NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. 28e Jaargang. No. 8371 Verschijn* dagelijks, behalve op Zon. en Feestdagen. VRIJDAG 7 OCTOBER 1910 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ,fe, ADVERTENTIËN: per drie maanden.* Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1.20 Haarlem van 15 regels ƒ1.—, elke regel meer/0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 jp f^j8fSSÈË£'iAdvertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door Nederland„1.65 3 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. üeïllusbeerd Zondagsblad, voor Haariem* 1 1 I I 037K Redactie en Administratie: flroote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Cost'er. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. aangekomen, laat Verstra eten me z'n prestaties zien en kon ik zijn kalm opgaan, zijn mooi regelmatig vliegen, gedurende 5 minuten en zijn prachtig dalen, bewonderen; kon ik mijne gelukwenschen, bij de xele, die hij na zijn derde vlucht in ontvangst had te nemen, voegen. En mijn conclusie? Ja, die zult ge zeker wel op prijs stellen, want ach tereenvolgens 3 vliegeniers te „ver slaan"' is geen kleinigheid, dan wordt men zoo langzamerhand daarin spe cialiteit. He denk er ten minste hard over het op m'n naamkaartje te zet ten. Maar ter zakel PROF. LéON VERSTRAETEN schijnt mij een bekwaam vlieger toe, even degelijk en deugdelijk als zijn 7 cylindérmotor. En dat wil watzeg- gon. Hij maakt oene groofce uitzondering op den in den aanhef aangegeven al- gomeenen regel; hij is integendeel hoogst eenvoudig en bescheiden, een aangename sympathieke jonge man, die wars is van het lawaaierige en opschepperige, dat velen, die met koene prestaties lauweren oogstten, eigen is. Hij is vriendelijk in den omgang, kalm in zijn manier van op treden, kalm in z'n spreken van de Hollandsche taal, die liij heel goed machtig is. Hij is een man, die in één slag al ler harten wint. En wat ZIJN LOOPBAAN ALS AVIATEUR boireft, daarover vertelde hij mij het volgende: In Februari 1910 besloot hij, die eerst bij een automobielfabriek geïn teresseerd was zijn auto tegen een aeroplane te verwisselen. De 34-jarige Belg kreeg zijn eerste lessen in de edele vliegkunst bij Voi- sin te Mo urmeion; vervolgens kwam hij op de leerschool van Summer in Douzy (Ardennen), waar hij weldra gediplomeerd werd en als 1 eeraar aangesteld. Eén zijner leerlingen was Clément van Maasdijk. Behalve aan wedstrijden, deed hij aan viiegdemonstraties in tal van Belgische steden, Antwerpen, Ni- mes, Thieriemont etc., mee. In Holland debuteerde hij hoogst gelukkig te Bergen op Zoom, waar hij ook op de dagen dat Oliesla gers to Amsterdam, niet vloog ee- uige mooie vluchten maakte. Te Rouaan vloog hij eens 105 mi nuten en bereikte eene hoogte van 600 nieter. Zn eerste groote optreden in het publiek was bij den wedstrijd te Rou aan, waar hij van de 26 vliegers, den zesden prijs behaalde, voor de hoog ste en een eersten voor de lengte- vlucht van 105 minuten. Tc Brussel verwierf hij den éden prijs van de Belgische vliegers; den eersten voor het vliegen met een pas sagier en een eere-prijs voor be kwaamheid. Eindelijk te Chatelet een lsten prijs voor het grootste aantal' vluchten. Z'n toestel is een Sommer-tweedek- ker met Gnome-motor van 50 P.K.; weegt 75 Kilo en kost 15.000 francs. Volgens dezen vliegmensch is een tweedekker stabieler dan een ééndek ker. En wanneer de motor boven stopt? Dan is het heel goed mogelijk „vol plané", d.w.z. met hoogte- en laagte stuur werkend en manoeuvreerend behouden op den grond te komen. Hieruit blijkt wel, dat de aviateur Verstraeten op alles voorbereid is, dat hij een bekwaam vlieger is