HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Claribel's Huwelyk.
DONDERDAG 3 NOVEMBER 1910
OM ONS HEEN
No. 1245.
Een zeer merkwaardig boek.
Op eon en denzelfden dag heb ik ter
recensie ontvangen twee boeken van
precies tegenovergestelde strekking,
Het eene heet Weerbaar N
dorian d, een schema door één
Piot on is een extra bijlage van M a-
vors, maandschrift voor verlofs
officieren en reservekader. In 94 stel
lingen geeft de schrijver zijn militai
re meeningen weer, die ik niet zal
nagaan, "omdat ze zijn van zuiver
technischen aard en dus te avoud of
morgen, bij de in ons land bekende
verdoofdheid op militair gebied, wel
weer door een anderen deskundige
zullen worden tegengesproken. De
strekking van de beschouwing kan
hieruit blijken, dat de schrijver met
blijkbare instemming aanhaalt een
zeer -onjuiste opmerking uit het werk
van Steinmetz Philosophie des
K r i e g e s, dat de Nederlanders
groot waren in de eeuw van hun
voortdurenden strijd en verslapt zijn
door een te lange periode van vrede...
Krupp, die kanonnen levert en er
dus belang bij heeft, dat de oorlog in
stand blijft, kon het niet beter gezegd
hebben. Voor een philosoof Is zoo'n
uitspraak evenwel al te dom. Tenzij
Steinmetz beweren mocht, dat wie
van grootheid spreekt, alleen militai
re grootheid kan bedoelen
Het boekje van Eén Piot is er een
in de lange rij, die menschen met ver
ouderde begrippen in de laatste ja
ren schrijven over een militair Neder
land.
Het tweede boek is in alle opzichten
anders, het bevat geen stellingen,
maar aaneengeschakelde, welover-
dachte redeneering, waarin to velde
getrokken wordt tegen wat ik vroeger
in een paar artikelen noemde d e
Waan van den Oorlog. Nor
man Angell, een Engelschman. is de
schrijver van dit werk, dat in ver
schillende talen te gelijk verschijnt,
in het Nederlandsch de Groote
Illusie heet en bij A. W. Sythoffs
Uitgevers-maatschappij is verschenen.
Als samenvatting van den inhoud
vinden we op den omslag deze woor
den
De groote dwaling der volkeren
is het geloof, dat alleen het
zwaard en het vuur hen bescher
men, terwijl de macht van het we-
reldkredict alloon de monden der
kanonnen sluit.
De schrb'ver dan tracht te bewijzen,
'dat militaire en politieke macht een
volk geen handelsvoordeel 'schenken,
'dat het voor oen volk een economische
onmogelijkheid is, den rijkdom van
een ander volk te bemachtigen of te
vernietigen en zich te verrijken door
liet onderwerpen van een ander volk.
Hij licht dit hiermee toe,' dat rijk
dom in de beschaafde wereld berust
op krediet en handelsverkeer. Indien
deze verstoord worden door een po
ging van den veroveraar, om alles
verbeurd te verklaren, dan verdwijnt
niet alleen de van het krediet afhan
kelijke rijkdom, en schenkt daarbij
aan den veroveraar niets voor zijn
verovering, maar de veroveraar zelf
wordt ook mee verwikkeld in de in
eenstorting van dien rijkdom wan
neer derhalve de verovering den ver
overaar niet zal schaden, dan moet
hij het eigendom van den vijand zorg
vuldig ontzien, in welk geval verove
ring uit economisch oogpunt een on
ding wordt.
Een voorbeeld.
Als het Duitsche leger de kluizen
van de Engelsche Bank plundert, dan
zou, daar deze Bank de bankier is
van alle andero Engelsche banken, er
storm geloopen worden bij al die
andere banken, zoodat deze hunne
betalingen zouden moeten staken.
Maai' tegelijk zouden Duitsche ban
kiers, velen met credlet te Londen, de
uitwerking ondervinden kooplieden
over de geheele wereld, bedreigd met
ondergang tengevolge van de ineen
zinking te Londen, zouden onmiddel
lijk al hun credlet in Duitschlnnd op
vorderen en do Duitsche financiën
zouden in een toestand van verwar
ring geraken, nauwelijks minder ver
schrikkelijk, dan die in Engeland.
