HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Claribel's Huwelijk. WOENSDAG 30 NOVEMBER 1910 INGEZONDEN .on plet geplaatst, wordt de kopie (Diet teruggegeven. Voor den Inhoud derer rubriek stelt de Redactie rich niet aansprakelijk. Baat de wereld waarlijk vooruit? Slechts Heilige wegen Z(jn veilige wegen. Het zou mij geonszins verwonderen dat menigeen onder do lezers van dit blad een weinig verwonderd is bij het lezen van bovenstaand© vraag! Immers! de Indruk kan nog niet Weggestorven zijn van eon ingezonden ©tuk in het Haarlem's Dagblad, dato 21 Nov. 1.1. waarin mejuffrouw g. H. Hoevenaar op Ietwat jubelenden toon zeer beslist de meeuing verkon digt: „Jal de wereld gaat vooruit!" .Vervolgens heeft zij dat gevoelen met ©en bewijs gestaafd en, blijkbaar ver wachtte zij niet dat iemand liet met haai- niet eens zou zijn. Zij, moj. H. «iet het zóó; zij verheugt er zich over; «ij geniet er van.. Ergo! hot is zóó! Hoewel ik nu naar aanleiding van dat schrijven verlof heli gevraagd om ook iets in het Haarlem's Dagblad te schrijven, zoo is het toch niet om over 't al of niet „vooruitgaan der wereld" iets in 't midden te hrengen. Weliswaar! ik leef ten opzichte der wereld een beetje onder den indruk van andere meeningen. „De wereld gaal voorbij" ls mij geleerd en de geschiedenis bevestigt mij deze waarheid eiken dog. Onze jongere tijdgenooten, die zich hier en daar uitspreken, verzekeren eenstem mig „dat de wereld oud wordt", dat «ij, zooals iemand zeer geestig meen de te zéggen, reeds lang „haar eigen Grootmoeder is". Ofschoon mijn zegs man niet deze woordvoerdere weinig gemeen heeft, zoo moon ik toch te hespeuren, da: hier de meeningen elkander nabij komen. Niels van dit alles bedacht of zag de schrijfster van bovengenoemd in gezonden stuk. In haar kinderlijk op timisme en vluchtige beschouwing der dingen ging het haar ais dan Ro- meinschen keizer weleer, die „een gebod uitvaardigde dat de GEHEELE WERELD zou beschreven worden" en die voorbij zag, dat hij slechts over ©en deel te gebieden had. De hoop en het geloof die mej. H. bezielen voor haar geliefkoosde denkbeelden en verwachtingen, deden haar de maat wat ruim nemen, en zoodoende aan het geheel een complimentje uitdeelen, dat slechts voor een deel bestemd was. Doch, zooals ik gezegd heb, het ls niet deze meening, die mij naar de pen deed grijpen; wat verder volgt trok mijn aandacht in hooge mate, en riep groot© tegenspraak In nnj wakker 1 Uit geheel haar verder schrijven blijkt toch, dat de schrijfster alleen bedoelt te zeggen „De Vrouw gaat vooruit I" Onderstellende, dat het publiek wel op de hoogte wus van den vroegeren toestand der vrouw, die. zooals vole uersonftn in onzen tijd willen duidelijk maken, niet vrij was van banden en kluisters, waar door haai- positie blootgesteld wus aan geringschatting en oehteruilstel- ling, bij zeer luttele waardeering van haar kennis en geschiktheid voor het publieke leven, roept zij vroolijk uit: „D e wereld gaat vooruit! Vooruit voor de vrouw! In zoover, dat haar werk taambeid en werkkracht steeds meer waardeering vindt in steeds breeder kringen! Vooruit! Oindat nieuwe arbeidsvelden Voor li aar worden geope nd. Vooruit! Want ik zie al de toekomst gloren, waar in mannen en vrouwen niet meer zullen staan te genover elkaar maar als trouwe kameraden naast en met elkaar zullen ar beiden tot heil van ge zin en mualschapp ij." (Natuurlijk zal onder dit laatste ook begrepen zijn het mede regeeren !j. Maar te midden van t geen mej. H. zooveel blijdschap gaf, is plotse ling een groote zorg opgekomen, an dit deelt zij uitvoeriger aan hol pu bliek mede. Daar komt nu op eens, zegt -zij, EEN MAN de vooruitzichten der vrouw belemmeren en houdt haar tegen op haar weg. ..HIJ GEEFT HAAR EEN Dl'W