RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Partij, uit den Nat wedstrijd 1910,
ge-speeid tusschen de heer en J.
Meyer, Haarlem, met wit en A. Car
doso, Amsterdam, met zwart
„OMGEWERKTE CENTRUM-
Wit.
Zwart.
1.
33 - 28
18 - 23
2.
39 - 33
12 - 18
3.
31 - 27
7 - 12? 1)
4.
44 - 39 2)
20 - 24!
5.
34 - 30!
17 - 21
6.
37 - 31
14 - 20
7.
31 - 26?? 8)
24 - 29!
8.
26 17
11 31
9.
33 24
20 - 29
10.
36 27
29 - 33 4)
11.
38 29
23 25
12.
42 - 38!
6 - 11
13.
39 - 34
11 - 17
14.
47 - 42
15 - 20
15.
41 - 371 5)
17 - 21
16.
46 - 41
10 - 15
17.
49 - 44
1 -7
18.
44 - 39
20 - 24 6)
19.
39 - 33!
4 - 10
20.
41 - 36
10 - 14
21.
37 - 31?
21 - 26? 7)
22.
34 - 29!
26 37
23.
29 - 20
15 - 24
24.
42 31
5 - 10 a)
25.
50 - 44
10 - 15
26.
31 - 26
14 - 20
27.
44 - 39
18 - 23
28.
36 - 31
9 - 14? 12 - 1
29.
26 - 211
13 - 18
30.
31 - 26
7 - 11
31.
39 - 34
8 - 13
32.
43 - 39
2 - 8
33.
48 - 43
24 - 29
34.
33 - 24
20 29
35.
34 - 30
25 34
36.
39 30
11 - 17
37.
40 - 34
29 40
38.
45 34
23 - 29
39.
34 23
18 29
40.
43 - 39
29 33? 3-91
41.
38 29
17 - 22
42.
27 20
15 44
43.
30 - 2411
16 38
44.
24 2
44 - 49
45.
28 - 221
38 43
46.
22 - 17
12 21
47.
26 17
Remise.
a) Stand van de partij:
Zwart 2, 3, 7/10, 12/14, 16, 18, 19,
24, 25.
Wit 27, 28, 31/33, 35, 36, 38, 40, 43,
45, 48, 50.
1) De juiste zet is 17 - 21, wit dwin
gende, om 34 - 30 te spelen, waarop
dan volgt zwart 20 - 24, met best
epeL
2) Voortgaan met 34 - 30, 37 - 31
enz., geeft voordeeligen stand, zooals
ook in de „Gewijzigde Centrum-Ope
ning" wordt aangetoond,
8) Nu moet 39 - 34 volgen (wegens
den vooraf gaanden zet 44 - 39), waar
mede weder goed spel wordt opge
bouwd. Speelt zwart hierna 20 - 25,
dan wit 31 - 28, met betere stelling!
Op zwart 21 - 26 zou volgen, wit 25 -
20 en 42 31 (niet 25 14), met tem
po voordeel, terwijl op eiken anderen
zet van zwart 31-26 volgt met klein
positie voordeel.
4) Wij prefereeren 29 - 34, om den
korten vleugel van wit nog meer te
verzwakken.
5) Op 38 - 33, zou volgen: zwart 25 -
30 en 18 36!
6) Blijft op 38 - 33 van wit, nog
steeds dreigen,
7) De juiste voortzetting is: Zwart
18 22, 24 - 30 en 19 37, met win-
nenden standi
De Haarlemscho Damclub houdt
hare bijeenkomsten iederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur ln het Gebouw
de Nijverheid, Jansstraat 85, alhier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.
Smakelijk eten.
Een kijkje achter de schermen van
do Parijscho restauratiekeukens is
voor het groote publiek inderdaad
mogelijk geworden door het werk van
een man. die te Parijs een persoon
van gezag was in de kringen van
viveurs en boulevardiers.
