HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Claribel's Huwelijk.
WOENSDAG 30 NOVEMBER 1910
INGEZONDEN
.on
plet geplaatst, wordt de kopie
(Diet teruggegeven.
Voor den Inhoud derer rubriek stelt de
Redactie rich niet aansprakelijk.
Baat de wereld waarlijk vooruit?
Slechts Heilige wegen
Z(jn veilige wegen.
Het zou mij geonszins verwonderen
dat menigeen onder do lezers van dit
blad een weinig verwonderd is bij
het lezen van bovenstaand© vraag!
Immers! de Indruk kan nog niet
Weggestorven zijn van eon ingezonden
©tuk in het Haarlem's Dagblad,
dato 21 Nov. 1.1. waarin mejuffrouw
g. H. Hoevenaar op Ietwat jubelenden
toon zeer beslist de meeuing verkon
digt: „Jal de wereld gaat vooruit!"
.Vervolgens heeft zij dat gevoelen met
©en bewijs gestaafd en, blijkbaar ver
wachtte zij niet dat iemand liet met
haai- niet eens zou zijn. Zij, moj. H.
«iet het zóó; zij verheugt er zich over;
«ij geniet er van.. Ergo! hot is zóó!
Hoewel ik nu naar aanleiding van
dat schrijven verlof heli gevraagd om
ook iets in het Haarlem's Dagblad
te schrijven, zoo is het toch niet om
over 't al of niet „vooruitgaan der
wereld" iets in 't midden te hrengen.
Weliswaar! ik leef ten opzichte der
wereld een beetje onder den indruk
van andere meeningen.
„De wereld gaal voorbij" ls mij
geleerd en de geschiedenis bevestigt
mij deze waarheid eiken dog. Onze
jongere tijdgenooten, die zich hier en
daar uitspreken, verzekeren eenstem
mig „dat de wereld oud wordt", dat
«ij, zooals iemand zeer geestig meen
de te zéggen, reeds lang „haar eigen
Grootmoeder is". Ofschoon mijn zegs
man niet deze woordvoerdere weinig
gemeen heeft, zoo moon ik toch te
hespeuren, da: hier de meeningen
elkander nabij komen.
Niels van dit alles bedacht of zag
de schrijfster van bovengenoemd in
gezonden stuk. In haar kinderlijk op
timisme en vluchtige beschouwing
der dingen ging het haar ais dan Ro-
meinschen keizer weleer, die „een
gebod uitvaardigde dat de GEHEELE
WERELD zou beschreven worden" en
die voorbij zag, dat hij slechts over
©en deel te gebieden had. De hoop en
het geloof die mej. H. bezielen voor
haar geliefkoosde denkbeelden en
verwachtingen, deden haar de maat
wat ruim nemen, en zoodoende aan
het geheel een complimentje
uitdeelen, dat slechts voor een
deel bestemd was.
Doch, zooals ik gezegd heb, het ls
niet deze meening, die mij naar de
pen deed grijpen; wat verder volgt
trok mijn aandacht in hooge mate,
en riep groot© tegenspraak In nnj
wakker 1 Uit geheel haar verder
schrijven blijkt toch, dat de schrijfster
alleen bedoelt te zeggen „De Vrouw
gaat vooruit I" Onderstellende, dat
het publiek wel op de hoogte wus van
den vroegeren toestand der vrouw,
die. zooals vole uersonftn in onzen
tijd willen duidelijk maken, niet vrij
was van banden en kluisters, waar
door haai- positie blootgesteld wus
aan geringschatting en oehteruilstel-
ling, bij zeer luttele waardeering van
haar kennis en geschiktheid voor het
publieke leven, roept zij vroolijk uit:
„D e wereld gaat vooruit!
Vooruit voor de vrouw!
In zoover, dat haar werk
taambeid en werkkracht
steeds meer waardeering
vindt in steeds breeder
kringen! Vooruit! Oindat
nieuwe arbeidsvelden
Voor li aar worden geope nd.
Vooruit! Want ik zie al
de toekomst gloren, waar
in mannen en vrouwen
niet meer zullen staan te
genover elkaar maar als
trouwe kameraden naast
en met elkaar zullen ar
beiden tot heil van ge
zin en mualschapp ij."
(Natuurlijk zal onder dit laatste ook
begrepen zijn het mede regeeren !j.
Maar te midden van t geen mej.
H. zooveel blijdschap gaf, is plotse
ling een groote zorg opgekomen, an
dit deelt zij uitvoeriger aan hol pu
bliek mede.
Daar komt nu op eens, zegt -zij,
EEN MAN de vooruitzichten der
vrouw belemmeren en houdt haar
tegen op haar weg.