ACHTERUIT, OMDAT HIJ BE VREESD IS VOOR HAAR CONCUR RENTIE; EN ZOO WOUDEN WEER ANDERE BETREKKINGEN IIAAR ONTNOMEN. MINISTER HEEMSKERK DOET HEI HIJ PROBEERT MET EEN HARDEN, EEN HEEL HARDEN RUK HAAR W EER ACHTERUIT TE ZETTEN Nader verklaart de schrijfster, dat die „harde duw achteruit" is: „Het wetsontwerp door Minister Heemskerk in April vuil dit jaar in- fediend, bevattende „De r e g e- ing van de positie der vrouwelijke ambtenares sen en onderwijzeressen bij het openbaar- en lager- onderwijs die in bet huwe lijk treden." In breede trek ken schetst zij de droevige gevolgen die, zoo het wordt aangenomen, uit dit wetsontwerp voor de vrouw zullen voortvloeien; en niet alleen voor haai1 maar voor de geheele maatschap pij 1" Nu weten wij niet geheel wat den Minister "tot. het indienen van zijn ontwerp heeft bewogen! Dat hij paal en perk wil stellen aan het vooruit- streven der alleenstaande vrouw, dat zeer spoedig voorbijstreven, zoo niet overhecrschen, van den man worden kan, valt zeer te betwijfelen. Dat hij echter een poging wil doen om een zelfde streven tegen te gaan b" de Gehuwde Vrouw en Moeder, dat ge- looven wij vast! Iets daarvan zagen wij doorscheme ren In zijn Wetsontwerp ook van zijn overtuiging, dat de gehuwde vrouw haar gezin ais het terrein van haar werkzaamheid moet blijven be schouwen en vooral, dat de vrouw, die Moeder moet worden, niet moer buiten haar gezin, in Rijksbetrekkin gen oi op openbare scholen het brood moet verdienen. Misschien vindt de Minister de positie der a. s. Moeder te bijzonder, te teer, om haai- in den ge- heelen ontwikkelingstijd aan het pu bliek voor te stellen. En ook dit slechts ten deele enkel in die gevallen, waarin de Staat WERKGEVER is; dftar wenscht de Minister den arbeid niet langer toe te vertrouwen aan jonge gehuwde Vrou wen en Moeders Zooals wij reeds gezien hebben, vindt Mei. II. die .beperking een harden duw achteruitEn zij niet alleen 1 O, neen Een geheel le ger mannen en vrouwen komt op te gen dezen maatregel. In openbare en gesloten vergaderingen, in dag- en weekbladen, overal is over dit onder werp gesproken. Het ls niet onze gewoonte, en ik wil nu spreken uit naam van menig Chrlstelijken kring, om over alles, wat op het gebied der vrouwenbewe ging gebeurt, in het openbaar mede te spreken Wel hebben wij ons gaarne aangesloten bij het groote, zeer groo te, leger hard werkende vrouwen, uit alle standen der maatschappij, van de hoogste tot de laagste toe, die trachten door vereenigde middelen het goede voor ons volk te zoeken en de gevol gen van het kwaad te bestrijden maai' het is en blijft een werkzaam heid, waarbij men de stem niet lulde op de straten verheft. Thans echter, nu wij er diep van overtuigd zijn, dat er gevaar bestaat om ook de gehuwde Vrouw en Moeder uit haar sfeer los te maken, nu van ons standpunt gezien men tot geheel andere inzichten komt, don Mej. II., nu willen wij nieï langer zwijgen. Lulde willen wij het uitspreken, dat wij het een grooten zegen zouden ach ten, indien door het Wetsontwerp- Heemskerk, de vrouw, die in het hu welijk treedt, de plaats zal innemen, die haar als haar levenstaak is aange wezen, zoodat. zij zal leven en arbeiden voor den bloei van het gezinsle ven. Als de vrouw tehuis haar taak naar eisch vervullen zal, behoeft zij daarvoor al de gaven en krachten, die zij beschikbaar heeft of zich door oefe ning kan verwerven. Zoo hoog, zoo edel, zoo veel-omvat- tend ls die werkkring, dat alle bezwa ren, die Mej. H. en anderen tegen het Wetsontwerp aanvoeren, verreweg minderwaardig zijn. Vrij strove de AT.LF.NSTAANDE VROUW naar ar beid buiten den huiselijken kring er is genoeg werk in de wereld, dat een helder verstand een julsten blik, of een liefhebbend hart behoeft. Maar de gehuwde