HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. DONDERDAG II AUGUSTUS 1910 Buitenlandsch Overzicht Bii den MOORDAANSLAG OP BURGEMEES TER GAYNOR VAN NEW-YORK schijnt geen politiek in het spel te ziin. Do dader heet Jules James Gal- lacrher. die tot voor kort bij den ge meentelijken dienst was ontslagen. De man schijnt dat ontslag te hebben geweten aan Gaynor, dezen althans daarvoor te hebben verantwoordelijk «esteld. Do toedracht van den aanslag Bchijnt ongeveer als volgt te zijn ge weest. Gaynor had zich t»t hot maken van een vacantie-reis naar Europa aan boord beseven van de „Kaiser Wilhelm der Grosse". Tal van nota belen hadden den vertrekkenden bur gervader uitgeleide gedaan. Nog op bet laatste moment zou een fotografie worden genomen van den mayor. Hij stond tot dat doel blootshoofds en stil te wachten, toen de dader op hem toetrad en achtereenvolgens 3 of 4 schoten loste, van welke er één doel trof. Gallagher werd onmiddellijk door een politieagent tegen den grond geslagen. Dodelijk vlogen de omstan ders on hem aan en hij werd door «ie verwoede menigte danig toegetakeld. Op het politiebureau werd hij onder vraagd. Maar als eenige verklaring van zijn daad zeide hij, „dat Gaynor hom het brood uit den mond had ge- stooten." Nog inoet Gallagher bij het eerste verhoor hebben erkend, dat hem ter oore was gekomen, dat Gaynór een pleizïerreisje ging maken, terwijl hij, Gallagher, door Gaynor's schuld in ellende was geraakt. Dat had hom tot den aanslag gebracht. Niet enkel Gaynor is gewond. Een van de kogels trof den directeur van den New-Yorkschen stadsreinigings- dienst Edwards, die naast Gaynor stond, in den arm. Onder de omstan ders. die van vlak nabij den aanslag zagen plegen, was ook de president van Chili, Montt. Over de identiteit van den dader is men nog niet voldoende ingelicht. Volgens sommige couranten is de man een Ier. De man moet het slachtoffer ziin geweest van bezuinigingsmaat regelen. door of op last van Gaynor genomen. Al weken lang zwierf hij om het stafihuis. met het oogmerk tot Guvnor door te dringen. De ontroering in heel de Vereenig- de Staten is groot. Te meer, omdat de getroffene veel genoemd werd als waarschijnlijke candidaat van de De mocraten voor het presidentschap in 1912. William J. Gaynor was vóór zijue verkiezing tot burgemeester van Grooter New-York rechter in stad, na journalist en advocaat te zijn geweest in Boston. Eerst als journa list en later als advocaat en rechter, trad hij met niets ontziende felheid op tegen misbruiken en cijTruptie, waar hij die ook vond. Daarbij spaar de hij hooit zijn eigen partij, die der democraten. Om zijn eerlijkheid stond hu zoo hoog in aanzien, dot hij in 1893 tol rechter in het hooggerechts hof van New-York werd gekozen mei den steun van Republikeinen en On afhankelijke Democraten. Vooral te gen de 1 ammany-organisatie trad hij met kracht op en daarom wekte net groote verbazing, toen Gaynor m Oc tober juist als Th in many-candid aai tiekozen werd tot burgemeester van Grooter New-York. In den laatsten tijd gebeuren or in Duilschland zonderlinge dingen. Op verschillende plaatsen worden er AANVALLEN GEDAAN OP SCHILD WACHTEN. De eenige verklaring, die men er voor het oogenblik van kan geven, is dut vreemde verspieders zich in het bezit vuil Duitsch kruit en Duitsche wapens hebben willen stellen. Het opmerkelijkste geval van dien aard is oen aanval op een schildwacht bii het kruithuis tusschen Fahrland en Satzkorn, in de buui-t van Pots dam, geweest. Daar stond Maandag avond tusschen achten en tienen do kanonnier Szelag van de gauxle-veld- arUlIerje op post Tegen kwart voor tienen bemerkte hij plotseling hij den kant van liet Fahrlander meer drie mannen, die naderbij kwamen hem „hall I" toeriepen. Hij riep toen eveneens„Halt, wie daar Ik schiet 1". en