BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD 88e Jaargang ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1910 Ho. 8864 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 BAANDEN Cf 10 CENT PER WEEK. admtnkt'RATIB GROOTE HOUTSTRAAT 5o. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTFNTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT- Ruöriek voor Vrouwen Nieuwtjes over de Herfstmode. Alhoewel we gehoopt hebben, dat de gewijzigde rokvorm slechts het gevolg was van een voorbijgaande» mode gril, en hij dus geen stand zou hou- deu, moeten we thans tol onzen spijt erkennen, dat deze hoop verijdeld is geworden, want de weinig gracieus© en onpraccisehe nauwe rok wint meer en meer veld en zal in het a.s. sei zoen tot de mode van den dag belmo ren. Dit neemt echter niet weg, dat ik mijn geachlen lezeressen de groot ste voorzichtigheid in de keuzo barer toiletten moot aanraden, d. w. z.: zij moeten er hij het aanschaffen zoo- voel mogelijk op bedacht zijn ecnige nieters stof in voorraad te nemen voor eventueele veranderingen en vooral niet meer toiletten aanschai- fen dan hoogst noodzakelijk is, want veranderingen zijn zeer kostbaar en hebben niet altijd succes. Nu de mode veel tweeërlei stoffen voorschrijft, 'is het moderniseoren van toiletten al heel gemakkelijk. Dij een effen stof, kan men allicht een ge bloemd zijdje in dezelfde kleur vin den, terwijl uien ook vaak afsteken de kleuren kan combineoren De fijne zachte nuancen verheugen lich niet meer in de gunst der mode, want men brengt liard groen, cerise- xood. korenblauw en turkonize, maar vooral zwart. Zoowel zwart cheviot voor de eenvoudige tailleurs, als zwart laken en fluweel voor meer gekleede wandeltoiletten en zwart sa tijn voor avondjaponnen. Het zwart satijn wordt in velerlei soort en kwaliteit gebracht, als: liber ty, duchesse en meirveilleux; men garneert het met zijden bandfranjes, git, passement en broderie. In het buitenland worden van zwart satijn lange, -nauwe mantels gedragen en écliarpen met wit gevoerd en passe ment kwasten afgewerkt. De laatste zijn ook bij ons reeds gemeen goed geworden. Bij de zwart satijnen man tels worden slechts overtrokken satij nen hoedien gedragen met struisvee- ren-pleureuses gegarneerd, een luxe artikel, dat slechts binnen het bereik van meer gefortuneerde wouwen valt. De bontmode neemt hand over hand toe en het gevolg hiervan is, dat de prijzen enorm gestegen zijn en de ar tikelen daarbij van buitengewoon grooten omvang. Ik zag moffen, waar bij die onzer o\ ergroounoeders klein waren; daarbij komt nog, dat de ron de mof het nieuwste is, derhalve geen gemakkelijk dragen, wanneer men bedenkt, dat de lengte een halve meter! is Bij dezen reuzenmoffen worden écliarpen van bont gedragen in den geest als die, welke we in den afgeloopen zomer van kant, mousse line en crêpe de cbihe zagen. De mcosten zijn 50 a CO c.M. breed bij eene lengte van twee a twee en een halven meterl De hoeden zijn over het algemeeen groot van model, doch de grootte zit niet altijd in den rand; daar heeft men bijv. de toque- en tulband mo dellen van fluweel, met pennen, wie ken of zwart satijnen strikken gegar neerd; die men waarlijk niet behoeft te kiezen om nu eens een kleinen hoed te hebben, welke gemakkelijk in het dragen is. In verband niet de nauwe rokken is do onder kleed ing zeer gewijzigd. In de eerste plaats moet het corset tot ver over de heupen reiken en ver volgens draagt men daarover een combination van fijne wollen tricot, zoodat de nauw aansluitende japon- rokken