Hii was bekend als een der „fijne
tonzen" van de mondaine restau
rants. Groot was dan ook de verwon
dering. toen hij. Aurelien Scholl, op
een goeden dag een allercurienst
boekje deed verschijnen, waarin hij
mcodoogenloos, maar met den spot
lach van een overmoedigen jongen,
de geheimen toonde van de Parijsche
restauratie-keuken.
Hij had eens rondgekeken, inlich
tingen gevraagd, zich de „dessous"
van hot zaakje eens laten wijzen.
Daarbij ontdekte hij veel wonderlijks,
zelfs veel onaangenaams, maar met
zijn onveranderlijk goed humeur en
zijn philosophische onverschilligheid,
had hii dat alles bekeken mét de
oogen van een daarbij niet betrokken
toeschouwer. Of hij had het aangeno
men als iets. dat er nu eenmaal bij
behoort, zooals een thcedruppel op
een pas schoon ontbijtservies of een
Jus-spat op een hagelblank over
hemd.
En hij vertelde. Hij vertelde .van
een ..keukenschilderkunst", door een
der voornaamste restauraties te Pa
rijs uitgevonden. Die eetgelegenheid
had een schilder van beroep onder
hare helpers opgenomen en, toen het
bekend werd. deden in navolging
weldra do restaurateurs van allerlei
rang hetzelfde en engageerden keu
kenschilders in verschillenden graad
van artisticiteit.
Helaas, zoo was het De Ncderland-
sclie lezer, die gewoon is zijn vader-
landsche biefstuk met eetlust en gees-
teskalmte te verorberen, alsof hii
iets heel gewoons doet, zal wellicht
voortaan bij deze werkzaamheid be
seffen, dat hem een groot voorrecht
ten deel valt Want te Parijs eet men
geschilderde biefstuk, evenals beschil
derde eierkoeken, schapenbouten enz.
Ziehier, hoe dat schilderen in zijn
werk ging
Men houdt er te Parijs veel van om
vleesch on visch op een rooster tus
schen vuren van houtskool te braden.
Nu is het. echter moeilijk, om zulk een
lang lwutskolen te hebben, dat men
tegelijkertijd biefstuk, eieren, ribbe-
ties en visch kan roosteren.
Wat wordt er nu gedaan
De ..kunstenaar-schilder" neemt....
«ene bruine verf. smeert daar den
rooster mee in, waarop het vleesch of
de visch gelegd "•■vdt, en drukt daar
na krachtig de twe» voorwerpen te-
een elkaar aan vervolgens gaat de
eetwaar den oven in.
Wanneer het vleesch gaar is. wor
den de vcrf-liïnen met een penseel nog
wat aangezwart en daarna komt de
biefstuk op tafel en draagt de onmis
kenbare sporen van on den rooster
gebraden te zijn.
Wat do omelette betreft, daarmede
wordt anders omgesprongen, terwijl
uien vroegor vier eieren nuodig had
voor oen eierkoek, neemt men nu
slechts óéu eierdoor en het wit vari
vier eieren. De andere dooiers worden
bewaard, om room en allerlei saus
jes te maken
Maar- om nu tot de omelette terug
te keereu, het wit wordt door eene
onschadelijke verfstof geel gekleurd,
daarna bestrijkt de schilder den bui
tenkant met botereen koksjongen
schroeit er even inet een warm ijzer
tegen en klaar is Kees ge hebt een
heerliike omelette voor u.
Voor het volgende geven we den
heer Aurelien Scholl zelf het woord
..Onlangs heb ik een schapenbout
zien verven en die operatie lieeü mij
bijzonder geïnteresseerd. Er moest
namelijk een schapenbout van ge
maakt worden, die aan het spit was
gebraden.
Na. hem met het spit doorstoken te
hebben, dat hii cr terstond weer uit
trok. aam de kok den schapenbout en
gaf dien over met de woorden „klaar
voor het schilderen". De schilder heeft
een vijftiental potjes met verf vóór
zich in ieder is een penseeldaar
naast liggen eenige harde kwasten.
