HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 29 OCTOBER 1910
terugvinden in de werken en de blie
ven van Napoleon. Zoo o.a.:
„Robespierre was een proces, verlo
ren zonder bepleit te zijn"
en
„Antwerpen was een pistool, steeds
gericht op het hart van Engeland".
De rest is „du Balzac", soms u la
Napoléon vervaardigd, soms zonden-
een zweem van namaak, dus echt
van Ba'lzac zélf.
Hieronder een paar, waarbij de
groote romancier, zich verplaatsend
in Napoleon's gedachtenwereld, de
uitingswijze van den grooten verove
raar heeft nagebootst:
..Een revolutie is een meening, die
bajonetten vindt."
„Een revolutie is een vicieuze cir
kel: ze gaat van de buitensporigheid
uit, om er op terug te komen."
Ex zijn zelfs gedachten bij, die
nooit in Napoleon's brein kunnen
zijn opgekomen. Ze staan zelfs be
paald tegenover diens begrippen
waaruit, tusschen twee haakjes, de
opmerkzame lezer kan gewaar wor
den, tot hoever Balzac's vereering
voor den geweldenaar ging. Anti-na
poleontisch zijn bijvoorbeeld de vol
gende gedachten:
„Een overweldiger heeft te veel
meesters gehad om niet te beginnen
met absoluut te zijn."
„Niets moet minder op een man ge
lijken dan een koning."
Het leukste van deze heelc mystifi-
oatie is misschien wel, dat Balzac in
dit boekje de gelegenheid te baat ge
nomen heeft om de sterko antipathie,
die hij tegen de advocaten had. ten
scherpste uit te sproken, zoogenaamd
bij monde van Napoleon.
Summa summarum: er Is dus van
Balzac, den hoogst erastigen reus
der letteren, een literaire grap aan
het licht gekomen. Heerlijk!
„Niets heeft mij zoo aan het lachen
gebraoht als het idee, het kruis te be
zorgen aan een soort van kruidenier"
zie verder boven. Je te crods!
Maar... madame Hunska? Heeft
Balzac haar later, na zijn huwelijk,
vergiffenis moeten vragen voor het
feit, dat hij er ook haar heeft laten
inloopen
OTTO KNAAP.
Tan ie Residentie en haar
bewoners.
LXXX.
In het antwoord op de opmerkingen
aar aanleiding van de begrooting,
as door B. en W. meegedeeld dat
voorstellen betreffende verbetering
van de binnenstad voor het einde van
het jaar verwacht konden worden.
Zoo'n antwoord geven alle gemeen
tebesturen op hun tijd en overal wil
liet ook vrijwel hetzelfde zeggen: voor
loopig niets, maar over een tijdje mis
schien wel.
Niemand, die hier anders verwacht
te, en de verbazing is dus begrijpelijk
toen een oaar dacen na de moedee-
ling het plan tot het maken van twee
nieuwe straten wereldkundig werd.
Dat ze noodig zijn zal niemand ont
kennen, wat echter niet wegneemt dat
er nog heel wat beweging gestild
zal moeten worden, voor we in de
nieuwe buurten kunnen gaan wande
len.
De eene straat moet Gnoote Markt
met Fluweelen Burgwal verbinden en
loopt dwars door de Wagenstraat,
evenwijdig aan de Spuistraat
dient dan ook om deze te ontlasten;
de andere gaat van Prinsengracht,
hoofdzakelijk langs nauwe straatjes,
die dan verbreed worden, naar de
Elandstraat en moet het verkeer dat
thans door de Prinscstraat gaat, voor
een goed deel tot zich trekken.
De kosten worden „zeer globaal"
geraamd op een 3 1/2 millioen.
Dat zeer globale zal dus in de toe
komst wel blijken veel te laag te zijn.
De onteigening achter het Stadhuis
kostte een kleine ton meer dan ge
raamd was en we zullen daarom
dienen af te wachten hoeveel we te
betalen zullen krijgen.
Veel in elk geval; de eerste verkeers
weg, die wel verwacht werd, zal over
grond loopen, waarop tlians percee-
len staan, die een jaar geleden heel
wat minder mooi waren. Verschil
lende speculaties blijken goed te zijn
geweest.
Groote gebouwen sneuvelen niet
voor de straat naar den Fluweelen
Burgwal. Alleen het hotel d'Angleter-
re, welbekend aan Indische gasten en
Engelschen, moet tegen den grond.
