HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD» Claribel's Huwelijk. DINSDAG 1 NOVEMBER 1910 OM ONS HEEN No. 1243. Over Postzaken. Er is wol haast geen openbare dienst, die meer van algemeen nut moet zijn, dan de post. Honderde men seden hebben nooit of zelden te ma ken met liet belastingkantoor, of met de bureaux van het Stadhuis, of met den telegraafdienst. Maar de post is een instelling, die 0113 allen raakt, waarbij we allen min of mee>r belang hebben. Personen boven de twaalf, die nooit een brief of briefkaart te verzenden hebben, nooit een spaar bankboekje laten bijschrijven of eeh postwissel betalen of ontvangen, be staan niet. De postdienst is dus een levensbelang voor het algemeen. Hieruit zou moeten volgen, dat die nu ook in alle opzichten keurig en vol ledig zou zijn ingericht. Daaraan ont breekt, moet ik tot mijn leedwezen verklaren, een heeleboel. In het alge meen is de fout. dat zoodra wij, of de vertegenwoordigers van onze belan gen die door ons zijn aangesteld, een nieuwe tak van administratie instel len, de personen die in dezen tak wor den benoemd binnen drie maanden een glad verkeerden indruk van de verhouding hebben gekregen. Zij ge voelen zich dan namelijk niet meer als de door en voor ons aangestelden, maar als de beheerschers van een tak van dienst, ten genoege van wie wij, publiek, zijn ingesteld. Het is deze eigenaardige kronkel in 't voorstel lingsvermogen, die in alle beschaafde landen wordt waargenomen en die de besturen huiverig maakt, om nieuwe ambtenaarsfunctiën in 't leven te roe pen. Ik zeg niet, dat de post in dat op zicht erger i3, dan een andere, maar wel, dat zij mank gaat aan hetzelfde euvel en voor ons, publiek, schijnt het erger, omdat wij juist met de post het moest te maken hebben. Deze geest van beheerschen inplaats van admi- nistreeren breugt te weeg, dat naar wensclien van het publiek weinig of niet geluisterd wordt, maar alles van boven af geregeerd, naar de begrip pen van eon of twee of misschien zos monschen, die langzamerhand hun inzicht voor de hoogste wijsheid zijn gaan houden en critiek van buiten de aandacht niet waardig keuren. Ik heb deze wonderlijke opvatting leeren ken nen, toen ik ton gerieve van het pu bliek aanbood een scheurkalender in de hal van het postkantoor te doen hangen en ten antwoord kreeg, dat dit artikel niet genoemd wordt onder <le stukken, die in dat lokaal aanwe zig behooren te zijn. Inplaats dus, dat men in den Haag zijn gezond verstand liet werken en zich afvroeg „is in derdaad zoo'n scheurkalender een ge mak voor 't publiek een vraag, die dan natuurlijk bevestigend had moe ten worden beantwoord, verdiepte men zich in het dorst mogelijke for malisme en onthield aan het publiek een gratis te verkrijgen voordeel, op grond van bestoven reglementen, die mogelijk nog wel daieerden uit den tijd, toen er nog in 't geheel geen scheurkalenders bestonden. Ieder, die wel eens een inlichting heeft gevraagd over een zaak van eenige ingewikkeldheid zal trouwens hebben opgemerkt, tot welk een schrik kelijk lijvigen bundel al die voor- schrifton, aanwijzingen en reglemen ten zijn aangegroeid en hoeveel moei te de ambtenaren zelf soms hebben, om er den weg in te vinden. Mét pa pier en nog eens papier denkt men goed te maken, wat er aan frissche energie en inventieve kracht ont breekt. Om welke reden, om maar eens iets te noomen, wordt het aannemen en uitbetalen van postwissels midden op den dag gestaakt Men zal zeggen omdat de ambtenaren na de