door geen rimpels of valsche plooien ontsierd worden. Wanneer men beslist een zijden- of moirérok wil diagen, moet die zóó nauwkeurig worden pas gemaakt, alsof het een japonrok ware. Ten slotte moet ik nog melding ma nen van het feil, dat naast het cos- tuum-iailleur de fluweoleu en pluchen mantels zéér in de mode zullen zijn. De tailleurs hebben de eigenlijke win termantels langeu tijd verdrongen, doch nu ziet men ze in alle mogelijke vormen en stoffen. Meu breDgt flu- weelen mantels, die slechts den on dersten zoom van de japon laten zien; van achteren sluiten ze bijna aan, doch van voren zijn zo geheel recht met een breeden overslag naar links, waar de sluiting met passement of tres brandebourgs is ingericht. Voorzeker zijn deze fluweelon man tels een uilkomst voor haar, die aan de kostbare bontmantels niet kunnen denken. MARIE VAN AMSTEL. Het Rijke Natuurleven FRETTEN EN HOE ZIJ WORDEN GEBRUIKT. Als de vogels wouden en velden verlaten, is de lijd voor het jagen ge komen. Uit is het dan mot de rust der hazen, het vredig familieleven der fazanten wordt verstoord en aan het zorgeloos gedartel der konijntjes wordt soms plotseling een einde ge maakt door de verraderlijke hagel korrels of de met satanisch tulent ge spannen strikken. Dan is de oorlog aan die j ach klie ren verklaard en in den on gel ij ken strijd is het meestal de meiisch, die overwinnaar blijft. Talloos zijn de middelen, dde men aanwendt, om het argeloos te verschalken en naast geweer strik neemt de fret een voorname plaats in. Hoe zoon' diertje er eigenlijk uitr ziet? Och, het goat u ook al net als mij. Al jaren wist ik, dat er voor de ko nijnenjacht gebruik van wordt ge maakt, maar het diertje zelf had ik nog nooit onder de oogen gehad. Zijn eigenschappen had ik wel uit het standaardwerk van Brehm gliaald, maar aan de werkelijkheid had ik mijn kennis nooit kunnen toeLsen. Toevallig kwam ik tot de ontdek king, dat hier in Haarlem een fret- tenkweeker woont en op een uitnoo- diging van hem heb ik een kijkje in zijn collectie kunnen nemen. De man had ruim een dozijn van deze konijnenvijanden in zijn bezit. Met veel enthousiasme vertelde hij mij van zijn kweekproeveu. Ruim zestien jaar geleden had hij een bunzing laten paren met een fret, zooals hij zei, met liet doel, steviger en grooter jongen te trekken. De proef lukte. Weldra was hij in het be zit van een achttal bonte bunzing fretjes die spoedig opgroeideu. Dit gekleurde goedje liet hij weer paren met een bunzing en nu waren er bij de kleintjes naast bonte dieren ook bruingele jongen. Deze paarden onder- elkaar en zoo kwam hij in het bezit van een groot soort witte fret ten, die aan de grootte en de kracht van den bunzing de hetere bruikbaar heid voor de jacht van het fret paar den. Lang heeft men gegist naar de af komst der fretten. Maar ik zou even zeggen hoe zij er uit zien. Welnu, het zijn dieren die veel op ons hermelijn gelijken, maar die, doordat zij albi no's zijn, d. w. z. de kleurstof missen die den haren van de verschillende dieren een zekeren tint geeft, licht roode oogen en een geheel wit li chaam hebben. Zij zijn laag op de pootjes, lenig van lichaam on erg bloeddorstig. Reeds ten tijde van keizer Augus tus werden zij voor de konijnenjacht gebruikt, maar of er ooit fretten in het wild zijn voorgekomen, daarover was men het niet eens. Tegenwoordig is men bijna zeker overtuigd, dat de fretten die voor de jacht gebruikt nooit geheele wilde voorouders hebben gehad, die ook fret waren. Hoogstwaarschijnlijk zijn het alle ngetemde afstammelin gen van