NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 28e Jaargang. No. 8426 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 10 DECEMBER 1910 A HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: per drie maanden: ^sIpilF ^kM ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1-20 3 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)„1.30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door NederlandB 1.65 Agy|ir ^t8, v00r plaatsingen a contant. ffiSb W HirlW 2oSjMjw3VC Redactie Administratie: Groot» Houtstraat 53. B de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Costër. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buiteuspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA ZONDAG 11 DECEMBER. Schouwburg: Ned. Tooneel-Brt- éemble: ..Twee weezen", 8 uur. Soc. Vereeniging: Concert Haarl. Muziekkorps, 3 uur. De Kroon: Ned. Operette-Ensemble „De graaf van Luxemburg", 8 uur. Soc. Vereeniging: Bioscoopvoor stellingen. KI. Vereeniging: Speciaüitedten- voorstelling, uur. MAANDAG 12 December Schouwburg: N. V. Het Tooneel: „Lucifer", 8 uur. OM ONS HEEN No. 1269. Ambtenaren en Pers. Menschen, die met aandacht lezen, sullen in het stukje van Mr. Thiel geen antwoord hebben gevonden op de vraag van Dr. Nolst Trenité. Die vraag luidde Had meu niet mogen verwach ten, dat wie deze opvatting (na melijk die van Mr. Thiel, dat de ambtenaar niet het recht heeft in het openbaar opmerkingen, die in den Raad gemaakt worden, te beantwoorden. Red.) huldigt, zich zijnerzijds zou onthouden van het in het debat brengen van den persoon van dien ambtenaar, als geschied is Mr. Thiel nu heeft wel omschreven, hoe naar zijn oordeel een in den Raad aangevallen ambtenaar te handelen heeft, maar niet boe een Raadslid zich moet gedragen. Toch was juist deze kant van de quaestie zeer be langrijk. Daarvan heeft een vader van mijn kennis de ervaring opge daan, toen hij, den ochtend na de Raadsvergadering, door zijn zoontje hoorde zeggen „op de handelsschool wordt verteld, dat de directeur zoo'n groote fout gemaakt heeft." Toevallig was de vader op de hoogte, kon zijn zoon medcdeelen, dat er van een groote fout geen sprake kon wezen, hoogstens van een vergissing en dat die waarschijnlijk den directeur niet eens mocht worden aangerekend. Met die boodschap en de opdracht, om het verder te vertellen, ging de jongen weer naar school. Of hij liet aan zijn kameraden heeft oververteld, kan ik niet zeggen, maar hoe ernstig het prestige van den directeur bena deeld had kunnen worden, blijkt duidelijk genoeg. Toch zou ik op dit oogenblik, over tuigd als ik ben, dat dit gevaar spoe dig geheel zal zijn weggenomen, niet op het antwoord van Mr. Thiel terug komen, wanneer niet ook, zij het terloops, de plaats van de pers door hem ter sprake was gebracht. Eerst in de Raadsvergadering zelf en nu weer in het antwoord aan Dr. Nolst Trenité. „Een min gewensoht middel" (na melijk voor het verweer van een ambten aai') „schijnt mij een stuk in de krant". Zoo schrijft Mr. Thiel en de bedoeling is duidelijk de ambte naar behoort zach te bepalen tot den gemeenteraad, daar mag hij zijn klacht inbrengen, maar nergens an ders. En nu komt het mij toch voor, dat Mr. Thiel zelf, naar zijn zeggen, zoo afkeerig van formalisme, hier onder het juk van Heerschar Vorm wel inderdaad het anders zoo fiere hoofd buigt en de eischen van de practïjk geheel uit het oog verliest. Van deze aLgemeene waar heid ls het pas voorgekomen geval het beste bewijs. De lieer Thiel droeg zijn beschuldiging voor in de Raads vergadering van Woensdag 30 No vember en eerst nu, dus iaën dagen na dato, komt een antwoord van B. en W., dat de lezer in ditzelfde num mer vinden zal. De meening van den aanvaller had dus rustig anderhalve