Vrouw en Moeder blijve thuis Zoo zij daar haar roeping veron achtzaamtde heiiioozè gevolgen blijven niet uitMenigmaal treft het ons op 't dieps', dat in de meeste ge vallen, waarin wtj zinkenden en ge vallenen uit hun jammer en ellende trachten op te halen, dit de gevolgen zijn van een verwaarloosd of gebrek kig GEZINSLEVEN. Ouden en jongen trachten daar de plichten en den ar beid aan hun roeping verbonden, weg te cijferen of te verloochenen, zich niet starende aan Goddelijke en mensche- lijke inzettingen en rechten. Vaders en Moeders gaan vaak de kinderen hierin voor, en een zee van rampen is daarvan het gevolg. Dót sticht onheil in huisgezin en'maatschappij 'Iegeu het grootste dee! van dit euvel kenuen wij geen beter voorbe hoedmiddel dan „Goede Moeders." Voor hoeveel kwaad zij haar gezin nen hebben behoed, hoeveel goeds zij hebben gesticht, dat zal de Eeuwigheid eens aan 't licht brengen. Is het won der, dal wij, dit erkennende, gaarne alles in het werk gesteld willen zien, om haar voor dat levensterrein te be houden Wij zouden het wel allen ge huwde Vrouwen en Moeders willen toeroepen „Wat van het begin der wereld uw sfeer is geweest, wat uw eer en voorrecht is, laat u daarvan niet losmaken." Op dat terrein zijn door do vrouw de grootste overwinningen behaald, daarvoor ls zij gevormd, daartoe ge roepen. Kent men grootscher, edeler roeping don Vrouw en Moeder te zijn? Van harte stemmen wij in met den man, die eens getuigde „Meer op den achtergrond van het leven is der vrouw eon plaats bereid, maar van daaruit verspreidt zij meer zegen, dan tien Kamerleden to zamen, van wier redevoeringen het gansche land da vert." Wat een edele Vrouw of Moe der ten goede uitwerkt, dut maait ook niet de begaafdste pen ter wereld. Daarom wilien wij gaarne aanvaar den al do tegenspraak en al het fron sen dèrgenen, die in ons vasthouden uan oude gewoonten en Instellingen gebrek zien ft on deerni6 met hen, wier vrijheid beperkt wordt, zoodra zij in het huwelijk treden. Eere aan edke vrouw, die dit gaar ne en ongevraagd zelf alzoo verkiest! Eere aan dike Jonge onderwijzeres, die een gomimen tijd te voren aan vrage om ontslag indient, opdat zij gelegenheid moge hebben zich óf in hot ouderlijk huis, óf op de Huishoud school (on walk een kostelijk middel daartoe is deze iu-telling voor haar toekomstige roeping ais gehuwde vrouw te bekwamen. Die van harte instemmen met den versregel van ten Kat©, die, van man en vrouw spre kende dit «egt: „Hem de wereld, haar haar huisl" Nog eons, als de gehuwde vrouw en moeder anders doet... bijna zender uitzondering sal zfj het zich bekla gen! t Is een stout beweren, maar wij houden er ge?n woord van terug: „Elke gehuwde vrouw en moeder, die haar gaven en krachten aan haar gezin onttrekt, om die te besteden in het publieke leven doet dat ten koste van het geluk en het welvaren van haar gezin. Wij weten dit, Gode zij dank! niet uit eigen ervaring, maar echtgenooten en kinderen der hebbenden sproken dit uit. Ziet Mej. H. blijde de toekomst na deren, waarin man en vrouw als trouwe kameraden naast elkaar ar beiden (toch zekor buiten het gezin), wij zagen die dagen hier en daar reeds gekomen. Wat meer is, de gevol gen zijn reeds daar, en zij zijn diep treurig! Veel meer plaatsruimte dan ons hier gegeven ls zou het ei- schen zoo wij ook daarvan mededee- llng zouden willen doen. Dientengevolge hebben wij dian ook werkelijk veel minder medelij den, dan al de betoogers tegen het wetsontwerp-Heemskerk van ons ed- schen met die paartjes, die wel gaar ne zouden willen huwen, maar het nog niet kunnen, omdat voor den lo- veus»landaard, dien zij zich kozen, het Inkomen van den man nog niet toereikend is- Maar wal medelijden, diep medelijden zelfe, met de kinde ren die aan