RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
ten ook niet instemmende) zaï, naar
wij vertrouwen, onze meening afdoen
de staven.
De valletjes en combinaties, hoewel
zonder eenig voordeel uitgelokt of uit
gevoerd, zijn zeker schoon maar, om
alleen uit dit oogpunt de partij in zijn
geheel als ,,de belangwekkendste van
den laatsten tijd" te noemen, doet ons
meer aan een „blunder" dan aan een
„slagzet" denken.
De Haarlemsche Damclub houdt
hare bijeenkomsten iedercn Maandag
avond van 8 tot 12 uur in het Gebouw
„De Nijverheid", Jansstraat 85, al
hier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.
HET POSTWEZEN IN VROEGER
TIJD.
Vóór de invoering der postzegels
werden de brieven door een bode be
zorgd, die daarvoor zijn loon kreeg,
genaamd „bodeloon". Op de buiten
zijden der brieven uit dat tijdperk
staat dan ook „Loont de bode dezes"
of iets dergelijks. Men wal daaruit
het spreekwoord verklaren: „Boontje
komt om zijn loontje". Of het juist is,
zij daargelaten.
Amsterdam was in de 17de eeuw en
later door bodediensten en schip
persposten met bijna alle Landen en
steden van Europa verbanden. De
bodediensten namen zulk een uitbrei
ding aan, dat elke route niet meer
door slechte één bode kon behandeld
worden. Er moesten dus helpers in
dienst genomen worden. Dezen schij
nen niet altijd begrip van den juisten
tijd en van het vragen van het vast
gestelde bodeloon gehad te hebben.
Althans winkeliers en kooplieden te
■Amsterdam klaagden, dat de boden
niet steeds op tijd de brieven bezorg
den en dat zij te veel bodeloon vroe-
Om de uitbreiding der briefverzen
ding vereenigden zich daarom' vele
bodediensten en vormden één post
dienst, één postcomptoir.
Amsterdam bad in da 17de eeuw
vier zulke postcamptoiren, voortgeko
men uit vereeniging van bodeloopers
of schippersposten, zijnde: het Antr
werpsche, bet Hamburgsche, het Keul
sche en het bLnnenlandsche postkan
toor.
Als de brieven door de goede zorgen
van het Antwerpsche postkantoor
om bij een dezer kantoren te blij
ven van Amsterdam uit, te Ant
werpen waren gekomen, zorgde het
postkantoor, dat de brieven van daar
met bestemming naar Frankrijk,
Spanje en Portugal ook aan hun
adres kwamen. Het Antwerpsche kan
toor had op zich genomen den dienst
op Engeland, het verzond de brieven
naar Hellevoetsluis en daar nam de
zeepost die over hetzelfde kantoor
baalde en bracht ook de brieven van
en naar Haarlem.
Het binnenlandseh postkantoor had
zijn ontstaan te danken aan de schip
perspost. Vóór 1659 bezorgden sohlp-
pers de brieven uit Amsterdam en
Den Haag en omgekeerd. Later wer
den de brieven voor Den Ilaag, die
aan bet binnenlandsch postkantoor,
na bet vertrek der schippers, bezorgd
werden, des nachts door een postil
jon te paard vervoerd,
's Avonds vertrok de postiljon te
paard om halftien uit Amterdam
naar Haarlem. Daar steeg hij af wan
delde langs den Sin gei naar een
voor hem bestemd en gereed liggend
schuitje en liet zich daarin het Spaar-
ne overzetten. Aan land gekomen, be
steeg hij het paard, dat er voor hem
gereed werd gehouden, en reed er
mede naar Lisse. Daar trof hij saam
inet den postiljon, welke te 10 uur
uit Den Haag was vertrokken. Beide
postiljons verwisselden te Lisse hun
brievenmalen.