week den tijd onj door te dringen in de hoofden van de menschen, voor dat die van den aangevallene dezen indruk vermocht weg te nemen. En Indien Mr. Thiel, naar aanleiding van de nota van B. en W., Woens dag een nieuw gezichtspunt mocht aangeven, den aanval op andere wijs herhalen, dan zullen opnieuw tusschen slag en weerslag dagen verloopen, indien de directeur eenig en alleen mag spreken door de tus- schenkomst van den Raad. Is dat logisch, is dat nuttig, is dat billijk Ik zeg neen. Men begrijpe goed ik denk er niet over, de gedachtenwisseling in den Raad te willen overbrengen naar de courant. Maar aan den ambtenaar- dient de vrijheid gelaten, zich onmid dellijk na een zoo feilen aanval als deze te verdedigen en daarvoor is een dagblad het eenige middeL Wanneer den dag na de Raadszitting Dr. Borg man mij zijn verweer in korte woor den had toegezonden (voor een uit voerig antwoord is de courant natuurlijk minder geschikt), dan zou lk dat, in weerwil van de opmerking van Mr. Thiel over het geval-Kronig, zeer stellig hebben geplaatst. Dat Dr. Borgman niet, zooals de heer Kro- nig, daartoe van mijnentwege is uit gelokt, vindt zijn grond alleen hier in, dat dit iets tartend» zou hebben geleken, waarvan ik afkeerig ben. Bovendien was Dr. Borgman, indien hij zich via de courant wernsch- te te verdedigen, tot het nemen van het initiatief daartoe zelf mans ge noeg. Als ik ambtenaar was, zou ik met hand en tand vasthouden aan het recht om, als daartoe aanleiding be stond, mijn verdediging, althans voorloopig, te voeren op de snelst mogelijke manier, dat is door do Het is bij deze gelegenheid, dat de aandacht meteen wordt gevestigd op den ondergrond van deze meeningen. Zoowel een gemeenteraad, als een college van B. en W., loopon groot gevaar zich te beschouwen als de patroon van de ambtenaren. Hoe weinig de Raad dat is, blijkt wel uit de door hem zelf, op voorstel van B. en W. gemaakte bepaling, dat het den ambtenaren verboden is, me- dödeelingen, den dienst betreffende, te doen aan derden, terwijl onder die dei-den zeer uitdrukkelijk de leden van den Raad zelf begrepen zijn. (1) Hierin moest reeds voor den Raad een aanwijzing liggen, hoe zijn ver houding tot de ambtenaren nooit kan worden vergeleken bij die van een patroon tot zijn ondergeschikten. Zelfs voor B. eoi W. is de verhouding tot de ambtenaren een andere. De eenige juiste definitie kan, dunkt, mij, deze zijn, dat zoowel do Raad en B. en W. als de ambtenaren de g fi rn e o n t e dienen, de eersten om eer, de laatsten om loon. Tot zekere hoog te hebben B. en W. en de Raad de bepaling van dat loon, ruimer gezegd de stoffelijke positie van den ambte naar, in handen en daardoor ont staat licht een gevoel bij de ambtena ren van afhankelijkheid, dat noch door B. en W., noch door den Raad mag worden gevoed, op gronden van rechtsgevoel en van edelmoedig heid. In de phiiippica van Mr. Thiel tegen den heer Kronig kwam dit on juiste inzicht van de verhouding van den Raad tot de ambtenaren wel zeer duidelijk aan den dag. Ik heb mij toen al afgevraagd en ik vraag het nog, welk kwaad de Museum directeur wel bedreven had, dat een dergelijke afstraffing rechtvaardigde. Toch niet, dat de heer Kronig zijn eigen zaakkennis boven die van den heer Middelkoop stelde Als dat het was, wil ik toch doen opmerken, dat de heer Kronig als deskundige be- (1) Natuurlijk kan dit voorschrift nooit zóóver gaan, dat d&Araan zou kunnen worden ontleend een verbod aan den ambtenaar, om zich in het openbaar op do snelst mogelijke ma nier, dus in de courant, tegen een aanval te verdedigen. noemd is en dat de Raad zeker ver baasd zou hebben gestaan, indien, gesteld dat hij het wenschte, de heer Middelkoop door B. en W. op de voor dracht zou zijn