de zorg van jong© dienst boden overgelaten, dagelijks de tee- derc toewijding der moeder moeten ontberen, en opgroeien, dooi' buren en bekenden ten diepste beklaagd. Aan moeders die zoo zorgeloos met haar kleinen kunnen handelen vra gen wij: „Wilt ge een ware moeder he-eten. En zóó weinig moeder zijn?" Natuurlijk zijn er uitzonderingen. en van ganscher harte hopen wij, dat den Minister wijsheid zal gege ven worden, om, zóó zijn wet wordt ingevoerd, zoo min mogelijk de be langen van enkelen te krenken. Toch zonder die krenking, zon der dat voorbijzien, komt geen enkele wei tot stand; daarmede hebben wii te rekenen. Dat In dit geval de noo- ditre consideratie voor de belangheb benden ml in acht genomen worden... wij hopen het gaarne! Dat de reeds arbeidende vrouw en moeder naar huls zul gezonden worden... wij geloo- vcq het niet! Toch indien zulks gescliiodde, wij zouden du vrouw niet te zeer be klagen! Terecht is gezegd: „De hui selijke haard ls het heiligdom van het familieleven. Hoeveel warmte, hoe veel gerellighcid straalt daarvan uit! Het is het Koninkrijk der moeder, waar vader na den arbeid rust en verpoozlng zoekt! D a a r is liet hoek je waar de eerste en heiligste herin neringen van het kind een aanvang nemen, en een warmte en gloed gaan er van uit, die het geheele leven be zielen!" Zóó zullen allen spreken, die een goede ware moeder hebben gehad of gekendl Daarvan zal elke wouw iets gevoelen, die thans het middenpunt is van een toegewijd gezin. Die huis gezinnen zijn in waarheid de hechtste steunpilaren van een goed gcordenden Staat Als het wetsontwerp-Heemskerk dus «enigen invloed kan uitoefenen, dat de roeping dei' gehuwde vrouw en moedor wondt bevestigd en be krachtigd tot bevordering van een edel waar gezinsleven, dan hopen wij, dat allen, die daarin den rijksten zegen zien voor ons volk en onze maatschappij, dtaartoe gaarne zullen medewerken. J. WILDEBOER—LUITINGH. Haarlem. DaiterJandsch Overzicht In den Dultschen Rijksdag worden de debatten over DE SCHEEPV A A RTRECHTEN voortgezet. Veel nieuws wordt er riiet gehoord, want wat de sprekers nu vertelden, waren meest herhalin gen van vorige dagen. De naam van Nederland werd een paar maal genoemd. De nationaal- liberaal Junck, uit boksen, wees cr op, dat de tegenkanting van Oosten rijk en Nederland nog niet is over wonnen. Er gebeuren evenwel nog iederen dag wonderen, en bet ia mo gelijk, dat Duitscbland de toestem ming van het buitenland koopt dooi concessies. Spreker was intussen on bang, dat deze concessies ten nadee- ie van de DuMsche schipperij zullen blijken en den Rijn of do Elbé eenzij dig belasten. De vrijzinnige Hausmaim meende, dat aan de bepaling, dat er geen ui- breuk gemaakt zal worden op «ie rechten van de buitenlandsche mo gendheden, bij de ecbeepvaarttol'.en betrokken, moet worden toegevoegn, dat de we: pas in werking zal tre den, ais de verdragen met Oostenrijk en Nederland eenmaal gesloten ziin. Een goede bepaling, maar... daar aan zal de regeering zich denkelijk niet willen binden, want dan zouden de tegenstanders (wij zoowel als Je Oostenrijkers z«jn tegen de wet ge kant) het in de macht hebben de wet zeer veel te vertragen. Het sioi der discussie was. dat het ontwerp verwezen is naar eene com missie vau 26 leden. l>e algen; eene verwachting is, dat er verschillende wijzigingen noodig geacht zullen worden. Hoe het buitenland over doscheep- vaarttollen denkt Het „Berliner Tageblatt" geeft con antwoord op deze vraag, "t Schrijft „Van goed ingelichte Oostenriik- ache zijde verneipen wij, dat uit Wee- nen geen stem ia opgegaan, die het optimisme van den Riikskaxiselier rechtvaardigen kan, dat het geluk ken zal den tegenstand van Oosten rijk tegen de tollen te breken, Dc regeering te Weenon staat