BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
88e Jaargang
ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1910
Ho. 8864
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 BAANDEN
Cf 10 CENT PER WEEK.
admtnkt'RATIB GROOTE HOUTSTRAAT 5o.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTFNTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT-
Ruöriek voor Vrouwen
Nieuwtjes over de Herfstmode.
Alhoewel we gehoopt hebben, dat de
gewijzigde rokvorm slechts het gevolg
was van een voorbijgaande» mode
gril, en hij dus geen stand zou hou-
deu, moeten we thans tol onzen spijt
erkennen, dat deze hoop verijdeld is
geworden, want de weinig gracieus©
en onpraccisehe nauwe rok wint meer
en meer veld en zal in het a.s. sei
zoen tot de mode van den dag belmo
ren. Dit neemt echter niet weg, dat
ik mijn geachlen lezeressen de groot
ste voorzichtigheid in de keuzo barer
toiletten moot aanraden, d. w. z.: zij
moeten er hij het aanschaffen zoo-
voel mogelijk op bedacht zijn ecnige
nieters stof in voorraad te nemen
voor eventueele veranderingen en
vooral niet meer toiletten aanschai-
fen dan hoogst noodzakelijk is, want
veranderingen zijn zeer kostbaar en
hebben niet altijd succes.
Nu de mode veel tweeërlei stoffen
voorschrijft, 'is het moderniseoren van
toiletten al heel gemakkelijk. Dij een
effen stof, kan men allicht een ge
bloemd zijdje in dezelfde kleur vin
den, terwijl uien ook vaak afsteken
de kleuren kan combineoren
De fijne zachte nuancen verheugen
lich niet meer in de gunst der mode,
want men brengt liard groen, cerise-
xood. korenblauw en turkonize, maar
vooral zwart. Zoowel zwart cheviot
voor de eenvoudige tailleurs, als
zwart laken en fluweel voor meer
gekleede wandeltoiletten en zwart sa
tijn voor avondjaponnen.
Het zwart satijn wordt in velerlei
soort en kwaliteit gebracht, als: liber
ty, duchesse en meirveilleux; men
garneert het met zijden bandfranjes,
git, passement en broderie. In het
buitenland worden van zwart satijn
lange, -nauwe mantels gedragen en
écliarpen met wit gevoerd en passe
ment kwasten afgewerkt. De laatste
zijn ook bij ons reeds gemeen goed
geworden. Bij de zwart satijnen man
tels worden slechts overtrokken satij
nen hoedien gedragen met struisvee-
ren-pleureuses gegarneerd, een luxe
artikel, dat slechts binnen het bereik
van meer gefortuneerde wouwen valt.
De bontmode neemt hand over hand
toe en het gevolg hiervan is, dat de
prijzen enorm gestegen zijn en de ar
tikelen daarbij van buitengewoon
grooten omvang. Ik zag moffen, waar
bij die onzer o\ ergroounoeders klein
waren; daarbij komt nog, dat de ron
de mof het nieuwste is, derhalve
geen gemakkelijk dragen, wanneer
men bedenkt, dat de lengte een halve
meter! is Bij dezen reuzenmoffen
worden écliarpen van bont gedragen
in den geest als die, welke we in den
afgeloopen zomer van kant, mousse
line en crêpe de cbihe zagen. De
mcosten zijn 50 a CO c.M. breed bij
eene lengte van twee a twee en een
halven meterl
De hoeden zijn over het algemeeen
groot van model, doch de grootte zit
niet altijd in den rand; daar heeft
men bijv. de toque- en tulband mo
dellen van fluweel, met pennen, wie
ken of zwart satijnen strikken gegar
neerd; die men waarlijk niet behoeft
te kiezen om nu eens een kleinen hoed
te hebben, welke gemakkelijk in het
dragen is.
In verband niet de nauwe rokken
is do onder kleed ing zeer gewijzigd.
In de eerste plaats moet het corset
tot ver over de heupen reiken en ver
volgens draagt men daarover een
combination van fijne wollen tricot,
zoodat de nauw aansluitende japon-
rokken door geen rimpels of valsche
plooien ontsierd worden. Wanneer
men beslist een zijden- of moirérok
wil diagen, moet die zóó nauwkeurig
worden pas gemaakt, alsof het een
japonrok ware.
