RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Partij, uit den Nat wedstrijd 1910, ge-speeid tusschen de heer en J. Meyer, Haarlem, met wit en A. Car doso, Amsterdam, met zwart „OMGEWERKTE CENTRUM- Wit. Zwart. 1. 33 - 28 18 - 23 2. 39 - 33 12 - 18 3. 31 - 27 7 - 12? 1) 4. 44 - 39 2) 20 - 24! 5. 34 - 30! 17 - 21 6. 37 - 31 14 - 20 7. 31 - 26?? 8) 24 - 29! 8. 26 17 11 31 9. 33 24 20 - 29 10. 36 27 29 - 33 4) 11. 38 29 23 25 12. 42 - 38! 6 - 11 13. 39 - 34 11 - 17 14. 47 - 42 15 - 20 15. 41 - 371 5) 17 - 21 16. 46 - 41 10 - 15 17. 49 - 44 1 -7 18. 44 - 39 20 - 24 6) 19. 39 - 33! 4 - 10 20. 41 - 36 10 - 14 21. 37 - 31? 21 - 26? 7) 22. 34 - 29! 26 37 23. 29 - 20 15 - 24 24. 42 31 5 - 10 a) 25. 50 - 44 10 - 15 26. 31 - 26 14 - 20 27. 44 - 39 18 - 23 28. 36 - 31 9 - 14? 12 - 1 29. 26 - 211 13 - 18 30. 31 - 26 7 - 11 31. 39 - 34 8 - 13 32. 43 - 39 2 - 8 33. 48 - 43 24 - 29 34. 33 - 24 20 29 35. 34 - 30 25 34 36. 39 30 11 - 17 37. 40 - 34 29 40 38. 45 34 23 - 29 39. 34 23 18 29 40. 43 - 39 29 33? 3-91 41. 38 29 17 - 22 42. 27 20 15 44 43. 30 - 2411 16 38 44. 24 2 44 - 49 45. 28 - 221 38 43 46. 22 - 17 12 21 47. 26 17 Remise. a) Stand van de partij: Zwart 2, 3, 7/10, 12/14, 16, 18, 19, 24, 25. Wit 27, 28, 31/33, 35, 36, 38, 40, 43, 45, 48, 50. 1) De juiste zet is 17 - 21, wit dwin gende, om 34 - 30 te spelen, waarop dan volgt zwart 20 - 24, met best epeL 2) Voortgaan met 34 - 30, 37 - 31 enz., geeft voordeeligen stand, zooals ook in de „Gewijzigde Centrum-Ope ning" wordt aangetoond, 8) Nu moet 39 - 34 volgen (wegens den vooraf gaanden zet 44 - 39), waar mede weder goed spel wordt opge bouwd. Speelt zwart hierna 20 - 25, dan wit 31 - 28, met betere stelling! Op zwart 21 - 26 zou volgen, wit 25 - 20 en 42 31 (niet 25 14), met tem po voordeel, terwijl op eiken anderen zet van zwart 31-26 volgt met klein positie voordeel. 4) Wij prefereeren 29 - 34, om den korten vleugel van wit nog meer te verzwakken. 5) Op 38 - 33, zou volgen: zwart 25 - 30 en 18 36! 6) Blijft op 38 - 33 van wit, nog steeds dreigen, 7) De juiste voortzetting is: Zwart 18 22, 24 - 30 en 19 37, met win- nenden standi De Haarlemscho Damclub houdt hare bijeenkomsten iederen Maandag avond van 8 tot 12 uur ln het Gebouw de Nijverheid, Jansstraat 85, alhier. Liefhebbers van het damspel zijn daar steeds welkom. Smakelijk eten. Een kijkje achter de schermen van do Parijscho restauratiekeukens is voor het groote publiek inderdaad mogelijk geworden door het werk van een man. die te Parijs een persoon van gezag was in de kringen van viveurs en boulevardiers. Hii was bekend als een der „fijne tonzen" van de mondaine restau rants. Groot was dan ook de verwon dering. toen hij. Aurelien Scholl, op een goeden dag een allercurienst boekje deed verschijnen, waarin hij mcodoogenloos, maar met den spot lach van een overmoedigen jongen, de geheimen toonde van de Parijsche restauratie-keuken. Hij had eens rondgekeken, inlich tingen gevraagd, zich de „dessous" van hot zaakje eens laten wijzen. Daarbij ontdekte hij veel wonderlijks, zelfs veel onaangenaams, maar met zijn onveranderlijk goed humeur en zijn philosophische onverschilligheid, had hii dat alles bekeken mét de oogen van een daarbij niet betrokken toeschouwer. Of hij had het aangeno men als iets. dat er nu eenmaal bij behoort, zooals een thcedruppel op een pas schoon ontbijtservies of een Jus-spat op een hagelblank over hemd. En hij vertelde. Hij vertelde .van een ..keukenschilderkunst", door een der voornaamste