NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
28e Jaargang. No. 8426
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ZATERDAG 10 DECEMBER 1910 A
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
per drie maanden: ^sIpilF ^kM ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem1-20 3 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)„1.30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door NederlandB 1.65 Agy|ir ^t8, v00r plaatsingen a contant.
ffiSb W HirlW 2oSjMjw3VC Redactie Administratie: Groot» Houtstraat 53.
B de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Costër. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buiteuspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
ZONDAG 11 DECEMBER.
Schouwburg: Ned. Tooneel-Brt-
éemble: ..Twee weezen", 8 uur.
Soc. Vereeniging: Concert Haarl.
Muziekkorps, 3 uur.
De Kroon: Ned. Operette-Ensemble
„De graaf van Luxemburg", 8 uur.
Soc. Vereeniging: Bioscoopvoor
stellingen.
KI. Vereeniging: Speciaüitedten-
voorstelling, uur.
MAANDAG 12 December
Schouwburg: N. V. Het Tooneel:
„Lucifer", 8 uur.
OM ONS HEEN
No. 1269.
Ambtenaren en Pers.
Menschen, die met aandacht lezen,
sullen in het stukje van Mr. Thiel
geen antwoord hebben gevonden op
de vraag van Dr. Nolst Trenité. Die
vraag luidde
Had meu niet mogen verwach
ten, dat wie deze opvatting (na
melijk die van Mr. Thiel, dat de
ambtenaar niet het recht heeft in
het openbaar opmerkingen, die
in den Raad gemaakt worden, te
beantwoorden. Red.) huldigt, zich
zijnerzijds zou onthouden van
het in het debat brengen van den
persoon van dien ambtenaar, als
geschied is
Mr. Thiel nu heeft wel omschreven,
hoe naar zijn oordeel een in den Raad
aangevallen ambtenaar te handelen
heeft, maar niet boe een Raadslid
zich moet gedragen. Toch was juist
deze kant van de quaestie zeer be
langrijk. Daarvan heeft een vader
van mijn kennis de ervaring opge
daan, toen hij, den ochtend na de
Raadsvergadering, door zijn zoontje
hoorde zeggen „op de handelsschool
wordt verteld, dat de directeur zoo'n
groote fout gemaakt heeft." Toevallig
was de vader op de hoogte, kon zijn
zoon medcdeelen, dat er van een
groote fout geen sprake kon wezen,
hoogstens van een vergissing en dat
die waarschijnlijk den directeur niet
eens mocht worden aangerekend.
Met die boodschap en de opdracht,
om het verder te vertellen, ging de
jongen weer naar school. Of hij liet
aan zijn kameraden heeft oververteld,
kan ik niet zeggen, maar hoe ernstig
het prestige van den directeur bena
deeld had kunnen worden, blijkt
duidelijk genoeg.
Toch zou ik op dit oogenblik, over
tuigd als ik ben, dat dit gevaar spoe
dig geheel zal zijn weggenomen, niet
op het antwoord van Mr. Thiel terug
komen, wanneer niet ook, zij het
terloops, de plaats van de pers door
hem ter sprake was gebracht. Eerst
in de Raadsvergadering zelf en nu
weer in het antwoord aan Dr. Nolst
Trenité.
„Een min gewensoht middel" (na
melijk voor het verweer van een
ambten aai') „schijnt mij een stuk in
de krant". Zoo schrijft Mr. Thiel en
de bedoeling is duidelijk de ambte
naar behoort zach te bepalen tot den
gemeenteraad, daar mag hij zijn
klacht inbrengen, maar nergens an
ders.