sluiting der loketten aan de postwissels nog allerlei dingen hebben te doen. waar voor zij de gelegenheid missen zoo lang het publiek nog moet worden geholpen. Dit schijnbaar afdoende antwoord is in den grond evenwel vol komen valsch. Het kan alleen juist zijn, wanneer men uitgaat van de stelling, dat het hoofdbestuur, de posterijen rogeeronde, liet be6te weet wat voor het publiek goed is, Maar de zaak wordt heel anders zoo- dra we aan 't publiek gaan vragen, wat dit wensohen zou. Don zullen we stellig hooren, dat dit de postwissel- afdeeling geopend zou willen hebben, zoolang het postkantoor zelf open is, zoodat de toestund vorbeterd zou zijn door de aanstelling van moer ambte naren. Een zuivere geldquaestie der halve. Maar die is een ambtenaars- overweging, niet die van 't publiek, dat immers voor dezen dienst van al gemeen nut in de eerste plaats ver langt, dat hij goed zal zijn. Helaas, er wordt geld verdiend met de post. Men heeft zich in den Haag aan een batig saldo gewend. Het is van ruim 13 ton 1870 gestegen tot ruim 25 ton over 1907. Ik noem dat geen voor- maar een achteruitgang. Alleen wanneer er aan de post niets meor te verbeteren iel, wanneer alle gebouwen goed wa ren ingericht, alle onderdeelen van den dienst beantwoordden aan moder ne begrippen, alleen dan zou een winstsaldo toelaatbaar zijn. Ik stem toe, dat er dan nimmer winst zou ko men, omdat alles snel veroudert en het nieuwe geld kost. Maar ik verlang ook niet. dat er geld verdiend wordt aan do post wanneer de inkomsten tegen de uitgaven opwogen, zou de toc-stand normaal wezen en zoodra er bij moet, zal ons postwezen in waarlijk bloeienden toestand verkee- •n. Of getuigt het soms van een fris- schen geest, wanneer men ons in Haarlem laat voorttobben met een postkantoor, dat voor de behoeften onvoldoende is Met een ruimte, zóo klein, dat er zelfs geen plek is voor het bergen van fietsen, een onmisbaar vervoermiddel van den modernen tijd, waarvoor berging in dit gebouw van algemeen nut behoorde te zijn Is het geen bewijs van veel te ver gedreven zuinigheid, wanneer de tafel in do hal als haar beurt van schilderen en repareeren daar is, wordt vervangen door een vormloos timmerwerk, waar voor we ons zouden schamen' als een vreemdeling het in '1 oog kreeg Is het niet mal, dat de heele postzegel verkoop in dit drukke kautoor beperkt is tot één loket, zoodat, hoe ook de ambtenaar zich rept, herhaaldelijk de menschen queue moeten maken om geholpen te kunnen worden De post is er toch voor ons, wij zijn er toch niet voor de post I Zooals de opvattingen in kleine aan gelegenheden zijn, zoo zien we ze ook in de groote. Het toeval wilde, dat ik, in de laatste weken een brievenbus passeerende. in korten tijd tweemaal opmerkte, dat de lichting voel te laat geschiedde, den eenen keer drie kwar tier, den anderen een half uur over tijd. Hierin vond ik aanleiding, eens te informeeren, hoe deze buslichting geregeld is en veruuin daarbij het vol gende In deze gemeente, en daartoe be- hoorende buitenwijken, zijn geplaatst 37 brievenbussen, waarvan de lich ting plaats heeft, althans heet plaats te hebben, 's morgens 7.40, 10.45, 's namiddags 1, 4, 6.45, 's avonds 11.30. Op Zen- en feestdagen 12.20 nam., 11.50 's avonds. Tot de 1ste afdeeling behooren de brievenbussen geplaatst1. Zijlvest, 2. 2de Hasselaarstraat, 3. Duvenvoor- deetraat, 4. Kenaupark. 