NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
28e Jaargang. No. 8371
Verschijn* dagelijks, behalve op Zon. en Feestdagen.
VRIJDAG 7 OCTOBER 1910 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ,fe, ADVERTENTIËN:
per drie maanden.* Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem1.20 Haarlem van 15 regels ƒ1.—, elke regel meer/0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1.30 jp f^j8fSSÈË£'iAdvertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland„1.65 3 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
üeïllusbeerd Zondagsblad, voor Haariem* 1 1 I I 037K Redactie en Administratie: flroote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Cost'er. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
aangekomen, laat Verstra eten me
z'n prestaties zien en kon ik zijn
kalm opgaan, zijn mooi regelmatig
vliegen, gedurende 5 minuten en zijn
prachtig dalen, bewonderen; kon ik
mijne gelukwenschen, bij de xele, die
hij na zijn derde vlucht in ontvangst
had te nemen, voegen.
En mijn conclusie? Ja, die zult ge
zeker wel op prijs stellen, want ach
tereenvolgens 3 vliegeniers te „ver
slaan"' is geen kleinigheid, dan wordt
men zoo langzamerhand daarin spe
cialiteit. He denk er ten minste hard
over het op m'n naamkaartje te zet
ten. Maar ter zakel
PROF. LéON VERSTRAETEN
schijnt mij een bekwaam vlieger toe,
even degelijk en deugdelijk als zijn 7
cylindérmotor. En dat wil watzeg-
gon.
Hij maakt oene groofce uitzondering
op den in den aanhef aangegeven al-
gomeenen regel; hij is integendeel
hoogst eenvoudig en bescheiden, een
aangename sympathieke jonge man,
die wars is van het lawaaierige en
opschepperige, dat velen, die met
koene prestaties lauweren oogstten,
eigen is. Hij is vriendelijk in den
omgang, kalm in zijn manier van op
treden, kalm in z'n spreken van de
Hollandsche taal, die liij heel goed
machtig is.
Hij is een man, die in één slag al
ler harten wint. En wat
ZIJN LOOPBAAN ALS AVIATEUR
boireft, daarover vertelde hij mij
het volgende:
In Februari 1910 besloot hij, die
eerst bij een automobielfabriek geïn
teresseerd was zijn auto tegen een
aeroplane te verwisselen.
De 34-jarige Belg kreeg zijn eerste
lessen in de edele vliegkunst bij Voi-
sin te Mo urmeion; vervolgens kwam
hij op de leerschool van Summer in
Douzy (Ardennen), waar hij weldra
gediplomeerd werd en als 1 eeraar
aangesteld. Eén zijner leerlingen was
Clément van Maasdijk.
Behalve aan wedstrijden, deed hij
aan viiegdemonstraties in tal van
Belgische steden, Antwerpen, Ni-
mes, Thieriemont etc., mee.
In Holland debuteerde hij hoogst
gelukkig te Bergen op Zoom, waar
hij ook op de dagen dat Oliesla
gers to Amsterdam, niet vloog ee-
uige mooie vluchten maakte.
Te Rouaan vloog hij eens 105 mi
nuten en bereikte eene hoogte van
600 nieter.
Zn eerste groote optreden in het
publiek was bij den wedstrijd te Rou
aan, waar hij van de 26 vliegers, den
zesden prijs behaalde, voor de hoog
ste en een eersten voor de lengte-
vlucht van 105 minuten.
Tc Brussel verwierf hij den éden
prijs van de Belgische vliegers; den
eersten voor het vliegen met een pas
sagier en een eere-prijs voor be
kwaamheid. Eindelijk te Chatelet een
lsten prijs voor het grootste aantal'
vluchten.
Z'n toestel is een Sommer-tweedek-
ker met Gnome-motor van 50 P.K.;
weegt 75 Kilo en kost 15.000 francs.
Volgens dezen vliegmensch is een
tweedekker stabieler dan een ééndek
ker.