Voor de tweede zijn alleen woonhui
zen en stratenkanten in een achtste-
rangsbuurt als slachtoffers opgege
ven.
Het laatste deel van dezen weg is
echter merkwaardig. Van de Veen-
kade, dicht bij de brug bij de Prinse
straat loopt hij diagonaal door een
blok, bestaande uit Bilderdijk-, Tol
lens-, De Riemer-, en Westerbaen-
straat, om bij het eind van de Hem-
sterhuisstraat in de F.landstraat te
monden.
Mooi zal dit gedeelte nieuwe straat
met zijn óf stompe, of scherpe snij
punten met andere straten niet zijn,
vooral ook niet omdat de Veenkade,
waar het diagnonaalsluk begint lager
ligt dan de andere grachtkant, de
Noordwal, zoodat men naar de brug
toeloopende tegen een verhoogden
walkant zal aanzien.
Praktijk gaat in deze echter hoven
schoonheid.
Misschien is het mogelijk, als deze
nieuwe weg er is, de tram, lijn 3,
naar de stad toe, er door te leiden,
wat tot voordeel zou hebben dat de
te smalle Prinsestraat van haar dub
bel spoor ontlast werd. De twee spo
ren nemen er thans zooveel van
straat in beslag, dat een rijtuig niet
tusschen buitenrails en trottoirband
staan kan. Moet ee>n vrachtwagen
ontladen dan moet hij met twee wie
len op het trottoir gewerkt worden,
waardoor de menschen die daar wil
len passeeren natuurlijk op het toch
al zoo drukke asphalt zijn aangewe
zen.
Nu de richting van de straten defi
nitief bekend is, zijn vermoedelijk
adressen op komst van de winkeliers,
aan de van verkeer te ontlasten stra
ten, die over benadeeling klagen.
Ze krijgen echter natuurlijk nul op
het request, want hoe hard het ook
voor hen zijn mag, vergoeding ge
ven zou leiden tot een geLdstrooien,
waarvan de gevolgen niet te overzien
zouden zijn.
Jammer echter dat we geen belas
ting op de waardevermeerdering van
gronden hebben. Eigenaars van
krotten, worden ineens gefortuneerd,
nu die woninkjes aan een 20 meter
hreeden verkeersweg komen te lig
gen.
En daarvoor betalen wij nu belas
ting,
BIJ do algemeens beschouwingen
van die begroeting herkauwden de
leden natuurlijk alles wat in do uf-
deelingen was opgemerkt en beant
woord.
Het waren dan ook zeldzaam ver
velende vergaderingen. Gelukkig
weid voor afwisseling gezorgd.
Een eerzaam raadslid, smid van
beroep, stelde B. en \V'. voor een prijs
vraag dit te sclirijven om te weten te
komen wat eigenlijk electriclteit was
en of de productie daarvan nadeelig
kon werken op de zuurstof en stik
stof in den dampkring.
Het werd in allen ernst voorgedra
gen. De raad schaterde, gierde, bul
derde haast van het lachen en te mid
den van al die jolijt stond de spreker
kalm zijn gronden tot zijn voorstel te
ontwikkelen, die tot eenige uitwer
king hadden, dat ze nieuwe lachsal
vo's wekteu.
De begrootingsdiscussies van 1910
zuilen nooit geheel vergeten worden
de stikstofhistorie zal "blijven leven
als alle andere herinneringen al lang
verflauwd zijn.
Geheel onvruchtbaar zijn deze
raadsvergaderingen tot dusver dus
niet geweest
Na jaren van rust schijnt Seinpost
te Scheveningen weer toi nieuw leven
geroepen te zullen worden.
Een jaar of 5 geleden werd het voor
het laatst als gewoon variété-theater
geëxploiteerd. De heer Frits van Haar
lem had toen de leiding, maai* slechte
opkomst van het publiek maakte, da:
de Zuidhollandsche Bierbrouwerij,
die het gebouw in eigendom bezat,
maar de exploitatie van het variété
zelf niet aandurfde, verlies leed.
Het jaar daarop mocht op hevel van
de brandweer alleen gespeeld worden
als een brundscherm gemaakt werd,
wat met het oog op de vrij ingewikkel
de verbouwing, die er voor noodig zou
zijn, op een 40,000 gesteld moest wor
den.