5. Kleverpark, 6 Schotersingel, 7. Soendastraat, 8. Dr. Leydsstraat, 9. Kloosterstraat, 10. Gen. Joubertstraat, 11. Frans Hals straat, 12. Kruisweg, 13. Nassau- straat. Tot de 2e afdeeling behooren de brievenbussen geplaatst r 1. Leidscho- vaart bij de Boterfabriek, 2. Alexan- derBtraat, 3. Leidschestraat, 4. Lou- rens Coslorstraat, 5. Tempelïersstraat (tramhalte), 6. Koninginneweg, 7. Jor- densstraat, 8. Hazepaterslaan, 9. Bosch en Vaartstrarit, 10. Haarlem- merhoutpark, 11. Kamperlaan, 12. Houtplein. 13. Groote Houtstraat, 14. Botermarkt. Tot de 3o afdeeling behooren de brie- ■enbussen geplaatst1. Riviervisch- markt, 2. Spaarne (Kaasmarkt), 3. Schagchclslraat, 4. Ged. Oude Gracht, 5. Karnperstraat, 6. O. L. Vrouwe gracht, 7. Amsterdamsche Poort, 8. Koudenhorn, 9. Koudeuhorn, Infante- rie-kazerne, 10. Parklaan bij den Jansweg. Het lichten van de le afdeeling kost ongeveer 55 minuten, van de 2e afdee ling ongeveer 65 A 75 minuten, en van de 3e afdeeling 45 A 50 minuten. Drie bestellers <loen dit per fiets, maar een de* rijwielen defect is geschiedt de lichtfag der bussen in afd. 3 door twee bestellers te voet. Natuurlijk duurt het dan nóg langer, maar wat te zeggen van een karigheid, die niet zorgt, dat wanneer een fiets' defect is, die onmiddellijk door een andere 'ordt vervangen 1 Daar de eerste bus in elk van de wijken natuurlijk niet vóór het offi- le uur mag worden gelicht, spreekt het van zelf, dat de andere te laat worden gelicht, in de 2de afdee ling sommige dus meer dan een uur na den tijd, waarop het publiek re kent. Dat hierdoor groote vertraging in de aankomst van de brieven kan ontstaan, spreekt van zelf. Indien do administratie bezield was met moder- begrippen, zou zij of de bussen per automobiel doen lichten, of althans de ijken splitsen en de lichting aan minstens zes bestellers, altijd per fiets, opdragen., J. C. P. Euitenlan&ck överadil In ons vorig Overzicht hebben we breedvoerige inededeelingen gedaan over het geduchte stakingsdebat in de Fransche Kamer, 't Was dan ook iets zeer bijzondersalleen hot feit, dat do volksvertegenwoordiging het noodig ooi-deelde op Zondag te verga deren, wijst daarop. Vrij algemeen is de opvatting, dat de parlemen taire aan de verdaging der bijeenkomst is te danken. Zaterdag verzekerde de minister president, In het vuur van zijn rede, dat: „indien de regeering in de wetten niet het middel gevonden had, om liet land meester te doen blijven van de spoorwegen en van de nationale verdediging, dan zou zij niet geaarzeld hebben toevlucht te nemen tot onwettige middelen." Teen deze woorden gesproken wa ren, brak er een oorverdoovend ge- i los, men hoorde ontslag dic tator en andere voor den minister president minder vleiende uitroepen. Als er op dat moment een stem ming over een motie van vertrouwen in de regeering gesteld was, dan.... Het gebeuixle doet denken aan den val van den vorigen premier Clemon- ceau, die het slachtoffer werd van een vurig uitgesproken woord, waar van zijn tegenstander Delcassó han dig partij trok. Briand was fortuinlijker! Hij kreeg Zondag de gelegenheid, om zich na der te verklaren en de Zaterdagavond geuite woorden, die aanstoot verwek ten, te verzachten. Daarmee was hij gered. Zooals men weet, werd de motie in vertrouwen in het ministerie met groote meerderheid aangenomen. Het deel der motie, waarbij de houding der regeering wordt goedgekeurd, werd aangenomen met 415 tegen 116 stemmen. Het gedeelte, waarbij ver trouwen in de regeering wordt uitge sproken, om bimien de grenzen- van orde en wet de belangen van het spoorwegpersoneel, de vrijheid van do republiek en de levensbelangen van het land te behartigen, daarbij elke verdere bijvoeging verwerpend, is aangenomen met 329 tegen 183 stemmen. De geheele motie werd aan- genomon met 388 tegen 94 stemmen. De meerderheid van liet ministerie bestond bij deze stemming uit 52 so cialistische radicalen en 77 radica len, 9 onafhankelijke socialisten, 70 leden van de democratische linker zijde, 71 progressisten. 