HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD»
Claribel's Huwelijk.
DINSDAG 1 NOVEMBER 1910
OM ONS HEEN
No. 1243.
Over Postzaken.
Er is wol haast geen openbare
dienst, die meer van algemeen nut
moet zijn, dan de post. Honderde men
seden hebben nooit of zelden te ma
ken met liet belastingkantoor, of met
de bureaux van het Stadhuis, of met
den telegraafdienst. Maar de post is
een instelling, die 0113 allen raakt,
waarbij we allen min of mee>r belang
hebben. Personen boven de twaalf,
die nooit een brief of briefkaart te
verzenden hebben, nooit een spaar
bankboekje laten bijschrijven of eeh
postwissel betalen of ontvangen, be
staan niet. De postdienst is dus een
levensbelang voor het algemeen.
Hieruit zou moeten volgen, dat die
nu ook in alle opzichten keurig en vol
ledig zou zijn ingericht. Daaraan ont
breekt, moet ik tot mijn leedwezen
verklaren, een heeleboel. In het alge
meen is de fout. dat zoodra wij, of de
vertegenwoordigers van onze belan
gen die door ons zijn aangesteld, een
nieuwe tak van administratie instel
len, de personen die in dezen tak wor
den benoemd binnen drie maanden
een glad verkeerden indruk van de
verhouding hebben gekregen. Zij ge
voelen zich dan namelijk niet meer
als de door en voor ons aangestelden,
maar als de beheerschers van een tak
van dienst, ten genoege van wie wij,
publiek, zijn ingesteld. Het is deze
eigenaardige kronkel in 't voorstel
lingsvermogen, die in alle beschaafde
landen wordt waargenomen en die de
besturen huiverig maakt, om nieuwe
ambtenaarsfunctiën in 't leven te roe
pen.
Ik zeg niet, dat de post in dat op
zicht erger i3, dan een andere, maar
wel, dat zij mank gaat aan hetzelfde
euvel en voor ons, publiek, schijnt het
erger, omdat wij juist met de post het
moest te maken hebben. Deze geest
van beheerschen inplaats van admi-
nistreeren breugt te weeg, dat naar
wensclien van het publiek weinig of
niet geluisterd wordt, maar alles van
boven af geregeerd, naar de begrip
pen van eon of twee of misschien zos
monschen, die langzamerhand hun
inzicht voor de hoogste wijsheid zijn
gaan houden en critiek van buiten de
aandacht niet waardig keuren. Ik heb
deze wonderlijke opvatting leeren ken
nen, toen ik ton gerieve van het pu
bliek aanbood een scheurkalender in
de hal van het postkantoor te doen
hangen en ten antwoord kreeg, dat
dit artikel niet genoemd wordt onder
<le stukken, die in dat lokaal aanwe
zig behooren te zijn. Inplaats dus, dat
men in den Haag zijn gezond verstand
liet werken en zich afvroeg „is in
derdaad zoo'n scheurkalender een ge
mak voor 't publiek een vraag, die
dan natuurlijk bevestigend had moe
ten worden beantwoord, verdiepte
men zich in het dorst mogelijke for
malisme en onthield aan het publiek
een gratis te verkrijgen voordeel, op
grond van bestoven reglementen, die
mogelijk nog wel daieerden uit den
tijd, toen er nog in 't geheel geen
scheurkalenders bestonden.
Ieder, die wel eens een inlichting
heeft gevraagd over een zaak van
eenige ingewikkeldheid zal trouwens
hebben opgemerkt, tot welk een schrik
kelijk lijvigen bundel al die voor-
schrifton, aanwijzingen en reglemen
ten zijn aangegroeid en hoeveel moei
te de ambtenaren zelf soms hebben,
om er den weg in te vinden. Mét pa
pier en nog eens papier denkt men
goed te maken, wat er aan frissche
energie en inventieve kracht ont
breekt.
