Hg Erfgenaam van Vering NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 28« Jaargang. No. 8433 Verschijnt dagelijks, behalve op Zo»- en Feestdagen. maandag 19 december 191C b HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIE N: per drie maanden: fetlL Van 1—5 regete 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Voor Haarlem 1.20 Haarlem van 15 regels /l.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voo: de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der i1 Bij Abonnement aanaenlijk rabat. gemeente)1-30 Advertentfën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Ct6. per plaatsing; Franco per post door Nederland1-65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. üt^ustreerc? Zondagsblad, 'voor Haarlem' I! I of« IJniXMM^SS* RedaCtio Admmtetafie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administrate 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Cosfer. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. ToTde plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. tweede blad. Buitenlandsch Overzicht DE VERKIEZINGEN IN ENGELAND nade-en nu 't einde. Thans zijn al ge kozen 271 un'-onisten. 263 liberalen. 43 leden der arbeiderspartij. 7" leren, Redmondisten. 9 Ie'en, Obrienisten. De unionisten winnen thans 28 ze tels, de liberalen 23 en de arbeiders partij l. 't Gevolg is, dat de oppositie slechts 1 zetel op de regeeringspartij gewonnjn heeft. De unionistische Spectator bespreekt de vraag, wat er nu moet gedaan worden en komt met de volgende re deneering Wanneer de regeering met alle ge weld haar volle pond vleescb willen nemen, (als Shylock in 't tooneelstuk) dan kan niemand haar beletten zulks te doen. Laten we eens zien, wat er gebeu ren zal, wanneer de regeering bij de pond vleeschpolitiek blijft. In dat ge val zal zii onmiddellijk, nadat het Parlement bijeen is en het adres van antwoord is afgedaan, do Velowet met behulp van de guillotine in het Lagerhuis afhandelen en weigeren er eenig amendement op toe te staan. Dan zendt zij de wet naar het Hoo- gerhuis. Het Hoogerhuis zal ongetwij feld trachten de wet te wijzigen. We zullen aannemen, dat de regeering deze voorstellen verre van zich zal wijzen en de wet zal eischen, de ge- heele wet en niets dan de wet. Dan zijn we aan een dood punt gekomen, waarvoor twee oplossingen bestaan of benoeming van nieuwe (liberale) Hoogerhuisleden of ontbinding. De Spectator toont aan, dat een beroep op Balfour tevergeefs gedaan zal worden. Het zou volmaakt nutte loos voor hem zijn, het bewind te aanvaarden met een meerderheid van 122 st. tegen zich in het Lagerhuis. Dus zou hij alleen de regeering kun nen aanvaarden, indien hij onverwijld tot ontbinding overging, maar... geen wijs staatsman zou er zin in'hebben, het Parlement te ontbinden na een verki^.ing als deze. De unionisten kunnen met hopen nog 70 zetels te winnen en minder zou niet voldoen de zijn. Het waagstuk zou te groot zijn. Maar indien Balfour weigert een ministerie te vormen, dwingt, wat men noemt, de automatische werking van de grondwet, do toe stemming des Konings tot. de eenige andere oplossing af. Dan moet een van twee dingen ge beuren. Of het Hoogerhuis wijkt voor de bedreiging van benoeming van nieuwe peers en neemt de wet aan, of zij zullen er op staan, dat de fei telijke afschaffing van het Hoogerhuis duidelijk gemaakt zal worden voor 't volk door de sensati»neele daad van de benoeming van 500 peers. Te Spectator meent, dat