24 leden van de Action libérale, 14 wilden en 3 leden van de rechterzijde. Ook Vi- viani, de minister van arbeid, heeft voorgestemd. Van de regeeringspartij, die nog steeds geacht wordt uit radicalen en socialistische radicalen te bestaan, ijn dus 129 stemmen voor en stemmen tegen Briand uitgebracht. Do verdeeldheid in de regeerings partij wordt niet belangrijk be schouwd, de aigemeene verwachting is. dat de tegenstemmers tegen de motie de gewone politiek der regee ring zullen blijven steunen. Het. staking=dehat is nu voorloopig afgeloopen. De Fransche Kamer is voor een week met vacaniie. Briand neemt bui ten Parits wat rust. wat na de in spannende dagen voor hem wel noo dig is. Over DE POLITIEKE ZAKEN" IN PORTUGAL komen eenige verspreide berichten. Van een beweerden aanslag tegen het republikeinsche bewind wordi thans nieis vernomen, zoodat dit bericht blijkbaar niet veel waarheid heeft bevat Belangrijk is het bericht, dat de Portugeesche oud-minister-president Franco is aangehouden. Hij is even wel tegen borgstelling voorloopig weer op vrije voeten gesteld. Toch zal de vervolging tegen hem voortgang hebben. Franco wordt beschuldigd van machtsmisbruik tijdons zijn dictator schap. Hij zou namelijk tijdens zijn optreden als minister 70 besluiten uitgevaardigd hebben, die wijziging brachten in quaeslies, die op het ge bied der wetgeving thuis hoorden en daardoor het toepassen der landwet ten belet hebben. Voorts wordt Fran co beticht, de schulden van wijlen koning Carlos, ten bedrage van 465 contos, vereffend le hebben met goederen van de kroon en niet met die van koning Carlos, en dit onder het hoofd „vermeerdering van de ci- ••iele lijst" geboekt te hebben. Franco bestreed de bevoegdheid 'au den rechter in dit geval. Het be drug, waartegen hij in vrijheid is ge laten, bedraagt 500.000 gulden. Mot spanning verwacht men den verderen loop van dit proces. Uit een ander lie richt blijkt, dat de republiek al vast zit en men niet meor denkt aan 0011 herstelling der inojuwchic. Men begint al de paleizen van den koning te verkoopen. Do voorloopige regeering van Por tugal heeft een voorstel van een groep Engelsche kapitalisten ont vangen, om een oud Moorsch kasteel, dut op een berg bij Cintra ligt, en dat vroeger door de Koninklijke fa milie werd gebruikt als zomerverblijf, te verkoopen, om te verbouwen tot een prachtig hotel, en een autodienst naar Lissabon in te stellen. De En gelsche kapitalisten zouden 12 mii- lioeu gulden voor dit doel beschik baar hebben gesteld. Wanneer er ge speeld mug worden, zal er aelfs een groot casino komen. De volksvertegenwoordiging zal dit plan evenwel eerst, moeten goedkeu ren. Of de geldverlegenheid, waarin Portugal verkeert, ook invloed zal hebben op de staatszaken, inzonder heid op de koloniën Uit Transvaal wordt geschreven De omwenteling in Portugal heeft de aandacht gevestigd op de moge lijkheid, van Dolagoabaai bij de Unie van Zuid-Afrika te voegen. De Mac Mahon-uilspraak van 1875 heeft Engeland de voorkeur gegeven op Dclagoabaai, indien Portugal" zich er ooit van zou ontdoen. En in aanmer king nemende