En wanneer de motor boven stopt?
Dan is het heel goed mogelijk „vol
plané", d.w.z. met hoogte- en laagte
stuur werkend en manoeuvreerend
behouden op den grond te komen.
Hieruit blijkt wel, dat de aviateur
Verstraeten op alles voorbereid is,
dat hij een bekwaam vlieger is met
veel durf.
Mijn optimisme wordt dus niet be-
scli/aanut; we krijgen hier een vlieg-
week en een bovensten besten vlieger.
Zelfs bestaat er kans, dat hier met
een passagier wordt gevlogen.
Volgens den impresario, den heer
de GTau, zijn ook voor Alkmaar reeds
60 brieven om mede te vliegen, inge
komen.
Na afloop van dezen wèlgeslaagden
vliegdag, vereenïgden het Comité en
de .vliegenier met enkele belangstel
lenden zich aan een gezellig diner in
„de Toelast" te Alkmaar.
Daar werd druk gespeecht op den
goeden afloop van dezen dag en op
het succes der volgende dagen.
Dat het bereikt moge worden, is de
wensch van den
s p e c i a 1 e n verslaggever
van „Haarlem's Dagblad
Buitenlandsch Overzicht
De revolntie ln Portugal.
De telcgrammenstroom van gister
morgen is belangrijk verminderd.
Blijkbaar is er dus weinig verande
ring in
DEN TOESTAND TE LISSABON
gekomen. Er wordt geen melding
meer gemaakt van straatgevechten,
waaruit dus afgeleid mag worden,
dat deze een einde genomen hebben.
In dc hoofdstad zijn de republikeinen
dus van den toestand meester. Het
volk heeft aan de oproepingen en
aanmaningen in de verschillende
manifesten zie de telegrammen in
ons vorig nummer gehoor gegeven
en is tot rust gekomen.
Of riet een blijvende rust zal zijn
We weten het niet. Er zijn aanwijzin
gen, die er op duiden, dat het
EEN STILTE, DIE DEN STORM
VOORAFGAAT,
is.
De revolutie heeft zich, gelijk we
ook al in ons vorig Overzicht op
merk ton, bijna uitsluitend tot Lissa
bon, het hartje der republikeinsche
Onze Lachhoek
ZEER JUIST.
A. Automobiel-wedrennen, wat f»
dat?
B. Een pleonasme.
EEN ONVERWACHT
BESCHEID.
De gouverneur van een lief kind,
een gravinnetje is aan de historie.
Goed, goed geantwoord, Adelheid
en weet u nog welken bijnaam, Karei,
de zoon van Lodewijk den Vrome had?
't Gravinnetje zweeg.
De gouverneur met een minzaam
lachje bemoedigend (op zijn kaal
hoofd wijzend).
Nu?
Het gravinnetje De Domme.
EEN KLEINE VERGISSING.
Een jongen moest voor zijn baas in-
formeeren, wat er 's avonds in den
schouwburg gespeeld werd.
De bureaulist zei„Natuur en
plicht, of de zoon rechter over zijn va
der."
De jongen bracht 't aldus over
„Vuur en licht of de zoon nog slech
ter dan zijn vader."
Zij Als de deurwaarder hier in
huis komt, zal ik hem even de tanden
laten zien, dat beloof ik je.
Hij Doe dit liever niet, anders legt
hij daar ook nog beslag op.
Tante, ik bevries.
Maar Marietje, 't is toch zulk
mooi weerik heb het in 't geheel
niet koud.
Ja, tante, maar u hebt ook zoo'n
dikke huid, heeft papa gezegd.
beweging, beperkt. Alleen te Porto
zijn eenige ongeregeldheden voorge
komen, maar deze behooren al weer
tot hei verleden en hadden dan ook
weinig te beduiden.