Ten slotte moet ik nog melding ma
nen van het feil, dat naast het cos-
tuum-iailleur de fluweoleu en pluchen
mantels zéér in de mode zullen zijn.
De tailleurs hebben de eigenlijke win
termantels langeu tijd verdrongen,
doch nu ziet men ze in alle mogelijke
vormen en stoffen. Meu breDgt flu-
weelen mantels, die slechts den on
dersten zoom van de japon laten zien;
van achteren sluiten ze bijna aan,
doch van voren zijn zo geheel recht
met een breeden overslag naar links,
waar de sluiting met passement of
tres brandebourgs is ingericht.
Voorzeker zijn deze fluweelon man
tels een uilkomst voor haar, die aan
de kostbare bontmantels niet kunnen
denken.
MARIE VAN AMSTEL.
Het Rijke Natuurleven
FRETTEN EN HOE ZIJ WORDEN
GEBRUIKT.
Als de vogels wouden en velden
verlaten, is de lijd voor het jagen ge
komen. Uit is het dan mot de rust
der hazen, het vredig familieleven
der fazanten wordt verstoord en aan
het zorgeloos gedartel der konijntjes
wordt soms plotseling een einde ge
maakt door de verraderlijke hagel
korrels of de met satanisch tulent ge
spannen strikken.
Dan is de oorlog aan die j ach klie
ren verklaard en in den on gel ij ken
strijd is het meestal de meiisch, die
overwinnaar blijft.
Talloos zijn de middelen, dde men
aanwendt, om het argeloos
te verschalken en naast geweer
strik neemt de fret een voorname
plaats in.
Hoe zoon' diertje er eigenlijk uitr
ziet?
Och, het goat u ook al net als mij.
Al jaren wist ik, dat er voor de ko
nijnenjacht gebruik van wordt ge
maakt, maar het diertje zelf had ik
nog nooit onder de oogen gehad. Zijn
eigenschappen had ik wel uit het
standaardwerk van Brehm gliaald,
maar aan de werkelijkheid had ik
mijn kennis nooit kunnen toeLsen.
Toevallig kwam ik tot de ontdek
king, dat hier in Haarlem een fret-
tenkweeker woont en op een uitnoo-
diging van hem heb ik een kijkje in
zijn collectie kunnen nemen.
De man had ruim een dozijn van
deze konijnenvijanden in zijn bezit.
Met veel enthousiasme vertelde hij
mij van zijn kweekproeveu.
Ruim zestien jaar geleden had hij
een bunzing laten paren met een fret,
zooals hij zei, met liet doel, steviger
en grooter jongen te trekken. De
proef lukte. Weldra was hij in het be
zit van een achttal bonte bunzing
fretjes die spoedig opgroeideu.
Dit gekleurde goedje liet hij weer
paren met een bunzing en nu waren
er bij de kleintjes naast bonte dieren
ook bruingele jongen. Deze paarden
onder- elkaar en zoo kwam hij in het
bezit van een groot soort witte fret
ten, die aan de grootte en de kracht
van den bunzing de hetere bruikbaar
heid voor de jacht van het fret paar
den.
Lang heeft men gegist naar de af
komst der fretten. Maar ik zou even
zeggen hoe zij er uit zien. Welnu, het
zijn dieren die veel op ons hermelijn
gelijken, maar die, doordat zij albi
no's zijn, d. w. z. de kleurstof missen
die den haren van de verschillende
dieren een zekeren tint geeft, licht
roode oogen en een geheel wit li
chaam hebben.
Zij zijn laag op de pootjes, lenig
van lichaam on erg bloeddorstig.
Reeds ten tijde van keizer Augus
tus werden zij voor de konijnenjacht
gebruikt, maar of er ooit fretten in
het wild zijn voorgekomen, daarover
was men het niet eens.
Tegenwoordig is men bijna zeker
overtuigd, dat de fretten die
voor de jacht gebruikt nooit geheele
wilde voorouders hebben gehad, die
ook fret waren. Hoogstwaarschijnlijk
zijn het alle ngetemde afstammelin
gen van den bunzing en de kweek-
proeven van onzen frettenvriend, den
heer Smit in de Zoetestraat, bewij
zen liet wel eeaiigszdns.
