RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD ten ook niet instemmende) zaï, naar wij vertrouwen, onze meening afdoen de staven. De valletjes en combinaties, hoewel zonder eenig voordeel uitgelokt of uit gevoerd, zijn zeker schoon maar, om alleen uit dit oogpunt de partij in zijn geheel als ,,de belangwekkendste van den laatsten tijd" te noemen, doet ons meer aan een „blunder" dan aan een „slagzet" denken. De Haarlemsche Damclub houdt hare bijeenkomsten iedercn Maandag avond van 8 tot 12 uur in het Gebouw „De Nijverheid", Jansstraat 85, al hier. Liefhebbers van het damspel zijn daar steeds welkom. HET POSTWEZEN IN VROEGER TIJD. Vóór de invoering der postzegels werden de brieven door een bode be zorgd, die daarvoor zijn loon kreeg, genaamd „bodeloon". Op de buiten zijden der brieven uit dat tijdperk staat dan ook „Loont de bode dezes" of iets dergelijks. Men wal daaruit het spreekwoord verklaren: „Boontje komt om zijn loontje". Of het juist is, zij daargelaten. Amsterdam was in de 17de eeuw en later door bodediensten en schip persposten met bijna alle Landen en steden van Europa verbanden. De bodediensten namen zulk een uitbrei ding aan, dat elke route niet meer door slechte één bode kon behandeld worden. Er moesten dus helpers in dienst genomen worden. Dezen schij nen niet altijd begrip van den juisten tijd en van het vragen van het vast gestelde bodeloon gehad te hebben. Althans winkeliers en kooplieden te ■Amsterdam klaagden, dat de boden niet steeds op tijd de brieven bezorg den en dat zij te veel bodeloon vroe- Om de uitbreiding der briefverzen ding vereenigden zich daarom' vele bodediensten en vormden één post dienst, één postcomptoir. Amsterdam bad in da 17de eeuw vier zulke postcamptoiren, voortgeko men uit vereeniging van bodeloopers of schippersposten, zijnde: het Antr werpsche, bet Hamburgsche, het Keul sche en het bLnnenlandsche postkan toor. Als de brieven door de goede zorgen van het Antwerpsche postkantoor om bij een dezer kantoren te blij ven van Amsterdam uit, te Ant werpen waren gekomen, zorgde het postkantoor, dat de brieven van daar met bestemming naar Frankrijk, Spanje en Portugal ook aan hun adres kwamen. Het Antwerpsche kan toor had op zich genomen den dienst op Engeland, het verzond de brieven naar Hellevoetsluis en daar nam de zeepost die over hetzelfde kantoor baalde en bracht ook de brieven van en naar Haarlem. Het binnenlandseh postkantoor had zijn ontstaan te danken aan de schip perspost. Vóór 1659 bezorgden sohlp- pers de brieven uit Amsterdam en Den Haag en omgekeerd. Later wer den de brieven voor Den Ilaag, die aan bet binnenlandsch postkantoor, na bet vertrek der schippers, bezorgd werden, des nachts door een postil jon te paard vervoerd, 's Avonds vertrok de postiljon te paard om halftien uit Amterdam naar Haarlem. Daar steeg hij af wan delde langs den Sin gei naar een voor hem bestemd en gereed liggend schuitje en liet zich daarin het Spaar- ne overzetten. Aan land gekomen, be steeg hij het paard, dat er voor hem gereed werd gehouden, en reed er mede naar Lisse. Daar trof hij saam inet den postiljon, welke te 10 uur uit Den Haag was vertrokken. Beide postiljons verwisselden te Lisse hun brievenmalen. Daarna keerde de een naar Am sterdam met de Haagsche brieven maal terug, waar hij 's morgens te vijf uur aankwam. Onmiddellijk na zijn komst aan het kantoor te Am sterdam, werd de maal geopend en werden de brieven gesorteerd en di rect daarna besteld De Haags che postiljon keerde met den overgeno men brievenmaal van den Amster- damschen postiljon naar den Haag terug. Een brief, 's avonds te halftien uit Amsterdam verzonden, werd al den volgenden morgen