HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD ZATERDAG 29 OCTOBER 1910 terugvinden in de werken en de blie ven van Napoleon. Zoo o.a.: „Robespierre was een proces, verlo ren zonder bepleit te zijn" en „Antwerpen was een pistool, steeds gericht op het hart van Engeland". De rest is „du Balzac", soms u la Napoléon vervaardigd, soms zonden- een zweem van namaak, dus echt van Ba'lzac zélf. Hieronder een paar, waarbij de groote romancier, zich verplaatsend in Napoleon's gedachtenwereld, de uitingswijze van den grooten verove raar heeft nagebootst: ..Een revolutie is een meening, die bajonetten vindt." „Een revolutie is een vicieuze cir kel: ze gaat van de buitensporigheid uit, om er op terug te komen." Ex zijn zelfs gedachten bij, die nooit in Napoleon's brein kunnen zijn opgekomen. Ze staan zelfs be paald tegenover diens begrippen waaruit, tusschen twee haakjes, de opmerkzame lezer kan gewaar wor den, tot hoever Balzac's vereering voor den geweldenaar ging. Anti-na poleontisch zijn bijvoorbeeld de vol gende gedachten: „Een overweldiger heeft te veel meesters gehad om niet te beginnen met absoluut te zijn." „Niets moet minder op een man ge lijken dan een koning." Het leukste van deze heelc mystifi- oatie is misschien wel, dat Balzac in dit boekje de gelegenheid te baat ge nomen heeft om de sterko antipathie, die hij tegen de advocaten had. ten scherpste uit te sproken, zoogenaamd bij monde van Napoleon. Summa summarum: er Is dus van Balzac, den hoogst erastigen reus der letteren, een literaire grap aan het licht gekomen. Heerlijk! „Niets heeft mij zoo aan het lachen gebraoht als het idee, het kruis te be zorgen aan een soort van kruidenier" zie verder boven. Je te crods! Maar... madame Hunska? Heeft Balzac haar later, na zijn huwelijk, vergiffenis moeten vragen voor het feit, dat hij er ook haar heeft laten inloopen OTTO KNAAP. Tan ie Residentie en haar bewoners. LXXX. In het antwoord op de opmerkingen aar aanleiding van de begrooting, as door B. en W. meegedeeld dat voorstellen betreffende verbetering van de binnenstad voor het einde van het jaar verwacht konden worden. Zoo'n antwoord geven alle gemeen tebesturen op hun tijd en overal wil liet ook vrijwel hetzelfde zeggen: voor loopig niets, maar over een tijdje mis schien wel. Niemand, die hier anders verwacht te, en de verbazing is dus begrijpelijk toen een oaar dacen na de moedee- ling het plan tot het maken van twee nieuwe straten wereldkundig werd. Dat ze noodig zijn zal niemand ont kennen, wat echter niet wegneemt dat er nog heel wat beweging gestild zal moeten worden, voor we in de nieuwe buurten kunnen gaan wande len. De eene straat moet Gnoote Markt met Fluweelen Burgwal verbinden en loopt dwars door de Wagenstraat, evenwijdig aan de Spuistraat dient dan ook om deze te ontlasten; de andere gaat van Prinsengracht, hoofdzakelijk langs nauwe straatjes, die dan verbreed worden, naar de Elandstraat en moet het verkeer dat thans door de Prinscstraat gaat, voor een goed deel tot zich trekken. De kosten worden „zeer globaal" geraamd op een 3 1/2 millioen. Dat zeer globale zal dus in de toe komst wel blijken veel te laag te zijn. De onteigening achter het Stadhuis kostte een kleine ton meer dan ge raamd was en we zullen daarom dienen af te wachten hoeveel we te betalen zullen krijgen. Veel in elk geval; de eerste verkeers weg, die wel verwacht werd, zal over grond loopen, waarop tlians percee- len staan, die een jaar geleden heel wat minder mooi waren. Verschil lende speculaties blijken goed te zijn geweest. Groote gebouwen sneuvelen niet voor de straat naar den Fluweelen Burgwal. Alleen het hotel d'Angleter- re, welbekend aan Indische gasten en Engelschen, moet tegen den grond. Voor de tweede zijn alleen woonhui zen en