Het is nu de vraag, of dc bewoners
der provincies zich met den nieuwen
gang van zaken zullen kunnen ver
eenigen. Het is niet duidelijk, hoe het
platteland over de republikeinsche
beginselen denkt, maar wel wordt
algemeen aangenomen, dat onder de
provinciers nog veel koningsgezinden
zijn. Als dezen nu eens het voornemen
hebben, oni gezamenlijk naar de
hoofdstad op te trekken, om te
trachten met wapengeweld de nieuwe
regeering te doen aftreden, en den
koning weer in majesteit te verhef
fen
De kans, dat het daartoe komen
zal, is er. Reeds nu wordt uit Porto
gemeld, dat vundaar koningsgezinde
troepen naar de hoofdstad gezonden
zijn. Bovendien wordt ook verzekerd,
dat nog acht regimenten infanterie
den koning trouw gebleven zijn.
Het kan dus nog
EEN HEETE STRIJD WORDEN.
De voorloopige republikeinsche re
geering houdt trouwens al met deze
mogelijkheid rekening. Er worden
door de nieuwe regeerders krachtige
militaire maatregelen genomen, om
TWEEDE BLAD.
Db Vliegenlsr Yerstraeten.
Geboren optimist wilde 't eir bij
mij maar niet in, dat tc Haarlem diit
jaar niet gevlogen zou worden.
Met klem een betere zaak waar-
dag verkondigde ik dan ook aan
allen, die mij vroegen: „Wat denk je
er van?"
Wel zeker, hier in de Spaairne-
stad wordt gevlogen.
Je moet iemand toch de illusie niet
zoo gauw ontnemen, hè.
Wacht maar, een beetje geduld,
en alles kom reek.
Aan zoo'n vliegerijtje zit heel
wat vast. Eerst een commissie, dan
een goed veld, dan het slijk der aar
de en last not least een vliegenier,
een vliegmensch, een vlieger of vol
gens de laatste uitvinding een vlie
gert; zoek maair uit, net zooals men
't noemen wil.
Men ziet, dat gaat maar niet zoo
één, twee, drie.
En dan de vliegers; heele beste
menschen, maar over het algemeen
met veel pretentie.
Daar heb je Jantje, Olieslagers be
doel ik; al staat er maar één boom in
den weg, dan gaat-ie niet omhoog; is
er- maar één huis niet naar z'n zin
in de omgeving van het vliegterrein,
eerst afbreken, jongens, anders vlieg
ik niet»
Ja, heusch, het zijn heele heer en,
die Luclitkoningenl
Zo regeeren in de lucht enop
het land.
En de commissie-leden staan als
onderdanige dienaren hun bevelen af
te wachten.
Zij hangen van de luchtveroveraars
af; zoo is de toestand en niet an-
dersl
Is hot dan te verwonderen, dat tot
dusverre twee comité's te Haarlem
nog niet slaagden en... hun plannen
in do lucht bleven hangen, iets
wat ze met de luc-htmenschen gemeen
hebben, en welke overeenstemming
hier dan ook heel aardig klopt.
Maar met dit al verliepen de da
gen, verliep zelfs de termijn, welke
voor dc vliegweek te Haarlem was
aangekondigd en begon ook mijn op
timisme te wankelen, totdat op eens
Donderdagmiddag, terwijl ik rustig
op mijn kantoor zat als een blik
semstraal bij helderen hemel uit
Alkmaar dc telegrafische mededee-
ling kwam:
Verstraeten zal van 13 tot 18
October te Haarlem vliegen; hij
is geëngageerd door het Bioscoop-
Theatcr op de Groote Markt."
Wat doo Je in zoo'n geval? Wed
natuurlijk trek je er schicdijk
op uit naar Alkmaar, de stad van
FEUILLETON
Na langen tijd.
Novelle van
MATTHIAS BLANK.
