AARLEM'S DAGBLAD.
I
TWEEDE BLAD.
i A
DINSDAG 3 JANUARI 1911
OM ONS HEEN
No. 1260.
Eerepost of bezoldigde functie.
Do penningmeester» van veie ïlaor-
lomsche vereenigingen kijken in dezo
dagen naar hun ledenlijst om, daar
zij de cfuitantiën yoor contributie
moeten gaan schrijven. Ik wensch
hun toe, dat zij er niet al te veel
zullen terug ontvangen met een van
de voorwendsels, die menigeen
gemakkelijk over de lippen, of, zelfs,
uit de pen komen. „Ik heb al
dankt, ik was maar voor één jaar
lid, ik zal meneer wel nchrijv*
ziedaar de boodschappen, waarmee
menige quitantie retour gaat. Aan
termijn van opzegging stoort m<
zich niet, verreweg de meeste led<
hobben trouwens nooit het reglement
gelezen en weten het niet eens meer
terug te vinden. Zoo wordt vaak een
bijdrage aan een goed doel onthou
den en vraagt later een bestuursi' i
aan een gevluohten contribuant
„waarom heb je toch bedankt dan
is het antwoord vaak „och, je hoort
er zoo weinig van, ik weet zoo niet
wat de vereeniging doet."
Is die opmerking wel altijd onjuist?
Mogen we inderdaad en werkelijk
aannemen, dat de besturen van alle
vereenigingen zich daarvoor inspan
nen, iets meer doen, dan ze gaande
houden Ronduit gezegd, heb ik wel
eens een anderen indruk gekregen.
Zonder twijfel zijn er verschillende
menschen, die uit innerliiken aan
drang verbazend veel werk verrich
ten in het algemeen belang; wij
kennen allen namen van deze men
schen en noemen die met achting en
sympathie. Maar er wordt ook wel
geklaagd. Over secretarissen, die zich
niet genoeg aan de zaak gelegen laten
liggen. De secretaris toch is in veel
gevallen de ziel van de vereeniging
van hem moet. niet enkel de corres
pondentie en het houden van de no
tulen, maar dikwijls ook het initia
tief uitgaan. Welnu, ik heb voorzit
ters hooren pruttelen over hun secre
taris, hij liep niet warm voor de za
ken, wist de leden van de vereeniging
niet bijeen te houden, de leden van
het bestuur niet te animeeren. Kort
om, ze waren niet tevreden. En ais
je dan vroeg waarom hem dat dan
niet gezegd werd, trokken de voor
zitters een bedenkelijk gezicht. Hij
zou zooiets kwalijk nemen, ongenoe
gen wilden ze toch liever niet heb
ben.
Kan hot ook wezen, vroeg ik mij
*toen af, dat daarvoor een reden is
Van de werkkracht der menschen
wordt voor het onderhoud van het
gezin, de opvoeding van de kinderen,
telkens meer gevergd. Hun tijd wordt
dus kostbaarder. En zoo kwam van
zelf de vraag, of heit nuttig zou kun
nen wezen, als regel secretaris
sen van vereenigingen te salarieeren
in verhouding tot den arbeid, dien
de vereeniging eischt. Zijn we, zoo
mijmerde ik, in de steeds wisselende
verhoudingen in onze samenleving,
misschien nu juist tot het punt geko
men, dat de eerepost van vroeger ver
vangen moet worden door do bezol
digde functie
Di dezen geest deed ik een vraag
aan eenige bekende ingezetenen van
Haarlem, die van het vereenigïngs-
leven op de hoogte zijn. Verschillen
de hunner hadden de vriendelijkheid,
mij daarop te antwoorden, waarvoor
ik mijn oprechten dank betuig.
De navolgende beschouwing ontving
ik van Mr. A. A. VAN DER
MERSCH
Wanneer het geldt het secretariaat
van een vereeniging, die financieel
sterk is, en bovendien voor den secre
taris belangrijke en tijdroovonde
werkzaamheden medebrengt, dan
schijnt mij het salarieeren van den
secretaris billijk en ge wensch t, niet
zoozeer, om hem aan te sporen tot
ijver eu groote werkzaamheid, maar
veeleer, om hem voor zijne belang
rijke werkzaamheid te beloonen,
zoodoende in staat te stellen, om zoo
noodig andere werkzaamheden te la
ten varen, en zich rneer in het bijzon
der op het vervullen van dat
riaat toe te leggen.