..HIJ GEEFT HAAR EEN Dl'W
ACHTERUIT, OMDAT HIJ BE
VREESD IS VOOR HAAR CONCUR
RENTIE; EN ZOO WOUDEN WEER
ANDERE BETREKKINGEN IIAAR
ONTNOMEN.
MINISTER HEEMSKERK DOET
HEI HIJ PROBEERT MET EEN
HARDEN, EEN HEEL HARDEN
RUK HAAR W EER ACHTERUIT TE
ZETTEN
Nader verklaart de schrijfster, dat
die „harde duw achteruit" is:
„Het wetsontwerp door Minister
Heemskerk in April vuil dit jaar in-
fediend, bevattende „De r e g e-
ing van de positie der
vrouwelijke ambtenares
sen en onderwijzeressen
bij het openbaar- en lager-
onderwijs die in bet huwe
lijk treden." In breede trek
ken schetst zij de droevige gevolgen
die, zoo het wordt aangenomen, uit
dit wetsontwerp voor de vrouw zullen
voortvloeien; en niet alleen voor haai1
maar voor de geheele maatschap
pij 1"
Nu weten wij niet geheel wat den
Minister "tot. het indienen van zijn
ontwerp heeft bewogen! Dat hij paal
en perk wil stellen aan het vooruit-
streven der alleenstaande vrouw, dat
zeer spoedig voorbijstreven, zoo niet
overhecrschen, van den man worden
kan, valt zeer te betwijfelen. Dat hij
echter een poging wil doen om een
zelfde streven tegen te gaan b" de
Gehuwde Vrouw en Moeder, dat ge-
looven wij vast!
Iets daarvan zagen wij doorscheme
ren In zijn Wetsontwerp ook van zijn
overtuiging, dat de gehuwde vrouw
haar gezin ais het terrein van
haar werkzaamheid moet blijven be
schouwen en vooral, dat de vrouw,
die Moeder moet worden, niet moer
buiten haar gezin, in Rijksbetrekkin
gen oi op openbare scholen het brood
moet verdienen. Misschien vindt de
Minister de positie der a. s. Moeder te
bijzonder, te teer, om haai- in den ge-
heelen ontwikkelingstijd aan het pu
bliek voor te stellen.
En ook dit slechts ten deele enkel
in die gevallen, waarin de Staat
WERKGEVER is; dftar wenscht de
Minister den arbeid niet langer toe te
vertrouwen aan jonge gehuwde Vrou
wen en Moeders
Zooals wij reeds gezien hebben,
vindt Mei. II. die .beperking een
harden duw achteruitEn zij
niet alleen 1 O, neen Een geheel le
ger mannen en vrouwen komt op te
gen dezen maatregel. In openbare en
gesloten vergaderingen, in dag- en
weekbladen, overal is over dit onder
werp gesproken.
Het ls niet onze gewoonte, en ik wil
nu spreken uit naam van menig
Chrlstelijken kring, om over alles,
wat op het gebied der vrouwenbewe
ging gebeurt, in het openbaar mede te
spreken Wel hebben wij ons gaarne
aangesloten bij het groote, zeer groo
te, leger hard werkende vrouwen, uit
alle standen der maatschappij, van de
hoogste tot de laagste toe, die trachten
door vereenigde middelen het goede
voor ons volk te zoeken en de gevol
gen van het kwaad te bestrijden
maai' het is en blijft een werkzaam
heid, waarbij men de stem niet lulde
op de straten verheft.
Thans echter, nu wij er diep van
overtuigd zijn, dat er gevaar bestaat
om ook de gehuwde Vrouw en Moeder
uit haar sfeer los te maken, nu van
ons standpunt gezien men tot geheel
andere inzichten komt, don Mej. II.,
nu willen wij nieï langer zwijgen.
Lulde willen wij het uitspreken, dat
wij het een grooten zegen zouden ach
ten, indien door het Wetsontwerp-
Heemskerk, de vrouw, die in het hu
welijk treedt, de plaats zal innemen,
die haar als haar levenstaak is aange
wezen, zoodat. zij zal leven en arbeiden
voor den bloei van het gezinsle
ven. Als de vrouw tehuis haar taak
naar eisch vervullen zal, behoeft zij
daarvoor al de gaven en krachten, die
zij beschikbaar heeft of zich door oefe
ning kan verwerven.