Daarna keerde de een naar Am
sterdam met de Haagsche brieven
maal terug, waar hij 's morgens te
vijf uur aankwam. Onmiddellijk na
zijn komst aan het kantoor te Am
sterdam, werd de maal geopend en
werden de brieven gesorteerd en di
rect daarna besteld De Haags che
postiljon keerde met den overgeno
men brievenmaal van den Amster-
damschen postiljon naar den Haag
terug. Een brief, 's avonds te halftien
uit Amsterdam verzonden, werd al
den volgenden morgen in de vroegte
te 's-Gravenhage besteld. Het port
was niet bijzonder hoog. Brieven, uit
Den Haag 's morgens voor zeven uur
te Amsterdam besteld, kostten aan
port drie stuivers, na acht uur twee
stuivers.
NIEUWE UITVINDINGEN.
De electro-technicus Kelway heeft
een toestel uitgevonden om door mid
del van draadlooze telegraphic het
ontbieden van rijtuigen en auto's
mogelijk te maken. Het toestel wordt
in huizen en kantoren aangebracht
en door eenvoudig op een knop te
drukken wordt een verbinding ge
kregen met elk rijtuig binnen een
zekeren afstand, dat van een ontvan
ger der Hertzgolven is voorzien. De
heer Kelway wil zijn vinding ook
trachten toe te passen in het belang
der politie, en hij heeft het denkbeeld
geopperd in de helmen der agenten
kleine toestellen aan te brengen, die
de draadlooze signalen zullen kun
nen ontvangen. Scotland Yard zou
het denkbeeld in ernstige overweging
hebben genomen.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle inge
zonden door jongens en meis
jes, die „Voor Onze Jeugd" le
zen. De namen der kinderen,
die mij vóór Donderdagmor
gen goede oplossingen zen
den, worden in het volgend
nummer bekend gemaakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1 (Ingezonden door J. Bos).
Ik besta uit 25 letters en ben een
spreekwoord.
3 2 is een versterkend middel.
9 10 6 11 is een vloeistof.
15 17 20 12 is ook een versterkend
middel.
1 5 4 8 9 is geen verlies.
7 ll 13 17 25 is een meisjesnaam.
15 5 14 is niet raak.
23 16 17 18 is niet zout.
22 24 25 is een bezittelijk voor
naamwoord.
19 20 21 22 is niet dom.
22 21 10 4 is een meisjesnaam.
2. (Ingezonden door Piër Heidweil-
ler).
Ik ben in huis en schuur te vinden,
Maar in een stad vindt gij mij niet;
In vreugde kre'eg ik ook een
plaatsje,
Maar niet in kommer en verdriet.
Bij oude menschen mag ik komen,
Maar niet in grijsaard, plaats of
tijd
In druil-oor werd ik neergesclire-
ven,
Doch niet in oefening en vlijt.
3. (Ingezonden door W. Ovenneer).
De meesten hebben schrik voor mij,
En angst, en vrees, en zorgen
Ofschoon mij ieder wensclit te zien,
Blijf ik voor elk verborgen.
4 (Ingezonden door J. W. Raat
gever).
Mijn eerste is het tegenovergestel
de van nacht
Mijn tweede is niet zwaar.
Mijn geheel verschijnt ha eiken
nacht.
5. (Ingezonden door Cato Dreyer).
Ik droeg mijn moeder, zij droeg mij
Van jongsaf hing ik aan haar zij.
Toen zij vermoord werd en geplukt,
Beu ik van haar zij gerukt.
Hoewel ik stom geboren ben,
En geene talen spreek of ken,
Toch spreek ik klaar in ieders land.
Gedreven door mijn meesters hand.
Mijn lafenis is zwarte gul
Ik dien de menschen overal.
En heeft men mij ook 6cherp ge-
sneèn,
Nochtans bemint mij iedereen.
Kan iemand raden wie ik ben
6. (Ingezonden door Henri Klau
wers).
In onderstaanden doolhof moet ge
den weg vinden om den zin te ont
dekken, die er in verborgen ligt.
vast
krijgt
heeft
schre
ge
een
al
ven
ten
op
de
prijs
wie
der
fou
raad
ge
lost
ze
zon
op
seis
en
jes
net
7. (Ingezonden door Willy Huber).
Neemt een stad in Nederland, ont
hoofdt haar en ge krijgt een visch
ontdoet die van haar staart, en ge
krijgt een getalontdoet die van
haar staart, en ge krijgt een maat
ontdoet die nog eens van haar staart
en ge krijgt een klinker.