in de vroegte te 's-Gravenhage besteld. Het port was niet bijzonder hoog. Brieven, uit Den Haag 's morgens voor zeven uur te Amsterdam besteld, kostten aan port drie stuivers, na acht uur twee stuivers. NIEUWE UITVINDINGEN. De electro-technicus Kelway heeft een toestel uitgevonden om door mid del van draadlooze telegraphic het ontbieden van rijtuigen en auto's mogelijk te maken. Het toestel wordt in huizen en kantoren aangebracht en door eenvoudig op een knop te drukken wordt een verbinding ge kregen met elk rijtuig binnen een zekeren afstand, dat van een ontvan ger der Hertzgolven is voorzien. De heer Kelway wil zijn vinding ook trachten toe te passen in het belang der politie, en hij heeft het denkbeeld geopperd in de helmen der agenten kleine toestellen aan te brengen, die de draadlooze signalen zullen kun nen ontvangen. Scotland Yard zou het denkbeeld in ernstige overweging hebben genomen. Raadsels (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens en meis jes, die „Voor Onze Jeugd" le zen. De namen der kinderen, die mij vóór Donderdagmor gen goede oplossingen zen den, worden in het volgend nummer bekend gemaakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. 1 (Ingezonden door J. Bos). Ik besta uit 25 letters en ben een spreekwoord. 3 2 is een versterkend middel. 9 10 6 11 is een vloeistof. 15 17 20 12 is ook een versterkend middel. 1 5 4 8 9 is geen verlies. 7 ll 13 17 25 is een meisjesnaam. 15 5 14 is niet raak. 23 16 17 18 is niet zout. 22 24 25 is een bezittelijk voor naamwoord. 19 20 21 22 is niet dom. 22 21 10 4 is een meisjesnaam. 2. (Ingezonden door Piër Heidweil- ler). Ik ben in huis en schuur te vinden, Maar in een stad vindt gij mij niet; In vreugde kre'eg ik ook een plaatsje, Maar niet in kommer en verdriet. Bij oude menschen mag ik komen, Maar niet in grijsaard, plaats of tijd In druil-oor werd ik neergesclire- ven, Doch niet in oefening en vlijt. 3. (Ingezonden door W. Ovenneer). De meesten hebben schrik voor mij, En angst, en vrees, en zorgen Ofschoon mij ieder wensclit te zien, Blijf ik voor elk verborgen. 4 (Ingezonden door J. W. Raat gever). Mijn eerste is het tegenovergestel de van nacht Mijn tweede is niet zwaar. Mijn geheel verschijnt ha eiken nacht. 5. (Ingezonden door Cato Dreyer). Ik droeg mijn moeder, zij droeg mij Van jongsaf hing ik aan haar zij. Toen zij vermoord werd en geplukt, Beu ik van haar zij gerukt. Hoewel ik stom geboren ben, En geene talen spreek of ken, Toch spreek ik klaar in ieders land. Gedreven door mijn meesters hand. Mijn lafenis is zwarte gul Ik dien de menschen overal. En heeft men mij ook 6cherp ge- sneèn, Nochtans bemint mij iedereen. Kan iemand raden wie ik ben 6. (Ingezonden door Henri Klau wers). In onderstaanden doolhof moet ge den weg vinden om den zin te ont dekken, die er in verborgen ligt. vast krijgt heeft schre ge een al ven ten op de prijs wie der fou raad ge lost ze zon op seis en jes net 7. (Ingezonden door Willy Huber). Neemt een stad in Nederland, ont hoofdt haar en ge krijgt een visch ontdoet die van haar staart, en ge krijgt een getalontdoet die van haar staart, en ge krijgt een maat ontdoet die nog eens van haar staart en ge krijgt een klinker. 8. (Ingezonden door Betsy Aker sloot;. Mijn geheel bestaat uit 9 letters, en is oen stad in Frankrijk. 8 2 2 3 4 draagt bijna iedereen. 5 7 7 2 is een meisjesnaam. 2 3 gebruikt men 's winters. 1 6 5 is een verkorte meisjesnaam. 9 6 is versterkend. 