Zoo hoog, zoo edel, zoo veel-omvat-
tend ls die werkkring, dat alle bezwa
ren, die Mej. H. en anderen tegen het
Wetsontwerp aanvoeren, verreweg
minderwaardig zijn. Vrij strove de
AT.LF.NSTAANDE VROUW naar ar
beid buiten den huiselijken kring er
is genoeg werk in de wereld, dat een
helder verstand een julsten blik, of
een liefhebbend hart behoeft. Maar de
gehuwde Vrouw en Moeder blijve
thuis
Zoo zij daar haar roeping veron
achtzaamtde heiiioozè gevolgen
blijven niet uitMenigmaal treft het
ons op 't dieps', dat in de meeste ge
vallen, waarin wtj zinkenden en ge
vallenen uit hun jammer en ellende
trachten op te halen, dit de gevolgen
zijn van een verwaarloosd of gebrek
kig GEZINSLEVEN. Ouden en jongen
trachten daar de plichten en den ar
beid aan hun roeping verbonden, weg
te cijferen of te verloochenen, zich niet
starende aan Goddelijke en mensche-
lijke inzettingen en rechten. Vaders
en Moeders gaan vaak de kinderen
hierin voor, en een zee van rampen is
daarvan het gevolg. Dót sticht onheil
in huisgezin en'maatschappij
'Iegeu het grootste dee! van dit
euvel kenuen wij geen beter voorbe
hoedmiddel dan „Goede Moeders."
Voor hoeveel kwaad zij haar gezin
nen hebben behoed, hoeveel goeds zij
hebben gesticht, dat zal de Eeuwigheid
eens aan 't licht brengen. Is het won
der, dal wij, dit erkennende, gaarne
alles in het werk gesteld willen zien,
om haar voor dat levensterrein te be
houden Wij zouden het wel allen ge
huwde Vrouwen en Moeders willen
toeroepen „Wat van het begin der
wereld uw sfeer is geweest, wat uw
eer en voorrecht is, laat u daarvan
niet losmaken."
Op dat terrein zijn door do vrouw
de grootste overwinningen behaald,
daarvoor ls zij gevormd, daartoe ge
roepen. Kent men grootscher, edeler
roeping don Vrouw en Moeder te zijn?
Van harte stemmen wij in met den
man, die eens getuigde „Meer op den
achtergrond van het leven is der
vrouw eon plaats bereid, maar van
daaruit verspreidt zij meer zegen, dan
tien Kamerleden to zamen, van wier
redevoeringen het gansche land da
vert." Wat een edele Vrouw of Moe
der ten goede uitwerkt, dut maait ook
niet de begaafdste pen ter wereld.
Daarom wilien wij gaarne aanvaar
den al do tegenspraak en al het fron
sen dèrgenen, die in ons vasthouden
uan oude gewoonten en Instellingen
gebrek zien ft on deerni6 met hen, wier
vrijheid beperkt wordt, zoodra zij in
het huwelijk treden.
Eere aan edke vrouw, die dit gaar
ne en ongevraagd zelf alzoo verkiest!
Eere aan dike Jonge onderwijzeres,
die een gomimen tijd te voren aan
vrage om ontslag indient, opdat zij
gelegenheid moge hebben zich óf in
hot ouderlijk huis, óf op de Huishoud
school (on walk een kostelijk middel
daartoe is deze iu-telling voor haar
toekomstige roeping ais gehuwde
vrouw te bekwamen. Die van harte
instemmen met den versregel van ten
Kat©, die, van man en vrouw spre
kende dit «egt: „Hem de wereld,
haar haar huisl"
Nog eons, als de gehuwde vrouw
en moeder anders doet... bijna zender
uitzondering sal zfj het zich bekla
gen! t Is een stout beweren, maar
wij houden er ge?n woord van terug:
„Elke gehuwde vrouw en moeder, die
haar gaven en krachten aan haar
gezin onttrekt, om die te besteden in
het publieke leven doet dat ten koste
van het geluk en het welvaren van
haar gezin. Wij weten dit, Gode zij
dank! niet uit eigen ervaring, maar
echtgenooten en kinderen der
hebbenden sproken dit
uit.
Ziet Mej. H. blijde de toekomst na
deren, waarin man en vrouw als
trouwe kameraden naast elkaar ar
beiden (toch zekor buiten het gezin),
wij zagen die dagen hier en daar
reeds gekomen. Wat meer is, de gevol
gen zijn reeds daar, en zij zijn
diep treurig! Veel meer plaatsruimte
dan ons hier gegeven ls zou het ei-
schen zoo wij ook daarvan mededee-
llng zouden willen doen.