De kunstenaar bekeek een oogen-
blik den schapenbout, dien men hem
brachthij streek met de hand over
het voorhoofd, daarna süpte hij zijn
penseel in een potje, dat tot opschrift
droeg„Bruin gebraden" en schil
derde eeuige gedeelten donkerbruin
od het stuk vleesch. dat zoo uit den
oven kwam.
Ilierop nam hij een kwastje, en
strooide op do breeds kanten fijne
korreltjes verkoold vleesch, waardoor
de schapenbout lekker croquant moest
worden.
Met een penseel, gedoopt in eene
kleur, die „versch bloed" nabootste,
schilderde hij hier en daar kleine
openingetjes, waardoor de jus in
breede stralen naar beneden liep. De
koksjongen goot toen een paar lepels
vleeschuat over den schotel, evenals
een weinig beetw ortelsap en door
middel van een kiein spuitje met drie
gaatjes besproeide hij toen alles met
een weinig kokend vet.
Daarna werd de schapenbout „zoo
van het spit" eene familie voorgezet."
Ternauwernood was deze operatie
geëindigd, of de heer Scholl had een
nieuwe ervaring. Door de spreekbuis
kwam de bestelling
Vlei' ortolanen, vier 1
De opperkok riep
Ga gauw Alfred halen hij Ls ln
den ijskelder
Wie is Alfred vroeg ik.
De schilder de chef-kok had het
te druk en gaf nu hier, dan daar zijn
t^velen en zijn raad de schilder
lichtte mil in.
Alfred is de man, «iie de ortola
nen maakt.
Alfred kwsm. Men gaf hem vier
pas gedoode niusschen. De handige
jougen zoog daarop door een rieije
een groote hoeveelheid kippevet op,
u rik ie toen met het rietje de eene
muscn na de andore even boven de
plek, wuur de rug ophoudt, en vulde
ze tusschen vel en vleesch met het
warme vet.
,,ln minder d>an geen tijd waren de
muaschcu onder deze behandeling or
tolanen geworden, zoo dik en vet ais
men maar begeeren kon, en brachten
por stuk drie francs op."
Een geliefkoosde schotel der Parij
sche restaurants is de raie au beurre
noir of wel rog in bruin gebraden bo
ter gekookt- Aangezien echter dc rog
veel vet opneemt, zou er te veel boter
voor noodig zijn. Daarom wordt op
de volgende wijze te werk gegaan de
rog wordt afzonderlijk gekookt, daar
na smelt men de boter in een pan,
die nooit schoon wordt gemaakt, of
die met beenzwart is bestreken, zoo
dat de boter al zwart is, eer ze smelt.
Vervolgens wordt het eene bij het an
der goduan. Men heeft dus rog, men
heeft eveneens bruine boter, maar
rog in bruin gebraden boter heeft men
niet.
Do schilders, waar we zooeven over
spraken, zijn ook nog voor andere
dingen goed. De vruchten worden
door hunne zorgen gecorrigeerd van
de gebreken, die de natuur ze mocht
hebben gegeven. Vooral de meloenen,
die in stukken gesneden worden op
gediend. leenen zich daartoe uitste
kend. ls de meloen te rijp, dan wor
den tegen den kant van de schil een
paar mooie, groene strepen geschil
derd ls hij droog en meelachtig,
dan wordt met behulp van het sap
van den te rijpe het evenwicht her
steld. terwijl do onrijpe door heerlijke
oranje verf-lagen u doet watertanden.
