustig gebleven was, stond
Szelag van drie uur af weer alleen op
DOSt.
Tegen half vier kwam er weer een
iaa op hem af. Hij riep hem drie
maal „Halt, wie daar Ik schiet"
toe en vuurde, toen de man toch
doorliep, zijn geweer op hem af. Op
hetzelfde oogenblik echoot ook de on
bekende uit een revolver en raakte
den schildwacht aan den linker arm.
Hij kon nu zijn karabijn niet meer
hanteeren.
De brigadier van de wacht hoorde
die twee schoten en zond er gauw de
twee kanonniers, die liij tot zijn be
schikking had. op af. Een van hen
nam weer eon verdacht geritsel waar
en loste daarop nog eon schot. Maar
in den omtrek was, luw nauwkeurig
men ook zocht, niets verdachts te be
speuren.
De gewonde kanonnier verloor in-
tusschen zooveel bloed, dat hij naar
het gasthuis overgebracht moest wor
den. In den ochtend werden dadelijk
politiehonden uit Potsdam ontboden,
maar de dieren konden, omdat er des
nachts bij het afzoeken van het ter
rein zooveel voetstappen gezet waren,
geen bepaald spoor ontdekken.
De militaire overheid heeft eene
groote belooning voor de ontdekking
van de daders uitgeloofd. Men acht
het niet onmogelijk, dat een van hen
gewond is.
Ook in den omtrek ven Posen zijn
al een paar aanvallen op schildwach
ten gedaan men vermoedt, dat het
daarbij vooral om de nieuwe ontste-
kingsinrichting van de Duitsche ka
nonnen te doen is geweest. Een der
gelijk voorval wordt nog uit Sprot-
tau gemeld.
De militaire overheid heeft buiten
gewone voorzorgsmaatregelen voor
geschreven.
Omtrent het
GESCHIL TUSSCHEN HET VATI-
CAAN EN DE SPAANSCHE
REGEERING f
komen gunstiger berichten.
De „Daily Mail" doet mededeeling
van hetgeen na de viering van 's pau
sen kroningsdag in het Vaiicaan kar
dinaal Aglinxdi had gezegd over de
aanwezigheid van don Spaanschen
zaakgelastigde bij de plechtigheid, 't
geen hij een heuglijk teeken vond. Hij
zei den correspondent van het Brit-
sclie blad. dat in de volgende week
het antwoord op dc laatste nota van
de Spaansche regeering zou vastge
steld worden. In dat antwoord zou
het Vaticaan de meening weerleggen,
dat het onverantwoordelijk is, en een
verklaring geven van de nota, die
de terugroeping van den Spaanschen
gezant ten gevolge had gehad.
Ook uit Madrid komen gunstige be
richten.
Volgens een telegram van daar,
heeft Garcia Prieto, de Spaansche
minister van buitenlandsche zaken,
aan een verslaggever gezegd, dat
regeering er niet aan denkt, op een
breuk met Rome aan te sturen. Zij
zal de onderhandelingen aanston-ls
hervatten, zoodra het Vaticaan de wet
erkent, die de vorming van nieuwe
ordehuizen verbiedt. I>e minister was
overtuigd, dat ook de paus geen breuk
wil.
De Madrilcensche correspondent
van de „Petit Parisien" heeft Canaie-
jas gesproken. Dc minister-president
zei, dat de regeering oen spoedig ein
de van de staking te Bilbao en van
de geschillen in Gijon en Santander
verwacht Zoo zou de regeermg zich
spoedig aan de oplossing van andere
vraagstukken kunnen wijden en niet
name het plan voor do neutraliteit
van .het onderwijs bestudeeren. In de
Baskischc provinciën en Navarre
wordt het weer kalm. De Garlistische
beweging in Katalondë zou geen be-
teekenis krijgen.
Maandagmiddag werd in de Pool-
sche stad Krakau een ambtenaar vau
't departement van onderwijs doodge
schoten.