De eigenaar van het gebouw bedank
te er voor, geen exploitant deed zich
voor, die dit postje voor zijn rekening»
wilde nemen en als variété-theater
was Seinpost dood. Wel speelde in de
groote zaal een damesorkestje en tra
den enkele zangers of danseressen op,
een specialiteitenvoorstelling moclu
dit nietdreeten.
Nu wordt het geheel verbouwd en
van den zomer zullen operetten et
uitvoering vinden en vertegen woord i
gers van de danskunst er optreden.
De kans op succes is heel wat gi-co-
ter dan een jaar of wat geleden. Het
publiek vindt meer en meer smaak in
variété, en daar de beide ll.-iagscho
theaters 's zomers gesloten zijn," zul
len de stamgasten te Scheveningen
gaan zoeken wat Den Haag niet biedt.
Wanneer de exploitant nu maar
met den smaak van het. Haagsche pu
bliek hekend is, wie weet of dun nicf
nog eens de Seinpost onder welken
naam dan ook weer de plaats gaat
veroveren die het eenige jaren lang
ingenomen heeft in de rij van de zo
mervermakeiij kheden.
Voor de badplaats Scheveningen is
:n variété zeker geen overbodige
weelde.
SINTRAM.
Stadsnieuws
OVER STAATSPENSIONEERIN'G,
Donderdagavond hield de afdeel ing
Haarlem van Patrimonium een open
bare vergadering in het gebouw van
de Haarlemsche JongeJingsvereeni-
ging.
Als spreker trad op de heer J. iluï-
zinga, burgemeester van Axel, met
het onderwerp: „Waarom geen
Staats pensioneering?"
De voorzitter, de heer M. de Braai,
opende de vergadering op de gebrui
kelijke wijze en gaf het woord aan
den heer Huizinga.
Deze begon met te zeggen, dat het
onderwerp, waarover hij zou spre
ken, allerminst wil zeggen, dat Pa
trimonium tegen pensioneering is,
ook niet met behulp van don Staat,
het tegendeel veeleer is juist. Het
zegt, de Staat heeft reeds te lang ge
wacht, in te grijpen op dit terrein,
waar het zoo hoog noodig is.
Het zegt: gij Staat heeft u beijverd,
om de beletselen weg te nemen, do
de ontwikkeling van de groot-ïndus-
trió in don weg stonden, zonder u te
bekommeren om het lot van hen, die
het slachtoffer werden van vrije con
currentie en ontwikkeling van die in
dustrie. Om nu dat evenwicht te her
stellen, moet de Staat ingrijpen en
zorgen, dat door zijn hulp de arbei
der van zijn arbeid kan leven, ook ais
hij niet meer in staat is te werken,
door ziekte, invaliditeit of ouderdom.
Daarna zette spr. uiteen, wat door
particulieren en ook door Patrimo
nium in deze richting is gedaan. II:i
kwam toi de conclusie, dat de prak
tijk heeft geleerd, dat zonder staats-
haarlemsche
Handeisvereeuiging
Goedgek. bfj Kon. Bed. ran 13 Nor. 189'J.
De Haarlemsche Handelsvereeni-
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft In den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vel© gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden on dikwijls met groot
succós. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereenx-
flng toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moeeten lid
.worden, om ten minste to laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handeisvereeui
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, dl© de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en teer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni-
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor ben tot betaling aan te
manen en information voor hen In ie
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleeiden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel eu hot bedrijf der ledeD.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
ledeu voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad I 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens,
Spaarue 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
liet bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
«leeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tion naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wamueer niet 10 ets. voor porto-
veigoediug is toegevoegd.
ltuim 1748 iuformatien en rechts
geleerde adviezen werden in het al
ge loopen jaar gegeven.
In Augustus en September 1910 zijn
81 vorderingen tot een bedrag van
f 1596.86 beiauld; 14 vorderingen
worden afbetaald, 15 vorderingen
zijn uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadree
scert aan liet Bureau, dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
6oms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. 11. V.. toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Mijn man, Fidello, is naar Brussel,
zoogenaamd voor zaken, maar inder
daad om zich nog wat ie amuseeren
op de tentoonstelling, vóórdat die 1
November gesloten wordt. Zóó zijn
de mannen ze gaan maar op hun
eigen gelegenheid uit en laten ons
thuis, om den pot ie koken en de
kousen te mazen.