Om welke reden, om maar eens iets
te noomen, wordt het aannemen en
uitbetalen van postwissels midden op
den dag gestaakt Men zal zeggen
omdat de ambtenaren na de sluiting
der loketten aan de postwissels nog
allerlei dingen hebben te doen. waar
voor zij de gelegenheid missen zoo
lang het publiek nog moet worden
geholpen. Dit schijnbaar afdoende
antwoord is in den grond evenwel vol
komen valsch. Het kan alleen juist
zijn, wanneer men uitgaat van de
stelling, dat het hoofdbestuur, de
posterijen rogeeronde, liet be6te
weet wat voor het publiek goed is,
Maar de zaak wordt heel anders zoo-
dra we aan 't publiek gaan vragen,
wat dit wensohen zou. Don zullen we
stellig hooren, dat dit de postwissel-
afdeeling geopend zou willen hebben,
zoolang het postkantoor zelf open is,
zoodat de toestund vorbeterd zou zijn
door de aanstelling van moer ambte
naren. Een zuivere geldquaestie der
halve. Maar die is een ambtenaars-
overweging, niet die van 't publiek,
dat immers voor dezen dienst van al
gemeen nut in de eerste plaats ver
langt, dat hij goed zal zijn. Helaas, er
wordt geld verdiend met de post. Men
heeft zich in den Haag aan een batig
saldo gewend. Het is van ruim 13 ton
1870 gestegen tot ruim 25 ton over
1907. Ik noem dat geen voor- maar
een achteruitgang. Alleen wanneer er
aan de post niets meor te verbeteren
iel, wanneer alle gebouwen goed wa
ren ingericht, alle onderdeelen van
den dienst beantwoordden aan moder
ne begrippen, alleen dan zou een
winstsaldo toelaatbaar zijn. Ik stem
toe, dat er dan nimmer winst zou ko
men, omdat alles snel veroudert en
het nieuwe geld kost. Maar ik verlang
ook niet. dat er geld verdiend wordt
aan do post wanneer de inkomsten
tegen de uitgaven opwogen, zou de
toc-stand normaal wezen en zoodra er
bij moet, zal ons postwezen in
waarlijk bloeienden toestand verkee-
•n.
Of getuigt het soms van een fris-
schen geest, wanneer men ons in
Haarlem laat voorttobben met een
postkantoor, dat voor de behoeften
onvoldoende is Met een ruimte, zóo
klein, dat er zelfs geen plek is voor
het bergen van fietsen, een onmisbaar
vervoermiddel van den modernen tijd,
waarvoor berging in dit gebouw van
algemeen nut behoorde te zijn Is het
geen bewijs van veel te ver gedreven
zuinigheid, wanneer de tafel in do
hal als haar beurt van schilderen en
repareeren daar is, wordt vervangen
door een vormloos timmerwerk, waar
voor we ons zouden schamen' als een
vreemdeling het in '1 oog kreeg Is
het niet mal, dat de heele postzegel
verkoop in dit drukke kautoor beperkt
is tot één loket, zoodat, hoe ook de
ambtenaar zich rept, herhaaldelijk de
menschen queue moeten maken om
geholpen te kunnen worden De post
is er toch voor ons, wij zijn er toch
niet voor de post I
Zooals de opvattingen in kleine aan
gelegenheden zijn, zoo zien we ze ook
in de groote. Het toeval wilde, dat ik,
in de laatste weken een brievenbus
passeerende. in korten tijd tweemaal
opmerkte, dat de lichting voel te laat
geschiedde, den eenen keer drie kwar
tier, den anderen een half uur over
tijd. Hierin vond ik aanleiding, eens
te informeeren, hoe deze buslichting
geregeld is en veruuin daarbij het vol
gende
In deze gemeente, en daartoe be-
hoorende buitenwijken, zijn geplaatst
37 brievenbussen, waarvan de lich
ting plaats heeft, althans heet plaats
te hebben, 's morgens 7.40, 10.45,
's namiddags 1, 4, 6.45, 's avonds 11.30.
Op Zen- en feestdagen 12.20 nam.,
11.50 's avonds.
Tot de 1ste afdeeling behooren de
brievenbussen geplaatst1. Zijlvest,
2. 2de Hasselaarstraat, 3. Duvenvoor-
deetraat, 4. Kenaupark. 5. Kleverpark,
6 Schotersingel, 7. Soendastraat, 8.
Dr. Leydsstraat, 9. Kloosterstraat, 10.
Gen. Joubertstraat, 11. Frans Hals
straat, 12. Kruisweg, 13. Nassau-
straat.