geplaatst. Dat dus de Museumdirecteur tot het Raadslid zegt„ik weet er meer van dan u", kan alleen afkeuring verdienen, als men zich de verhouding denkt als die van patroon en ondergeschikte. Dan ook weet de Raad, dat wil dus zeggen elk lid van den Raad, voortaan meer van de gasfabriek af, dan de heer Blom, meer van de wa terleiding, dan de heer Havelaar, meer van de plantsoenen, dan de heer Springer, en meer van het han delsonderwijs, dan de heer Borg man. De heeren mogen het zich voor gezegd houden I Ditmaal heeft dus, meen ik, de heer Thiel, die in onze Haarlemsche sa menleving een zoo buitengewone po sitie inneemt wegens zijn groote ga ven van geest en hart, aan het ver keerde eind getrokken. Dat is men- schelijk en de indruk daarvan zal overgaan, gelijk alles verstuift en vervliegt, en dat wel des te eerder, naarmate we sneller terugkeer en tot het eigenlijke uitgangspunt van deze geheele quaestie. Dat is de bouw van een nieuwe H. B. S. met 3-j. c. en Handels school. Mij dunkt, het zou goed zijn, wanneer Dr. Borgman In den Raad eens kwam uiteenzetten het groote belang van het moderne handelson derwijs, waarvoor een nieuw gebouw zoo onafwijsbaar noodig is. J. C. P. Stadsnieuws CHR. GEHEELONTHOUDING. Voor de afdeeling Haarlem van de Ned. Chr. Gehealonthoudersverieeaxi- ging sprak Donderdag in „Het blau we Kruis" Ds. P. de Haas uit Pur- merend over Christendom in verb: met geheelonthouding. Spreker be toogd», dat vereischten voor den goe den Christen zijn: kinderlijkheid, mannelijkheid, ear broederlijkheid, welke eigenschappen zich ook op het gebied van de geheelonthouding moe ten doen geiden. We moeten spreker onze breeders van dirink-ellende bevrijden, maar daar toe moeten we in de eerste plaats te velde trekken tegen de drinkgewoon ten. Want die houden dit groote ciale kwaad in stand. Vervolgens ging spreker het stand punt van de matigheidsdrinkers en bestreed de bezwaren die door hen tegeai de onthouding ingebracht worden. Spreker legde er den na druk op, dat uit de gelederen der matigen de dronkaards gerecruteerd worden. Het. is de plicht van den Christen naar krachten mee te hal pen de drinkgewoonten te bannen Dan kan voorzeker een gelukkiger tijd aanbreken. De vergadering werd met gezang, gebed en dankzegging geopend en EXAMEN MACHINIST. Bij het te Utrecht gehouden er ar men voor machinist bij die groote zeevaart, zijn geslaagd onze stadge noot/en de heeren v. Leeuwen en Timmer. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Een damestaschje met inhoud, Duin, Voortingstraat 8. Een witharig hondje, D. Aker sloot, Hag ostra til 26. Een piatvoetzooi, C. Lepere, Tette- rodestraat 118. Een sportriem, C. v. d. Steeg, Gen. Joubertstraat 57. Een gummibal, a. Komen, Greb- borstraat 38. Een kiindarbontje, J. Immeke, Oranjeboomstraat 85. Een huissleutel, Bureau van Poli tie. Een bruinharige keeshond. Roos, Kleine Houtstraat 99. Een gouden oorknop, J. Turken- burg, Grebbenstraat 32, Een zakschaartje, A. Lina, Lange Heerenv est 70. HEiT MUZIKANTENKIND. Hadden wij nog zeer onlangs gele genheid Jarno's operette „Das Musi- kantenmüdel" door het uitmuntende gezelgchap-Edmund in onzen Schouw burg te zien opvoeren, gisteravond kwam de N. V. Opera en Operette van het Rembrandt-theater ons hetzelfde werk nu in Hollandsche vertaling vertoonen. Dat zal natuurlijk wel toeval wezen maar een gelukkig toe val was het dan toch niet, dunkt mij. Zonder ook maar 't allerminste te willen afdingen op de eigenaardige persoonlijke verdiensten van sommi ge Rembrnndt-theater-menschen, mag ik toch niet beweren, dat deze opvoe ring als oeheel mij evenzeer heeft voldaan als die der Weeners. Dat ligt misschien voor een groot deel hieraan, dat deze wals- en Duitsche voiks-melodreu al bijzonder slecht