Toen ik hem vroeg, wie dan nu
deze weck de Haarlemmer Halletjes
schrijven zou, antwoordde hij „de
lezers zullen het dezen keer zonder
moeten doen met een gezicht, alsof
ze dezen slag niet dan met groote
moeite te boven zouden kunnen ko
men. Maai- mij bedot hij niet, ik weet
door jarenlange ondervinding precies
hoe die dingen gemaakt worden. Je
neemt eenvoudig pen, inkt en zes
blaadjes papier, niet meer en niet
minder, een voor ieder kolommetje,
en Jè schrijft. Het recept is eenvou
dig, iedereen kan het klaarmaken,
alleen is er een beetje durf voor noo
dig. En daar ik die in voldoende ma
te bezit, ben ik zoo vrij, deze week
een i eschouivmg over Haarlemsche
gemeentezaken te geven.
Ik vind daarin vooral aanleiding in
een opmerking, die Mr. Thiol Woens
dag bij de behandeling van de be
groeting in don Raad hooft gemaakt.
Er moeten, vond hij, ook vrouwen in
de commissie voor middelbaar on
derwijs. En wat zegt daarop do vvet-
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden dor Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor Informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCXLVIL
Uit het tijdperk, dat van de Revo
lutie tot onze dagen loopt, zijn er
drie groote mannen van Frankrijk,
voor wie een groot deel van het Fran-
sche volk, uit alle standen, een bij
zonderen cultus heeftNapoleon,
Balzac en Victor Hugo.
De literatuur over die drie mannen
zou bijvoorbeeld in de Universiteite-
Bibliotheek te Amsterdam geen ruim
te genoeg kunnen vinden, en nog
steeds, om zoo te zeggen dagelijks,
verschijnen er artikelen en monogra-
phieën over hel drietal.
Dat er nog immer wordt geschre
ven en ook mondeling geredetwist
over Napoleon, die de gansche we
reld in beroering heeft gebracht, is
alleszins begrijpelijk. En elke revela
tie omtrent meer intieme aangelegen
heden van dezen grooten gewelde
naar, die, in weerwil van vele daden
der grootste openbaarheid, toch min
of meer een mysterieuse persoonlijk
heid, een psychologisch raadsel is ge
bleven, wordt met graagte gelezen.
Doch mede Is het feit verklaarbaar,
dat menigeen nog zijn gedachten
laat gaan en zijn oordeel uitspreekt
over Balzac en Victor Hugo. Want al
waren zij slechts „hommes de let
tres", zij hebben, evenals trouwens
velen hunner letterkundige tijdgenoo-
ten, zóó intensief him tijd meftgeleefd,
zich zóó gemengd in de groote ge
beurtenissen van hun aëra, dat een
kenschetsing van hun tijdperk zich
ook buiten de literatuur om noodza
kelijkerwijze met hen heeft bezig te
houden. Vooral met Victor Hugo is
dat het geval.
Terloops wijs ik op het, verschil met
onze Hollaiideche letterkundigen,
voor wie het „Alltegsleben" met al
zijn golvingen, deiningen en bran
dingen van geen belang is en die zdch
opsluiten in een vestinkje van zelf
vergoding, zieltjes-zoekerij en kunst-
om-kunst-waanvoorstellingen.
Bij menigeen hier in Frankrijk is
dikwijls de vraag gerezen, hoe Bal
zac, de letterkundige reus, dacht
over Napoleon, den wereldheros.
Victor Hugo's meeningen over Na
poleon zijn bekend genoeg. De ban
neling van Jersey en Guernesey heeft
zich vaak geuit over den balling van
Elba en Slnt-Helena.
Maar die van Balzac
In zijn volledige werken vindt men
bitter weinig uitingen over Napoleon,
hetgeen des te vreemder is, naar dien
Balzac's geest de karakteristiek, niet
slechts van zijn eigen tijdperk, doch
ook van het onmiddellijk daaraan
voorafgaande gansch on aJ omvatte.
Don lOden October 1838 schreef Bal
zac aan madame Ilanska, die later
zijn vrouw werd
„Sedert ongeveer zeven jaar, tel
kenmale, dat ik een boek las, waarin
sprake was van Nanoleon. en ik een
treffende en nieuwe gedachte, door
hem gezegd, vond, toekende ik deze
dadelijk op in een keukenboekje, dat
mijn schrijftafel niet meer verliet,
dat ge kerxt, dat u, helaas misschien
woldra zal toebehooren, en waarin
ik mijn eerste onderwerpen en ge
dachten noteer. Op een vvanhoops-
dag (dat was onlangs) keek ik na,
hoeveel er in stondenex- waren er
vijfhonderd, en daar ontstaat het
mooiste boek van dezen tijd uit, dit
wil zeggen- de uitgave van „Maximes
et Pensées de Napoléon".