De socïaal-dcmocratische bladen be
vestigen, dat de vermoorde Rybak in
Krakau de rol van politiespion ge
speeld heeft en dat hij betaald werd
door de Russische geheime politie.
De dader Trubuofski houdt vol, dat
hij van zijn partijgenooten, een arbei
dersgenootschap to Warschau, schrif
telijk de opdracht gekregen had om
den spion Rybak, dio reeds den dood
honderden menschen op zijn ge-
aantrof en door twee schoten neer
velde.
De arbeider Sadofski uit Warschau
is in hechtenis genomen, onder ver
denking van medeplichtigheid a«uj
den moord.
Volgens een bericht uit Krakau
heeft de politie nog geen bewijzen, dat
Rybak werkelijk een spion was De
politie-overheid vindt het vreemd, dat
Trubnofski, die nauwelijks lezen en
schrijven kan, toch in de nationaal-
Poolsche organisatie zulk een ge
wichtige rol kon spelen.
Binnenland
HOFBERICHTEN.
De Koningin heeft het voornemen.
17 dezer van Soestdijk naar bot Leo
terug te koeren.
PRINS HENDRIK NAAR AKEN.
Omtrent liet bezoek van Prins Hen
drik aan Zuid-Limburg wordt ge
meld, dat Prins Hendrik Zondag
naar Aken zal gaan-
Vervolgens gaat Hij naar Corneli-
munster ,om aldaar de Romeinsche
opgravingen te bezichtigen, en daar
na naar Montjoce, waar Hij ais gast,
den Kommerzieurat Schciller
diens huis zal bezichtigen en aan een
groote jnrht zal deelnemen. Van daar
zal Hij dan Dinsdag naar Maastricht
vertrekken om liet landbouwcongrcs
bij te wonen.
DE VERDACHTE GEVALLEN TK
AMSTERDAM.
Het onderzoek, door den gezond
heidsdienst ingesteld naar de oorzaak
der ziekteverschijnselen en de twee
sterfgevallen bij het gezin Dijkshoorn
in de Foeliestraat te Amsterdam,
heeft uitgewezen, dat van eenige be
smettelijke ziekte ge$n sprake is.
GELDVERSPILLING.
Naar aanleiding van hetgeen de
AmsterdamseJie briefschrijver in de
..Pr. Gr. Ct." meldde omtrent de over
plaatsing van den heer Slolemakor
als directeur dér directe lielastmgon
van Middelburg naar Breda, terwijl
deze directie eerst kort geleden van
Breda naar de Zeeuwsche hoofdstad
was overgebracht, schrijft de „Mid-
a«'!b. Ct-". dat de briefschrijver zich
m enkele opzichten vergist.
Ju de eerste plaats, dal voor die di
rectie te Middelburg indertijd een ge
bouw zou zijn aangekocht. Zij is ge
vestigd iu een rijksgebouw. Daarvoor
wordt zelfs geen huur betaald. De
inrichting heeft ook zoo goed als geen
kosten geêischt.
Dat eerst enkele jaren geleden de
weleer in Breda gevestigde directie
naar Middelburg werd overgebracht,
is ook onjuist. Zoover wij weten, is de
directie nooit ie Breda gevestigd ge
weest en werd zij van Rotterdam naar
Middelburg overgebracht den lsteq
October 1869.
Verder is ook niet juist zijn bewe
ring, dat de verplaatsing alleen ge
schiedt ten believe van een ambte
naar. Reeds veel vroeger, in 1906,
moet. in het belang van den fiscus,
alreeds van een verplaatsing sprake
ziin geweest.
De inspectie omvat Zeeland en een
deel van Noord-Brabant, waarin, be
halve tal van suikerfabrieken, ook
vele industrièele ondernemingen zijn
gevestigd. Er zijn dus daar veel meer
bemoeiingen voor den fiscus, terwijl
het van Breda uit gemakkelijker valt
voeling te houden met het tulrijk per
soneel. dat te Roosendaal is geplaatst.
BEVEND SCHEVENINGEN.