Dientengevolge hebben wij dian
ook werkelijk veel minder medelij
den, dan al de betoogers tegen het
wetsontwerp-Heemskerk van ons ed-
schen met die paartjes, die wel gaar
ne zouden willen huwen, maar het
nog niet kunnen, omdat voor den lo-
veus»landaard, dien zij zich kozen,
het Inkomen van den man nog niet
toereikend is- Maar wal medelijden,
diep medelijden zelfe, met de kinde
ren die aan de zorg van jong© dienst
boden overgelaten, dagelijks de tee-
derc toewijding der moeder moeten
ontberen, en opgroeien, dooi' buren
en bekenden ten diepste beklaagd.
Aan moeders die zoo zorgeloos met
haar kleinen kunnen handelen vra
gen wij: „Wilt ge een ware moeder
he-eten. En zóó weinig moeder zijn?"
Natuurlijk zijn er uitzonderingen.
en van ganscher harte hopen wij,
dat den Minister wijsheid zal gege
ven worden, om, zóó zijn wet wordt
ingevoerd, zoo min mogelijk de be
langen van enkelen te krenken.
Toch zonder die krenking, zon
der dat voorbijzien, komt geen enkele
wei tot stand; daarmede hebben wii
te rekenen. Dat In dit geval de noo-
ditre consideratie voor de belangheb
benden ml in acht genomen worden...
wij hopen het gaarne! Dat de reeds
arbeidende vrouw en moeder naar
huls zul gezonden worden... wij geloo-
vcq het niet!
Toch indien zulks gescliiodde,
wij zouden du vrouw niet te zeer be
klagen! Terecht is gezegd: „De hui
selijke haard ls het heiligdom van het
familieleven. Hoeveel warmte, hoe
veel gerellighcid straalt daarvan uit!
Het is het Koninkrijk der moeder,
waar vader na den arbeid rust en
verpoozlng zoekt! D a a r is liet hoek
je waar de eerste en heiligste herin
neringen van het kind een aanvang
nemen, en een warmte en gloed gaan
er van uit, die het geheele leven be
zielen!"
Zóó zullen allen spreken, die een
goede ware moeder hebben gehad of
gekendl Daarvan zal elke wouw iets
gevoelen, die thans het middenpunt
is van een toegewijd gezin. Die huis
gezinnen zijn in waarheid de hechtste
steunpilaren van een goed gcordenden
Staat
Als het wetsontwerp-Heemskerk
dus «enigen invloed kan uitoefenen,
dat de roeping dei' gehuwde vrouw
en moedor wondt bevestigd en be
krachtigd tot bevordering van een
edel waar gezinsleven, dan hopen
wij, dat allen, die daarin den rijksten
zegen zien voor ons volk en onze
maatschappij, dtaartoe gaarne zullen
medewerken.
J. WILDEBOER—LUITINGH.
Haarlem.
DaiterJandsch Overzicht
In den Dultschen Rijksdag worden
de debatten over
DE SCHEEPV A A RTRECHTEN
voortgezet. Veel nieuws wordt er
riiet gehoord, want wat de sprekers
nu vertelden, waren meest herhalin
gen van vorige dagen.
De naam van Nederland werd een
paar maal genoemd. De nationaal-
liberaal Junck, uit boksen, wees cr
op, dat de tegenkanting van Oosten
rijk en Nederland nog niet is over
wonnen. Er gebeuren evenwel nog
iederen dag wonderen, en bet ia mo
gelijk, dat Duitscbland de toestem
ming van het buitenland koopt dooi
concessies. Spreker was intussen on
bang, dat deze concessies ten nadee-
ie van de DuMsche schipperij zullen
blijken en den Rijn of do Elbé eenzij
dig belasten.
De vrijzinnige Hausmaim meende,
dat aan de bepaling, dat er geen ui-
breuk gemaakt zal worden op «ie
rechten van de buitenlandsche mo
gendheden, bij de ecbeepvaarttol'.en
betrokken, moet worden toegevoegn,
dat de we: pas in werking zal tre
den, ais de verdragen met Oostenrijk
en Nederland eenmaal gesloten ziin.
Een goede bepaling, maar... daar
aan zal de regeering zich denkelijk
niet willen binden, want dan zouden
de tegenstanders (wij zoowel als Je
Oostenrijkers z«jn tegen de wet ge
kant) het in de macht hebben de wet
zeer veel te vertragen.
Het sioi der discussie was. dat het
ontwerp verwezen is naar eene com
missie vau 26 leden.
l>e algen; eene verwachting is, dat
er verschillende wijzigingen noodig
geacht zullen worden.