het Hoo gerhuis in deze laatste handelwijze een machtig wapen zal vinden, waar mede het de regeering dwingen kan het geheele vraagstuk van een krach tig Hoogerhuis onder do oogen te zien. Het blad hoopt, dat de regeering zich dan zal bedenken en een compro mis zal aanvaarden, uiet door middel van een conferentie, maar door per soonlijke gesprekken. RUSLAND EN FRANKRIJK. Bij de overhandiging zijner geloofs brieven gaf de nieuwe Russische am bassadeur Iswolsky te Parijs uiting aan de innige, onverbreekbare vriend schap, die de Tsaar koestert voor president Fallières en voor Frank rijk, den vriend en bondgenoot van Rusland en hij veegde daaraan toe, dat de Tsaar hem had opgedragen, alle zorg te wijden aan het behoud en de voortdurende versterking van de nauwe banden tusschen beide lan den, die niet alleen wederzijdsche waarborgen zijn voor hen beiden, maar tevens een onschatbaar onder pand voor het behoud van den alge- meenen vrede. President Fallières verklaarde ver heugd te zijn. dat de Tsaar de beves tiging van het bestaande verbond op zoo hoogen prijs stelt en beloofde krachtig te zullen medewerken aan de versterking der banden tusschen beide bevriende en verbonden mo gendheden. 'T AMÉRIKAANSCHE LEGER. Juist op het oogenblik, dat bekend wordt, dat de heer Carnegie millioe- nen beschikbaar stelt voor de bevor dering van den wereldvrede en de afschaffing van den oorlog, worden bijzonderheden meegedeeld over een rapport van den minister van oor log en den chef van den generalen staf, waarin wordt verklaard, dat de Unie volkomen onvoorbereid is op een oorlog, en versterking van het Amerikaansche leger wordt bepleit. Voornamelijk met het oog op een oorlog met Japan of China. Binnen dertig dagen zou een vreem de mogendheid een paai' honderd duizend man aan de kust van den Stillen Oceaan kunnen doen landen, en het Amerikaansche leger is to klein en te verspreid over het reus achtig gebied om hiertegen iets te doen. En daarom wordt de vorming van een reusachtig staand leger aan bevolen. Deze onverwachte mededeolingen van den staatssecretaris hebben in de nieuwe wereld veel opschudding ver oorzaakt. Aan verwijten tegen den staatsse cretaris is geen gebrek. De vredespartij in 't Congres be schuldigt hem van niets meer of min der, dan van een samenspanning met de vertegenwoordigers van de staten aan de Zuidzeekust, wapenfabrikan ten en cenige bladen om het land schrik aan te jagen, ten einde pressie op de congresleden uit te oefenen tot aanneming van een zware oorlogsbe- grooting. Van welken aard de argumenten zijn. die men aanvoert teg^n de bewe ringen van den minister van oorlog, blijkt duidelijk uit de volgende uitla ting van oen voornaam lid van het Congres „Het is malligheid ons bang te willen maken met een lan ding van 100,000 man op onze kust. Mocht zoo iets werkelijk eens gebeu ren, dan zouden op hetzelfde oogen blik een millioen vrijwilligers den indringers te lijf gaan, desnoods met steenen, wanneer géén andere ammu nitie te krijgen is." De congresleden van de kust van de Zuidzee zijn het intusschen volko men eens met den staatssecretaris. De geheele kust, zeggen zij, staat open eu bloot, zeifs voor een mogend heid van den tweeden rang, en zij wijzen er verder op, hoe gemakkelijk liet Japan zou vallen een groot leger te landen en alle transcontinentale lijnen en alle overige verbindingen onder zijn toezicht te houden, zoodat geen versterkingen uit het Oosten zou den gezonden kunnen worden, ter wijl de Japanners intusschen zouden teren op kosten van het land. Dat de staatssecretaris 't doel zal bereiken, dat hij zich van zijn be kendmaking heeft voorgesteld, valt met grond te betwijfelen, want zooals de zaken thans staan, zal de vredes partij minstens tot het eind van dit congres de woorden van de beurs in handen houden en er komt dus waar schijnlijk niets van een legeruitbrei- ding. DE REVOLUTIEGEEST IN MEXICO. Een Hbld.