De geschiedenis der trillende huizen
te Scneveningen heeft zich herhaald,
zii het dan met in die mate ais eenige
jaren geleden, meldt de ,,N'. Ct."
De bewoonster van het huis Corne
lls Jolstraat <8, te Scheveningen, ont-
waarde reeds in April 1.1., welk een
onaaugenamen buur zij had gekregen
in het bureau van den gemeentelijken
telefoondienst, gevestigd Cornells Jol
straat 80. Heel den dag klonk een
hinderlijk, nerveus-makend gedreun
en gegons. Men wendde zich tot de
bevoegde autoriteiten en tot het ge
meentebestuur. doch zulks scheeu
geen resultaat te hebben. Eindelijk,
begin dezer maand, kwam er verbete
ring. Toevallig had de bewoonster
zich kort te voren per adres tot den
gemeenteraad gewend. In dit adies,
reeds in ons blad vermeld, beklaagde
de bewoonster van perceel 78 zich
over het gedreun en gegons, dat in
haar woning wordt veroorzaakt door
de cluclroinotoren voor den gemeen
telijken telefoondienst, welke in het
huis Cornell's Jolstraat no. 80 zijn ge-
I plaatst. Daar zij haar gezondheid en
die hurer dienstboden niet iu de
waagschaal wil stellen, wenscht zij te
verhuizen en verzoekt zij van den
hij hem eindelijk Maandagmiddag gemeenteraad een schadevergoeding
'an f 400 wegens nog te betalen huur
en van ƒ200 wegens gedwongen ver
huiskosten.
Bii nadere informatie vernamen wij
nog het volgende omtrent deze kwes
tie.
Het perceel, waarin het tweede ge
meentelijke telefoonbureau werd ge
vestigd. is een woonhuis, dat met het
naastgelegen huis, perceel 78, een
gemeenschappelijke» muur heeft De
electromotoren. waarvan in dezen
sprake is. stonden tegen dien gemeen
schappelijke» muur, ter plaatse waar
zich aan den anderen kant, in per
ceel 78. de keuken bevind:. Aanvan
kelijk werd, overeenkomstig de Hin
derwet, vergunning aangevraagd voor
de plaatsing van 7 electromotoren.
Later bleek men met 6 te kunnen vol
staan. Deze zes electromotoren heb
ben te zamen een capaciteit van 11 4
P.K. de grootste van 8 P.K. wordt
alleen gebruikt voor het laden der
accumulatoren, een der kleinere is
buiten gebruik en een der overige
werkt geregeld dag en nacht ten be
hoeve der gesplitste aansluitingen.
De directeur en ingenieurs der ge
meente-telefoon stelden zich persoon
lijk op de hoogte van den veroorzaak
ten overlast en verschillende pogiri-
werden dan ook aangewend, om
het dreunen en gonzen te doen ophou
den. De verbetering, welke begin le
zer maand kwam. waardoor het dreu
nen en gonzen in perceel 78 geheel
ODhield. werd bereikt door het ver
plaatsen der motoren naar de Kelder
verdieping. Echter staat de telefoon
dienst thans voor hot inconvenient,
dat de electromotoren zich niet n.j
schakelbord bevinden de plaat
sing in de kelderverdieping draagt
dan ook slechts een voorioopig kar as
ter en al is «r volstrekt geen red.:»,
om spoedig den nieuwen toestand
weer te veranderen, zekerheid, dat nu
een definitieve oplossing der kwestie
gevonden is. bestaat er niet.
DE TUBBERGSCHE POLITIE.
Het „Hbld." verneemt uit zeer goe
de bron, dat reeds op 11 Juli 1.1., dus
vóór het verschijnen van de in dat
blad voorkomende artikelen over de
Tubbergsche politic-cpiaestie, besloten
was een vervolging tegen de veld
wachters Ueuvcr en Kort m te stellen,
en dat slechts de vacantie oorzaan is,
dat de zaak nog niet is aangebracht.