En nu komt het mij toch voor,
dat Mr. Thiel zelf, naar zijn zeggen,
zoo afkeerig van formalisme, hier
onder het juk van Heerschar
Vorm wel inderdaad het anders
zoo fiere hoofd buigt en de eischen
van de practïjk geheel uit het oog
verliest. Van deze aLgemeene waar
heid ls het pas voorgekomen geval
het beste bewijs. De lieer Thiel droeg
zijn beschuldiging voor in de Raads
vergadering van Woensdag 30 No
vember en eerst nu, dus iaën dagen
na dato, komt een antwoord van B.
en W., dat de lezer in ditzelfde num
mer vinden zal. De meening van den
aanvaller had dus rustig anderhalve
week den tijd onj door te dringen in
de hoofden van de menschen, voor
dat die van den aangevallene dezen
indruk vermocht weg te nemen. En
Indien Mr. Thiel, naar aanleiding
van de nota van B. en W., Woens
dag een nieuw gezichtspunt mocht
aangeven, den aanval op andere
wijs herhalen, dan zullen opnieuw
tusschen slag en weerslag dagen
verloopen, indien de directeur eenig
en alleen mag spreken door de tus-
schenkomst van den Raad. Is dat
logisch, is dat nuttig, is dat billijk
Ik zeg neen.
Men begrijpe goed ik denk er niet
over, de gedachtenwisseling in den
Raad te willen overbrengen naar de
courant. Maar aan den ambtenaar-
dient de vrijheid gelaten, zich onmid
dellijk na een zoo feilen aanval als
deze te verdedigen en daarvoor is een
dagblad het eenige middeL Wanneer
den dag na de Raadszitting Dr. Borg
man mij zijn verweer in korte woor
den had toegezonden (voor een uit
voerig antwoord is de courant
natuurlijk minder geschikt), dan zou
lk dat, in weerwil van de opmerking
van Mr. Thiel over het geval-Kronig,
zeer stellig hebben geplaatst. Dat Dr.
Borgman niet, zooals de heer Kro-
nig, daartoe van mijnentwege is uit
gelokt, vindt zijn grond alleen hier
in, dat dit iets tartend» zou
hebben geleken, waarvan ik afkeerig
ben. Bovendien was Dr. Borgman,
indien hij zich via de courant wernsch-
te te verdedigen, tot het nemen van
het initiatief daartoe zelf mans ge
noeg.
Als ik ambtenaar was, zou ik met
hand en tand vasthouden aan het
recht om, als daartoe aanleiding be
stond, mijn verdediging, althans
voorloopig, te voeren op de snelst
mogelijke manier, dat is door do
Het is bij deze gelegenheid, dat de
aandacht meteen wordt gevestigd op
den ondergrond van deze meeningen.
Zoowel een gemeenteraad, als een
college van B. en W., loopon groot
gevaar zich te beschouwen als de
patroon van de ambtenaren. Hoe
weinig de Raad dat is, blijkt wel uit
de door hem zelf, op voorstel van
B. en W. gemaakte bepaling, dat
het den ambtenaren verboden is, me-
dödeelingen, den dienst betreffende,
te doen aan derden, terwijl onder
die dei-den zeer uitdrukkelijk de leden
van den Raad zelf begrepen zijn. (1)
Hierin moest reeds voor den Raad
een aanwijzing liggen, hoe zijn ver
houding tot de ambtenaren nooit kan
worden vergeleken bij die van een
patroon tot zijn ondergeschikten.
Zelfs voor B. eoi W. is de verhouding
tot de ambtenaren een andere. De
eenige juiste definitie kan, dunkt, mij,
deze zijn, dat zoowel do Raad en B.
en W. als de ambtenaren de g fi
rn e o n t e dienen, de eersten om eer,
de laatsten om loon. Tot zekere hoog
te hebben B. en W. en de Raad de
bepaling van dat loon, ruimer gezegd
de stoffelijke positie van den ambte
naar, in handen en daardoor ont
staat licht een gevoel bij de ambtena
ren van afhankelijkheid, dat noch
door B. en W., noch door den Raad
mag worden gevoed, op gronden
van rechtsgevoel en van edelmoedig
heid.