Maar wat het moeilijkste kunststuk
schijnt te zijn in deze „werken der
duisternis", dat is twee spiegeleieren
te maken met één ei. Daartoe wordt
biiria de bekwaamheid van een chi
rurgijn vereischt. Het komt ook al
leen maar voor in de restauraties k
Drix fixe. Het is nu eenmaal mode,
om niet mirder dan tw»e spiegel
eieren aan de klanten voor te zetten,
maar om daarvoor twee eieren te ne
men. is wat duur en hun één enkel
te geven, durft men niet Daardoor
zou de restauratie verloopen. De men-
schelijke intelligentie gaat echter
ver er bestaat een mi bleitje om de
eischen van den klant oogenscbijnlijk
te bevredigen en tevens de belangen
van den restaurateur niet uit het oog
te verliezen.
Men gaat aldus te werk
De kok neemt een bord, waarop hij
een weinig boter heeft laten smelten.
Vervolgens trekt hij met een instru-
méntje, niet ongelijk aan den dia
mant der glazenmakers, een lijn in
het midden rondom den eierdop. die
daardoor zoo goed als in tweeën
wordt verdeeld
Met oen in olie gedompeld mes
snijdt hij nu uiterst snel het ei mid
dendoor langs de getrokken lijn. Het
ei valt daarop in het bord en splitst
zich in twee gelijke deelen.
Maakt nu de klant, die we! twee,
doch twee kleine spiegeleieren krijgt,
daarop een aanmerking, dan ant
woordt de keliner „Ja, ziet u. ik ben
de kip niet", en dat kan moeilijk te
gengesproken worden.
Ten slotte nog eeu kleine aanwij
zing. die te denken geeft
Evenals er inenschen zijn, die bij
voorkeur „adellijke" hazen eten,
vindt men groote liefhebbeis van
kaas, die verzot zijn o» de soorten,
welke in ver gevorderden toestand
verkeeron. Vooral zijn zij belust op de
zoogenaamd© Roquefort, die eene af
grijselijke lucht van zich geeft, en
soms zóó ver gevorderd is, dat zij
blauw en groen te gelijk ziet. „Dan
is ze juist op haar lekkerst", zeggen
de kenners. Nu gebeurt het niet zel
den. dat er geen Roquefort in dien
toestand voorhanden is. Het volgen
de tooneel (we geven het woord aan
Aurelien Scholl) doet zich dan voor
..Opnieuw liet de stem van den
keliner zich liooren
Un ronuefort amateur.
„Domme ezels, die klanten, 't Is al
tijd hetzelfde", bromde de schilder.
..'t Is het seizoen der versche roque
fort en nu vragen ze warempel oud©."
„En hoe levert ge hem dat nu
..Och, men laat langzaam de ver
sche kaas op het, fornuis uitdrogen
ik schilder er dan groene aderen
doorheen met de geographische on
zekerheid. die de natuur zelf aan
geeft en dan „bezielt" Victor de por
tie."
..Victor Wie is dat T'
..Dat is een helper in de keuken,
die er eene verzameling stukjes oude
kaas op na houdt in eene vochtige
kastDat leeft en krioelt daar Ln
de verborgenheid en daar haait Vic
tor zijn „kolonisten" vandaan, om de
roouefort le bevolken."
Tegen bovenstaand artikel, dat in
de ..Arnh. Ct." voorkwam tijdens het
Middenstandscongres, is geprotes
teerd door den Holelboudersbond.
Maar de ..Arnh. Ct." heeft leuk opge
merkt. dat er absoluut niets kwet
sende voor de Hollandsrhe kookkun
stenaars in voorkwam, hetgeen onze
meenine ls, en waarom wij het hier
eeven als een staaltje „hoe lekker
men in Parijs kan eten."
(„Centr.").
HERVORMING VAN DEN
KALENDER
Ernst von Hesse Wartegg, die In
dertijd zich veel moeite heeft gegeven
voor d© vaststelling van den eenheids-
tijd, thans bijna door alle beschaafde
staten van Europa aangenomen, is in
overleg met de vereeniging van lndus-
trieelen en handelaars in Duitschland
een werkzame propaganda begonnen
ten behoeve van een kalenderwijzi
ging-
Het plan tot deze kalemdervornnde-
ring is niet nieuw; een aantal astro
nomen en meteorologen hebben reeds
hervormingsvoorstellen omtrent 'len
gregoriaanschen kalender gedaan,
maar dat van Hesse Wartegg en de
zijnen schijnt een onbetwistbaar voor
deel van eenvoud te bezitten.