opende den grendel van ziin karabijn. Nu wierpen do drie mannen zich snel op den grond. Plot seling floot den schildwacht ecu kogel vlak langs het rechter oor. Szelag antwoordde met twee schoten, maar kon in de duisternis niets ontwaren. Terwijl de schildwacht snel naar de schel liep, om de wacht, die op 200 M. afstand is, te alarnieeren, naderde hem weer een van de drie, op wien Szelag nog eens schoot. Toen nu twee kanonniers van de wacht waren aan gekomen, begonnen dezen zorgvuldig den omtrek af te zoeken. Zij kondon echter niets ontdekken. Voorzichtig- heidshalve zette de "brigadier van de wacht tot drie uur 's ochtends dub bele schildwachten ulL Toen de dag begon aan te breken, en alles rustig gebleven was, stond Szelag van drie uur af weer alleen op DOSt. Tegen half vier kwam er weer een iaa op hem af. Hij riep hem drie maal „Halt, wie daar Ik schiet" toe en vuurde, toen de man toch doorliep, zijn geweer op hem af. Op hetzelfde oogenblik echoot ook de on bekende uit een revolver en raakte den schildwacht aan den linker arm. Hij kon nu zijn karabijn niet meer hanteeren. De brigadier van de wacht hoorde die twee schoten en zond er gauw de twee kanonniers, die liij tot zijn be schikking had. op af. Een van hen nam weer eon verdacht geritsel waar en loste daarop nog eon schot. Maar in den omtrek was, luw nauwkeurig men ook zocht, niets verdachts te be speuren. De gewonde kanonnier verloor in- tusschen zooveel bloed, dat hij naar het gasthuis overgebracht moest wor den. In den ochtend werden dadelijk politiehonden uit Potsdam ontboden, maar de dieren konden, omdat er des nachts bij het afzoeken van het ter rein zooveel voetstappen gezet waren, geen bepaald spoor ontdekken. De militaire overheid heeft eene groote belooning voor de ontdekking van de daders uitgeloofd. Men acht het niet onmogelijk, dat een van hen gewond is. Ook in den omtrek ven Posen zijn al een paar aanvallen op schildwach ten gedaan men vermoedt, dat het daarbij vooral om de nieuwe ontste- kingsinrichting van de Duitsche ka nonnen te doen is geweest. Een der gelijk voorval wordt nog uit Sprot- tau gemeld. De militaire overheid heeft buiten gewone voorzorgsmaatregelen voor geschreven. Omtrent het GESCHIL TUSSCHEN HET VATI- CAAN EN DE SPAANSCHE REGEERING f komen gunstiger berichten. De „Daily Mail" doet mededeeling van hetgeen na de viering van 's pau sen kroningsdag in het Vaiicaan kar dinaal Aglinxdi had gezegd over de aanwezigheid van don Spaanschen zaakgelastigde bij de plechtigheid, 't geen hij een heuglijk teeken vond. Hij zei den correspondent van het Brit- sclie blad. dat in de volgende week het antwoord op dc laatste nota van de Spaansche regeering zou vastge steld worden. In dat antwoord zou het Vaticaan de meening weerleggen, dat het onverantwoordelijk is, en een verklaring geven van de nota, die de terugroeping van den Spaanschen gezant ten gevolge had gehad. Ook uit Madrid komen gunstige be richten. Volgens een telegram van daar, heeft Garcia Prieto, de Spaansche minister van buitenlandsche zaken, aan een verslaggever gezegd, dat regeering er niet aan denkt, op een breuk met Rome aan te sturen. Zij zal de onderhandelingen aanston-ls hervatten, zoodra het Vaticaan de wet erkent, die de vorming van nieuwe ordehuizen verbiedt. I>e minister was overtuigd, dat ook de paus geen breuk wil. De Madrilcensche correspondent van de „Petit Parisien" heeft Canaie- jas gesproken. Dc minister-president zei, dat de regeering oen spoedig ein de van de staking te Bilbao en van de geschillen in Gijon en Santander verwacht Zoo zou de regeermg zich spoedig aan de oplossing van andere vraagstukken kunnen wijden en niet name het plan voor do neutraliteit van .het onderwijs bestudeeren. In de Baskischc provinciën en Navarre wordt het weer kalm. De Garlistische