met veel durf. Mijn optimisme wordt dus niet be- scli/aanut; we krijgen hier een vlieg- week en een bovensten besten vlieger. Zelfs bestaat er kans, dat hier met een passagier wordt gevlogen. Volgens den impresario, den heer de GTau, zijn ook voor Alkmaar reeds 60 brieven om mede te vliegen, inge komen. Na afloop van dezen wèlgeslaagden vliegdag, vereenïgden het Comité en de .vliegenier met enkele belangstel lenden zich aan een gezellig diner in „de Toelast" te Alkmaar. Daar werd druk gespeecht op den goeden afloop van dezen dag en op het succes der volgende dagen. Dat het bereikt moge worden, is de wensch van den s p e c i a 1 e n verslaggever van „Haarlem's Dagblad Buitenlandsch Overzicht De revolntie ln Portugal. De telcgrammenstroom van gister morgen is belangrijk verminderd. Blijkbaar is er dus weinig verande ring in DEN TOESTAND TE LISSABON gekomen. Er wordt geen melding meer gemaakt van straatgevechten, waaruit dus afgeleid mag worden, dat deze een einde genomen hebben. In dc hoofdstad zijn de republikeinen dus van den toestand meester. Het volk heeft aan de oproepingen en aanmaningen in de verschillende manifesten zie de telegrammen in ons vorig nummer gehoor gegeven en is tot rust gekomen. Of riet een blijvende rust zal zijn We weten het niet. Er zijn aanwijzin gen, die er op duiden, dat het EEN STILTE, DIE DEN STORM VOORAFGAAT, is. De revolutie heeft zich, gelijk we ook al in ons vorig Overzicht op merk ton, bijna uitsluitend tot Lissa bon, het hartje der republikeinsche Onze Lachhoek ZEER JUIST. A. Automobiel-wedrennen, wat f» dat? B. Een pleonasme. EEN ONVERWACHT BESCHEID. De gouverneur van een lief kind, een gravinnetje is aan de historie. Goed, goed geantwoord, Adelheid en weet u nog welken bijnaam, Karei, de zoon van Lodewijk den Vrome had? 't Gravinnetje zweeg. De gouverneur met een minzaam lachje bemoedigend (op zijn kaal hoofd wijzend). Nu? Het gravinnetje De Domme. EEN KLEINE VERGISSING. Een jongen moest voor zijn baas in- formeeren, wat er 's avonds in den schouwburg gespeeld werd. De bureaulist zei„Natuur en plicht, of de zoon rechter over zijn va der." De jongen bracht 't aldus over „Vuur en licht of de zoon nog slech ter dan zijn vader." Zij Als de deurwaarder hier in huis komt, zal ik hem even de tanden laten zien, dat beloof ik je. Hij Doe dit liever niet, anders legt hij daar ook nog beslag op. Tante, ik bevries. Maar Marietje, 't is toch zulk mooi weerik heb het in 't geheel niet koud. Ja, tante, maar u hebt ook zoo'n dikke huid, heeft papa gezegd. beweging, beperkt. Alleen te Porto zijn eenige ongeregeldheden voorge komen, maar deze behooren al weer tot hei verleden en hadden dan ook weinig te beduiden. Het is nu de vraag, of dc bewoners der provincies zich met den nieuwen gang van zaken zullen kunnen ver eenigen. Het is niet duidelijk, hoe het platteland over de republikeinsche beginselen denkt, maar wel wordt algemeen aangenomen, dat onder de provinciers nog veel koningsgezinden zijn. Als dezen nu eens het voornemen hebben, oni gezamenlijk naar de hoofdstad op te trekken, om te trachten met wapengeweld de nieuwe regeering te doen aftreden, en den koning weer in majesteit te verhef fen De kans, dat het daartoe komen zal, is er. Reeds nu wordt uit Porto gemeld, dat vundaar koningsgezinde troepen naar de hoofdstad gezonden zijn. Bovendien wordt ook verzekerd, dat nog acht regimenten infanterie den koning trouw gebleven zijn. Het kan dus nog EEN HEETE STRIJD WORDEN. De voorloopige republikeinsche re geering houdt trouwens al met deze mogelijkheid rekening. Er worden door de nieuwe regeerders krachtige militaire maatregelen genomen, om TWEEDE BLAD. Db Vliegenlsr