-lozer geeft inzage van een particulier schrijven van een landgenoot, die reeds meer dan 25 jaren in Mexico als mijningenieur verblijf houdt. Hij schrijft -. Er heb ben eenige politieke ongeregeldheden plaats gehad in den staat Chihuahua en andore declen van het land, waar over <le bladen aan de grens zeer overdreven berichten hebben ver spreid. De ongeregeldheden zijn van niet veel beteekenis, daar het in vloedrijke deel der bevolking er niet meö sympathiseert. Zij zullen alleen toonen, dat de regeering in staat is alle onlusten spoedig en krachtig te onderdrukken. Revoluties leveren te genwoordig niets meer op, en daar het 't geld is, dat een land regeert, is er ook niet de minste kans op succes in Mexico, onder de tegenwoordige omstandigheden. DE OPSTAND DER BEDOEïNEN. Het aantal Bcdoeïnen, dat bij den opstand tegen de Turken betrokken is, wordt op 15,Ü0Ü geschat. Bij MaÜn zijn do gevechten zeer he vig geweest. De opstand te Kerak (dat, gelijk gemeld, weder door de troepen bezol isj zou vooral het werk zijn geweest van een ontslagen amb tenaar, die geen pensioen kreeg en zich daarom wilde wreken. iitadsnieuws HET TOONEEL „MEN KAN 'T NOOIT WETEN" DOOR DE HAGESPELERS. Wanneer Dohun, de advocaat, in de vierde acte een domino omslaat en een vaJschen neus voor zijn ge zicht plakt, loopt Dolly lachend op hem toe met de woorden „Hè, nu ziet u er precies uit als 'n mensch Dat gezegde toekent het heeie stuk, het is typisch Shaw geestig, onver wacht en raak. Want is het niet vol komen waar, dat wij, menschen. zoo zelden oprecht en gewoon tegenover elkander zijn, dot wij meestentijds door het leven gaan met een mom bakkes voor en in het pak van een harlekijn Het is een van die harde waarheden van Shaw, waarmee hij ons telkens weer treft men proeft uit zoo'n enkel zinnetje den man van bittere ervaring en ontgoocheling. Maar.... het is niet de opmerking van een jong meisje van 18 jaar, van eene flapuit, die het a, b, c van het leven nog moet loeren. Ik heb dit voorbeeld genomen, om aan te toonen. wat ik bedoelde met mijne opmerking in mijn vorig ar tikel, dat do personen in „Men kan 't nooit weten" niet ware, bloedwar me menschen zijn. Want zooals Shaw hier staat achter Dolly, zoo zien wij hem telkens achter al zijne figuren. Valentine, Phil, Dolly, Boliun, de kollner, v zijn allen even pittig, vloeien zelfs over van humor. Al die personen zijn doortrokken van den geest van den schrijver en doordat Shaw een ongemeen vernuftig man is, waarnaar men altijd weer kan luisteren, is dit stuk zoo onderhou dend en amusant geworden. Shaw's overvemuft heeft het werk geest in geblazen, maar tegelijk de menschen er in gedood. Om nog één sprekend voorbeeld te noemen de beroemde kcllner, <le man, die met zijn gemoedelijke le vensfilosofie van „Je kunt 't nooit eten!" door het heele spel gaat, plooiend en helpend, waar hij kan. Schijnbaar een groot menschenken- ner en door Shaw allerleukst ge'.ee- kendMaar hoe lang zou zoo'n kell- ner, die zooveel praatjes tegen de gas ten