restauraties te Pa rijs uitgevonden. Die eetgelegenheid had een schilder van beroep onder hare helpers opgenomen en, toen het bekend werd. deden in navolging weldra do restaurateurs van allerlei rang hetzelfde en engageerden keu kenschilders in verschillenden graad van artisticiteit. Helaas, zoo was het De Ncderland- sclie lezer, die gewoon is zijn vader- landsche biefstuk met eetlust en gees- teskalmte te verorberen, alsof hii iets heel gewoons doet, zal wellicht voortaan bij deze werkzaamheid be seffen, dat hem een groot voorrecht ten deel valt Want te Parijs eet men geschilderde biefstuk, evenals beschil derde eierkoeken, schapenbouten enz. Ziehier, hoe dat schilderen in zijn werk ging Men houdt er te Parijs veel van om vleesch on visch op een rooster tus schen vuren van houtskool te braden. Nu is het. echter moeilijk, om zulk een lang lwutskolen te hebben, dat men tegelijkertijd biefstuk, eieren, ribbe- ties en visch kan roosteren. Wat wordt er nu gedaan De ..kunstenaar-schilder" neemt.... «ene bruine verf. smeert daar den rooster mee in, waarop het vleesch of de visch gelegd "•■vdt, en drukt daar na krachtig de twe» voorwerpen te- een elkaar aan vervolgens gaat de eetwaar den oven in. Wanneer het vleesch gaar is. wor den de vcrf-liïnen met een penseel nog wat aangezwart en daarna komt de biefstuk op tafel en draagt de onmis kenbare sporen van on den rooster gebraden te zijn. Wat do omelette betreft, daarmede wordt anders omgesprongen, terwijl uien vroegor vier eieren nuodig had voor oen eierkoek, neemt men nu slechts óéu eierdoor en het wit vari vier eieren. De andere dooiers worden bewaard, om room en allerlei saus jes te maken Maar- om nu tot de omelette terug te keereu, het wit wordt door eene onschadelijke verfstof geel gekleurd, daarna bestrijkt de schilder den bui tenkant met botereen koksjongen schroeit er even inet een warm ijzer tegen en klaar is Kees ge hebt een heerliike omelette voor u. Voor het volgende geven we den heer Aurelien Scholl zelf het woord ..Onlangs heb ik een schapenbout zien verven en die operatie lieeü mij bijzonder geïnteresseerd. Er moest namelijk een schapenbout van ge maakt worden, die aan het spit was gebraden. Na. hem met het spit doorstoken te hebben, dat hii cr terstond weer uit trok. aam de kok den schapenbout en gaf dien over met de woorden „klaar voor het schilderen". De schilder heeft een vijftiental potjes met verf vóór zich in ieder is een penseeldaar naast liggen eenige harde kwasten. De kunstenaar bekeek een oogen- blik den schapenbout, dien men hem brachthij streek met de hand over het voorhoofd, daarna süpte hij zijn penseel in een potje, dat tot opschrift droeg„Bruin gebraden" en schil derde eeuige gedeelten donkerbruin od het stuk vleesch. dat zoo uit den oven kwam. Ilierop nam hij een kwastje, en strooide op do breeds kanten fijne korreltjes verkoold vleesch, waardoor de schapenbout lekker croquant moest worden. Met een penseel, gedoopt in eene kleur, die „versch bloed" nabootste, schilderde hij hier en daar kleine openingetjes, waardoor de jus in breede stralen naar beneden liep. De koksjongen goot toen een paar lepels vleeschuat over den schotel, evenals een weinig beetw ortelsap en door middel van een kiein spuitje met drie gaatjes besproeide hij toen alles met een weinig kokend vet. Daarna werd de schapenbout „zoo van het spit" eene familie voorgezet." Ternauwernood was deze operatie geëindigd, of de heer Scholl had een nieuwe ervaring. Door