AARLEM'S DAGBLAD. I TWEEDE BLAD. i A DINSDAG 3 JANUARI 1911 OM ONS HEEN No. 1260. Eerepost of bezoldigde functie. Do penningmeester» van veie ïlaor- lomsche vereenigingen kijken in dezo dagen naar hun ledenlijst om, daar zij de cfuitantiën yoor contributie moeten gaan schrijven. Ik wensch hun toe, dat zij er niet al te veel zullen terug ontvangen met een van de voorwendsels, die menigeen gemakkelijk over de lippen, of, zelfs, uit de pen komen. „Ik heb al dankt, ik was maar voor één jaar lid, ik zal meneer wel nchrijv* ziedaar de boodschappen, waarmee menige quitantie retour gaat. Aan termijn van opzegging stoort m< zich niet, verreweg de meeste led< hobben trouwens nooit het reglement gelezen en weten het niet eens meer terug te vinden. Zoo wordt vaak een bijdrage aan een goed doel onthou den en vraagt later een bestuursi' i aan een gevluohten contribuant „waarom heb je toch bedankt dan is het antwoord vaak „och, je hoort er zoo weinig van, ik weet zoo niet wat de vereeniging doet." Is die opmerking wel altijd onjuist? Mogen we inderdaad en werkelijk aannemen, dat de besturen van alle vereenigingen zich daarvoor inspan nen, iets meer doen, dan ze gaande houden Ronduit gezegd, heb ik wel eens een anderen indruk gekregen. Zonder twijfel zijn er verschillende menschen, die uit innerliiken aan drang verbazend veel werk verrich ten in het algemeen belang; wij kennen allen namen van deze men schen en noemen die met achting en sympathie. Maar er wordt ook wel geklaagd. Over secretarissen, die zich niet genoeg aan de zaak gelegen laten liggen. De secretaris toch is in veel gevallen de ziel van de vereeniging van hem moet. niet enkel de corres pondentie en het houden van de no tulen, maar dikwijls ook het initia tief uitgaan. Welnu, ik heb voorzit ters hooren pruttelen over hun secre taris, hij liep niet warm voor de za ken, wist de leden van de vereeniging niet bijeen te houden, de leden van het bestuur niet te animeeren. Kort om, ze waren niet tevreden. En ais je dan vroeg waarom hem dat dan niet gezegd werd, trokken de voor zitters een bedenkelijk gezicht. Hij zou zooiets kwalijk nemen, ongenoe gen wilden ze toch liever niet heb ben. Kan hot ook wezen, vroeg ik mij *toen af, dat daarvoor een reden is Van de werkkracht der menschen wordt voor het onderhoud van het gezin, de opvoeding van de kinderen, telkens meer gevergd. Hun tijd wordt dus kostbaarder. En zoo kwam van zelf de vraag, of heit nuttig zou kun nen wezen, als regel secretaris sen van vereenigingen te salarieeren in verhouding tot den arbeid, dien de vereeniging eischt. Zijn we, zoo mijmerde ik, in de steeds wisselende verhoudingen in onze samenleving, misschien nu juist tot het punt geko men, dat de eerepost van vroeger ver vangen moet worden door do bezol digde functie Di dezen geest deed ik een vraag aan eenige bekende ingezetenen van Haarlem, die van het vereenigïngs- leven op de hoogte zijn. Verschillen de hunner hadden de vriendelijkheid, mij daarop te antwoorden, waarvoor ik mijn oprechten dank betuig. De navolgende beschouwing ontving ik van Mr. A. A. VAN DER MERSCH Wanneer het geldt het secretariaat van een vereeniging, die financieel sterk is, en bovendien voor den secre taris belangrijke en tijdroovonde werkzaamheden medebrengt, dan schijnt mij het salarieeren van den secretaris billijk en ge wensch t, niet zoozeer, om hem aan te