verkoopt en overal en tegen ieder ongevraagd zijn levenswijsheid lucht, als „ober" in een eerste-rangs-hotel w orden gehandhaafd Ik vrees, dat hij met al zijn menschenkennis al binnen één dag ontslagen zou zijn. Het is blijkbaar niet de bedoeling van Shaw geweest, dat wij zijn per sonen zoo geheel au séricux zouden nemen, anders toch had hij niet de eene toevalligheid op de andere gesta peld. Al dadelijk de opzet, de ontmoe ting van den vader met zijn kinde ren bij den dentist en de uitnoodi- ging tot de lunch, is uiterst gezocht Met de waarschijnlijkheid houdt Shaw althans in dit stuk wei nig rekening. Het is bijv. opmerke lijk om te zien, hoe vlug de menschen bij Shaw moeten eten in vier blad zijden dialoog verslinden zij een heel déjeuner van soep tot dessert toe, met vlsch, vleesch, gevogelte en sla in cluis. Doch misschien zou de levens wijze kellner mij op al deze beden kingen toevoegen „Je kunt 't nooit ■weten, meneer Op deze aarde en bij Shaw is alles mogelijk 1" Laten wij daarom alleen maar dankbaar denken aan den overvloe- digen humor, de rijke fantasie en den sprankelenden geest, waarvan wij mochten genieten Werkelijk, in ons mistig land worden wij daarmee niet al te veel verwend. Een stuk als „Men kan 't nooit weten" wordt, dank zij de amusante typeering, voor de vertolkers al spoedig een succes de Hagespelers hebben Zaterdag avond bij het talrijk publiek met dit blijspel dan ook veel bijval ingeoogst. De vertoonmg was over 't algemeen wel verzorgd, al voelden wij, dat 't dikwijls met verder kwam dan to tde goede intentie. Er ging door vlak zeg gen en gebrek aan uitbeeldingsver mogen nog al wat verloren, terwijl aan de andere zijde een te veel sterk hinderde. Ennie Vreede had de figuur van Gloria blijkbaar goed doorvoeld. Het kille, het hooghartige en trotsche liet zij vooral in het lste bedrijf zoo- wel in haar standen als in het ijzig j koude spreken wel zien, doch later j in de scènes met Valentine was zij tegen de moeilijke rol niet meer op gewassen. Toen bleef het bij een even aanduiden, verder kwam zij niet het spel miste daar alle diepte. Het ware voor Eiiny Vreede te wenschen, dat men haar voorloopig geen rollen hoven haar krachten meer gaf. \N ant ernstige wil, beschaving en intellect zijn niet voldoende om een persoon als Gloria uit te beelden daartoe is allereerst routine eu besef van goede dictje noodig, en in dit opzicht moet deze jonge actrice nog zeer veel lee- ren. Ook de heer Verkade Valentine miste in de tooneelen met Gloria de charme, die van hem uit moet gaan. Z"n liefdesuitingen waren meer droog dan levendig Over het algemeen schuilt in het uitbeelden van een jeune amoureus, niet de kracht van den leider der Hagespe lers. Te veel gaf de heer Rienk Brou wer als Crampton; dat was soms vooral in het groote tooneel met zij ne oudste dochter wel erg thea traal. Crampton is meer gevoels- mensch dan zijne vrouw en kinderen te zamen, maar de heer Brouwer maakte er soms een sentimenteelen huilebalk van, wat de bedoeling niet kan zijn. Nu en dan was hij er geheel „uit zooais in het lste bedrijf, toen hij op de vraag van Valentine: „Is er dan een mevrouw Crampton?" heel gemoedelijk antwoordde: „Ja. de duivel hale haar!in plaats van pijnlijk ineen te krimpen, zoo als toch de tekst aangeeft. Hij had zich ech ter een mooien kop gemaakt. Zeer goed was Pine Beider als Mrs. Clandon; dat was wel het levend ge worden boek van de twintigste eeuw- scho opvoeding! En uitstekend