De albino-vormen komen bij bijna
alle dieren voor, die door den menscli
in cultuur zijn genomen. Witte mui
zen, konijnen, kippen, duiven, zij al
len waren oorspronkelijk ziekelijke
afwijkingen van anders gekleurde
ouders.
Ook in het wild werden deze kleur-
stofmissende wezentjes geboren, maar
in den moeilijken strijd om liet be
staan moesten zij als de meest opval
lenden het eerst het onderspit delven.
Sinds memscheuheugenis zijn de
albino's van den bunzing als fretten
bekend en zoo zijn liet langzamerhand
afzonderlijke dieren geworden,
door liet kweeken zoo van de v
ouders gingen verschillen, dat 1
aan hun afkomst twijfelde.
Eén eigenschap intusschen hebben
zij geèerfd, zij zijn uitermate bloed
dorstig.
De beer Smit voedt zijn diertjes wel
op met brood en melk, maar aan de
gretigheid waarmede de jongsten in
zijn vinger trachtten te bijten, was
wel te zien dat zij wat anders ver
den behandeld scho f Smit het deur-
i open, stak zijn hand tusschen het
Ide, wriemelende roodoogig gedoe
en haalde den heer des huizes te
oorschijn.
Het diertje kronkelde, krulde en
draaide; kop, poolen en staart, alles
was in beweging, maar bijten deed
het niet. Op den grond gezet liep liet
niet weg en met schijnbaar genoegen
Lkte het de tong van den verzorger
die er even gerust onder, was, alsof
het liefste schoothondje hem die be
denkelijke vriendelijkheid had bewe
zen.
De vier hoektanden van de konij-
nonmoordenaars waren afgeknepen,
een bewerking die tegenwoordig ver
vangen wordt door het aanbrengen
van wit metalen ringetjes in do bo
venlip,
De jacht met fretten heeft weinig
verheffends. Het is een moordpartij
op groote schaal en slechts deze oefe
ning is er voor noodig, dat men van
een konijnenwoning al de uitgangen
kan vinden.
Is men daarmee klaar dan worden
zij afgesloten met een net en nadat de
hoofdingang is gevonden, wordt de
kleine roover er in gelaten. Nu heeft
men slechts goed naar de netten te
kijken. Zoodra de konijntjes hebben
gemerkt, dat er onraad is, vluchten
zij weg, willen het hol verlaten, maar
luopen daarbij iu het net, waar de
jager hen afmaakt.
De fret komt dan ook dikwijls voor
den dag en wordt hij niet dadelijk ge
grepen, dan keert hij terug en pro
beert opnieuw zijn geluk.
Wee het konijntje, dat in een pijp
vlucht, die dood loopt. Do fret rustj
niet voor hij liet heeft hesprongen.
Het angstige dier keert zich om en
met zijn vervolger op of achter zich
valt het in de handen der jagers.
Een vriend van jagen ben ik met,
omdat ik de emotievan deze sport
nooit heb ondervonden, maar dit
slaat bij mij vast, dat ik nooit oen
jacht met fretten zou willen begin
nen.
Om oen dier in zijn vlucht op eeni
gen afstand te schieten, daartoo be
hoort handigheid en een scherp oog,
daar zit ten minste iets in van kun
nen, maar de weorlooze, angstige ko
nijnen uit het net halen en dood en,
daartoe zou mij de moed ontbreken.
Dat is geen jagen, dat is moorden
ook al is het waar, dat een sterke
vermenigvuldiging dezer lastige
springers heel nadeelig voor onzen
landbouw zou zijn en vaak is.
Practisch zou ik dus weinig be>-
zwaar hebben, maar zonder sentinien
teel te worden, kan men toch gruwen
van de konijnenjacht met fretten.
Waarom ik dan over deze dieren
een artikeltje heb gesclixeven? Ach,
al deed ik dit niet, er zou nog even
goed op deze onsympathieke manier
worden gejaagd en gestroopt, daarom
hoefde ik het dus niet te laten. Fret
ten zijn er en daarmee alleen wilde
ik u kennis laten maken. Wanneer
gij lust gevoelt de diertjes in leven
den lijve te gaan bewonderen, dan
vermoed ik wel, dat de heer Smit u
zijn miniatuur-menagerie zal willen
toonen.