8. (Ingezonden door Betsy Aker
sloot;.
Mijn geheel bestaat uit 9 letters, en
is oen stad in Frankrijk.
8 2 2 3 4 draagt bijna iedereen.
5 7 7 2 is een meisjesnaam.
2 3 gebruikt men 's winters.
1 6 5 is een verkorte meisjesnaam.
9 6 is versterkend.
9. (Ingezonden door Annie Rozen-
hart).
Ik kom in allo landen
Ik kom in alle steden
Ik kom in alle dorpen
Ik kom in alle huizen
En overal, waar ik kom,
Ben ik steeds wellekom
Maar wist men, wat ik bracht.
Men had mij vaak liever niet ver
wacht
10. (Ingezonden door Marie v. Ko-
ningsbruggenT.
Mijn eerste dringt zelfs door ge
sloten vensters naar binnen, en mijn
tweode is een edel metaal.
Wat is mijn gieheei
11. (Ingezonden door Ans v. d.
Ban).
Mijn geheel bestaat uit 87 letters
en is beroemd uit de Vaderlandsche
geschiedenis.
16 19 17 2 24 7 14 15 16 wordt ge
bruikt bij de thee.
23 24 17 14 16 27 7 21 1-4 19 23 16 18
4 8 is een vervoermiddel.
9 24 7 2 is een vloeistof.
13 9 21 16 is een windstreek.
4 6 22 26 10 is een stad in Neder
land.
8 13 17 12 26 18 is een geliefd per
soon.
8 5 7 11 is een knaagdiertje.
27 13 9 6 is een mooie bloem.
18 9 13 8 is lekker.
6 14 15 13 8 8 26 24 is iels, dat men
in een speeltuin vindt.
1 7 23 11 is een lichaamsdeeL
25 3 3 20 is een meisjesnaam.
12. (Ingezonden door Gerard Ren
ner).
Mijn eerste en tweede is een vlug
dier.
Mijn tweede én derde is een werk
woord, dat mijn eerste en tweede
goed kan.
Mijn geheel is een plaats in Neder
land.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Stormweder.
Meer, stem, dor, West.
2. Simson.
3. Ik kom vóór de thee.
4. Neel Leen.
5. Droom, room, oom.
6. Omdat hij niet door den wand
heen kon kijken.
7. Als de kat muist, mauwt ze niet
8. Rechter trechter.
9. Andermans leed is het makke
lijkst te dragen. Kat, mat,
el, leed, melk, mand, Henri,
krant, das, kast, mees, tja
10. ORINOCO.
Oostenrijk.
Rusland.
Italië.
Noorwegen.
Oldenzaal.
Cent
Oder.
11. Oogappel
12. Leon Verstraeten. Na, 3traat,
ver, laars, teer, tor, steen.
Goede oplossingen ontvangen van
Arie van Westerhoven 12 (van de
vorige week).
Jansje van Dijk 11.
Christina Zwemmer 9.
Willy Germeraad 12.
Gerard Renger 10.
Karei Heidweiller 9.
Albertina Heidweiller 9.
Pier Heidweiller 10.
Cornelis Snellens 9.
Gerrie Renger 9.
Aagje en Clara Bon 10.
Petronella Langerhuizen 6.
Hendrika Robin 10.
Helena Bijland 10.
Betsy Akersloot 10.
P. Tuïjteï 7.
Giljam Lokerse 8
Henri Klauwers 10.
Lodewijk C. Balllntijn 12.
Zus Duursma 11.
Johan W. Raatgever 10.
Neli en Hendrik Bouraan 11.
Jo Been 11.
Annie M. Rozen hart 9.
Zus Baay 11.
Willem Overmeer 12.
Aaltje M. Peters 11.
Maartje en Nico Verdel 9.
Jan Hendrik Bruiju 12.
Hubertka Raas 7.
Willy Huber 12.
Henri Janse 10.
Willem Lodder 6.
Elisabeth Lodder 6.
Nanne Nauta 11.