de geldelijke moeilijk heden, waarmede de republiek Por tugal te worstelen zal hebben, acht men het niet onmogelijk, dat Enge land nu als kooper op de markt zal komen. Tot zoover dit bericht, maar onze lozers welen, dat de bewindvoerders der republiek met nadruk hebben verklaard, dat zij er niet aan denken cenig stuk Portugeesch grondgebied van de hand te doen of zelfs le ver pachten. Naast do Portugeesche zaken Mij ven ook de POLITIEKE VRAAGSTUKKEN IN SPANJE de aandacht trekken. Thans wordt uit Madrid gemeld, dat de minister-president Canalejas het met de R.-Katholieken eons ge worden is. De „grendel"- of „hang slot"-wet, die het aantal klooster-or den beperkt, zul door Kamer en Se naat aangenomen worden, en de ro- geering zal de onderhanneungen met het Vaticaan kunnen heropenen De ze onderhandelingen zullen dan tot een nieuwe regeling betreffende de religieuze orden leiden, die in Ja nuari behandeld zal worden. De bisschop van Madrid heeft in den Senaat verklaard, dat hot epis copaat de regeering in het werk dei- verzoening zou steunen. De eerste minister aanvaardde die belofte dankbaar en verklaarde, dut de regeering niets liever wensohte, an hartelijke betrekkingen le on derhouden met het Yatikaan. maar dat zij desniettegenstaande standvas tig blijft in haar voornemen, om do scheiding tusschen Kerk on Staat tot stand te brengen. UIT GRIEKENLAND komen berichten, die nog steeds op de moeilijkheden in de politiek wij zen. Bekend is, dat de partijen van Rhaliys, Theotokis en Mavromichalis besloten hebben, aan de aanstaande verkiezingen geen deel te nemen. Een Atheensch journalist heeft nu den minister-president Veniselos ver zocht, hem te willen verklaren, waar om deze partijen zich eigenlijk ont houden, waarop de staatsman ten antwoord gaf „De oude partijen, die inzien, dat hun zaak verloren is, willen nu aan hun nederlaag het karakter geven 1 protest, maar dit vindt geen ink in liet land. De Kamer ontbinding is zoo weinig in strijd met de grondwet, dat Rhaliys mij met groote verontwaardiging heeft ver weten, dat ik, naar het scheen, het onbetwistbaar recht van de Kroon in debat had willen brengen." Veniselos verklaarde verder, dat de regeering, evenmin als de openbare meening zich veel aantrekt van het besluit der partijen. Met liet oog op de buitenlandsche politiek moet die onthouding evenwel worden betreurd, wijl men in het buitenland zal blij ven gelooven, dat de toestand in Griekenland nog allesbehalve nor maal is, terwijl het toch in het land ■olkomen rustig is. „Wij vreezen geenszins zoo ver volgde de minister dat de onthou ding een ommekeer zal brengen in de politieke meening. De oude par tijen zijn dood en nieuwe zullen op komen. Zaïmis zul vennoedel ij k hoofd der oppositie worden en de aanstaande verkiezingen zullen in de grootste vrijheid en kalmte plaats hebben." In den laatsten tijd is de Grieksche politiek vooral beïnvloed door de of ficieren. De minister-pros id ent wil daaraan een eind maken. Hij heeft als minister van oorlog, eo.11 omzeild - brief tot de militaire autoriteiten go- richt, waarin hij de aandacht ves tigt op de beslaande reglementen, die officieren verbieden zich met politiek in te laten. Zij hebben zich uitslui tend met hun beroepsiichten te be moeien en door hun gedrag te too- nen, dat bet leger uitsluitend be slaat om den troon in het land te be schermen en orde en eerbied voor do w§t te handhaven. De verhouding tussclieu Grieken land en Turkije wordt blijkbaar be ter, Thans wordt