9. (Ingezonden door Annie Rozen- hart). Ik kom in allo landen Ik kom in alle steden Ik kom in alle dorpen Ik kom in alle huizen En overal, waar ik kom, Ben ik steeds wellekom Maar wist men, wat ik bracht. Men had mij vaak liever niet ver wacht 10. (Ingezonden door Marie v. Ko- ningsbruggenT. Mijn eerste dringt zelfs door ge sloten vensters naar binnen, en mijn tweode is een edel metaal. Wat is mijn gieheei 11. (Ingezonden door Ans v. d. Ban). Mijn geheel bestaat uit 87 letters en is beroemd uit de Vaderlandsche geschiedenis. 16 19 17 2 24 7 14 15 16 wordt ge bruikt bij de thee. 23 24 17 14 16 27 7 21 1-4 19 23 16 18 4 8 is een vervoermiddel. 9 24 7 2 is een vloeistof. 13 9 21 16 is een windstreek. 4 6 22 26 10 is een stad in Neder land. 8 13 17 12 26 18 is een geliefd per soon. 8 5 7 11 is een knaagdiertje. 27 13 9 6 is een mooie bloem. 18 9 13 8 is lekker. 6 14 15 13 8 8 26 24 is iels, dat men in een speeltuin vindt. 1 7 23 11 is een lichaamsdeeL 25 3 3 20 is een meisjesnaam. 12. (Ingezonden door Gerard Ren ner). Mijn eerste en tweede is een vlug dier. Mijn tweede én derde is een werk woord, dat mijn eerste en tweede goed kan. Mijn geheel is een plaats in Neder land. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Stormweder. Meer, stem, dor, West. 2. Simson. 3. Ik kom vóór de thee. 4. Neel Leen. 5. Droom, room, oom. 6. Omdat hij niet door den wand heen kon kijken. 7. Als de kat muist, mauwt ze niet 8. Rechter trechter. 9. Andermans leed is het makke lijkst te dragen. Kat, mat, el, leed, melk, mand, Henri, krant, das, kast, mees, tja 10. ORINOCO. Oostenrijk. Rusland. Italië. Noorwegen. Oldenzaal. Cent Oder. 11. Oogappel 12. Leon Verstraeten. Na, 3traat, ver, laars, teer, tor, steen. Goede oplossingen ontvangen van Arie van Westerhoven 12 (van de vorige week). Jansje van Dijk 11. Christina Zwemmer 9. Willy Germeraad 12. Gerard Renger 10. Karei Heidweiller 9. Albertina Heidweiller 9. Pier Heidweiller 10. Cornelis Snellens 9. Gerrie Renger 9. Aagje en Clara Bon 10. Petronella Langerhuizen 6. Hendrika Robin 10. Helena Bijland 10. Betsy Akersloot 10. P. Tuïjteï 7. Giljam Lokerse 8 Henri Klauwers 10. Lodewijk C. Balllntijn 12. Zus Duursma 11. Johan W. Raatgever 10. Neli en Hendrik Bouraan 11. Jo Been 11. Annie M. Rozen hart 9. Zus Baay 11. Willem Overmeer 12. Aaltje M. Peters 11. Maartje en Nico Verdel 9. Jan Hendrik Bruiju 12. Hubertka Raas 7. Willy Huber 12. Henri Janse 10. Willem Lodder 6. Elisabeth Lodder 6. Nanne Nauta 11. Aaltje en Siebe Iluizinga 12. Dirk Scholten 8. Annie v. d. Linden 11. Jo en Frans v. Egmond 12 (van de vorige week). Jo en Frans van Egmond 9. BEGRAVEN PLAATSEN. (Ingezonden door Annie Hozenhart). 1. De slager had geen ham Bur gers. de kruidenier, liad er echter nog genoeg. 2. Wat was dat een prachtige, bon te koe Gras was er andere weinig te vinden op het weiland. 4. „Moeder, mogen we evcu loo- pen gaan (Ingezonden door Piër Heidweiller). 6. Wij zagen zeven aardige kinder tjes op het hek zitten. 7. Jan zag verleden week een lucht ballon den grond raken (twee plaat sen). 8. Johanna zoi i „Lieve dame, ik dank u hartelijk I" 9. Het is zeer glibberig, als het gesneeuwd heeft. 10. Wij reden in een rijtuig met zes paarden. (Ingezonden door Annie Rozenhart). 11. De smid maakte het slot en na een paar uur was het weer klaar. 12. Pas op, daar komt een agenti riep Piet tegen Jan. 14. Hij schreef op een lei, den vol genden morgen echter mocht hij met potlood schrijven. STRIKVRAGEN. De antwoorden van de vorige week zijn 1. Door hem in vieren te vouwen, krijgt men een kwartel. 2. Vuurwerk. 3. Zeker, die nog leeft. 4. Beiden staan in het midden van water. 5. Op den scheurkalender. 6. De telegraaf. 7. Wanneer de ala begint te schie ten. 8. Eerste persoon M. E. 9. 0. 10. 999 9/9. 