De vraag, die mr. Aalberse, lid van
de Tweede Kamer voor het district
Almelo, aan den Minister van Justitie
gesteld heeft, naar aanleiding van da
ruet-vervolging van twee veldwach
ters te TubbeiKC», tegen wie een aan
klacht was ingediend wegens mishan
deling van eenige personen op 2 Fe
bruari j.l., luidt
„Kan Zijne Excellentie de Minister
van Justitie inededeelea, waarom
geen vervolging is iugesteld tegen de
beide gemeente- en tevens onbezol-
digd-rijksveldwachters A. Heuver en
H. M. Kort. te l'ubbergen, tegen wie
een aanklacht is ingediend wegens
mishandeling vau eenige personen in
die gemeente, op den tweeden Fe
bruari 1910.
DE NIEUWE CHEF VAN DEN GE-
NERALEN S1AF IN IN Dié.
Da „llbld."-correspondent te Bata
via seint d.d. 10 Augustus, dat de ko
lonel der infanterie J. P. Michielsen
is benoemd tot chef van den genera-
len staf van het leger in Neder-
landsch-Indiè. en dat de luitenant-
kolonel van dat wapen J. N. C. baron
Van Heerdt is bevorderd tot kolonel.
Het blad teekent hierbij aan
Kolonel J. P. Michielsen was com
mandant in de 4de militaire afdee-
ling op Java, zoodut door zijne plaat
sing bij den generalen staf als chef
van dien staf eene kolonelsplaats hij
het wapen der infanterie open kwam.
Deze wordt dun'thans ingenomen
door den oudsten luitenant-kolonel
van dat wapen, J. N. C. baron Van
Heerdt. die zich in Mei j.l. «eniger
mate zag voorbijgaan door de bevor
dering tot kolonel, met gelijktijdige
benoeming tot commandant in de le
militaire afdeeling op Java, van zijn
eenige jaren jongeren ranggenoot oij
liet wapen der geur D
W. R. de Greve.
LOODWIT.
Van de hand van den Utrechtschen
oud-hoogleeraur dr. H. Wefers Bet-
tink is bij L. E. Bosch Zoon, te
Utrecht, eene brochure verschenen,
waarin gehandeld wordt over het
loodwitvraagstuk
Zoowel de historie als een rond
vraag bij mannen van de practijk
geven den schrijver aanleiding tot de
slotsom, dat loodwit vooralsnog
kan worden gemist.
Prof. Wefers Bettink's kritiek
den arbeid der Loodwitcommissie,
die tot een tegenovergestelde conclu
sie kwam, richt zich voornamelijk op
het achterwege laten van contröle op
de samenstelling der verf gedurende
do proefschilderingen. Vakmannen
klagen er over, dat zinkwitverf, zoo-
ais die door de Loodwiteommissie
word aangegeven, practised niet te
gebruiken is. Trouwens de Commissie
zelf schijnt de mogelijkheid niet uitte
sluiten, dat toevoeging van meer lijn
olie noodzakelijk blijken zal.
Op grond van zijn gegevens oor
deelt de schrijver der brochure zink
wit een minder deugdelijke verfstof
dan loodwit, minder dekkend, duur
der ln het gebruik en minder houd
baar.
Moeilijk", zegt hij, „kan ik mij
voorstellen, dat een Regeering, die
zelfstandig oordeelt en niet een of
andere partijgroep ter wille wenscht
te zijn. tot het ahsoluut verbod van
het gebruik van loodwit of andere
loodhoudende verven zal overgaan,
daardoor een industrie dooden,
welke thans nog krachtig levensvat
baar blijkt.
„Na eenige jaren zou blijken, dat
riien door de veel grootere kosten, die
onderhoud van zinkwitverf volgens
het oordeel van verreweg de groote
meerderheid van deskundigen vor
dert. tot het loodwit zou moeten te-
rugkeeren.