Ik heb dien arbeid veirkacht aan een
gewezen koopman in gebreide goede
ren, die nu een man van gewicht in
zijn arrondissement is, en die het
Legioen van Eer wil hebben en het
zal krijgen, als hij het boek aan
Louis-Philippe opdraagt. Het boek
staat op het punt te verschijnen.
houder„als de Commissie daaraan
behoefte gevoelt, moet ze dat zelf
maar voorsteUen 1" Daarbij liet Mr.
Thiol het blijven o, o, wat werd
hij daar met een kluitje in 't riet
gestuurd 1 De mannen vinden het
immers nooit noodig, dat er vrouwen
zitting nemen in hun bestuur 1 Die
ziin zoo lastig, vinden ze, kunnen
andermans (of andervrouwe) opinie
niet waardéeren.
Nu kan daax- wel wat van aan we
zen. Als wij over gewichtige zaken
mooten besluiten, vindt ieder van
ons haar opinie zóó gewichtig, dat ze
zich maar moeilijk bij die van een
ander neerleggen kan. In vrouwen-
besturen ls dan ook altijd verande
ring, want menigeen, die haar zin
niet krijgt, loopt weg. „Jullie kunt
niet vergaderen", pleegt mijn main te
zeggen, „je verstaat de kunst niet
van geven en nemen, iedereen in een
vrouwenbestuur wil nemen."
,,'t Ka.li wezen", zeg ik dan, „maar
jullie mannen hebt het vergaderen al
te goed geleerd, zoodat je niet an
ders meer kunt dan geven."
Dat zei ik niet zonder reden. Me
nigmaal kwam mijn man thuis van
een vergadocÉag en zei „onze secre-
turis is een prul, die moest maar
liever bedanken" of „de voorzit
ter beduidt niet veel, daar gaat hec-
iemaal geen energie van uit." En als
ik dan vroeg„waarom zegt dan
niemand dat eens flinkweg dan
antwoordde hij: „mensch, waar denk
je aan dat kan toch niet, dat zou te
onbeleefd wezen, wel, je kreeg hef
tige ruzie in het bestuur 1"
Schaf het u aan. Gij zult een der
mooiste dingen uit dezen tijd hebben:
de gedachte, de ziel van dezen groo
ten man, ontsluierd, na veel naspo
ringen, door uw moujik Honoré de
Balzac. Niets heeft mij zoo aan het
lachen gebracht als het idee, het
kruis te bezorgen aan een soort van
kruidenier, die zich bij uwe Gratie
kan aanbevelen door zijn titel van
administrateur van het Weldadig
heidsbureau. Napoleon heeft mij 4000
francs bezorgd en de koopman in
breiwerk kan er 100.000 francs mee
verdienen. Ik heb zoo'n groot gebrek
aan vertrouwen in me zelf, dat ik dat
idee niet heb willen exploiteeren. Den
koopman in breiwerk de roem en het
voordeel! Gij zult de hand van uw
slaaf herkennen aan de opdracht
aan Louis-Philippe. Dat de Schaduw
van Napoleon mij vergiffenis schen
kel"
Dit boek werd een twintigtal jaren
geleden gevonden door Frédéric Mas-
son, een der knapste en meest serieu
ze geschiedschrijvers van onzen tijd
en sedert eenige jaren lid van de
Académie Frangaise.
De eerst veel later gepubliceerde
brieven van Balzac brachten hem
kooi, geleden op het spoor, dat de
groote romancier, dien Paul Boux-
get eens den „Napoléon littéraire"
heeft genoemd, de hand heeft gehad
in de vervaardiging van genoemd
boekje.
Het is een werkje in 18 o, bestaan
de 192 bladzijden en getiteld:
Maximes et Pensées
de N apoléon
recueillis
par J. L. Gaudy Jeune.
Het ls te Parijs in 1838 gedru-kt,
doch draagt geen uitgevexsnaam
Hieruit en uit de gedrukte aanteeke-
ning: „De „Maximes et Pensées de
Napoléon" zijn gedeponeerd in de
Koninklijke BibLiotbeek" is de gevolg
trekking te maken, dat het werkje
niet in den handel is verschenen.