11. Stilstaande rijtuigen, 12. Een schoorsteenveger. Goede antwoorden ontvangen van Arle van Westerhaven 12 (van de vorige week). Willy Germeraad 9. Gerard Renger 8. Karei Heidweiller 7. Albertina Heidweiller 7. Piër Heidweiller 6. Gerrie Renger 12. Hendrika Robin 8. Giljam Lokerse 5. Lodewijk C Balllntijn 8, Zus Duursma 12. Neli en Hendrik Bouman 7. Jo Been 9. Annie M. Rozenhart 9. Willem Overmeer 11. Aaltje M. Peters 8. Maartje en Nico Verdel 11. Hubertha Raas 10. Willy Huber 12. Willem Lodder 7. Elizabeth Lodder 8. Nanne Nauta 8. Aaltje en Siebe Huizinga Ï2. Jo en Frans van Egmond 12 (van de vorige week). UIT HISTORIE EN LEVEN. Psammetichus, koning van Egyp te, was door Kambyzes, koning van Perzië, overwonnen en gevungen genomen met al de zijnen. Nu ge beurde het, dat hij zijn dochter zag, als slavin gekleed, die uitgezonden werd, om water te putten; en terwijl zijn medegevangenen om hem heen bij zulk een schouwspel treurden en weeklaagden, bleef hij zwijgend vóór zich zien. Hetzelfde deed hij, toen kort daarna zijn zoon werd ter dood gebracht; eerst toen hij een zijner dienaars onder de tot slavernij go- doemden zag wegbrengen, begon hij het hoofd te schudden en rouw te be drijven. En toen Kambyzes hem vroeg, hoe hij, bij 't aanzien van liet lot zijner kin-deren onbewogen geble ven. dus schreide omdat eens dienaars antwoordde hij: „alleen deze laatste smart kan door tranen worden uitge drukt; wat ik onder de beide vorige gevoelde, kau door geen uiterlijk ver toon worden te kennen gegeven." Van datzelfde gevoelen was ook de kunstenaar der Üudlieid, die, toen hij het offer van lfigenia moest voor- stollen en de droefheid der omstan ders af zou beelden naarmate van het grootcr of minder belang, dat elk hunner stelde in het lot dier onschul dige Prinses, niet beter wist te doen dan een sluier te werpen over Ega- menmon's gelaat, als begreep hij, dat niets in staat zou zijn, de gemoeds stemming eens vaders op zulk een oogenblik naar eiscfi te vertoonen. In den oorlog, die in de 16e eeuw tusschen keizer Ferdinand en de we duwe van Johannes, koning van Hongarije gevoerd werd, was een Duitsch krijgsknecht bij de bestor ming van Bude gesneuveld, na de nieost treffende wapenfeiten te heb ben verricht. De lieer van Reisach, een van 's Keizers bevelhebbers, was inzonderheid getroffen door 's mans kloeke daden en haastte zicih, toon 't lijk teruggevoerd werd, er naar toe te gaan om te zien, wie de dappere was. Toen de helm was af genomen. herkende hij zijn zoon. Al de omstanders gevoelden zich bij de ze ontmoeting tot tranen toe bewo gen; hij alleen bleef stokstijf, en zon der dat een trek op zijn gelaat ver anderde, op het ltjk zijns lievellngs staren, totdat de smart zijn levens geest overwonnen had en hij opeens dood nederviel. Over 't algemeen kunnen we noch de groote droefheid, nooh eenlg ge voel, dat ons geheel overmeestert met woorden of uiterlijke teekenen uiten. Maar daarom dan ook is die toe stand hoogst gevaarlijk en kan bij hem, die een groote vreugde smaakt, of bij hem, wien een bittere ramp treft, plotselinge onmacht, ja, den dood veroorzaken. Een Romelnschc moeder stierf van blijdschap toen zij, na den slag bij Cannac, haar zoon, dien zij gesneu veld waande, levend terug zag: Sofo- kles en Dionysius de Oude stierven insgelijks van vreugde: en zoo ook de Romeinsche Pretor Talva, toen hij in lvorsika vernam, welke eer de Se naat besloten had hem te bewijzen. Paus Leo X was zoo in zijn schik toen hij de inneming van Milaan ver nam. waar hij zeer naar verlangd had, dat hij er de koorts van kreeg, die hem ten grave sleepte. En hoe zelfs verregaande spijt ie mand kan doen stenen, woixlt ons bewezen door het voorbeeld van den redekunstenaar Diodorus die zuo overweldigd werd door e- n gevoel van schaamte, omdat hij