.Vooral bi] verfwerken aan Rijks
gebouwen en voor gemeenten, zouden
dn kosten van onderhoud zoo aan
zienlijk toenemen, dat dit de open
bare kassen aanmerkelijk schaden
cn de toch reeds zoo drukkende
belastingen noodeloo? zou verlioogen.
Keerde men dan tot het loodwit terug,
dan zou die industrie hier te lande
gedood en niet of uiterst moeilijk
weer in het leven terug te roepen
ziin.
..Dure plicht is het van de Regee-
ring, voor den omgang met loodhou
dende verven (bereiding, toepassing,
erwijdering) zoodanige bepalingen
le ontwerpen en streng toe te zien,
dat daaraan de hand wordt gehou
den, dpt de schade aan de gezond
heid van hen, die met loodhoudende
■erfstoffen omgaan, tot het kleinst
ongelijke minimum worde beperkt.
Du.il zal de veiligheid van den arbei
der gewaarborgd zijn cn tevens de
bloei der loodwitfabrieken niet wor
den geknakt."
De brochure geeft een kort over
zicht van in andere landen geldende
bepalingen nopens het gebruik van
loodwit. Sommige landen zijn tot al
geheel verbod overgegaan, doch el
ders heeft men den uorkeur gegeven
aan maatregelen, welke de schade-
lij kheid van het gebruik inperken of
zoover mogelijk te niet doen.
Aldus in het Zwitsersche kanton
Geneve, waar wel is geworden het
voorstel van de meerdemoid der loodr
witconniiissie. dat zoowel bij open
bare als bij niet openbare bouwwer
ken. waarbij loodwit als verfstof
wordt toegepast, het loodwit nooit in
Dbedervorm aan de werklieden mag
worden versteekt, terwijl in artikel 2
verboden wordt loodwitlioudeude stof
fen mot de handen aan te raken,
droog af te schuren, af te krabben of
af te branden.
ln enkele andere kantons Van Zwit
serland zijn voorzorgsmaatregelen in
het belang der werklieden voorge
schreven (verbod om. gedurende den
arbeid met loodwit, te eten. te drin
ken. te rooken. te snuiven of te prui
men), verbod ook. k>odhou«leiide verf
stoffen in poedervorni te gebruiken.
Ln Belgie is het volgens de wet van
20 Augustus 190S, welke 2u Augustus
van dit jaar in werking treedt, verbo
den loodwit voor schilderwerk
siemd, le verkoopen, te vervoerei
te gebruiken in poeder het mag voor
dat doel slechts worden verkocht, ver
voerd en gebruikt in den vorm van
fijn gestampt en met olie gekneed
deeg.
liet droog afkrabben en hei droog
Duimen van de met loodwit bestreken
vlakken, is verboden.
De Oostenrijksche Minister van
Binnenlandsche Zaken heeft 16 April
1909 een besluit uitgevaardigd, be
helzende „dat loodhoudende verven
en loodhoudende kitten alleen dan
mogen worden ingevoerd en i
keer worden gebracht, wanneer deze
od zichtbare en duidelijke wijze als
loodhoudend worden aangewezen."
Letteren en Kunst
LOUIS BOUWMEESTER.
Volgens een mcdedeeling van de te
Bandoeng verschijnende „Preauger-
bode" is Louts Bouwmeester voorne
mens na afloop vau zijn verplichtin
gen in Indië met een Eogelsch gezel
schapje naar Amerika te trekken Hij
treedt dan op Ln 't bekende tooneel-
stukje „De Greep", waarin zijn rol,
die van een verlamde en stomme grijs
aard is.
TIJDSCHRIFTEN.
Het laatstverschenen nummer van
„Pak me mee" geeft ais voorplaat
het portret van luitenac t-genoraal
G. C. E. van Daalen, die na het on-
veirwacht overlijden van luitenant-
generaal P. C. van der Willigen be
noemd is tot commandant van het
leger in Oost-Indiè.
Voorts bevat deze afleveiring; Voor
de gezworenen. Het slot van do
novelle. Een oud-Duitsche legen
da Eva Gönneborg, roman van
Felix Hfibel. Ons Prinsesje. Vele
aardige foto's met bijschriften sieren
dit nummer.