alliums verzekerd, dat. het Grieksche boycot in Turkije geëindigd, is. DE BU1TENLENDSCHE INMEN GING IN PERZIc wordt steeds van grooter omvang. De Perzische regeering heeft een nota aan den Engelschea gezant gezonden, waarin wordt aangedrongen op het onmiddellijk terugroepen der 100 ma trozen, die de Engelsche kruiser „Fox" te Lingah eenige dagen gele den .heeft ontscheept, ten einde de stad te beschermen tegen een aanval van een oproerige» stam uit de om geving, waarmee de stad, en dus ook de Britsche onderdanen, die daar wo nen, werd bedreigd. De gezant antwoordde, dat de lan dingsdivisie zal worden teruggetrok ken, zoodra de stand van zaken dit toelaat. Er wondt melding gemaakt van onlusten in Shiraz, waar de Joden wijk is bestormd. DE HERTOG VAN CONNAUGHT IN ZUID-AFRIKA. De hertog van Connaught en zijn gevolg werden, bij hun aankomst te Kaapstad aan boord van de „Barmo- rai Casüe", ontvangen door lord en lady Gladstone, generaal Botha zijn echtgenoote, de andere ministers en de voornaamste leger- en marine autoriteiten van 't Vereenigd Zuid- Afrika. De Britsche en buitenlandsche logsschepen losten saluutschoten, toen het schip de haven in stoomde. Onze Lachhoek HET ALLERNIEL sVSTE. Wat heb je daar. een politie- hond Ja, tweemaal bekroond. E11 daar in die kooi Een politie-adelaarom het spoor te volgen van misdadigers, die met een aeroplaan ontvluchten. ROEREND MISVERSTAND. Denk 'ns aan Krikker, de Fiscus heeft me aangeklaagd. Wè Leeft die kerel nog Met den dieën heeft mijn over grootvader ook een proces gehad. VOOR DE VENUS VAN MILO. Dat arme schepsel... Zeker onder 11 auto geraakt ENFANT TERRIBLE. Ja, jongens, zei de onderwijs- inspecteur bij zijn bezoek aan do school, ik wou dat ik nog net zoo- als jelui iu de banken zat. En waar om denk je nu, dat ik dat zou wen sclien Omdat u misschien alles verge ten hebt, wat u vroeger leerde, ant woordde kleine Jan. IN DE MANEGE. Pikeur. Deuk er aan, meneer, an den ouden rijweg langs het plant soen mag u geen gebruik meer ma- keu. Zondagsruiter. Weet die knol dal Óók ONDER VRIENDINNEN. Mevrouw A. Mijn man hecht g uan goede koffie. Mevrouw li. Mijn man krijgt nooit koffie, dat is niets dan een lang zaam werkend vergif. Mevrouw A. Geeft u hem iets dat sneller werkt Al die moderne uitvindingen deu gen toch weinig... Onderzeeschc- boo ten vliegen in ile lucht, en luchtbal lons duiken onder water!" De gasten- landden onder het gedon der der kanonnen en begaven zich on- het gejuich der menigte door do schitterend versierde straten naar 't stadhuis, waar loyale redevoeringen werden gehouden. DE OPSTOOTJES IN BERLIJN. De ongeregeldheden, die Zaterdag avond in Wedding voorkwamen, blij ken minder ernstig geweest te zijn dan de eerste berichten deden ver moeden. I11 het officiéél© politierap port werd o.a. niets van 't lossen van schoten gemeld. De aanleiding tot de ongeregeldhe den was een staking over een or ga- nisatie-quaestie bij een slagerspa troon. I11 de pers wordt uitvoerig over 't gebeurde geschreven. Do „Tag." weet o.a. mede te dee- len, flat de chefs van politie verga derden en besloten hebben, zeer scher ps maatregelen te treffen, wanneer de relletjes herhaald mochten wor den. Zoo zouden 30 agenten, met ka rabijnen gewapend, na een sommatie tot uiteengaan, die niet opgevolgd zou worden, op den grond gaan lig gen. Tien hunner zonden dan schie ten en had dit geen resultaat, dan zouden de twintig anderen vuur go- ven en lilelp ook dit niet, dan zouden de dertig man tegelijk