H. PEUSENS.
Op wacht.
Het ouderpaar was opvallend tam.
Met de radheid van den liefhebber
die weet, hoe zijn volkje moet wor-
Tot uwe orders, generaal 1
De jonge officier trad een schrede
naar voren, terwijl hij den comman
dant aanzag.
Siddon, een boer uit het hoog
land heeft mij zooeven een brief van
het hoofdkwartier gebracht.,. Zie eens
even I
Siddon nam het papier. Met i
lood stond er op geschreven
Geloof alles wat E. H. u vertellen
zal. George Washington.
Hij gaf den brief terug.
Wel I zei de commandant,
koerier vertelde, dat de koninklijke
troepen vannacht, door de dOisternis
beschermd, van plan zijn een uitval
te doen eu de vesting te overrompe
len. Zien wij hen niet als zij naderbij
sluipen, dan zijn we verloren, want de
nacht ziet er precies uit alsof hij gun
stig voor hen en ongunstig voor ons
zal zijn. Op hetzelfde oogenblik, «at
zij in den bergpas aan den anderen
kant van de Hudson zullen dringen,
zullen zij een afgesproken signaal go-
ven, waarna de uiterste linie zal aan
vallen. Vandaar zullen zij, vereenlgd
als zo zullen zijn, tot de vesting trach
ten te komen en ons dan, als de kat
een muis, overrompelen.
En het signaal vroeg Siddon.
Een roode raket, die omboog ge
schoten wordt, en dat zal 't eenige
zijn, wat ons opmerkzaam zal kunnen
maken. Zien wij 't, dan weten wij ook
wanneer zij in den pas zijn, en kun
nen daarnaar den tijd berekenen, dien
de verdere tocht zal vereiscben, en
zoó onze miiatregelen nemen. Zien wij j
liet signaal niet, voordat zij over den
Hudson zijn getrokken, dun worden
wij tot den luatslen man in de pan
gehakt. De sterkte van den vijand Is
viermaal grooter dan de cmze, en wij
capituleeren niet... dat heeft gene
raal Huworth uooit gedaan, en zijn
mannen zullen 't evenmin doen. Wij
zijn Amerikanen. Wij zullen onzen
grond verdedigen en hebben bet recht
vrije mannen op onzen eigen bodem
te zijn. Siddon Van hot uiterste
en meest naar voren springende der
westelijke bastions zal het gansche,
tegen het Westen "elegen terrein kun
nen overzien worden. Een man, die
oogen als een valk heeft, en op wiens
toewijding ik mij als op mijn eigene
kan verlaten, moet daar staan om op
het signaal te letten. Ik heb besloten,
de commandant stond bij deze
woorden op, terwijl hij den veldstoel
terzijde schoof om deze taak den
geen toe te vertrouwen, die het
scherpste oog van het geheele garni
zoen hééft, en dien ik ken, dien ik
6inds zijne jeugd ken, toen hij als ze
venjarige knaap op mijn knieën
reed... den jongsten officier. Het is nu
reeds laat, reeds tien uur. Ga onmid
dellijk op het bastion, Siddon, en
blijf daar totdat gij de raket gezien
hebt. Meldt het daarna onverwijld,
door een schot te lossen, slechts een
enkel schot, want er is geen seconde
te verliezen. Herinner u, dal 't het le
ven of den dood voor twaalfduizend
dappere kameraden geldt 1
De commandant drukte Siddon's
hand vast in de zijne en liet haar
eerst weer los toen hij zich lungzaam
verwijderde.
Ga, Siddon Uw kameraden ver
laten zich op u als op zichzelven
Siddon legde de hand aan de muts
en ijlde weg.
De avond was somber en zwoel, een
van die heetc Augustus-avonden, die
üiekeurïg de zenuwen verlammen
eu een*gevoel van naamlooze loomheid
irwekken.
Toen Siddon snel de wachtkamer
voorbij ging, trad een jong luitenant
even haastig er uit.
Waarheen, Siddon
Op wacht.
Dn Hudson bruischt vanavond
zoo hard, ik wilde wel, dat ik er goed
en wel in die jammerlijke jol overheen
was.