sporen tot ijver eu groote werkzaamheid, maar veeleer, om hem voor zijne belang rijke werkzaamheid te beloonen, zoodoende in staat te stellen, om zoo noodig andere werkzaamheden te la ten varen, en zich rneer in het bijzon der op het vervullen van dat riaat toe te leggen. Door het ontvangen van salaris wordt de secretaris echter nog niet een gewenschte drijfkracht Deze dunkt mij, slechts te verwachten iemand, die met hart en ziel met het doel der vereeniging is ingenomen de 8alarioering moet bijzaak zijn en slechts beschouwd worden als eene belooning voor de belangrijke werk zaamheden, aan het secretariaat ver bonden. De bloei eener vereeniging staat wel dikwijls In verband met den ijver en de werkkracht van den secre taris, maar zij is niet alleen van den secretaris afhankelijk. Ook de andere bestuursleden moeten stuwkracht Ven. Als regel acht ik salarieering niet giewerischt. Wanneer de omvang van den arbeid niet groot is, dan zal eene salarieering naar dien omvang berekend, hem niet tot meer ijver aansporen. Slechts bij grooten om vang salarieering, ter vergoeding voor zijn omvangrijken arbeid. In elk geval moet de secretaris lid van hot bestuur zijn, waardoor zijne belangstelling lueer gaande wordt gehouden. Dan kan hu naast drijf kracht ook stuwkracht zijn. Is hij niet medelid van het bestuur, dan zal hij slechts uitvoerder van de besluiten van hel bestuur zijn. en verantwoordelijkheid dragen als zoo danig. doch wordt geen stuwkracht van hem verwacht. In het laatste geval schijnt mij sa larieering in evenredigheid van den omvang der werkzaamheden noodig. (w. g.) A. A. VAN DER MERSCH De meening van den lieer A. DE CLERCQ blijkt uit de volgende rege len Mijn antwoord op uwe vraag, mij in uw circulaire gedaan, zou ik als volgt willen geven Het hangt geheel af van de keuze der personen, of een vereeniging al dan niet zal bloeien. En dan lieb ik in de eerste plaats hierbij op het oog den voorzitter der vereeniging. Van dezen toch behoort m. L de bezieling en drijfkracht uil te gaan. De secre taris komt eerst in de tweede plaats. Wilde, men dezen eene belooning toekennen in verhouding tot zijn ar beid, dan zal dit gewoonlijk wel moe ten afstuiten op den geldclijken toe stand der vereeniging. Dat er groote vereenigingen zijn, bij welke eene dergelijke uitgave geen of weinig gewicht in de schaal legt, is zeer wel mogelijk, maar het overgroot© getal der vereenigingen, die ten „nutte van den medeniensch" zijn opgericht, ver- keeren niet in zulke gunstige omstan digheden, leven als het ware van de hand in den tand. Sprak ik zooeven van .den voorzit ter in de eerste plaats, ook de secre taris behoort de noodige warmte on liefde voor bet doel, dat de vereeni ging voorstaat, te bezitten. En nu vraag ik mij af kan men die bij een „gesalarieerde" zoeken en van hem verlangen Ik meou dit moeten ontkennen. Is een secretariaat te veel omvat tend, waardoor de keuze van een ge- schikten secretaris bemoeilijkt wordt, zoo geve men hem een hulp bij ziine werkzaamheden voor rekening van de vereenigiug, maar men zoeke hem niet in den „gesalarieerden kring". Een bestuur, waarvan een der leden gesalarieerd wordt, geeft, dunkt mij, geen waarborg voor goede onderlinge verhoudingen en het bezwaar van eventueele vervanging blijft toch misschien nog meer dan anders wegen, daar men om gevoelsredenen slechts noode zal overgaan tot