beweging in Katalondë zou geen be- teekenis krijgen. Maandagmiddag werd in de Pool- sche stad Krakau een ambtenaar vau 't departement van onderwijs doodge schoten. De socïaal-dcmocratische bladen be vestigen, dat de vermoorde Rybak in Krakau de rol van politiespion ge speeld heeft en dat hij betaald werd door de Russische geheime politie. De dader Trubuofski houdt vol, dat hij van zijn partijgenooten, een arbei dersgenootschap to Warschau, schrif telijk de opdracht gekregen had om den spion Rybak, dio reeds den dood honderden menschen op zijn ge- aantrof en door twee schoten neer velde. De arbeider Sadofski uit Warschau is in hechtenis genomen, onder ver denking van medeplichtigheid a«uj den moord. Volgens een bericht uit Krakau heeft de politie nog geen bewijzen, dat Rybak werkelijk een spion was De politie-overheid vindt het vreemd, dat Trubnofski, die nauwelijks lezen en schrijven kan, toch in de nationaal- Poolsche organisatie zulk een ge wichtige rol kon spelen. Binnenland HOFBERICHTEN. De Koningin heeft het voornemen. 17 dezer van Soestdijk naar bot Leo terug te koeren. PRINS HENDRIK NAAR AKEN. Omtrent liet bezoek van Prins Hen drik aan Zuid-Limburg wordt ge meld, dat Prins Hendrik Zondag naar Aken zal gaan- Vervolgens gaat Hij naar Corneli- munster ,om aldaar de Romeinsche opgravingen te bezichtigen, en daar na naar Montjoce, waar Hij ais gast, den Kommerzieurat Schciller diens huis zal bezichtigen en aan een groote jnrht zal deelnemen. Van daar zal Hij dan Dinsdag naar Maastricht vertrekken om liet landbouwcongrcs bij te wonen. DE VERDACHTE GEVALLEN TK AMSTERDAM. Het onderzoek, door den gezond heidsdienst ingesteld naar de oorzaak der ziekteverschijnselen en de twee sterfgevallen bij het gezin Dijkshoorn in de Foeliestraat te Amsterdam, heeft uitgewezen, dat van eenige be smettelijke ziekte ge$n sprake is. GELDVERSPILLING. Naar aanleiding van hetgeen de AmsterdamseJie briefschrijver in de ..Pr. Gr. Ct." meldde omtrent de over plaatsing van den heer Slolemakor als directeur dér directe lielastmgon van Middelburg naar Breda, terwijl deze directie eerst kort geleden van Breda naar de Zeeuwsche hoofdstad was overgebracht, schrijft de „Mid- a«'!b. Ct-". dat de briefschrijver zich m enkele opzichten vergist. Ju de eerste plaats, dal voor die di rectie te Middelburg indertijd een ge bouw zou zijn aangekocht. Zij is ge vestigd iu een rijksgebouw. Daarvoor wordt zelfs geen huur betaald. De inrichting heeft ook zoo goed als geen kosten geêischt. Dat eerst enkele jaren geleden de weleer in Breda gevestigde directie naar Middelburg werd overgebracht, is ook onjuist. Zoover wij weten, is de directie nooit ie Breda gevestigd ge weest en werd zij van Rotterdam naar Middelburg overgebracht den lsteq October 1869. Verder is ook niet juist zijn bewe ring, dat de verplaatsing alleen ge schiedt ten believe van een ambte naar. Reeds veel vroeger, in 1906, moet. in het belang van den fiscus, alreeds van een verplaatsing sprake ziin geweest. De inspectie omvat Zeeland en een deel van Noord-Brabant, waarin, be halve tal van suikerfabrieken, ook vele industrièele ondernemingen zijn gevestigd. Er zijn dus daar veel meer bemoeiingen voor den fiscus, terwijl het van Breda uit gemakkelijker valt voeling te houden met het tulrijk per soneel. dat te Roosendaal is geplaatst. BEVEND SCHEVENINGEN. De geschiedenis der trillende huizen te Scneveningen heeft zich herhaald, zii het dan met in die mate ais eenige jaren geleden, meldt de ,,N'. Ct." De bewoonster van het huis Corne lls Jolstraat <8, te Scheveningen, ont- waarde reeds in April 1.1., welk een onaaugenamen buur zij had gekregen in het bureau van den gemeentelijken telefoondienst, gevestigd Cornells Jol straat 80. Heel den dag klonk een hinderlijk, nerveus-makend gedreun en gegons. Men wendde