Hoe het buitenland over doscheep-
vaarttollen denkt
Het „Berliner Tageblatt" geeft con
antwoord op deze vraag, "t Schrijft
„Van goed ingelichte Oostenriik-
ache zijde verneipen wij, dat uit Wee-
nen geen stem ia opgegaan, die het
optimisme van den Riikskaxiselier
rechtvaardigen kan, dat het geluk
ken zal den tegenstand van Oosten
rijk tegen de tollen te breken, Dc
regeering te Weenon staat nog steeds
op het standpunt, kort geleden door
den minister in de delegaties mede
gedeeld, dat zij absoluut vasthoudt
aan den gewaarborgde» vrijdom van
rechten op de Elbe. Zelfs wanneer de
regeering geneigd zou zijn, hiervan
af te wijken tegen bepaalde conces
sies, dan zal zij nog afhankelijk z»jrz
van den Rijksraad, die onder geen
voorwendsel voor hei invoeren van
tollen te vinden is.
Tegelijkertijd vernemen wij van di
plomatieke zijde, dat ook de Noder-
landsche regeering vastbesloten is,
de vrijheid van tollen op den Rijn
niet op te geven, en dat zij bij de
onderhandelingen met de Duitsche re
geering, waarvan het begin binnen
zeer korten tijd te verwachten is, utet
nadruk zich op een rechtsstandpunt
zal plaatsen."
Tot zoover dit blad. De term „bin
nen zeer korten tijd" zal wei zoo ge
lezen moeten worden„dadelijk na
de aanneming der wet", wout eerst
dan ban men definitief over den in
houd oordeelea.
Nog meer dan de scheepvaart-
quaestie trekt (voor do zoo veels te
maal
WEER EEN REDE VAN KEIZER
WILHELM
de aandachL Z. M. sprak bij de In
wijding van de nieuw opgerient©
technische hoogoschool, te Breslau,
o a.
Niet toevallig ioopi de geweldige
opbloei van ons industrieel Teven met
de voortschrijdende ontwikkeling van
het technisch hooger onderwijs in
Duitschland parallel. In do hoofdstad
van Silezie zijn de voorwaarden voor
een zegenrijke werkzaamheid van de
teclinische hoogeschool in rijke mate
aanwezig.
Wie hier onderzoekt en le er aart,
doe het steeds mot den blik naar G«>d
den Heer, met heiligen ernst, wie hier
leert zij zich steeds bewust, dat bij
er toe geroepen is, eenmaal het volk
een leider te zijn op economisch en
sociaal gebied en tegelijkertijd eer,
voorbeeld van trouwe plichtsbetrach
ting jegens koning en vaderland. Al
leen die arbeid, die voor de geheele
natie geschiedt, is geheele arbeid.
Tot zulk een arbeid wijd ik hiermede
dit nieuwe huls in.
Het is wel een wonder, dat de kei
zer niets over de leger- of vlootaan-
gel«genheden gesproken heeft. Daar
was anders wél aanleiding toe, want
nu is juist
DE BEGROOTING VAN OORLOG
VOOR DUITSCHLAND,
dienst 1911, bij den Rijksdag Inge
diend.
Aan do verschillende hoofdstukken
ontleent men de volgende cijfers:
De oorlogsbegrooting voor 1911
vraagt 710.850.550 Mark, of -4.044.903
Mark meer dan voor 1910. Daarbij ko
men nog voor wijzigingen in de or
ganisatie wegens verhooging van de
vredessterkle 3.727.441 Mark. Op de
gewone begrooting worden dus
7.772.344 Mark meer gevraagd dan
in 1910. De buitengewone begrooting
voor oorlog, bevattende de uitgaven
voor ééns, bedraagt tn totaal nog
73.328.231 Mark, of 4.301.779 minder
dan voor 1910. Verder wordt nog
een buitengewone begrooting voor
oorlogsuitgaven van 23.689.400 Mark
ingediend, zoodat alleen voor het le
ger het geheele gevraagde bedrag
meer dan 800 millioen Mark bedraagt!
Bij de oorlogsbegrooting ontving
de Rijksdag tevens de nieuwe leger-
wet. Daarbij wordt de sterkte van 't
leger ln de eerstvolgende vijf jaren
zoodanig verhoogd, dat de vredes-
sterkte van 't leger in 1915 515.321
mciu bedraagt. De verhooging der
kosten, daardoor veroorzaakt, be
draagt aan voortdurende kosten 22
millioen per jaar kosten voor eens
82 millioen Mark.
is volop aan den gang.
Gisterenavond heeft de minister
president Asquith een verkiezings
manifest gepubliceerd. In dit stuk
zegt de premier
Van de uitspraak der kiezers hangt
de geheelo toekomst van de democra
tische regeering af.
Het te lang uitgestelde, bedriegelij-
ke hervormingsplan der Lords zou
het aanzijn geven aan een grooten-
deeLs conservatief Hoogerhuis met
een nog machtiger veto.