hot vervangen van iemand, die bet sala ris kan gebruiken. Hoogachtend, (w. g.) A. DE CLERCQ. Dit laatste vereischt eenige toe lichting. Ik had namelijk, in mijn rond schrijven, de quaestio aldus gesteld „In zeer enkele groote vereenigin- „gen is men er reeds toe overgegaan, „den secretaris een salaris toe „kennen. „Daardoor wordt m. i een dubbel „voordeel verkregen „het bestuur kan hem eischen „stollen en critiek doen hooren, in- „dien hij zich nieit flink inspant „als gevolg daarvan behoeven de^le- „den niet te schromen, hem bij zijn „periodiek aftreden door een geschlk- „ter candid aal te vervangen „de titularis zelf zal, daar immers „zijn tijd betaald wordt, zich niet „alleen verplicht, maar ook vrij ach- „ten, om dien tijd aan de vereeniging „te wijden. „Weliswaar staat daar tegenover, „dat het denkbeeld om een secreta- „riaat als eerepost te beschouwen, „verloren zal gaan, wat velen zullen „gevoelen als een vermindering der „poëzie in het leven. Er is, het valt „ntet te ontkennen, iets nobels in, „dat men ten nutte van den mede- „mensch onbelaoklen arbeid ver dicht." Als slot, voor heden, de opinie van den heer G. VAN DER MOST VAN SPIJK Als antwoord op de von u ontvan gen circulaire dient, dat naar het mij voorkomt, bij verschillende ver eenigingen, waarin ik als voorzitter of bestuurslid een werkzaam aandeel neem, de werkzaamheden van den secretaris het best worden waargeno men, als hij dat werk doet. con more, daar hij dan die werkzaam heden alleen doet, omdat hij met hart en ziel liet streven dier vereeni ging is toegedaan, iets wat zeker van groote waarde voor den bloei dier vereeniging is. (w. g.) G. VAN DER MOST VAN SPIJK. Voor een volgend artikel heb ik nog eenige zeer belangrijke beschou wingen over dit onderwerp. J. C. P. Buiten! awiscit Overzicht UIT PORTUGAL Volgens berichten uit Lissabon hcerscht thau3 in de republiek de meest volmaakte orde. De voorloopige regeering hield op Nieuwjaarsdag een receptie, die zeer druk bezocht was. Een stoet, bestaande uit eenige dui zenden personen uit alle bevolkings klassen, trok voorbij den president Senhor Braga en den president van den gemeenteraad en bracht beiden heeren heiig roeten. Toen in den loop der vorige week geruchten omtrent ongeregeldheden te Lissabon opdoken, heette het o. m. dat de regcering leger eu \loot niet meer kon vertrouwen. De Lissabon- he berichtgever van de „Daily Mail" heeft nu daaromtrent inlich tingen aan den president verzocht Deze ontkende beslist, dat de discipli ne bij land- en 2eemucht ook maar het gerinaste te wensehen zou laten en als bewijs voor het tegendeel deel de hij mede, dat alle regimenten in de provmeie gelukwenschen aan de regcering haduen gezonden. DE SPAANSCHE POLITIEK, wordt weer druk besproken, naar aanleiding var» de wijzigingen in 't ministerie. Het Berliner i ageblatt verneemt uit Madrid, dat onderwijs hervorming, een wet op vereenigin gen, invoering van dienstplicht en op lossing vau het zgn. Canarische vraagstuk, de hoofdpunten zijn van het programma, dat de premier Ca- nalejus met zijn herzien ministerie denkt te verwezenlijken. DE DEFENSIE DER DUBBEL MONARCHIE. In den loop van 1911 zal met de reeds lang voorbereide hervormingen der weermacht van Oostenrijk-Hon- garije oen begin gemaakt worden. Ge lukt het de reaeerlng bij de gecombi neerde vergadering der delegatie in September a. s. de