Hij verdeelt het jaar van 365 dagen
in kwartalen van dertien weken of 9J.
dagen. De beide eerste maanden van
het kwartaal hebben elk dertig dagen
en de laatste 31 dagen. Op die wijze
vervallen de 365sle dag en in de
schrikkeljaren de 366ste dag, die ais
dagen zonder datum worden inge-
lascht, de eerste aan het einde van
het jaar na den Oudejaarsdag, de
tweede tusschen hel eerste en hel
tweede half jaar, dus tusschen 31
Juni en 1 Juli. Aldus zuilen Nieuw
jaar en ook de eerste dag van iedei
kwartaal altijd op een Zondag val
len.
Met de verandering hangt samen,
dat Paschen op een vasten dag terug
keert Dat feest, dat thans kan vari-
eeren tusschen 22 Maart en 25 April
zou dan altijd op Zondag 7 April val
len. De hervormers stellen zich van
die vastheid van het Paaschfeest veel
gerief voor ten bate van handel en
verkeer.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
'door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. Do namen der
kinderen, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen zenden,
worden in het volgend nummer be
kend gemaakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
dan word ik een soort schip.
Welk spreekwoord leest gij hieruit?
lw
hoo
vee
ge
gen
men
ind
van
boo
2. Mijn eerste is voor de kinderen.
Mijn tweede is een boom.
Mijn derde en vierde zijn iets, waar
ge op rust.
Het geheel hoort in moeders naai-
3 'k Ben niet lang, en niet kort,
Niet breed, en niet smal
Mijn vel is overal evenver,
Verwijderd van mijn hart.
Plat als een schol
Ben ik dus niet bol.
Ge trekt mij, o, zoo leep
Met één heel mooie streep.
Wie ben ik
4. Deden monhon mordud tin go
gen feest.
Welk spreekwoord leest gij hieruit?
5 Mijn geheel bestaat uit 10 letters
sn is een plaats in Nederland.
1 3 5 is een naam voor dieren.
7 9 10 2 4 vindt men in een bergach
tig land.
1 8 9 6 7 5 10 hoort bij het leger.
6. Ik ben een dier, dat men aan de
kust moet zoeken. Keert men mij om,
dan word ik een soortschip.
7, Mijn 1ste deel is een goed vriend
van U. M"n 2de is een stuk van een
schip. Mijn 3de is een muzieknoot.
Mijn geheel wordt in den zomer ge
bruikt
8. Mjjn geheel beslaat uit 10 letters
en is hier in de buurt juist geweest.
1 2 8 is niet gewoon.
3 2 1 is een gebrek en ook een dier.
5 4 is een maat
6 7 8 9 10 ziet men dikwijls als men
buiten de stad kom'.
9. Mijn 1ste zit in mijn 2de.
Mijn 1ste is een nuttig viervoetig
dier.
Mijn 2de heeft mensch zoowel als
dier.
Mijn geheel is nuttig en komt van
een dier.
10. Ik ben een vriend,
Van menig wandelaar.
In weer en wind
Sta 'k altijd voor hen klaar.
Doch komt er een.
Die 't lezen niet verstaat,
Zóó'n domoor neen
Die krijgt van mij geen raad.
11. Ik besta uit 15 letters en ben een
kaap.
1 8 9 is een viervoetig dier.
2 3 4 is ook een viervoetig dier.
4 8 is een rivier in Italië.
12 13 9 10 wordt gedragen.
6 5 6 is een dorp in Gelderland.
6 4 6 is ook een dorp in Gelderland.
7 14 is een verkorte meisjesnaam.