Het verkiezingsmanifest van mi
nister Grey heeft een gel ij ksoorti gen
gedachtengong. Deze Excellentie
pleit tevens voor een uitvoerig plan
van „home rule" voor de verschillen
de doelen van het Vereenlgd Konink
rijk in den traint van het Canadee-
sche stelsel.
Hij verklaart, dat een hervormd
Iloogerhuis een noodzakelijkheid ls,
maar op den voorgrond behoort te
staan, dat gewaarborgd wordt, dat
de weloverwogen meening van een
sterke meerderheid van het Lager
huis den doorslag zal geven.
Het veto-ontwerp wilde dit mogelijk
maken. De kiezers hebben thans een
keuze te doen tusschen bet Hooger-
en het Lagerhuis.
In de rede, die Asquith te Reading
hield, verklaarde hij met nadruk,
naar aanleiding van de bi wering, dat
de ontbinding van het parlement zou
geschieden op aandringen van ien
Ier Redmond, dat deze even weinig
invloed had gehad op het besluit tot
ontbinding als bet mannetje in de
maan op de opvatting der regeering.
De tijd is gekomen, zoo vervolgde
Asquith, dat de natie in staat moet
worden gesteld, om een definitief ein
de te maken aan den langdurigen
strijd, die tot dusverre alle progres
sieve wetgeving heeft tegengehouden
en belemmerd.
Balfour, ae leider der oppositie,
hield een rede in een buitengewoon
druk bezochte vergadering in Albert
Hall te Londen.
Bij de opening der vergadering zei
de president, oud-minister Long, die
Juist van Ierland was teruggekeerd,
dat hem verzocht was de volgende
boodschap van lersche unionisten
over te brengen „Wij verklaren
plechtig, dat home rule aan Ierland
geen vrede zou brengen, maar stri'd.
Wanneer een Ierseh parlement
mocht worden ingesteld, zullen de
unionisten van het zuiden, vereenlgd
met die van Ulster, het niet erken
nen. zijn besluiten niet eerbiedigen,
en ile door dit parlement opgelegde
belastingen niet betalen."
Balfour verklaarde, dat zooais
iedereen weet, de constitutioneele re
volutie slechts dient om aan de aoo-
1 den en behoeften van de lersche home
I rulers en de socialisten tegemoet te
komen, en dat de belangen van den
aan de wet getrouwen burger geheel
en al uit het oog verloren zii<n.
Hij stelde, tegenover de veersteilen
der regeering tot oplossing van -Je
constitutioneele quaestie, die van do
oppositie, verdedigende krachtig net
referendum, en verklaarde, dat de
kosten, waartegen dc liberalen be
zwaar maakten, veel geringer zou
den zijn dan die voor betaling :icr
parlementsleden, die de regeering
wil invoeren.
Deze verkiezing kon z. 1. «iet wor
den beschouwd als alleen berustend,
op tariefhervorming en hij verklaar
de er geen bezwaar tegen te hebben,
die hervorming aan een referendum
te onderwerpen. Hij daagde do ie-
geering uit een referendum uit te
schrijven voor home rule, en hij ein
digde aldus „Vertrouw niet op de
dwazen, die hun rol op het tooneel
spelen, vertrouw niet op den lorschcn
goochelaar, die aan de touwtjes
trekt, vertrouw niet op den Aincri-
kaanschen geldschieter, maar bouw
alleen op het krachtig gerei 1 ver
stand van het volk."
EEN VOLKSBETOOGING.
Groot was de geestdrift bij de unio
nistische betooging te Belfast gehou
den. Twintig duizend mensehen woon
den een meeting bij, waar dc spre
kers verklaarden dat, Indien home-
rule aan Ulster zou worden opgedron
gen, de Inwoners niet alleen zouden
weigeren belasting te betalen, maar
hun toevlucht zoo noodig zouden ne
men tot nog krasser middelen.
In een bijeen komst van het unionis
tisch partijbestuur van Ulster werd
besloten gelden bijeen te breegen, oen
regiment van Ulstersche mannen op
te richten en wapens te koopen, ten
einde met geweld de Invoering van
home-rule te kunnen beletten.
Reeds werd voor een bedrag van
10,000 p. st toegezegd.
DE CONSTITü TIONK BLH
TOESTAND IN TURKIJE.