In de phiiippica van Mr. Thiel
tegen den heer Kronig kwam dit on
juiste inzicht van de verhouding van
den Raad tot de ambtenaren wel
zeer duidelijk aan den dag. Ik heb
mij toen al afgevraagd en ik vraag
het nog, welk kwaad de Museum
directeur wel bedreven had, dat een
dergelijke afstraffing rechtvaardigde.
Toch niet, dat de heer Kronig zijn
eigen zaakkennis boven die van den
heer Middelkoop stelde Als dat het
was, wil ik toch doen opmerken, dat
de heer Kronig als deskundige be-
(1) Natuurlijk kan dit voorschrift
nooit zóóver gaan, dat d&Araan zou
kunnen worden ontleend een verbod
aan den ambtenaar, om zich in het
openbaar op do snelst mogelijke ma
nier, dus in de courant, tegen een
aanval te verdedigen.
noemd is en dat de Raad zeker ver
baasd zou hebben gestaan, indien,
gesteld dat hij het wenschte, de heer
Middelkoop door B. en W. op de voor
dracht zou zijn geplaatst. Dat dus de
Museumdirecteur tot het Raadslid
zegt„ik weet er meer van dan u",
kan alleen afkeuring verdienen, als
men zich de verhouding denkt als die
van patroon en ondergeschikte. Dan
ook weet de Raad, dat wil dus
zeggen elk lid van den Raad,
voortaan meer van de gasfabriek af,
dan de heer Blom, meer van de wa
terleiding, dan de heer Havelaar,
meer van de plantsoenen, dan de
heer Springer, en meer van het han
delsonderwijs, dan de heer Borg
man. De heeren mogen het zich voor
gezegd houden I
Ditmaal heeft dus, meen ik, de heer
Thiel, die in onze Haarlemsche sa
menleving een zoo buitengewone po
sitie inneemt wegens zijn groote ga
ven van geest en hart, aan het ver
keerde eind getrokken. Dat is men-
schelijk en de indruk daarvan zal
overgaan, gelijk alles verstuift en
vervliegt, en dat wel des te eerder,
naarmate we sneller terugkeer en tot
het eigenlijke uitgangspunt van deze
geheele quaestie.
Dat is de bouw van een nieuwe
H. B. S. met 3-j. c. en Handels
school. Mij dunkt, het zou goed zijn,
wanneer Dr. Borgman In den Raad
eens kwam uiteenzetten het groote
belang van het moderne handelson
derwijs, waarvoor een nieuw gebouw
zoo onafwijsbaar noodig is.
J. C. P.
Stadsnieuws
CHR. GEHEELONTHOUDING.
Voor de afdeeling Haarlem van de
Ned. Chr. Gehealonthoudersverieeaxi-
ging sprak Donderdag in „Het blau
we Kruis" Ds. P. de Haas uit Pur-
merend over Christendom in verb:
met geheelonthouding. Spreker be
toogd», dat vereischten voor den goe
den Christen zijn: kinderlijkheid,
mannelijkheid, ear broederlijkheid,
welke eigenschappen zich ook op het
gebied van de geheelonthouding moe
ten doen geiden. We moeten
spreker onze breeders van
dirink-ellende bevrijden, maar daar
toe moeten we in de eerste plaats te
velde trekken tegen de drinkgewoon
ten. Want die houden dit groote
ciale kwaad in stand.
Vervolgens ging spreker het stand
punt van de matigheidsdrinkers
en bestreed de bezwaren die door
hen tegeai de onthouding ingebracht
worden. Spreker legde er den na
druk op, dat uit de gelederen der
matigen de dronkaards gerecruteerd
worden. Het. is de plicht van den
Christen naar krachten mee te hal pen
de drinkgewoonten te bannen Dan
kan voorzeker een gelukkiger tijd
aanbreken.
De vergadering werd met gezang,
gebed en dankzegging geopend en
EXAMEN MACHINIST.