den bunzing en de kweek- proeven van onzen frettenvriend, den heer Smit in de Zoetestraat, bewij zen liet wel eeaiigszdns. De albino-vormen komen bij bijna alle dieren voor, die door den menscli in cultuur zijn genomen. Witte mui zen, konijnen, kippen, duiven, zij al len waren oorspronkelijk ziekelijke afwijkingen van anders gekleurde ouders. Ook in het wild werden deze kleur- stofmissende wezentjes geboren, maar in den moeilijken strijd om liet be staan moesten zij als de meest opval lenden het eerst het onderspit delven. Sinds memscheuheugenis zijn de albino's van den bunzing als fretten bekend en zoo zijn liet langzamerhand afzonderlijke dieren geworden, door liet kweeken zoo van de v ouders gingen verschillen, dat 1 aan hun afkomst twijfelde. Eén eigenschap intusschen hebben zij geèerfd, zij zijn uitermate bloed dorstig. De beer Smit voedt zijn diertjes wel op met brood en melk, maar aan de gretigheid waarmede de jongsten in zijn vinger trachtten te bijten, was wel te zien dat zij wat anders ver den behandeld scho f Smit het deur- i open, stak zijn hand tusschen het Ide, wriemelende roodoogig gedoe en haalde den heer des huizes te oorschijn. Het diertje kronkelde, krulde en draaide; kop, poolen en staart, alles was in beweging, maar bijten deed het niet. Op den grond gezet liep liet niet weg en met schijnbaar genoegen Lkte het de tong van den verzorger die er even gerust onder, was, alsof het liefste schoothondje hem die be denkelijke vriendelijkheid had bewe zen. De vier hoektanden van de konij- nonmoordenaars waren afgeknepen, een bewerking die tegenwoordig ver vangen wordt door het aanbrengen van wit metalen ringetjes in do bo venlip, De jacht met fretten heeft weinig verheffends. Het is een moordpartij op groote schaal en slechts deze oefe ning is er voor noodig, dat men van een konijnenwoning al de uitgangen kan vinden. Is men daarmee klaar dan worden zij afgesloten met een net en nadat de hoofdingang is gevonden, wordt de kleine roover er in gelaten. Nu heeft men slechts goed naar de netten te kijken. Zoodra de konijntjes hebben gemerkt, dat er onraad is, vluchten zij weg, willen het hol verlaten, maar luopen daarbij iu het net, waar de jager hen afmaakt. De fret komt dan ook dikwijls voor den dag en wordt hij niet dadelijk ge grepen, dan keert hij terug en pro beert opnieuw zijn geluk. Wee het konijntje, dat in een pijp vlucht, die dood loopt. Do fret rustj niet voor hij liet heeft hesprongen. Het angstige dier keert zich om en met zijn vervolger op of achter zich valt het in de handen der jagers. Een vriend van jagen ben ik met, omdat ik de emotievan deze sport nooit heb ondervonden, maar dit slaat bij mij vast, dat ik nooit oen jacht met fretten zou willen begin nen. Om oen dier in zijn vlucht op eeni gen afstand te schieten, daartoo be hoort handigheid en een scherp oog, daar zit ten minste iets in van kun nen, maar de weorlooze, angstige ko nijnen uit het net halen en dood en, daartoe zou mij de moed ontbreken. Dat is geen jagen, dat is moorden ook al is het waar, dat een sterke vermenigvuldiging dezer lastige springers heel nadeelig voor onzen landbouw zou zijn en vaak is. Practisch zou ik dus weinig be>- zwaar hebben, maar zonder sentinien teel te worden, kan men toch gruwen van de konijnenjacht met fretten. Waarom ik dan over deze dieren een artikeltje heb gesclixeven? Ach, al deed ik dit niet, er zou nog even goed op deze onsympathieke manier worden gejaagd en gestroopt, daarom hoefde ik het dus niet te laten. Fret ten zijn er en daarmee alleen wilde