Siddon verbaasde zich over deze
woorden en wendde zich snel naar
hem toe.
Wil je naar Bedford gaan
Ja, ik heb zooeven bevel gekre
gen om over de Hudson te varen cn
den overste D. een verzegelde depêche
te brengen. Hier is het donker, som
her en zwoel, waarheen men zich ook
endt.
Liwncr, je kunt mij een grooton
dienst bewijzen. Je komt mijn huis
voorbij ga er een oogenblik binnen
en zeg mijn broeder, dat hij dadelijk
mijn vrouw en mijn Agda in de nieu
we boot en, zonder een minuut te ver
liezen, haar naar mijn oom te Bed
ford brengt. Zeg hem, dat zij daar
veilig tegen elk gevaar zijn, dat he
dennacht Bedford bedreigt, maar an
ders niets. Verzoek hem in mijn naam,
dadelijk mijn bevel te gehoorzamen,
maar zeg hem ook, dat hij de nieuwe
boot neemt en niet de oude jol 1.... Ik
zal het nooit vergeten.
De ander knikte bevestigend en ver
dween om den hoek van het arsenaal,
terwijl Siddon snel naar de westelijk
gelegen wallen stapte.
De nachtelijke stilte had zich reeds
over het gansche landschap uitge
spreidslechts het eentonige klotsen
en bruischen van de Hudson, diep on
der de vesting, werd gehoord, cn het
blaffen van den een of anderen hond
alleen gaf blijk van eenig leven.
De zwoele lucht deed een naderend
onweer verwachten. Wat aan gene
zijde van de rivier in het Westen on
binnen do vestingmuren tot aanval en
verdediging op leven en dood werd
voorbereid, gebeurde geluidloos en
door de duisternis gedekt.
Lichten schitterden aan de ven
sters van Bedford de bewoners bega
ven zich Ier ruste, maar niemand er-
moeGde of zag de wacht, die uitgezet
was de duisternis bedekte alles.
Boven hun hoofden, op liet westelijk
bastion, dat over de Hudson heeu-
boog, juist waar deze een scherpe
kromming maakt stond Siddon onbe
weeglijk en verroerde zich niet van de
plaats, uit vrees dat do raket zijn
aandacht zou ontgaan.
Hij waasde het niet een lid te ver
roeren, maar gevoelde zich als vast
genageld, -ten blik onverpoosd naar
het Westen gericht.
Het geldt leven of dood voor
twaaifduizeud dappere kameraden
Siddon zag strak voor zich uit, als
of hij naar de roos van een schiet
schijf staarde.
Iedere zenuw van zijn lichaam was
gespannen, iedere spier strak, zijn
ademtocht was kort en zwaar en het
zweet parelde op zijn voorhoofd. Het
brandde in hem, het ziedde in zijn
ooren, alsof het trommelvlies zou
springen. Al zijn levenskracht was In
ziju oogen geconcentreerd, en de pu
pillen waren verwijd.
Een vlieg zette zich op zijn voor
hoofd en stak hem. De hand beefde,
hij waagde het niet, om de vlieg
weg te jagen.
De schildwacht sidderde van het
hoofd tot de voeten. Een strijd voerde
hij in hot diepst van zijn gemoed,
maar een strijd, waarin hij zich zuu
kunnen bewegen, scheen hem lichter
dan deze worsteling met zijn eigen
aandoeningen.
Ben nevel kwam voor zijn oogen,
toch verhief Siddon nog steeds de
hand niet. In deze ontzettende men
tale overspanning kwam 't hem zelfs
voor alsof hij langzaam verstijfde,
llij hoorde en gevoelde niets hij zag
alleen.
Siddon knipte met de oogen. Wel
duurde dat knippen slechts één ang
stige seconde, maar die seconde zou
voldoende kunnen zijn voor het sein.
Een ontzettende angst overweldigde
hem .Hoever was de nacht reeds
voortgeschreden? Was het reeds na
den verwachten tijd Stond de vij
and reeds om de vesting heen
En liij zag hem niet, den sluipenden,
onzichtbaren vijandDansende
dwaallichten kwamen voor zijn
oogen ze werden tot duizenden, tot
een lichtende massa, die de groote
leege luchtruimte tusschen hem en de
bergen vervulde.