Tot de 2e afdeeling behooren de
brievenbussen geplaatst r 1. Leidscho-
vaart bij de Boterfabriek, 2. Alexan-
derBtraat, 3. Leidschestraat, 4. Lou-
rens Coslorstraat, 5. Tempelïersstraat
(tramhalte), 6. Koninginneweg, 7. Jor-
densstraat, 8. Hazepaterslaan, 9.
Bosch en Vaartstrarit, 10. Haarlem-
merhoutpark, 11. Kamperlaan, 12.
Houtplein. 13. Groote Houtstraat, 14.
Botermarkt.
Tot de 3o afdeeling behooren de brie-
■enbussen geplaatst1. Riviervisch-
markt, 2. Spaarne (Kaasmarkt), 3.
Schagchclslraat, 4. Ged. Oude Gracht,
5. Karnperstraat, 6. O. L. Vrouwe
gracht, 7. Amsterdamsche Poort, 8.
Koudenhorn, 9. Koudeuhorn, Infante-
rie-kazerne, 10. Parklaan bij den
Jansweg.
Het lichten van de le afdeeling kost
ongeveer 55 minuten, van de 2e afdee
ling ongeveer 65 A 75 minuten, en van
de 3e afdeeling 45 A 50 minuten. Drie
bestellers <loen dit per fiets, maar
een de* rijwielen defect is geschiedt
de lichtfag der bussen in afd. 3 door
twee bestellers te voet. Natuurlijk
duurt het dan nóg langer, maar wat
te zeggen van een karigheid, die niet
zorgt, dat wanneer een fiets' defect is,
die onmiddellijk door een andere
'ordt vervangen 1
Daar de eerste bus in elk van de
wijken natuurlijk niet vóór het offi-
le uur mag worden gelicht,
spreekt het van zelf, dat de andere te
laat worden gelicht, in de 2de afdee
ling sommige dus meer dan een uur
na den tijd, waarop het publiek re
kent. Dat hierdoor groote vertraging
in de aankomst van de brieven kan
ontstaan, spreekt van zelf. Indien do
administratie bezield was met moder-
begrippen, zou zij of de bussen per
automobiel doen lichten, of althans de
ijken splitsen en de lichting aan
minstens zes bestellers, altijd per fiets,
opdragen.,
J. C. P.
Euitenlan&ck överadil
In ons vorig Overzicht hebben we
breedvoerige inededeelingen gedaan
over het geduchte stakingsdebat in
de Fransche Kamer, 't Was dan ook
iets zeer bijzondersalleen hot feit,
dat do volksvertegenwoordiging het
noodig ooi-deelde op Zondag te verga
deren, wijst daarop. Vrij algemeen
is de opvatting, dat de parlemen
taire
aan de verdaging der bijeenkomst is
te danken.
Zaterdag verzekerde de minister
president, In het vuur van zijn
rede, dat: „indien de regeering in de
wetten niet het middel gevonden
had, om liet land meester te doen
blijven van de spoorwegen en van de
nationale verdediging, dan zou zij
niet geaarzeld hebben toevlucht te
nemen tot onwettige middelen."
Teen deze woorden gesproken wa
ren, brak er een oorverdoovend ge-
i los, men hoorde ontslag dic
tator en andere voor den minister
president minder vleiende uitroepen.
Als er op dat moment een stem
ming over een motie van vertrouwen
in de regeering gesteld was, dan....
Het gebeuixle doet denken aan den
val van den vorigen premier Clemon-
ceau, die het slachtoffer werd van
een vurig uitgesproken woord, waar
van zijn tegenstander Delcassó han
dig partij trok.
Briand was fortuinlijker! Hij kreeg
Zondag de gelegenheid, om zich na
der te verklaren en de Zaterdagavond
geuite woorden, die aanstoot verwek
ten, te verzachten. Daarmee was hij
gered.
Zooals men weet, werd de motie
in vertrouwen in het ministerie met
groote meerderheid aangenomen. Het
deel der motie, waarbij de houding
der regeering wordt goedgekeurd,
werd aangenomen met 415 tegen 116
stemmen. Het gedeelte, waarbij ver
trouwen in de regeering wordt uitge
sproken, om bimien de grenzen- van
orde en wet de belangen van het
spoorwegpersoneel, de vrijheid van
do republiek en de levensbelangen
van het land te behartigen, daarbij
elke verdere bijvoeging verwerpend,
is aangenomen met 329 tegen 183
stemmen. De geheele motie werd aan-
genomon met 388 tegen 94 stemmen.