ncodige credieten er door te krijgen, dan zal nog in den loop van dit j'aar de hervorming in zijn geheel tot stand komen. Het nieu we ontwerp bevat een verkorten diensttijd van 2 Jaar voor de infan terie, een verhooging van het militie- contingent met de helft, zoodat het dan 154.000 man zal bedragen. Hier mede gaat natuurlijk samen een groo te vermeerdering van het leger op oorlogssterkte, zondat men, zooals de minister van Oorlog, van Schhnaich, bij de sluiting van de laatste delega tiezitting reeds deed opmerken, dan toegerust zal zijn voor een oorlog naar meer dan oön front. De sterkte van het lager, op voet van oorlog, die thans oneeveer 900.000 man bedraagt, zal dan 1 1/2 millioen goedgeoefende soldaten zijn, welke in 5 legerkorp sen worden georganiseerd. Een groot gedeelte van de tegenwoordige landweer zal in tijd van oorlog bij het leger nog worden ingelijfd. Ver der zal de geheele veldartillerie gere organiseerd worden. VERVOLGDE MINISTERS. In de Bulgaarsche Kamer zijn de debatten over de inbeschuldigingstel ling van eenige ministers uit de mi nisteries Stamboelof voortgezet. De vergadering duurde tot laat in den nacht De meeste tijd werd inge nomen door de verdedigingsrede van den ottd-ininister Genatlief, die acht uren acniereeu aan het woord bleef. Zijn betoog maakte op de afgevaar digden zulk een diepen indruk, dat zijn tegenstanders de grootste moeite hadden, om den door hom gewekten irdruk te verzwakken, zoodat zij zelfs hun toevlucht namen tot het uitoefe nen van moreele pressie op hun wei felende meedleden. V\ aartoe de debatten zullen lelden is nog niet bekend. De uitdrukking WREEDE TURKEN is van puds bekend. In den laatsten tijd na de moderniseering van 't rijk des Sultans, heeft men de weinig leieude benaming meestal weggela ten. Wie evenwel mocht denken, dot de Turken met hun conservatieve ideeën, ook hun wraanJustóii hebben afgelegd, is niet goed op do hoogte. De lurken olijven turken eu dus ook wreed van karakter. t Blijkt weer uit een interpellatie in de iurksche Kamer over 't mis handelen van politieke gevangenen. De afgevaardigde Loefti Fakfi klaag de daarover eu deed een voorstel om een parlementaire enquête in te stel len Hij gaf o. a. een uitvoerige beschrij ving van de folteringen, die men de leden van het „geheime genoot schap" had doen ondergaan. Als stuk ken van overtuiging vertoonde hij een zweep, een met bloed bevlekten stok en een nagel, die aan een der gevan- gonen was uitgerukt. Uit het antwoord van den grootvi zier viel af le leiden, dat de regee ring niet bijster gesteld was op een enquête en het desbetreffende voor stel werd dan ook verworpen. Dat de Turken wreed blijven, on dervinden ook de volken, aan hun heerschappij' onderworpen, o. a. de Druzen. Nog steeds duren de GEVECHTEN TÜSSCHEN TURKEN EN DRUZEN voort. Nu wordt weer geseind, dat in een gevecht tusschen Turksche troepen jTn opstandelingen, die gewei gerd hadden door hen te Kerak ge roofde voorwerpen af te geven, 18 Druzen gedood- Deze Druzen strijden nog al met vol harding. Ten slotte zullen ze toch wel geheel t onderspit moeten delven. Evenzoo de Sultan van MAROKKO TEGENOVER DE MOGENDHEDEN. De Spaansche regeering heeft een telegram van den Spaanschen gezant te Tanger ontvangen, waarin deze modedeelt. dat een koerier hem is komen zeggen, dat de Sultan de Spaauscu-.Murökkaunscho overeen komst ten volle