Door het ontvangen van salaris
wordt de secretaris echter nog niet
een gewenschte drijfkracht Deze
dunkt mij, slechts te verwachten
iemand, die met hart en ziel met het
doel der vereeniging is ingenomen
de 8alarioering moet bijzaak zijn en
slechts beschouwd worden als eene
belooning voor de belangrijke werk
zaamheden, aan het secretariaat ver
bonden.
De bloei eener vereeniging staat
wel dikwijls In verband met den
ijver en de werkkracht van den secre
taris, maar zij is niet alleen van den
secretaris afhankelijk. Ook de andere
bestuursleden moeten stuwkracht
Ven.
Als regel acht ik salarieering
niet giewerischt. Wanneer de omvang
van den arbeid niet groot is, dan zal
eene salarieering naar dien omvang
berekend, hem niet tot meer ijver
aansporen. Slechts bij grooten om
vang salarieering, ter vergoeding
voor zijn omvangrijken arbeid.
In elk geval moet de secretaris lid
van hot bestuur zijn, waardoor zijne
belangstelling lueer gaande wordt
gehouden. Dan kan hu naast drijf
kracht ook stuwkracht zijn.
Is hij niet medelid van het bestuur,
dan zal hij slechts uitvoerder van de
besluiten van hel bestuur zijn. en
verantwoordelijkheid dragen als zoo
danig. doch wordt geen stuwkracht
van hem verwacht.
In het laatste geval schijnt mij sa
larieering in evenredigheid van den
omvang der werkzaamheden noodig.
(w. g.) A. A. VAN DER MERSCH
De meening van den lieer A. DE
CLERCQ blijkt uit de volgende rege
len
Mijn antwoord op uwe vraag, mij
in uw circulaire gedaan, zou ik als
volgt willen geven
Het hangt geheel af van de keuze
der personen, of een vereeniging al
dan niet zal bloeien. En dan lieb ik
in de eerste plaats hierbij op het oog
den voorzitter der vereeniging. Van
dezen toch behoort m. L de bezieling
en drijfkracht uil te gaan. De secre
taris komt eerst in de tweede plaats.
Wilde, men dezen eene belooning
toekennen in verhouding tot zijn ar
beid, dan zal dit gewoonlijk wel moe
ten afstuiten op den geldclijken toe
stand der vereeniging. Dat er groote
vereenigingen zijn, bij welke eene
dergelijke uitgave geen of weinig
gewicht in de schaal legt, is zeer wel
mogelijk, maar het overgroot© getal
der vereenigingen, die ten „nutte van
den medeniensch" zijn opgericht, ver-
keeren niet in zulke gunstige omstan
digheden, leven als het ware van de
hand in den tand.
Sprak ik zooeven van .den voorzit
ter in de eerste plaats, ook de secre
taris behoort de noodige warmte on
liefde voor bet doel, dat de vereeni
ging voorstaat, te bezitten.
En nu vraag ik mij af kan men
die bij een „gesalarieerde" zoeken
en van hem verlangen Ik meou dit
moeten ontkennen.
Is een secretariaat te veel omvat
tend, waardoor de keuze van een ge-
schikten secretaris bemoeilijkt wordt,
zoo geve men hem een hulp bij ziine
werkzaamheden voor rekening van
de vereenigiug, maar men zoeke hem
niet in den „gesalarieerden kring".
Een bestuur, waarvan een der leden
gesalarieerd wordt, geeft, dunkt mij,
geen waarborg voor goede onderlinge
verhoudingen en het bezwaar van
eventueele vervanging blijft toch
misschien nog meer dan anders
wegen, daar men om gevoelsredenen
slechts noode zal overgaan tot hot
vervangen van iemand, die bet sala
ris kan gebruiken.
Hoogachtend,
(w. g.) A. DE CLERCQ.
Dit laatste vereischt eenige toe
lichting.