stratenkanten in een achtste- rangsbuurt als slachtoffers opgege ven. Het laatste deel van dezen weg is echter merkwaardig. Van de Veen- kade, dicht bij de brug bij de Prinse straat loopt hij diagonaal door een blok, bestaande uit Bilderdijk-, Tol lens-, De Riemer-, en Westerbaen- straat, om bij het eind van de Hem- sterhuisstraat in de F.landstraat te monden. Mooi zal dit gedeelte nieuwe straat met zijn óf stompe, of scherpe snij punten met andere straten niet zijn, vooral ook niet omdat de Veenkade, waar het diagnonaalsluk begint lager ligt dan de andere grachtkant, de Noordwal, zoodat men naar de brug toeloopende tegen een verhoogden walkant zal aanzien. Praktijk gaat in deze echter hoven schoonheid. Misschien is het mogelijk, als deze nieuwe weg er is, de tram, lijn 3, naar de stad toe, er door te leiden, wat tot voordeel zou hebben dat de te smalle Prinsestraat van haar dub bel spoor ontlast werd. De twee spo ren nemen er thans zooveel van straat in beslag, dat een rijtuig niet tusschen buitenrails en trottoirband staan kan. Moet ee>n vrachtwagen ontladen dan moet hij met twee wie len op het trottoir gewerkt worden, waardoor de menschen die daar wil len passeeren natuurlijk op het toch al zoo drukke asphalt zijn aangewe zen. Nu de richting van de straten defi nitief bekend is, zijn vermoedelijk adressen op komst van de winkeliers, aan de van verkeer te ontlasten stra ten, die over benadeeling klagen. Ze krijgen echter natuurlijk nul op het request, want hoe hard het ook voor hen zijn mag, vergoeding ge ven zou leiden tot een geLdstrooien, waarvan de gevolgen niet te overzien zouden zijn. Jammer echter dat we geen belas ting op de waardevermeerdering van gronden hebben. Eigenaars van krotten, worden ineens gefortuneerd, nu die woninkjes aan een 20 meter hreeden verkeersweg komen te lig gen. En daarvoor betalen wij nu belas ting, BIJ do algemeens beschouwingen van die begroeting herkauwden de leden natuurlijk alles wat in do uf- deelingen was opgemerkt en beant woord. Het waren dan ook zeldzaam ver velende vergaderingen. Gelukkig weid voor afwisseling gezorgd. Een eerzaam raadslid, smid van beroep, stelde B. en \V'. voor een prijs vraag dit te sclirijven om te weten te komen wat eigenlijk electriclteit was en of de productie daarvan nadeelig kon werken op de zuurstof en stik stof in den dampkring. Het werd in allen ernst voorgedra gen. De raad schaterde, gierde, bul derde haast van het lachen en te mid den van al die jolijt stond de spreker kalm zijn gronden tot zijn voorstel te ontwikkelen, die tot eenige uitwer king hadden, dat ze nieuwe lachsal vo's wekteu. De begrootingsdiscussies van 1910 zuilen nooit geheel vergeten worden de stikstofhistorie zal "blijven leven als alle andere herinneringen al lang verflauwd zijn. Geheel onvruchtbaar zijn deze raadsvergaderingen tot dusver dus niet geweest Na jaren van rust schijnt Seinpost te Scheveningen weer toi nieuw leven geroepen te zullen worden. Een jaar of 5 geleden werd het voor het laatst als gewoon variété-theater geëxploiteerd. De heer Frits van Haar lem had toen de leiding, maai* slechte opkomst van het publiek maakte, da: de Zuidhollandsche Bierbrouwerij, die het gebouw in eigendom bezat, maar de exploitatie van het variété zelf niet aandurfde, verlies leed. Het jaar daarop mocht op hevel van de brandweer alleen gespeeld worden als een brundscherm gemaakt werd, wat met het oog op de vrij ingewikkel de verbouwing, die er voor noodig zou zijn, op een 40,000 gesteld moest wor den. De eigenaar van het gebouw bedank te er voor, geen exploitant deed zich voor, die dit postje voor zijn rekening» wilde nemen en als variété-theater was Seinpost dood. Wel speelde in de groote zaal een damesorkestje en tra den enkele zangers of danseressen op, een specialiteitenvoorstelling moclu dit nietdreeten. Nu wordt het geheel verbouwd en van den zomer zullen operetten et uitvoering vinden en vertegen woord i gers van de danskunst er optreden. De kans op succes is heel wat gi-co- ter dan een jaar of wat geleden. Het publiek vindt meer en meer smaak in variété, en daar de beide ll.