Dezer dagen deelden we mede, dat
volgens ioopcude geruchten «ie po.J-
sitie van den Turkschen groci-rizier
ernstig geschokt was en dat bij -
moedelijk niet long meer a.i het te-
wind zou blijven. Wat er echter ge
schied was, bleef vooralsnog onbe
kend. Thans blijkt, dat bei Comité
van Eenheid en Vooruitgang, dat
nog steeds een neven-redering wil
blijven vormen, van den groot-vizier
had geëischt, in kennis te worden ge
steld met zijn exposé van den twe
etand, voor dit ln de Kamer zou w or
den voorgelezen.
Hakki weigerde evenwel aan dit
onparlementair verlangen te voldoe n.
Er werd nu een middelweg gezocht
en gevonden om de kool en de geit
te sparen. De leider van Eenheid en
Vooruitgang werd namelijk ln staat
gesteld, in een zitting van het comité
den korten inhoud van het expose
mede te doelen.
De crisis was vermeden, maar de
weg van den groot-vizier ligt nog
ds vol voetangels en klemmen,
groot gedeelte zijner ftiabtgenoo-
ten zijn namelijk leden van het comi
té en officieus wordt thans medege
deeld, dat de ministers Tolaai, Dj a
vid, Nedsjmeddon, Emruilah en Ha-
ladsjiau de jongste vergadering van
het comité hebben bijgewoond. Een
botsing kan dus haast niet ulibiüwa
TURKU E EN KRETA.
Het antwoord der beschermende mo
gendheden op de nota van TUikije
omtrent Kreta heeft de OUomaansrlie
regeering bevredigd, daar 't de souve-
relniteitsrechten van Turkije op nieuw
waarborgt en de houding der Kreten
sers als kinderachtig kenschetst.
Op het verzoek om een definitieve
oplossing hebben de mogendheden ge
antwoord dat het oogenblik voor zulk
een oplossing nog niet gekomen 19.
EEN AANSLAG OP DEN MINISTER
PRESIDENT VAN GRIEKENLAND?
De trein, waarmede Venizetos zich
van Tricolo naar Vols begaf, was
bijna ontspoord, doordat een groote
ijzeren staaf op de rails was gelegd.
De tegenwoordigheid van «est, door
den machinist betoond, voorkwam
een ongeluk, dat te ernstiger zou zijn
geweest, daar de trein Juist langs reu
rotskloof reed.
Of er hier aan opzet val» te den
ken, vermeldt hei bericht uit Athene
niet, vermoedelijk ls dit wel ket ge
val.
Over
EEN TER DOOD VEROORDEELDE
wordt thans in Frankrijk veel op
schudding gemnukL Hel geldt Du
rand, den secretaris van de vakver-
eeniging van kolendragers le Havre,
die door een jury te Rouaaa ter dood
veroordeeld ls, omdat hij beschuldigd
werd, tijdens de staking medegedaan
te hebben aan de vervolging van
werkwilligen, bij welke geweldple
ging een dezer het leren liet.
Thans werd te Havre een druk be
zochte vergadering gehouden, om
tegen deze veroordeeling te protestcc-
FEUILLETON
Naarhet Engelse h.
IL T. JOHNSON.
In een enkel oogenblik begreep zij
volkomen, dat haar liefde voor en
haar vertrouwen op dezen man, haar
'verstand hadden beneveld, dat die
'liefde en dat vertrouwen tot dusverre
haar vrees en twijfel tot zwijgen had
den gebracht, maar de waarheid, de
verschrikkelijke waarheid lag nu dui
delijk voor haar, en de man, die haar
echtgenoot was, had den sluier opge
licht.
Schurk riep zij uit. Nu ken ik
u elndelük Te laat te laat. Ver
blinde dwaas, die ik beu geweest. En
gij waart het, die op denzelfden
avond, dat gij mijn vader zijn dochter
Pntstaalt, hem ook beroofdet van het
door hem in moeilijken, eerlijken ar
beid verdiende geld.
Geef mij het geld, antwoordde hij
cn klemde haar nog vaster ln zijn
arm.
ÏJeen, antwoordde zij. uitdagend,
en al haar liefde voor hem was in
haat veranderd. In deze noordelijke
gewesten hebben wij geen vree9 voor
de moedigen, dus ben ik hier in mijn
geboorteplaats volstrekt niet bang
voor de lafhartigen. Ik veracht ti
Daarna, met inspanning van al
haar krachten, riep zij uit
Ferry ahoy
Claribel, riep hij uit, van taktiek
veranderende, ter wüle van de liefde,
die eens....
Liefde Mijn liefde voor u is ge
storven, op hetzelfde oogenblik, dat ik
uit mijn droom ontwaakte en alle ach
ting en vertrouwen op u heb verloren.
Ik tart, ik verfoei u.
Of gij mij veracht of liefhebt
het geld moet ik hebben.