45 2 is een huisgenoot.
5 G 11 7 gebruikt de bakker.,
10 11 is een lidwoord.
10 13 is een muzieknoot
12.
Welk spreekwoord leest gij hieruit?
nood
ten
on
egas
ge
zijn
kom
zeld
enwol
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Een schoenmaker zat op een
kruk met een schoen op zijn knie
een hond komt de werkplaats ïn en
loopt weg met een schoen de schoen
maker grijpt de kruk en gooit den
hond er meede hond bijt den
schoenmaker in een been de schoen
maker staat nu op één been en de
hond loopt weg met den schoen.
2. Kant oor kantoor,
3. SteenkooL
4. Lucht.
5. Valladolid.
Elbe
New-York.:
Edinburg.,
TriSst.
Ierland.,
Edam.
'VENETIë.
6. Madagascar-
7. Salamander. Drama Lena
dansles raam.
8. Om ter wille van do smeei
Likt de kat de kandeleer.
9. Worm Worms.
10. Groningen.
11. Ooltgensplaat
Sol las at Spa Ot egge
spel geel.
12. Haan maan.
Goede oplossingen ontvangen van
Willy Huber 12.
Zus Duursma 12.
Jo en Frans van Egmond 10.
Jan Hendrik Bruijn 11.
Marietje v. Koniugsbruggen 11.
Jopie v. Kouingsbruggcn 1L
Wim Ileijl 12.
dohan W. Raatgever 8.
Willem Overmeer 12.
Nanne Nuuta 10.
Jenlien Been 11.
Henri Janse 12.
Zus Baaij 11.
Jentien Been 12.
dan Bos 12.
Hettic en Jaantje Lains 10.
Hendrik Bouman 9.
STRIKVRAGEN.
(Ingezonden door Nanne en Cornelis
Nauta.)
1. Wat wordt langer door er aan
beide einden af te nemen
2 Wat is de overeenkomst tusschen
een nachtwacht en een molenpaard
3. Zoolang ik hij mijnheer bliif. help
ik hem nietmaar zoodra hij mij
weggeeft, beu ik hem van nut.
4. Wat zette Adam het eerst in den
hof van Eden
5. Welke vijgen zijn het slechtst?
6. Welke oogen mist ieder graag?
7. Wat heeft iu den beginne vier,
later twee en eindelijk drie voeten
(Ingezonden door Paulina Koelemij.)
8. Er liep eens een mannetje over de
brug
llij had vier konijnen op ziju rug.
Hoeveel pooten liepen er toen over
de brug?
9. Welke schoenen draagt men niet
aan de voeten
(Ingezonden door Willem Plantjé.)
10. Waar leert men het beste zwem
men
11. Wat is het beste aan een kalfs
kop
12. Waar heeft de koe het meeste
vleesch
13. Welke klok heeft geen klepel
14. Wat is het netste dier?
Uitslag Wedstrijd
Al was hel vacantie, er hebben toch
nog heel wat kinderen hun best ge
daan om een verhaaltje of versje zon
der a in te sturen. Daar waren lange
en korte, grappige en ernstige bij,
maar ook verscheidene, waar nog één
of meer a's in te vinden waren.
Ten slotte kwam het keurige, flink
vertelde verhaaltje, dat geheel zonder
fouten was, van
MARTINUS IIUBERS,
oud 13 jaar,
voor de bekroning in aanmerking.
De 2de prijs is voor het versje van
G. A. W1ERSMA,
oud 14 jaar.
En nu komen verscheidene eervolle
vermeldingen
Ten eerste de flinke brief van
DINA MEETER,
dan het aardige versje en verhaaltje
van
A NS VAN DER BAN,
a van
COUR IE VREUGDENI1IL.
Verder
Francisca Bocage.
Gerda Peereboom.
Zus Duursma.
Jo en Lucia Lembeck.
Wim Ileijl.
Jaantje Lams.
Annie Schinkel en
Willy Gcrmeraad.