Bij het te Utrecht gehouden er ar
men voor machinist bij die groote
zeevaart, zijn geslaagd onze stadge
noot/en de heeren v. Leeuwen en
Timmer.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Een damestaschje met inhoud,
Duin, Voortingstraat 8.
Een witharig hondje, D. Aker
sloot, Hag ostra til 26.
Een piatvoetzooi, C. Lepere, Tette-
rodestraat 118.
Een sportriem, C. v. d. Steeg, Gen.
Joubertstraat 57.
Een gummibal, a. Komen, Greb-
borstraat 38.
Een kiindarbontje, J. Immeke,
Oranjeboomstraat 85.
Een huissleutel, Bureau van Poli
tie.
Een bruinharige keeshond.
Roos, Kleine Houtstraat 99.
Een gouden oorknop, J. Turken-
burg, Grebbenstraat 32,
Een zakschaartje, A. Lina, Lange
Heerenv est 70.
HEiT MUZIKANTENKIND.
Hadden wij nog zeer onlangs gele
genheid Jarno's operette „Das Musi-
kantenmüdel" door het uitmuntende
gezelgchap-Edmund in onzen Schouw
burg te zien opvoeren, gisteravond
kwam de N. V. Opera en Operette van
het Rembrandt-theater ons hetzelfde
werk nu in Hollandsche vertaling
vertoonen. Dat zal natuurlijk wel
toeval wezen maar een gelukkig toe
val was het dan toch niet, dunkt mij.
Zonder ook maar 't allerminste te
willen afdingen op de eigenaardige
persoonlijke verdiensten van sommi
ge Rembrnndt-theater-menschen, mag
ik toch niet beweren, dat deze opvoe
ring als oeheel mij evenzeer heeft
voldaan als die der Weeners. Dat
ligt misschien voor een groot deel
hieraan, dat deze wals- en Duitsche
voiks-melodreu al bijzonder slecht
den Hollandschen tekst verdragen
maar toch ook de typeering der ver
schillende personen, de losheid van
spel, de gratie van beweging, het pak
kende van liet ensemble ook het
zuiver muzikale ensemble (want on
danks de loffelijke pogingen van den
muzikalen Ben. Geijsel, was er door
loopend nog al wrijving tusschen
vocale en instrumentale rhythmiek)
in al deze dingen hebben de Amster
dammers hun Duitsche kunstbroeders
en -zusters niet overtroffen. Als zich
deze opvoering in genig opzicht gun
stig onderscheidde, dan zou het zijn
in de vocale capaciteit der medewer
kende dames. Het zingen op de eerste
plaats van mejuffr. Sohns (Elena
Montebelli), maar ook van de dames
mevr. D^kkum (Prins Eszterhazij) en
mevr. BudermanVan Dijk (Rezel)
was zeer verdienstelijk en ook de ko
ren en ensembles klonken ferm en
frisch. In 't bijzonder mag wel even
het pittige kwartet in de tweede acte
worden vermeld. Dat marcheerde
perfect. En wat ook uitstekend ging
en de toeschouwers zoo uitbundig
vermaakte, dat eeu bis gevraagd
werd was het origineele Marionet
ten-duet, waarbij mevr. Buderman
en de heer Kohier (Peter) elkaar in
oer-komische mimiek niets toegaven.
Eenige andere meer of minder be
langrijke rollen waren bezet door de
dames Köhler (vorstin Eszterhazij)
en Logger (rijke boerin) en de hee
ren Kreeft (Joseph Haydn), Vigeveno
(onderwijzer )en Kiehl (vorst), die al
len naar den aard en de mate hun
ner talenten tot het succes mede
werkten.
Zeker is. dat 'de menschen, die de
zen avond naar den Jansweg geko
men waren, zich kostelijk hebben
vermaakt.
PHILIP LOOTS.
De tweeling terecht.
Dat men wel gauw naar de politie
loopt, als men iets onaangenaams
heeft, maar niet eens de beleefdheid
heeft, om de politie op de hoogte te
brengen, wanneer 't leed geleden is,
bezorgt dit corps veel overbodig
werk.