de spreekbuis kwam de bestelling Vlei' ortolanen, vier 1 De opperkok riep Ga gauw Alfred halen hij Ls ln den ijskelder Wie is Alfred vroeg ik. De schilder de chef-kok had het te druk en gaf nu hier, dan daar zijn t^velen en zijn raad de schilder lichtte mil in. Alfred is de man, «iie de ortola nen maakt. Alfred kwsm. Men gaf hem vier pas gedoode niusschen. De handige jougen zoog daarop door een rieije een groote hoeveelheid kippevet op, u rik ie toen met het rietje de eene muscn na de andore even boven de plek, wuur de rug ophoudt, en vulde ze tusschen vel en vleesch met het warme vet. ,,ln minder d>an geen tijd waren de muaschcu onder deze behandeling or tolanen geworden, zoo dik en vet ais men maar begeeren kon, en brachten por stuk drie francs op." Een geliefkoosde schotel der Parij sche restaurants is de raie au beurre noir of wel rog in bruin gebraden bo ter gekookt- Aangezien echter dc rog veel vet opneemt, zou er te veel boter voor noodig zijn. Daarom wordt op de volgende wijze te werk gegaan de rog wordt afzonderlijk gekookt, daar na smelt men de boter in een pan, die nooit schoon wordt gemaakt, of die met beenzwart is bestreken, zoo dat de boter al zwart is, eer ze smelt. Vervolgens wordt het eene bij het an der goduan. Men heeft dus rog, men heeft eveneens bruine boter, maar rog in bruin gebraden boter heeft men niet. Do schilders, waar we zooeven over spraken, zijn ook nog voor andere dingen goed. De vruchten worden door hunne zorgen gecorrigeerd van de gebreken, die de natuur ze mocht hebben gegeven. Vooral de meloenen, die in stukken gesneden worden op gediend. leenen zich daartoe uitste kend. ls de meloen te rijp, dan wor den tegen den kant van de schil een paar mooie, groene strepen geschil derd ls hij droog en meelachtig, dan wordt met behulp van het sap van den te rijpe het evenwicht her steld. terwijl do onrijpe door heerlijke oranje verf-lagen u doet watertanden. Maar wat het moeilijkste kunststuk schijnt te zijn in deze „werken der duisternis", dat is twee spiegeleieren te maken met één ei. Daartoe wordt biiria de bekwaamheid van een chi rurgijn vereischt. Het komt ook al leen maar voor in de restauraties k Drix fixe. Het is nu eenmaal mode, om niet mirder dan tw»e spiegel eieren aan de klanten voor te zetten, maar om daarvoor twee eieren te ne men. is wat duur en hun één enkel te geven, durft men niet Daardoor zou de restauratie verloopen. De men- schelijke intelligentie gaat echter ver er bestaat een mi bleitje om de eischen van den klant oogenscbijnlijk te bevredigen en tevens de belangen van den restaurateur niet uit het oog te verliezen. Men gaat aldus te werk De kok neemt een bord, waarop hij een weinig boter heeft laten smelten. Vervolgens trekt hij met een instru- méntje, niet ongelijk aan den dia mant der glazenmakers, een lijn in het midden rondom den eierdop. die daardoor zoo goed als in tweeën wordt verdeeld Met oen in olie gedompeld mes snijdt hij nu uiterst snel het ei mid dendoor langs de getrokken lijn. Het ei valt daarop in het bord en splitst zich in twee gelijke deelen. Maakt nu de klant, die we! twee, doch twee kleine spiegeleieren krijgt, daarop een aanmerking, dan ant woordt de keliner „Ja, ziet u. ik ben de kip niet", en dat kan moeilijk te gengesproken worden. Ten slotte nog eeu kleine aanwij zing. die te denken geeft Evenals er inenschen zijn, die bij voorkeur „adellijke" hazen eten, vindt men groote liefhebbeis van kaas, die verzot zijn o» de soorten, welke in