4)
Op den derden dag was er verande
ring ingetreden; toen ik hem op dat
tijdstip bezocht, was de koorts ko
men opzetten. Hij was geheel in de
war en huilde in dien toestand alseen
kind. Men had een brief bij hem ge
vonden en deze was de schuld van al
les. Vrijwillig lieeft hij dien brief niet
gegeven, terwijl hij sliep hoeft men
hem weggenomen. Hier is do bewuste.
Mevrouw Dora Hoblfeld reikte haar
zoon een samengevouwen stuk papier
toe.
Aarzelend bijna met tegenzin, nam
hij het aan. Met trillende handen
opende hii.het en las het geel gewor
den verbleekte schrift.
Mijnheer Robert Strehlen.
Om een ander met onschuldig te
zien liiden, verklaar ik u, dat ik
het geweest ben, die in het gezel
schap met den heer Herterich in
het café. „Amor" ben gezien. Ik
had Berta's domino geleend, daar
ik niet herkend wilde worden.
Hoogachtend,
MARGA SOMMERSDORFF.
Mevrouw Dora Hoblfeld vertelde
Verder. Ze dacht nu immers, dat de
overwinning aan haar was.
Begrijp je nu wat je, oom verlo
ren heeft? Dat café heeft een zekeren
naam. En deze heer Herterich was
waaruit de victorie begon, en die ook
nu weer aan Haarlem het voorbeeld
zou geven.
Zoo herhaalt zich steeds de ge
schiedenis.
Om 2.33 zat ik reeds in den trein
naar Noord-Holland's derde stad om
daar den a.s. held van do Haariem-
sche vliegweek te -gaan intervie
wen.
Langs de vrediige dorpen Bloemen-
daal en Santpoort met hun prachtige
natuur, die zoo mooi aandoet in
haar herfst-tinten; langs heerlijke
landouwen, waar het vee als was
't in het hartje van den zomer
nog lustig en rustig graasde, kwam
ik aan het mooi gelegen Hoilo, het
laatste station vóór Alkmaar, aan
welke lijn het vliegterrein is gelegen.
Van mijn coupé uit kon ik hel best
zien, zag ik den held van den dag op
z'n tweedekker zitten, tot opstijging
gereed en toen ik te Alkmaar aan
kwam, was Prof. Léon Verstraeten
reeds de lucht in; vlogen de menschen
op het hooTon van het motor-gesnor
hun huizen uit om in de verte een
stip te zien Dat was de vliegmensch,
die dien middag reeds z'n tweede
vlucht maakte en waarvan ik later
het volgende vernam, toen ik op het
vliegterrein was aangeland; want
daar ging ik heen niet alleen voor
een onderhoud, maar ook gedach
tig aan het spreekwoord driemaal is
scheepsrecht hem nog eens in de
lucht te zien.
En dat is uitgekomen ook, maar
daarover later.
Eerst nu eens iets over
DE EERSTE VLUCHT.
Twintig minuten na twee kwam
het toestel buiten. De heer Verstrae
ten werd met applaus ontvangen. In
een ooganblik zat hij in den stuur
stoel. Even moest nog gewacht wor
den, „voor de fotografieën". De mé-
canicien stond klaar om dien motor
in beweging te brengen, de lieer Jan
Verstraeten, zijn broeder, achter hem
met de vlag, toeken voor de vier
menschen die den staart vasthielden
om los te laten, zoodra er mee ge
wapperd werd. Toen zette de heer
Verstraeten het kraantje van den ben
zine-invoer open, de heer Sjovel, de
mécanicien, begon ie draaien, nog
I eens en nog eens toen pakte de
motor en sloeg met zijn twaalfhon
derd slagen in de minuut ais een
wilde in het rond. Het was alsof een
ongekende storm het gras achter en
onder het toestel neerzwiep te en de
mannen hadden moeite om te blijven
liggen. Een holsch lawaai is liet. Vier
minuten voor half drie wappert de
vlag. Los laten de mannen het toe
stel dat op zijn kleine wieltjes snel
over het grasveld huppelt.