De moeder van den 11-jarigen twee-
line, die dezer dagen vermist werd,
ontdekte haar kinderen Donderdag
avond in de Zuider Schoolsteeg,
waar zij rondzwierven. Daar men
aan 't Bureau geen kennis kreeg van
't gebeurde, bleef men doorzoeken,
kitdat een rechercheur Vrijdag toe
vallig bij de moeder komende, ver
nam, dat de kinderen terecht waren.
Dat is zeker geen navolgenswaard
voorbeeld.
Tandarts-examen.
Bevorderd tot tandarts aan de
Rijks-universiteit te Utrecht, onze
stadgenoot, de heer F* E. Paesi.
Dieverijen.
De ijzeren Btaaf van den schipper
uit Broek is terecht. J. de B. uit de
De Witstraat en J. C. S. uit de Noor
der Schoolsteeg, hadden het voor
werp gestolen, bekenden zij. Het was
bij een opkooper verkocht en is daar
opgespoord.
W. Ph., loopknecht van „Harte
lust", miste gisteren uit zijn melk
wagen in de Koningstraat twee heele
en twee halve ffesschen melk en twee
halve flesschen karnemelk.
Bij P. v. W. op den Ouden weg zijn
sedert gisterenmorgen twee konijnen
gestolen.
Door den Commissaris der Konin
gin in de provincie Noord-Holland,
is benoemd tot tod der Gezondheids
commissie gezeteld te Bloemen daal,
de heer L. Melchior, arts wonende te
Halfweg (Haarlemmarliede en
S p aamwoud»)
GEMEENTE-SECRETARIE.
Ter afdieeling Burg. Stand der Ge
meente-secretarie is tot klerk be
noemd do heer J. C. Luitingh, van
I hier.
Het rapport-Borgman.
Nota van B. e n W.
Hedenmiddag is verschenen een
nota van B. en W., door den Raads
voorzitter in de laatste vergadering
van den Raad toegezegd, na do be
strijding door Mr. Thiel van het rap
port van Dr. Borgman inzake de
nieuw te bouwen H. B. S.Handels
school.
B. en W. deelen mede, dat de uit
gaven, door den directeur geraamd
46.000 per jaar bedragen, terwijl op
de Iïegrooting voor 1911 in totaal
41.000 is geraamd.
Daarbij is geen rekening gehouden
met hot feit, dat leeraren van de H.
B. S. met 5-jarigen cursus 81 uren
per week les geven aan de H. B. S.
Handelsschool. Het bedrag der jaar
wedden, door Dr. Borgman geraamd
op 35.000, moet dus mot 8000 ver
meerderd worden.
De directeur nam bij zijn ramingen
aan den toestand der school na tien
jaren. Hij rekent dan op 250 leerlin
gen (nu 218). Dan zal een 5000 meer
moeten worden uitgegeven aan wed
den en 3600 aan periodieke verhoo
gingen, doch 1600 minder, omdat
dan op-het-maximum-staande leer
aren vervangen zijn zij moeten op
65-jarlgen leeftijd hunne betrekking
neerleggen door jongeren.
Do H. B. S. zal dus per jaar niet
41.000 kosten, als de Begrooting ver
onderstelde, doch 56.000. Met rente
en aflossing mee 71.000 per jaar.
Stelt men de inkomsten na 10 Jaar
op f5000 (subsidie Handelsschool),
11.000 (subsidie H. B. S. 8 jaar),
'23.000 (sohoolgeld), dan zijn de in
komsten 39.000.
De kosten van de H. B. S.Han
delsschool voor de gemeente zullen
dan 71.000—f 39.000, is ƒ82.000 per
jaar, bedragen.
B, en W. komen dus slechts tot een
bedrag van 4000 hooger dan Dr.