zich tot de bevoegde autoriteiten en tot het ge meentebestuur. doch zulks scheeu geen resultaat te hebben. Eindelijk, begin dezer maand, kwam er verbete ring. Toevallig had de bewoonster zich kort te voren per adres tot den gemeenteraad gewend. In dit adies, reeds in ons blad vermeld, beklaagde de bewoonster van perceel 78 zich over het gedreun en gegons, dat in haar woning wordt veroorzaakt door de cluclroinotoren voor den gemeen telijken telefoondienst, welke in het huis Cornell's Jolstraat no. 80 zijn ge- I plaatst. Daar zij haar gezondheid en die hurer dienstboden niet iu de waagschaal wil stellen, wenscht zij te verhuizen en verzoekt zij van den hij hem eindelijk Maandagmiddag gemeenteraad een schadevergoeding 'an f 400 wegens nog te betalen huur en van ƒ200 wegens gedwongen ver huiskosten. Bii nadere informatie vernamen wij nog het volgende omtrent deze kwes tie. Het perceel, waarin het tweede ge meentelijke telefoonbureau werd ge vestigd. is een woonhuis, dat met het naastgelegen huis, perceel 78, een gemeenschappelijke» muur heeft De electromotoren. waarvan in dezen sprake is. stonden tegen dien gemeen schappelijke» muur, ter plaatse waar zich aan den anderen kant, in per ceel 78. de keuken bevind:. Aanvan kelijk werd, overeenkomstig de Hin derwet, vergunning aangevraagd voor de plaatsing van 7 electromotoren. Later bleek men met 6 te kunnen vol staan. Deze zes electromotoren heb ben te zamen een capaciteit van 11 4 P.K. de grootste van 8 P.K. wordt alleen gebruikt voor het laden der accumulatoren, een der kleinere is buiten gebruik en een der overige werkt geregeld dag en nacht ten be hoeve der gesplitste aansluitingen. De directeur en ingenieurs der ge meente-telefoon stelden zich persoon lijk op de hoogte van den veroorzaak ten overlast en verschillende pogiri- werden dan ook aangewend, om het dreunen en gonzen te doen ophou den. De verbetering, welke begin le zer maand kwam. waardoor het dreu nen en gonzen in perceel 78 geheel ODhield. werd bereikt door het ver plaatsen der motoren naar de Kelder verdieping. Echter staat de telefoon dienst thans voor hot inconvenient, dat de electromotoren zich niet n.j schakelbord bevinden de plaat sing in de kelderverdieping draagt dan ook slechts een voorioopig kar as ter en al is «r volstrekt geen red.:», om spoedig den nieuwen toestand weer te veranderen, zekerheid, dat nu een definitieve oplossing der kwestie gevonden is. bestaat er niet. DE TUBBERGSCHE POLITIE. Het „Hbld." verneemt uit zeer goe de bron, dat reeds op 11 Juli 1.1., dus vóór het verschijnen van de in dat blad voorkomende artikelen over de Tubbergsche politic-cpiaestie, besloten was een vervolging tegen de veld wachters Ueuvcr en Kort m te stellen, en dat slechts de vacantie oorzaan is, dat de zaak nog niet is aangebracht. De vraag, die mr. Aalberse, lid van de Tweede Kamer voor het district Almelo, aan den Minister van Justitie gesteld heeft, naar aanleiding van da ruet-vervolging van twee veldwach ters te TubbeiKC», tegen wie een aan klacht was ingediend wegens mishan deling van eenige personen op 2 Fe bruari j.l., luidt „Kan Zijne Excellentie de Minister van Justitie inededeelea, waarom geen vervolging is iugesteld tegen de beide gemeente- en tevens onbezol- digd-rijksveldwachters A. Heuver en H. M. Kort. te l'ubbergen, tegen wie een aanklacht is ingediend wegens mishandeling vau eenige personen in die gemeente, op den tweeden Fe bruari 1910. DE NIEUWE CHEF VAN DEN GE- NERALEN S1AF IN IN Dié. Da „llbld."