Zeer goed was het werk van
Philine Cohen.
Paiilieu Koeleroeij.
Johan Kloos.
Nelly Sanders.
Bertha Clausing.
Eddie A'thoff.
Maartje Verdel.
Jacob van Goor.
Frans van Egmond.
Jan Hendrik Bruijn.
Annie Rozenhart.
Frans Geijlvoet.
Henri Janse.
Joh. v. d. Brugge.
Maric eu Louke Vink.
De volgende inzendingen waren
goed:
Jansje v. Dijk.
Marietje v. Koningsbruggen.
Joh. v. Egmond.
Corn. v. d. Houten.
Piër Heidweiller.
Johan Kxoder.
Twee Spreeuwen
(door Martinus Hubers, oud 13 jaar).
Het is een droge, dorre zomer en
twee spreeuwen worden door den
honger erg gekweld. Zij lijden bitter
gebrek en zijn op 't punt van te ster
ven. Toen zei eindelijk de sterkste der
twee „Lief vrouwtje, ik vlieg weer
eens uit, om te zien, of ik ook nog
dén enkel wormpje vind." Hij verzeil
de echter in een tuin met kersen.
„O 1" riep hij, „nu is mijn vrouw uit
den nood en ik ook 1" Hij vloog er op
toe, proefde de rijpe vruchten cn borg
in zijn klein buikje, zooveel hij kon.
Het begon donker te worden en de
zon stond op het punt om weg te
kruipen. Nu zou hij zijn vrouwtje op
zoeken. „Neen, neen 1" denkt hij
weer, de kersen zijn zoo lekker 1" Hij
zeide bij zich zelf die moet ik nog
hebben, on die, en die, en deze nog.
Hij wipt en tript en eet nog steeds
door, tot de duisternis komt en hij
indommelt. Den volgenden morgen
zookt hij werkelijk zijn juw op. Die
echter is.... den hongerdood gestor-
Eind lijk is de tijd verschenen,
d'Uitkomst wordt gepubliceerd,
Och, mijn hoop is nu vervlogen,
'k Ben toch eervol genoteerd.
'k Wil nog eens in 't strijdperk treden,
Zetten 't beste beentje voor
Missctiien wil 't geiuk vergoeden,
't Geen ,,'t Friesch vriendje" eerst
verloor.
Hoop doet leven, beste vrienden,
Zonder hoop geen leven meer.
Hoop bij 't werken, hoop bij 't spelen,
Ook bij 't leeren evenzeer.
Is onz' houp dus eens vervlogen,
't Leveu biedt geen zonneschijn
't Hopen, 't streven om te worden,
't Geen wij wenschen eens te zijn.
Is gelijk de bloem verdwenen.
Die den sterken stengel mist.
't Leven wordt een moed'loos zwoegen
En men zelf een pessimist.
Dus. met moed den strijd begonnen
Met echt blijden kinderzin
Treden W" en ook onz' ouders.
Hopend steeds de toekomst in.
Hoop blijf ons steeds vergezellen,
Deel ons levensvreugde mee.
Blijf, in tegenspoed, ons steunen
Op dcez' wijde wereldzee.
Blijf onz' vriend bij stor men regen,
Blijf onz' vriend bij storm en regen,
Wil bij 't werken, wil bij 't leeren
Steeds onz' beste vriendje zijn.
Wordt Geloof en Hoop en Liefde,
Immer meer onz' hoogst idée.
En deele, in dit wisslend leven,
Ons den rijksten zegen mee.
Hoop.
(door G A. Wiersma.)
d'Eersten wedstrijd heb 'k verloren,
'k Teekende nog niet mooi genoeg
'k Meende wis een prijs te winnen,
'k Werkte reeds des morgens vroeg.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Mevr.
Venema—Vam Doorn. Wa
genweg no. 88, Haarlem).