Borgman, die 28.000 opgaf, waarbij
in acht moet worden genomen, dat
Dr. Borgman niet de 8000 voor de
gecombineerde leeraren in zijn bere
kening opnam.
Aan het slot hunner nota zeggen
B. en W. liet volgende
„In ieder geval mogen wij, met
deze cijfers voor oogen, waarvoor wij
wel geheel onnoodig het voor
behoud moeten maken, dat zij niet
méér kunnen zijn dan stelposten,
het aan Uwe Vergadering overlaten
te beslissen of inderdaad het bewuste
rapport van den directe ui' eene cri-
tiek verdiende, als in uw zitting van
30 November daarop werd gegeven
critlek.die, in openbare vergadering
uitgesproken, niet alleen ons college,
maar vooral den ambtenaar irof, en
daarom niet naliet een ©enigszins
pijnlijken indruk te maken.
pijnlijker, waar liet gold een
ambtenaar, van wiens werkzaamheid
gedurende den tijd, dat liij in
dienst is van deze gexneen.il' wij
niet dan met uitnemend en lof kunnen
gewagen en wiens toewijding en on
vermoeide werkkracht, door ons ooi
lege in hooge male worden gewaar
deerd.
Beter ware wellicht nagelaten, het
rapport van den directeur, dat ge
richt was aan den Wethouder van
Onderwijs, en steunde op gegevens,
bekend in Maart 1910, toen van de
begrooting voor 1911 nog niets be
kend was, voor uw leden ter visie te
leggen. Dan was misschien li
zwaar geuit, dat volledige inlichtin
gen u niet werden verstrekt, doch
dan was allicht voorkomen, hetgeen
nu geschied is, dat nemelijk deze
zaak behandeld werd ais ware zij in
een stadium, waarin zij niet verkeer
de. Immers, het gold in uw vergade
ring van 30 November niet de behan
deling van het plan voor een nieuw
gebouw in al zijne onderdeelen, doch
slechts de algemeene vraag, of voor
de bestaande Hoogere Burger
school met driejarigen cursus enz. al-
dan niet een nieuw gebouw zou war
den gesticht
Wij hebben gemeend, den direc
teur in kennis te moeten stellen met
de bedenkingen, tegen zijne bereke
ning geuit, en hem in de gelegenheid
gesteld die cijfers nader te staven.
Het van den directeur ontvangen ant
woord, uit het slot waarvan u moge
blijken, dat hij geen cijfer, geen
woord, geen gedachte terugneemt
van hetgeen hij in zijn rapporten van
7 Februari en 31 Maart heeft gezegd,
is ter inzage nedergelegd.
Wij mogen ons ten slotte niet ont
houden van eene opmerking, waartoe
de beoordeeling van het door den
directeur opgemaakte plan van een
schoolgebouw in uw meergenoemde
zitting van 30 November aanleiding
geeft
Met kracht werd toen de opneming
bestreden van eene lijnteekenzaal in
het ontworpen gebouw. Wij laten
voor een oogenblik buiten beschou
wing, dat de beoordeeling van de
inrichting, gelijk hierboven is aange
voerd. niet aan de orde was en dat
te zijner tijd, wanneer uitgewerkte
plannen u zouden hebben bereikt, er
gelegenheid zou ziin om de vraag on
der de oogen te zien, of de eene zaal
terecht-, de andere ten onrechte in
het plan was opgenomen. Liever leg
gen wij er den nadruk op, dat de
directeur der H. B. S. met driejarigen
cursus, enz., wel moeilijk anders kon
doen, dan in zijn plan opnemen al
die localiteiten, welke hij meende
voor vruchtdragend onderwijs aan
zijne inrichting noodig te hebben.
Had hij bij het omsclu'ijven van de
nuttigheid en de noodzakelijkheid
van verschillende localiteiten reke
ning gehouden met de mogelijkheid,
dat wellicht in een ander gebouw
voor bepaalde doeleinden lokalen te
vinden waren, hij had zich begeven
op een terrein, dat niet het zijne is,
en dat zeker in vollen omvang door
en voor uw vergadering kan worden
opgeëischt.