-iagscho theaters 's zomers gesloten zijn," zul len de stamgasten te Scheveningen gaan zoeken wat Den Haag niet biedt. Wanneer de exploitant nu maar met den smaak van het. Haagsche pu bliek hekend is, wie weet of dun nicf nog eens de Seinpost onder welken naam dan ook weer de plaats gaat veroveren die het eenige jaren lang ingenomen heeft in de rij van de zo mervermakeiij kheden. Voor de badplaats Scheveningen is :n variété zeker geen overbodige weelde. SINTRAM. Stadsnieuws OVER STAATSPENSIONEERIN'G, Donderdagavond hield de afdeel ing Haarlem van Patrimonium een open bare vergadering in het gebouw van de Haarlemsche JongeJingsvereeni- ging. Als spreker trad op de heer J. iluï- zinga, burgemeester van Axel, met het onderwerp: „Waarom geen Staats pensioneering?" De voorzitter, de heer M. de Braai, opende de vergadering op de gebrui kelijke wijze en gaf het woord aan den heer Huizinga. Deze begon met te zeggen, dat het onderwerp, waarover hij zou spre ken, allerminst wil zeggen, dat Pa trimonium tegen pensioneering is, ook niet met behulp van don Staat, het tegendeel veeleer is juist. Het zegt, de Staat heeft reeds te lang ge wacht, in te grijpen op dit terrein, waar het zoo hoog noodig is. Het zegt: gij Staat heeft u beijverd, om de beletselen weg te nemen, do de ontwikkeling van de groot-ïndus- trió in don weg stonden, zonder u te bekommeren om het lot van hen, die het slachtoffer werden van vrije con currentie en ontwikkeling van die in dustrie. Om nu dat evenwicht te her stellen, moet de Staat ingrijpen en zorgen, dat door zijn hulp de arbei der van zijn arbeid kan leven, ook ais hij niet meer in staat is te werken, door ziekte, invaliditeit of ouderdom. Daarna zette spr. uiteen, wat door particulieren en ook door Patrimo nium in deze richting is gedaan. II:i kwam toi de conclusie, dat de prak tijk heeft geleerd, dat zonder staats- haarlemsche Handeisvereeuiging Goedgek. bfj Kon. Bed. ran 13 Nor. 189'J. De Haarlemsche Handelsvereeni- ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft In den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vel© gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden on dikwijls met groot succós. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereenx- flng toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moeeten lid .worden, om ten minste to laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handeisvereeui ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, dl© de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en teer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni- ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor ben tot betaling aan te manen en information voor hen In ie winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleeiden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel eu hot bedrijf der ledeD. Als proef kunnen voortaan nieuwe ledeu voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad I 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens, Spaarue 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. liet bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port «leeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tion naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wamueer niet 10 ets. voor porto- veigoediug is toegevoegd. ltuim 1748 iuformatien en rechts geleerde adviezen werden in het al ge loopen jaar gegeven. In Augustus en