een snelvuur afschieten. In de straten van Wedding werd gisteravond een exira-uïtgave van 't sociaal-democratisch orgaan de Vor- wartt verspreid, waarin de partij- genooten worden aangespoord niet mede te doen aan samenscholingen en zich niet op straat te vertonnen. Stadsnieuws Hinderwet B. en W. van Haarlem maken be kend, dat bij hunne beschikking van 25 October j.l. de beslissing op het verzoek van A. Hartog, om vergun ning tot oprichting van eene inrich ting tot het bewaren en verwerken van petroleum in het benedengedeel te van het perceel aan de Essen- straat 110. 13 A, is verdaagd voor den tijd van twee maanden. FEUILLETON Naar het Engelse h. 21) Is dat alles Het is, dunkt mU, genoeg. Hm Waar is hij gestorven In Nizza, geloof ik. Is dat alles, wat gij mij kunt vertellen Het is alles, wat ik u kan ver tellen. Veronderstel, dat ik u nog iets van hem kon mededeelen 1 Met genoegen. Wist gij, dat hij een paar maan den voordat hij stierf in het huwelijk is aftreden „Dood Goud" ontstelde en ver bleekte, alsof haar een dolkstoot was toegebracht. Zij hield een oogenblik den adem in en riep toen plotseling uit Neen Het is waar. Hij huwde en droeg toen den naam.... waaronder hij is gestorven. Die schurk mompelde „Dood Goud" binnensmonds. Dat zal ik hem betaald zetten. lloe is dat mogelijk, uw bericht waar is en do detective glimlachte. Dood Goud, zeide niets, maar scheurde haar balboekje iu tweeën, krabbelde een adres op de cone helft en overhandigde dit aan Gleddow. Gij weet zoer goed, zeide zij tus schen hare tanden, dat do schavuit mij dit niet zou vertellen. Hij heeft mij schandelijk bedrogen. Zij stond op en verliet oogenblikke- lijk de club, na haar met bont gevoer- den doek te hebben omgeslagen. Toen echter haar rijtuig ratelend over de straatsteenen voortrolde, leunde zij achterover met een kramp achtig snikken, en tranen stonden in hare oogeu. Want zii had dien man bemind. An deren hadden aanzien, rijkdom en verknochtheid aan hare voeten neer gelegd, en zij had hen wreedaardig uitgelachen, hunne schatten verachte lijk afgewezen, hun liefde bespot en hen als hulpelooze wrakken aan de onstuimige golven der levenszee prijs geven. Maar die ceno jonge man, die haar hart met voeten had vertreden en hare smeekbeden met een spotach tig lachen had beantwoord, had zij bemind als de eenige liefde in haar leven. En dien avond was do liefde ln haat veranderd HOOFDSTUK XIV. Denieuwe kellner. Hoor eens hier zijt gij niet wat al te familjaar met dien majoor Pun ter, die in No. 93 logeert Deze woorden, uitgesproken door den nieuwen kellner op den vierden gang tweede verdieping van Clarihels hotel, waren gericht tot Fiddings, de knappe en vroolijke dienstmaagd. Ik riep Fiddings uit met een vroolijken lach, dat is iets geheel nieuws. Toen de majoor zooeven hier voorbij kwam, heb ik geen woord tot hem gesproken. Daarover juist wilde ik mij be klagen hij streek u onder de kin, en gij zeidet geen enke woord. Mij onder de kin gestreken? Ja zeker, u Ann Mary Fid dings heeft hij onder de kin gestre ken, en als ik hem weer daarop be trap, dan zal ik hem de trap afsmij ten. Wilt gij het nog ontkenuen Ik wil het volstrekt niet ontken nen. Ik heb altijd veel van de militai ren gehouden. Wat zou er van onze huizen ©n haarden worden, zooals dc dichter zegt, wanneer wij "geen mili tairen hadden Ann Mary zeide dit met geestdrift volle aandoening. En wat vap de keukenprinsessen? antwoordde de nieuwe kellner veelbe- teekenend, Wanneer er geen