De meerderheid van liet ministerie
bestond bij deze stemming uit 52 so
cialistische radicalen en 77 radica
len, 9 onafhankelijke socialisten, 70
leden van de democratische linker
zijde, 71 progressisten. 24 leden van
de Action libérale, 14 wilden en 3
leden van de rechterzijde. Ook Vi-
viani, de minister van arbeid, heeft
voorgestemd.
Van de regeeringspartij, die nog
steeds geacht wordt uit radicalen en
socialistische radicalen te bestaan,
ijn dus 129 stemmen voor en
stemmen tegen Briand uitgebracht.
Do verdeeldheid in de regeerings
partij wordt niet belangrijk be
schouwd, de aigemeene verwachting
is. dat de tegenstemmers tegen de
motie de gewone politiek der regee
ring zullen blijven steunen.
Het. staking=dehat is nu voorloopig
afgeloopen.
De Fransche Kamer is voor een
week met vacaniie. Briand neemt bui
ten Parits wat rust. wat na de in
spannende dagen voor hem wel noo
dig is.
Over
DE POLITIEKE ZAKEN" IN
PORTUGAL
komen eenige verspreide berichten.
Van een beweerden aanslag tegen het
republikeinsche bewind wordi thans
nieis vernomen, zoodat dit bericht
blijkbaar niet veel waarheid heeft
bevat
Belangrijk is het bericht, dat de
Portugeesche oud-minister-president
Franco is aangehouden. Hij is even
wel tegen borgstelling voorloopig
weer op vrije voeten gesteld. Toch zal
de vervolging tegen hem voortgang
hebben.
Franco wordt beschuldigd van
machtsmisbruik tijdons zijn dictator
schap. Hij zou namelijk tijdens zijn
optreden als minister 70 besluiten
uitgevaardigd hebben, die wijziging
brachten in quaeslies, die op het ge
bied der wetgeving thuis hoorden en
daardoor het toepassen der landwet
ten belet hebben. Voorts wordt Fran
co beticht, de schulden van wijlen
koning Carlos, ten bedrage van 465
contos, vereffend le hebben met
goederen van de kroon en niet met
die van koning Carlos, en dit onder
het hoofd „vermeerdering van de ci-
••iele lijst" geboekt te hebben.
Franco bestreed de bevoegdheid
'au den rechter in dit geval. Het be
drug, waartegen hij in vrijheid is ge
laten, bedraagt 500.000 gulden.
Mot spanning verwacht men den
verderen loop van dit proces.
Uit een ander lie richt blijkt, dat de
republiek al vast zit en men niet
meor denkt aan 0011 herstelling der
inojuwchic. Men begint al de paleizen
van den koning te verkoopen.
Do voorloopige regeering van Por
tugal heeft een voorstel van een
groep Engelsche kapitalisten ont
vangen, om een oud Moorsch kasteel,
dut op een berg bij Cintra ligt, en
dat vroeger door de Koninklijke fa
milie werd gebruikt als zomerverblijf,
te verkoopen, om te verbouwen tot
een prachtig hotel, en een autodienst
naar Lissabon in te stellen. De En
gelsche kapitalisten zouden 12 mii-
lioeu gulden voor dit doel beschik
baar hebben gesteld. Wanneer er ge
speeld mug worden, zal er aelfs een
groot casino komen.
De volksvertegenwoordiging zal dit
plan evenwel eerst, moeten goedkeu
ren.
Of de geldverlegenheid, waarin
Portugal verkeert, ook invloed zal
hebben op de staatszaken, inzonder
heid op de koloniën
Uit Transvaal wordt geschreven
De omwenteling in Portugal heeft
de aandacht gevestigd op de moge
lijkheid, van Dolagoabaai bij de
Unie van Zuid-Afrika te voegen. De
Mac Mahon-uilspraak van 1875 heeft
Engeland de voorkeur gegeven op
Dclagoabaai, indien Portugal" zich er
ooit van zou ontdoen. En in aanmer
king nemende de geldelijke moeilijk
heden, waarmede de republiek Por
tugal te worstelen zal hebben, acht
men het niet onmogelijk, dat Enge
land nu als kooper op de markt zal
komen.