ver gevorderden toestand verkeeron. Vooral zijn zij belust op de zoogenaamd© Roquefort, die eene af grijselijke lucht van zich geeft, en soms zóó ver gevorderd is, dat zij blauw en groen te gelijk ziet. „Dan is ze juist op haar lekkerst", zeggen de kenners. Nu gebeurt het niet zel den. dat er geen Roquefort in dien toestand voorhanden is. Het volgen de tooneel (we geven het woord aan Aurelien Scholl) doet zich dan voor ..Opnieuw liet de stem van den keliner zich liooren Un ronuefort amateur. „Domme ezels, die klanten, 't Is al tijd hetzelfde", bromde de schilder. ..'t Is het seizoen der versche roque fort en nu vragen ze warempel oud©." „En hoe levert ge hem dat nu ..Och, men laat langzaam de ver sche kaas op het, fornuis uitdrogen ik schilder er dan groene aderen doorheen met de geographische on zekerheid. die de natuur zelf aan geeft en dan „bezielt" Victor de por tie." ..Victor Wie is dat T' ..Dat is een helper in de keuken, die er eene verzameling stukjes oude kaas op na houdt in eene vochtige kastDat leeft en krioelt daar Ln de verborgenheid en daar haait Vic tor zijn „kolonisten" vandaan, om de roouefort le bevolken." Tegen bovenstaand artikel, dat in de ..Arnh. Ct." voorkwam tijdens het Middenstandscongres, is geprotes teerd door den Holelboudersbond. Maar de ..Arnh. Ct." heeft leuk opge merkt. dat er absoluut niets kwet sende voor de Hollandsrhe kookkun stenaars in voorkwam, hetgeen onze meenine ls, en waarom wij het hier eeven als een staaltje „hoe lekker men in Parijs kan eten." („Centr."). HERVORMING VAN DEN KALENDER Ernst von Hesse Wartegg, die In dertijd zich veel moeite heeft gegeven voor d© vaststelling van den eenheids- tijd, thans bijna door alle beschaafde staten van Europa aangenomen, is in overleg met de vereeniging van lndus- trieelen en handelaars in Duitschland een werkzame propaganda begonnen ten behoeve van een kalenderwijzi ging- Het plan tot deze kalemdervornnde- ring is niet nieuw; een aantal astro nomen en meteorologen hebben reeds hervormingsvoorstellen omtrent 'len gregoriaanschen kalender gedaan, maar dat van Hesse Wartegg en de zijnen schijnt een onbetwistbaar voor deel van eenvoud te bezitten. Hij verdeelt het jaar van 365 dagen in kwartalen van dertien weken of 9J. dagen. De beide eerste maanden van het kwartaal hebben elk dertig dagen en de laatste 31 dagen. Op die wijze vervallen de 365sle dag en in de schrikkeljaren de 366ste dag, die ais dagen zonder datum worden inge- lascht, de eerste aan het einde van het jaar na den Oudejaarsdag, de tweede tusschen hel eerste en hel tweede half jaar, dus tusschen 31 Juni en 1 Juli. Aldus zuilen Nieuw jaar en ook de eerste dag van iedei kwartaal altijd op een Zondag val len. Met de verandering hangt samen, dat Paschen op een vasten dag terug keert Dat feest, dat thans kan vari- eeren tusschen 22 Maart en 25 April zou dan altijd op Zondag 7 April val len. De hervormers stellen zich van die vastheid van het Paaschfeest veel gerief voor ten bate van handel en verkeer. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden 'door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. Do namen der kinderen, die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in het volgend nummer be kend gemaakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. dan word ik een soort schip. Welk spreekwoord leest gij hieruit? lw hoo vee ge gen men ind van boo 2. Mijn eerste is voor de kinderen. Mijn tweede is een boom. Mijn derde en vierde zijn iets, waar ge op rust. Het geheel hoort in moeders naai- 3 'k Ben niet lang, en niet kort, Niet breed, en niet smal Mijn vel is overal evenver, Verwijderd van mijn hart. Plat als een schol Ben ik dus niet bol. Ge trekt mij, o, zoo leep Met één heel mooie streep. Wie ben ik 4. Deden monhon mordud tin go gen feest. Welk spreekwoord leest gij hieruit? 