waren de dames Sophie Hermse en Hetty Beck, die de tweelingen uitbeeldden. Wat was dat pittig en kleurigl Een genot, om naar dat aardige, brutale en toch steeds beschaafde span te kijken! Dat mejuffrouw Beek in haar travesti-rol ons soms aan een lülipuüertje deed denken, kan zij met helpen. Van den goedmoedigen, filosofoe roud en kellner is voor een acteur met eenig talent gemakkelijk iets te maken en de heer Frank is in de uit beelding er van allerminst ongeluk kig geweest, al hadden eene perka menten strakheid van zijn gezicht, wat meer fijnheid en eene mooiere grime niet geschaad. Do heer Schwab muntte als al tijd uit door juiste dictie. In goed sproken en scherpe articulatie kun nen sommige leden van de Hagespe lers nog zeer veal van den heer Schwab loeren. Maar waarom had. hij zulke rare, zwarte strepen onder zijne oogen gesmoord? Dat stond van de zaal uit al bijzonder leelijk. Rest ons nog te zeggen, dat de heer Brongers een goede Bohunm was. Het tooneei zag er In II aardig dit, maar in III deed het het rood van de kamer tegen het blauwe achterdoek ons pijn aan de oogen. Het was an ders wel .curieus om onze bloementen toonstelling en het Haarlemsch pa viljoen met de Ho'.Iandsche vlag daar in het verschiet te zien. Waar ligt toch deze merkwaardige, Engelsche badplaats? J B. SCHUIL. Zie vervolg Stadsnieuws op de der de pagina van dit tweede blad. Onze Laclihoek VERPRAAT. Vrouw (tot haar man, die drie ha zen van de Jacht heeft meegebracht): Weet je wat. ik zaj er een van aaa mijn zuster cadeau geven. Man: Denk je misschien, dat het geld me op den rug groeit? NOLT Vreemdeling: Ia mijnheer de baron te spreken? Huisknecht: Het spijt me zeer. maar hij wordt juist geschoren. Vreemdeling: Dat zei je gisteren ook. Hij wordt toch niet iederen dog geschoren? Huisknecht (trotsch): Waarom niet? Mijnheer de baron heeft zoo veel geld, dat hij zich om de vijf mi nuten zou kunnen laten scheren. DUBBEL JUBILEUM. Lastige huisvrouw (tot de nieuwe meid): Zoo, jij bent mijn honderdste dienstmaagd, dat is een jubileum! Dienstmeisje: Maar dat is toch merkwaardig; want ik ga vandaag in mijn honderdsten dienstl ONDER VRIENDINNEN. Je kan niet geiooven, hoe be weeglijk die Emmy is! 's Zomers ia het niets dan tennissen en fietsen, 's winters niets dan ski-rijden, schaatsenrijden en dansen!... Dat zal haar gezondheid toch geen goexl doen, zoo nooit eens tot rust te komen! Maak je maar niet bezorgd.... mettertijd zal ze wel blijven zitten! AANSCHOUWINGSONDEBWIJS. Kostschoolhouder (tot een van zijn leerlingen, als 's middags de meid gebraden kip opbrengt): Jij was van daag zóó slecht in dierkunde, dat ik je nu eens in de practijk zaJ inwij den. Van dat kippetje mag jij het karkas afkluiven! Uit de Omstreken HEEMSTEDE. S p ij s k o k e r ij. Op 26 December a.s. wordt de spijs- kokerij van het Parochiaal Armbe stuur aan de Kerklaan geopend. SCHOTEN. Met ingang van 16 Januari is tot Brievengaarder te Schoten (dorp) be noemd de lieer P. C. Wezel. Van dien datum af zal het hulppostkantoor in dienst worden gesteld. De bestelling der brieven is nog niet veranderd, maar daarin is nog wijziging te verwachten. HAARLEMMERMEER. In den nacht van Zondag op Maan dag tusschen 12 en 1 uur heeft een brutale inbraak plaats gehad bij mej. de wed. Van dar Jagt aan de Lijnden; door het uitlichten van een ruit door do keuken binnengekomen, heeft men in de woonkamer waar in twee bed steden een deal van het gezin sliep, de deurtjes dier