Aaltje en Siebe Iluizinga 12.
Dirk Scholten 8.
Annie v. d. Linden 11.
Jo en Frans v. Egmond 12 (van
de vorige week).
Jo en Frans van Egmond 9.
BEGRAVEN PLAATSEN.
(Ingezonden door Annie Hozenhart).
1. De slager had geen ham Bur
gers. de kruidenier, liad er echter
nog genoeg.
2. Wat was dat een prachtige, bon
te koe Gras was er andere weinig
te vinden op het weiland.
4. „Moeder, mogen we evcu loo-
pen gaan
(Ingezonden door Piër Heidweiller).
6. Wij zagen zeven aardige kinder
tjes op het hek zitten.
7. Jan zag verleden week een lucht
ballon den grond raken (twee plaat
sen).
8. Johanna zoi i „Lieve dame, ik
dank u hartelijk I"
9. Het is zeer glibberig, als het
gesneeuwd heeft.
10. Wij reden in een rijtuig met
zes paarden.
(Ingezonden door Annie Rozenhart).
11. De smid maakte het slot en na
een paar uur was het weer klaar.
12. Pas op, daar komt een agenti
riep Piet tegen Jan.
14. Hij schreef op een lei, den vol
genden morgen echter mocht hij met
potlood schrijven.
STRIKVRAGEN.
De antwoorden van de vorige week
zijn
1. Door hem in vieren te vouwen,
krijgt men een kwartel.
2. Vuurwerk.
3. Zeker, die nog leeft.
4. Beiden staan in het midden van
water.
5. Op den scheurkalender.
6. De telegraaf.
7. Wanneer de ala begint te schie
ten.
8. Eerste persoon M. E.
9. 0.
10. 999 9/9.
11. Stilstaande rijtuigen,
12. Een schoorsteenveger.
Goede antwoorden ontvangen van
Arle van Westerhaven 12 (van de
vorige week).
Willy Germeraad 9.
Gerard Renger 8.
Karei Heidweiller 7.
Albertina Heidweiller 7.
Piër Heidweiller 6.
Gerrie Renger 12.
Hendrika Robin 8.
Giljam Lokerse 5.
Lodewijk C Balllntijn 8,
Zus Duursma 12.
Neli en Hendrik Bouman 7.
Jo Been 9.
Annie M. Rozenhart 9.
Willem Overmeer 11.
Aaltje M. Peters 8.
Maartje en Nico Verdel 11.
Hubertha Raas 10.
Willy Huber 12.
Willem Lodder 7.
Elizabeth Lodder 8.
Nanne Nauta 8.
Aaltje en Siebe Huizinga Ï2.
Jo en Frans van Egmond 12 (van
de vorige week).
UIT HISTORIE EN LEVEN.
Psammetichus, koning van Egyp
te, was door Kambyzes, koning van
Perzië, overwonnen en gevungen
genomen met al de zijnen. Nu ge
beurde het, dat hij zijn dochter zag,
als slavin gekleed, die uitgezonden
werd, om water te putten; en terwijl
zijn medegevangenen om hem heen
bij zulk een schouwspel treurden en
weeklaagden, bleef hij zwijgend vóór
zich zien. Hetzelfde deed hij, toen
kort daarna zijn zoon werd ter dood
gebracht; eerst toen hij een zijner
dienaars onder de tot slavernij go-
doemden zag wegbrengen, begon hij
het hoofd te schudden en rouw te be
drijven. En toen Kambyzes hem
vroeg, hoe hij, bij 't aanzien van liet
lot zijner kin-deren onbewogen geble
ven. dus schreide omdat eens dienaars
antwoordde hij: „alleen deze laatste
smart kan door tranen worden uitge
drukt; wat ik onder de beide vorige
gevoelde, kau door geen uiterlijk ver
toon worden te kennen gegeven."