militai ren waren, dan zouden er niet meer van die langbeenige soldaten in de keuken verschijnen, wanneer de fami lie uit is. In ieder geval, vervolgde Ann Mary, is het zeer onbeschaamd van u om mij do les te lezon, wat of ik ook verkies te doen of te laten gij zijt hier nog maar twee dagen, en doet alsof gij hier reeds twee Jaar waart. Wanneer het een gewoon vrouws persoon gold, zeide de nieuwe kellner en begon met vollen ijver een bord af to vegen, on al was Ik hier tweehon derd jaar geweest, dan mochten, wat mij betreft, de voornaamste gast tot den schoenpoetser too haar onder de kin strijken, maar gij zijt geen ge woon vrouwspersoon en uw kin is geen gewone kin, en ik heb er zeer op togen, dut iemand u onder de kin strijkt, ikzelf uitgezonderd, en bij deze laatste woorden voegde hij de daad bij het woord. Maar wat ik zeggen wilde, Ann Mary, vervolgde hij, hoe lang blijft mevrouw Carstairs hier nog Ik geloof van nief lang meer, arm vrouwtje, antwoordde And Mary met een zucht. O, John, het doet mijn hart pijn haar te zien. Toen zij hier een maand geleden voor het eerst kwam, was zij opgewekt en vroolijk en ver wachtte ieder en dag de thuiskomst van haar man, en toen kwam mar joor Punter om haar te vertellen, dat haar man in een vreemd land was ge storven en begraven. Dat is wel hard. Ja, zeide de nieuwe kellner met gevoel, dat moet voor dat arme vrouw tje een vreeselijke slag zijn geweest. En bovendien, vervolgde Ann Mary, die in geestdrift geraakte bij dit onderwerp, liet is zulk een lieve dame. Zij vraagt mij nooit of ik iets voor haar doen wil zonder een „als 't u blieft, Ann Mary'"bn „dank u", wan neer ik het gedaan heb, met zulk een hemelschen glimlach om hare lippen, dat men haar met genoegen van dienst wil zijn zij is bovendien ln alles op en top een dame. Ann Mary was zeer eenvoudig in hare denkbeelden, maar toch was haar opmerking volkomen juist, na melijk, dat men den waren beschaaf den heer of beschaafde dame kan her kennen in de wijze, waarop zij hunne minderen toespreken. Ann Marv vervolgde En wat is zij vriendelijk voor dio lieve, kleine Dolly Danvers, die hier met haar tante logeert. En dat wel al leen, omdat de arme kleine haar va der en moedor heeft verloren. Me vrouw Carstairs was, geloof ik, op zelfde school als Dolly's moeder, toen zij nog een meisje was dat werd ontdekt, toen zij met elkaar gpr&ken. Ik hoorde mevrouw Carstaira giste renavond tot haar zeggen: „Geen wonder, Dolly, dat wij zooveel van el kaar houden, wij hebben beiden de genen verloren, die ons het dierbaarst waren op aarde. Arme vrouw De eene maand bruid en de volgende maand weduwe." En de goede ziel zweeg en pinkte de tranen weg, die in hare eerlijke oogen opwelden. Do nieuwe kellner sloeg, om haar te troosten, zijn rechterarm om haar middel en zeide met zachte stem En hoe zoudt gij het vinden, Ann Mary, om de eene maand een vrijster en de volgonde maand een echtgenoo te te zijn, dat is, dunkt mij, een beto re volgorde, nietwaar Ga weg, onbeschaamde jongen I gaf Ann Mary ten antwoord, ronder zich evenwel van hem los te maken. Eeu lief, aai dig, klein huisje in een van de voorrieden, bijvoorbeeld aan den weg naar Epsom, met een lief, klein rijtuig, zwart en rood ge schilderd, en een stevig paard om het voort te trekken. Eenmaal per week een bezoek aan een club en des Zater dagsavond een gezellige bijeenkomst om de gebeurtenissen van de week té bespreken. Dat zou u wel bevallen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5