Ik had namelijk, in mijn rond
schrijven, de quaestio aldus gesteld
„In zeer enkele groote vereenigin-
„gen is men er reeds toe overgegaan,
„den secretaris een salaris toe
„kennen.
„Daardoor wordt m. i een dubbel
„voordeel verkregen
„het bestuur kan hem eischen
„stollen en critiek doen hooren, in-
„dien hij zich nieit flink inspant
„als gevolg daarvan behoeven de^le-
„den niet te schromen, hem bij zijn
„periodiek aftreden door een geschlk-
„ter candid aal te vervangen
„de titularis zelf zal, daar immers
„zijn tijd betaald wordt, zich niet
„alleen verplicht, maar ook vrij ach-
„ten, om dien tijd aan de vereeniging
„te wijden.
„Weliswaar staat daar tegenover,
„dat het denkbeeld om een secreta-
„riaat als eerepost te beschouwen,
„verloren zal gaan, wat velen zullen
„gevoelen als een vermindering der
„poëzie in het leven. Er is, het valt
„ntet te ontkennen, iets nobels in,
„dat men ten nutte van den mede-
„mensch onbelaoklen arbeid ver
dicht."
Als slot, voor heden, de opinie van
den heer G. VAN DER MOST VAN
SPIJK
Als antwoord op de von u ontvan
gen circulaire dient, dat naar het
mij voorkomt, bij verschillende ver
eenigingen, waarin ik als voorzitter
of bestuurslid een werkzaam aandeel
neem, de werkzaamheden van den
secretaris het best worden waargeno
men, als hij dat werk doet. con
more, daar hij dan die werkzaam
heden alleen doet, omdat hij met
hart en ziel liet streven dier vereeni
ging is toegedaan, iets wat zeker van
groote waarde voor den bloei dier
vereeniging is.
(w. g.) G. VAN DER MOST
VAN SPIJK.
Voor een volgend artikel heb ik
nog eenige zeer belangrijke beschou
wingen over dit onderwerp.
J. C. P.
Buiten! awiscit Overzicht
UIT PORTUGAL
Volgens berichten uit Lissabon
hcerscht thau3 in de republiek de
meest volmaakte orde.
De voorloopige regeering hield op
Nieuwjaarsdag een receptie, die zeer
druk bezocht was.
Een stoet, bestaande uit eenige dui
zenden personen uit alle bevolkings
klassen, trok voorbij den president
Senhor Braga en den president van
den gemeenteraad en bracht beiden
heeren heiig roeten.
Toen in den loop der vorige week
geruchten omtrent ongeregeldheden
te Lissabon opdoken, heette het o. m.
dat de regcering leger eu \loot niet
meer kon vertrouwen. De Lissabon-
he berichtgever van de „Daily
Mail" heeft nu daaromtrent inlich
tingen aan den president verzocht
Deze ontkende beslist, dat de discipli
ne bij land- en 2eemucht ook maar
het gerinaste te wensehen zou laten
en als bewijs voor het tegendeel deel
de hij mede, dat alle regimenten in
de provmeie gelukwenschen aan de
regcering haduen gezonden.
DE SPAANSCHE POLITIEK,
wordt weer druk besproken, naar
aanleiding var» de wijzigingen in 't
ministerie. Het Berliner i ageblatt
verneemt uit Madrid, dat onderwijs
hervorming, een wet op vereenigin
gen, invoering van dienstplicht en op
lossing vau het zgn. Canarische
vraagstuk, de hoofdpunten zijn van
het programma, dat de premier Ca-
nalejus met zijn herzien ministerie
denkt te verwezenlijken.
DE DEFENSIE DER DUBBEL
MONARCHIE.