Van datzelfde gevoelen was ook de
kunstenaar der Üudlieid, die, toen
hij het offer van lfigenia moest voor-
stollen en de droefheid der omstan
ders af zou beelden naarmate van
het grootcr of minder belang, dat elk
hunner stelde in het lot dier onschul
dige Prinses, niet beter wist te doen
dan een sluier te werpen over Ega-
menmon's gelaat, als begreep hij, dat
niets in staat zou zijn, de gemoeds
stemming eens vaders op zulk een
oogenblik naar eiscfi te vertoonen.
In den oorlog, die in de 16e eeuw
tusschen keizer Ferdinand en de we
duwe van Johannes, koning van
Hongarije gevoerd werd, was een
Duitsch krijgsknecht bij de bestor
ming van Bude gesneuveld, na de
nieost treffende wapenfeiten te heb
ben verricht. De lieer van Reisach,
een van 's Keizers bevelhebbers, was
inzonderheid getroffen door 's mans
kloeke daden en haastte zicih, toon
't lijk teruggevoerd werd, er naar
toe te gaan om te zien, wie de
dappere was. Toen de helm was af
genomen. herkende hij zijn zoon. Al
de omstanders gevoelden zich bij de
ze ontmoeting tot tranen toe bewo
gen; hij alleen bleef stokstijf, en zon
der dat een trek op zijn gelaat ver
anderde, op het ltjk zijns lievellngs
staren, totdat de smart zijn levens
geest overwonnen had en hij opeens
dood nederviel.
Over 't algemeen kunnen we noch
de groote droefheid, nooh eenlg ge
voel, dat ons geheel overmeestert met
woorden of uiterlijke teekenen uiten.
Maar daarom dan ook is die toe
stand hoogst gevaarlijk en kan bij
hem, die een groote vreugde smaakt,
of bij hem, wien een bittere ramp
treft, plotselinge onmacht, ja, den
dood veroorzaken.
Een Romelnschc moeder stierf van
blijdschap toen zij, na den slag bij
Cannac, haar zoon, dien zij gesneu
veld waande, levend terug zag: Sofo-
kles en Dionysius de Oude stierven
insgelijks van vreugde: en zoo ook de
Romeinsche Pretor Talva, toen hij in
lvorsika vernam, welke eer de Se
naat besloten had hem te bewijzen.
Paus Leo X was zoo in zijn schik
toen hij de inneming van Milaan ver
nam. waar hij zeer naar verlangd
had, dat hij er de koorts van kreeg,
die hem ten grave sleepte.
En hoe zelfs verregaande spijt ie
mand kan doen stenen, woixlt ons
bewezen door het voorbeeld van den
redekunstenaar Diodorus die zuo
overweldigd werd door e- n gevoel van
schaamte, omdat hij bij een open
bare les niet in staat was geweest een
bewijsgrond, dien men tegen hem had
aangevoeld, naar eisch ie wederleg
gen, dat hij er een beroerte van kreeg
aan welke hij overleed.
DIEREN.
Is men den menschen rechtvaardig
heid schuldig, men is ook goedheid
schuldig aan de dieren, vooral aan
de dieren, die aan ons gehecht zijn,
en velen, die zich Christenen noemen
mogen zich schamen voor de
Turken, die aalmoezen en gasthuizen
voor dieren over hebben.
De Atheners gelastten, dat de muil
ezels, die gediend hadden bij den ar-
aan den tempel „Hecatompedom'
genaamd, voortaan vrij zouden we
en overal ongestoord mochten
grazen.
Bij de Agrigentijners was het ie
gewoonte, de dieren die hun lief ge
weest waren, ais bij uitstek fraaie
paarden, honden, vogels of andere
dieren, die zich dcor waakzaamheid,
nut of trouw hadden onderscheiden,
ja zelfs, die alleen den lmisgen«x>ten
tot een genoeglijk tijdverdrijf hadden'
gestrekt na hun dood op plechtige
wijze te begraven, en de weelderige
pracht, die zij in alle dingen ten
toon spreidden, blonk evenzeer aan
de gedenksteenen, die zij bij zulke
gelegenheden oprichtten en die nog
eeuwen lang den stad tot sieraad ge
weest zijn
Plutarchus maakte er een gewetens
bezwaar van, een trek-os, die hem Ja
ren lang had dienst gedaan, om een
klein voordeel aan den slager te ver-
koopen.