Het crediefc van de kleine 'en feite
lijk onverdedigde staten staat hooger,
dan dat van de groote mogendheden
van Europa. Do Belgische 3 pets.
staan op 96 en de Duitsche op 82, de
Noorsche drie en een half percents op
102 en de Russische op 81.
In de geheele oude wereld was het
waar, dat de verovering van een
grondgebied een tastbaar voordeel be-
toekende voor den veroveraar, name
lijk de exploitatie van het veroverde
grondgebied door den veroverenden
Staat zelf, ton voordeele van dien
staat en zijn burgers. Het beteekende
niet zelden het in slavernij brengen
van het veroverde volk en de verwor
ving van rijkdom in den vorm van
slaven, als een onmiddellijk gevolg
van den veroveringsoorlog. In de
Middeleeuwen beteekende zoodanige
oorlog ten minste onmiddellijk tast
baren buit, in den vorm van roerend
eigendom, baar goud en zilver, land
verdeeld onder de hoofden van het
veroverende volk. In een later tijd
perk sloot verovering tenminste een
voordeel in voor het regeerende stam
huis van het veroverende volk en het
waren hoofdzakelijk de twisten van
op elkaar ijverzuchtige vorsten over
macht en aanzien, welke de oorlogen
in zoo'n tijdperk verhaastten. Maar
wij hebben nu te doen met het geval
van volkomen beschaafde volken in
volkomen bezet grondgebied en het
feit van het vc-roveren van zulle grond
gebied schenkt den veroveraar geen
stoffelijk voordeel, dat hij niet zou
hebben gehad zonder de verovering.
En in deze omstandigheden kan over-
heersching, of meerderheid in de be
wapening of de heerschappij ter zee
niets uitwerken voor handel en In
dustrie of algemeene welvaart
Engeland kan vijftig Dread-
h t s bouwen en daarom toch
geen pennémes meer verkoopen. En
geland zou Duitschland kunnen ver
overen en inzien, dat daardoor alleen
geen enkele Engelschman een shilling
rijker word, niettegenstaande de
schadeloosstelling,.
Internationale economische solida
riteit, ioo wordt de basis van deze re
deneering ln het kort aangeduid.
Zwltsorsche en Belgische kooplui ver
drijven tegenwoordig de Engelschen
van de markt in Canada, oen laud dat
grcotendeels Engelsch is. En wat zou
er gebeuren, wanneer Duitschland
Nederland annexeerdeDe inkom
sten van het Duitsche gouvernement
zouden toenemen met het bedrag van
do Nederlandsche belastingen, maar
de Duitsche uitgaven verhoogd wor
den met de kosten der Nederlandsche
administratie-. Hief men uit de winge
westen een bijzondere belasting ten
vöordeeie van het Duitsche rljkt dan
zou de ontevredenheid in Nederland
zoo groot worden, dat de kosten der
administratie, politie, onderdrukking,
verdediging zoozeer zouden moeten
worden verhoogd, dat dit de voordee-
len van zoo'n belasting stellig zou ver
nietigen. Maar er is geen reden om
te veronderstellen, 'dat Duitschland
dit zelfs maar zou beproeven, althans
in Sieeswijk-Holstein en Elzas-Lotha-
ringen is dat niet geschied, zoodat de
Duit-schor als individu dan ook geen
pfennig rijker is geworden door de
inlijving van deze landen.
Angell behandelt ook de eeuwige,
slaafsche tegenwerping van wie aan
de noodzakelijkheid van den oorlog
gelooven „men kan de menschelijke
natuur niet veranderen."