In den loop van 1911 zal met de
reeds lang voorbereide hervormingen
der weermacht van Oostenrijk-Hon-
garije oen begin gemaakt worden. Ge
lukt het de reaeerlng bij de gecombi
neerde vergadering der delegatie in
September a. s. de ncodige credieten
er door te krijgen, dan zal nog in den
loop van dit j'aar de hervorming in
zijn geheel tot stand komen. Het nieu
we ontwerp bevat een verkorten
diensttijd van 2 Jaar voor de infan
terie, een verhooging van het militie-
contingent met de helft, zoodat het
dan 154.000 man zal bedragen. Hier
mede gaat natuurlijk samen een groo
te vermeerdering van het leger op
oorlogssterkte, zondat men, zooals de
minister van Oorlog, van Schhnaich,
bij de sluiting van de laatste delega
tiezitting reeds deed opmerken, dan
toegerust zal zijn voor een oorlog
naar meer dan oön front. De sterkte
van het lager, op voet van oorlog, die
thans oneeveer 900.000 man bedraagt,
zal dan 1 1/2 millioen goedgeoefende
soldaten zijn, welke in 5 legerkorp
sen worden georganiseerd. Een
groot gedeelte van de tegenwoordige
landweer zal in tijd van oorlog bij
het leger nog worden ingelijfd. Ver
der zal de geheele veldartillerie gere
organiseerd worden.
VERVOLGDE MINISTERS.
In de Bulgaarsche Kamer zijn de
debatten over de inbeschuldigingstel
ling van eenige ministers uit de mi
nisteries Stamboelof voortgezet.
De vergadering duurde tot laat in
den nacht De meeste tijd werd inge
nomen door de verdedigingsrede van
den ottd-ininister Genatlief, die acht
uren acniereeu aan het woord bleef.
Zijn betoog maakte op de afgevaar
digden zulk een diepen indruk, dat
zijn tegenstanders de grootste moeite
hadden, om den door hom gewekten
irdruk te verzwakken, zoodat zij zelfs
hun toevlucht namen tot het uitoefe
nen van moreele pressie op hun wei
felende meedleden.
V\ aartoe de debatten zullen lelden
is nog niet bekend.
De uitdrukking
WREEDE TURKEN
is van puds bekend. In den laatsten
tijd na de moderniseering van 't rijk
des Sultans, heeft men de weinig
leieude benaming meestal weggela
ten.
Wie evenwel mocht denken, dot de
Turken met hun conservatieve ideeën,
ook hun wraanJustóii hebben afgelegd,
is niet goed op do hoogte. De lurken
olijven turken eu dus ook wreed van
karakter.
t Blijkt weer uit een interpellatie
in de iurksche Kamer over 't mis
handelen van politieke gevangenen.
De afgevaardigde Loefti Fakfi klaag
de daarover eu deed een voorstel om
een parlementaire enquête in te stel
len
Hij gaf o. a. een uitvoerige beschrij
ving van de folteringen, die men de
leden van het „geheime genoot
schap" had doen ondergaan. Als stuk
ken van overtuiging vertoonde hij een
zweep, een met bloed bevlekten stok
en een nagel, die aan een der gevan-
gonen was uitgerukt.
Uit het antwoord van den grootvi
zier viel af le leiden, dat de regee
ring niet bijster gesteld was op een
enquête en het desbetreffende voor
stel werd dan ook verworpen.
Dat de Turken wreed blijven, on
dervinden ook de volken, aan hun
heerschappij' onderworpen, o. a. de
Druzen.
Nog steeds duren de
GEVECHTEN TÜSSCHEN TURKEN
EN DRUZEN
voort. Nu wordt weer geseind, dat
in een gevecht tusschen Turksche
troepen jTn opstandelingen, die gewei
gerd hadden door hen te Kerak ge
roofde voorwerpen af te geven, 18
Druzen gedood-
Deze Druzen strijden nog al met vol
harding. Ten slotte zullen ze toch wel
geheel t onderspit moeten delven.
Evenzoo de Sultan van
MAROKKO TEGENOVER DE
MOGENDHEDEN.
De Spaansche regeering heeft een
telegram van den Spaanschen gezant
te Tanger ontvangen, waarin deze
modedeelt. dat een koerier hem is
komen zeggen, dat de Sultan de
Spaauscu-.Murökkaunscho overeen
komst ten volle heeft bekrachtigd en
aan El Mokri volmacht heeft gegeven
voor de onderteekenlng, die te Parijs
zal geschieden.