Tot zoover dit bericht, maar onze
lozers welen, dat de bewindvoerders
der republiek met nadruk hebben
verklaard, dat zij er niet aan denken
cenig stuk Portugeesch grondgebied
van de hand te doen of zelfs le ver
pachten.
Naast do Portugeesche zaken Mij
ven ook de
POLITIEKE VRAAGSTUKKEN
IN SPANJE
de aandacht trekken.
Thans wordt uit Madrid gemeld,
dat de minister-president Canalejas
het met de R.-Katholieken eons ge
worden is. De „grendel"- of „hang
slot"-wet, die het aantal klooster-or
den beperkt, zul door Kamer en Se
naat aangenomen worden, en de ro-
geering zal de onderhanneungen met
het Vaticaan kunnen heropenen De
ze onderhandelingen zullen dan tot
een nieuwe regeling betreffende de
religieuze orden leiden, die in Ja
nuari behandeld zal worden.
De bisschop van Madrid heeft in
den Senaat verklaard, dat hot epis
copaat de regeering in het werk dei-
verzoening zou steunen.
De eerste minister aanvaardde die
belofte dankbaar en verklaarde, dut
de regeering niets liever wensohte,
an hartelijke betrekkingen le on
derhouden met het Yatikaan. maar
dat zij desniettegenstaande standvas
tig blijft in haar voornemen, om do
scheiding tusschen Kerk on Staat tot
stand te brengen.
UIT GRIEKENLAND
komen berichten, die nog steeds op
de moeilijkheden in de politiek wij
zen. Bekend is, dat de partijen van
Rhaliys, Theotokis en Mavromichalis
besloten hebben, aan de aanstaande
verkiezingen geen deel te nemen.
Een Atheensch journalist heeft nu
den minister-president Veniselos ver
zocht, hem te willen verklaren, waar
om deze partijen zich eigenlijk ont
houden, waarop de staatsman ten
antwoord gaf
„De oude partijen, die inzien, dat
hun zaak verloren is, willen nu aan
hun nederlaag het karakter geven
1 protest, maar dit vindt geen
ink in liet land. De Kamer
ontbinding is zoo weinig in strijd met
de grondwet, dat Rhaliys mij met
groote verontwaardiging heeft ver
weten, dat ik, naar het scheen, het
onbetwistbaar recht van de Kroon in
debat had willen brengen."
Veniselos verklaarde verder, dat de
regeering, evenmin als de openbare
meening zich veel aantrekt van het
besluit der partijen. Met liet oog op
de buitenlandsche politiek moet die
onthouding evenwel worden betreurd,
wijl men in het buitenland zal blij
ven gelooven, dat de toestand in
Griekenland nog allesbehalve nor
maal is, terwijl het toch in het land
■olkomen rustig is.
„Wij vreezen geenszins zoo ver
volgde de minister dat de onthou
ding een ommekeer zal brengen in
de politieke meening. De oude par
tijen zijn dood en nieuwe zullen op
komen.
Zaïmis zul vennoedel ij k hoofd der
oppositie worden en de aanstaande
verkiezingen zullen in de grootste
vrijheid en kalmte plaats hebben."
In den laatsten tijd is de Grieksche
politiek vooral beïnvloed door de of
ficieren. De minister-pros id ent wil
daaraan een eind maken. Hij heeft
als minister van oorlog, eo.11 omzeild -
brief tot de militaire autoriteiten go-
richt, waarin hij de aandacht ves
tigt op de beslaande reglementen, die
officieren verbieden zich met politiek
in te laten. Zij hebben zich uitslui
tend met hun beroepsiichten te be
moeien en door hun gedrag te too-
nen, dat bet leger uitsluitend be
slaat om den troon in het land te be
schermen en orde en eerbied voor do
w§t te handhaven.
De verhouding tussclieu Grieken
land en Turkije wordt blijkbaar be
ter, Thans wordt alliums verzekerd,
dat. het Grieksche boycot in Turkije
geëindigd, is.