Hij zegt er dit van de vermeende
onveranderlijkheid der menschelijke
natuur bestaat niet, 's menschen
strijdlustige natuur verdwijnt wel
niet, maar wordt blijkbaar onder den
invloed der mechanische en sociale
ontwikkeling vervormd. „De men
schelijke natuur verandert niet" kan
immers niefbeteekenen, dat do gevoe
lens van den mensch uit vroeger
eeuwen, die de lichamen zijner vijan
den en zijn ejgen kinderen opat, de
zelfde zijn als de gevoelens van den
modernen Londenaar, die 's morgens
een trein naar de stad pakt En al
verandert de menschelijke natuur
niet, mogen we dan verwachten dat
de kantoorbediende zijn moeder dood
slaat en haar voor zijn middagmaal
gebruikt, of dat Lord Roberts zijn
automobiel heenstuurt over de licha
men van vrouwen en kinderen der
vijanden, zooals de oude Noormannen
dat indertijd met hun ossenwagens
deden
En een ander merkwaardig ver
schijnsel is de achteruitgang van den
strijdlustigen geest, die militaire
schrijvers in alle landen der wereld
opmerken en die geen toevalligheid
is, maar een gevolg van veranderde
toestanden
Bij deze enkele grepen moet ik het
laten. Een zéér merkwaardig boek is
het, dal veel geeft en nog meer te
denken geeft on waarvan ik hartelijk
hoop, dat alle Kamerleden het met
aandacht zullen lezen.
J. C. P.
Büitenlandseh Overzicht
De ontslagneming van 't
Franscis ministerie.
Gistermiddag werden we verrast
-door het draodbericht, dat het mi
nisterie Briand ontslag genomen
had. Zooals uit ons bijschrift bij dit
telegram bleek, trokken we de juist
heid der lijding in twiifel, wat trou
wens heel begrijpelijk is.
Toch is de mededeel ing juist ge
weest 1 Briand en de overige ininis
tens hebben inderdaad ontslag geno
men.
Nu er nadere bijzonderheden over
de minister-crisis bekend geworden
zijn, is er in het gebeurde niet veel
raadselachtigs moer.
Over de onmiddellijke voorgeschie
denis van de crisis valt te melden,
dat de ministers Millerand en Viviani
den minister-president Dinsdag een
bezoek hebben gebracht, waarover
verder niets is bekend geworden.
Daarna begaf de premier zich naar
het Elysée, waar hij een onderhoud
heeft gehad met den President der
republiek, en Woensdag volgde de
ministerraad, waarvan een commu
niqué is uitgegeven. Daarin wordt
medegedeeld, dat de minister--presi
dent Briand in den aanvang der
vergadering dank braoht aan zijn me
dewerkers voor de bewijzen van sym
pathie, hem gegeven tijdens de jong
ste discussie in de Kamer. Hij voeg
de hieraan toe, dat de ernstige ge
beurtenissen. die hebben plaats ge
had, de regeering plaatsten tegen
over nieuwe vraagstukken, over wel
ker oplossing bet kabinet nog niet
had kunnen beraadslagen. Heftige
aanvallen waren in de Kamer tegen
de regeering gericht, maar de Ka
mer had recht gedaan en do republi-
keinsche meerderheid betuigde haar
vertrouwen in de regeering. Daar
evenwel de omstandigheden van
thans anders zijn, dan toen president
Fallières hem de opdracht gaf, een
ministerie te vormen, scheen het hem
het meest in overeenstemming met
de republikeinsche grondwet, om nu
liet woord te laten aiui den president
der republiek. De andere ministers
sloten zich bij deze zienswijze aan en
teek-enden met den heer Briand een
verzoek om ontslag.
Tot zoovei' de officieels mededee-
liug.
Do algemeene indruk is, dat eenige
ministers zich in het vervolg niet met
de politiek van Briand kunnen ver
eenigen. Duidt daar hei bezoek van
Viviani en Millerand op
Het communiqué wijst op een ver
schil tusschen de tegenwoordige om
standigheden en die, waaronder de
President der Republiek hem op
dracht hooft verleend, een ministerie
te vormen. Dit verschil ligt in de
houding van die radicalen, socialisti
sche radicalen en onafhankelijke so
cialisten, die zich bij liet jongste vo
tum over het vertrouwen, dat het. mi
nister iewastooteze^emvan de
regeering hebban afgewend.
In de Kamervergadering van Dins
dag 28 Juni heeft Briand verklaard,
dat hij zou regeeren met een meer
derheid uit de linkerzijde. De Kan kt
heeft hem daarop mot 458 tegen 8C
stemmen haar vertrouwen toege
zegd. Tot de 80 tegenstanders van
het kabinet behoorden toen slechts
leden van de beide uiterste partijen.
Radicalen en socialistische radicalen
hadden der regeering en bloc steun
beloofd.
Daaraan is door het stakings-debat
nu een verandering gekomen, en dit
heeft Briand tot de ontslagnemin;
genoopt.