De opdracht aan Louis-Philippo,
waaraan Balzac in zijn brief aan ma
dame Honska gewag maakte, luidt
aldus:
Sire,
Een bedoening, vurig gewenscht
door den auteur van dat werk, ls de
eer geweest, het aan Uwe Majesteit
op te dragen. Aan u, Sire, behoort
deze nalatenschap van een genie, dat
een absolute overheereohing wilde
om Frankrijk te doen zegevieren; is
men u de triomfen niet verschuldigd,
die Europa ons benijdt, triomfen,
verkregen door eerlijke en burgerlie-
vende gedachten, die in deze maximes
ontbreken, welke dikwijls door de
noodzakelijkheid zijn gedicteerd en
waarin steeds de degen van den ka
pitein flikkert? Ook u alleen, Sire,
zult eens dezen schat kunnen hebben
verrijkt, zonder die Vrijheid in ge
vaar te hebben gebracht."
Zoo staat erl
Is het niet kostelijk! Wie merkt
hier niet duidelijk, dat Balzac in deze
opdracht èn monsieur Gaudy jeune,
„een soort van kruidenier", èn Louis
Philippe, beiden tegelijk, leelijk in de
maling heeft genomen? Treffend als
karakteristiek van de geestesgaven
van Louis-Philippe: ook hij, de Sire,
liep er int Balzac kende „seine Pap
penheimer", uit alle lagen der maat-
schappij.
Het behoeft nauwelijks geizegd te
worden, dat wie de voorrede heeft
gelezen en weet, dat Balzac de eigen
lijke auteur van het boekje ls, met ee-
nig wantrouwen de 525 gedachten
leest, die van Napoleon heeten te
zijn.
Inderdaad is er ook niet meer dan
een tiental ideeën, die men, al dan
niet in ©enigszins anderen vorm, kan
Om dat te ontgaan verdragen de
mannen een luien secretaris en een
slappen voorzitter en dan noemen ze
zoo'n lafhartige houding, je staat er
van versteld als je het. hoort, cor
rect
Wat er al niet correct heet bij de
mannen is ongeloofelijk. Vriendelijk
den hoed afnemen voor en handjes
geven aan menschen, waar ze een
hekel aan hebben, is correct Altijd
lijzig-bedaard blijven, al scheldt een
ander je ook uit, is correct. Iemand
stil onwaarheden laten zeggen, al
heeft hij je zwart op wit andersom
geschreven, is correct Alle men
schen behandelen met dezelfde op
pervlakkige, onverschillige, koele be
leefdheid, is correct In 't algemeen
is alles correct, wat voorkomen kan,
dat er op hooger toon dan de gewone
gespx'oken wordt en alles wat ruzie
kan verhinderen. Dan heb ik toch
maar liever de kibbelarij van vrou
wen, die ten minste de lucht nu en
dan zuivert
Mannen zijn lafhartige wezens.
Daax heb je nu het bestuur van do
Huishoud- en Industrieschool, waar
de Raad ielkens een man in zou
willen hebben „ons is het best",
zeggen de bestuurderessan, „stuur er
maar een of een paai'." Maar nie
mand komt, ze durven niet. Is het
bleuheid, of angst, dat ee zullen
moeten erkennen, dat de dames het
heel goed doen Ik weet het niet,
maar tot dusver wachten ze ver
geefs, geen mannelijk bestuurder
komt aanschellen.
In 't algemeen is deze meaning bij
de mannen geldend mannen zijn
knap, vrouwen zijn dom. In de
Raadszaal moeten ze heeiemaal niet
wezen, behalve op de nare bankjes
van de publieke tribune tik spreek bij
ondervinding, want ik heb er geze
ten), om te luisteren naar de benoe
ming van een onderwijzeres of naar
de discussie over een subsidie, maar
daarbij moet het dan ook blijven.