Yerstraeten. Geboren optimist wilde 't eir bij mij maar niet in, dat tc Haarlem diit jaar niet gevlogen zou worden. Met klem een betere zaak waar- dag verkondigde ik dan ook aan allen, die mij vroegen: „Wat denk je er van?" Wel zeker, hier in de Spaairne- stad wordt gevlogen. Je moet iemand toch de illusie niet zoo gauw ontnemen, hè. Wacht maar, een beetje geduld, en alles kom reek. Aan zoo'n vliegerijtje zit heel wat vast. Eerst een commissie, dan een goed veld, dan het slijk der aar de en last not least een vliegenier, een vliegmensch, een vlieger of vol gens de laatste uitvinding een vlie gert; zoek maair uit, net zooals men 't noemen wil. Men ziet, dat gaat maar niet zoo één, twee, drie. En dan de vliegers; heele beste menschen, maar over het algemeen met veel pretentie. Daar heb je Jantje, Olieslagers be doel ik; al staat er maar één boom in den weg, dan gaat-ie niet omhoog; is er- maar één huis niet naar z'n zin in de omgeving van het vliegterrein, eerst afbreken, jongens, anders vlieg ik niet» Ja, heusch, het zijn heele heer en, die Luclitkoningenl Zo regeeren in de lucht enop het land. En de commissie-leden staan als onderdanige dienaren hun bevelen af te wachten. Zij hangen van de luchtveroveraars af; zoo is de toestand en niet an- dersl Is hot dan te verwonderen, dat tot dusverre twee comité's te Haarlem nog niet slaagden en... hun plannen in do lucht bleven hangen, iets wat ze met de luc-htmenschen gemeen hebben, en welke overeenstemming hier dan ook heel aardig klopt. Maar met dit al verliepen de da gen, verliep zelfs de termijn, welke voor dc vliegweek te Haarlem was aangekondigd en begon ook mijn op timisme te wankelen, totdat op eens Donderdagmiddag, terwijl ik rustig op mijn kantoor zat als een blik semstraal bij helderen hemel uit Alkmaar dc telegrafische mededee- ling kwam: Verstraeten zal van 13 tot 18 October te Haarlem vliegen; hij is geëngageerd door het Bioscoop- Theatcr op de Groote Markt." Wat doo Je in zoo'n geval? Wed natuurlijk trek je er schicdijk op uit naar Alkmaar, de stad van FEUILLETON Na langen tijd. Novelle van MATTHIAS BLANK. 4) Op den derden dag was er verande ring ingetreden; toen ik hem op dat tijdstip bezocht, was de koorts ko men opzetten. Hij was geheel in de war en huilde in dien toestand alseen kind. Men had een brief bij hem ge vonden en deze was de schuld van al les. Vrijwillig lieeft hij dien brief niet gegeven, terwijl hij sliep hoeft men hem weggenomen. Hier is do bewuste. Mevrouw Dora Hoblfeld reikte haar zoon een samengevouwen stuk papier toe. Aarzelend bijna met tegenzin, nam hij het aan. Met trillende handen opende hii.het en las het geel gewor den verbleekte schrift. Mijnheer Robert Strehlen. Om een ander met onschuldig te zien liiden, verklaar ik u, dat ik het geweest ben, die in het gezel schap met den heer Herterich in het café. „Amor" ben gezien. Ik had Berta's domino geleend, daar ik niet herkend wilde worden. Hoogachtend, MARGA SOMMERSDORFF. Mevrouw Dora Hoblfeld vertelde Verder. Ze dacht nu immers, dat de overwinning aan haar was. Begrijp je nu wat je, oom verlo ren heeft? Dat café heeft een zekeren naam. En deze heer Herterich was waaruit de victorie begon, en die ook nu weer aan Haarlem het voorbeeld zou geven. Zoo herhaalt zich steeds de ge schiedenis. Om 2.33 zat ik reeds in den trein naar Noord-Holland's derde stad om daar den a.s. held van do Haariem- sche vliegweek te -gaan intervie wen. Langs de vrediige dorpen Bloemen- daal en Santpoort met hun prachtige natuur, die zoo mooi aandoet in haar herfst-tinten; langs heerlijke landouwen, waar het vee als was 't in het hartje van den zomer nog lustig en rustig graasde, kwam ik aan het