-correspondent te Bata via seint d.d. 10 Augustus, dat de ko lonel der infanterie J. P. Michielsen is benoemd tot chef van den genera- len staf van het leger in Neder- landsch-Indiè. en dat de luitenant- kolonel van dat wapen J. N. C. baron Van Heerdt is bevorderd tot kolonel. Het blad teekent hierbij aan Kolonel J. P. Michielsen was com mandant in de 4de militaire afdee- ling op Java, zoodut door zijne plaat sing bij den generalen staf als chef van dien staf eene kolonelsplaats hij het wapen der infanterie open kwam. Deze wordt dun'thans ingenomen door den oudsten luitenant-kolonel van dat wapen, J. N. C. baron Van Heerdt. die zich in Mei j.l. «eniger mate zag voorbijgaan door de bevor dering tot kolonel, met gelijktijdige benoeming tot commandant in de le militaire afdeeling op Java, van zijn eenige jaren jongeren ranggenoot oij liet wapen der geur D W. R. de Greve. LOODWIT. Van de hand van den Utrechtschen oud-hoogleeraur dr. H. Wefers Bet- tink is bij L. E. Bosch Zoon, te Utrecht, eene brochure verschenen, waarin gehandeld wordt over het loodwitvraagstuk Zoowel de historie als een rond vraag bij mannen van de practijk geven den schrijver aanleiding tot de slotsom, dat loodwit vooralsnog kan worden gemist. Prof. Wefers Bettink's kritiek den arbeid der Loodwitcommissie, die tot een tegenovergestelde conclu sie kwam, richt zich voornamelijk op het achterwege laten van contröle op de samenstelling der verf gedurende do proefschilderingen. Vakmannen klagen er over, dat zinkwitverf, zoo- ais die door de Loodwiteommissie word aangegeven, practised niet te gebruiken is. Trouwens de Commissie zelf schijnt de mogelijkheid niet uitte sluiten, dat toevoeging van meer lijn olie noodzakelijk blijken zal. Op grond van zijn gegevens oor deelt de schrijver der brochure zink wit een minder deugdelijke verfstof dan loodwit, minder dekkend, duur der ln het gebruik en minder houd baar. Moeilijk", zegt hij, „kan ik mij voorstellen, dat een Regeering, die zelfstandig oordeelt en niet een of andere partijgroep ter wille wenscht te zijn. tot het ahsoluut verbod van het gebruik van loodwit of andere loodhoudende verven zal overgaan, daardoor een industrie dooden, welke thans nog krachtig levensvat baar blijkt. „Na eenige jaren zou blijken, dat riien door de veel grootere kosten, die onderhoud van zinkwitverf volgens het oordeel van verreweg de groote meerderheid van deskundigen vor dert. tot het loodwit zou moeten te- rugkeeren. .Vooral bi] verfwerken aan Rijks gebouwen en voor gemeenten, zouden dn kosten van onderhoud zoo aan zienlijk toenemen, dat dit de open bare kassen aanmerkelijk schaden cn de toch reeds zoo drukkende belastingen noodeloo? zou verlioogen. Keerde men dan tot het loodwit terug, dan zou die industrie hier te lande gedood en niet of uiterst moeilijk weer in het leven terug te roepen ziin. ..Dure plicht is het van de Regee- ring, voor den omgang met loodhou dende verven (bereiding, toepassing, erwijdering) zoodanige bepalingen le ontwerpen en streng toe te zien, dat daaraan de hand wordt gehou den, dpt de schade aan de gezond heid van hen, die met loodhoudende ■erfstoffen omgaan, tot het kleinst ongelijke minimum worde beperkt. Du.il zal de veiligheid van den arbei der gewaarborgd zijn cn tevens de bloei der loodwitfabrieken niet wor den geknakt." De brochure geeft een kort over zicht van in andere landen geldende bepalingen nopens het gebruik van loodwit. Sommige landen zijn tot al geheel verbod overgegaan, doch el ders heeft men den uorkeur gegeven aan maatregelen, welke de schade- lij kheid van het gebruik inperken of zoover mogelijk te niet doen. Aldus in het Zwitsersche kanton Geneve, waar wel is geworden het voorstel van de meerdemoid der loodr witconniiissie. dat zoowel bij open bare als bij niet openbare bouwwer ken. waarbij loodwit als verfstof wordt toegepast, het loodwit nooit in Dbedervorm aan de werklieden mag worden versteekt, terwijl in artikel 2 verboden wordt loodwitlioudeude stof fen mot de handen aan te raken, droog af te schuren, af te krabben of af te branden. ln enkele andere kantons Van Zwit serland