Uit de Arbeiderswereld
DE STRIJD TE ENSCHEDé.
Aan den brief van tie gecombineer
de orgamsatiebesturen aan het comi
té der Fabnkanleavereeniging als
antwoord op net dezer dagen ontvan
gen bericht beireJiende ae conferen
tie, ontleende» we gister 't voor-
Koloniën
EEN AMBTENAAR BESCHULDIGD.
De officier van justitie mr. Du-
cloux is, naar 11 Juli uit Soerabaja
aan het B. Nhl. wordt geseind, ver
gezeld van den rechter-commissaris,
Zaterdag naar Bandjermosin ver
trokken, om een onderzoek ln
stellen naar verschillende klachten
tegen een Europeosch bestuursamb
tenaar, die beschuldigd wordt
omkooperij em knevelarij.
Hier volgt een aanvulling uit de
zen brief;
„Wij erkennen de goede ontvangst
van uw sclmjven cLd. 5 Aug., hetwelk
evenwel de organisaties noch de sta
kers kun bevredigen.
Het verbaast ons ten zeerste, waar
u schrijft, dat na uw nauwgezet on
derzoek omtrent de grieven der ar
beiders aan de firma Menko geen
verwijt kan worden gemaakt en dat
zuiks evenmin ten opzichte der oa-
zen het geval is.
Dat zegt u nadat u door de Gons
missie uit de areeiders der firma
Menko ieiten zijn medegedeeld, die
menig patroon aanleiding zouden
>eve» zulke bazen onmiddellijk te
ontslaan.
Deze feiten zijn grootendeels ook
nog bevestigd geworden door de 14
arbeiders, welke door u zeiven zijn
ungeuoodigd. om gehoord te worden.
Bovendien is bij de conferentie van
Woensdag 3 Aug. 1.1. door den Voor-
zitter van uw comité aan de firma
Menko in overweging gegeven in ver
schillende van deze toestanden veir-
andering te brengen.
Wij geven toe, diat
en fouten" menschelijk zijn,
daarover loopt de quaestie bij de fir
ma Menko niet. Het geldt hier ©ene
staking, die Ln hoofdzaak is uitgebro
ken, doordal de bazen schromelijk
hun functie misbruikt hebben aa
buiten hunne bevoegdheid tra
den, die de arbeiders opzettelijk
plaagden en die zich schuldig hebben
gemaakt aan de meest brutale wille
keur, zooals het in geen enkele fa
briek te Enschedé, voor zoover ona
bekend, voorkomt.
Daaaxmi verwijzen wij nogmaals
naar de hiorboven onderstreepte clau
suies.
Ter motiveeriug nog slechts hot
volgende feit: Een jongen werd ziek
en moest thuisblijven. Den vader van
dien jongen dae ook in deze fabriek
werkzaam was werd tot vier keer
toe aangezegd, dat hij voor den jon
gen een nood wever in de plaats moest
stellen, hoewel hij daarin ondanks
zijn moeite niet slaagde. Ten eind®
raad bracht de man, bevreesd dat
andere ontslag of boete zou volgen,
zijn ziek kind weer mede naar de
fabriek. Dit feit trok onder de andere
wevers zoo de aandacht, dat deze
den vader onder hel oog brachten,
dat het onverantwoordelijk was het
kind in dien toestand ln de fabriek
te doen blijven.
Het gevolg hiervan was, dat de
jongen opnieuw thuis bleef, waarop
50 cent boete volgde, niettegenstaan
FEUILLETON
Naar het Engels eb
door
CHARLES GARYICEk
461
Hij stond plotseling op. cn liep ln
do richting, die Nora met haar hoofd
had aangewezen. Maar er was geen
Margery te zien, en hij keerde naar
het eerste plekje terug om tot de ont
dekking te komen, dat Nora verdwe
nen was. Ilij keek voor zich uit en
zag Nora op den smallen rand staan,
terwijl zij zich met éen hand aan het
uitsteeksel vasthield en met de ande
re in hel nest greep. Zij keek liem
triomfantelijk aan en lachte vol ver
trouwen".