Intussclien wordt ook geseind, dat.
de President het ontslag heeft aan
genomen, maar Briand dadelijk heeft
opgedragen een nieuw ministerie te
vormen.
Briand blijft dus minister-presi
dent. Ook is het wel haast zeker, dat
de meeste ministers uit het vorige
kabinet hem trouw zullen blijven.
Wel wordt aangenomen, dat er eeni
ge nieuwelingen zullen komen. Men
verwacht, dat het nieuwe kabinet be
houdender zal zijn dan het vorige en
noemt de namen Raynaud, Cle-
menlel, Noulens, Puech, Klotz als
nieuwe ministers in plaats van Bar-
thou, Trouillot, Ruau, Viviani en Co-
chery.
Wellicht, dat de crisis heden reeds
opgelost zal worden door de bekend
making van de samenstelling van 't
'ouwe ministerie.
De minister-crisis is dus niet van
veel beteekemis geweest. Het zou een
voudiger geweest zijn, als eenige mi
nisters ontslag genomen hadden.
Dit zal Briand evenwel niet gewild
hebben. Nu heeft hij een nieuwe op
dracht en behoeft zich dus aan vo
rige toezeggingen niet langer te bin
den, wat van belang kan zijn. nu
waarschijnlijk geacht wordt, dat hij
in het vervolg meer steun zal zoeken
bij behoudender partijen in de Ka
mer.
Daarop zinspeelt ook de „Intran-
sigeant", die den toestand verward
noemt, want het komende ministerie
zal het syndicalisme en alle elemen
ten van de uiterste linkerzijde, waar
mede vroegere ministers zoo ingeno
men waren, moeten bestrijden.
Even onverwacht als de tijding
uit Frankrijk, was die over
HET UITBREKEN VAN EEN REVO
LUTIE IN SPANJE,
die men ook gisteren onder de Tele
grammen kon lezen.
Die mededoeliog kwam evenwel
uit weinig betrouwbare bron en be
rustte op een te Parijs loopend ge
rucht.
Thans blijkt dan ook, dat de tijding
onwaar is. De Spaansche regee
ring heeft officieele mededeelingen
gedaan, dat de geruchten omtrent
een revolutie allen grond missen.
PORTUGAL ZAL ZIJN KOLONIëN
NIET VERKOOPEN.
De minister-president Braga, hoofd
van het voorloopig bewind in Portu
gal, is door een journalist geïnter
viewd naar aanleiding van de ge
ruchten, welke de ronde doen om
trent een eveutueelen verkoop der
Portugeesche overzeesche bezittin
gen. De minister-president sprak alle
berichten van dien aard met de
grootste beslistheid tegen.
„Wij, republikeinen", zoo ver
klaarde hij „hebben altijd t e
heftig geprotesteerd tegen de gering
ste inbreuk op de soevereiniteitsrech-
ton van ons land, om nu ook maar
het kleinste stukje van ons koloniaal
bezit te willen afstaan. Noch Lorenzo-
Marques noch Timor wenschen wij
te verkoopen."
Dat zal de Engelschen niet mee
vallen 1
PERZISCHE ZAKEN.
In een Engelsch hlad heeft Prof.
Edward Browne, van de universiteit
te Cambridge, een der grootste auto
riteiten in Perzische zaken, een ar
tikel geschreven, waarin hij Enge
land waarschuwt tegen de door sir
Edward Grey in Perzië gevolgde po
litiek, die er op ingericht schijnt den
Islam te vervreemden en op een oor
log aan te sturen, waarvan de gevol
gen z. i. niet te overzien, zijn.
Daarop zond de nog altoos te Lan
den verblijf houdende Perzische Re-
gent Nasr-el-Molk, aan het blad een
brief, waarin hij schrijft, dat hij pro
fessor Browne dankbaar is voor zijn
waarschuwing
„Wij, die voor hervormingen in
Perzië opkomen, hebben Sir Edward
Grey zoo vaak reeds gewaarschuwd
voor den waanzin van zijn politiek,
die alleen kan worden toegeschreven
aan onbekendheid met den toestand.