ik u kennis laten maken. Wanneer gij lust gevoelt de diertjes in leven den lijve te gaan bewonderen, dan vermoed ik wel, dat de heer Smit u zijn miniatuur-menagerie zal willen toonen. H. PEUSENS. Op wacht. Het ouderpaar was opvallend tam. Met de radheid van den liefhebber die weet, hoe zijn volkje moet wor- Tot uwe orders, generaal 1 De jonge officier trad een schrede naar voren, terwijl hij den comman dant aanzag. Siddon, een boer uit het hoog land heeft mij zooeven een brief van het hoofdkwartier gebracht.,. Zie eens even I Siddon nam het papier. Met i lood stond er op geschreven Geloof alles wat E. H. u vertellen zal. George Washington. Hij gaf den brief terug. Wel I zei de commandant, koerier vertelde, dat de koninklijke troepen vannacht, door de dOisternis beschermd, van plan zijn een uitval te doen eu de vesting te overrompe len. Zien wij hen niet als zij naderbij sluipen, dan zijn we verloren, want de nacht ziet er precies uit alsof hij gun stig voor hen en ongunstig voor ons zal zijn. Op hetzelfde oogenblik, «at zij in den bergpas aan den anderen kant van de Hudson zullen dringen, zullen zij een afgesproken signaal go- ven, waarna de uiterste linie zal aan vallen. Vandaar zullen zij, vereenlgd als zo zullen zijn, tot de vesting trach ten te komen en ons dan, als de kat een muis, overrompelen. En het signaal vroeg Siddon. Een roode raket, die omboog ge schoten wordt, en dat zal 't eenige zijn, wat ons opmerkzaam zal kunnen maken. Zien wij 't, dan weten wij ook wanneer zij in den pas zijn, en kun nen daarnaar den tijd berekenen, dien de verdere tocht zal vereiscben, en zoó onze miiatregelen nemen. Zien wij j liet signaal niet, voordat zij over den Hudson zijn getrokken, dun worden wij tot den luatslen man in de pan gehakt. De sterkte van den vijand Is viermaal grooter dan de cmze, en wij capituleeren niet... dat heeft gene raal Huworth uooit gedaan, en zijn mannen zullen 't evenmin doen. Wij zijn Amerikanen. Wij zullen onzen grond verdedigen en hebben bet recht vrije mannen op onzen eigen bodem te zijn. Siddon Van hot uiterste en meest naar voren springende der westelijke bastions zal het gansche, tegen het Westen "elegen terrein kun nen overzien worden. Een man, die oogen als een valk heeft, en op wiens toewijding ik mij als op mijn eigene kan verlaten, moet daar staan om op het signaal te letten. Ik heb besloten, de commandant stond bij deze woorden op, terwijl hij den veldstoel terzijde schoof om deze taak den geen toe te vertrouwen, die het scherpste oog van het geheele garni zoen hééft, en dien ik ken, dien ik 6inds zijne jeugd ken, toen hij als ze venjarige knaap op mijn knieën reed... den jongsten officier. Het is nu reeds laat, reeds tien uur. Ga onmid dellijk op het bastion, Siddon, en blijf daar totdat gij de raket gezien hebt. Meldt het daarna onverwijld, door een schot te lossen, slechts een enkel schot, want er is geen seconde te verliezen. Herinner u, dal 't het le ven of den dood voor twaalfduizend dappere kameraden geldt 1 De commandant drukte Siddon's hand vast in de zijne en liet haar eerst weer los toen hij zich lungzaam verwijderde. Ga, Siddon Uw kameraden ver laten zich op u als op zichzelven Siddon legde de hand aan de muts en ijlde weg. De avond was somber en zwoel, een van die heetc Augustus-avonden, die üiekeurïg de zenuwen verlammen eu een*gevoel van naamlooze loomheid irwekken. Toen Siddon snel de wachtkamer voorbij ging, trad een jong luitenant even haastig er uit. Waarheen, Siddon Op wacht. Dn Hudson bruischt vanavond zoo hard, ik wilde