nog steeds op het standpunt, kort geleden door den minister in de delegaties mede gedeeld, dat zij absoluut vasthoudt aan den gewaarborgde» vrijdom van rechten op de Elbe. Zelfs wanneer de regeering geneigd zou zijn, hiervan af te wijken tegen bepaalde conces sies, dan zal zij nog afhankelijk z»jrz van den Rijksraad, die onder geen voorwendsel voor hei invoeren van tollen te vinden is. Tegelijkertijd vernemen wij van di plomatieke zijde, dat ook de Noder- landsche regeering vastbesloten is, de vrijheid van tollen op den Rijn niet op te geven, en dat zij bij de onderhandelingen met de Duitsche re geering, waarvan het begin binnen zeer korten tijd te verwachten is, utet nadruk zich op een rechtsstandpunt zal plaatsen." Tot zoover dit blad. De term „bin nen zeer korten tijd" zal wei zoo ge lezen moeten worden„dadelijk na de aanneming der wet", wout eerst dan ban men definitief over den in houd oordeelea. Nog meer dan de scheepvaart- quaestie trekt (voor do zoo veels te maal WEER EEN REDE VAN KEIZER WILHELM de aandachL Z. M. sprak bij de In wijding van de nieuw opgerient© technische hoogoschool, te Breslau, o a. Niet toevallig ioopi de geweldige opbloei van ons industrieel Teven met de voortschrijdende ontwikkeling van het technisch hooger onderwijs in Duitschland parallel. In do hoofdstad van Silezie zijn de voorwaarden voor een zegenrijke werkzaamheid van de teclinische hoogeschool in rijke mate aanwezig. Wie hier onderzoekt en le er aart, doe het steeds mot den blik naar G«>d den Heer, met heiligen ernst, wie hier leert zij zich steeds bewust, dat bij er toe geroepen is, eenmaal het volk een leider te zijn op economisch en sociaal gebied en tegelijkertijd eer, voorbeeld van trouwe plichtsbetrach ting jegens koning en vaderland. Al leen die arbeid, die voor de geheele natie geschiedt, is geheele arbeid. Tot zulk een arbeid wijd ik hiermede dit nieuwe huls in. Het is wel een wonder, dat de kei zer niets over de leger- of vlootaan- gel«genheden gesproken heeft. Daar was anders wél aanleiding toe, want nu is juist DE BEGROOTING VAN OORLOG VOOR DUITSCHLAND, dienst 1911, bij den Rijksdag Inge diend. Aan do verschillende hoofdstukken ontleent men de volgende cijfers: De oorlogsbegrooting voor 1911 vraagt 710.850.550 Mark, of -4.044.903 Mark meer dan voor 1910. Daarbij ko men nog voor wijzigingen in de or ganisatie wegens verhooging van de vredessterkle 3.727.441 Mark. Op de gewone begrooting worden dus 7.772.344 Mark meer gevraagd dan in 1910. De buitengewone begrooting voor oorlog, bevattende de uitgaven voor ééns, bedraagt tn totaal nog 73.328.231 Mark, of 4.301.779 minder dan voor 1910. Verder wordt nog een buitengewone begrooting voor oorlogsuitgaven van 23.689.400 Mark ingediend, zoodat alleen voor het le ger het geheele gevraagde bedrag meer dan 800 millioen Mark bedraagt! Bij de oorlogsbegrooting ontving de Rijksdag tevens de nieuwe leger- wet. Daarbij wordt de sterkte van 't leger ln de eerstvolgende vijf jaren zoodanig verhoogd, dat de vredes- sterkte van 't leger in 1915 515.321 mciu bedraagt. De verhooging der kosten, daardoor veroorzaakt, be draagt aan voortdurende kosten 22 millioen per jaar kosten voor eens 82 millioen Mark. is volop aan den gang. Gisterenavond heeft de minister president Asquith een verkiezings manifest gepubliceerd. In dit stuk zegt de premier Van de uitspraak der kiezers hangt de geheelo toekomst van de democra tische regeering af. Het te lang uitgestelde, bedriegelij- ke hervormingsplan der Lords zou het aanzijn geven aan een grooten- deeLs conservatief Hoogerhuis met een nog machtiger veto. Het verkiezingsmanifest van mi nister Grey heeft een gel ij ksoorti gen gedachtengong. Deze Excellentie pleit tevens voor een uitvoerig plan van „home