5 Mijn geheel bestaat uit 10 letters sn is een plaats in Nederland. 1 3 5 is een naam voor dieren. 7 9 10 2 4 vindt men in een bergach tig land. 1 8 9 6 7 5 10 hoort bij het leger. 6. Ik ben een dier, dat men aan de kust moet zoeken. Keert men mij om, dan word ik een soortschip. 7, Mijn 1ste deel is een goed vriend van U. M"n 2de is een stuk van een schip. Mijn 3de is een muzieknoot. Mijn geheel wordt in den zomer ge bruikt 8. Mjjn geheel beslaat uit 10 letters en is hier in de buurt juist geweest. 1 2 8 is niet gewoon. 3 2 1 is een gebrek en ook een dier. 5 4 is een maat 6 7 8 9 10 ziet men dikwijls als men buiten de stad kom'. 9. Mijn 1ste zit in mijn 2de. Mijn 1ste is een nuttig viervoetig dier. Mijn 2de heeft mensch zoowel als dier. Mijn geheel is nuttig en komt van een dier. 10. Ik ben een vriend, Van menig wandelaar. In weer en wind Sta 'k altijd voor hen klaar. Doch komt er een. Die 't lezen niet verstaat, Zóó'n domoor neen Die krijgt van mij geen raad. 11. Ik besta uit 15 letters en ben een kaap. 1 8 9 is een viervoetig dier. 2 3 4 is ook een viervoetig dier. 4 8 is een rivier in Italië. 12 13 9 10 wordt gedragen. 6 5 6 is een dorp in Gelderland. 6 4 6 is ook een dorp in Gelderland. 7 14 is een verkorte meisjesnaam. 45 2 is een huisgenoot. 5 G 11 7 gebruikt de bakker., 10 11 is een lidwoord. 10 13 is een muzieknoot 12. Welk spreekwoord leest gij hieruit? nood ten on egas ge zijn kom zeld enwol Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Een schoenmaker zat op een kruk met een schoen op zijn knie een hond komt de werkplaats ïn en loopt weg met een schoen de schoen maker grijpt de kruk en gooit den hond er meede hond bijt den schoenmaker in een been de schoen maker staat nu op één been en de hond loopt weg met den schoen. 2. Kant oor kantoor, 3. SteenkooL 4. Lucht. 5. Valladolid. Elbe New-York.: Edinburg., TriSst. Ierland., Edam. 'VENETIë. 6. Madagascar- 7. Salamander. Drama Lena dansles raam. 8. Om ter wille van do smeei Likt de kat de kandeleer. 9. Worm Worms. 10. Groningen. 11. Ooltgensplaat Sol las at Spa Ot egge spel geel. 12. Haan maan. Goede oplossingen ontvangen van Willy Huber 12. Zus Duursma 12. Jo en Frans van Egmond 10. Jan Hendrik Bruijn 11. Marietje v. Koniugsbruggen 11. Jopie v. Kouingsbruggcn 1L Wim Ileijl 12. dohan W. Raatgever 8. Willem Overmeer 12. Nanne Nuuta 10. Jenlien Been 11. Henri Janse 12. Zus Baaij 11. Jentien Been 12. dan Bos 12. Hettic en Jaantje Lains 10. Hendrik Bouman 9. STRIKVRAGEN. (Ingezonden door Nanne en Cornelis Nauta.) 1. Wat wordt langer door er aan beide einden af te nemen 2 Wat is de overeenkomst tusschen een nachtwacht en een molenpaard 3. Zoolang ik hij mijnheer bliif. help ik hem nietmaar zoodra hij mij weggeeft, beu ik hem van nut. 4. Wat zette Adam het eerst in den hof van Eden 5. Welke vijgen zijn het slechtst? 6. Welke oogen mist ieder graag? 7. Wat heeft iu den beginne vier, later twee en eindelijk drie voeten (Ingezonden door Paulina Koelemij.) 8. Er liep eens een mannetje over de brug llij had vier konijnen op ziju rug. Hoeveel pooten liepen er toen over de brug? 9. Welke schoenen draagt men niet aan de voeten (Ingezonden door Willem Plantjé.) 