DE BU1TENLENDSCHE INMEN
GING IN PERZIc
wordt steeds van grooter omvang. De
Perzische regeering heeft een nota
aan den Engelschea gezant gezonden,
waarin wordt aangedrongen op het
onmiddellijk terugroepen der 100 ma
trozen, die de Engelsche kruiser
„Fox" te Lingah eenige dagen gele
den .heeft ontscheept, ten einde de
stad te beschermen tegen een aanval
van een oproerige» stam uit de om
geving, waarmee de stad, en dus ook
de Britsche onderdanen, die daar wo
nen, werd bedreigd.
De gezant antwoordde, dat de lan
dingsdivisie zal worden teruggetrok
ken, zoodra de stand van zaken dit
toelaat.
Er wondt melding gemaakt van
onlusten in Shiraz, waar de Joden
wijk is bestormd.
DE HERTOG VAN CONNAUGHT IN
ZUID-AFRIKA.
De hertog van Connaught en zijn
gevolg werden, bij hun aankomst te
Kaapstad aan boord van de „Barmo-
rai Casüe", ontvangen door lord en
lady Gladstone, generaal Botha
zijn echtgenoote, de andere ministers
en de voornaamste leger- en marine
autoriteiten van 't Vereenigd Zuid-
Afrika.
De Britsche en buitenlandsche
logsschepen losten saluutschoten,
toen het schip de haven in stoomde.
Onze Lachhoek
HET ALLERNIEL sVSTE.
Wat heb je daar. een politie-
hond
Ja, tweemaal bekroond.
E11 daar in die kooi
Een politie-adelaarom het
spoor te volgen van misdadigers, die
met een aeroplaan ontvluchten.
ROEREND MISVERSTAND.
Denk 'ns aan Krikker, de Fiscus
heeft me aangeklaagd.
Wè Leeft die kerel nog
Met den dieën heeft mijn over
grootvader ook een proces gehad.
VOOR DE VENUS VAN MILO.
Dat arme schepsel... Zeker onder
11 auto geraakt
ENFANT TERRIBLE.
Ja, jongens, zei de onderwijs-
inspecteur bij zijn bezoek aan do
school, ik wou dat ik nog net zoo-
als jelui iu de banken zat. En waar
om denk je nu, dat ik dat zou wen
sclien
Omdat u misschien alles verge
ten hebt, wat u vroeger leerde, ant
woordde kleine Jan.
IN DE MANEGE.
Pikeur. Deuk er aan, meneer,
an den ouden rijweg langs het plant
soen mag u geen gebruik meer ma-
keu.
Zondagsruiter. Weet die knol
dal Óók
ONDER VRIENDINNEN.
Mevrouw A. Mijn man hecht
g uan goede koffie.
Mevrouw li. Mijn man krijgt
nooit koffie, dat is niets dan een lang
zaam werkend vergif.
Mevrouw A. Geeft u hem iets dat
sneller werkt
Al die moderne uitvindingen deu
gen toch weinig... Onderzeeschc- boo
ten vliegen in ile lucht, en luchtbal
lons duiken onder water!"
De gasten- landden onder het gedon
der der kanonnen en begaven zich on-
het gejuich der menigte door do
schitterend versierde straten naar 't
stadhuis, waar loyale redevoeringen
werden gehouden.
DE OPSTOOTJES IN BERLIJN.
De ongeregeldheden, die Zaterdag
avond in Wedding voorkwamen, blij
ken minder ernstig geweest te zijn
dan de eerste berichten deden ver
moeden. I11 het officiéél© politierap
port werd o.a. niets van 't lossen van
schoten gemeld.
De aanleiding tot de ongeregeldhe
den was een staking over een or ga-
nisatie-quaestie bij een slagerspa
troon.
I11 de pers wordt uitvoerig over 't
gebeurde geschreven.
Do „Tag." weet o.a. mede te dee-
len, flat de chefs van politie verga
derden en besloten hebben, zeer scher
ps maatregelen te treffen, wanneer
de relletjes herhaald mochten wor
den. Zoo zouden 30 agenten, met ka
rabijnen gewapend, na een sommatie
tot uiteengaan, die niet opgevolgd
zou worden, op den grond gaan lig
gen. Tien hunner zonden dan schie
ten en had dit geen resultaat, dan
zouden de twintig anderen vuur go-
ven en lilelp ook dit niet, dan zouden
de dertig man tegelijk een snelvuur
afschieten.