wel, dat ik er goed en wel in die jammerlijke jol overheen was. Siddon verbaasde zich over deze woorden en wendde zich snel naar hem toe. Wil je naar Bedford gaan Ja, ik heb zooeven bevel gekre gen om over de Hudson te varen cn den overste D. een verzegelde depêche te brengen. Hier is het donker, som her en zwoel, waarheen men zich ook endt. Liwncr, je kunt mij een grooton dienst bewijzen. Je komt mijn huis voorbij ga er een oogenblik binnen en zeg mijn broeder, dat hij dadelijk mijn vrouw en mijn Agda in de nieu we boot en, zonder een minuut te ver liezen, haar naar mijn oom te Bed ford brengt. Zeg hem, dat zij daar veilig tegen elk gevaar zijn, dat he dennacht Bedford bedreigt, maar an ders niets. Verzoek hem in mijn naam, dadelijk mijn bevel te gehoorzamen, maar zeg hem ook, dat hij de nieuwe boot neemt en niet de oude jol 1.... Ik zal het nooit vergeten. De ander knikte bevestigend en ver dween om den hoek van het arsenaal, terwijl Siddon snel naar de westelijk gelegen wallen stapte. De nachtelijke stilte had zich reeds over het gansche landschap uitge spreidslechts het eentonige klotsen en bruischen van de Hudson, diep on der de vesting, werd gehoord, cn het blaffen van den een of anderen hond alleen gaf blijk van eenig leven. De zwoele lucht deed een naderend onweer verwachten. Wat aan gene zijde van de rivier in het Westen on binnen do vestingmuren tot aanval en verdediging op leven en dood werd voorbereid, gebeurde geluidloos en door de duisternis gedekt. Lichten schitterden aan de ven sters van Bedford de bewoners bega ven zich Ier ruste, maar niemand er- moeGde of zag de wacht, die uitgezet was de duisternis bedekte alles. Boven hun hoofden, op liet westelijk bastion, dat over de Hudson heeu- boog, juist waar deze een scherpe kromming maakt stond Siddon onbe weeglijk en verroerde zich niet van de plaats, uit vrees dat do raket zijn aandacht zou ontgaan. Hij waasde het niet een lid te ver roeren, maar gevoelde zich als vast genageld, -ten blik onverpoosd naar het Westen gericht. Het geldt leven of dood voor twaaifduizeud dappere kameraden Siddon zag strak voor zich uit, als of hij naar de roos van een schiet schijf staarde. Iedere zenuw van zijn lichaam was gespannen, iedere spier strak, zijn ademtocht was kort en zwaar en het zweet parelde op zijn voorhoofd. Het brandde in hem, het ziedde in zijn ooren, alsof het trommelvlies zou springen. Al zijn levenskracht was In ziju oogen geconcentreerd, en de pu pillen waren verwijd. Een vlieg zette zich op zijn voor hoofd en stak hem. De hand beefde, hij waagde het niet, om de vlieg weg te jagen. De schildwacht sidderde van het hoofd tot de voeten. Een strijd voerde hij in hot diepst van zijn gemoed, maar een strijd, waarin hij zich zuu kunnen bewegen, scheen hem lichter dan deze worsteling met zijn eigen aandoeningen. Ben nevel kwam voor zijn oogen, toch verhief Siddon nog steeds de hand niet. In deze ontzettende men tale overspanning kwam 't hem zelfs voor alsof hij langzaam verstijfde, llij hoorde en gevoelde niets hij zag alleen. Siddon knipte met de oogen. Wel duurde dat knippen slechts één ang stige seconde, maar die seconde zou voldoende kunnen zijn voor het sein. Een ontzettende angst overweldigde hem .Hoever was de nacht reeds voortgeschreden? Was het reeds na den verwachten tijd Stond de vij and reeds om de vesting heen En liij zag hem niet, den sluipenden, onzichtbaren vijandDansende dwaallichten kwamen voor zijn oogen ze werden tot duizenden, tot een lichtende massa, die de groote leege luchtruimte tusschen hem