Weer trachtte hij haar de porte
feuille uit de handen te rukken, maar
de hartstocht verleende Claribel
kracht en zij verdedigde zich moedig,
terwijl zij ten tweeden male riep
Ferry ahoy 1 Help help 1
Eindelijk zegevierde de manne-
krachtcn over de zwakke kracht der
vrouw. Hij omvatte haar in zijn ar
men, boog niet woestheid haar teede-
re pols achterover, en ontwrong haar
toen de portefeuille.
Vervloekt 1 riep hij uit ik zal
aan uw geschreeuw een einde maken
sterf dan
Hij sleepte haar over de landings
plaats tot aan don waterkant en hief
de nu onmachtige gestalte ln zijn ar
men. Toen Clnrihel daar boven het
onstuimige, schuimende water hing,
uitte zij een wauhupigen, doordrin
genden kreet.
Maar voordat hij haar in den af
grond liet vallen, werd hij-zelf aange
grepen en met forsche kracht tegen
de ijzeren leuning van het trapje te-
ruggeslinverd, omklemd door de
ijzersterke armen van Dick Bramley.
De half bewustelooze Claribel zou
echter toch in het water zijn gevallen,
wonueer haar vader haar niet ln zijn
armen had geklemd, zoodat zij nu
roerloos aan zijn hart lag, terwijl de
oude mun haar bleeke wangen en
half gesloten oogen met kussen en
tranen overdekte.
Hij bracht haar naar den oever, en
sprak tot haar als in de dagen, toen
zij nog als een moederloos kind op
zijn knieën in slaap was gevallen.
Mijn kleine lieveling I mijn klei
ne lieveling
Intusschen brachten Dick Bramley
eu inspecteur Gleddow, die da porte
feuille in veiligheid had gebracht,
Dudley Carstatrs van de. landings
plaats naar het voetpad, hem stevig
vasthoudende, en de inspecteur be
val Jacob Bindle om de boot aan den
oever vast te leggen.
Dudley Carstairs deed nog een po
ging om zich uit hun handen I09 te
rukken, maar tevergeefs.
Houd u kalm, graaf 1 zei Gled
dow met kalme beslistheid, anders zal
Ik geweld moeten gebruiken
Dudley was er de man niet na&r om
zijn krachten te verspillen, zoodat hij
zich in het onvermijdelijke schikte, en
zelfs op eenigszina opgewekte» toon
zei
Eindelijk hebt gij mij dan toch
gesnapt, Gleddow.
Ja, gaf de ander op denzelfden
toon ten antwoordgij hebt het lan
gen tijd volgehouden, maar nu....
Is het toch met mij gedaan, niet
waar
Do bewondering, die Gleddow reeds
altijd voor den graai had gevoeld,
nam steeds toe.
Dat noem ik de vormen in acht
nemen, dacht hij bij zichzelf. Het is
echter bij velen uwer een regel, dat
zij schelden en razen, wanneer zij
hun spel verloren hebben. Ik houd
van groote mannen in welke positie
ook, hij zR een Bonaparte of een Bis
marck of een oplichter en bedrie
ger I
Waar brengt gij mij heen, Gled
dow vroeg Dudley op denzelfden
toon, waarop hij gevraagd zou heb
ben Waar zullen wij gaan dineeren?
Ik zal u vanavond naar het poli
tic-bureau moeten laten brengen, anL
woordde de inspecteur bij wijze van
verontschuldiging. Het spijt mij, dat
ik u geen beter nachtverblijf kan ver
schaffen, maar ik was er nog niet ze
ker van, of ik dezen nacht uw gast
heer zou zijn.
Maak maar geen verontschuldi
gingen. gaf de ander op denzelfden,
vrlondelijken toon ten antwoord.
Morgen brengt gij mij zeker naa*
Londen 2
Ja, antwoordde Gleddow.
Zijt gij en zeker van vroeg Dud
ley in spanning.
Zeker. Het doet mij bijzonder veel
genoegen om in staat te zijn u dat le
kunnen beloven. Morgen zult gij een
veilig plekje in het huis van bewaring
ontvangen.
Gleddow, zei Dudley na. Ik heb
u nooit anders dan moeite en last be
zorgd. Gii zijt echter geen kwade vent,
en nu zal ik u
Hij stak zijn hand ln zijn borstzak
en vervolgde
Uw taak toch gemakkelijker ma*
ken. Reken nooit op den dag van mor
gen.
Zonder zijn hand weer te voorschijn,
te halen, haalde hij den trekker vont
een zakrevolver over een korte knal
en Dudlev zonk in Gleddow» armen,
met een kogel !n zijn hart.
EINDE.