Licht
Neen, slechts de met ongeluk drei
gende, stille duisternis.
Hij buog zich nog verder voorover.
Wilde de schildwacht o\ ei liet bas
tion springen. Een straal Een plot
selinge gedachte. Hij hield den adem
iu en luisterde, alsof het gehoor zijn
blik zou kunnen verscherpen.
Hoorde hij niet een geluid Ge
fluister
Terwijl de soldaat daar op wacht
stond, was het onweer losgebarsten.
De aneengescheurde wolkenmassa,
die zich aan deu gezichtseinder drei
gend had vertoond, verzamelde zich
nu boven zijn hoofd.
Maar hij had het niet gemerkt.
GJe donder rolde en de bliksem ver
lichtte den zwaren nachthet storm-
stemde de woorden, zoodra zij over de
met bloed beloopen lippen kwameu.
De bliksem verlichtte één seconde
een blond kinderhoofd en de gevou
wen handen der moeder, die het om
vatten.
Het was maar 'n seconde.
De schildwacht zag het niet. Zijn
oog week niet van den bergpas aan
gene zijde van de rivier.
liet gold hier leven of dood voor
twaalfduizend dappere kameraden.
Papapapa snikte de weenen
de kinderstem zoo innig, alsof net harl
zou breken. De schildwacht wankelde.
De storm gierde tegen de klippen.
Men hoorde thans geen klank meer,
maar de schildwacht op het bastion
wist wat daar beneden was gebeurd
Zijn commandant had zich op hem,
als op zichzelf, kunnen verlaten.
Almachtige God, wees genadig
cn hem medelijden... neem ook mijn
leven. Maar eerst het signaal
De bede kwam zoo plotseling, dat zij
'n éénige, luide, doordringende kreet
werd.
En daar schoot op hetzelfde oogen
blik de raket in de hoogte, glansde en
verdween.
Maar op hetzelfde oogenblik weer
klonk een schot kort en scherp in den
nacht
Het wemelde als zwarte bijen bin
nen en buiten de vestingmuren. Zij
kropen en klauterden.
Die stilte duurde een uur, maar toen
de torenklok het eerste uur van den
nacht te Bedford verkondde, volgde
op die stilte een kamp tusschen leven
en dood.
Die menschenmassa, opeengehoopt
en bew'LCLÜjk, drong vooruit en werd
teruggeworpenhet gedonder van het
geschut overstemde het krijgsrumoer
en het wapengekletter de eene aan
val volgde op den anderen, eu daar
tusschen hoorde men gedempte, kort
uitgesproken bevelen.
Bedford stond in vurigen gloed, en
dc vesting werd door het roode schijn
sel van de haar omgevende stad en
door de blauwe bliksemflitsen ver
licht.
De Engelschen werden teruggesla
gen, het onweer was opgehouden, het
rolde nu nog hol en dof in de verte, en
de en raasde om hem heen, de wind de maan trad te voorschijn.
rukte aan zijn mantel
bi'Uischte hevig onder hem.
Hij zag of hoorde niets. Hij stond
slechts op wacht.
Een boot kwam met inspanning de
rivier af. Zij was klein en versleten.
Een jonge man zat aan het roer, en
een jonge vrouw met een klein kind
zaten aan den achtersteven.
Maar de boot was lek geworden, en
het water drong er in door.
Henry Siddon en mrs. Siddon wor
stelden om het leven beiden schep
ten met de hoeden en de holle han
den het water uit, terwijl het kind
zich vol vertrouwen en zonder vrees
aan deu arm der moeder vastklemde-.
Papa, help ons Papa komt al
De stroom voerde het bootje tegen
het naar voren springende bastion
aan.
liet water steeg met ontzettende
snelheid- Mrs. Sddon stond tut aan de
knieen iu liet zwarte, troebele water
en hield het kind in de armen in de
hoogte, oDdat de dood het niet zou
bereiken.
Huip I riep Henry, maar nie
mand hoorde zijn kreet.
Daar verlichtte de bliksem nej,
bastion hoog bóven hen, en daar
stond, scherp afgeteekend tegeu de
vaneeugescheurde wolkenmassa, een
schildwacht, het lichaam half voor
over gebogen en den rechtervoet voor
uitgeschoven, als gereed tot den
sprong.