den Hollandschen tekst verdragen maar toch ook de typeering der ver schillende personen, de losheid van spel, de gratie van beweging, het pak kende van liet ensemble ook het zuiver muzikale ensemble (want on danks de loffelijke pogingen van den muzikalen Ben. Geijsel, was er door loopend nog al wrijving tusschen vocale en instrumentale rhythmiek) in al deze dingen hebben de Amster dammers hun Duitsche kunstbroeders en -zusters niet overtroffen. Als zich deze opvoering in genig opzicht gun stig onderscheidde, dan zou het zijn in de vocale capaciteit der medewer kende dames. Het zingen op de eerste plaats van mejuffr. Sohns (Elena Montebelli), maar ook van de dames mevr. D^kkum (Prins Eszterhazij) en mevr. BudermanVan Dijk (Rezel) was zeer verdienstelijk en ook de ko ren en ensembles klonken ferm en frisch. In 't bijzonder mag wel even het pittige kwartet in de tweede acte worden vermeld. Dat marcheerde perfect. En wat ook uitstekend ging en de toeschouwers zoo uitbundig vermaakte, dat eeu bis gevraagd werd was het origineele Marionet ten-duet, waarbij mevr. Buderman en de heer Kohier (Peter) elkaar in oer-komische mimiek niets toegaven. Eenige andere meer of minder be langrijke rollen waren bezet door de dames Köhler (vorstin Eszterhazij) en Logger (rijke boerin) en de hee ren Kreeft (Joseph Haydn), Vigeveno (onderwijzer )en Kiehl (vorst), die al len naar den aard en de mate hun ner talenten tot het succes mede werkten. Zeker is. dat 'de menschen, die de zen avond naar den Jansweg geko men waren, zich kostelijk hebben vermaakt. PHILIP LOOTS. De tweeling terecht. Dat men wel gauw naar de politie loopt, als men iets onaangenaams heeft, maar niet eens de beleefdheid heeft, om de politie op de hoogte te brengen, wanneer 't leed geleden is, bezorgt dit corps veel overbodig werk. De moeder van den 11-jarigen twee- line, die dezer dagen vermist werd, ontdekte haar kinderen Donderdag avond in de Zuider Schoolsteeg, waar zij rondzwierven. Daar men aan 't Bureau geen kennis kreeg van 't gebeurde, bleef men doorzoeken, kitdat een rechercheur Vrijdag toe vallig bij de moeder komende, ver nam, dat de kinderen terecht waren. Dat is zeker geen navolgenswaard voorbeeld. Tandarts-examen. Bevorderd tot tandarts aan de Rijks-universiteit te Utrecht, onze stadgenoot, de heer F* E. Paesi. Dieverijen. De ijzeren Btaaf van den schipper uit Broek is terecht. J. de B. uit de De Witstraat en J. C. S. uit de Noor der Schoolsteeg, hadden het voor werp gestolen, bekenden zij. Het was bij een opkooper verkocht en is daar opgespoord. W. Ph., loopknecht van „Harte lust", miste gisteren uit zijn melk wagen in de Koningstraat twee heele en twee halve ffesschen melk en twee halve flesschen karnemelk. Bij P. v. W. op den Ouden weg zijn sedert gisterenmorgen twee konijnen gestolen. Door den Commissaris der Konin gin in de provincie Noord-Holland, is benoemd tot tod der Gezondheids commissie gezeteld te Bloemen daal, de heer L. Melchior, arts wonende te Halfweg (Haarlemmarliede en S p aamwoud») GEMEENTE-SECRETARIE. Ter afdieeling Burg. Stand der Ge meente-secretarie is tot klerk be noemd do heer J. C. Luitingh, van I hier. Het rapport-Borgman. Nota van B. e n W. Hedenmiddag is verschenen een nota van B. en W., door den Raads voorzitter in de laatste vergadering van den Raad toegezegd, na do be strijding door Mr. Thiel van het rap port van Dr. Borgman inzake de nieuw te bouwen H. B. S.Handels school. B. en W. deelen mede, dat de uit gaven, door den directeur geraamd 46.000 per jaar bedragen, terwijl op de Iïegrooting voor 1911 in totaal 41.000 is geraamd. Daarbij is geen rekening gehouden met hot feit, dat leeraren van de H. B. S. met 5-jarigen cursus 81 uren per week les geven aan de H. B. S. Handelsschool. Het