mooi gelegen Hoilo, het laatste station vóór Alkmaar, aan welke lijn het vliegterrein is gelegen. Van mijn coupé uit kon ik hel best zien, zag ik den held van den dag op z'n tweedekker zitten, tot opstijging gereed en toen ik te Alkmaar aan kwam, was Prof. Léon Verstraeten reeds de lucht in; vlogen de menschen op het hooTon van het motor-gesnor hun huizen uit om in de verte een stip te zien Dat was de vliegmensch, die dien middag reeds z'n tweede vlucht maakte en waarvan ik later het volgende vernam, toen ik op het vliegterrein was aangeland; want daar ging ik heen niet alleen voor een onderhoud, maar ook gedach tig aan het spreekwoord driemaal is scheepsrecht hem nog eens in de lucht te zien. En dat is uitgekomen ook, maar daarover later. Eerst nu eens iets over DE EERSTE VLUCHT. Twintig minuten na twee kwam het toestel buiten. De heer Verstrae ten werd met applaus ontvangen. In een ooganblik zat hij in den stuur stoel. Even moest nog gewacht wor den, „voor de fotografieën". De mé- canicien stond klaar om dien motor in beweging te brengen, de lieer Jan Verstraeten, zijn broeder, achter hem met de vlag, toeken voor de vier menschen die den staart vasthielden om los te laten, zoodra er mee ge wapperd werd. Toen zette de heer Verstraeten het kraantje van den ben zine-invoer open, de heer Sjovel, de mécanicien, begon ie draaien, nog I eens en nog eens toen pakte de motor en sloeg met zijn twaalfhon derd slagen in de minuut ais een wilde in het rond. Het was alsof een ongekende storm het gras achter en onder het toestel neerzwiep te en de mannen hadden moeite om te blijven liggen. Een holsch lawaai is liet. Vier minuten voor half drie wappert de vlag. Los laten de mannen het toe stel dat op zijn kleine wieltjes snel over het grasveld huppelt. Zou hij gaan ja daar ging hij, het, die zich die hatelijke woorden liet ontvallen en op je oom geschoten heeft! Dat is hel! Toen jo oom gene zen was, heeft hij een reis om de we- i reld gemaakt. Zoo beeft hij gepro beerd om alles te vergeten. Je kunt nu zelf oordeelen of je moeder onrecht vaardig is. Karl Hohlfeld liet de hand. waarin hij den brief bad, zinken. Daarop keek hij naar Marga Som- mersdorff en plotseling riep hij haar opgewonden toe: Zeg toch, dat liet- niet waar is, dat u dien brief niet hebt geschreven, dat alles bedrog is! Marga Sommersdorff was doods bleek; zo was opgestaan, moeilijk, als of zo een last had te dragen, die haar terneer drukte. En ze antwoordde: „Ja, ik heb dien brief geschreven. Geloof je het nu? vroeg me vrouw Dora Hohlfeld. Karl Hohlfeld frommelde den brief ineen, toen wierp hij hem weg. Ik kan het niet gelooven! Ze moet onschuldig zijn. Hoort u het, moeder, ik geloof het niet! Nooit Daar moet een of ander geheim tus- scben zitten, dat wij niet kennen. Ik geloof het niet. Maar je oom heeft het geloofd. I-Iij is zonder afscheid van haar te nemen vertrokken, zonder één groet, zonder haar nog ©en enkelen keer to hebben gezien. Dan heeft hij haar niet zoo be mind als ik dat doe. Benno Ruttenau mompelde Niet zoo bemind, Beschouwt hij mij dus als beklaagde, dio aan klachten durfde gelooven? Maar niemand had acht op hem geslagen .Karl Hohlfeld stond voor Marga. statig d© lucht in, lijnrecht in wes telijke richting naar de duinen too, toen met een sierlijk© bocht naar het Zuiden. Na een eind weg geweest te zijn draaide hij en kwam te rug. Er steeg een daverend applaus uit het publiek naar den vliegman op, die deze ova tie met handgewuif beantwoordde. Duidelijk hoorde men het snorren en zoemen van den motor. Weer ging hij draaien, nu weer regelrecht naar d'e duinen, waar hij over een daor- liggende boerderij vloog. Eindelijk ging de heer