heeft bekrachtigd en aan El Mokri volmacht heeft gegeven voor de onderteekenlng, die te Parijs zal geschieden. De gezondheidstoestand van DEN GRIJZEN KEIZER Franz Joseph goofl minder reden tot bezorgdheid, dan de eerste berichten deden vermoeden. Volgens nadere tij dingen heeft de Keizer een zeer rusti- gen Zondagnacht doorgebracht en is hij Maandagochtend vroegtijdig opge staan en aan zijn dagelijksche bezig heden gegaan De Keizer zal te Schonbrunn blij ven, totdal hij geheel en al hersteld is. Stadsnieuws TENTOONSTELLING TE DRESDEN. Wij hebben al eens meegedeeld, dat de Haarlemscbe IJsclub bezig is een inzending bijeen te brengen van artikelen, die op de ijssport betrek king hebben voor de tentoonstelling te Dresden in Juni 1911. Wij lezen over de NedJerlandsche inzending het volgende in het „Han delsblad": Op liet jongste congres van de In ternationale Eisiauf-Vereinigung, te Amsterdam gehouden, was besloten tot deelneming aan de tentoonstel ling voor hygiëne en sport, in Juni 1911 te Dresden te houden. De afdeeling wintersport werd in han den gesteld van een comité uit de I. E. V.hetwelk tot de verschillende le den der I. E. V. de uitnoodiging richt te, de zorg voor collectieve nationa le inzendingen op zioh te willen men. Zoo werd de Ned. Schaatsen- ijdersbond uitgenoodigd zorg te wil len dragen voor een collectieve Ned. inzending. De aigemeene vergade ring, te Utrecht gehouden, besloot, onder aigemeene instemming, op dit verzoek in te gaan. Nederland zal dus te Dresden een grooten naam hebben hoog te hou den. Dit zaj slechts mogelijk rijn dien a'lerwege het nationale gevoel spreekt, en ieder zich beijvert in zijn kring op ie sporen en los te krijgen, wat voor het doel past Zooals boven werd gezegd, zal de inzending collectief zijn, echter met dien verstande, dat elk stuk wordt ingezonden op naam van den inzen- der. De inzendingen moeten geschie den aan liet adres van den heer W. van Vloten, clubgebouw der Am- steidiunsche IJsclub. Verdere kosten voor de inzenders zijn uitgesloten, terwijl alles wordt verzekerd tegen diefstal, beschadiging, brand, zoodul men met gerustheid, wat men wil afstaan voor de tentoonstelling aan het Nederlandsche Comité, be staande uit de heeren mr. M. Mz. van Heloms, B. W. van VloteD en dr. J. A. Schutter, secretaris van den Ned. Schaaisenrijdersbond, kan toever trouwen. Fabrikanten worden niet tot deelneming aan de tentoonstel ling toegelaten. Als tentoonstellingsvoorwerpen ko men in aanmerking: lo. modellen, plannen, toeken ingen, phologra- phieën van ijsbanen en clubgebouwen ;de plannen etc. zoo mogelijk in lijst); 2o. schaatsen, sleden, arresleden etc.; 3o. voorwerpen van historische waarde, in de eerste plaats oude et sen en gravures (liefst in lijst); <k>. photo's van kampioenen en groote ijssportfeesten: 5o. literatuur, jaar verslagen, in liet bijzonder jubileums- verslagen; 6o. verzameling van club insignes; 7o. medailles, plaques, be kers, voor zooverre zij kunst- of his torische waarde bezitten. Nederland, het historische land van ijssport, zegt dr. Schutter in een circulaire, is zonder twijfel rijk aan dat alles. Moge daarom allerwege ook bij personen en vereenigingen buiten den N.S.B. staande, het natio naliteitsgevoel dringen tot ernstig streven, onze nationale inzending schitterend te doen zijn." Wat nu voor Nederland geldt, geldt niet het minst