Een Syriër bezat een olifant, wiens
oppasser aan 't arme dier dagelijks
de helft onthield van de gerst, die er
voor bestemd werd .Eens gebeurde
1, dat de meester zelf aan den olifant
zijn rantsoen kwam geven en dan
ook de volle maat gerst in do etens-
trog uitstortte; waarop de olifant, na
zijn oppasser schuins te hebben aan
gezien, met zijn snuit do helft, van
hel. hem toebedeelde afscheidde en
terzijde stelde, daarmede het onrecht
aan den dag brengende, dat hem ge-
gedaan werd.
Een andere olifant had 'n oppasser
die insgelijks zich te zijnen koste ver
rijken wilde en een gedeelte van zijn
rantsoen terughield, het ontbrekende
met stoenen aanvullend. De olifant
echter betaalde hem met gelijke munt
want op een dag naderde hij het
vuur, waar het middagmaal bij ge
kookt werd, lichtte het deksel van
den pot en vulde deze met ascli.
Hyrkaw, de hond van koning Lis-
simuchus, wilde na diens dood het
bed zijns meesters niet verlaten en
weigerde spijs en drank, toen het
lijk plechtig verbrand werd, liep hij
het na en wierp zich in de vlammen.
De geschiedenis levert meer don
één voorbeeld van honden, die den
moordenaar van hun meester aan
den dag brachten. Koning Pyrrhus
een hond ontmoetende, die bij het
tijk van een verslag ene de wacht hield
en vernemende dat hij zulks reeds
drie dagen gedaan had, gelastte, dat
men het lichaam begraven zou en
nam de bond met zich mede. Eenige
dagen later hield hij een groote wa
penschouw, bij welke gelegenheid de
hond, zijns meesters moordenaars
ontdekkende, plotseling op hem aan
viel, met hevig geblaf en groot betoon
van woede, hierdoor het eerst leiden
de tot een vermoeden, dat, door een
nader onderzoek bevestigd, de straf
van den schuldige tot gevolg had.
Een hond. die de wacht had bij
een tempol te Athene, bemerkte oen
)diof, die bij nacht de schatten daaruit
roofde, en blafte hem aan, doch zon
der dat de kerkbewaarder ontwaak
te; toen besloot het dier den dief te
volgen, 't geen hij echter niet dan op
een afstand deed. Zoo bleef hij hem
bij tot aan de stad Kromyon, waar
de kerkbewaarders, die, én den schat
én den hond missende, en vernomen
hebbende dat men dezen laatste opden
weg gezien had, ook dien kant uit
gingen, en nu den dief, hun door het
schrandere dier aangewezen, deden
vatten en medevoerden. De rechters,
dezen dienst van den hond willende
erkennen, gelastten dat hem uit de
openbare kassen jaarlijks een zekere
hoeveelheid koren zou worden ver
strekt en bevalen den priesters aan,
zorg voor hem te dragen.
Naar Mr. v. LENNEP.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling mi^eten gezonden
worden aan Mevr. Venema—Van
Doorn, Wagenweg no. 88, Haarlem).
JANSJE v. D Nu, je hebt erg
veel gearegen, hoor, en wat Je hei
allermooiste vind, zal je tegenwoor
dig ook wel goed ie pas komen, denk
ik. Heb je zooveel kennisjes buiten
de stad wonen, of van wie kreeg je
al die ansichten? Wie waren je drie
beste vriendinnetjes, die bij je ge
weest zijn?
CHRISTINA Z. Het is altijd
makkelijk als je je redden kunt en de
raadsels zagen er keurig uit, hoort
Vond je de raadsels moeilijk?
WILLY G. Ik merk wel, dat je
het boek erg mooi gevonden hebt,
hoor! En je hebt het gauw uitgelezen!
Lees je het nu nog een keertje, of
gaat het de kast in? Waarom had je
vrij van school? Was er iets bijzon
ders?
GERARD R. De ingezonden
raadsels zijn goed. Ja, 's morgeus
leeren, gaat meestal gemakkelijker
dan 'a avonds. Sta Je dan erg vroeg
op?