Jean Verstraeten met de vlag wapperen, de vliegman had be grepen even later huppelde hij weer in zijn toestel over het veld en had zijn eerste vlucht op schitte rende wijze volbracht» Kalm als hij opsteeg kwam hij neer, ontvangen diooir het niet talrijke maar zeer geestdriftige publiek, Het was een handjesgeven van je wel6te een van de eersten was de heer Jhr. Van Foreest, Heilo's burgemeester. Op weg naar de feesttent werd de vlieg man toegesproken door burgemees ter Ripping, die hem warm de hand drukte, hem gelukwonschte met het succes en hem toewenschte, dat Alk maar bij hem dezelfde prettige in drukken zou achterlaten als htj thans aan Alkmaar had gegeven. Te midden van de juichende me nigte trok de vliegman naar de feest tent, waar de voorzitter do heer De Groot hem namens het comité, neen, namens het geheele publiek geluk wonschte. De spreker deed uitkomen de benijdenswaardige kalmte en de ijzeren wilskracht waarover de heer Verstraeten beschikt. Voor zijn prach tige vlucht bood hij hem een mooïen lauwerkrans aan fanfares, hoera's, handgeklap. De aviateur dankte „het heele co mité" en „alle massa volk" hartelijk voor de hem gebrachte hulde. Hoog was hij niet geweest zijn grootste hoogte was 60 meter, maar dat had hij gedaan, omdat liet publiek er meer aan had. Vijf minuten over half vier ving DE TWEEDE VLUCHT aan. Deze duurde zes minuten en had niet minder succes. Men had nu mooie gelegenheid het stijgen en zachtkens aan zakken te bewonderen. Hij vloog nu ook iets hooger dan de eerste maal. En om half vijf stond de machine TEN DERDE MALE gereed... en was ik present. Ja, ik ben een boffer. Toen van Maasdijk voor de eerste maal te Heerenveen opsteeg, was ik er bij, toon Olieslagers te Amsterdam na vele verloren dagen eindelijk de lucht inging, was ik present, en nu nauwelijks op 't vliegterrein Heeft u het gehoord? Ik ge loof het niet. Wanneer uwe handen deze woorden hebben neergeschreven dan hoeft u niet uit vrijen wil gehan deld. Zeg het mij! Sterk mij in dit gelooven! Ik heb dat alles uit vrijen wil neer geschreven. Dat is de waarheid! Daar er echter een verklaring van mij ver langd wordt, zal ik die geven. Marga Sommersdorff richtte zich op; haar gestalte scheen nog te groeien. Nu mag ik spreken, daar mijn toenmalige vriendin. Bertha Strehlen, intusschen gestorven is. Zij was het] die zich tot een onvoorzichtigheid ik wil het geen zonde noemen liet overhalen. Zij was met dien meneer Hetcrich in gezelschap geweest en was door haar domino herkend. Maar Bertha had. twee kinderen. Zou zij terwille van dezen eenen misstap de kinderen moeten verliezen Ze heeft toen w eenend voor mij op de knieën gelegen en daarom heb ik dien brief geschreven. Ik dacht toen dat ik niets had te verliezen, als ik door zulk een leugen mijn vriendin redde. Nu is ze dood. Nu moogt ge de verklaring hooren. Zij was van dien tijd af een zorgvolle moeder en echtgenoote en ik heb geen spijt, dat ik die leugen op mij heb genomen. Bén ding is echter niet gebeurd. Ik had meneer Rülte- nau vergiffenis moeten vragen! Dat heb ik niet geweten! Ze was dichterbij gekomen. Hij sloeg zijn blikken voor haar groote, trotsche oogen neer, toen hij antwoordde: Dat moest u niet! De jongen heeft mij vandaag geleerd, wat ik toen had moeten doen. Wanneer mijn lief de werkelijk zoo groot was geweest, dan had ik dien brief niet mogen ge looven. Nooit! riep Karl Hohlfeld. Ziet u nn. moeder, dat zij onschuldig is? Ik wist het well Marga Sommersdorff had snel de kamer verlatén. Mevrouw Dora Hohlfeld wendde zich tot haar zoon: Je wilt die komedie niet geloo ven? Ja, moeder, ik moet haar geloo ven, omdat ik haar liefheb. En nu ga ik haar