zijn voorzorgsmaatregelen in het belang der werklieden voorge schreven (verbod om. gedurende den arbeid met loodwit, te eten. te drin ken. te rooken. te snuiven of te prui men), verbod ook. k>odhou«leiide verf stoffen in poedervorni te gebruiken. Ln Belgie is het volgens de wet van 20 Augustus 190S, welke 2u Augustus van dit jaar in werking treedt, verbo den loodwit voor schilderwerk siemd, le verkoopen, te vervoerei te gebruiken in poeder het mag voor dat doel slechts worden verkocht, ver voerd en gebruikt in den vorm van fijn gestampt en met olie gekneed deeg. liet droog afkrabben en hei droog Duimen van de met loodwit bestreken vlakken, is verboden. De Oostenrijksche Minister van Binnenlandsche Zaken heeft 16 April 1909 een besluit uitgevaardigd, be helzende „dat loodhoudende verven en loodhoudende kitten alleen dan mogen worden ingevoerd en i keer worden gebracht, wanneer deze od zichtbare en duidelijke wijze als loodhoudend worden aangewezen." Letteren en Kunst LOUIS BOUWMEESTER. Volgens een mcdedeeling van de te Bandoeng verschijnende „Preauger- bode" is Louts Bouwmeester voorne mens na afloop vau zijn verplichtin gen in Indië met een Eogelsch gezel schapje naar Amerika te trekken Hij treedt dan op Ln 't bekende tooneel- stukje „De Greep", waarin zijn rol, die van een verlamde en stomme grijs aard is. TIJDSCHRIFTEN. Het laatstverschenen nummer van „Pak me mee" geeft ais voorplaat het portret van luitenac t-genoraal G. C. E. van Daalen, die na het on- veirwacht overlijden van luitenant- generaal P. C. van der Willigen be noemd is tot commandant van het leger in Oost-Indiè. Voorts bevat deze afleveiring; Voor de gezworenen. Het slot van do novelle. Een oud-Duitsche legen da Eva Gönneborg, roman van Felix Hfibel. Ons Prinsesje. Vele aardige foto's met bijschriften sieren dit nummer. Uit de Arbeiderswereld DE STRIJD TE ENSCHEDé. Aan den brief van tie gecombineer de orgamsatiebesturen aan het comi té der Fabnkanleavereeniging als antwoord op net dezer dagen ontvan gen bericht beireJiende ae conferen tie, ontleende» we gister 't voor- Koloniën EEN AMBTENAAR BESCHULDIGD. De officier van justitie mr. Du- cloux is, naar 11 Juli uit Soerabaja aan het B. Nhl. wordt geseind, ver gezeld van den rechter-commissaris, Zaterdag naar Bandjermosin ver trokken, om een onderzoek ln stellen naar verschillende klachten tegen een Europeosch bestuursamb tenaar, die beschuldigd wordt omkooperij em knevelarij. Hier volgt een aanvulling uit de zen brief; „Wij erkennen de goede ontvangst van uw sclmjven cLd. 5 Aug., hetwelk evenwel de organisaties noch de sta kers kun bevredigen. Het verbaast ons ten zeerste, waar u schrijft, dat na uw nauwgezet on derzoek omtrent de grieven der ar beiders aan de firma Menko geen verwijt kan worden gemaakt en dat zuiks evenmin ten opzichte der oa- zen het geval is. Dat zegt u nadat u door de Gons missie uit de areeiders der firma Menko ieiten zijn medegedeeld, die menig patroon aanleiding zouden >eve» zulke bazen onmiddellijk te ontslaan. Deze feiten zijn grootendeels ook nog bevestigd geworden door de 14 arbeiders, welke door u zeiven zijn ungeuoodigd. om gehoord te worden. Bovendien is bij de conferentie van Woensdag 3 Aug. 1.1. door den Voor- zitter van uw comité aan de firma Menko in overweging gegeven in ver schillende van deze toestanden veir- andering te brengen. Wij geven toe, diat en fouten" menschelijk zijn, daarover loopt de quaestie bij de fir ma Menko niet. Het geldt hier ©ene staking, die Ln hoofdzaak is uitgebro ken, doordal de bazen schromelijk hun functie misbruikt hebben aa buiten hunne bevoegdheid tra den, die de arbeiders opzettelijk plaagden en die zich schuldig hebben gemaakt aan de meest brutale wille keur, zooals het in geen enkele fa briek te Enschedé, voor zoover ona bekend, voorkomt. Daaaxmi