bedsteden meer dicht gedaan en daarna da chiffonnière doorzocht; meerdere porteinonnaies, te zamen ruim f 200 inhoudende, vier horloges, broches en andere siera den zijn ontvreemd; de inhoud heeft men medegenomen, de omhulsels la ten liggen. Toen de dader de woning verliet ontwaakte de vrouw; zij maakte al arm, doch er was niets meer van den dader te zien Ook het Zondag ingestelde onder zoek, waarbij do veldwachter Loker- sö van Halfweg met zijn politiehond hielp, gaf geen voldoende aanwij zing. FEUILLETON Naar het Engelseh door CHARLES GARVICE. 16) Stephen Gringe stond op den drem pel van de hal de fliuko gestalte na te kijken, die haastig de oprijlaan door liep, toen slofte hij de hal weer in en weer terug. Terwijl hij op- en neer liep gaf de uitdrukking van zijn ge laat en zijn geheele houding te ken nen, dai er een strijd in zijn binnen ste gevoerd werd de kleine oogen waren bijna verdwenen onder de overhangende wenkbrauwen de dunne lippen waren stijf op elkaar geperst, de magere handen inéenge- klemd. Eindelijk hief hij zijn hoofd op en niet een vastbesloten trek op zijn gelaat, slofte hij door de hal naar de kamer van den graaf. Een stem die van den graaf deed rich hooren, en deed hem datzelfde besluit, wat het ook wezen mocht, vergeten, want de hooge stem riep „Stephen, is de jongen al weg Doe wat op het vuur ik sterf van de kou de I" de gestalte van den ouden rent meester herwon zijn gewone nederi ge houding, en zijn gelaat nam weer de gewone uitdrukking aan. In tegen woordigheid van zijn heer en mees ter, onder* den onmiddellijken in vloed van zijn stem, had Stephen Gringe geen eigen wil, al mocht hij er buiten dien toovercirkel ook een bezitten. Intusschen liep do onterfde erfge naam het voorvaderlijk park door in een alles behalve sombere stemming. Och, hij was immers zoo zeker, dat Lilian niet het Veringgoud, maar eenvoudig Percy Chester lief had. In deze stemming van vertrouwen bereikte hij hot station, kwam in de stad aan en ging naar zijn kamers. Toen hij de trap opging met een stap niet minder energiek en flink don gewoonlijk, ofschoon hij den vorigen nacht niet op bed geweest was en in de laatste vier-en-twintig uur veel gedanst en gereisd had, werd de deur van zijn kamer opengeworpen en kwam Charlie hem tegemoet. Al torug, Percy Hé, dat doet mij plezier I Kom binnen. Kom Je hier eten Wat zie je er afgemat uit 1 Je bent vermoeid, natuurlijk. Neen, neen, oude jongen, praat maar niet tegen, ik zie liet. Die reis heen en te rug en natuurlijk nog te vroeg om te dineeren. Toch geen slechte berich ten, hoop ik, Percy Neen, beste jongen, zei Percy, met zijn hand op den schouder van zijn neef. De graaf is als gewoonlijk, veronderstel ik zeker niet erger. De zaak, waarover zij mij wenschten te spreken betrof mijzelf, en was niet heel aangenaam maar laten wij daarover maar niet praten. Welk nieuws heb je voor mij, Charlie? Er kwam een blos op zijn knap ge laat. O 1 zei Charlie op zachten toon, alsof hij 7.oo vol was van het onder werp, dat hij niet wist, waarmee te beginnen, op mijn woord, Percy, die lui op de club zijn half gek van jaloe zie en onmenschlievendheid. Het is op een of andere manier bekend ge worden. Graaf Hudspiel zag je van nacht bij het rijtuig staan, en moet iets geraden hebben. Wat kan mij de lui op de club schelen, zei Percy met vergeeflijk, maar ingehouden ongeduld, vertel mij liever van H a a r zei Charlie. Wel Percy, ik ging er omstreeks twaalf uur heen en werd