bij een open bare les niet in staat was geweest een bewijsgrond, dien men tegen hem had aangevoeld, naar eisch ie wederleg gen, dat hij er een beroerte van kreeg aan welke hij overleed. DIEREN. Is men den menschen rechtvaardig heid schuldig, men is ook goedheid schuldig aan de dieren, vooral aan de dieren, die aan ons gehecht zijn, en velen, die zich Christenen noemen mogen zich schamen voor de Turken, die aalmoezen en gasthuizen voor dieren over hebben. De Atheners gelastten, dat de muil ezels, die gediend hadden bij den ar- aan den tempel „Hecatompedom' genaamd, voortaan vrij zouden we en overal ongestoord mochten grazen. Bij de Agrigentijners was het ie gewoonte, de dieren die hun lief ge weest waren, ais bij uitstek fraaie paarden, honden, vogels of andere dieren, die zich dcor waakzaamheid, nut of trouw hadden onderscheiden, ja zelfs, die alleen den lmisgen«x>ten tot een genoeglijk tijdverdrijf hadden' gestrekt na hun dood op plechtige wijze te begraven, en de weelderige pracht, die zij in alle dingen ten toon spreidden, blonk evenzeer aan de gedenksteenen, die zij bij zulke gelegenheden oprichtten en die nog eeuwen lang den stad tot sieraad ge weest zijn Plutarchus maakte er een gewetens bezwaar van, een trek-os, die hem Ja ren lang had dienst gedaan, om een klein voordeel aan den slager te ver- koopen. Een Syriër bezat een olifant, wiens oppasser aan 't arme dier dagelijks de helft onthield van de gerst, die er voor bestemd werd .Eens gebeurde 1, dat de meester zelf aan den olifant zijn rantsoen kwam geven en dan ook de volle maat gerst in do etens- trog uitstortte; waarop de olifant, na zijn oppasser schuins te hebben aan gezien, met zijn snuit do helft, van hel. hem toebedeelde afscheidde en terzijde stelde, daarmede het onrecht aan den dag brengende, dat hem ge- gedaan werd. Een andere olifant had 'n oppasser die insgelijks zich te zijnen koste ver rijken wilde en een gedeelte van zijn rantsoen terughield, het ontbrekende met stoenen aanvullend. De olifant echter betaalde hem met gelijke munt want op een dag naderde hij het vuur, waar het middagmaal bij ge kookt werd, lichtte het deksel van den pot en vulde deze met ascli. Hyrkaw, de hond van koning Lis- simuchus, wilde na diens dood het bed zijns meesters niet verlaten en weigerde spijs en drank, toen het lijk plechtig verbrand werd, liep hij het na en wierp zich in de vlammen. De geschiedenis levert meer don één voorbeeld van honden, die den moordenaar van hun meester aan den dag brachten. Koning Pyrrhus een hond ontmoetende, die bij het tijk van een verslag ene de wacht hield en vernemende dat hij zulks reeds drie dagen gedaan had, gelastte, dat men het lichaam begraven zou en nam de bond met zich mede. Eenige dagen later hield hij een groote wa penschouw, bij welke gelegenheid de hond, zijns meesters moordenaars ontdekkende, plotseling op hem aan viel, met hevig geblaf en groot betoon van woede, hierdoor het eerst leiden de tot een vermoeden, dat, door een nader onderzoek bevestigd, de straf van den schuldige tot gevolg had. Een hond. die de wacht had bij een tempol te Athene, bemerkte oen )diof, die bij nacht de schatten daaruit roofde, en blafte hem aan, doch zon der dat de kerkbewaarder ontwaak te; toen besloot het dier den dief te volgen, 't geen hij echter niet dan op een afstand deed. Zoo bleef hij hem bij tot aan de stad Kromyon, waar de kerkbewaarders, die, én den schat én den hond missende, en vernomen hebbende dat men dezen laatste opden weg gezien had, ook dien kant uit gingen, en nu den dief, hun door het schrandere dier aangewezen, deden vatten en medevoerden. De rechters, dezen dienst van den hond willende erkennen, gelastten dat hem uit de openbare kassen jaarlijks een zekere hoeveelheid koren zou worden ver strekt en bevalen den priesters aan, zorg voor hem te dragen. Naar Mr. v. LENNEP. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling mi^eten gezonden worden aan Mevr. Venema—Van Doorn, Wagenweg no. 88, Haarlem). JANSJE v. D Nu, je hebt erg veel gearegen, hoor, en wat Je hei allermooiste vind, zal je tegenwoor dig ook wel goed ie pas komen, denk ik. Heb je zooveel kennisjes buiten de stad wonen, of van wie kreeg je al die ansichten? Wie waren je drie beste vriendinnetjes, die bij je ge weest zijn? CHRISTINA Z. Het is altijd makkelijk als je je redden kunt en de raadsels zagen er keurig uit, hoort Vond je de raadsels moeilijk? WILLY G. Ik merk wel, dat je het boek erg mooi gevonden hebt, hoor! En je hebt het gauw uitgelezen! Lees je het nu nog een keertje, of gaat het de kast in? Waarom had je vrij van school? Was er iets bijzon ders? GERARD R. De ingezonden raadsels zijn goed. Ja, 's morgeus leeren, gaat meestal gemakkelijker dan 'a avonds. Sta Je dan erg vroeg op? KAREL H. Nu, dan zijn jullie flinke kinderen, hoor! En wie lost er dan het meeste op? M at vind je pret tiger; begraven plaatsen, of strikvra gen? De nieuwe raadsels zijn goed. ALBERTINA H. De nieuwe raadsels zijn goed. Dat vind ik ferm, dat jij al zoo meehelpen kan! Groeit de kleine broer goed? en vind je liet prettig om pp hem te passen? Wan neer wordt hij een jaar? PIëR H. Ja, ik heb daar ook ge keken. Jammer, dat we elkaar duar ook niet gezien hebben! Kon je het goed zien en heb je eerst lang moeten staan wachten? De nieuwe raadsels en strikvragen zijn goed. GERRIE R. Ja, het spreekwoord was wel wat lastig, maar dat te Juist prettig, andere ben je ook zoo gauw klaar. Bleven ze allemaal thuis Zon dag, of heb jij op het huis gepast? AAGJE en CLARA B. Wat zin gen jullie daar, en geven jullie ook uitvoeringen? Ja, dat boek Is erg aar dig Er is ook nog een vervolg op. Help mij dat maar eens onthouden als Je weer komt» PETRONELLA L. Je strikvraag is goed; maar de 2e heeft pas eenige weken geleden in onze Zaterdag avond gestaan en kan ik dus niet plaatsen. Wat ziet jou werk er keu rig uitl HENDRIKA R. Je nieuwe raad sel en strikvragen zijn prachtig, be halve het 2e want dat hebben we al eens gehad. Heb je ze zelf bedacht? HELENA B. Heerlijk, dat je zoo opschiet' Ik ben nieuwsgierig, wat het worden zal. Kun je je lassen meestal nog al gauw BETSY A. Zijn de 3 vorige brief jes ook niet aan kennisjes van je? Of alieen Hendrika en Clara? Ja, post papier zal je wel goed te pos ko men. nu je zoo geregeld briefjes schrijft! Wat hebben jullie Zondag den heelen dag gespeeld? En hoe laat gingen ze naar huis? GILJAM L. Neen, een beetje lang op school is beter dan te kort. Leer je nu hetzelfde van verleden jaar nóg eens, of heb je apart les? Ja, 's winters zyn er altijd heel wat meer raadselvriendjes en vriendin netjes dan 's zomers; dan kunnen z( niet buiten spelen en komen ei 's avonds als de lamp brandt beter toe. Maak of knutsal jij 's avonds nog wel eens iets? HENRI K. Is het al bepaald, wanneer je weer naar huis mag? en ben je al weer gewogen? Aardig, dat je met onzen wedstrijd meedoet! Ik ben nieuwsgierig, of het mooi uitvalt! Jo hebt er zeker wel erg goed den tijd voor. Maak je ook wel eens wat werk voor school, of krijg je niets rtp? Als je dan maar niet te veel verge ten bent! ZUS D. Ja, het beste middel om er niet tegen op te zien, is, maar hard te werken en 't is heerlijk, dat zij in 't voorjaar zoo goed begonnen is. Dat geeft altijd moed! Maar 't zaJ gezellig zijn, als ze weer wat meer vrijen tijd krijgt. Ik hieldin dien tijd de Zondagen