Eliot's hart beefde, hij wist geen
'raad van angst. Daarop ging zijn
vrees in woede over.
—Kom hier, kom dadelijk hier!
riep hij streng.
Zeker als ik eerst het el heb,
riop Nora terug. Er zijn er vier en ik
doe mijn best het grootste uit te zoe
ken. Wil u er ook een hebben? Zoo
ja, dan breng ik er twee mee.
Kom hier f beval hii. Laat de
eieren waar zij zijn en kom dadelijK
hier of ik zal jo halen.
Nora lachte weer, nam met onnoo-
dige bedaardheid een paar eieren uit
het nest en stak ze in haar zak toen
keek zij rond als genoot zij van het
tooneel om zich heen en begon einde
lijk haar gevaarlijke klimpartij naar
boven.
Eliot leunde ovor den rand zoo ver
als hij maar 'kon en stak zijn hand
uit daar greep hij de hare stevig
vast, de laatste voeten trok hij haar
naar boven en toen zei hij, haar bij
den kraag vol wocdo heen en weer
schuddend
—Ik zal je leeren mij zoo'n poets
te bakken, kereltje 1 Nu zal ik je
eens flink afranselen.
Nora was een beetje buiten adem
boven gekomen, haar oogen vol over
moedige vroolijkhcid over het geluk
ken van haar krijgslistmaar nu
veranderde plotseling de uitdrukking
van haar gezichtde lach verdween
en haar gelaat werd doodsbleek. Eerst
trachtte zij zich uit zijn greep los te
wringentoen scheen plotseling haar
kracht haar te verlaten, haar oogen
sloten zich, zij strekte haar handen
uit tegen zijn borst en greep zich aan
hem vastmeelijwekkend en smee-
kend keken haar oogen hem aan en
zij snikte heftig
Sla sla mij niet t Neen, neen,
sla mij niet l O neen. o neen
Eliot had zijn open hand opgehe-
ven maar de meelijwekkende oogen,
de doodelijk verschrikte stem, de aan
raking van de tengere gestalte, die 1
zich aan hem vastklampte, deed zijn
woede plotseling bedarenzijn ge
laat werd zachter van uitdrukking,
en hij bleef haar vasthouden, maar
nu niet meer dreigend.
Goed, goedzei hij snel en sus
send. Ik zal je dan geen pak ransel
'geven, ofschoon je het verdient Daar,
daar Mijn doel was niet, jo zoo aan
't schrikken te brengen. Maar wat
scheelt je dan toch Heb je nooit
meer een pak siaag gekregen Dat is
dan do reden van je onbeschaamd
heid. Eigenlijk is het mijn plicht om
je eens flink onder handen te nemen
maar ik zal het niet doen, voegde
hij er haastig hij, want Nora beefde
goweldig, en schokte heen en weer om
haar snikken te onderdrukken. Jo
bent een wonderlijk soort vau jongen,
merkte hij na een pauze op. Hot éone
oogenblik waag jij je leven alsof je
niet weet, wat vrees is, en het volgend
doe jo niets dan beven en jammeren,
omdat ik je een pak slaag beloof.
Eigenlijk geloof ik, mijnheertje, dat
jo in je hart toch een lafaard bent.
Do lichte, goedhartige lach, waar
van deze woorden vergezeld .gingen,
kwetste meer dan de beleedigiug zelf.
Nora keek hem woedend aan.
Jij bent zelf een lafaard, rel ze
boos, om een jongen te slaan, die
maar half zoo groot ls als je zelf bent
- en dat voor niets 1
O, niets, noem jij dat niets zei
Eliot. Jij jonge schavuitje hebt mij
doodsangsteu doen uitstaan. Ik dacht
dat je stellig zoudt vollen en dat je
dan dood zoudt zijn. Probeer het
nooit weer, hoor 1 Ik wist geen raad
angst. Maar gelukkig nu is al
les voorbij. Laten wij elkaar een
hand geven en weer vrienden zijn.