Haarlem, waar het nationale volksvermaak druk beoe fend wordL En Haarlemsche namen als van Pander en Jaap Eden hebben onze sta dj urenlang den faam verleend van „de" schaatsenrijdersstad te zijn. Nu is dat voorbij, maair wij kunnen te Dresden laten zien, dat de ijs sport alle eeuwen door te Haarlem en in de omstreken is beoefend. Majoor Van Wagtendonk, presi dent der IJsclub, ontvangt gaarne opgave van de voorwerpen, die men in bruikleen zou willen Onze Lachhoek ILLUSIE. Jonge arts (die plotseling herig ongesteld wordt). HoeraDe vor ste patiënt I MONOLOOG. Student. Akelig weer nu een» warm, dan weer koud men weet niet precies wat men beJeeuen moet1 DRONKAARDSLEVEN. Ginder komt vader aan, moedert Op welk trottoir, m'n kind Op allebei, moeder EEN KENNER. A. Tegenwoordig beslaan er geen ware vrienden meer op de we reld B. Jo hebt zeker ook getracht, geld te leen te krijgen. AANDUIDING. - Kijk, kinderen, dat is de be roemde dichter, die bij ons in cm groenen band niet verguld op snee ligt. EEN ZACHTE WENK. Heb je aan je vader geschreven, dat je geld noodig hebt Nee, maar ik heb den datum, den 29sten, dik onderstreept HET CONCERTGEBOUW-SEXTET. Men schrijft ons Dezer dagen wacht ons in „Do Kroon" een niet alledaagsch kunst genot. Dien avond treedt n.l. het vermaarde Conecrtgebon w-Sext et voor de eerste maal hier op. Overal waar dit ensemble zich laat hooren. heeft het enorm succes. Het uiterst fijne en hoogst artistieke spel dezer kunstenaars wekt alom ieders aandacht. De bezetting van dit Sextet bestent uit fluit, hobo, clarinet, fagot, wald hoorn en niano en dat zoo'n samen stelling de aandacht heeft getrokken van eenige grootmeester? der toon kunst, bl"kt hieruit, dat Mozart, Beethoven, Brahms en anderen, com posities er voor geschreven hebben. Van hun optreden in den Bosch schrijft de s-Hertogenmossche Crt, van 10 Dcc. j.L -. „Ook de virtuositeit, do fijne pmzikale smaak van 't Con certgebouw Sextet zijn verre boven n lof. Het is een kamermu/.iek- ensemble, welks samenspel getuigt van zorgvuldige voorbereiding en de gelijke studie. De vlekkelooze zuiver heid zoowel als de techniek dwongen te wandering af De heer Sibmacher-Zijnen schrijft van de uitvoering to Amsterdam, in het Handelsblad van 29 Dec. j.L ..In technische virtuositeit, gevoeligheid van toon. beschaving van klank, schijnt luii het blazers-ensemble be zwaarlijk te overtreffen", en „de ge heele uitvoering was een zeldzaam ge not." Ook van de sopraan-zangeres, me vrouw Veth—Prince, en don pianist Evert Cornelis wordt met veel waar deering gewag gemaakt Op het programma komt o. m. voor het Septet op. 20 van Beethoven, waarin onze oud-stadgenoot, de heer Joh. Kerkhoff de altpartij zul vertol ken. Rubriek voor Vragen Geabonnocrdea hebben liet voorrecht, vragen op verschillend gebied, mils Toor beantwoording vatbaar, in te r-enden bij do Itedncüc van Haarlem s Dzgblad, Groot# Hont-traai 63. Alle antwoorden worden geheel kosteloos pcgüTen on zoo spoedig mogulijlc. Aan vragen, die niet volledig naam os woonplaats van don inzender vermelden wordt gcon aandacht reschonlcen. VRAAG. Kunt u mij ook opgeven, waar afgepaste schoorsteenmantels verkrijgbaar zijn ANTWOORD, 't Spijt ons. maar le veranciers aanbevelen kunuen we niet, omdat w© licht iemand zouden vergeten en daardoor onbillijk wor den. VRAAG. Kun? u mij ook adressen opgeven van graphologcn, al of niet medewerkend aan een n-urant? ANTWOORD. Evenmin als op do vo rige, kunnen w© op deze v.