Gaan ze naar huis, dan vinden ze
misschien in een hoek van liet stad
huis een van haar zusters (het woord
genomen in uitgebreiden zin) aan T
schrobben, maar dat ls dan ook alles,
wat wij vrouwen tot de gemeente
administratie mogen bijdragen. Luis
teren en boenen 1
Er zijn mannen in onzen gemeente
raad, die véél praten. Die zijn knap 1
Er zijn vrouwen buiten den gemeen
teraad, die óók veel praten. Die zijn
dom 1 Dan zijn er mannen in dan
gemeenteraad, die heeloruóól niet
praten. Die zijn tóch knapMaar
vrouwen buiten den gemeenteraad,
die niet praten, zijn tóch dom Is 't
niet vreemd Verder zijn er ambte
naren van de secretarie in de Raads
vergadering, die ook knap zijn, en
boden, die ook knap zijn. Allemaal,
allemaal knap. Maar wij, domme
vrouwen, kunnen geen gemeente
raadslid wezen en geen ambtenaar en
zelfe geen bode en heeiemaal, o, héé-
lemóél nooit voorzitter... stel je voor,
hoe raar dat zou klinken „Mevrouw
do voorzitster, ik vraag het woord 1"
Of voorzitteres of voortitlerin, of wat
het Juiste woord dan ook zou moeten
wezen, "tó'e hebben nog wel even den
tijd om er over na te denken. Maar
gemeente-secretaresse klinkt al heel
goed, er zijn in verschillende veree-
nigingen al zooveel secretaressen en
waarom zouden ©r geen wethoudsters
kunnen zijn en bodinnen of bodes
sen De titel Raadslid is zoogoed
voor vrouwen als voor mannen
bruikbaar.
Als het ooit zoover komt, zullen
we ons moeten afwennen, om in ver
gaderingen onzen hoed op te houden,
zooals we bijvoorbeeld in restau
rants doen, alsof we zoo maar in vijf
minuten een stukje komen eten en
hot niet de moeite waard vinden, ons
hoofddeksel af te zetten. Maar tegen
den tijd, dat we Raadslid worden,
zal de mode, om hoed en haar zoo n
beetje aan elkaar te dragen, wel J
weer verdwenen zijn. En zoo niet,
dan wordt daarvan bij de verkiezing
een voorwaarde gemaakt.
„Juffrouw (of mei-rouw)", zeggen
we dan, „is u bereid, wanneer u ge
kozen wordt, uw hoed in de Raads
vergaderingen af te zetten En ant
woordt de candidate dan, na de
vraag een dag in beraad te hebben
gehouden ,,'t spijt me wel, maar
daartoe kan ik niet besluiten", dan
krijgt ze een brief terug met de offi-
cieele mededeeling, dai ze dan niet
voor de candidatuur in aanmerking
komen kan.
Ja zeker, als eenmaal de vrouw
den invloed beeft gekregen in de
openbare besturen, die haar toe
komt, dan zal bet publiek andere
dingen beleven. Tegenwoordig gaat
elk Raadslid zijn gangetje, doet
veel, weinig of niets, al naar hij zelf
wil. Wie weinig of niets doen worden
er daarom, als ze moeten aftreden
volstrekt niet uitgezet, want dan
komt er licht ruzie en dat is niet
u begrijpt het al dat is niet cor
rect. Wij vrouwen zullen anders
doen. Alle Raadslidd innen worden
per 3 maanden ter verantwoording
geroepen. Hebben ze gesproken zoo
ja, waarom Hebben ze gezwegen
zoo ja, waarom En bij haar aftre
den wordt goed en kwaad op de scha
len gelegd slaat die van het kwade
door, dan wordt haar onverbiddelijk
geen nieuw mandaat verleend, maar
mag ze gerust naar de modiste stap
pen, om van haar vervlogen greet
beid in den (lichten) rouw te gaan.
Die kan haar dan geheel of gedeelte
lijk over het verlies van het Raads
lidmaatschap troosten.
Zoo zijn mijn denkbeelden en ik
wil maar gevraagd hebben, of ze niet
redelijk zijn. Jammer dat ik er na
derhand niet meer op terug zal kun
nen komen, want als mijn man, Fi-
delio, uit Brussel terugkomt en leest,
wat ik geschreven heb. dan zal hij
ik ken hem alle denkbare maat
regelen nemen om te beletten, dat ik
nog eens in de courant schrijf. Wat
Mr. Thiel betreft, een volgenden
keer moet hij zich niet weer met een
kluitje in het riet laten sturen
maar wat ruik ik een aangehrand
luchtje komt uit de richting van de
keukeu, ik draaf, ik vlieg, om het
middagmaal, als het kan, nog te
redden 1
MEVROUW FIDELIO,