De gezondheidstoestand van
DEN GRIJZEN KEIZER
Franz Joseph goofl minder reden tot
bezorgdheid, dan de eerste berichten
deden vermoeden. Volgens nadere tij
dingen heeft de Keizer een zeer rusti-
gen Zondagnacht doorgebracht en is
hij Maandagochtend vroegtijdig opge
staan en aan zijn dagelijksche bezig
heden gegaan
De Keizer zal te Schonbrunn blij
ven, totdal hij geheel en al hersteld is.
Stadsnieuws
TENTOONSTELLING TE
DRESDEN.
Wij hebben al eens meegedeeld, dat
de Haarlemscbe IJsclub bezig is
een inzending bijeen te brengen van
artikelen, die op de ijssport betrek
king hebben voor de tentoonstelling
te Dresden in Juni 1911.
Wij lezen over de NedJerlandsche
inzending het volgende in het „Han
delsblad":
Op liet jongste congres van de In
ternationale Eisiauf-Vereinigung, te
Amsterdam gehouden, was besloten
tot deelneming aan de tentoonstel
ling voor hygiëne en sport, in
Juni 1911 te Dresden te houden. De
afdeeling wintersport werd in han
den gesteld van een comité uit de I.
E. V.hetwelk tot de verschillende le
den der I. E. V. de uitnoodiging richt
te, de zorg voor collectieve nationa
le inzendingen op zioh te willen
men. Zoo werd de Ned. Schaatsen-
ijdersbond uitgenoodigd zorg te wil
len dragen voor een collectieve Ned.
inzending. De aigemeene vergade
ring, te Utrecht gehouden, besloot,
onder aigemeene instemming, op dit
verzoek in te gaan.
Nederland zal dus te Dresden een
grooten naam hebben hoog te hou
den. Dit zaj slechts mogelijk rijn
dien a'lerwege het nationale gevoel
spreekt, en ieder zich beijvert in zijn
kring op ie sporen en los te krijgen,
wat voor het doel past
Zooals boven werd gezegd, zal de
inzending collectief zijn, echter met
dien verstande, dat elk stuk wordt
ingezonden op naam van den inzen-
der. De inzendingen moeten geschie
den aan liet adres van den heer
W. van Vloten, clubgebouw der Am-
steidiunsche IJsclub. Verdere kosten
voor de inzenders zijn uitgesloten,
terwijl alles wordt verzekerd tegen
diefstal, beschadiging, brand,
zoodul men met gerustheid, wat men
wil afstaan voor de tentoonstelling
aan het Nederlandsche Comité, be
staande uit de heeren mr. M. Mz. van
Heloms, B. W. van VloteD en dr. J.
A. Schutter, secretaris van den Ned.
Schaaisenrijdersbond, kan toever
trouwen. Fabrikanten worden niet
tot deelneming aan de tentoonstel
ling toegelaten.
Als tentoonstellingsvoorwerpen ko
men in aanmerking: lo. modellen,
plannen, toeken ingen, phologra-
phieën van ijsbanen en clubgebouwen
;de plannen etc. zoo mogelijk in lijst);
2o. schaatsen, sleden, arresleden
etc.; 3o. voorwerpen van historische
waarde, in de eerste plaats oude et
sen en gravures (liefst in lijst); <k>.
photo's van kampioenen en groote
ijssportfeesten: 5o. literatuur, jaar
verslagen, in liet bijzonder jubileums-
verslagen; 6o. verzameling van club
insignes; 7o. medailles, plaques, be
kers, voor zooverre zij kunst- of his
torische waarde bezitten.
Nederland, het historische land
van ijssport, zegt dr. Schutter in een
circulaire, is zonder twijfel rijk aan
dat alles. Moge daarom allerwege
ook bij personen en vereenigingen
buiten den N.S.B. staande, het natio
naliteitsgevoel dringen tot ernstig
streven, onze nationale inzending
schitterend te doen zijn."
Wat nu voor Nederland geldt, geldt
niet het minst Haarlem, waar het
nationale volksvermaak druk beoe
fend wordL
En Haarlemsche namen als van
Pander en Jaap Eden hebben onze
sta dj urenlang den faam verleend
van „de" schaatsenrijdersstad te zijn.