Evenzoo moest aan den directeur
worden overgelaten de uiteenzetting
van de wenschelijkheid gelijk hij
deed om een lokaal voor handels
geschiedenis te ontwerpen. Deze uit
eenzetting toch, doet niets te kort aan
de bevogedheid van uw vergadering,
om, wanneer een uitgewerkt plan
voor een nieuw gebouw aan de orde
mocht komen, omtrent de indeeling
van het gebouw vrijelijk te beslissen.
Vóór alles worde in bet oog ge
houden, dat ons voorstel tot stichting
van een nieuw gebouw werd ingege
ven door waardeering van het groote
belang, dat gelegen is in eene goede
organisatie van het handelsonder
wijs. Daarvoor is het een eersto ver-
eisebte, het onderwijs toe te rusten
met die hulpmiddelen, welke het be
hoeft. De geschiedenis van de vroe
gere H. B. S. met driejarigen cursus
in deze gemeente moge ook hier tot
leering strekken."
Tot zoover het Raadstuk. De con
clusie van B. en W. strekt er dus toe,
om aan te toonen, dal de kosten van
het nieuwe schoolgebouw, door Dr.
Borgman slechte f 4000 te laag ge
raamd zijn.
(Ongecorrigeerd)
STUKKEN VAN DEN RAAD.
B. en W. stellen voor, den heer A.
Meilink opnieuw te benoemen lot tij
delijk leeraar in de plant- en dier
kunde aan de H. B. S.-Handelsschool.
B. en W. vragen een kas-krediet te
mogen opnemen tot een maximum van
ƒ600.000.
Wedden Gymnasium.
B. en W. hebben het advies van
Curatoren en van den Inspecteur der
Gymnasia ingewonnen omtrent het
verzoekschrift der leeraren inzake
hun wedderegellng. Naar aanleiding
daarvan achtten B. en W. het niet
schel ijk de voorgestelde wedden
ta verhoogen. Mocht die verhooging
wegens den levensstandaard noodig
zijn, dan zullen B, en W. daartoe te:
gelegener tijd overgaan.
B. en W. komen echter tegemce
aan het verzoek, om de leeraren
vóór 1910 benoemd, niet te verplichten
les te geven aan een inrichting vooi
m. o. De wedde van den gymnastiek
leeraar is nu van 70 op 75 ge
bracht.
KEGELCLUB.
De bekende Haarlemsche Kegel-
club „de Damiater" herdenkt a.s.
Zondag haar tweejarig bestaan.
(Zie verder Stadsnieuws ouder laat-
■te berichten).
Uit de Omstreken
HAARLEMMERMEER.
BRAND.
Gistermiddag brak bij den land
bouwer G. de Vries aan den Ringdijk
van den Ilaarlemmermeerpolder na
bij Aalsmeer door broei brand uit
in den kolossalen hooiberg. 45.000
K-G- hooi verbrandde. Door den gun
stige® wind bleef de hofstede be
houden. De Vries is verzekerd.
Binnenland
VERKIEZINGSKNOEIERIJEN.
De „L. K." verneemt, dat door de
rijkspolitie te Maastricht een uitge
breid onderzoek is ingesteld naar
aanleiding van de jongste raadsver
kiezing te Meerssen. in verband met
de geruchten, dat geld en bier zouden
zijn aangeboden, om kiezers te be
wegen op een bepaalden candidaat te
stemmen.
Een gTOot aantal kiezers en kies-
agenten werden verhoord.
De resultaten van dit onderzoek zijn
bij uitvoerig proces-verbaal aan den
officier van justitie in het arrondisse
ment Maastricht ter kennis ge
bracht.
DRINKWATERLEIDING-
PLANNEN.
Door de inspecteurs voor de Volks-'
gezondheid te Utrecht en te 's-Gra-