September 1910 zijn 81 vorderingen tot een bedrag van f 1596.86 beiauld; 14 vorderingen worden afbetaald, 15 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadree scert aan liet Bureau, dat geopend is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men 6oms meent, dat men, hoewel geen lid der H. 11. V.. toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Mijn man, Fidello, is naar Brussel, zoogenaamd voor zaken, maar inder daad om zich nog wat ie amuseeren op de tentoonstelling, vóórdat die 1 November gesloten wordt. Zóó zijn de mannen ze gaan maar op hun eigen gelegenheid uit en laten ons thuis, om den pot ie koken en de kousen te mazen. Toen ik hem vroeg, wie dan nu deze weck de Haarlemmer Halletjes schrijven zou, antwoordde hij „de lezers zullen het dezen keer zonder moeten doen met een gezicht, alsof ze dezen slag niet dan met groote moeite te boven zouden kunnen ko men. Maai- mij bedot hij niet, ik weet door jarenlange ondervinding precies hoe die dingen gemaakt worden. Je neemt eenvoudig pen, inkt en zes blaadjes papier, niet meer en niet minder, een voor ieder kolommetje, en Jè schrijft. Het recept is eenvou dig, iedereen kan het klaarmaken, alleen is er een beetje durf voor noo dig. En daar ik die in voldoende ma te bezit, ben ik zoo vrij, deze week een i eschouivmg over Haarlemsche gemeentezaken te geven. Ik vind daarin vooral aanleiding in een opmerking, die Mr. Thiol Woens dag bij de behandeling van de be groeting in don Raad hooft gemaakt. Er moeten, vond hij, ook vrouwen in de commissie voor middelbaar on derwijs. En wat zegt daarop do vvet- nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden dor Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor Informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCXLVIL Uit het tijdperk, dat van de Revo lutie tot onze dagen loopt, zijn er drie groote mannen van Frankrijk, voor wie een groot deel van het Fran- sche volk, uit alle standen, een bij zonderen cultus heeftNapoleon, Balzac en Victor Hugo. De literatuur over die drie mannen zou bijvoorbeeld in de Universiteite- Bibliotheek te Amsterdam geen ruim te genoeg kunnen vinden, en nog steeds, om zoo te zeggen dagelijks, verschijnen er artikelen en monogra- phieën over hel drietal. Dat er nog immer wordt geschre ven en ook mondeling geredetwist over Napoleon, die de gansche we reld in beroering heeft gebracht, is alleszins begrijpelijk. En elke revela tie omtrent meer intieme aangelegen heden van dezen grooten gewelde naar, die, in weerwil van vele daden der grootste openbaarheid, toch min of meer een mysterieuse persoonlijk heid, een psychologisch raadsel is ge bleven, wordt met graagte gelezen. Doch mede Is het feit verklaarbaar, dat menigeen nog zijn gedachten laat gaan en zijn oordeel uitspreekt over Balzac en Victor Hugo. Want al waren zij slechts „hommes de let tres", zij hebben, evenals trouwens velen hunner letterkundige tijdgenoo- ten, zóó intensief him tijd meftgeleefd, zich zóó gemengd in de groote ge beurtenissen van hun aëra, dat een kenschetsing van hun tijdperk zich ook buiten de literatuur om noodza kelijkerwijze met hen heeft bezig te houden. Vooral met Victor Hugo is dat het geval. Terloops wijs ik op het, verschil met onze Hollaiideche letterkundigen, voor wie het „Alltegsleben" met al zijn golvingen, deiningen en bran dingen van geen belang is en die zdch opsluiten in een vestinkje van zelf vergoding, zieltjes-zoekerij en kunst- om-kunst-waanvoorstellingen. Bij menigeen hier in Frankrijk is dikwijls de vraag gerezen, hoe Bal zac, de letterkundige reus, dacht over Napoleon, den wereldheros. Victor Hugo's meeningen over Na poleon zijn bekend genoeg. De ban neling van Jersey en Guernesey heeft zich vaak geuit over den balling van Elba en