rule" voor de verschillen de doelen van het Vereenlgd Konink rijk in den traint van het Canadee- sche stelsel. Hij verklaart, dat een hervormd Iloogerhuis een noodzakelijkheid ls, maar op den voorgrond behoort te staan, dat gewaarborgd wordt, dat de weloverwogen meening van een sterke meerderheid van het Lager huis den doorslag zal geven. Het veto-ontwerp wilde dit mogelijk maken. De kiezers hebben thans een keuze te doen tusschen bet Hooger- en het Lagerhuis. In de rede, die Asquith te Reading hield, verklaarde hij met nadruk, naar aanleiding van de bi wering, dat de ontbinding van het parlement zou geschieden op aandringen van ien Ier Redmond, dat deze even weinig invloed had gehad op het besluit tot ontbinding als bet mannetje in de maan op de opvatting der regeering. De tijd is gekomen, zoo vervolgde Asquith, dat de natie in staat moet worden gesteld, om een definitief ein de te maken aan den langdurigen strijd, die tot dusverre alle progres sieve wetgeving heeft tegengehouden en belemmerd. Balfour, ae leider der oppositie, hield een rede in een buitengewoon druk bezochte vergadering in Albert Hall te Londen. Bij de opening der vergadering zei de president, oud-minister Long, die Juist van Ierland was teruggekeerd, dat hem verzocht was de volgende boodschap van lersche unionisten over te brengen „Wij verklaren plechtig, dat home rule aan Ierland geen vrede zou brengen, maar stri'd. Wanneer een Ierseh parlement mocht worden ingesteld, zullen de unionisten van het zuiden, vereenlgd met die van Ulster, het niet erken nen. zijn besluiten niet eerbiedigen, en ile door dit parlement opgelegde belastingen niet betalen." Balfour verklaarde, dat zooais iedereen weet, de constitutioneele re volutie slechts dient om aan de aoo- 1 den en behoeften van de lersche home I rulers en de socialisten tegemoet te komen, en dat de belangen van den aan de wet getrouwen burger geheel en al uit het oog verloren zii<n. Hij stelde, tegenover de veersteilen der regeering tot oplossing van -Je constitutioneele quaestie, die van do oppositie, verdedigende krachtig net referendum, en verklaarde, dat de kosten, waartegen dc liberalen be zwaar maakten, veel geringer zou den zijn dan die voor betaling :icr parlementsleden, die de regeering wil invoeren. Deze verkiezing kon z. 1. «iet wor den beschouwd als alleen berustend, op tariefhervorming en hij verklaar de er geen bezwaar tegen te hebben, die hervorming aan een referendum te onderwerpen. Hij daagde do ie- geering uit een referendum uit te schrijven voor home rule, en hij ein digde aldus „Vertrouw niet op de dwazen, die hun rol op het tooneel spelen, vertrouw niet op den lorschcn goochelaar, die aan de touwtjes trekt, vertrouw niet op den Aincri- kaanschen geldschieter, maar bouw alleen op het krachtig gerei 1 ver stand van het volk." EEN VOLKSBETOOGING. Groot was de geestdrift bij de unio nistische betooging te Belfast gehou den. Twintig duizend mensehen woon den een meeting bij, waar dc spre kers verklaarden dat, Indien home- rule aan Ulster zou worden opgedron gen, de Inwoners niet alleen zouden weigeren belasting te betalen, maar hun toevlucht zoo noodig zouden ne men tot nog krasser middelen. In een bijeen komst van het unionis tisch partijbestuur van Ulster werd besloten gelden bijeen te breegen, oen regiment van Ulstersche mannen op te richten en wapens te koopen, ten einde met geweld de Invoering van home-rule te kunnen beletten. Reeds werd voor een bedrag van 10,000 p. st toegezegd. DE CONSTITü TIONK BLH TOESTAND IN TURKIJE. Dezer dagen deelden we mede, dat volgens ioopcude geruchten «ie po.J- sitie van den Turkschen groci-rizier ernstig geschokt was en dat bij - moedelijk niet long meer a.i het te- wind zou blijven. Wat er echter ge schied