Nu is dat voorbij, maair wij kunnen
te Dresden laten zien, dat de ijs
sport alle eeuwen door te Haarlem
en in de omstreken is beoefend.
Majoor Van Wagtendonk, presi
dent der IJsclub, ontvangt gaarne
opgave van de voorwerpen, die men
in bruikleen zou willen
Onze Lachhoek
ILLUSIE.
Jonge arts (die plotseling herig
ongesteld wordt). HoeraDe vor
ste patiënt I
MONOLOOG.
Student. Akelig weer nu een»
warm, dan weer koud men weet
niet precies wat men beJeeuen moet1
DRONKAARDSLEVEN.
Ginder komt vader aan, moedert
Op welk trottoir, m'n kind
Op allebei, moeder
EEN KENNER.
A. Tegenwoordig beslaan er
geen ware vrienden meer op de we
reld
B. Jo hebt zeker ook getracht,
geld te leen te krijgen.
AANDUIDING.
- Kijk, kinderen, dat is de be
roemde dichter, die bij ons in cm
groenen band niet verguld op snee
ligt.
EEN ZACHTE WENK.
Heb je aan je vader geschreven,
dat je geld noodig hebt
Nee, maar ik heb den datum,
den 29sten, dik onderstreept
HET CONCERTGEBOUW-SEXTET.
Men schrijft ons
Dezer dagen wacht ons in „Do
Kroon" een niet alledaagsch kunst
genot. Dien avond treedt n.l. het
vermaarde Conecrtgebon w-Sext et
voor de eerste maal hier op.
Overal waar dit ensemble zich
laat hooren. heeft het enorm succes.
Het uiterst fijne en hoogst artistieke
spel dezer kunstenaars wekt alom
ieders aandacht.
De bezetting van dit Sextet bestent
uit fluit, hobo, clarinet, fagot, wald
hoorn en niano en dat zoo'n samen
stelling de aandacht heeft getrokken
van eenige grootmeester? der toon
kunst, bl"kt hieruit, dat Mozart,
Beethoven, Brahms en anderen, com
posities er voor geschreven hebben.
Van hun optreden in den Bosch
schrijft de s-Hertogenmossche Crt,
van 10 Dcc. j.L -. „Ook de virtuositeit,
do fijne pmzikale smaak van 't Con
certgebouw Sextet zijn verre boven
n lof. Het is een kamermu/.iek-
ensemble, welks samenspel getuigt
van zorgvuldige voorbereiding en de
gelijke studie. De vlekkelooze zuiver
heid zoowel als de techniek dwongen
te wandering af
De heer Sibmacher-Zijnen schrijft
van de uitvoering to Amsterdam, in
het Handelsblad van 29 Dec. j.L ..In
technische virtuositeit, gevoeligheid
van toon. beschaving van klank,
schijnt luii het blazers-ensemble be
zwaarlijk te overtreffen", en „de ge
heele uitvoering was een zeldzaam ge
not."
Ook van de sopraan-zangeres, me
vrouw Veth—Prince, en don pianist
Evert Cornelis wordt met veel waar
deering gewag gemaakt
Op het programma komt o. m. voor
het Septet op. 20 van Beethoven,
waarin onze oud-stadgenoot, de heer
Joh. Kerkhoff de altpartij zul vertol
ken.
Rubriek voor Vragen
Geabonnocrdea hebben liet voorrecht,
vragen op verschillend gebied, mils Toor
beantwoording vatbaar, in te r-enden bij do
Itedncüc van Haarlem s Dzgblad, Groot#
Hont-traai 63.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
pcgüTen on zoo spoedig mogulijlc.
Aan vragen, die niet volledig naam os
woonplaats van don inzender vermelden
wordt gcon aandacht reschonlcen.
VRAAG. Kunt u mij ook opgeven,
waar afgepaste schoorsteenmantels
verkrijgbaar zijn
ANTWOORD, 't Spijt ons. maar le
veranciers aanbevelen kunuen we
niet, omdat w© licht iemand zouden
vergeten en daardoor onbillijk wor
den.
VRAAG. Kun? u mij ook adressen
opgeven van graphologcn, al of niet
medewerkend aan een n-urant?