in de ontvangkamer gelaten. Er was uieniand en ik dacht al, dat noch zij noch Lady Devigne beneden war$n. Maar juist kwam zij binnen. Welnu, ik vertelde haar, dat er om je gezonden was, en legde haar uit, hoe eigenaardig die oude kerel par don hoe eigenaardig de graal was en toen gaf ik haar je brief. Percy, wat denk je dat zij deed Kan ik dat raden, zei Percy. Hem lezen, misschien Neen. Zij bracht hem aan haar lippen en kuste hem. Dat deed zij heusch. En ik dacht, dat het wel hard was. dat zij mij niet op dezelfde wij ze beloonde, in aanmerking genomen dat het briefje zoo kort en de bood schap, die ik uitspon, zoo lang was. Onbeschaamde, jeugdige vage bond lachte Percy. En toen.... O zuchtte de jongen, wij zaten zoo lang samen te praten voortdu rend over jou en den graafen het scheen haar maar niet te vervelen, ofschoon ik wel een uur bleof. En eindelijk oordeelde ik hel beier heen t© gaan ik was er niet op gesteld weggestuurd te worden en zij deed de deur van de serre open, om mij langs dien wog uit te laten En toen ging ik, Percy maar juist toen ik mij omkeerde, om nogmaals te groe ten, zag ik, hoe zij jouw brief in haar japon verborg. Percy wendde zich af, om den gloed te verbergen, dien hij wist, dat in zijn oogen schitterde. Haar op de proef 6tellen I dacht hij, alsof zij iets anders zou kunnen zijn dan oprechtJa, ik zal haar van avond alles vertellen. HOOFDSTUK IX. Nadat zij Charlie Merivale door de zijdeur had uitgelaten, bleef Lilian Devigne in de serre staan met den brief van Percy in haar hand, een rustelooze uitdrukking op haar ge laat, en een onbestemd gevoel van onrust in haar hart. Zij keek naar den brief en toen naar haar moeder, die op dat oogenblik de kamer bin nen kwam, en aan wie zij zonder een woord te spreken den brief gaf. Er kwam een sombere en raadselachtige uitdrukking op het gelaat van Lady Devigne. Naar Vering gegaan, om dien ouden heer, den graaf te ontmoeten Waar dient dat voor? Wat beteekent dut, Lilian Lilian haalde de schouders op. U kan het in den brief lezen, ma ma. Zijn neef bracht hem, en kon mij niets anders vertellen dan dat Percy Chester een boodschap had gekregen om over te komen evenals een knecht of een klerk. Lady Devigne zat nadenkend over den brief gebogen. Ik zou wel eens willen weten, waarom de graaf bem wenscht te spreken. Iets over het testament mis schien, of denk je, dat hij iets ge hoord kan hebben, en.... Zij zweeg en keek onrustig naar haar dochter. In aanmerking genomen, dot Percy Chester mij gisterenavond ten huwelijk vroeg, is dat wel heel on waarschijnlijk, mama. «Ja, ja, maar de menschen praten zoo. De oude man zou hebben kunnen hooren van de voortdurende attenties van Percy Chester en och. Jack Chester kan mij niet uitstaan wenscht ons niets goeds toe, en er kwam een zenuwachtige blos op haar gelaat. Hij was in die club uit vroe ger tijd, en weet nu ja, meer dan wij wel zouden willen, dat algemeen bekend was. Ik ben bang, dat de graaf die verbintenis niet met groot en thousiasme zou welkom heeten. Percy Chester is oud genoeg om zijn eigen meester te zijn en dan is er toch altijd nog het landgoed, zou ik zeggen. O, ja, zei Lady Devigne met ge fronste wenkbrauwenmaar nie mand weet hoe het daarmee staat, en men zegt, dat het goed zonder het gold van Lord Jack niets waard zou zijn, er staat zooveel hypotheek op. Ik hoop, dat alles in orde is, lieve Li lian, ter wille van Percy. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5