was, bleef vooralsnog onbe kend. Thans blijkt, dat bei Comité van Eenheid en Vooruitgang, dat nog steeds een neven-redering wil blijven vormen, van den groot-vizier had geëischt, in kennis te worden ge steld met zijn exposé van den twe etand, voor dit ln de Kamer zou w or den voorgelezen. Hakki weigerde evenwel aan dit onparlementair verlangen te voldoe n. Er werd nu een middelweg gezocht en gevonden om de kool en de geit te sparen. De leider van Eenheid en Vooruitgang werd namelijk ln staat gesteld, in een zitting van het comité den korten inhoud van het expose mede te doelen. De crisis was vermeden, maar de weg van den groot-vizier ligt nog ds vol voetangels en klemmen, groot gedeelte zijner ftiabtgenoo- ten zijn namelijk leden van het comi té en officieus wordt thans medege deeld, dat de ministers Tolaai, Dj a vid, Nedsjmeddon, Emruilah en Ha- ladsjiau de jongste vergadering van het comité hebben bijgewoond. Een botsing kan dus haast niet ulibiüwa TURKU E EN KRETA. Het antwoord der beschermende mo gendheden op de nota van TUikije omtrent Kreta heeft de OUomaansrlie regeering bevredigd, daar 't de souve- relniteitsrechten van Turkije op nieuw waarborgt en de houding der Kreten sers als kinderachtig kenschetst. Op het verzoek om een definitieve oplossing hebben de mogendheden ge antwoord dat het oogenblik voor zulk een oplossing nog niet gekomen 19. EEN AANSLAG OP DEN MINISTER PRESIDENT VAN GRIEKENLAND? De trein, waarmede Venizetos zich van Tricolo naar Vols begaf, was bijna ontspoord, doordat een groote ijzeren staaf op de rails was gelegd. De tegenwoordigheid van «est, door den machinist betoond, voorkwam een ongeluk, dat te ernstiger zou zijn geweest, daar de trein Juist langs reu rotskloof reed. Of er hier aan opzet val» te den ken, vermeldt hei bericht uit Athene niet, vermoedelijk ls dit wel ket ge val. Over EEN TER DOOD VEROORDEELDE wordt thans in Frankrijk veel op schudding gemnukL Hel geldt Du rand, den secretaris van de vakver- eeniging van kolendragers le Havre, die door een jury te Rouaaa ter dood veroordeeld ls, omdat hij beschuldigd werd, tijdens de staking medegedaan te hebben aan de vervolging van werkwilligen, bij welke geweldple ging een dezer het leren liet. Thans werd te Havre een druk be zochte vergadering gehouden, om tegen deze veroordeeling te protestcc- FEUILLETON Naarhet Engelse h. IL T. JOHNSON. In een enkel oogenblik begreep zij volkomen, dat haar liefde voor en haar vertrouwen op dezen man, haar 'verstand hadden beneveld, dat die 'liefde en dat vertrouwen tot dusverre haar vrees en twijfel tot zwijgen had den gebracht, maar de waarheid, de verschrikkelijke waarheid lag nu dui delijk voor haar, en de man, die haar echtgenoot was, had den sluier opge licht. Schurk riep zij uit. Nu ken ik u elndelük Te laat te laat. Ver blinde dwaas, die ik beu geweest. En gij waart het, die op denzelfden avond, dat gij mijn vader zijn dochter Pntstaalt, hem ook beroofdet van het door hem in moeilijken, eerlijken ar beid verdiende geld. Geef mij het geld, antwoordde hij cn klemde haar nog vaster ln zijn arm. ÏJeen, antwoordde zij. uitdagend, en al haar liefde voor hem was in haat veranderd. In deze noordelijke gewesten hebben wij geen vree9 voor de moedigen, dus ben ik hier in mijn geboorteplaats volstrekt niet bang voor de lafhartigen. Ik veracht ti Daarna, met inspanning van al haar krachten, riep zij uit Ferry ahoy Claribel, riep hij uit, van taktiek veranderende, ter wüle van de liefde, die eens.... Liefde Mijn liefde voor u is ge storven, op hetzelfde oogenblik, dat ik uit mijn droom ontwaakte en alle ach ting en vertrouwen op u heb verloren. Ik tart, ik verfoei u. Of gij mij veracht of liefhebt het geld moet ik hebben. Weer trachtte hij haar de porte