KAREL H. Nu, dan zijn jullie
flinke kinderen, hoor! En wie lost er
dan het meeste op? M at vind je pret
tiger; begraven plaatsen, of strikvra
gen? De nieuwe raadsels zijn goed.
ALBERTINA H. De nieuwe
raadsels zijn goed. Dat vind ik ferm,
dat jij al zoo meehelpen kan! Groeit
de kleine broer goed? en vind je liet
prettig om pp hem te passen? Wan
neer wordt hij een jaar?
PIëR H. Ja, ik heb daar ook ge
keken. Jammer, dat we elkaar duar
ook niet gezien hebben! Kon je het
goed zien en heb je eerst lang moeten
staan wachten? De nieuwe raadsels
en strikvragen zijn goed.
GERRIE R. Ja, het spreekwoord
was wel wat lastig, maar dat te Juist
prettig, andere ben je ook zoo gauw
klaar. Bleven ze allemaal thuis Zon
dag, of heb jij op het huis gepast?
AAGJE en CLARA B. Wat zin
gen jullie daar, en geven jullie ook
uitvoeringen? Ja, dat boek Is erg aar
dig Er is ook nog een vervolg op.
Help mij dat maar eens onthouden
als Je weer komt»
PETRONELLA L. Je strikvraag
is goed; maar de 2e heeft pas eenige
weken geleden in onze Zaterdag
avond gestaan en kan ik dus niet
plaatsen. Wat ziet jou werk er keu
rig uitl
HENDRIKA R. Je nieuwe raad
sel en strikvragen zijn prachtig, be
halve het 2e want dat hebben we al
eens gehad. Heb je ze zelf bedacht?
HELENA B. Heerlijk, dat je zoo
opschiet' Ik ben nieuwsgierig, wat
het worden zal. Kun je je lassen
meestal nog al gauw
BETSY A. Zijn de 3 vorige brief
jes ook niet aan kennisjes van je? Of
alieen Hendrika en Clara? Ja, post
papier zal je wel goed te pos ko
men. nu je zoo geregeld briefjes
schrijft! Wat hebben jullie Zondag
den heelen dag gespeeld? En hoe
laat gingen ze naar huis?
GILJAM L. Neen, een beetje
lang op school is beter dan te kort.
Leer je nu hetzelfde van verleden
jaar nóg eens, of heb je apart les?
Ja, 's winters zyn er altijd heel wat
meer raadselvriendjes en vriendin
netjes dan 's zomers; dan kunnen z(
niet buiten spelen en komen ei
's avonds als de lamp brandt beter
toe. Maak of knutsal jij 's avonds
nog wel eens iets?
HENRI K. Is het al bepaald,
wanneer je weer naar huis mag? en
ben je al weer gewogen? Aardig, dat
je met onzen wedstrijd meedoet! Ik
ben nieuwsgierig, of het mooi uitvalt!
Jo hebt er zeker wel erg goed den
tijd voor. Maak je ook wel eens wat
werk voor school, of krijg je niets rtp?
Als je dan maar niet te veel verge
ten bent!
ZUS D. Ja, het beste middel om
er niet tegen op te zien, is, maar
hard te werken en 't is heerlijk, dat
zij in 't voorjaar zoo goed begonnen
is. Dat geeft altijd moed! Maar 't zaJ
gezellig zijn, als ze weer wat meer
vrijen tijd krijgt. Ik hieldin dien tijd
de Zondagen altijd vrij, doet zij dal
ook?
JOHAN W. R. Ja, dat mag je wol
insturen, maar ik kan niet vooruit
beloven, dat het vast geplaatst zal
worden. Schrijf er dan bij, waar je
het gevonden hebt. Wees met fiet
sen maar voorzichtig, want als je liet
half kan, heb je de meeste kans een
ongeluk te krijgen. De nieuwe raad
seis zijn goed.
ELSJE IL Ik ben wel nieuws
gierig naar haar rapport! Was het
mooi? Het zal noz e*n hee'e poos
duren, voordat zus en broer ook mee
doen met onze rubriek. Zus kan ze
ker wel al lezen. Geef je haar ook
wel eins een makkelijke raadsel op?