en de bergen vervulde. Licht Neen, slechts de met ongeluk drei gende, stille duisternis. Hij buog zich nog verder voorover. Wilde de schildwacht o\ ei liet bas tion springen. Een straal Een plot selinge gedachte. Hij hield den adem iu en luisterde, alsof het gehoor zijn blik zou kunnen verscherpen. Hoorde hij niet een geluid Ge fluister Terwijl de soldaat daar op wacht stond, was het onweer losgebarsten. De aneengescheurde wolkenmassa, die zich aan deu gezichtseinder drei gend had vertoond, verzamelde zich nu boven zijn hoofd. Maar hij had het niet gemerkt. GJe donder rolde en de bliksem ver lichtte den zwaren nachthet storm- stemde de woorden, zoodra zij over de met bloed beloopen lippen kwameu. De bliksem verlichtte één seconde een blond kinderhoofd en de gevou wen handen der moeder, die het om vatten. Het was maar 'n seconde. De schildwacht zag het niet. Zijn oog week niet van den bergpas aan gene zijde van de rivier. liet gold hier leven of dood voor twaalfduizend dappere kameraden. Papapapa snikte de weenen de kinderstem zoo innig, alsof net harl zou breken. De schildwacht wankelde. De storm gierde tegen de klippen. Men hoorde thans geen klank meer, maar de schildwacht op het bastion wist wat daar beneden was gebeurd Zijn commandant had zich op hem, als op zichzelf, kunnen verlaten. Almachtige God, wees genadig cn hem medelijden... neem ook mijn leven. Maar eerst het signaal De bede kwam zoo plotseling, dat zij 'n éénige, luide, doordringende kreet werd. En daar schoot op hetzelfde oogen blik de raket in de hoogte, glansde en verdween. Maar op hetzelfde oogenblik weer klonk een schot kort en scherp in den nacht Het wemelde als zwarte bijen bin nen en buiten de vestingmuren. Zij kropen en klauterden. Die stilte duurde een uur, maar toen de torenklok het eerste uur van den nacht te Bedford verkondde, volgde op die stilte een kamp tusschen leven en dood. Die menschenmassa, opeengehoopt en bew'LCLÜjk, drong vooruit en werd teruggeworpenhet gedonder van het geschut overstemde het krijgsrumoer en het wapengekletter de eene aan val volgde op den anderen, eu daar tusschen hoorde men gedempte, kort uitgesproken bevelen. Bedford stond in vurigen gloed, en dc vesting werd door het roode schijn sel van de haar omgevende stad en door de blauwe bliksemflitsen ver licht. De Engelschen werden teruggesla gen, het onweer was opgehouden, het rolde nu nog hol en dof in de verte, en de en raasde om hem heen, de wind de maan trad te voorschijn. rukte aan zijn mantel bi'Uischte hevig onder hem. Hij zag of hoorde niets. Hij stond slechts op wacht. Een boot kwam met inspanning de rivier af. Zij was klein en versleten. Een jonge man zat aan het roer, en een jonge vrouw met een klein kind zaten aan den achtersteven. Maar de boot was lek geworden, en het water drong er in door. Henry Siddon en mrs. Siddon wor stelden om het leven beiden schep ten met de hoeden en de holle han den het water uit, terwijl het kind zich vol vertrouwen en zonder vrees aan deu arm der moeder vastklemde-. Papa, help ons Papa komt al De stroom voerde het bootje tegen het naar voren springende bastion aan. liet water steeg met ontzettende snelheid- Mrs. Sddon stond tut aan de knieen iu liet zwarte, troebele water en hield het kind in de armen in de hoogte, oDdat de dood het niet zou bereiken. Huip I riep Henry, maar nie mand hoorde zijn kreet. Daar verlichtte de bliksem nej, bastion hoog bóven hen, en daar stond, scherp afgeteekend tegeu de vaneeugescheurde wolkenmassa, een schildwacht, het lichaam half voor over gebogen