Zou hij gaan ja daar ging hij,
het, die zich die hatelijke woorden
liet ontvallen en op je oom geschoten
heeft! Dat is hel! Toen jo oom gene
zen was, heeft hij een reis om de we-
i reld gemaakt. Zoo beeft hij gepro
beerd om alles te vergeten. Je kunt nu
zelf oordeelen of je moeder onrecht
vaardig is.
Karl Hohlfeld liet de hand. waarin
hij den brief bad, zinken.
Daarop keek hij naar Marga Som-
mersdorff en plotseling riep hij haar
opgewonden toe:
Zeg toch, dat liet- niet waar is,
dat u dien brief niet hebt geschreven,
dat alles bedrog is!
Marga Sommersdorff was doods
bleek; zo was opgestaan, moeilijk, als
of zo een last had te dragen, die haar
terneer drukte. En ze antwoordde:
„Ja, ik heb dien brief geschreven.
Geloof je het nu? vroeg me
vrouw Dora Hohlfeld.
Karl Hohlfeld frommelde den brief
ineen, toen wierp hij hem weg.
Ik kan het niet gelooven! Ze
moet onschuldig zijn. Hoort u het,
moeder, ik geloof het niet! Nooit
Daar moet een of ander geheim tus-
scben zitten, dat wij niet kennen. Ik
geloof het niet.
Maar je oom heeft het geloofd.
I-Iij is zonder afscheid van haar te
nemen vertrokken, zonder één groet,
zonder haar nog ©en enkelen keer to
hebben gezien.
Dan heeft hij haar niet zoo be
mind als ik dat doe.
Benno Ruttenau mompelde
Niet zoo bemind, Beschouwt
hij mij dus als beklaagde, dio aan
klachten durfde gelooven?
Maar niemand had acht op hem
geslagen .Karl Hohlfeld stond voor
Marga.
statig d© lucht in, lijnrecht in wes
telijke richting naar de duinen too,
toen met een sierlijk© bocht naar het
Zuiden. Na een eind weg geweest te
zijn draaide hij en kwam te
rug. Er steeg een daverend
applaus uit het publiek naar
den vliegman op, die deze ova
tie met handgewuif beantwoordde.
Duidelijk hoorde men het snorren
en zoemen van den motor. Weer ging
hij draaien, nu weer regelrecht naar
d'e duinen, waar hij over een daor-
liggende boerderij vloog. Eindelijk
ging de heer Jean Verstraeten met de
vlag wapperen, de vliegman had be
grepen even later huppelde hij
weer in zijn toestel over het veld en
had zijn eerste vlucht op schitte
rende wijze volbracht» Kalm als hij
opsteeg kwam hij neer, ontvangen
diooir het niet talrijke maar zeer
geestdriftige publiek, Het was een
handjesgeven van je wel6te een
van de eersten was de heer Jhr. Van
Foreest, Heilo's burgemeester. Op
weg naar de feesttent werd de vlieg
man toegesproken door burgemees
ter Ripping, die hem warm de hand
drukte, hem gelukwonschte met het
succes en hem toewenschte, dat Alk
maar bij hem dezelfde prettige in
drukken zou achterlaten als htj
thans aan Alkmaar had gegeven.
Te midden van de juichende me
nigte trok de vliegman naar de feest
tent, waar de voorzitter do heer De
Groot hem namens het comité, neen,
namens het geheele publiek geluk
wonschte. De spreker deed uitkomen
de benijdenswaardige kalmte en de
ijzeren wilskracht waarover de heer
Verstraeten beschikt. Voor zijn prach
tige vlucht bood hij hem een mooïen
lauwerkrans aan fanfares, hoera's,
handgeklap.
De aviateur dankte „het heele co
mité" en „alle massa volk" hartelijk
voor de hem gebrachte hulde. Hoog
was hij niet geweest zijn grootste
hoogte was 60 meter, maar dat had
hij gedaan, omdat liet publiek er
meer aan had.