bedrag der jaar wedden, door Dr. Borgman geraamd op 35.000, moet dus mot 8000 ver meerderd worden. De directeur nam bij zijn ramingen aan den toestand der school na tien jaren. Hij rekent dan op 250 leerlin gen (nu 218). Dan zal een 5000 meer moeten worden uitgegeven aan wed den en 3600 aan periodieke verhoo gingen, doch 1600 minder, omdat dan op-het-maximum-staande leer aren vervangen zijn zij moeten op 65-jarlgen leeftijd hunne betrekking neerleggen door jongeren. Do H. B. S. zal dus per jaar niet 41.000 kosten, als de Begrooting ver onderstelde, doch 56.000. Met rente en aflossing mee 71.000 per jaar. Stelt men de inkomsten na 10 Jaar op f5000 (subsidie Handelsschool), 11.000 (subsidie H. B. S. 8 jaar), '23.000 (sohoolgeld), dan zijn de in komsten 39.000. De kosten van de H. B. S.Han delsschool voor de gemeente zullen dan 71.000—f 39.000, is ƒ82.000 per jaar, bedragen. B, en W. komen dus slechts tot een bedrag van 4000 hooger dan Dr. Borgman, die 28.000 opgaf, waarbij in acht moet worden genomen, dat Dr. Borgman niet de 8000 voor de gecombineerde leeraren in zijn bere kening opnam. Aan het slot hunner nota zeggen B. en W. liet volgende „In ieder geval mogen wij, met deze cijfers voor oogen, waarvoor wij wel geheel onnoodig het voor behoud moeten maken, dat zij niet méér kunnen zijn dan stelposten, het aan Uwe Vergadering overlaten te beslissen of inderdaad het bewuste rapport van den directe ui' eene cri- tiek verdiende, als in uw zitting van 30 November daarop werd gegeven critlek.die, in openbare vergadering uitgesproken, niet alleen ons college, maar vooral den ambtenaar irof, en daarom niet naliet een ©enigszins pijnlijken indruk te maken. pijnlijker, waar liet gold een ambtenaar, van wiens werkzaamheid gedurende den tijd, dat liij in dienst is van deze gexneen.il' wij niet dan met uitnemend en lof kunnen gewagen en wiens toewijding en on vermoeide werkkracht, door ons ooi lege in hooge male worden gewaar deerd. Beter ware wellicht nagelaten, het rapport van den directeur, dat ge richt was aan den Wethouder van Onderwijs, en steunde op gegevens, bekend in Maart 1910, toen van de begrooting voor 1911 nog niets be kend was, voor uw leden ter visie te leggen. Dan was misschien li zwaar geuit, dat volledige inlichtin gen u niet werden verstrekt, doch dan was allicht voorkomen, hetgeen nu geschied is, dat nemelijk deze zaak behandeld werd ais ware zij in een stadium, waarin zij niet verkeer de. Immers, het gold in uw vergade ring van 30 November niet de behan deling van het plan voor een nieuw gebouw in al zijne onderdeelen, doch slechts de algemeene vraag, of voor de bestaande Hoogere Burger school met driejarigen cursus enz. al- dan niet een nieuw gebouw zou war den gesticht Wij hebben gemeend, den direc teur in kennis te moeten stellen met de bedenkingen, tegen zijne bereke ning geuit, en hem in de gelegenheid gesteld die cijfers nader te staven. Het van den directeur ontvangen ant woord, uit het slot waarvan u moge blijken, dat hij geen cijfer, geen woord, geen gedachte terugneemt van hetgeen hij in zijn rapporten van 7 Februari en 31 Maart heeft gezegd, is ter inzage nedergelegd. Wij mogen ons ten slotte niet ont houden van eene opmerking, waartoe de beoordeeling van het door den directeur opgemaakte plan van een schoolgebouw in uw meergenoemde zitting van 30 November aanleiding geeft Met kracht werd toen de opneming bestreden van eene lijnteekenzaal in het ontworpen gebouw. Wij laten voor een oogenblik buiten beschou wing, dat de beoordeeling van de inrichting, gelijk hierboven is aange voerd. niet aan de orde was en dat te zijner tijd, wanneer uitgewerkte plannen u zouden hebben bereikt, er gelegenheid zou ziin om de vraag on der de oogen te