Kreet op kreet weerklonk daar be
neden van de Hudson, en de boot
dreef reeds in den kokenden wervel-
stroom.
Hel angstgeschrei van een klem
kind werd gehoord. Het was bang ge
worden, toen de moeder begon te
wankelen.
Het oor van den schildwacht had
deu kreet opgevangen. Het was de
stem van zijn kleine Agda.
Zou een vader niet de slem van zijn
kind kennen Zij drong door tot ln
den meest verborgen hoek van zijn
hart, dat zoo onstuimig bonsde en
klopte.
De duisternis verborg het, dat dc
schildwacht bleek als een lijk was
geworden.
Ach. Zij moeten toch de jol geno
men hebben.... de boot is lek gewor
den
Deze gedachte doorvloog zijn brein;
Omringd door dooden en gewonden,
stond de generaal naast zijn officie
ren cn soldaten; hij zag zwijgend om
zich heen.
De vesting is gered, zeide hij
diep bewogen, en meer dan het derdo
gedeelte mijner twaalfduizend. Laat
ons voor die overwinning danken
Allen ontblootten het hoofd.
Verscheidene gewonden trachtten op
te staan sommigen leunden tegen
den muur, andere op een kanon.
Aldus werd het dankgebed plechtig
Niemand dacht aan den schild
wacht.
Op het uiterste, meest naar voren
springende bastion, dat juist door den
glans der maan met zilveren licht
I werd overgoten, stond de schildwacht,
'dc hand om het afgeschoten pistool
geklemd, tegen den muur leunende,
dood, door den bliksem getroffen. Zijn
gelaat was naar het Westen gekeerd
maar de oogen waren gesloten.
De dood had hem.... op wacht ge
vonden.
Genezen.
Het rijtuig kwam maar moeilijk
voort door de dikke sneeuwlaag. Op
eens stond het heelemaal stil de wie
len waren tot halverwege in de sneeuw
begraven. De oude Bertrand veegde
zijn gelaat af en sprak
Ziezoo, nu zitten we er in, dok
ter. Er valt niet aan te denken om
nog verder tegen de helling op te ko
men.
De paarden hijgden van inspan
ning de damp sloeg den armen die
ren van het lichaam. Ze waren als iu
een dichten nevel gehuld en hun pou-
ten zakten voortdurend dieper in de
sneeuw weg.
Dokter Mirepoix sprong uit het rij
tuig.
Ge hebt gelijk, Bertrand, ver
klaarde hij. En toch moet ik verder.
Morgen mei den marktdag moet ik
thuis zijn, je weet zelf, hoe druk het
dan op het spreekuur is. En de oude
Landrv daarboven heeft met het ver-
oeren van een vracht hout zijn beeu
het hamerde als met ijzereu hameis 1 gebroken. Ik moet hem noodzakelijk
van waanzin in hem, maar de schild- j vandaag nog helpen.
wacht bewoog zijn blik niet.
Hulp l
Hij kon eenige seconden voortsnel
len, luj kon uit het arsenaal een touw
te voorschijn halen, terugkeeren eu
het uitwerpen
Dat was de eenigfc redding. Maar...
bet signaalHet signaal Het leven
der twaalfduizend kameraden....
Hulp
Moge de hemel u en mij helpen
Een nieuwe angstkreet en het dui- j
En voor dien ouden dronkaard
maakt ge u zoo moe, mompelde de
koetsier.
Dronkaard of niet, hij heeft mijn
hulp noodig en zal er niet tevergeefs
op wachten. Laat je paarden hiei
maar wat uitblazen. Als je het koud
krijgt, neem dan een slok uit mijn
flesch rum en sla mijn deken om je
schouders. Binnen twee uren ben ih
terug.
Hij greep zijn met ijzer beslagen
delijk hoorbare weenen van het kind. stok, die. hem in deze bergachtige stre-
Siddon balde de vuisten
Hulp I klonk het weer tot hem
Ik ben... op wacht 1. klonk 't van
het bastion af. maar de donder over-
ken niet verliet, en stapte langzaam
in de richting van het dorp, dat daar
ginds op de helling van den borg lag.
De dokter was een man van viif en