Slnt-Helena. Maar die van Balzac In zijn volledige werken vindt men bitter weinig uitingen over Napoleon, hetgeen des te vreemder is, naar dien Balzac's geest de karakteristiek, niet slechts van zijn eigen tijdperk, doch ook van het onmiddellijk daaraan voorafgaande gansch on aJ omvatte. Don lOden October 1838 schreef Bal zac aan madame Ilanska, die later zijn vrouw werd „Sedert ongeveer zeven jaar, tel kenmale, dat ik een boek las, waarin sprake was van Nanoleon. en ik een treffende en nieuwe gedachte, door hem gezegd, vond, toekende ik deze dadelijk op in een keukenboekje, dat mijn schrijftafel niet meer verliet, dat ge kerxt, dat u, helaas misschien woldra zal toebehooren, en waarin ik mijn eerste onderwerpen en ge dachten noteer. Op een vvanhoops- dag (dat was onlangs) keek ik na, hoeveel er in stondenex- waren er vijfhonderd, en daar ontstaat het mooiste boek van dezen tijd uit, dit wil zeggen- de uitgave van „Maximes et Pensées de Napoléon". Ik heb dien arbeid veirkacht aan een gewezen koopman in gebreide goede ren, die nu een man van gewicht in zijn arrondissement is, en die het Legioen van Eer wil hebben en het zal krijgen, als hij het boek aan Louis-Philippe opdraagt. Het boek staat op het punt te verschijnen. houder„als de Commissie daaraan behoefte gevoelt, moet ze dat zelf maar voorsteUen 1" Daarbij liet Mr. Thiol het blijven o, o, wat werd hij daar met een kluitje in 't riet gestuurd 1 De mannen vinden het immers nooit noodig, dat er vrouwen zitting nemen in hun bestuur 1 Die ziin zoo lastig, vinden ze, kunnen andermans (of andervrouwe) opinie niet waardéeren. Nu kan daax- wel wat van aan we zen. Als wij over gewichtige zaken mooten besluiten, vindt ieder van ons haar opinie zóó gewichtig, dat ze zich maar moeilijk bij die van een ander neerleggen kan. In vrouwen- besturen ls dan ook altijd verande ring, want menigeen, die haar zin niet krijgt, loopt weg. „Jullie kunt niet vergaderen", pleegt mijn main te zeggen, „je verstaat de kunst niet van geven en nemen, iedereen in een vrouwenbestuur wil nemen." ,,'t Ka.li wezen", zeg ik dan, „maar jullie mannen hebt het vergaderen al te goed geleerd, zoodat je niet an ders meer kunt dan geven." Dat zei ik niet zonder reden. Me nigmaal kwam mijn man thuis van een vergadocÉag en zei „onze secre- turis is een prul, die moest maar liever bedanken" of „de voorzit ter beduidt niet veel, daar gaat hec- iemaal geen energie van uit." En als ik dan vroeg„waarom zegt dan niemand dat eens flinkweg dan antwoordde hij: „mensch, waar denk je aan dat kan toch niet, dat zou te onbeleefd wezen, wel, je kreeg hef tige ruzie in het bestuur 1" Schaf het u aan. Gij zult een der mooiste dingen uit dezen tijd hebben: de gedachte, de ziel van dezen groo ten man, ontsluierd, na veel naspo ringen, door uw moujik Honoré de Balzac. Niets heeft mij zoo aan het lachen gebracht als het idee, het kruis te bezorgen aan een soort van kruidenier, die zich bij uwe Gratie kan aanbevelen door zijn titel van administrateur van het Weldadig heidsbureau. Napoleon heeft mij 4000 francs bezorgd en de koopman in breiwerk kan er 100.000 francs mee verdienen. Ik heb zoo'n groot gebrek aan vertrouwen in me zelf, dat ik dat idee niet heb willen exploiteeren. Den koopman in breiwerk de roem en het voordeel! Gij zult de hand van uw slaaf herkennen aan de opdracht aan Louis-Philippe. Dat de Schaduw van Napoleon mij vergiffenis schen kel" Dit boek werd een twintigtal jaren geleden gevonden door Frédéric Mas- son, een der knapste en meest serieu ze geschiedschrijvers van onzen tijd en sedert eenige jaren lid van de Académie Frangaise. De eerst veel later gepubliceerde brieven van Balzac brachten hem kooi, geleden op het spoor, dat de groote romancier, dien Paul Boux- get eens den „Napoléon littéraire" heeft genoemd, de hand heeft gehad in de vervaardiging van genoemd boekje. Het is een werkje in 18 o, bestaan de 192 bladzijden en getiteld: Maximes et Pensées de N apoléon recueillis par J. L. Gaudy Jeune. Het ls te Parijs in 1838 gedru-kt, doch draagt geen uitgevexsnaam Hieruit en uit de gedrukte aanteeke- ning: „De „Maximes et Pensées de Napoléon" zijn gedeponeerd in de Koninklijke BibLiotbeek" is de gevolg trekking te maken, dat het werkje niet in den handel is verschenen. De opdracht aan Louis-Philippo, waaraan Balzac in zijn brief aan ma dame Honska gewag maakte, luidt aldus: Sire, Een bedoening, vurig gewenscht door den auteur van dat werk, ls de eer geweest, het aan Uwe Majesteit op te dragen. Aan u, Sire, behoort deze nalatenschap van een genie, dat een absolute overheereohing wilde om Frankrijk te doen zegevieren; is men u de triomfen niet verschuldigd, die Europa ons benijdt, triomfen, verkregen door eerlijke en burgerlie- vende gedachten, die in deze maximes ontbreken, welke dikwijls door de noodzakelijkheid zijn gedicteerd en waarin steeds de degen van den ka pitein flikkert? Ook u alleen, Sire, zult eens dezen schat kunnen hebben verrijkt, zonder die Vrijheid in ge vaar te hebben gebracht." Zoo staat erl Is het niet kostelijk! Wie merkt hier niet duidelijk, dat Balzac in deze opdracht èn monsieur Gaudy jeune, „een soort van kruidenier", èn Louis Philippe, beiden tegelijk, leelijk in de maling heeft genomen? Treffend als karakteristiek van de geestesgaven van Louis-Philippe: ook hij, de Sire, liep er int Balzac kende „seine Pap penheimer", uit alle lagen der maat- schappij. Het behoeft nauwelijks geizegd te worden, dat wie de voorrede heeft gelezen en weet, dat Balzac de eigen lijke auteur van het boekje ls, met ee- nig wantrouwen de 525 gedachten leest, die van Napoleon heeten te zijn. Inderdaad is er ook niet meer dan een tiental ideeën, die men, al dan niet in ©enigszins anderen vorm, kan Om dat te ontgaan verdragen de mannen een luien secretaris en een slappen voorzitter en dan noemen ze zoo'n lafhartige houding, je staat er van versteld als je het. hoort, cor rect Wat er al niet correct heet bij de mannen is ongeloofelijk. Vriendelijk den hoed afnemen voor en handjes geven aan menschen, waar ze een hekel aan hebben, is correct Altijd lijzig-bedaard blijven, al scheldt een ander je ook uit, is correct. Iemand stil onwaarheden laten zeggen, al heeft hij je zwart op wit andersom geschreven, is correct Alle men schen behandelen met dezelfde op pervlakkige, onverschillige, koele be leefdheid, is correct In 't algemeen is alles correct, wat voorkomen kan, dat er op hooger toon dan de gewone gespx'oken wordt en alles wat ruzie kan verhinderen. Dan heb ik toch maar liever de kibbelarij van vrou wen, die ten minste de lucht nu en dan zuivert Mannen zijn lafhartige wezens. Daax heb je nu het bestuur van do Huishoud- en Industrieschool, waar de Raad ielkens een man in zou willen hebben „ons is het best", zeggen de bestuurderessan, „stuur er maar een of een paai'." Maar nie mand komt, ze durven niet. Is het bleuheid, of angst, dat ee zullen moeten erkennen, dat de dames het heel goed doen Ik weet het niet, maar tot dusver wachten ze ver geefs, geen mannelijk bestuurder komt aanschellen. In 't algemeen is deze meaning bij de mannen geldend mannen zijn knap, vrouwen zijn dom. In de Raadszaal moeten ze heeiemaal niet wezen, behalve op de nare bankjes van de publieke tribune tik spreek bij ondervinding, want ik heb er geze ten), om te luisteren naar de benoe ming van een onderwijzeres of naar de discussie over een subsidie, maar daarbij moet het dan ook blijven. Gaan ze naar huis, dan vinden ze misschien in een hoek van liet stad huis een van haar zusters (het woord genomen in uitgebreiden zin) aan T schrobben, maar dat ls dan ook alles, wat wij vrouwen tot de gemeente administratie mogen bijdragen. Luis teren en boenen 1 Er zijn mannen in onzen gemeente raad, die véél praten. Die zijn knap 1 Er zijn vrouwen buiten den gemeen teraad, die óók veel praten. Die zijn dom 1 Dan zijn er mannen in dan gemeenteraad, die heeloruóól niet praten. Die zijn tóch knapMaar vrouwen buiten den gemeenteraad, die niet praten, zijn tóch dom Is 't niet vreemd Verder zijn er ambte naren van de secretarie in de Raads vergadering, die ook knap zijn, en boden, die ook knap zijn. Allemaal, allemaal knap. Maar wij, domme vrouwen, kunnen geen gemeente raadslid wezen en geen ambtenaar en zelfe geen bode en heeiemaal, o, héé- lemóél nooit voorzitter... stel je voor, hoe raar dat zou klinken „Mevrouw do voorzitster, ik vraag het woord 1" Of voorzitteres of voortitlerin, of wat het Juiste woord dan ook zou moeten wezen, "tó'e hebben nog wel even den tijd om er over na te denken. Maar gemeente-secretaresse klinkt al heel goed, er zijn in verschillende veree- nigingen al zooveel secretaressen en waarom zouden ©r geen wethoudsters kunnen zijn en bodinnen of bodes sen De titel Raadslid is zoogoed voor vrouwen als voor mannen bruikbaar. Als het ooit zoover komt, zullen we ons moeten afwennen, om in ver gaderingen onzen hoed op te houden, zooals we bijvoorbeeld in restau rants doen, alsof we zoo maar in vijf minuten een stukje komen eten en hot niet de moeite waard vinden, ons hoofddeksel af te zetten. Maar tegen den tijd, dat we Raadslid worden, zal de mode, om hoed en haar zoo n beetje aan elkaar te dragen, wel J weer verdwenen zijn. En zoo niet, dan wordt daarvan bij de verkiezing een voorwaarde gemaakt. „Juffrouw (of mei-rouw)", zeggen we dan, „is u bereid, wanneer u ge kozen wordt, uw hoed in de Raads vergaderingen af te zetten En ant woordt de candidate dan, na de vraag een dag in beraad te hebben gehouden ,,'t spijt me wel, maar daartoe kan ik niet besluiten", dan krijgt ze een brief terug met de offi- cieele mededeeling, dai ze dan niet voor de candidatuur in aanmerking komen kan. Ja zeker, als eenmaal de vrouw den invloed beeft gekregen in de openbare besturen, die haar toe komt, dan zal bet publiek andere dingen beleven. Tegenwoordig gaat elk Raadslid zijn gangetje, doet veel, weinig of niets, al naar hij zelf wil. Wie weinig of niets doen worden er daarom, als ze moeten aftreden volstrekt niet uitgezet, want dan komt er licht ruzie en dat is niet u begrijpt het al dat is niet cor rect. Wij vrouwen zullen anders doen. Alle Raadslidd innen worden per 3 maanden ter verantwoording geroepen. Hebben ze gesproken zoo ja, waarom Hebben ze gezwegen zoo ja, waarom En bij haar aftre den wordt goed en kwaad op de scha len gelegd slaat die van het kwade door, dan wordt haar onverbiddelijk geen nieuw mandaat verleend, maar mag ze gerust naar de modiste stap pen, om van haar vervlogen greet beid in den (lichten) rouw te gaan. Die kan haar dan geheel of gedeelte lijk over het verlies van het Raads lidmaatschap troosten. Zoo zijn mijn denkbeelden en ik wil maar gevraagd hebben, of ze niet redelijk zijn. Jammer dat ik er na derhand niet meer op terug zal kun nen komen, want als mijn man, Fi- delio, uit Brussel terugkomt en leest, wat ik geschreven heb. dan zal hij ik ken hem alle denkbare maat regelen nemen om te beletten, dat ik nog eens in de courant schrijf. Wat Mr. Thiel betreft, een volgenden keer moet hij zich niet weer met een kluitje in het riet laten sturen maar wat ruik ik een aangehrand luchtje komt uit de richting van de keukeu, ik draaf, ik vlieg, om het middagmaal, als het kan, nog te redden 1 MEVROUW FIDELIO,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5