ANTWOORD. Evenmin als op do vo
rige, kunnen w© op deze v.-aag ant
woorden u zult een advertentie die
nen te plaatsen.
VRAAG. Kunt u mij ook zeggen, bij
wien ik mij vervoegen moet, om ltd
van een geheei-outhouders-vereeni-
ging te dezer stede le worden
ANTWOORD. Hier ter eted© zijn
verschillende onthouders-vereen: gin
gen de afd. Haarlem van d© Xed.
Vereeniging lot afschaffing van ulco-
FEUILLETON
Naar bei Eiigelsch
door
CHARLES GARVICE.
27)
Ik ben, vervolgde Porcy,
wol bekend bij de consuls te New-
York en Philadelphia, en ill stel
anij te hunner dispositie. Ik weiger
absoluut en nadrukkelijk hot kind
af te staan, en dat is het laatste
woord, dat ik heb te zeggen.
Tot verbazing-van iedereen, Percy
inbegrepen, scheen de Yankee-be
ambte volkomen voldaan.
Misschien heeft u gelijk, sir. Och,
een Indiaunscho is eigenlijk ook niet
de moeite waard, dat men er over
twistik zal uw naam en adres op-
teekenen en och, waardin, breng
dio kleine naar bed eu de gentleman
wil ons zeker wel de eer aandoen,
zich bij ons aan te sluiten. Geef eens
een rondje.
Porcy knikte en in nlaats van hel
Kind aan de vrouw over te laten, zei-
de hij
Ga maar voorIk zal haar
dragon.
Na een kaars van ©en tinnen kan
delaar genomen te hebben, ging de
waardin hen voor naar een kleine
kamer, en stapelde in groote haast
een menigte bontwerk op elkaar.
De koningin zou het niet beter
kunnen wenschen, vreemdeling,
zei ze. In een ommezien zal ze
heerlijk warm en in het land der
drooinen zijn.
Percy bedankte haai- hartelijk en
legde het kind, omringd door bont
werk, neer op liet punt de vrouw te
volgen, keek hij met aandacht naar
het kleine venster te klein om een
man door te laten dat in de hoogte
tegen den zolder van het kamertje
was aangebracht. Hij merkte op, dat
er geen andere uitgang was, behalve
de deur. waardoor zij waren binnen
gekomen, en deze kwam direct in de
gelagkamer uit.
Als ik mijn oog op die deur ge
vestigd houd, dan is het kind veilig.
dacht hij, en nu moet ik den
weg naar de naaste stad trachten te
weten te komen.
Hij nam zijn stoel bii de tafel weer
in, waaromheen de mannen zic-h ge
schaard hadden, vol belangstelling
voor den postmeester, die een hoop
brieven uitzocht, welke bij uit zijn
tasch had genomen.
Baas, dat is voor jou, aei hij,
terwijl hij den herbergier een brief
toewierp. Finny, mijn jongen,
hier ziin er twee voor jou. en
Hij hield plotseling op en staarde
naar het tabakszakje van Percy.
ach; u misschien iets. vreem
deling? zei hij tol Percy, meteen
si uwen wenk tol het gezelschap.
Neen, zei Percy, dat doe ik
zeker niet, vriend.
Wel, dan mag u dit wel be
schouwen als een onverwachte zegen,
zei de postmeesteren niet een
triomfantelijken glimlach haalde hij
een brief, die sporen liet zien van
reeds door veel handen gegaan te
zijn, te voorschijn. U zegt immers,
dat uw naam Percy Chester i3
Juist, zei Percy, niet zooveel
verbazing, als hem mogelijk was.
Hoe kan ik weten, of dat waar
is zei de postmeester met echt
of gemaakt wantrouwen.
Ten eerste, omdat u het mij
heeft hooren zeggen.
Ja. maar hoe kan ik nu weten,
of u de ware Percy Chester is
zei de postmeesier, zijn hoofd
schuddend. - Omdat, ging hij
voort, dit. tabakszakje mij dat
vertelt en met een zelfvoldaan
air wees hij op het zilveren wapen
op het zakje, én daarna op het wa
pen op de enveloppe in zijn hand
Heel goed bedacht, zei hij.
De brief komt mij ongetwijfeld
toe. zei Percy.