altijd vrij, doet zij dal ook? JOHAN W. R. Ja, dat mag je wol insturen, maar ik kan niet vooruit beloven, dat het vast geplaatst zal worden. Schrijf er dan bij, waar je het gevonden hebt. Wees met fiet sen maar voorzichtig, want als je liet half kan, heb je de meeste kans een ongeluk te krijgen. De nieuwe raad seis zijn goed. ELSJE IL Ik ben wel nieuws gierig naar haar rapport! Was het mooi? Het zal noz e*n hee'e poos duren, voordat zus en broer ook mee doen met onze rubriek. Zus kan ze ker wel al lezen. Geef je haar ook wel eins een makkelijke raadsel op? Hoe kwam het, dat de antwoorden van de raadsels ln de courant er al bij stonden? JO en JENTIEN B. Heeft Jen- tien pijn in haar oogen, of kan zij in de verte niet goed zien? En kri'gt nu een bril? Bij welke dokter is zij? Neen, zoo hoog in de lucht lijkt mij nu ook wel wat angstig; maar als ik het goed kon, zou het toch wel heerlijk zijn, om zoo ineens ver weg te vliegen en overal een kijkje te ne men. En je bent gauw weer thuis ookl Waar zou jij het liefste heen- vliegen, als je vliegen kon? Annie M. R. Ben je al begon nen voor den wedstrijd? of heb je al leen nog maar een plannetje in ja hoofd? Maak dan maar gauw een be gin, hoor! Want de tijd gaat gauw om! Ja, de raadsels zijn niet altijd even moeilijk gelukkig, en ik denk, dat Jij de hegraven plaatsen dezen keer al erg gemakkelijk vindt! ZUS B. - Jij hebt hem maar prach tig gezien, hoor! Maar niet iedereen heeft een tante, die er zoo dichtbij woont! Ik wil' graag gelooven, dat je er wel zoo'n zusje bij zoudt willen hebben, maar jou zusje is wat uuder en daar kan je dus eigenlijk nog prettiger mee spelen! Neen, hoofd pijn heb ik gelukkig nooit! Gaat moe der dan wat rusten? .AALTJE en SIEBE H. Moeder vind het zeker heerlijk, dat je wat meehelpt: helpt Renske thuis ook, of leert die nog wat anders? Ik ben nieuwsgierig naar Siebe's eersten brief, hoor! jO en FRANS v. E. Neen, het gebeurt jou maar heel zelden, dat je te luat bent, of eens overslaat. En ja hebt het toch heusch erg druk! i, doe je nu al drie jaar mee! Ja, je be hoort tot de echte oude vriendjes n dat zijn er niet zoo heel veel: Maar dat is juist gezellig, vind je niet! 't Is jammer, dat ik niet een van je eerste briefjes bewaard heb. want ze zien er nu heel anders nit, dan in 't begin! Heb je 't vliegen goed ge zien? WILLEM O. Wel, ik vind je plan beat! Is dat een werkje wat je graag doet? en heb je er wel eens mcor ccn gemaakt? Zou het ook nog op tijd af kunnen komen? .Ta, de moeste kinderen vonden de raadsels deze week wat moeilijk. Dat kan je ook wel zien, aan het aantal oplos singen, dat de meeste kinderen heb ben! AALTJE M. P. Het nieuwe raad sel is goed. MAARTJE EN NICO V. He» is beet, als Nico het boek nu weoi komt ruilen, Ja, er waren een paar lastige raadsels b:j, maar deze keer zul t wel weer beter gaan! HUBERTHA R. De nieuwe raad sels zijn goed. Ik denk, dat er de vol gende week wel al een \a:i jou in zal staan. Maak je ze zelf.' Ik denk. dat jij thuis wel wat verwend zal worden, door die twee groote L-oere! En wat voer jij zelf den heelen dug uit? WILLY H. Je had er zeker bij ongeluk een overgeslagen, want er stonden er maar etf op je briefje. Als je eens een verhaaltje bedenkt, mag je het wel inzenden. Heeft Annie plei- zier gehad? ea jij hebt toch zeker ook meegespeeld, of was je daar te groot voor? NANNE N. Heerlijk dat je 't zoo goed gezien hebt! Was je op het terrein zelf Zaterdags? en had je wei met hem mee omhoog willen gaan? Heeft Cor het ook goed kunnen zien en hebben jullie niet erg in het ge drang gezeten? E. W. VENEMA-v. DOORN. 22 October 1910.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 13