Hij kont ons wantrouwen tegen Rus
land en blijft toch hardnekkig vast
houden aan het Russisch program
van berooving van Perzië. dat tot
resultaat moet hobben, Engeland de
sympathie van den fel am te ver
vreemden. Aan het wonderlijke tele-
graphische beroep, dat door een te
Konstantinopel gehouden meeting tot
den Duitscheh keizer werd gericht,
hecht ik geen waarde. Het ijzeren
juk van don keizer zou ons evenzeer
drukken aks do Russische ketenen.
Wij wenschen geen van beide. Maar
het is voor Perzië een quiwstio van
leven en dood. dat wij F.ngèland's
vriendschap cn den steun der Brit-
sche natie behouden. Ik verzoek al
len, die het goed met ons meencn,
het artikel van professor Browne te
bestudeeren, opdat hun oogen wor
den geopend voor het gruwelijke on
heil, dat reeds in Perzië is aange
richt door de dwaze politiek der re
geering en de verbazende onbekend
heid met de bedoelingen van Rusland
in Perzië."
Naai' aanleiding daarvan geeft de
„Times" de verzekering aan geheel
de Mohammedaansclie wereld, dat de
Engelsche regeering er nooit aan ge
dacht heeft in baar bekende nota de
onafhankelijkheid van Perzië te be
dreigen, en dat ailcs wat gebeurd is
de landing van 100 matrozen met
vier kanonnen alleen geschiedde
om de souvereiniteit van Perzië te
beschermen. Als do Perzische regee
ring, na het einde der hangende be
sprekingen over de leening, hel hare
doet om de orde in het zuiden te
herstellen, zal er van interventie
nooit meer sprake zijn.
Onze Laehhoek
Stadsnieuws
hinderwet.
B. en W. van Haarlem maken be
kend, dat bij hunne beschikking van
1 November jl. aan A. P. de Graaff
vergunning is verleend tot oprichting
eene smederij in het perceel aan
hot Nieuwe Geldelooze Pad no. 44.
Bouw landhuis.
Door den bouwkundig ingenieur,
der heer J. B. v. Logihem, is het bou
wen van een landhuis in den Haar
lemmerhout bij ondershandsche in
schrijving opgedragen aan de firma
Martens en Zoon alhier, voor een
som van f 36790.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS,
Nieuwe Gracht 3. Telefoon 1170.
Ingeschreven: 12 timmerlieden,
machinale houtbewerkers, 1 wa
genmaker, 1 meubelmaker, 1 mo
delmaker, 8 metselaars, 10 opper
lieden, 8 stucadoors, 5 witters, 7
machinebankwerkers, 1 monteur,
11 grof bankwerkers, I metaaldraaier,
3 vuurwerkers, 1 ketelraakere, 5
burgersmeden, 1 machinist, 7 sto-
2 electrlciens, Instrument
maker, koperbankwerker, ko
perslager, 3 loodgieters, 8 schoen
makers, 1 zadelmaker, kleerma
ker, 23 schilders, 1 behanger, 1
stoffeerders, 6 bloemisten, 5 tuin
lieden, 6 grondwerkers, 5 bakkers,
1 banketbakker, l slager, 1 krui
deniersbediende, 2 kellners, 10 ma
gazijnknechts, 9 loopknechts, 2 huis
knecht, 1 sigarenmaker, 3 kantoor
bedienden, 1 boekdrukker, 1 letter
zetter, lithograaf, binder, 17
losse werklieden 1 dienstboden,
werksters, 1 naaister, 1 kook
ster, huishoudster, 3 vrou
welijke kantoorbedienden, adspi-
rant bouwk. opz., houtdraaier.
Rubriek voor Vragen
Geabonueerden hebben Let voorrecht,
VTagea op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Redactie van Haarlem's ilagbiad, Groote
Houtstraat. 63.
Aile antwoorden weiden geheel kosteloos
gegeven eu zoo spoedig mogelijk.
Aan vragen, die niet volledig naam en
woonplaats van den inzender vermelden
wordt geen nandacht geschonken.
VRAAG: Als ik een half jaar in be
trekking ben geweest en den dienst
half September heb opgezegd, om
tegen November te vertrekken, heeft
mevrouw dan. nog recht om de gods-
penning af to houden?
ANTWOORD: Neon; aangezien de
dienstbetrekking langer dan 3 maan
den geduurd heeft.
AL TE HAASTIG.