verwijzen wij nogmaals naar de hiorboven onderstreepte clau suies. Ter motiveeriug nog slechts hot volgende feit: Een jongen werd ziek en moest thuisblijven. Den vader van dien jongen dae ook in deze fabriek werkzaam was werd tot vier keer toe aangezegd, dat hij voor den jon gen een nood wever in de plaats moest stellen, hoewel hij daarin ondanks zijn moeite niet slaagde. Ten eind® raad bracht de man, bevreesd dat andere ontslag of boete zou volgen, zijn ziek kind weer mede naar de fabriek. Dit feit trok onder de andere wevers zoo de aandacht, dat deze den vader onder hel oog brachten, dat het onverantwoordelijk was het kind in dien toestand ln de fabriek te doen blijven. Het gevolg hiervan was, dat de jongen opnieuw thuis bleef, waarop 50 cent boete volgde, niettegenstaan FEUILLETON Naar het Engels eb door CHARLES GARYICEk 461 Hij stond plotseling op. cn liep ln do richting, die Nora met haar hoofd had aangewezen. Maar er was geen Margery te zien, en hij keerde naar het eerste plekje terug om tot de ont dekking te komen, dat Nora verdwe nen was. Ilij keek voor zich uit en zag Nora op den smallen rand staan, terwijl zij zich met éen hand aan het uitsteeksel vasthield en met de ande re in hel nest greep. Zij keek liem triomfantelijk aan en lachte vol ver trouwen". Eliot's hart beefde, hij wist geen 'raad van angst. Daarop ging zijn vrees in woede over. —Kom hier, kom dadelijk hier! riep hij streng. Zeker als ik eerst het el heb, riop Nora terug. Er zijn er vier en ik doe mijn best het grootste uit te zoe ken. Wil u er ook een hebben? Zoo ja, dan breng ik er twee mee. Kom hier f beval hii. Laat de eieren waar zij zijn en kom dadelijK hier of ik zal jo halen. Nora lachte weer, nam met onnoo- dige bedaardheid een paar eieren uit het nest en stak ze in haar zak toen keek zij rond als genoot zij van het tooneel om zich heen en begon einde lijk haar gevaarlijke klimpartij naar boven. Eliot leunde ovor den rand zoo ver als hij maar 'kon en stak zijn hand uit daar greep hij de hare stevig vast, de laatste voeten trok hij haar naar boven en toen zei hij, haar bij den kraag vol wocdo heen en weer schuddend —Ik zal je leeren mij zoo'n poets te bakken, kereltje 1 Nu zal ik je eens flink afranselen. Nora was een beetje buiten adem boven gekomen, haar oogen vol over moedige vroolijkhcid over het geluk ken van haar krijgslistmaar nu veranderde plotseling de uitdrukking van haar gezichtde lach verdween en haar gelaat werd doodsbleek. Eerst trachtte zij zich uit zijn greep los te wringentoen scheen plotseling haar kracht haar te verlaten, haar oogen sloten zich, zij strekte haar handen uit tegen zijn borst en greep zich aan hem vastmeelijwekkend en smee- kend keken haar oogen hem aan en zij snikte heftig Sla sla mij niet t Neen, neen, sla mij niet l O neen. o neen Eliot had zijn open hand opgehe- ven maar de meelijwekkende oogen, de doodelijk verschrikte stem, de aan raking van de tengere gestalte, die 1 zich aan hem vastklampte, deed zijn woede plotseling bedarenzijn ge laat werd zachter van uitdrukking, en hij bleef haar vasthouden, maar nu niet meer dreigend. Goed, goedzei hij snel en sus send. Ik zal je dan geen pak ransel 'geven, ofschoon je het verdient Daar, daar Mijn doel was niet, jo zoo aan 't schrikken te brengen. Maar wat scheelt je dan toch Heb je nooit meer een pak siaag gekregen Dat is dan do reden van je onbeschaamd heid. Eigenlijk is het mijn plicht om je eens flink onder handen te nemen maar ik zal het niet doen, voegde hij er haastig hij, want Nora beefde goweldig, en schokte heen en weer om haar snikken te onderdrukken. Jo bent een wonderlijk soort vau jongen, merkte hij na een pauze op. Hot éone oogenblik waag jij je leven alsof je niet weet, wat vrees is, en het volgend doe jo niets dan beven en jammeren, omdat