en den rechtervoet voor uitgeschoven, als gereed tot den sprong. Kreet op kreet weerklonk daar be neden van de Hudson, en de boot dreef reeds in den kokenden wervel- stroom. Hel angstgeschrei van een klem kind werd gehoord. Het was bang ge worden, toen de moeder begon te wankelen. Het oor van den schildwacht had deu kreet opgevangen. Het was de stem van zijn kleine Agda. Zou een vader niet de slem van zijn kind kennen Zij drong door tot ln den meest verborgen hoek van zijn hart, dat zoo onstuimig bonsde en klopte. De duisternis verborg het, dat dc schildwacht bleek als een lijk was geworden. Ach. Zij moeten toch de jol geno men hebben.... de boot is lek gewor den Deze gedachte doorvloog zijn brein; Omringd door dooden en gewonden, stond de generaal naast zijn officie ren cn soldaten; hij zag zwijgend om zich heen. De vesting is gered, zeide hij diep bewogen, en meer dan het derdo gedeelte mijner twaalfduizend. Laat ons voor die overwinning danken Allen ontblootten het hoofd. Verscheidene gewonden trachtten op te staan sommigen leunden tegen den muur, andere op een kanon. Aldus werd het dankgebed plechtig Niemand dacht aan den schild wacht. Op het uiterste, meest naar voren springende bastion, dat juist door den glans der maan met zilveren licht I werd overgoten, stond de schildwacht, 'dc hand om het afgeschoten pistool geklemd, tegen den muur leunende, dood, door den bliksem getroffen. Zijn gelaat was naar het Westen gekeerd maar de oogen waren gesloten. De dood had hem.... op wacht ge vonden. Genezen. Het rijtuig kwam maar moeilijk voort door de dikke sneeuwlaag. Op eens stond het heelemaal stil de wie len waren tot halverwege in de sneeuw begraven. De oude Bertrand veegde zijn gelaat af en sprak Ziezoo, nu zitten we er in, dok ter. Er valt niet aan te denken om nog verder tegen de helling op te ko men. De paarden hijgden van inspan ning de damp sloeg den armen die ren van het lichaam. Ze waren als iu een dichten nevel gehuld en hun pou- ten zakten voortdurend dieper in de sneeuw weg. Dokter Mirepoix sprong uit het rij tuig. Ge hebt gelijk, Bertrand, ver klaarde hij. En toch moet ik verder. Morgen mei den marktdag moet ik thuis zijn, je weet zelf, hoe druk het dan op het spreekuur is. En de oude Landrv daarboven heeft met het ver- oeren van een vracht hout zijn beeu het hamerde als met ijzereu hameis 1 gebroken. Ik moet hem noodzakelijk van waanzin in hem, maar de schild- j vandaag nog helpen. wacht bewoog zijn blik niet. Hulp l Hij kon eenige seconden voortsnel len, luj kon uit het arsenaal een touw te voorschijn halen, terugkeeren eu het uitwerpen Dat was de eenigfc redding. Maar... bet signaalHet signaal Het leven der twaalfduizend kameraden.... Hulp Moge de hemel u en mij helpen Een nieuwe angstkreet en het dui- j En voor dien ouden dronkaard maakt ge u zoo moe, mompelde de koetsier. Dronkaard of niet, hij heeft mijn hulp noodig en zal er niet tevergeefs op wachten. Laat je paarden hiei maar wat uitblazen. Als je het koud krijgt, neem dan een slok uit mijn flesch rum en sla mijn deken om je schouders. Binnen twee uren ben ih terug. Hij greep zijn met ijzer beslagen delijk hoorbare weenen van het kind. stok, die. hem in deze bergachtige stre- Siddon balde de vuisten Hulp I klonk het weer tot hem Ik ben... op wacht 1. klonk 't van het bastion af. maar de donder over- ken niet verliet, en stapte langzaam in de richting van het dorp, dat daar ginds op de helling van den borg lag. De dokter was een man van viif en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 13