Prins Pieter van Oldenburg had
zijne soldaten reeds dikwijls hooren
klagen over het slechte voedsel, dat
zij in de kazerne kreg, Zijne op
merkingen echter hierover aan den
kok, schenen dezen weinig belang in
te boezemen.
Op zekeren dag, dat hij weer nieu
we klachten verneemt over de soida-
tensoep, loopt de prins brieschendo
van woede naar de kazerne. Aan de
deur der keuken komt hij twee sol
daten tegen met een rookenden ke
tel.
Een lepel wil ik proeven 1
De soldaten bezagen elkander.
Proeven, heer, zoo stamelt
eindelijk een hunner, dat is onmo-
gelijk, het
Een lepel, zeg ik, spoedig.
Maar heer
Zwijg
Een lepel wordt gebracht, en de
prins proeft.
Dat heet ik geen soep f bul
dert hij, den lepel wegwerpend,
dat. ia vuil water I
Inderdaad, heer, wij hadden
juist de schotels gewasschen en....
FEN HANDELSMAN.
Bediende. Mijnheer, er is iemand
in den winkel, die vraagt of flanellen
hemden ook k rimpen.
Patroon. Passen ze hem
Neen, ze zijn hem te groot.
Dan krimpen ze, begrepen
VRAAG: Onze attestaties zijn niet
in Haarem, en wij zijn in Haarlem
aangename:, noch gedoopt. Zijn wij
na verplicht kerkelijke belasting te
betalen, daar ons toch een aanslag
thuis gestuurd is?
ANTWOORD: Ja.
VRAAG: Hoe kan ik per spoor het
gemakkelijkst in Oudowator k'-men?
ANTWOORD: Met de Holl. Spoor
van Haarlem naar Amsterdam, met
de Staatsspoor verw Igéiv- van Am
sterdam over Kreukelen en Nieuwer-
sluis naar Harmeien en ten slotte
weer met den Hollander van dit
laatste station naar Oudewntei.
VRAAG Mijn dochter is als dienst
bode per drie maanden gehuurd. Op
advies van den dokter on met goed
vinden van mevrouw, moet zij we
gens ziekte voor eenige weken naar
■'is. Heeft zij :iu recht op kostgeld
ANTWOORD. In geval van ziekte
el bet loon nog gedurende oen be-
•e.kkeliik km tem tijd door. De kost is
ook onder het loon begrepen, maar
ok dit houdt dus spoedig op. Een tijd
bepaalt de wet piet Met onderling
crlerr dient te worden uitgemikt
•weel het meisje nu nog genieten
zal.
VRAAG. Moet volgens wettelijke be
palingen brood aan een zeker gewicht
>ldoen
ANTWOORD. Neen, plaatselijke
mren in dien geest hebben vroeger
el bestaan, in verband met den
prijs (broodzetting), maar dat be
hoort tot de geschiedenis der econo-
RAAG. Ik heb Mei 1909 een stuk
grond verkocht aan een particulier.
Daarvoor heb ik een schrijven, mij
door een notaris ter tec-kenir .t-n-
dcu .getockcnd, waarna ik direct geld
ontving. 'Tot heden is geen officieel©
koopakte eetf-ekend. Nu moe: ik nog
steeds de grondbelasting betalen. Wat
moet ik doen om dio lasten o den
kooper over te brengen
ANTWOORD. Ons du:.kt aandrin
gen op het passeereu der notarieel©
koopakte en daarvoor moet u bij den
bedoelden notaris wezen. Zoolang het
onroerend goed niet door overschrij
ving op naam <ios keupers Slaat, Oüjft
de belasting ook ten uwen name.
VRAAG. Wanneer er geen koopak
te bestaal, kan de kooper den grond
dan wel in vol bezit hebben
ANTWOORD. Wel zeker, de koop
kan desnoods wel op andere wijze be-
wezen worden, vooral waar de koop
som betaald is maar de toestand is
toch onregelmatig eu kan alleen ver
anderd worden door de overschrij
ving, hetzij van een ondorbandsche,
hetzij van een hotarieele akte vu.i>
koop en verkoop.
VRAAG. Wanneer iemand iu ge
meenschap van goederen is getrouwd,
kan dat dan veranderd worden in
huwelijksch© voorwaarden?