In de straten van Wedding werd
gisteravond een exira-uïtgave van 't
sociaal-democratisch orgaan de Vor-
wartt verspreid, waarin de partij-
genooten worden aangespoord niet
mede te doen aan samenscholingen
en zich niet op straat te vertonnen.
Stadsnieuws
Hinderwet
B. en W. van Haarlem maken be
kend, dat bij hunne beschikking van
25 October j.l. de beslissing op het
verzoek van A. Hartog, om vergun
ning tot oprichting van eene inrich
ting tot het bewaren en verwerken
van petroleum in het benedengedeel
te van het perceel aan de Essen-
straat 110. 13 A, is verdaagd voor den
tijd van twee maanden.
FEUILLETON
Naar het Engelse h.
21)
Is dat alles
Het is, dunkt mU, genoeg.
Hm Waar is hij gestorven
In Nizza, geloof ik.
Is dat alles, wat gij mij kunt
vertellen
Het is alles, wat ik u kan ver
tellen.
Veronderstel, dat ik u nog iets
van hem kon mededeelen 1
Met genoegen.
Wist gij, dat hij een paar maan
den voordat hij stierf in het
huwelijk is aftreden
„Dood Goud" ontstelde en ver
bleekte, alsof haar een dolkstoot was
toegebracht. Zij hield een oogenblik
den adem in en riep toen plotseling
uit
Neen
Het is waar. Hij huwde en droeg
toen den naam.... waaronder hij is
gestorven.
Die schurk mompelde „Dood
Goud" binnensmonds. Dat zal ik
hem betaald zetten.
lloe is dat mogelijk,
uw bericht waar is en do detective
glimlachte.
Dood Goud, zeide niets, maar
scheurde haar balboekje iu tweeën,
krabbelde een adres op de cone helft
en overhandigde dit aan Gleddow.
Gij weet zoer goed, zeide zij tus
schen hare tanden, dat do schavuit mij
dit niet zou vertellen. Hij heeft mij
schandelijk bedrogen.
Zij stond op en verliet oogenblikke-
lijk de club, na haar met bont gevoer-
den doek te hebben omgeslagen.
Toen echter haar rijtuig ratelend
over de straatsteenen voortrolde,
leunde zij achterover met een kramp
achtig snikken, en tranen stonden in
hare oogeu.
Want zii had dien man bemind. An
deren hadden aanzien, rijkdom en
verknochtheid aan hare voeten neer
gelegd, en zij had hen wreedaardig
uitgelachen, hunne schatten verachte
lijk afgewezen, hun liefde bespot en
hen als hulpelooze wrakken aan de
onstuimige golven der levenszee prijs
geven. Maar die ceno jonge man, die
haar hart met voeten had vertreden
en hare smeekbeden met een spotach
tig lachen had beantwoord, had zij
bemind als de eenige liefde in haar
leven.
En dien avond was do liefde ln haat
veranderd
HOOFDSTUK XIV.
Denieuwe kellner.
Hoor eens hier zijt gij niet wat
al te familjaar met dien majoor Pun
ter, die in No. 93 logeert
Deze woorden, uitgesproken door
den nieuwen kellner op den vierden
gang tweede verdieping van Clarihels
hotel, waren gericht tot Fiddings, de
knappe en vroolijke dienstmaagd.
Ik riep Fiddings uit met een
vroolijken lach, dat is iets geheel
nieuws. Toen de majoor zooeven hier
voorbij kwam, heb ik geen woord tot
hem gesproken.
Daarover juist wilde ik mij be
klagen hij streek u onder de kin, en
gij zeidet geen enke woord.
Mij onder de kin gestreken?
Ja zeker, u Ann Mary Fid
dings heeft hij onder de kin gestre
ken, en als ik hem weer daarop be
trap, dan zal ik hem de trap afsmij
ten. Wilt gij het nog ontkenuen
Ik wil het volstrekt niet ontken
nen. Ik heb altijd veel van de militai
ren gehouden. Wat zou er van onze
huizen ©n haarden worden, zooals dc
dichter zegt, wanneer wij "geen mili
tairen hadden
Ann Mary zeide dit met geestdrift
volle aandoening.