feuille uit de handen te rukken, maar de hartstocht verleende Claribel kracht en zij verdedigde zich moedig, terwijl zij ten tweeden male riep Ferry ahoy 1 Help help 1 Eindelijk zegevierde de manne- krachtcn over de zwakke kracht der vrouw. Hij omvatte haar in zijn ar men, boog niet woestheid haar teede- re pols achterover, en ontwrong haar toen de portefeuille. Vervloekt 1 riep hij uit ik zal aan uw geschreeuw een einde maken sterf dan Hij sleepte haar over de landings plaats tot aan don waterkant en hief de nu onmachtige gestalte ln zijn ar men. Toen Clnrihel daar boven het onstuimige, schuimende water hing, uitte zij een wauhupigen, doordrin genden kreet. Maar voordat hij haar in den af grond liet vallen, werd hij-zelf aange grepen en met forsche kracht tegen de ijzeren leuning van het trapje te- ruggeslinverd, omklemd door de ijzersterke armen van Dick Bramley. De half bewustelooze Claribel zou echter toch in het water zijn gevallen, wonueer haar vader haar niet ln zijn armen had geklemd, zoodat zij nu roerloos aan zijn hart lag, terwijl de oude mun haar bleeke wangen en half gesloten oogen met kussen en tranen overdekte. Hij bracht haar naar den oever, en sprak tot haar als in de dagen, toen zij nog als een moederloos kind op zijn knieën in slaap was gevallen. Mijn kleine lieveling I mijn klei ne lieveling Intusschen brachten Dick Bramley eu inspecteur Gleddow, die da porte feuille in veiligheid had gebracht, Dudley Carstatrs van de. landings plaats naar het voetpad, hem stevig vasthoudende, en de inspecteur be val Jacob Bindle om de boot aan den oever vast te leggen. Dudley Carstairs deed nog een po ging om zich uit hun handen I09 te rukken, maar tevergeefs. Houd u kalm, graaf 1 zei Gled dow met kalme beslistheid, anders zal Ik geweld moeten gebruiken Dudley was er de man niet na&r om zijn krachten te verspillen, zoodat hij zich in het onvermijdelijke schikte, en zelfs op eenigszina opgewekte» toon zei Eindelijk hebt gij mij dan toch gesnapt, Gleddow. Ja, gaf de ander op denzelfden toon ten antwoordgij hebt het lan gen tijd volgehouden, maar nu.... Is het toch met mij gedaan, niet waar Do bewondering, die Gleddow reeds altijd voor den graai had gevoeld, nam steeds toe. Dat noem ik de vormen in acht nemen, dacht hij bij zichzelf. Het is echter bij velen uwer een regel, dat zij schelden en razen, wanneer zij hun spel verloren hebben. Ik houd van groote mannen in welke positie ook, hij zR een Bonaparte of een Bis marck of een oplichter en bedrie ger I Waar brengt gij mij heen, Gled dow vroeg Dudley op denzelfden toon, waarop hij gevraagd zou heb ben Waar zullen wij gaan dineeren? Ik zal u vanavond naar het poli tic-bureau moeten laten brengen, anL woordde de inspecteur bij wijze van verontschuldiging. Het spijt mij, dat ik u geen beter nachtverblijf kan ver schaffen, maar ik was er nog niet ze ker van, of ik dezen nacht uw gast heer zou zijn. Maak maar geen verontschuldi gingen. gaf de ander op denzelfden, vrlondelijken toon ten antwoord. Morgen brengt gij mij zeker naa* Londen 2 Ja, antwoordde Gleddow. Zijt gij en zeker van vroeg Dud ley in spanning. Zeker. Het doet mij bijzonder veel genoegen om in staat te zijn u dat le kunnen beloven. Morgen zult gij een veilig plekje in het huis van bewaring ontvangen. Gleddow, zei Dudley na. Ik heb u nooit anders dan moeite en last be zorgd. Gii zijt echter geen kwade vent, en nu zal ik u Hij stak zijn hand ln zijn borstzak en vervolgde Uw taak toch gemakkelijker ma* ken. Reken nooit op den dag van mor gen. Zonder zijn hand weer te voorschijn, te halen, haalde hij den trekker vont een zakrevolver over een korte knal en Dudlev zonk in Gleddow» armen, met een kogel !n zijn hart. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5