-aag ant woorden u zult een advertentie die nen te plaatsen. VRAAG. Kunt u mij ook zeggen, bij wien ik mij vervoegen moet, om ltd van een geheei-outhouders-vereeni- ging te dezer stede le worden ANTWOORD. Hier ter eted© zijn verschillende onthouders-vereen: gin gen de afd. Haarlem van d© Xed. Vereeniging lot afschaffing van ulco- FEUILLETON Naar bei Eiigelsch door CHARLES GARVICE. 27) Ik ben, vervolgde Porcy, wol bekend bij de consuls te New- York en Philadelphia, en ill stel anij te hunner dispositie. Ik weiger absoluut en nadrukkelijk hot kind af te staan, en dat is het laatste woord, dat ik heb te zeggen. Tot verbazing-van iedereen, Percy inbegrepen, scheen de Yankee-be ambte volkomen voldaan. Misschien heeft u gelijk, sir. Och, een Indiaunscho is eigenlijk ook niet de moeite waard, dat men er over twistik zal uw naam en adres op- teekenen en och, waardin, breng dio kleine naar bed eu de gentleman wil ons zeker wel de eer aandoen, zich bij ons aan te sluiten. Geef eens een rondje. Porcy knikte en in nlaats van hel Kind aan de vrouw over te laten, zei- de hij Ga maar voorIk zal haar dragon. Na een kaars van ©en tinnen kan delaar genomen te hebben, ging de waardin hen voor naar een kleine kamer, en stapelde in groote haast een menigte bontwerk op elkaar. De koningin zou het niet beter kunnen wenschen, vreemdeling, zei ze. In een ommezien zal ze heerlijk warm en in het land der drooinen zijn. Percy bedankte haai- hartelijk en legde het kind, omringd door bont werk, neer op liet punt de vrouw te volgen, keek hij met aandacht naar het kleine venster te klein om een man door te laten dat in de hoogte tegen den zolder van het kamertje was aangebracht. Hij merkte op, dat er geen andere uitgang was, behalve de deur. waardoor zij waren binnen gekomen, en deze kwam direct in de gelagkamer uit. Als ik mijn oog op die deur ge vestigd houd, dan is het kind veilig. dacht hij, en nu moet ik den weg naar de naaste stad trachten te weten te komen. Hij nam zijn stoel bii de tafel weer in, waaromheen de mannen zic-h ge schaard hadden, vol belangstelling voor den postmeester, die een hoop brieven uitzocht, welke bij uit zijn tasch had genomen. Baas, dat is voor jou, aei hij, terwijl hij den herbergier een brief toewierp. Finny, mijn jongen, hier ziin er twee voor jou. en Hij hield plotseling op en staarde naar het tabakszakje van Percy. ach; u misschien iets. vreem deling? zei hij tol Percy, meteen si uwen wenk tol het gezelschap. Neen, zei Percy, dat doe ik zeker niet, vriend. Wel, dan mag u dit wel be schouwen als een onverwachte zegen, zei de postmeesteren niet een triomfantelijken glimlach haalde hij een brief, die sporen liet zien van reeds door veel handen gegaan te zijn, te voorschijn. U zegt immers, dat uw naam Percy Chester i3 Juist, zei Percy, niet zooveel verbazing, als hem mogelijk was. Hoe kan ik weten, of dat waar is zei de postmeester met echt of gemaakt wantrouwen. Ten eerste, omdat u het mij heeft hooren zeggen. Ja. maar hoe kan ik nu weten, of u de ware Percy Chester is zei de postmeesier, zijn hoofd schuddend. - Omdat, ging hij voort, dit. tabakszakje mij dat vertelt en met een zelfvoldaan air wees hij op het zilveren wapen op het zakje, én daarna op het wa pen op de enveloppe in zijn hand Heel goed