Vijf minuten over half vier ving
DE TWEEDE VLUCHT
aan. Deze duurde zes minuten en
had niet minder succes. Men had nu
mooie gelegenheid het stijgen en
zachtkens aan zakken te bewonderen.
Hij vloog nu ook iets hooger dan
de eerste maal.
En om half vijf stond de machine
TEN DERDE MALE
gereed... en was ik present.
Ja, ik ben een boffer.
Toen van Maasdijk voor de eerste
maal te Heerenveen opsteeg, was ik
er bij, toon Olieslagers te Amsterdam
na vele verloren dagen eindelijk
de lucht inging, was ik present, en
nu nauwelijks op 't vliegterrein
Heeft u het gehoord? Ik ge
loof het niet. Wanneer uwe handen
deze woorden hebben neergeschreven
dan hoeft u niet uit vrijen wil gehan
deld. Zeg het mij! Sterk mij in dit
gelooven!
Ik heb dat alles uit vrijen wil neer
geschreven. Dat is de waarheid! Daar
er echter een verklaring van mij ver
langd wordt, zal ik die geven.
Marga Sommersdorff richtte zich op;
haar gestalte scheen nog te groeien.
Nu mag ik spreken, daar mijn
toenmalige vriendin. Bertha Strehlen,
intusschen gestorven is. Zij was het]
die zich tot een onvoorzichtigheid
ik wil het geen zonde noemen liet
overhalen.
Zij was met dien meneer Hetcrich in
gezelschap geweest en was door haar
domino herkend. Maar Bertha had.
twee kinderen. Zou zij terwille van
dezen eenen misstap de kinderen
moeten verliezen Ze heeft toen
w eenend voor mij op de knieën
gelegen en daarom heb ik dien
brief geschreven. Ik dacht toen dat ik
niets had te verliezen, als ik door zulk
een leugen mijn vriendin redde. Nu
is ze dood. Nu moogt ge de verklaring
hooren. Zij was van dien tijd af een
zorgvolle moeder en echtgenoote en
ik heb geen spijt, dat ik die leugen op
mij heb genomen. Bén ding is echter
niet gebeurd. Ik had meneer Rülte-
nau vergiffenis moeten vragen! Dat
heb ik niet geweten!
Ze was dichterbij gekomen.
Hij sloeg zijn blikken voor haar
groote, trotsche oogen neer, toen hij
antwoordde:
Dat moest u niet! De jongen
heeft mij vandaag geleerd, wat ik toen
had moeten doen. Wanneer mijn lief
de werkelijk zoo groot was geweest,
dan had ik dien brief niet mogen ge
looven.
Nooit! riep Karl Hohlfeld.
Ziet u nn. moeder, dat zij onschuldig
is? Ik wist het well
Marga Sommersdorff had snel de
kamer verlatén.
Mevrouw Dora Hohlfeld wendde
zich tot haar zoon:
Je wilt die komedie niet geloo
ven?
Ja, moeder, ik moet haar geloo
ven, omdat ik haar liefheb. En nu
ga ik haar opzoeken, al mijn moed
verzamelen en haar smeeken of zij
mij ook niet kan liefhebben.
Karl! Dat zal je niet doen!
Toch, moederl Ik wil van haar
zelf zekerheid hebben.
Toen was ook hij verdwenen.
IV.
Ik heb u alles moeten zeggen. Ik
heb nu alles verraden wat mijn hart
tot nu toe zoo bezwaard heeft. Tot nu
toe had ik niet den moed om deze be
kentenis te doennu wil ;k echter
r.iei meer in onzekerheid leven. U
weet, hoezeer ik van u houd. Eu nu
beslistMaak mij gelukkig, of....
Hij voltooide dezen zin niet.
Karl Hohlfeld nam haar smalle,
witte hand en drukte er een kus op.