Hij stak zijn hand uitmaar Nora
nam er geen notitie van en liep weg.
Nauwelijks was zij uit zijn gezicht
of ze liet zich in een kuil neervallen
en gaf toe aan haar verdriet door een
tranenvloed, waarbij haar tanden
klapperden. Het was geen vrees al
leen maar een Ingewikkelde aandoe
ning, die haar letterlijk overstelpte.
Zij zag nog de opgeheven hond,
hoorde de strenge stem. Ter wille van
een slag had zij haar huls verlaten.
En toch en toch wist zij dat als
ELiot haar het pak slaag had gegeven,
dat zij wist, dat zij verdiende, het
gemakkelijker voor haar te dragen
zou zijn geweest dan de slag, dien
haar stiefmoeder haar had toebe
deeld. En door al die gevoelens heen
had zij nog een lichte gewaarwor
ding van voldoening. Zijn woede was
ontwaakt, omdat hij zich zoo doode
lijk beangst over haar had gemaakt.
Als hij niet zoo angstig was geweest,
zou hij er zich toe bepaald hebben
haar te berispen maar terwijl zij
hem in haar gevaarlijke positie had
toegelachen, was zijn bleek vertrok
ken gelaat haar opgevallen. Nog be
vend di bleek stond zij op en liep een
heel eind voort.
Den geheelen volgenden dag en nog
vele daarna, vermeed zij Eliot Hij
trachtte haar weer te ontmoeten,
,r zij was telkens weer verdwe-
:au zorgde er voor te eten, vóórdat
hij thuiskwam en ging zoo precies zijn
doen en laten na, dat het haar voort
durend lukte hem te vermijden. Eliot
voelde het gemis van haar gezelschap
scherp, hetgeen heel natuurlijk was
en niet minder natuurlijk was hij
meer in gezelschap van Margery. Zij
was telkens en op 't meest onver
wacht in zijn nabijheid, bracht zijn
lunch naar de steengroeve, en nam
zijn assistentie bij de behandeling
van het vee, een hulp, die Nora haar
tot nu toe had bewezen. Margery zei,
maar heel weinig of niets uit zichzelf,
maar blijkbaar was zij er volkomen
mee tevreden om Eliot te volgen en
te luisteren naar hetgeen hij sprak.
Eliot beschouwde haar als een Hef
kiud en behandeldo haar dienovereen
komstig en dikwijls als zij naast
hem wandelde, of hem ln den omtrek
van de hoeve stond op te wachten,
was hij zich nauwelijks van haar te
genwoordigheid bewust
Het ls onnoodig te zeggen, dat Nora
van deze nieuwe vriendschap heel
goed op de hoogte was. Van op een
afstand zag zij hen te zamen, en dat
gezicht, de uitdrukking op Margery's
onschuldig gelaat, vervulde Nora met
ongeduld, verachting, en was he<
jaloezie
Op zekeren dag, toen zij de zitka
mer plotseling binnenkwam, zag zij
Margery bij het vuur zit'.en met gebo
gen hoofd vol aandacht iets in haar
hand beschouwend. Zij schrok, toen
Nora achter haar kwam staan, hanr
hand sloot zich om het voorwerp oo
zij bloosde heftig.
Wat heb je daar vroeg Nora.
Niet», aarzelde Ma-gery, die op
stond eu wilde heengaan.
Ja wel waar, hield Nora vol. Jo
zat te droomen over iets, op die kin
derachtige manier, waarop Jelui
meisjes dat kunnen. Laat mij zien,
wat het is.
Zij greep Margery bij den arm, niot
heel zacht, en hot meisje liet eefl
kreet van schrik hooren.
Pas op. Je zult het breken riep
zij uit Daar dan als je *t dan juist
zien wilt.
Wordt vervolgd)»