bedacht, zei hij. De brief komt mij ongetwijfeld toe. zei Percy. En daar is hij, zei de man, vol zelfvoldaanheid don brief over- handigend. Percy nam deis brief aan en ging er mee naar een der brandende kaar sen. Alvorens het regel te verbreken, wendde bij zich tot den postmeester. Dat is toch wel iets heel buiten gewoons, dat een brief iemand zoo nareist, nietwaar vroeg bij. Hij schijnt mij gevolgd te zijn al Drie weken lang, zei de man. Ja, onze natie is niet zoo mis, vreemdeling; en als wii op een enve loppe zien staan „Door te zenden", dan zenden wij ook door eu wij ver stoppen hem niet In een loketje, zoo- als de Engelscheu doen. Nu moet ik u verzoeken, oni vier dollars extra- port en een bewijs van ontvangst. Hier zijn beide, zei Percy, terwijl hij" liét geld op de tafel legde en het boek van den postmeester toekende, en het minst wat ik doen kan, Ls mijn dank in iets meer sub stantieels dan woorden over te kren gen, en hij gaf den waard een wenk. Terwijl de man weg ging om whis ky te halen, maakte Percy den brief open en las „Geachte Heer. „Als u nog niet op weg is naar „huis, wat Ik hoop en vertrouw, „dat zoo zijn zal, scheep u dan „dadelijk in. De graaf gaat zeer „achteruit, en u ie hier „hoog noodig! „Met de meeste hoogachting „toeken ik mij Uw trouwe dienaar STEPHEN CRINGE." Percy bleef een oogenblik ernstig staan nadenken. Toen wendde hij zich weer tot den postmeester. -- Hoe lang is doze brief al in uw bezit? Drie weken, niet langer en niet korter, vreemdeling, en hij is heel toevallig in mijn bezit gekomen. U moet weten, dat de brief een dag op het hoofdpostkantoor lag, voordat wii wisten welken kant u was uitgegaan, toen zei ik „Ik zal hem meenemen, en mijn hoofd er af als tk hem nlet ergens ontmoet", en nu kan ik mijn hoofd behouden. U heeft mij een grooten dienst bewezen. zei Percy eenvoudig. Deze brief roept mij onmiddellijk naar Engeland terug. Kan u mij ook den vlugsten weg daarheen wijzen Wie zou dat beter kunnen, dan ik, zei de postmeester, en daarop maakte hij zijn vinger nat in zijn glas whisky. Zie -hier, vreemde ling, snel maakte hij met zijn nat ten vinger een teekeniug op de tafel, dit hier is Wanahi ver westelijk dit het dichtstbijzijnde station op de Canadian Pacific dit zijn plaatsen allemaal in één lijn, verscheidene dorpen en nederzettingen. Te x&men eenige honderden mijten door sneeuw en bosschen, cru te heren en Indianen Och 1 zei Percy, hei kind i Het kind. herhaalde Mr. Jackson, die met gemaakte onver schilligheid had staar, luisteren, maak u daarover niet bezorgd, mijn beer. Ik zal wel voor haar zorgen. Wat meer is. ik zal er werk van maken, dat zij weer bij haar eigen stam terugkomt. Ik ken haar wel. Hoe is haar naam zei Percy bedaard. Mr. Jackson aarzelde, stood daar na op het punt te liegen, wat duide lijk op zijn gelaat te lezen stond, toen de leugen van zijn lippen rer- dreven werd door een ploioeting «te* geraas buiten. Wat is dat? riep dc pc* meester uit. reizigers Nog altijd hoorden zij het eigerv aardig gedreun voor een oogenetic heel duidelijk en daarna steeds zwakker en zwakker. Do waard spreng met een loek van de tafel af, waarop hij met buugelend© beo- nen had gezeten. Het zijn de paarden Iedereen sprong op en keek den ander aait. Voor den drommel Waarom gaan wij «r niet heen rtep de postmeester uit (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5