zien, of de eene zaal terecht-, de andere ten onrechte in het plan was opgenomen. Liever leg gen wij er den nadruk op, dat de directeur der H. B. S. met driejarigen cursus, enz., wel moeilijk anders kon doen, dan in zijn plan opnemen al die localiteiten, welke hij meende voor vruchtdragend onderwijs aan zijne inrichting noodig te hebben. Had hij bij het omsclu'ijven van de nuttigheid en de noodzakelijkheid van verschillende localiteiten reke ning gehouden met de mogelijkheid, dat wellicht in een ander gebouw voor bepaalde doeleinden lokalen te vinden waren, hij had zich begeven op een terrein, dat niet het zijne is, en dat zeker in vollen omvang door en voor uw vergadering kan worden opgeëischt. Evenzoo moest aan den directeur worden overgelaten de uiteenzetting van de wenschelijkheid gelijk hij deed om een lokaal voor handels geschiedenis te ontwerpen. Deze uit eenzetting toch, doet niets te kort aan de bevogedheid van uw vergadering, om, wanneer een uitgewerkt plan voor een nieuw gebouw aan de orde mocht komen, omtrent de indeeling van het gebouw vrijelijk te beslissen. Vóór alles worde in bet oog ge houden, dat ons voorstel tot stichting van een nieuw gebouw werd ingege ven door waardeering van het groote belang, dat gelegen is in eene goede organisatie van het handelsonder wijs. Daarvoor is het een eersto ver- eisebte, het onderwijs toe te rusten met die hulpmiddelen, welke het be hoeft. De geschiedenis van de vroe gere H. B. S. met driejarigen cursus in deze gemeente moge ook hier tot leering strekken." Tot zoover het Raadstuk. De con clusie van B. en W. strekt er dus toe, om aan te toonen, dal de kosten van het nieuwe schoolgebouw, door Dr. Borgman slechte f 4000 te laag ge raamd zijn. (Ongecorrigeerd) STUKKEN VAN DEN RAAD. B. en W. stellen voor, den heer A. Meilink opnieuw te benoemen lot tij delijk leeraar in de plant- en dier kunde aan de H. B. S.-Handelsschool. B. en W. vragen een kas-krediet te mogen opnemen tot een maximum van ƒ600.000. Wedden Gymnasium. B. en W. hebben het advies van Curatoren en van den Inspecteur der Gymnasia ingewonnen omtrent het verzoekschrift der leeraren inzake hun wedderegellng. Naar aanleiding daarvan achtten B. en W. het niet schel ijk de voorgestelde wedden ta verhoogen. Mocht die verhooging wegens den levensstandaard noodig zijn, dan zullen B, en W. daartoe te: gelegener tijd overgaan. B. en W. komen echter tegemce aan het verzoek, om de leeraren vóór 1910 benoemd, niet te verplichten les te geven aan een inrichting vooi m. o. De wedde van den gymnastiek leeraar is nu van 70 op 75 ge bracht. KEGELCLUB. De bekende Haarlemsche Kegel- club „de Damiater" herdenkt a.s. Zondag haar tweejarig bestaan. (Zie verder Stadsnieuws ouder laat- ■te berichten). Uit de Omstreken HAARLEMMERMEER. BRAND. Gistermiddag brak bij den land bouwer G. de Vries aan den Ringdijk van den Ilaarlemmermeerpolder na bij Aalsmeer door broei brand uit in den kolossalen hooiberg. 45.000 K-G- hooi verbrandde. Door den gun stige® wind bleef de hofstede be houden. De Vries is verzekerd. Binnenland VERKIEZINGSKNOEIERIJEN. De „L. K." verneemt, dat door de rijkspolitie te Maastricht een uitge breid onderzoek is ingesteld naar aanleiding van de jongste raadsver kiezing te Meerssen. in verband met de geruchten, dat geld en bier zouden zijn aangeboden, om kiezers te be wegen op een bepaalden candidaat te stemmen. Een gTOot aantal kiezers en kies- agenten werden verhoord. De resultaten van dit onderzoek zijn bij uitvoerig proces-verbaal aan den officier van justitie in het arrondisse ment Maastricht ter kennis ge bracht. DRINKWATERLEIDING- PLANNEN. Door de inspecteurs voor de Volks-' gezondheid te Utrecht en te 's-Gra-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 1