WIM H. Wel, ben iij nu net in
Haarlem geweest, terwijl ik er u
was? Dat was jammer. Anders w<
ie me zeker w eer eens komen opzoe
ken Ja, goudvisschen zijn sterk, die
kun je in liet aquarium goed in het
leven houden. Hoe is het met het
levende takje Blijft het goed
groeien
JOHAN W. R. Ja. als je geen
vloeipapier hebt, kan watten, of zand,
of gewoon papier ook dienst doen.
ivat heb met al die spelden ge
daan Je had zeker een heelo voor
raad I Is jouw vacantie ook weer
haast om
WILLEM O. De nieuwe raadsels
zijn goed. Zoo. was dat raadsel van
lou Ik wist het niet zeker en er
stond geen naam bij. Doe jij aan de-
zon wedstrijd ook mee En ben je in
de vacantie veel uit geweest met al je
broertjes
JO en FRANS VAN B. De nieu
we raadsels «ijn goed. Ben Je met <»en
boot naar B. geweest Dat is wel
een aardige tocht, maar hadden jul
lie niet te veel regen om bovenop te
zitten Ging Jo toen ook mee Wat
is zoo'n vacantieweek heerlijk, vind
je niet En vooral jij, die zoo wei
nig vrij hebt, zal het wel dubbel op
nriis stellen. Wat heb Je ook oen
prachtig weer getroffen
Maar jullie hebt heel wat prettige
dagen gehad, geloof ik 1 Ik ben erg
nieuwsgierig uaar de inzending,
hoor l Wordt het mooi zijn de pop-
pekleertjes al af
JENTIEN B. Wat een heerlijke
dagen heb je gehad. Heeft Vader lat
wagentje naar Zandvoort en terug
heelemaal geduwd En vond Moe
der het niet heerlijk, zoo eens heele
maal buiten te zijn Maken jullie
wel eens meer zulke tochtjes Gaat
het tochtje van de Z. S. nu nog op een
anderen dag door En heb je nog
meer pretjes in het vooruitzicht
BEPPIE M. Ja, het lijkt mij ook
heerlijk, om er altijd te wonen. En
voor kinderen is het er nooit verve
lend, behalve 's winters, maar dan
moet je je hier toch ook maar in huis
amuseeren. Is er morgen iemand ja
rig bij jullie Ik hoop, dat je veei
oleiz'er zult hebben en dat ze lekker
uitvallen.
WILLY H. Ja zeker, want er zijn
zooveel kinderen, waarvan er in een
maand één geplaatst wordt, dat de
kans zoowat gelijk blijft. Waar heb
je in I. gewoond en vind je het hier
prettiger Op welke school ben je
hier?
PHILINE C. De ingezonden
plaatsen zijn goed.
ZUS D. Waarom zou je e,r maar
een enkel dagje willen zijn Vind je
de zee vermoeiend,' en houd je meer
van bosschen Ik vind het aan het
strand altijd aardig, en dikwijls vroo-
liiker dan in een bosch. Kan je lang
wandelen, of z't je graag zoo nu eu
dan eens?
JAN B. Ja zeker, ken ik J L
nog. Tot mijn spijt heb ik deze
maand zijn verjaardag vergeten. Fe
liciteer hem nog maar voor me, al Ls
het twee weken te laat. Je nieuwe
raadsel is goed.
NANNE en COR N. Het is bost,
als je den volgenden Woensdag
komt. Wat een prachtige kaart lieb je
me gestuurd. Wel bedankt, hoor! Heb
j« Woensdag veel pieizi^r gehad, en
zijn jullie den geheelen dag wsg ge
bleven En waar ben Je in A. ge
weest
HENRI J. Jullie hebt een heer
lijke vacantie. hoor 1 Ben Je org ver
brand buiten Je verlangt zeker acJ
niets naar den 23sten Met wie speel
je. als Je zusje weg i* En wat doe
Ie het meest?
Mevr. VENEMA—t. J"OORN.
18 Augustus 1919