ik je een pak slaag beloof. Eigenlijk geloof ik, mijnheertje, dat jo in je hart toch een lafaard bent. Do lichte, goedhartige lach, waar van deze woorden vergezeld .gingen, kwetste meer dan de beleedigiug zelf. Nora keek hem woedend aan. Jij bent zelf een lafaard, rel ze boos, om een jongen te slaan, die maar half zoo groot ls als je zelf bent - en dat voor niets 1 O, niets, noem jij dat niets zei Eliot. Jij jonge schavuitje hebt mij doodsangsteu doen uitstaan. Ik dacht dat je stellig zoudt vollen en dat je dan dood zoudt zijn. Probeer het nooit weer, hoor 1 Ik wist geen raad angst. Maar gelukkig nu is al les voorbij. Laten wij elkaar een hand geven en weer vrienden zijn. Hij stak zijn hand uitmaar Nora nam er geen notitie van en liep weg. Nauwelijks was zij uit zijn gezicht of ze liet zich in een kuil neervallen en gaf toe aan haar verdriet door een tranenvloed, waarbij haar tanden klapperden. Het was geen vrees al leen maar een Ingewikkelde aandoe ning, die haar letterlijk overstelpte. Zij zag nog de opgeheven hond, hoorde de strenge stem. Ter wille van een slag had zij haar huls verlaten. En toch en toch wist zij dat als ELiot haar het pak slaag had gegeven, dat zij wist, dat zij verdiende, het gemakkelijker voor haar te dragen zou zijn geweest dan de slag, dien haar stiefmoeder haar had toebe deeld. En door al die gevoelens heen had zij nog een lichte gewaarwor ding van voldoening. Zijn woede was ontwaakt, omdat hij zich zoo doode lijk beangst over haar had gemaakt. Als hij niet zoo angstig was geweest, zou hij er zich toe bepaald hebben haar te berispen maar terwijl zij hem in haar gevaarlijke positie had toegelachen, was zijn bleek vertrok ken gelaat haar opgevallen. Nog be vend di bleek stond zij op en liep een heel eind voort. Den geheelen volgenden dag en nog vele daarna, vermeed zij Eliot Hij trachtte haar weer te ontmoeten, ,r zij was telkens weer verdwe- :au zorgde er voor te eten, vóórdat hij thuiskwam en ging zoo precies zijn doen en laten na, dat het haar voort durend lukte hem te vermijden. Eliot voelde het gemis van haar gezelschap scherp, hetgeen heel natuurlijk was en niet minder natuurlijk was hij meer in gezelschap van Margery. Zij was telkens en op 't meest onver wacht in zijn nabijheid, bracht zijn lunch naar de steengroeve, en nam zijn assistentie bij de behandeling van het vee, een hulp, die Nora haar tot nu toe had bewezen. Margery zei, maar heel weinig of niets uit zichzelf, maar blijkbaar was zij er volkomen mee tevreden om Eliot te volgen en te luisteren naar hetgeen hij sprak. Eliot beschouwde haar als een Hef kiud en behandeldo haar dienovereen komstig en dikwijls als zij naast hem wandelde, of hem ln den omtrek van de hoeve stond op te wachten, was hij zich nauwelijks van haar te genwoordigheid bewust Het ls onnoodig te zeggen, dat Nora van deze nieuwe vriendschap heel goed op de hoogte was. Van op een afstand zag zij hen te zamen, en dat gezicht, de uitdrukking op Margery's onschuldig gelaat, vervulde Nora met ongeduld, verachting, en was he< jaloezie Op zekeren dag, toen zij de zitka mer plotseling binnenkwam, zag zij Margery bij het vuur zit'.en met gebo gen hoofd vol aandacht iets in haar hand beschouwend. Zij schrok, toen Nora achter haar kwam staan, hanr hand sloot zich om het voorwerp oo zij bloosde heftig. Wat heb je daar vroeg Nora. Niet», aarzelde Ma-gery, die op stond eu wilde heengaan. Ja wel waar, hield Nora vol. Jo zat te droomen over iets, op die kin derachtige manier, waarop Jelui meisjes dat kunnen. Laat mij zien, wat het is. Zij greep Margery bij den arm, niot heel zacht, en hot meisje liet eefl kreet van schrik hooren. Pas op. Je zult het breken riep zij uit Daar dan als je *t dan juist zien wilt. Wordt vervolgd)»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5