ANTWOORD. Neen, de gemeen-
FEUILLETON
Naarhet Engelsch.
23}
Hoor eens, voegde de majoor
er hartstochtelijk bij, dit ia de ge
meenste zaak, waarbij ik nog ooit be
trokken bon geweest, en waarlijk, ik
wenschte, dat ik mij er buiten had go-
houden.
Woes nu niet dwaas, Punt, gaf
Carstairs ten antwoord hoor een
voetstap ik zal mij achter dit gor
dijn verbergen, wanneer zij het ia,
verwijder u dan zoo spoedig mogelijk.
Het was werkelijk Claribel, dia bin
nentrad.
Zljt gij reeds teruggekeerd, ma
joor vroeg zij.
Ja, zooals gij ziet.
Zij trad op hem toe, groep zijn band
Cu zeide
O I gij zijt niet zoo slecht, als gij
mij hebt willen doen gelooven. Hoor
eons, majoor, in den eersten tijd, dat
ik u leerde kennen, hield ik niet van
u, maar in mijn droeve dagen heb ik
U leoron kennen als een trouwhar
tig man. Gij wilt het mij wel verge
ven, nietwaar, majoor
Ieder woord, dat zij uitsprak, 'drong
hem als oen dolksteek in het hart, en
met de gedachte, hoe jammer het was,
dat Dudley niet, zooals zijn vrouw go-
loofde, dood was, drukte de majoor
haar de hand, stamelde haastig een
verontschuldiging, dat hij nog eenige
papieren in zijn kamer moest zoeken
en liet Claribel zooals zij meende
alleen
Alleen dit was de gedachte, die
haar het meest drukte-. Het leven, dat
haar een oogenblik zoo gelukkig had
toegeschenen, was voor haar een
ramp. Voor den diep getroffene is het
wellicht de grootste smart, dat, of
schoon men weet, dat dé tijd de wond,
door dit groote verlies toegebracht,
zal heelen ,en men weer andere vreug
de zal kunnen smaken, het geluk om
die ééne hand aan te raken, dat ge
laat voor zich te zien, de muziek van
die êéue stem te hooren, voor altijd
verdwenen is. Andere handen zullen
de onze drukken, andere oogen zul
len ons tegenlachen, maar die ééne
hand is koud, die oogen zijn gesloten,
die stem is voor altijd van de aarde
verdwenen I
Gelukkig 1 zuchtte Claribel, mor
gen is die torvelende zaak afgcloo-
pen. Ik zal dan naar mijn vader te-
rugkeeren. Wat het geld betreft, dat
Dudley mij in de voorzorg zijner lief-
do heeft verschaft, ik zal het zoo goed
mogelijk aanwenden om er den nood
van anderen me© te lenigen. Ja, met
ons beiden zouden wij naar mijn va
der terugkeeren. En nu moet ik terug-
keeren alleen
Hare tranen begonnen weer sneller
te vloeien, en al snikkende vervolg
de zij
Nooit meer zijn gelaat te zien
ncoit meer zijn stem te hooren 1
Claribel I
Zij ontstelde met een half onder
drukten kreet.
Droom ik
Zij koorde zich om en zag de ge
stalte van haar echtgenoot achter zich.
Hevig ontsteld zonk zij op haar knie
ën, on stamelde
Dudley mijn echtgenoot t Is
het clan waar, dat de geesten onzer
afgestorvenen in onze nabijheid zijn.
Dudley, mijn innig geliefde doode 1
Zij voelde zich echter door sterke
armen opgevangen en warme lippen
overdekten hare wangen met kussen.
Zich over dö half bewustelooze ge
stalte heenbuigend, riep Dudley Car
stairs uit
Neen, Claribel, geen doode
het is geen geest, die u omhelst, ik
ben het, uw echtgenoot, in levenden
lijve. Mijn hart klopt nog steeds van
liefde voor u 1
Een doffe kreet ontsnapte haar, en
hare oogen waren half gesloten.
Het was slechts een vreeselijk©
vergissing, Claribel, zeide hij op haas
tigen toon, terwijl hii hare handen
wreef. Een andere man, die zeer toe
vallig denzelfden naam droeg als ik,
stierf te Nizza. Door een samenloop
van omstandigheden was het mij on
mogelijk tot u terug te keeren ik
zal u alles wel verklaren.