10. Waar leert men het beste zwem men 11. Wat is het beste aan een kalfs kop 12. Waar heeft de koe het meeste vleesch 13. Welke klok heeft geen klepel 14. Wat is het netste dier? Uitslag Wedstrijd Al was hel vacantie, er hebben toch nog heel wat kinderen hun best ge daan om een verhaaltje of versje zon der a in te sturen. Daar waren lange en korte, grappige en ernstige bij, maar ook verscheidene, waar nog één of meer a's in te vinden waren. Ten slotte kwam het keurige, flink vertelde verhaaltje, dat geheel zonder fouten was, van MARTINUS IIUBERS, oud 13 jaar, voor de bekroning in aanmerking. De 2de prijs is voor het versje van G. A. W1ERSMA, oud 14 jaar. En nu komen verscheidene eervolle vermeldingen Ten eerste de flinke brief van DINA MEETER, dan het aardige versje en verhaaltje van A NS VAN DER BAN, a van COUR IE VREUGDENI1IL. Verder Francisca Bocage. Gerda Peereboom. Zus Duursma. Jo en Lucia Lembeck. Wim Ileijl. Jaantje Lams. Annie Schinkel en Willy Gcrmeraad. Zeer goed was het werk van Philine Cohen. Paiilieu Koeleroeij. Johan Kloos. Nelly Sanders. Bertha Clausing. Eddie A'thoff. Maartje Verdel. Jacob van Goor. Frans van Egmond. Jan Hendrik Bruijn. Annie Rozenhart. Frans Geijlvoet. Henri Janse. Joh. v. d. Brugge. Maric eu Louke Vink. De volgende inzendingen waren goed: Jansje v. Dijk. Marietje v. Koningsbruggen. Joh. v. Egmond. Corn. v. d. Houten. Piër Heidweiller. Johan Kxoder. Twee Spreeuwen (door Martinus Hubers, oud 13 jaar). Het is een droge, dorre zomer en twee spreeuwen worden door den honger erg gekweld. Zij lijden bitter gebrek en zijn op 't punt van te ster ven. Toen zei eindelijk de sterkste der twee „Lief vrouwtje, ik vlieg weer eens uit, om te zien, of ik ook nog dén enkel wormpje vind." Hij verzeil de echter in een tuin met kersen. „O 1" riep hij, „nu is mijn vrouw uit den nood en ik ook 1" Hij vloog er op toe, proefde de rijpe vruchten cn borg in zijn klein buikje, zooveel hij kon. Het begon donker te worden en de zon stond op het punt om weg te kruipen. Nu zou hij zijn vrouwtje op zoeken. „Neen, neen 1" denkt hij weer, de kersen zijn zoo lekker 1" Hij zeide bij zich zelf die moet ik nog hebben, on die, en die, en deze nog. Hij wipt en tript en eet nog steeds door, tot de duisternis komt en hij indommelt. Den volgenden morgen zookt hij werkelijk zijn juw op. Die echter is.... den hongerdood gestor- Eind lijk is de tijd verschenen, d'Uitkomst wordt gepubliceerd, Och, mijn hoop is nu vervlogen, 'k Ben toch eervol genoteerd. 'k Wil nog eens in 't strijdperk treden, Zetten 't beste beentje voor Missctiien wil 't geiuk vergoeden, 't Geen ,,'t Friesch vriendje" eerst verloor. Hoop doet leven, beste vrienden, Zonder hoop geen leven meer. Hoop bij 't werken, hoop bij 't spelen, Ook bij 't leeren evenzeer. Is onz' houp dus eens vervlogen, 't Leveu biedt geen zonneschijn 't Hopen, 't streven om te worden, 't Geen wij wenschen eens te zijn. Is gelijk de bloem verdwenen. Die den sterken stengel mist. 't Leven wordt een moed'loos zwoegen En men zelf een pessimist. Dus. met moed den strijd begonnen Met echt blijden kinderzin Treden W" en ook onz' ouders. Hopend steeds de toekomst in. Hoop blijf ons steeds vergezellen, Deel ons levensvreugde mee. Blijf, in tegenspoed, ons steunen Op dcez' wijde wereldzee. Blijf onz' vriend bij stor men regen, Blijf onz' vriend bij storm en regen, Wil bij 't werken, wil bij 't leeren Steeds onz' beste vriendje zijn. Wordt Geloof en Hoop en Liefde, Immer meer onz' hoogst idée. En deele, in dit wisslend leven, Ons den rijksten zegen mee. Hoop. (door G A. Wiersma.) d'Eersten wedstrijd heb 'k verloren, 'k Teekende nog niet mooi genoeg 'k Meende wis een prijs te winnen, 'k Werkte reeds des morgens vroeg. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevr. Venema—Vam Doorn. Wa genweg no. 88, Haarlem). WIM H. Wel, ben iij nu net in Haarlem geweest, terwijl ik er u was? Dat was jammer. Anders w< ie me zeker w eer eens komen opzoe ken Ja, goudvisschen zijn sterk, die kun je in liet aquarium goed in het leven houden. Hoe is het met het levende takje Blijft het goed groeien JOHAN W. R. Ja. als je geen vloeipapier hebt, kan watten, of zand, of gewoon papier ook dienst doen. ivat heb met al die spelden ge daan Je had zeker een heelo voor raad I Is jouw vacantie ook weer haast om WILLEM O. De nieuwe raadsels zijn goed. Zoo. was dat raadsel van lou Ik wist het niet zeker en er stond geen naam bij. Doe jij aan de- zon wedstrijd ook mee En ben je in de vacantie veel uit geweest met al je broertjes JO en FRANS VAN B. De nieu we raadsels «ijn goed. Ben Je met <»en boot naar B. geweest Dat is wel een aardige tocht, maar hadden jul lie niet te veel regen om bovenop te zitten Ging Jo toen ook mee Wat is zoo'n vacantieweek heerlijk, vind je niet En vooral jij, die zoo wei nig vrij hebt, zal het wel dubbel op nriis stellen. Wat heb Je ook oen prachtig weer getroffen Maar jullie hebt heel wat prettige dagen gehad, geloof ik 1 Ik ben erg nieuwsgierig uaar de inzending, hoor l Wordt het mooi zijn de pop- pekleertjes al af JENTIEN B. Wat een heerlijke dagen heb je gehad. Heeft Vader lat wagentje naar Zandvoort en terug heelemaal geduwd En vond Moe der het niet heerlijk, zoo eens heele maal buiten te zijn Maken jullie wel eens meer zulke tochtjes Gaat het tochtje van de Z. S. nu nog op een anderen dag door En heb je nog meer pretjes in het vooruitzicht BEPPIE M. Ja, het lijkt mij ook heerlijk, om er altijd te wonen. En voor kinderen is het er nooit verve lend, behalve 's winters, maar dan moet je je hier toch ook maar in huis amuseeren. Is er morgen iemand ja rig bij jullie Ik hoop, dat je veei oleiz'er zult hebben en dat ze lekker uitvallen. WILLY H. Ja zeker, want er zijn zooveel kinderen, waarvan er in een maand één geplaatst wordt, dat de kans zoowat gelijk blijft. Waar heb je in I. gewoond en vind je het hier prettiger Op welke school ben je hier? PHILINE C. De ingezonden plaatsen zijn goed. ZUS D. Waarom zou je e,r maar een enkel dagje willen zijn Vind je de zee vermoeiend,' en houd je meer van bosschen Ik vind het aan het strand altijd aardig, en dikwijls vroo- liiker dan in een bosch. Kan je lang wandelen, of z't je graag zoo nu eu dan eens? JAN B. Ja zeker, ken ik J L nog. Tot mijn spijt heb ik deze maand zijn verjaardag vergeten. Fe liciteer hem nog maar voor me, al Ls het twee weken te laat. Je nieuwe raadsel is goed. NANNE en COR N. Het is bost, als je den volgenden Woensdag komt. Wat een prachtige kaart lieb je me gestuurd. Wel bedankt, hoor! Heb j« Woensdag veel pieizi^r gehad, en zijn jullie den geheelen dag wsg ge bleven En waar ben Je in A. ge weest HENRI J. Jullie hebt een heer lijke vacantie. hoor 1 Ben Je org ver brand buiten Je verlangt zeker acJ niets naar den 23sten Met wie speel je. als Je zusje weg i* En wat doe Ie het meest? Mevr. VENEMA—t. J"OORN. 18 Augustus 1919

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 13