En wat vap de keukenprinsessen?
antwoordde de nieuwe kellner veelbe-
teekenend, Wanneer er geen militai
ren waren, dan zouden er niet meer
van die langbeenige soldaten in de
keuken verschijnen, wanneer de fami
lie uit is.
In ieder geval, vervolgde Ann
Mary, is het zeer onbeschaamd van
u om mij do les te lezon, wat of ik ook
verkies te doen of te laten gij zijt
hier nog maar twee dagen, en doet
alsof gij hier reeds twee Jaar waart.
Wanneer het een gewoon vrouws
persoon gold, zeide de nieuwe kellner
en begon met vollen ijver een bord af
to vegen, on al was Ik hier tweehon
derd jaar geweest, dan mochten, wat
mij betreft, de voornaamste gast tot
den schoenpoetser too haar onder de
kin strijken, maar gij zijt geen ge
woon vrouwspersoon en uw kin is
geen gewone kin, en ik heb er zeer op
togen, dut iemand u onder de kin
strijkt, ikzelf uitgezonderd, en bij deze
laatste woorden voegde hij de daad
bij het woord. Maar wat ik zeggen
wilde, Ann Mary, vervolgde hij, hoe
lang blijft mevrouw Carstairs hier
nog
Ik geloof van nief lang meer, arm
vrouwtje, antwoordde And Mary met
een zucht. O, John, het doet mijn hart
pijn haar te zien. Toen zij hier een
maand geleden voor het eerst kwam,
was zij opgewekt en vroolijk en ver
wachtte ieder en dag de thuiskomst
van haar man, en toen kwam mar
joor Punter om haar te vertellen, dat
haar man in een vreemd land was ge
storven en begraven. Dat is wel hard.
Ja, zeide de nieuwe kellner met
gevoel, dat moet voor dat arme vrouw
tje een vreeselijke slag zijn geweest.
En bovendien, vervolgde Ann
Mary, die in geestdrift geraakte bij
dit onderwerp, liet is zulk een lieve
dame. Zij vraagt mij nooit of ik iets
voor haar doen wil zonder een „als 't
u blieft, Ann Mary'"bn „dank u", wan
neer ik het gedaan heb, met zulk een
hemelschen glimlach om hare lippen,
dat men haar met genoegen van
dienst wil zijn zij is bovendien ln
alles op en top een dame.
Ann Mary was zeer eenvoudig in
hare denkbeelden, maar toch was
haar opmerking volkomen juist, na
melijk, dat men den waren beschaaf
den heer of beschaafde dame kan her
kennen in de wijze, waarop zij hunne
minderen toespreken.
Ann Marv vervolgde
En wat is zij vriendelijk voor dio
lieve, kleine Dolly Danvers, die hier
met haar tante logeert. En dat wel al
leen, omdat de arme kleine haar va
der en moedor heeft verloren. Me
vrouw Carstairs was, geloof ik, op
zelfde school als Dolly's moeder, toen
zij nog een meisje was dat werd
ontdekt, toen zij met elkaar gpr&ken.
Ik hoorde mevrouw Carstaira giste
renavond tot haar zeggen: „Geen
wonder, Dolly, dat wij zooveel van el
kaar houden, wij hebben beiden de
genen verloren, die ons het dierbaarst
waren op aarde. Arme vrouw De
eene maand bruid en de volgende
maand weduwe."
En de goede ziel zweeg en pinkte de
tranen weg, die in hare eerlijke oogen
opwelden.
Do nieuwe kellner sloeg, om haar
te troosten, zijn rechterarm om haar
middel en zeide met zachte stem
En hoe zoudt gij het vinden, Ann
Mary, om de eene maand een vrijster
en de volgonde maand een echtgenoo
te te zijn, dat is, dunkt mij, een beto
re volgorde, nietwaar
Ga weg, onbeschaamde jongen I
gaf Ann Mary ten antwoord, ronder
zich evenwel van hem los te maken.
Eeu lief, aai dig, klein huisje in
een van de voorrieden, bijvoorbeeld
aan den weg naar Epsom, met een
lief, klein rijtuig, zwart en rood ge
schilderd, en een stevig paard om het
voort te trekken. Eenmaal per week
een bezoek aan een club en des Zater
dagsavond een gezellige bijeenkomst
om de gebeurtenissen van de week té
bespreken. Dat zou u wel bevallen.
(Wordt vervolgd).