Marga Sommersdorff trok haar
hand langzaam terug:
Het zou ecu dwaasheid zijn, wan
neer ik naar u luisteren zou. Neenl
Wees niet boos op mij, maar geloof
meer zal een tijd komen waarin ge
er mij dankbaar voor zult zijn. Wan
neer gij eerst dertig jaar oud zult zijn
dan zoudt ge een oude vrouw hebben.
Neen. Juist omdat ik u genegen ben,
wil ik uw vriendip blijven, daarom
kan ik u geen ander antwoord ge
ven.
Hij bracht geen woord meer over
zijn vast opeengeklemde lippen; en
toen hij naar de deur ging. had hij
het hoofd laten zakken
"Marga Sommersdorff was echter
naast den leunstoel blijven staan en
streek liefdevol over de leuning. Daar
op ging ze langzaam, bijna aarzelend
alsof ze bang was, naar de piano, en
haar vingers fantaseerden over de
toetsen.
Marga zou nog een tweeden bezoe
ker ontvangen.
Dat was Benno Ruttenau.
De begroeting tusschen deze twee
was onbeholpen. Beiden schenen ang
stig le zijn; er lag iets tusschen hen,
dat geen woord van de lippen liet ko-
Beleefdheden werden gewisseld,
maar niemand deed de beslissende
vraag. Alleen in hun oogen was het
te lezen, hoezeer ze naar elkaar ver
langden: naar een afrekening tus
schen hen beiden alleen zonder ge
tuigen.
Maar wie van hen zou beginnen,
wie /.ou het eerste woord spreken.'
Marga had nog niet naar de reden
van zijn bezoek gevraagd.
Ze zaten ais vreemden tegenover
elkaar.
Beiden wachtten op het zelfde.
Misschien op een wonder?
Hij begon:
Ik verbeeldde mij. dat ge zoo
juist piano speeldet. Was het een der
liederen van Hugo Wolf?
Ja! Een Hugo Wolf. Gij hebt me
dezen meester doen kennen. Gij hebt
me voor den eerstea keer van Hugo
Wolf verteld, en wanneer ik geheel
alleen ben, dan SDeel ik zijn liederen.
Maar ze klinken onder mijn vingers
niet zoo rustig, niet zoo vol en vredig
tegelijk. Gij moest zijn liederen spe
len rrotseling hield ze op en zeide
met geheel andere stem: Vergeef
me, ik had het vergeten en ben de
laatste, die het vergeten mag.
Spreek daar toch niet over.
Het moet echter gebeuren! Ik
wist immers niet, dat ge om mijnent
wille zooveel verloren hebt. Ik sta
zoo diep bij je in schuld!
Dat is niet waar! Gij niet! Ik
ben het. die vergiffenis moet vragen.
En daarom ben ik hier. Daar ben ik
gekomen en wanneer ge niet anders
wilt, laten we die schuld dan deelen.
Wanneer ieder het gelijke deel voor
zijn rekening neemt, dan hangt de
schaal weer in evenwicht. Zullen we
liet zoo probeeren?
Marga sloeg haar blikken neer.
Wanneer het mogelijk is!
Het is moeeliik. Ik weet welk
antwoord mijn neef heeft gekregen.
En nu ben ik gekomen met dezelfde
vraag met den zelfden wensch.
Weliswaar heb ik reeds veel grijze
haren, maar mijn hart "is nu- weer
jong geworden. Zullen wc een streep
dooi 't verleden halen en zeggen, dat
we quitte zijn? Zullen we?
Ze waren beiden op gaan staan.
Marga Sommersdorff hief baar
hoofd op. Er was een schittering in
haar oogen, de wangen brandden en'
ze strekte haar armen naar hem uit,
Wanneer wanneer je het
nog eens wilt probeeren.
Of ik wil? Marga!
Ze lagen in elkanders armen en
kusten elkaar lang.
(Slot)