opzoeken, al mijn moed verzamelen en haar smeeken of zij mij ook niet kan liefhebben. Karl! Dat zal je niet doen! Toch, moederl Ik wil van haar zelf zekerheid hebben. Toen was ook hij verdwenen. IV. Ik heb u alles moeten zeggen. Ik heb nu alles verraden wat mijn hart tot nu toe zoo bezwaard heeft. Tot nu toe had ik niet den moed om deze be kentenis te doennu wil ;k echter r.iei meer in onzekerheid leven. U weet, hoezeer ik van u houd. Eu nu beslistMaak mij gelukkig, of.... Hij voltooide dezen zin niet. Karl Hohlfeld nam haar smalle, witte hand en drukte er een kus op. Marga Sommersdorff trok haar hand langzaam terug: Het zou ecu dwaasheid zijn, wan neer ik naar u luisteren zou. Neenl Wees niet boos op mij, maar geloof meer zal een tijd komen waarin ge er mij dankbaar voor zult zijn. Wan neer gij eerst dertig jaar oud zult zijn dan zoudt ge een oude vrouw hebben. Neen. Juist omdat ik u genegen ben, wil ik uw vriendip blijven, daarom kan ik u geen ander antwoord ge ven. Hij bracht geen woord meer over zijn vast opeengeklemde lippen; en toen hij naar de deur ging. had hij het hoofd laten zakken "Marga Sommersdorff was echter naast den leunstoel blijven staan en streek liefdevol over de leuning. Daar op ging ze langzaam, bijna aarzelend alsof ze bang was, naar de piano, en haar vingers fantaseerden over de toetsen. Marga zou nog een tweeden bezoe ker ontvangen. Dat was Benno Ruttenau. De begroeting tusschen deze twee was onbeholpen. Beiden schenen ang stig le zijn; er lag iets tusschen hen, dat geen woord van de lippen liet ko- Beleefdheden werden gewisseld, maar niemand deed de beslissende vraag. Alleen in hun oogen was het te lezen, hoezeer ze naar elkaar ver langden: naar een afrekening tus schen hen beiden alleen zonder ge tuigen. Maar wie van hen zou beginnen, wie /.ou het eerste woord spreken.' Marga had nog niet naar de reden van zijn bezoek gevraagd. Ze zaten ais vreemden tegenover elkaar. Beiden wachtten op het zelfde. Misschien op een wonder? Hij begon: Ik verbeeldde mij. dat ge zoo juist piano speeldet. Was het een der liederen van Hugo Wolf? Ja! Een Hugo Wolf. Gij hebt me dezen meester doen kennen. Gij hebt me voor den eerstea keer van Hugo Wolf verteld, en wanneer ik geheel alleen ben, dan SDeel ik zijn liederen. Maar ze klinken onder mijn vingers niet zoo rustig, niet zoo vol en vredig tegelijk. Gij moest zijn liederen spe len rrotseling hield ze op en zeide met geheel andere stem: Vergeef me, ik had het vergeten en ben de laatste, die het vergeten mag. Spreek daar toch niet over. Het moet echter gebeuren! Ik wist immers niet, dat ge om mijnent wille zooveel verloren hebt. Ik sta zoo diep bij je in schuld! Dat is niet waar! Gij niet! Ik ben het. die vergiffenis moet vragen. En daarom ben ik hier. Daar ben ik gekomen en wanneer ge niet anders wilt, laten we die schuld dan deelen. Wanneer ieder het gelijke deel voor zijn rekening neemt, dan hangt de schaal weer in evenwicht. Zullen we liet zoo probeeren? Marga sloeg haar blikken neer. Wanneer het mogelijk is! Het is moeeliik. Ik weet welk antwoord mijn neef heeft gekregen. En nu ben ik gekomen met dezelfde vraag met den zelfden wensch. Weliswaar heb ik reeds veel grijze haren, maar mijn hart "is nu- weer jong geworden. Zullen wc een streep dooi 't verleden halen en zeggen, dat we quitte zijn? Zullen we? Ze waren beiden op gaan staan. Marga Sommersdorff hief baar hoofd op. Er was een schittering in haar oogen, de wangen brandden en' ze strekte haar armen naar hem uit, Wanneer wanneer je het nog eens wilt probeeren. Of ik wil? Marga! Ze lagen in elkanders armen en kusten elkaar lang. (Slot)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5