Roerloos, alsof het feyen haar li
chaam was ontvloden, lag zij in zijn
armen.
Zijn oor ving het gerinkel van sleu
tels op, die aan een chótelaine aan
haar middel hingen in een oogwenk
had hij den sleutelring losgemaakt.
Nu naar den lessenaar, mompel
de hij. Welke sleutel zou het zijn.
Haastig stak hij een van .de kleinste
in het sleutelgat. HIJ paste niet. Hij
probeerde een andere met denzelfden
uitslag en een vloek ontsnapte hoiu.
Hij probeerde een derde deze paste.
De deur achter hem werd geopend.
Verschrikt keerde bij zich om.
Het was de nieuwe kellner.
Oogenblikkelijk had hij zijn zelfbe-
heerschinsr herkregen, en riep uit
Breng wat water, maar vlug I
Mevrouw Carstairs heeft een flauwte
gekregen I
Er is water In den beker, die daar
op tafel staat. Neen, niet op de schrijf
tafel, mijnheer, zei de kellner, met on
verstoorbare kalmte.
Zij besprenkelden haar gelaat en
hare handen. Eindelijk opende zij
langzaam haar oogen, en met de tan
den od elkaar geklemd liet zij een ze-
nuwachtigen, Ipng gerekten lach hoo
ren.
Arme dame, zei de kelner op be
daarden toon, terwijl hij Claribels
hand greep. Meu zou bijna denken,
dat zij een geest heeft gezien
Vervloekte gek, mompelde Dud
ley Carstairs binnensmonds. Zij komt
weer tot bewustzijn. Zich vervolgens
tot den nieuwen kellner wendende, zei
hij Mevrouw Carstairs is nu weer be
ter, gij kunt gaan.
En de nieuwe kellner ging naar
het sleutelgat I
Langzamerhand keerde het bewust
zijn weer bij Claribel terug. Met woes-
ten blik om zich heen starende, mom
pelde zij werktuigelijk
Ik za? zijn gelaat en hoorde zijn
stem.
Toen zij echter bemerkte, dat Dud
ley haar nog in zijn armen vasthield
barstte zij weer in een zenuwachtig
lachen uit. O, het was een droom, of
is de droom nu voorbij en waak ik?
Het is geen droom, lieve Clari
bel. fluisterde Dudley op kalmeeren
den toon. Beheersch u zelf, dan zal
ik u alles vertellen.
Zij sloeg haar armen om hem heen,
noemde zijn naam en kuste hem her
haaldelijk op zijn wangen, als om zich
te verzekeren, dat zij niet droomde,
en dat het gelaat, dat zij vóór zich
zag, geen visioen was. Telkens ech
ter ontsnapte de uitroep aan hare be
vende lippen O, ik zal spoedig weer
ontwaken en weer schreien, omdat
mijn sclioone droom voorbij is
Dudley, riep zij uit op hartstoch
telijken toon, verlaat mij niet meer.
Ik ben bang, laat ik uw hand druk
ken en geef mij een kus. Ja, deze lip
pen zijn warm, de hand, die ik in de
mijne gekneld houd, is de hand van
een levende. O 1 is ooit zulk een die
pe droefheid zoo spoedig in vreugde
veranderd Zult gij mij nooit meer
verlaten nooit meer
Langzamerhand werd zij kalmer,
en eindeliife zei zij
Vertel mij de geheele geschiede
nis. Hoe is dat vreeselfjke misver
stand ontstaan? Ik kan het mij niet
verklaren. Hoe is het mogelijk, dat
majoor Punter niet gezien heeft, dat
niet de arme man waart, die ge
storven is
De kist was reeds gesloten, alvo
rens Punter te Nizza wue aangeko
men, was het antwoordhet is ech
ter een lange, zonderlinge geschiede
nis Claribel, het zou te voel zijn om
het u nu te vertellen. Voor het oogen
blik is bet voor u genoeg om te weten
dat uw echtgenoot leeft dat hij
leeft en u lief heeft. Zonder op zijn
ontwijkend antwoord acht te slaan,
vleide zij haar hoofd tegen zijn borst
en herhaalde hij leeft en heeft mij
lief 1 Dat is genoeg.
(Wordt vervolgd).