En daar is hij, zei de man,
vol zelfvoldaanheid don brief over-
handigend.
Percy nam deis brief aan en ging
er mee naar een der brandende kaar
sen. Alvorens het regel te verbreken,
wendde bij zich tot den postmeester.
Dat is toch wel iets heel buiten
gewoons, dat een brief iemand zoo
nareist, nietwaar vroeg bij.
Hij schijnt mij gevolgd te zijn al
Drie weken lang, zei de man.
Ja, onze natie is niet zoo mis,
vreemdeling; en als wii op een enve
loppe zien staan „Door te zenden",
dan zenden wij ook door eu wij ver
stoppen hem niet In een loketje, zoo-
als de Engelscheu doen. Nu moet ik
u verzoeken, oni vier dollars extra-
port en een bewijs van ontvangst.
Hier zijn beide, zei Percy,
terwijl hij" liét geld op de tafel legde
en het boek van den postmeester
toekende, en het minst wat ik doen
kan, Ls mijn dank in iets meer sub
stantieels dan woorden over te kren
gen, en hij gaf den waard een
wenk.
Terwijl de man weg ging om whis
ky te halen, maakte Percy den brief
open en las
„Geachte Heer.
„Als u nog niet op weg is naar
„huis, wat Ik hoop en vertrouw,
„dat zoo zijn zal, scheep u dan
„dadelijk in. De graaf gaat zeer
„achteruit, en u ie hier
„hoog noodig!
„Met de meeste hoogachting
„toeken ik mij
Uw trouwe dienaar
STEPHEN CRINGE."
Percy bleef een oogenblik ernstig
staan nadenken. Toen wendde hij
zich weer tot den postmeester.
-- Hoe lang is doze brief al in uw
bezit?
Drie weken, niet langer en niet
korter, vreemdeling, en hij is heel
toevallig in mijn bezit gekomen. U
moet weten, dat de brief een dag op
het hoofdpostkantoor lag, voordat wii
wisten welken kant u was uitgegaan,
toen zei ik „Ik zal hem meenemen,
en mijn hoofd er af als tk hem nlet
ergens ontmoet", en nu kan ik mijn
hoofd behouden.
U heeft mij een grooten dienst
bewezen. zei Percy eenvoudig.
Deze brief roept mij onmiddellijk
naar Engeland terug. Kan u mij ook
den vlugsten weg daarheen wijzen
Wie zou dat beter kunnen, dan
ik, zei de postmeester, en daarop
maakte hij zijn vinger nat in zijn
glas whisky. Zie -hier, vreemde
ling, snel maakte hij met zijn nat
ten vinger een teekeniug op de tafel,
dit hier is Wanahi ver westelijk
dit het dichtstbijzijnde station op de
Canadian Pacific dit zijn plaatsen
allemaal in één lijn, verscheidene
dorpen en nederzettingen. Te x&men
eenige honderden mijten door
sneeuw en bosschen, cru te heren en
Indianen
Och 1 zei Percy, hei kind i
Het kind. herhaalde Mr.
Jackson, die met gemaakte onver
schilligheid had staar, luisteren,
maak u daarover niet bezorgd, mijn
beer. Ik zal wel voor haar zorgen.
Wat meer is. ik zal er werk van
maken, dat zij weer bij haar eigen
stam terugkomt. Ik ken haar wel.
Hoe is haar naam zei Percy
bedaard.
Mr. Jackson aarzelde, stood daar
na op het punt te liegen, wat duide
lijk op zijn gelaat te lezen stond,
toen de leugen van zijn lippen rer-
dreven werd door een ploioeting «te*
geraas buiten.
Wat is dat? riep dc pc*
meester uit. reizigers
Nog altijd hoorden zij het eigerv
aardig gedreun voor een oogenetic
heel duidelijk en daarna steeds
zwakker en zwakker. Do waard
spreng met een loek van de tafel
af, waarop hij met buugelend© beo-
nen had gezeten.
Het zijn de paarden
Iedereen sprong op en keek den
ander aait.
Voor den drommel Waarom
gaan wij «r niet heen rtep de
postmeester uit
(Wordt vervolgd).