Hoe kwam het, dat de antwoorden
van de raadsels ln de courant er al
bij stonden?
JO en JENTIEN B. Heeft Jen-
tien pijn in haar oogen, of kan zij
in de verte niet goed zien? En kri'gt
nu een bril? Bij welke dokter is
zij? Neen, zoo hoog in de lucht lijkt
mij nu ook wel wat angstig; maar
als ik het goed kon, zou het toch wel
heerlijk zijn, om zoo ineens ver weg
te vliegen en overal een kijkje te ne
men. En je bent gauw weer thuis
ookl Waar zou jij het liefste heen-
vliegen, als je vliegen kon?
Annie M. R. Ben je al begon
nen voor den wedstrijd? of heb je al
leen nog maar een plannetje in ja
hoofd? Maak dan maar gauw een be
gin, hoor! Want de tijd gaat gauw
om! Ja, de raadsels zijn niet altijd
even moeilijk gelukkig, en ik denk,
dat Jij de hegraven plaatsen dezen
keer al erg gemakkelijk vindt!
ZUS B. - Jij hebt hem maar prach
tig gezien, hoor! Maar niet iedereen
heeft een tante, die er zoo dichtbij
woont! Ik wil' graag gelooven, dat je
er wel zoo'n zusje bij zoudt willen
hebben, maar jou zusje is wat uuder
en daar kan je dus eigenlijk nog
prettiger mee spelen! Neen, hoofd
pijn heb ik gelukkig nooit! Gaat moe
der dan wat rusten?
.AALTJE en SIEBE H. Moeder
vind het zeker heerlijk, dat je wat
meehelpt: helpt Renske thuis ook, of
leert die nog wat anders? Ik ben
nieuwsgierig naar Siebe's eersten
brief, hoor!
jO en FRANS v. E. Neen, het
gebeurt jou maar heel zelden, dat je
te luat bent, of eens overslaat. En ja
hebt het toch heusch erg druk! i,
doe je nu al drie jaar mee! Ja, je be
hoort tot de echte oude vriendjes n
dat zijn er niet zoo heel veel: Maar
dat is juist gezellig, vind je niet!
't Is jammer, dat ik niet een van je
eerste briefjes bewaard heb. want ze
zien er nu heel anders nit, dan in 't
begin! Heb je 't vliegen goed ge
zien?
WILLEM O. Wel, ik vind je
plan beat! Is dat een werkje wat je
graag doet? en heb je er wel eens
mcor ccn gemaakt? Zou het ook nog
op tijd af kunnen komen? .Ta, de
moeste kinderen vonden de raadsels
deze week wat moeilijk. Dat kan je
ook wel zien, aan het aantal oplos
singen, dat de meeste kinderen heb
ben!
AALTJE M. P. Het nieuwe raad
sel is goed.
MAARTJE EN NICO V. He»
is beet, als Nico het boek nu weoi
komt ruilen, Ja, er waren een paar
lastige raadsels b:j, maar deze keer
zul t wel weer beter gaan!
HUBERTHA R. De nieuwe raad
sels zijn goed. Ik denk, dat er de vol
gende week wel al een \a:i jou in
zal staan. Maak je ze zelf.' Ik denk.
dat jij thuis wel wat verwend zal
worden, door die twee groote L-oere!
En wat voer jij zelf den heelen dug
uit?
WILLY H. Je had er zeker bij
ongeluk een overgeslagen, want er
stonden er maar etf op je briefje. Als
je eens een verhaaltje bedenkt, mag
je het wel inzenden. Heeft Annie plei-
zier gehad? ea jij hebt toch zeker
ook meegespeeld, of was je daar te
groot voor?
NANNE N. Heerlijk dat je 't
zoo goed gezien hebt! Was je op het
terrein zelf Zaterdags? en had je wei
met hem mee omhoog willen gaan?
Heeft Cor het ook goed kunnen zien
en hebben jullie niet erg in het ge
drang gezeten?
E. W. VENEMA-v. DOORN.
22 October 1910.